
De serie Adolescence gaat over de ‘manosphere’, las ik overal. Een 13-jarige jongen is afgewezen door een schoolgenote, en vermoordt haar met een mes. De serie leidde tot veel debat over jongens, ‘incels’ (involuntary celibates) en de manosphere. Dat juich ik toe. Toch kon ik me niet onttrekken aan de gedachte dat iets op de achtergrond raakte in alle debatten over de ontsporing van mannen in deze tijd. Ik schrok zelf namelijk ook van het gedrag van de meiden op het schoolplein in de serie. Je kunt ze wellicht assertief of lekker mondig vinden, ik vond ze ronduit naar, onbeleefd en pesterig. Daarmee wil ik niet zeggen dat zij het gedrag van jongens veroorzaken, maar wel dat hier zich ook iets giftigs lijkt af te spelen. En dat het knap is dat een fictieve serie dit óók agendeert.
We moeten het wat mij betreft ook gaan hebben over de oprukkende womanosphere, ook wel de femosphere genoemd. Wat begon als een tegenreactie op de manosphere (en daarom eerst ‘feministisch’ genoemd), is inmiddels uitgegroeid tot een griezelige vrouwelijke evenknie met veel overeenkomsten met de manosphere, ‘Andrew Tate voor meisjes’ gedoopt. Op digitale platformen roert de ‘femcel’ zich. ‘Femfluencers’ leiden er de conservatieve weg met een essentialistische kijk op sekseverhoudingen. Vrouwen zijn goed in baren, onderdanig aan de man, maar met fantastische kwaliteiten voor het huishouden. Femcels haten woke, feminisme, wetenschap en lhbtq+ en delen met hun mannelijke manosphere-evenknie de wroeging over hun onderdrukte positie. Ze moedigen vrouwen aan om de realiteit onder ogen te zien, de pink pill te slikken (mannen nemen de red pill). Feminisme levert je gezin noch gezelschap op, maar betekent je als een soort man opwerken naar de eenzame top. Je kunt beter investeren in je dunne vrouwelijke uiterlijk, en net als de manosphere-mannen veel naar de gym gaan. Met je ‘vrouwelijke dating strategieën’ word je onkwetsbaar, en wapen je je tegen teleurstellingen. Deze (gespeelde) hardheid zag ik bij de jonge vrouwen op het schoolplein in Adolescence.
De womanosphere bestaat uit onder andere femfluencers (zoals Kate Mackz) en een tijdschrift (Evie), en ze past naadloos in Trumps MAGA-universum. Op de website van Evie staat een blonde vrouw in een strak dirndl-blousje, die een koe melkt. Make Amerika Sexy Again! De womanosphere promoot een wit dun vrouwelijk ideaal. Je kan het weglachen als een (nog) relatief marginaal verschijnsel, maar een expert in The Guardian waarschuwt: de womanosphere is een „gateway drug into more extreme conservative ideologies”. Dat behelst een agressieve vorm van fatalisme, biologisch essentialisme en vijanddenken richting liberaal feminisme.
Via populaire cultuur worden extreme ideeën genormaliseerd. Ze gebruiken daarbij slim de taal van de esthetica. Jessica Grosse zet in een podcast van The New York Times de ‘MAGA-beauty’ – de ‘Republikeinse’ make-up esthetica – uiteen en hoe je de MAGA-vrouw meteen herkent. De conservatieve vrouwelijke esthetiek propageert lang gekruld haar, zware make up, grote oorbellen, kleding die de vorm accentueert – kortom: hypervrouwelijk. Denk Kristi Noem, Nancy Mace, of in Nederland Raisa Blommestijn en Arlette Adriani. Een ‘democratische esthetica’ aanwijzen is lastiger, omdat die juist drijft op de vrijheid van het individu, of het moet zoiets algemeens zijn als weinig make-up of gekke kleuren in het haar (links).
Met deze opmars van de womanosphere is een feministische tegenbeweging wat mij betreft harder nodig dan ooit. Maar ‘het’ feminisme is op dit moment vooral bezig met onderling eindeloos ruziemaken over wat feministisch is, denk aan het debat rondom de film Babygirl. Exemplarisch voor de impasse is het onlangs verschenen boek Enemy Feminisms, waarin de radicaal linkse feministe Sophie Lewis in ontoegankelijk en zelfgenoegzaam proza wil vaststellen wat ‘gevaar-feminismen’ zijn (girl boss-feminisme, anti-porno feminisme, politievrouwen, enzovoort) en wat volgens haar de enige juiste moreel zuivere vorm van feminisme is. Het maakt haar zo betweterig, irritant, on-nieuwsgierig en pro-cancelcultuur, dat ze al mijn sympathie verliest hoewel we strijden tegen hetzelfde gevaar van conservatisme en extreme rechtse ideologie.
Zo lang het feminisme zich verliest in een onderlinge tribale strijd, spint Trump er alleen maar garen bij. Het meeste vertrouwen heb ik in humor als wapen tegen de oprukkende womanosphere. Ik genoot van een TikTok-video met een ‘Republican make-up’ tutorial. Lubach, ik smeek je, pak dit op. Maak die womanosphere Make America Sexy Again trend belachelijk, voordat ze onze dochters te pakken krijgen.
Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.
