Column | Alex Roeka, held

Marcel van Roosmalen

Op Hemelvaartsdag bevond ik me heel even op de top van de Olympus, bij de boekpresentatie van mijn columnbundel in de Amsterdamse poptempel Paradiso. Het was een lange klim geweest, maar het voelde als een warm bad. Ik probeerde ervan te genieten in de wetenschap dat er binnen afzienbare tijd nog genoeg koude douches zouden volgen. Niets zo vergankelijk als ‘succes’.

Persoonlijk hoogtepunt: de komst van Alex Roeka, een zanger over wie Huub van der Lubbe ooit in DWDD zei dat hij zijn hoed voor hem afnam. Hij voelde zichzelf de mindere artiest die desondanks meer succes had en weet dat aan het onbuigzame karakter van Roeka die daardoor minder geschikt zou zijn voor een talkshowformat.

Ik had Alex Roeka uitgenodigd, omdat ik hem de beste zanger van Nederland vind. Er was budget voor vier liederen.

Een paar minuten voor aanvang, we hadden net een bord Thais eten op, kwam hij naar me toe met ‘zorgen’. Hij had het programma van de avond bestudeerd en voorzichtig om de hoek van het gordijn in de zaal gekeken en was geschrokken.

Hij had dit vaker aan de hand gehad, de ervaring had geleerd dat als er lezingen of voordrachten op het programma stonden de mensen de muziek dan gebruikten om te ontspannen, even van zich af te praten, te reflecteren, of nog erger: om naar de bar te lopen om bier te halen. Voor een artiest die liederen met een boodschap brengt een belediging.

‘Dan spugen ze je in het gezicht”, zei hij. Hij was om die reden weleens met band en al van het podium gestapt omdat hij de neiging voelde opkomen om ‘ze’ te lijf te gaan. Aan mij – en presentatrice Emma Wortelboer – de taak om de mensen tot bedaren te brengen zodat hij in alle rust kon zingen. Hij had voor de zekerheid al een paar strofes uit mijn lievelingslied ‘De gouden rattenval’ gesloopt.

„Maar het gedeelte van de hypocriete schrijver die alles doet voor de verkoop van zijn boek zit er nog in.”

Ik had het nog niet eerder meegemaakt dat tijdens een literaire avond het publiek werd gemaand om vooral rustig te blijven, maar een half uur later stond ik het, samen met Emma Wortelboer, dan toch te doen.

„Blijf vooral rustig”, hoorde ik mezelf zeggen. „Ook geen bier kopen!”, zei Emma Wortelboer. Bijna riep ik om ook geen boeken te kopen, maar dat slikte ik in.

Alex Roeka bleef op het podium, wat een held.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.