Column | Afgepakte trommel

Op de Dam in Amsterdam hadden supporters van de voetbalclub AEK Athene zich verzameld. Ze hingen op de trappen van het Nationaal Monument. Ze maakten een haveloze indruk met hun verwassen geel-zwarte shawls, bleke gezichten en slechte gebitten. Even verderop was een pro-Palestina-demonstratie, het winkelend publiek zigzagde ertussendoor.

Het leken de jaren negentig wel, een tijd waarin de doorsnee-supporter nog niet in de nieuwste versie van het clubshirt liep. Er stonden toen nog hekken rondom het veld, asocialen hadden nog vrij spel in de stadions en niemand haalde het in z’n bolle kop om een voetbalwedstrijd vanwege een plastic bierglas op het veld te staken.

In Griekenland wordt de komende maanden zonder publiek gevoetbald, er vallen daar geregeld doden, aanleiding was een aanval met vuurwerk op de winkel van een scheidsrechter. Griekse voetbalstadions maken vooral een rokerige indruk, te veel Bengaals vuur ziet er sfeervol uit, maar je staat er niet graag tussen.

De reis naar Amsterdam was dus, zo stelde ik het me tenminste voor, een broodnodig groepsuitje voor de Grieken, een voorzichtige eerste reünie, een haast stiekem samenzijn.

Ze stonden zwijgend heel erg AEK te zijn, niet agressief, maar ook niet toegankelijk. Met te weinig ook om de confrontatie met Ajax-supporters of andere Amsterdammers te zoeken.

Ze stonden zwijgend heel erg AEK te zijn, niet agressief, maar ook niet toegankelijk

Vlak nadat ik het NRC-pand op het Rokin had verlaten, ik moest er op de foto, stond ik oog en oog met de groep. Er ontstond meteen consternatie, het was alsof ze gewacht hadden op een reportageschrijver om de toestand vast te leggen. Twee agenten sleepten een AEK-supporter met een donkere baard tussen zich in naar een arrestantenbusje. Een agente liep erachteraan met een grote trommel, daarachter nog een agente met de drumstokjes.

Ik was inmiddels bij de zij-ingang van de Bijenkorf en zag hoe de grootste hooligan van allemaal schreeuwend achter het groepje aankwam. Op zijn schedels getatoeëerde bliksemschichten. Onverstaanbaar geschreeuw, de aderen in de nek opgezwollen. Het was alsof hij de AEK-supporters opriep om met hem de aanval te kiezen om in ieder geval de in beslag genomen trommel terug te veroveren. Je voelde de twijfel bij de rest. De kans om gearresteerd te worden leek groter dan een succesvolle uitbraak.

Er kwamen agenten met knuppels tevoorschijn, zo te zien een peloton echte Noord-Hollanders. Ze waren er klaar voor.

„Look out, back off”, riep een blonde veertiger met groot wit gebit. Zo sta je kaas te verkopen in Purmerend, zo verdedig je een afgepakte trommel. Andersom leek het me ook geen pretje. Eerst laat Nederland je land bijna failliet gaan en als je er bijna bovenop bent pakken ze in Amsterdam ook nog je trommel af.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.



Leeslijst