Column | Aan tafel

Caroline van der Plas was het even kwijt in verkiezingstijd. Het zal de verwoestende oerkracht van Mona Keijzer geweest zijn, een an sich sympathieke vrouw die zonder het zelf door te hebben een slagveld aanricht binnen elke organisatie die ze binnenvalt. Uitgezonderd haar gezin, daar zijn ze als zij is, die blijven altijd drijven. Mona was nog niet binnen gehengeld of de BBB kelderde in de peilingen. Het was opeens alsof Caroline moest zwemmen met een stuk beton om haar enkel. Ze ging voor het eerst ook kopje onder, haar gewonemensentaal werd opeens niet meer gehoord.

Nu de rookwolken zijn opgetrokken is ze er opeens weer. Ze zit weer aan het hoofd van de talkshowtafels. Zoals we haar de afgelopen jaren hebben leren kennen, misschien nog wel krachtiger. Ze lult weer ouderwets tegen de feiten in en strooit met zinnen waarin ze weliswaar niets zegt, maar die er in de huiskamers van het stemvee ingaan als zoete koek.

Eergisteren: „Je moet eerst aan tafel zitten voor je van tafel kunt gaan, als je niet aan tafel hebt gezeten kun je niet van tafel gaan.”

De zin kwam in steeds nieuwe tangconstructies terug.

„Als je niet aan tafel hebt gezeten moet je niet zeggen dat je van tafel bent gegaan.”

Het was bedoeld als waarschuwing voor Pieter Omtzigt, een man die ze ziet als partner in crime, maar die in alles haar tegenpool is. Hij wikt en weegt voor hij wat zegt en verdiept zich in de feiten. Zij heeft het hart op de tong en ziet feiten als een bak met kuikens, waar ze af en toe in graait om er eentje tegen een elektrocuteermachientje te houden. Als die dan onverhoopt blijft leven zal ze niet nalaten om die uitzondering tot regel te bombarderen.

Caroline van der Plas brengt het informatieproces terug tot iets wat iedereen snapt. Ze heeft de tafel gedekt en als ze er dan eenmaal omheen zitten zal ze niet nalaten Pieter Omtzigt aan te sporen om nu eindelijk eens te beginnen met het bord soep. Blijven blazen omdat je de soep te heet vindt is zinloos, de rest lepelt ’m toch ook probleemloos naar binnen?

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.



Leeslijst