Coley Parry

Marcel van Roosmalen

Op deze plaats praat ik u ongevraagd geregeld bij over Vitesse. Tegen de stroom in, want het gedoe rondom de profvoetbalclub maakt buiten Arnhem weinig los. De mensen weten ondertussen wel dat Vitesse sinds de club in 2009 haar ziel verkocht aan Maasbert Schouten een speelbal is geworden van fout en nog fouter geld.

Na de Georgiër Merab Jordania, van wie je veel kon vinden maar hij wilde tenminste nog landskampioen worden, kwamen de Russen en nu rammelt het durfkapitaal uit Amerika aan de deur. Jeugdige uitstraling, een net pak, een mond vol blinkende tanden en het woord ‘moneyball’ waren voldoende voor het vertrouwen van – de inmiddels ontslagen – directeur Pascal van Wijk.

Woensdag stond in Voetbal International een interview met de goedgekapte Amerikaan Coley Parry (39), eigenaar van de Common Group, een verzamelbak waarin hij voetbalclubs verzamelt. Patro Eisden (België) en Leyton Orient (Engeland) heeft hij al in bezit, Vitesse wordt als het aan hem ligt de volgende glimsteen aan de ketting.

Enkele citaten:

„Er zijn honderdduizend spelers in de wereld. Ik sta voor een holistische en globale benadering, om de kansen te vergroten dat we er een paar diamantjes uitvissen.”

„Als jochie heb ik voetbal gespeeld en het WK 1994 bezocht, maar een vast team had ik niet.”

Kortom: hij weet niets van voetbal, hij zit erin voor de mensenhandel. Vergelijk het met zalm, hij wil een kweekvijver waaruit anderen mogen komen vissen. Niet met spelers uit de streek, maar wereldwijd. Het geld gaat naar hem, in ruil daarvoor mogen we van hem blijven bestaan. Binnen de bedding van de Common Group. De ‘zustersupporters’ van Patro Eisden werden voor de wedstrijd tegen PSV alvast als bijzondere gasten onthaald.

In de fantasiewereld van Coley Parry komt er een overkoepelende technische staf die met behulp van data, analyses en scouting allerlei clubs in verschillende competities leidt.

„Eigenlijk zou ik een helikopter nodig hebben om elk weekend alle clubs te bezoeken.”

Journalist Tom Knipping liet de Amerikaan lekker leeglopen zodat we later nooit kunnen zeggen dat we niet gewaarschuwd waren. Op de vraag ‘Hoe lang bent u bereid te wachten op goedkeuring van de KNVB?’, antwoordde Parry: „Ik laat Vitesse niet vallen.”

Waar het zelfvertrouwen vandaan komt is een raadsel. Laten we hopen dat Vitesse hem wel laat vallen. Er zal toch wel iemand zijn die opstaat en zegt: ‘Leuk dat je meteen een klik voelde, maar het is niet wederzijds. We zijn niet jouw verdienmodel, kweekvijver en handelshuis.’

Tegelijkertijd: het blijft wel Arnhem, wij gaan pas achteraf uitgebreid nadenken.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.