N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De regeringscoalitie, bestaande uit VVD, D66, CDA en ChristenUnie, hebben zoals verwacht flink zetels moeten inleveren bij de Eerste Kamer. De coalitie kreeg 24 van de 75 zetels in de Kamer. Toch kan de regering aan een meerderheid geholpen worden: over links bij de gezamenlijke fractie GroenLinks/PvdA, die uitkwam op 14 zetels, of met de BoerBurgerBeweging (BBB).
Dinsdag kozen leden van de Provinciale Staten en van bijzondere gemeenten de leden van de Eerste Kamer. Zoals verwacht kreeg de BBB, na hun daverende winst bij de Provinciale Statenverkiezingen, de meeste zetels. De partij kreeg 16 zetels, één minder dan waar na de verkiezingen in maart van werd uitgegaan.
Dat nog niet helemaal vaststond hoe de zetelverdeling er in de Eerste Kamer uit zou zien heeft te maken met het strategische stemmen van de gekozen leden van de Provinciale Staten. Zij kunnen een andere partij – bijvoorbeeld een coalitiepartner – aan een restzetel in de Kamer helpen door niet op hun eigen partij te stemmen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in Zeeland en Flevoland, waar een D66-Statenlid op de VVD stemde.
Voor de regeringscoalitie was het van groot belang een aantal van de te verdelen restzetels in handen te krijgen. Zo verloor de BBB een zetel aan het CDA. Het kabinet kan nu óf dankzij GroenLinks/PvdA of dankzij de BBB een meerderheid in de Eerste Kamer behalen, mits zij rekening houden met de wensen van deze partijen.