Coalitie is niet bang om met onderwijsbezuinigingen op een muur af te rijden

Voor minister Eppo Bruins (NSC, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) staan de bezuinigingen op het onderwijs vast. Ook al vindt hij ze zelf “lelijk”, zoals hij vaak zegt, en werd er maandag door duizenden studenten en medewerkers van universiteiten en hogescholen tegen gedemonstreerd op het Malieveld. “De financiële keuzes van het kabinet staan. Ik ga er dan ook niet omheen draaien: ik ga geen extra euro’s beloven of de bezuinigingen terugdraaien”, schreef hij maandag op sociale media.

Maar hoe lang kan hij dat standpunt volhouden? Twee gelegenheidscoalities willen de bezuinigingen op onderwijs tegenhouden, bleek de afgelopen dagen in de aanloop naar het debat over de onderwijsbegroting, dat dinsdagavond begon. Zij stellen Bruins voor het blok: als hij niet instemt met hun wijzigingsvoorstellen, zullen zij in de Eerste Kamer tegen de begroting stemmen. Daar heeft de regeringscoalitie maar 30 van de 75 zetels, en dus is steun van oppositiepartijen nodig om een meerderheid te halen. Die keren zich nu en masse tegen de bezuinigingsplannen.


Lees ook

1 miljard euro minder? Universiteiten houden rekening met het zwartste scenario

Studenten en docenten van universiteiten en hogescholen protesteerden op zaterdag 22 juni in Utrecht tegen de bezuinigingen op hoger onderwijs en onderzoek.

Hetzelfde drukmiddel gebruikte de oppositie eerder deze maand om de voorgenomen btw-verhoging op media, cultuur en sport tegen te houden. Het kabinet zegde toen noodgedwongen toe dat het een alternatief voor deze bezuiniging zal zoeken, onder de dreiging dat het Belastingplan in de Eerste Kamer zou sneuvelen.

Oorlog

De coalitiepartijen hielden dinsdagavond hun poot stijf: zij steunden de bezuinigingen voluit en leken niet bereid tot concessies. Er is volgens hen de afgelopen jaren miljarden extra naar het onderwijs gegaan en dat geld vinden zij vaak niet goed besteed. “Ook na de bezuinigingen gaat er meer geld naartoe dan in 2021”, zei Claire Martens-America (VVD). Het geld dat het kabinet wil besparen op onderwijs is volgens haar onder meer nodig voor defensie. “Er is oorlog aan de grenzen van ons eigen continent.”

Claudia van Zanten (BBB) wilde evenmin aan de kabinetsplannen tornen, al uitte ze haar zorgen over krimpgebieden en grensregio’s die mogelijk nadelige gevolgen ondervinden als er minder internationale studenten naar hun onderwijsinstellingen komen. Zij noemde de bezuinigingen “heel erg vervelend”, maar het geld is volgens haar nodig om de lasten van burgers te kunnen verlichten. “Er moeten nu eenmaal keuzes gemaakt worden.”

Het kabinet heeft bezuinigingen ingeboekt op de onderwijsbegroting die oplopen van 430 miljoen euro in 2025 tot 1,9 miljard euro in 2028. Verhoudingsgewijs het zwaarst getroffen worden het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek: het kabinet wil daar 1 miljard euro op besparen, onder meer door beurzen voor jonge onderzoekers te schrappen, universiteiten geen rijksbijdrage meer te geven voor internationale studenten en studenten die langer doen over hun studie 3.000 euro extra collegegeld te laten betalen per jaar. Maar ook het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en het mbo moeten inleveren.

Eigen risico

PvdA/GroenLinks, SP, PvdA, Volt en Denk, samen goed voor 22 zetels in de senaat, willen het hele pakket aan bezuinigingen schrappen. Die wijziging op de begroting willen ze financieel dekken door onder meer belastingontwijking door grote bedrijven aan te pakken, een belasting voor digitale diensten in te voeren en te bezuinigen op fossiele subsidies.

Een ander verbond van oppositiepartijen, D66, CDA, ChristenUnie en JA21, samen goed voor 17 zetels in de Eerste Kamer, doet voorstellen om 1,3 miljard euro aan bezuinigingen ongedaan te maken. Zij willen dit onder meer dekken door het eigen risico van de zorgverzekering niet te verlagen met 185 euro, zoals nu het plan is, maar met 165 euro. Dat kwam de partijen tijdens het debat op kritiek te staan van de SP. Sandra Beckerman verweet de partijen “een boete op studeren [te] vervangen door een boete op ziek zijn”. Zij stelde voor om als oppositie gezamenlijk met een voorstel te komen zonder daarbij aan het eigen risico te komen.

D66 nam haar dat niet in dank af. “We zouden hier een debat moeten hebben met een coalitie die megabezuinigingen op onderwijs voorstelt”, zei Jan Paternotte (D66). Hij zoekt nog steun voor drie eigen amendementen om het restant van de bezuinigingen teniet te doen.

Blinde muur

De coalitiefracties wilden niet ingaan op de voorstellen van de oppositie. Zij vinden het aan de bewindspersonen van OCW, met name Bruins, om te voorkomen dat de begroting op een blokkade stuit in de Eerste Kamer. “Daar hebben wij de regering voor”, zei Patrick van der Hoeff (PVV). Ook Martens-America vond dit niet haar verantwoordelijkheid: “Ik ben Kamerlid met een controlerende taak.” Van der Hoeff verklaarde “niet bang” te zijn voor de “blinde muur” waar de coalitie volgens Paternotte op af rijdt.


Lees ook

Brede bezuiniging op onderwijssubsidies: ‘We snappen heel goed dat dit pijnlijk zal zijn’

MBO studenten van het Zadkine en Albeda college aan het werk op de Heijplaat Rotterdam.

Die metafoor kwam vaker terug in het debat. Aant Jelle Soepboer (NSC) zei hoopvol dat “dingen die een muur lijken soms geen muur zijn”. Chris Stoffer (SGP) waarschuwde hem dat de gevolgen erger kunnen zijn dan hij denkt. “Ik heb de indruk dat het geen betonnen muur is maar een kartonnen wand”, zei Stoffer. Als de coalitie daar doorheen rijdt, “vallen we terug op de begroting van vorig jaar met al dat geld dat er nog inzit en dan heeft de coalitie écht een probleem”.

Het debat gaat donderdag verder. Minister Bruins komt dan als eerste aan het woord. Martens-America zei “ontzettend benieuwd” te zijn hoe hij de weerstand bij de oppositie tegen de begroting gaat oplossen en kondigde aan dat zij hem hierover zelf ook vragen zal stellen. “Ik hoop dat de minister al bezig is te kijken hoe hij dit door de Eerste Kamer gaat krijgen.”