Coalitie hoopt dat het even rustig blijft, oppositie ziet ‘houdgreep’ en ‘kwartetkabinet’

Alles lijkt op dinsdagmiddag hetzelfde als altijd: de koning leest de Troonrede voor, de ministers en staatssecretarissen kijken gespannen, ongemakkelijk. Of juist verveeld, op het chagrijnige af. Ze knikken als het over de plannen van hun eigen ministerie gaat, ze weten dat ze precies dán in beeld komen. Al lijkt Gijs Tuinman, BBB-staatssecretaris van Defensie, daar niet aan te denken: Willem-Alexander heeft het over „digitale aanvallen op onze veiligheid” en Tuinman lijkt bijna in slaap te vallen.

Zit daar een gewoon kabinet, als altijd? „Dat dacht ik eerst”, zegt Joost Eerdmans van JA21 net voordat de Troonrede begint. „Dat extraparlementaire, daar geloofde ik al vanaf het begin niets van. Maar nu zie ik een kabinet dat zichzelf in een houdgreep houdt: wie maakt zich als eerste los? Het lijdt aan beginnende koortspijnen, er is helemaal geen chemie tussen de hoofdrolspelers.”

„Dit is niet één kabinet”, zegt Tweede Kamerlid Pieter Grinwis van de ChristenUnie, dinsdagochtend in de hal van de Tweede Kamer. „Het zijn vier kabinetjes, een kwartetkabinet. Zonder dragende visie, zonder iets wat hen bindt, en dus beginnen ze maar over ‘bevlogen pragmatisme’.”

Niet enthousiast

„Het is het kabinet dat de kiezer wil”, zegt Daan de Kort, Tweede Kamerlid van de VVD. „Een centrumrechts kabinet.” Enthousiast klinkt het niet, eerder zakelijk. Hij hoopt, zegt hij ook, dat de Algemene Politieke Beschouwingen van woensdag en donderdag „rustig” zijn. Het debat over de regeringsverklaring, begin juli, noemt hij „een grote puinhoop”. „Het zou me veel waard zijn als het deze keer stabiel blijft.”

Daar zijn in de héle coalitie zorgen over. Al vanaf het moment dat PVV, VVD, NSC en BBB een kabinet probeerden te vormen, waren er irritaties, emotionele uitbarstingen, ruzies. Die ook bijna elke keer naar buiten kwamen. In het ‘hoofdlijnenakkoord’, aan het eind van de formatie, kon je het bijna terugzien: iedere partij haalde wat binnen, voor de eigen kiezers. Maar wat hield hen samen?

Misschien moeten wij hier gewoon even doorheen en aan elkaar wennen

Caroline van der Plas
BBB-fractieleider

Net voor de Troonrede, ook nog in de Tweede Kamer, begint BBB-leider Caroline van der Plas over het „pragmatisme” van dit kabinet. „Met onze poten in de klei.” Ze vindt dat dit kabinet „luistert naar de zorgen van mensen” en die wil „oplossen.” Het gaat onderling moeizaam ja, zegt Van der Plas. „Dat was bij andere kabinetten ook zo, maar dan wat meer achter de schermen. Misschien moeten wij hier gewoon even doorheen en aan elkaar wennen. Ik ben daar optimistisch over.”

Openlijk conflict

Veel reden lijkt daar nog niet voor te zijn. Het debat over de plannen van Prinsjesdag moet nog beginnen en in de coalitie was er op maandag al een openlijk conflict over de noodwet waarmee het kabinet een ‘asielcrisis’ wil uitroepen. Nicolien van Vroonhoven, die NSC-leider Pieter Omtzigt vervangt zolang hij vermoeid thuis zit, had gezegd dat haar partij zo’n noodwet niet zou steunen als de Raad van State er negatief over zou adviseren. Dat deed ze net na een overleg met de andere drie leiders van de coalitiepartijen, waarin juist was afgesproken dat ze gingen wachten op dat advies. Ze gingen er hun mond over houden.

Over die noodwet, waarbij de Tweede en de Eerste Kamer tijdelijk buitenspel worden gezet, was onrust en discussie ontstaan: hoe kon juist NSC, opgericht omwille van ‘goed bestuur’, dat een goed idee vinden? Van Vroonhoven leek zich er geen raad mee te weten. Ze vond dat ze „niks verkeerds” had gezegd. Het was logisch, vond ze, wat ze had gezegd: „Maar zelfs dat logische wordt nu breed uitgemeten.”

De oppositiepartijen hebben deze dagen hun eigen zorgen. Ze zien dat gebeurt wat ze al voor de zomer hadden voorspeld: de democratische rechtsstaat komt onder druk te staan door plannen van dit kabinet. Maar ze willen ook niet dat de politieke beschouwingen alleen maar gaan over migratie. Want dan, denken ze, wint Geert Wilders. Hij kan keer op keer zeggen dat zijn minister van Asiel „de problemen van de mensen” wil oplossen, koste wat kost.


Lees ook

Minister Faber wil snel een asielcrisis uitroepen zonder goedkeuring van de Tweede Kamer. Hoe werkt dat?

Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) bij het Catshuis.

Online bijeenkomst oppositie

Een deel van de oppositie had op maandag, op initiatief van GroenLinks-PvdA-fractievoorzitter Frans Timmermans, een online-bijeenkomst. Jimmy Dijk van de SP was erbij, Volt-leider Laurens Dassen, PvdD’er Esther Ouwehand, Rob Jetten van D66. Asiel en migratie moest, was daar het idee, níet het overheersende onderwerp worden in het debat. Het maakte Wilders alleen maar belangrijker, het zou de aandacht afleiden van ándere onderwerpen: armoede, onderwijs, innovatie, Europa.

In de hal van de Tweede Kamer, dinsdagochtend, wil PVV’er Willem Boutkan eerst niet zeggen hoe híj het kabinet-Schoof zou omschrijven. „De woordvoering laat ik aan Geert.” In de Tweede Kamer praten PVV’ers steeds vaker met journalisten, maar heel vanzelfsprekend is het nog lang niet altijd. Boutkan wil alleen zeggen dat hij Prinsjesdag „een feestelijke dag” vindt. En het kabinet? „Een feestelijk kabinet.”