Choreografe Robyn Orlin: ‘Ik begrijp dat jongeren mijn werk afwijzen’

Moving into Dance Mophatong met ‘We wear our wheels with pride and slap your streets with color … we said ‘bonjour’ to satan in 1820’.


Foto Jérôme Séron

Interview

Dans en Zuid-Afrika De riksja’s van Durban inspireerden choreografe Robyn Orlin tot een voorstelling over de ellende én de waardigheid van de bestuurders. „Ik eigen mezelf niets toe.”

Als kind zag ze hen als kleurrijke engelen die een stukje boven de straat leken te vliegen, ondanks de zware last die zij mee torsten. Al snel echter vertelde de moeder van Robyn Orlin haar hoe het precies zat met de riksjarijders in Durban: zwarte Zuid-Afrikanen, Zulu’s, onderdrukt door het witte apartheidsregime, vervoerden hun onderdrukkers om aan de kost te komen. Zwaar werk, tegen een hongerloontje. Ze beconcurreerden elkaar door zich fantasierijk te versieren met hoofdtooien en andere ingenieuze ornamenten. De meesten werden niet ouder dan 35 jaar.

Die beelden vormen het uitgangspunt voor de dansvoorstelling We wear our wheels with pride and slap your streets with color … we said ‘bonjour’ to satan in 1820. De Zuid-Afrikaanse choreografe, nu 67, maakte het stuk met de zes dansers van Moving into Dance Mophatong, multi-instrumentalist Yogin Sullaphen en de fenomenale zangeres Anelisa Stuurman. Het is een explosie van kleuren, net als vrijwel alle voorstellingen die zij sinds een jaar of dertig uitbrengt, onder andere met het door haar opgerichte City Theatre and Dance Group in haar geboortestad Johannesburg.

Kleurrijk en kritisch, met altijd wel een vleugje wrange humor: je hoeft alleen de ellenlange titels, het handelsmerk van de weerbarstige Orlin, maar te lezen die een soort beknopte programmatoelichting zijn (het jaartal 1820 in deze titel verwijst bijvoorbeeld naar het jaar waarin de zogenaamde Settlers uit Groot-Brittannië arriveerden op de Oostkaap).

Ongelijkheid, racisme, onderdrukking, corruptie, geweld tegen vrouwen zijn terugkerende thema’s in het oeuvre waarmee zij internationaal successen boekte en die haar de eretitel ‘een permanente irritatie’ opleverde, naast andere meer traditionele huldeblijken als de Britse Laurence Olivier Award en in Frankrijk de benoeming tot Chevalier des Arts et des Lettres.

Veel mensen hebben mij gewaarschuwd om dit stuk niet te maken

De thema’s lijken niet voor de hand te liggen voor een witte Zuid-Afrikaan die opgroeide tijdens apartheid en werd opgeleid aan westerse dansacademies.

„Toen ik na mijn opleiding terug was in Zuid-Afrika merkte ik meteen dat ik wat ik had geleerd grotendeels moest vergeten. Graham [de moderne dans van de Amerikaanse Martha Graham, red.] hóórt niet in Zuid-Afrika, Cunninghamtechniek ligt te dicht bij ballet. Ik was sowieso niet geïnteresseerd in de witte mainstream van Zuid-Afrika, en zij niet in mij. In de jaren zeventig werkte ik al met kinderen in Soweto en gaf ik les in Johannesburg bij de Federated Union of Black Artists, waarvan ik mede-oprichter ben. Allemaal erg grass-roots, waardoor mijn werk min of meer automatisch politiek werd.

„Ik probeerde het verschil tussen wit en zwart niet te zien. Dat wil zeggen, strevend naar een gedeelde Zuid-Afrikaanse identiteit heb ik geprobeerd bruggen te slaan. Natuurlijk realiseerde ik me wel degelijk dat er tradities en ervaringen zijn waar ik nooit deel van ben geweest of zal worden. Maar ik wilde in de zwarte gemeenschap werken en heb mijn technische achtergrond daaraan aangepast en geprobeerd een gevoel van empowerment te creëren.”

Er zullen mensen zijn die vinden dat u niet de aangewezen persoon bent om ‘zwarte’ thema’s aan te kaarten.

„Veel mensen hebben mij gewaarschuwd om dit stuk niet te maken. Maar ik vind dat we deze geschiedenis moeten kennen en de mannen de erkenning geven die ze verdienen. In deze groep dansers zitten drie Zulu’s. Zij wisten niets van de achtergrond van die riksjarijders, die in het Zulu ihhashi worden genoemd: paarden. Menselijke paarden. Het stuk is een hommage aan de mannen die onder krankzinnig slechte omstandigheden hun waardigheid wisten te behouden. Over de onderdrukking en ellende wordt in het stuk niet gezwegen.”

Wordt u culturele toe-eigening verweten?

„Altijd al eigenlijk. Ik eigen mezelf niets toe, ik laat dingen zien uit onze geschiedenis die anders ongezien zouden blijven. Om vooruit te komen met onze Zuid-Afrikaanse maatschappij is het belangrijk dat we ons deze dingen herinneren. De hoop, reconstructie en vooruitgang die we na de afschaffing van apartheid hebben gezien zijn tot stilstand gekomen. Het gaat nu slecht met het land, er is nauwelijks perspectief. De verzoening is niet echt tot stand gekomen. Een van de redenen is dat niet alle wonden zijn geheeld. Witte mensen moeten weten wat de pijnpunten zijn en zich realiseren dat zij deel van het probleem zijn.”

Robyn Orlin: „Die riksjarijders worden in het Zulu ‘ihhashi’ genoemd: paarden. Menselijke paarden. Het stuk is een hommage aan de mannen die onder krankzinnig slechte omstandigheden hun waardigheid wisten te behouden.” Foto Jérome Séron

Op welke manier wordt identiteitspolitiek in het Zuid-Afrikaanse kunstdebat op dit moment gevoerd?

„Er is nu een neiging naar een soort totalitarisme waarbij maar één manier bestaat om kunst te maken, één context waarbinnen je kunst mag beoordelen en waarderen. Het is een ruk naar een sterk conservatieve manier van denken die je in de hele wereld ziet. In Zuid-Afrika is er ook een jongere generatie die mijn werk ziet en denkt: waarom adresseert zíj dit? Wat dat betreft is er geen verschil tussen Zuid-Afrika of de Verenigde Staten – waar ik vorig jaar overigens zonder één negatief commentaar een solo voor een zwarte performer heb gepresenteerd.

„Ik begrijp dat jongeren mijn werk afwijzen, ik weet waar het vandaan komt. Wel hoop ik dat ze zich op termijn zullen herinneren dat er een oudere generatie is geweest, zwart én wit, die de zaadjes voor de Zuid-Afrikaanse hedendaagse dans heeft geplant. Maar eerst is er een nieuwe balans nodig in de maatschappij. Die gaat er ooit komen. Ik denk alleen niet dat ik dat nog ga meemaken.”

We wear our wheels with pride and slap your streets with color … we said ‘bonjour’ to satan in 1820 van Moving into Dance Maphotong/Robyn Orlin is 18/3 te zien in ITA, Amsterdam. Tournee t/m 27/3. Inl: ita.nl