Choreograaf Mohamed Lamqayssi heeft twee benen in drie culturen: ‘Al mijn werk gaat over onze gespleten identiteit’

Wie zijn we, waar horen we bij? Identiteit is al langer hét thema onder veel bi-culturele kunstenaars. Zo ook bij kunstenaars uit Noord-Afrika. Zij staan dit jaar centraal op festival Afrovibes, dat de komende weken in diverse steden in het land performance-, dans- en muziekvoorstellingen presenteert. Afkomstig van of werkzaam op het Afrikaanse continent worden zij vaak niet gezien als Afrikaans, maar als deel van de Arabische wereld. In hun werk onderzoeken ze de ambivalentie die ze in zichzelf ervaren.

Choreograaf Mohamed Lamqayssi: „In de solo toont Dihya de alternatieve scenario’s voor macht, opoffering, vrijheid en liefde die zij had kunnen realiseren als zij niet was verslagen.” Foto Afrovibes

Dihya van de Marokkaanse Mohamed Lamqayssi (32) valt perfect samen met het festivalthema. „Dihya gaat terug naar de periode van de Arabisch-islamitische invasie in Noord-Afrika”, vertelt hij. „Dihya was de koningin van een Amazighstam. Na een moedige strijd werd zij verslagen door het kalifaat en sindsdien is alles veranderd. De matriarchale, open Amazigh- of Berbercultuur werd vervangen door de patriarchale moslimcultuur. De gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen verdween. Alleen in traditionele Amazighdansen is die nog herkenbaar doordat mannen en vrouwen naast elkaar dansen, schouder aan schouder. Dat zou in Arabische dans nooit kunnen.

„De Arabisch-islamitische invloed is nog steeds dominant in de Marokkaanse maatschappij. In de solo toont Dihya de alternatieve scenario’s voor macht, opoffering, vrijheid en liefde die zij had kunnen realiseren als zij niet was verslagen.”

„Mijn ouders ontdekten pas dat ik professioneel danste toen ze me op de nationale televisie zagen”

Vrouwelijkheid

In Dihya verwijst de oplichtende driehoek op de vloer naar een belangrijk Amazigh-teken voor kracht, vrouwelijkheid en evenwicht. Na het eerste deel, waarin danseres Chourouk El Mahati vooral rechtstandig beweegt met armen, tors en hoofd, klinkt traditionele zang als zij een dansriem met pailletten oppakt, symbool voor zowel knellende traditie als een open, toekomstgerichte blik. Met een koninginnentooi verzet ze zich tegen opgedrongen beperkingen en creëert ze een eigen wereld, met zelf bepaalde grenzen. In de krachtige gebaren waarmee ze de ruimte verkent, is ook de worsteling van vrouwen in de huidige maatschappij te herkennen.

„De laatste jaren gaat al mijn werk over onze gespleten identiteit”, vertelt hij. „In mijn jeugd en adolescentie was ik me daar totaal niet van bewust. Informatie over de oorspronkelijke cultuur werd op scholen, zelfs op de universiteit niet gegeven. Ik ben geïndoctrineerd met vooroordelen en een valse voorstelling van de geschiedenis.” De Marokkaanse overheid is gebaat bij de suggestie van een eenduidige cultuur, aldus de choreograaf, omdat het daardoor eenvoudiger is het volk onder controle te houden.

Danseres Chourouk El Mahati in de voorstelling ‘Dihya’ op Festival Afrovibes. Foto Michel PETIT

Pas na zijn twintigste ging hij zelf op zoek naar de diverse invloeden die de huidige maatschappij van zijn vaderland hebben gevormd.

Zijn kritische houding heeft hij van huis uit meegekregen. Hij is afkomstig van het platteland in de regio van Marrakesh. Vader Lamqayssi, een eenvoudige boer zonder opleiding, beschikte over een gezonde dosis scepsis en slikte niet zomaar alle informatie die hem door de media (en de overheid) werd voorgezet.

„Ik lijk op hem, maar ik ben een paar stappen verder gegaan. Mijn ouders hebben me altijd gesteund; ik kon naar de universiteit en studeerde natuur- en scheikunde, later bouwkunde, dansen deed ik ernaast. Dat vonden ze prima. Zelf bespeelde mijn vader veel instrumenten, mijn moeder zong altijd.”

Toch, zegt hij enigszins besmuikt, „heb ik aanvankelijk niet verteld dat ik met dans door wilde, bang hen teleur te stellen als het zou mislukken. Ze ontdekten pas dat ik professioneel danste toen ze me op de nationale televisie zagen. Daarmee was de zaak beklonken, ze waren trots.”

Wortels

Lamqayssi danste bij verschillende Noord-Afrikaanse choreografen als Taoufiq Izeddiou, Radouan Mriziga uit Marokko en de Tunesische Héla Fattoumi, daarnaast bij de Franse Eric Lamoureux, de Palestijnse Samar Haddad King en de Spaanse George Crecis. Al snel begon hij ook zelf te creëren, te componeren én zich als videokunstenaar te ontwikkelen („vooral tijdens de lockdowns in de covidperiode”).

In al zijn creaties is hij op zoek naar de wortels van zijn cultuur, zonder terug te vallen op oude vormen. Hij wil een nieuwe hybride creëren die zijn cultuur en latere vorming breed weerspiegelt. Daarbij staat hij dus met twee benen niet in twee, maar in drie werelden, want naast de Arabische en de Afrikaanse lijnen is er ook een Europese invloed, met name op danstechnisch gebied. Veel Noord-Afrikaanse danskunstenaars kregen in Europa, Frankrijk vooral, een formele opleiding. Lamqayssi is met zijn gezelschap AdVance sinds vijf jaar gevestigd in het Franse Belfort.

„De confrontatie met een andere culturele context is verrijkend, het verruimt je blik. Het probleem daarna is hoe je tussen die werelden gaat navigeren. Kun je een hybride creëren die niet verkeerd kan worden opgevat – culturele toeëigening is tegenwoordig een big issue. ‘Hoho, mag jij daar wel over praten?’ Je wilt niet te Europees lijken, maar je wilt ook niet op dezelfde manier werken als de kunstenaars uit de regio die niet jouw mogelijkheden hebben gehad.

„Laverend tussen die klippen probeer je nieuwe vormen te vinden. Het is een worsteling die elke hedendaagse Noord-Afrikaanse kunstenaar wel kent en heeft gethematiseerd in een stuk.” Na een korte pauze: „Als ze er al niet voortdurend mee bezig zijn, zoals ik. En ik ben er voorlopig nog niet klaar mee.”

Festival Afrovibes, 2 t/m 13/10. Voorstellingen in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. www.afrovibes.nl