N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview Journalist Michiel Driebergen woont al negen jaar in Oekraïne. Voor de VPRO maakte hij de vierdelige podcast Stad in Oorlog, waarin hij zijn woonplaats Charkov een vrouwenstem geeft. „Eigenlijk heel seksistisch.”
In het centrum van Charkov zijn verdedigingsobstakels tegen tanks geplaatst.
Foto Sergey Bobok / AFP
Charkov heeft een stem, een vrouwenstem. Ze vertelt: „Het was nog donker op 24 februari 2022. De buurtsuper was al open. Iemand kwam sigaretten halen. Toen ging opeens het luchtalarm en begon het gedonder. Er verschenen pantservoertuigen en tanks in de straten, ik lig op steenworpafstand van Rusland. Er stond een Z op. Een Z? De Z van Zelensky? Nee, de voertuigen waren Russisch!
„Onmiddellijk verschenen er mensen op straat die haastig koffers in auto’s propten. Kinderen huilden, vluchtenden riepen naar achterblijvers dat ze ook moesten gaan. Sommigen deden het niet, omdat ze niet wilden of niet konden. Mijn bevolking is sinds het begin van de oorlog gehalveerd, van twee miljoen naar een miljoen.”
Onder de vluchtenden was ook Bureau Buitenland-correspondent Michiel Driebergen. Hij is, een jaar na de Russische inval, even terug in Nederland om afstand te nemen van Oekraïne, het land waar hij al negen jaar komt en waarvan hij de taal spreekt. Hij staat me te woord vanuit het huis van zijn ouders in het vredige Lelystad over zijn pas verschenen, vierdelige podcast Stad in Oorlog.
„Twee dagen voor de Russische inval was ik samen met een andere correspondent in de Donbas. Ze waren daar bang voor een Russische inval. Een groep tieners, de jongste was dertien, vroeg ons ze mee te nemen naar het veilige Charkiv. [Driebergen gebruikt de officiële Oekraïense naam Charkiv, deze krant de historisch ingeburgerde, Russische naam Charkov.] Dat deden we. Op 23 februari zijn we nog met ze naar de dierentuin geweest. Ik dacht toen zelf ook nog dat het ergste daar niet zou gebeuren. Iedereen was natuurlijk al weken aan het speculeren, maar dat het echt zo verschrikkelijk zou worden als de Amerikanen beweerden, daar wilde ik niet aan. Wel dus.”
Seksistisch
De stad zelf, waar Driebergen in mei vorig jaar naar terugkeerde, zegt het ook in de podcast. „Ondanks dat de inwoners wisten dat het zou kunnen, waren ze verbijsterd. Ze konden het gewoon niet geloven. Wat had ik de Russen misdaan? Op mijn station reden bussen naar Rusland, Russen gingen naar mijn markten, brachten hier hun weekenden door, iedereen kon Russisch, Charkov en Rusland hadden historische banden.”
Driebergen: „Het idee om de stad een vrouwenstem te geven – het is de stem van Bureau Buitenland-presentator Sophie Derkzen – is eigenlijk heel seksistisch. Maar de oorlog ís seksistisch. Mannen gaan vechten, vrouwen blijven thuis. De stad is een vrouw, een vrouw die beschermt, die vecht om niet ten onder te gaan en die zorgt voor een thuis voor de mannen die uitrusten van het front en voor hen die niet vluchten.
„De stad verzet zich, de stad is soms zelf verrast door de veerkracht van de mensen die in haar blijven wonen. De stad is aan het overleven, omdat ze overleven moet, want overleven doe je voor de toekomst. Sentimentaliteit is er in onze podcast niet. De strijd die ze in Charkiv voeren is geen romantische strijd. Ze is geen patriottistische stad. Mensen barsten niet uit in nationalistische liederen. De strijd die de Russen voeren is er een tegen mensen. Ze willen maar één ding: De manier van leven van de inwoners van Charkiv kapot maken.”
„En daar voert iedereen in de podcast zijn of haar persoonlijke strijd tegen: Blogger Anna Gin, die een oorlogsdagboek bijhoudt. Ze heeft een papegaai die „Poetin klootzak” roept. De medewerkers van de plantsoenendienst, die het stadspark, het visitekaartje van de stad, op orde houden. Ze snoeien en maaien soms letterlijk tussen de brokstukken van de raketten. De ambulancemedewerkers, de puinruimers, de mannen die gesneuvelde ruiten door planken spaanplaat vervangen, de buschauffeurs, want bussen zullen er rijden.
„Ik kies voor het laten horen van gewone mensen. Wat doet een jaar leven in de terreur met hen? Wij journalisten zijn gewend om de extremen op te zoeken, dat stompt luisteraars, kijkers en lezers af waardoor we nog extremer moeten gaan berichten. Ik denk dat in de vorm waarvoor wij gekozen hebben het leed veel dichterbij komt.”
Altijd weer het luchtalarm
Dat komt het, op zeer radiofonische wijze, in full stereo. We horen het asfalt van de buitenwijken veranderen in kinderkopjes in het centrum. We lopen mee naar de negende verdieping van een kapotgeschoten flat, waar vlak achter de voordeur van een appartement een matras ligt waarop een stel waarvan de man chronisch ziek is al een jaar overleeft.
We horen Alexandra, die al de leden van het koor waarin ze zat kwijtraakte, maar inmiddels zoveel mensen bij elkaar gesprokkeld heeft dat ze een nieuw koor kan vormen.
We horen de man die altijd in het stadspark zit zijn orgeltje draaien, de feestende tieners op het Vrijheidsplein en het luchtalarm. Altijd weer het luchtalarm, gevolgd door zware klappen die door merg en been gaan. Sommige mensen zijn inmiddels zo murw dat ze niet meer naar de schuilkelder gaan. Ze weten, als ze ’s avonds gaan slapen, niet of ze de ochtend zullen halen.
Stad In Oorlog brengt wat wij ons met geen mogelijkheid kunnen voorstellen dichtbij: hoe het is om te leven in oorlog.
De taakomroep NTR, bekend van programma’s als Nieuwsuur, Klokhuis, de Top 2000 à Gogo en het Sinterklaasjournaal, moet worden gered. GroenLinks-PvdA en de VVD gaan samen een motie met deze strekking indienen op 14 april, wanneer de Tweede Kamer debatteert over het plan van minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) voor de hervorming van de publieke omroep. De motie stelt dat de NTR-programmering, die zich richt op kunst en cultuur, jeugd en educatie, wetenschap en informatie, naast de NOS nodig is om het onafhankelijke karakter van de publieke omroep te garanderen.
Bruins stuurde vorige week vrijdag zijn langverwachte brief over de hervorming van de publieke omroep naar de Tweede Kamer. Hij wil het huidige bestel op belangrijke punten aanpassen. De huidige dertien (aspirant-) omroepen moeten worden samengevoegd tot vier à vijf omroephuizen, die samen met de NOS en de NPO het bestel zullen vormen. Nieuwe omroepen zullen in de toekomst niet langer kunnen toetreden tot het bestel, waarmee feitelijk een einde komt aan de externe pluriformiteit.
‘Hart uit de publieke omroep’
Het nieuws dat de NTR zou verdwijnen, kwam voor de meeste betrokkenen in Hilversum en Den Haag als een verrassing. NTR-directeur Lucas Goes was geschokt. „Alsof je het hart uit de publieke omroep haalt„, zei hij tegen het AD. Zelfs de VVD, die als partij deel uitmaakt van de coalitie, tastte in het duister over de plannen van Bruins. In het plan dat de VVD vorig jaar zelf presenteerde voor een toekomstbestendige publieke omroep zouden de taakomroepen NOS en NTR samengaan. „Wij wilden juist dat de publieke omroep terug zou gaan naar de kerntaken van de taakomroepen”, zegt VVD-Kamerlid Claire Martens-America.
Mohammed Mohandis, de mediawoordvoerder van GroenLinks-PvdA, is de initiatiefnemer van de motie. Hij was woedend toen hij hoorde dat de NTR zou verdwijnen, zegt hij in een interview met NRC dat later deze week verschijnt en waarin hij zijn eigen plannen voor de publieke omroep presenteert. „We hebben niet voor niets de taakomroepen in het leven geroepen”, zegt Mohandis. „Dat was juist bedoeld om de publieke omroep te onderscheiden van de commerciële zenders. Ik heb liever dat het Sinterklaasjournaal gemaakt wordt door een neutrale taakomroep dan vanuit het meer ideologische perspectief van een omroep als BNNVARA of Ongehoord Nederland.”
De bufferzone die Israël in Gaza langs de eigen grens aangelegd heeft, dient in de praktijk als ‘moordzone’ waar iedere levende ziel een gerechtvaardigd doel is. Dat blijkt uit getuigenissen die Israëlische soldaten hebben afgelegd aan de veteranenorganisatie Breaking the Silence. Israël heeft het desbetreffende gebied volledig met de grond gelijk gemaakt; een van de soldaten vergelijkt het niveau van verwoesting met Hiroshima na de atoombom.
Israël heeft tijdens deze oorlog de facto een nieuwe grens met de Gazastrook getrokken, gemiddeld een kilometer landinwaarts. Al met al gaat het om zo’n 16 procent van het landoppervlak van Gaza, een gebied van zo’n 55 vierkante kilometer. In die bufferzone mag niemand komen of hij wordt beschoten. „Iedereen die een bepaalde grens overschrijdt, die wij hebben gedefinieerd, wordt als een bedreiging beschouwd en wordt ter dood veroordeeld”, zegt een reservekapitein van het Pantserkorps in het zuiden van de Gazastrook. Een collega vult aan: „Het is mij niet duidelijk hoe bekend de Palestijnen zijn met deze grens.”
De getuigenissen werpen nieuw licht op de geweldsinstructies voor Israëlische soldaten. Al langer bestaat het vermoeden dat Israël er in Gaza een ruime definitie op nahoudt van wie als verdachte beschouwd kan worden. Dit wordt bevestigd door enkele getuigenissen in het rapport, bijvoorbeeld van deze reservist: „Mensen werden als verdachte beschouwd omdat ze een tas in hun handen hadden. Ik geloof dat ze klein kaasjeskruid [een plantensoort] kwamen halen, maar het leger zegt ‘Nee, ze verstoppen zich’. Boem (er werden granaten in hun richting afgevuurd).”
Perimeter
Het rapport heet De Perimeter, naar de bijnaam die soldaten aan de grenszone hebben gegeven. Breaking the Silence schrijft dat het creëren van de bufferzone „volledig ongerelateerd” is aan de officiële doelen van Israël in Gaza: het uitschakelen van Hamas en het bevrijden van de gijzelaars. In plaats daarvan, aldus de organisatie, draagt de bufferzone vooral bij aan „toekomstige Israëlische beheersing” van Gaza.
De getuigenissen tonen aan dat soldaten de opdracht kregen om „opzettelijk, methodisch en systematisch” alles te vernietigen wat zich in die grenszone bevond, schrijft Breaking the Silence, „inclusief hele woonwijken, openbare gebouwen, onderwijsinstellingen, moskeeën en begraafplaatsen, met zeer weinig uitzonderingen”. Naar schatting van de organisatie zijn 3.500 gebouwen met de grond gelijkgemaakt.
Ook industriegebieden en landbouwgebieden die de hele bevolking van Gaza bedienden, werden verwoest. Meer dan een derde van de Gazaanse landbouwgrond lag in het gebied. Een reservesergeant eerste klasse van de Vijfde Brigade vertelt over de D9-bulldozers die daarvoor in het noorden van de Gazastrook ingezet werden: „De D9 heeft vooral velden, landbouw, olijfbomen, auberginevelden omvergehaald. Een hele grote graafmachine komt er gewoon doorheen en haalt de hele bodem eruit, rolt het als het ware op en maakt het plat.”
Gebouwen in de bufferzone werden niet verwoest omdat ze Hamas-strijders zouden hebben gehuisvest, zoals elders in Gaza vaak als argument voor vernietiging aangedragen wordt. In de grenszone gold een ander doel: het volledig zichtvrij maken van het gebied, opdat Israëlische militairen elke verdachte beweging kunnen waarnemen. Sommige soldaten getuigden dat bepaalde commandanten de vernietiging zagen als een manier om wraak te nemen en Hamas te straffen voor de wreedheden van 7 oktober.
Afscheidingsmuur
Het instellen van bufferzones is niet ongebruikelijk voor Israël. Op de Westelijke Jordaanoever werd de – volgens het internationaal recht illegale – Afscheidingsmuur met opzet niet op de grens gelegd, maar grotendeels erbinnen. Veel illegale Israëlische nederzettingen liggen in die aldus gecreëerde bufferzone, die op die manier bijdraagt aan de facto annexatie van Palestijns gebied. Veel Palestijnse landeigenaren werden door de bouw van de muur gescheiden van hun (landbouw)grond.
Lees ook
‘Wat we in Gaza zien is het opzettelijk uit de weg ruimen van het internationaal recht’
Breaking the Silence is een organisatie van oud-militairen in het Israëlische leger die spijt hebben gekregen van de manier waarop ze Palestijnen behandeld hebben. Geregeld verzamelt de club getuigenissen van (ex-)militairen. In Israël is de organisatie vanwege de kritiek op het eigen leger weinig populair; achtereenvolgende regeringen hebben Breaking the Silence beperkingen proberen op te leggen.
Stel, zegt Kai Alberts, een student social work van 24 jaar, „ik wil politiek actief worden. Wat zou je adviseren?”
Tegenover hem, aan een tafeltje in het gemeentehuis van het Gelderse Rheden, zit raadslid Hendri Witteveen (ChristenUnie). „De vraag is”, antwoordt hij, „hoeveel tijd je eraan wilt besteden. Als je serieus actief wil worden: word lid van een partij, ga naar bijeenkomsten. En als er een beroep op je wordt gedaan: zeg ja.”
Alberts: „Maar ik kan me voorstellen dat je nog geen idéé hebt, als je net begint als raadslid. Waar heb je invloed op, en waarop niet? Hoe ga je met die twijfels om?”
Door het simpelweg te dóén, zegt Witteveen, al raadslid sinds 2003. „Het kan klein beginnen, door als lid mee te denken in een partij, of door een verkiezingsprogramma voor te bereiden. Ik ben zelf begonnen met werk voor een schaduwfractie. Toen kwam ik er een beetje in, maar van het politieke proces had ik nog totaal geen idee.”
Het is geen tennisclub waar je even lid van wordt
Precies acht minuten duren de ‘speeddates’ waarin Rhedense raadsleden worden ondervraagd over de ins en outs van de lokale politiek. De vragenstellers zijn voornamelijk inwoners die overwegen zich bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 te kandideren voor een van de 27 raadszetels waarin ze deze avond hebben plaatsgenomen.
„Je zou wat partijen langs kunnen gaan om te kijken of het klikt”, geeft Witteveen Alberts nog mee. „Het verkiezingsprogramma zegt niet alles, de sfeer is ook belangrijk. Het moeten mensen zijn met wie je uit de voeten kunt.” De twee zijn nog niet uitgepraat, maar de voorzitter is onverbiddelijk: zodra de tijd om is, gaan de groepjes door naar de volgende fractie.
Flyeren
Op 18 maart volgend jaar kiest Nederland nieuwe gemeenteraden – en moeten er weer zo’n 8.500 raadszetels worden gevuld. De aanloop is in stilte al begonnen. Politieke partijen beleggen ledenvergaderingen, stellen kandidatencommissies samen, zetten vacatures uit. Maar ze weten ook: de sollicitatiebrieven stromen niet vanzelf binnen.
Want animo voor het lokaal bestuur is er weinig. Kandidaten komen doorgaans voornamelijk uit de actieve bovenlaag van de samenleving. Het zijn vaak mensen die al lid zijn van een politieke partij, al eens hebben ingesproken bij een raadsvergadering of bij eerdere verkiezingen langs de deuren zijn gegaan om te flyeren.
Bij de vier avonden durende cursus Politiek Actief van stichting ProDemos ontbreekt het desondanks niet aan belangstelling: er waren twee keer zoveel aanmeldingen als er plek was. Rheden, een gemeente van zeven dorpen onder Nationaal Park Veluwezoom, hoopt inwoners ermee te enthousiasmeren actief te worden in de lokale politiek.
Han Meijer (63), een van de deelnemers, hoeft niet meer te worden overgehaald. De dorpsbewoner was een leven lang lid van D66, maar stapte bij de Europese Verkiezingen van 2024 over naar Volt. De lokale afdeling van de partij wil volgend jaar een gooi doen naar een plek in de raad en vroeg Meijer of hij daar iets voor zou voelen.
En dat doet hij. In het dagelijks leven adviseert Meijer gemeenten over de verduurzaming van woningen en ziet hij waar het spaak loopt. „In mijn ervaring bedoelen gemeenten het heel goed, alleen ontbreekt vaak de expertise. Kritiek geven is altijd makkelijk”, voegt hij eraan toe. „Maar het zelf doen is een ander verhaal. Die uitdaging wil ik wel aangaan.”
Lees ook
Met het werk voor de gemeenteraad kun je een hele week vullen, weet dit raadslid
Incasseren
Rosanna Huertas, die in haar eentje de fractie Beter Rheden vormt, legt de vier toehoorders aan haar tafeltje uit dat ze keuzes moet maken. „Je kunt heel reactief zijn, volgen wat er op de agenda staat en daarop jouw inbreng geven. Maar zeker als eenmansfractie kun je niet overal bij zijn. Dan is het wel fijn als je kunt vertrouwen op andere partijen.”
„Het valt me op dat het in de gemeenteraad behoorlijk pais en vree is”, zegt inwoner Grieta Spannenburg (54).
„Er wordt wat gemoedelijker met elkaar omgegaan dan in sommige andere gemeentes”, beaamt Huertas. „In dat opzicht is het hier wel rustig.”
Spannenburg: „En in welk opzicht niet?”
Huertas: „Het is politiek, dus het blijft een beetje een slangenkuil.”
Denkt Huertas weleens: waarom doe ik dit eigenlijk, vraagt Spannenburg zich af.
„De volgende termijn doe ik niet meer mee”, antwoordt Huertas. „Ik blijf op de achtergrond actief, want ik vind de politiek nog steeds heel erg leuk. Maar het moet bij je passen. Ik ben er te gevoelig voor. Ik kan veel incasseren, maar op enig moment denk ik: wil ik dit nog? Nu wil ik het even een poosje niet.”
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Inwoners in gesprek met raadsleden.
Foto Dieuwertje Bravenboer
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid” readability=”1″><img alt data-description="Inwoners in gesprek met raadsleden.
Foto Dieuwertje Bravenboer
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/08111126/data130538514-58a5ae.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/met-politieke-speeddates-probeert-rheden-alvast-raadsleden-te-ronselen-ga-anders-langs-wat-partijen-kijken-of-het-klikt-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/6xLDYRAlkV86xIAefZgqQewn8us=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/08111126/data130538514-58a5ae.jpg 1920w”>Inwoners in gesprek met raadsleden.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Foto’s Dieuwertje Bravenboer
Grenzen
Lang niet alle raadsleden voelen iets voor een nieuwe termijn. Doorgaans keert een aanzienlijk deel na verkiezingen niet terug. In Rheden was na de verkiezingen van 2022 meer dan de helft van de gekozen raadsleden nieuw, landelijk ging het volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden om 44 procent.
Die nieuwe aanwas is enerzijds „verfrissend”, vindt Bernadette Jansen, die namens ProDemos de cursus verzorgt. „Het is helemaal niet erg om nieuwe mensen binnen te krijgen die, bij wijze van spreken, domme vragen stellen. Maar het is natuurlijk wel lastig als de raad steeds voor een heel groot deel vernieuwt. Je raakt wel iets kwijt.”
Durf soms ook nee te zeggen, ook al roept de democratie
Jansen: „Ervaren raadsleden hebben historisch besef, kunnen teruggrijpen op wat er eerder afgesproken is of beleidslijnen nog eens aanhalen. Dat heeft meerwaarde. Je zit er als raadslid niet voor de korte termijn – je zit er ook om na te denken over wat iets betekent voor over tien jaar of vijfentwintig jaar.”
Een van de redenen dat raadsleden afhaken, is de gestegen werkdruk. De taken die gemeenten met decentralisaties erbij hebben gekregen vergen naast geld ook tijd. Waar raadsleden in 2007 nog gemiddeld veertien uur per week besteedden aan het raadswerk – een nevenfunctie – was dat in 2024 volgens de Basismonitor Politieke Ambtsdragers twintig uur.
„Zorg dat je je eigen grenzen goed kent”, adviseert raadslid Willem Heesen (PvdA) geïnteresseerden dan ook. „En dat je je agenda goed beheert. Daar komt het uiteindelijk op aan: dat je soms ook nee durft te zeggen, ook al roept de democratie. Dat voelt niet altijd goed, maar mijn kinderen vind ik toch net wat belangrijker.”
Columbus
De PvdA-fractie van Heesen gaat de komende verkiezingen voor het eerst in samen met GroenLinks – en heeft mensen nodig. Duikt er een potentiële kandidaat op, kan hij uit eigen ervaring zeggen, dan komen partijen daar „als vliegen op de stroop” op af. „Je zult toch minstens tien mensen op je lijst moeten hebben. Die druk voel je overal.”
Want een lokale partij, zegt het raadslid, heeft nou eenmaal géén onuitputtelijke vijver om uit te vissen. „Je hebt een aantal zittende raadsleden, enkele bestuursleden en een handjevol mensen die meehelpen met campagnes.” Dat zijn, zegt Heesen, „pak ’m beet vijftien mensen. Dat is dan wat de lokale partij is.”
Wat de beste manier is om mensen te motiveren zich aan te sluiten? „Ik heb het ei van Columbus nog niet gevonden.”
Het is geen tennisclub waar je even lid van wordt
De ProDemos-cursus heeft in elk geval zaadjes geplant. Wat Esther Rouw (43) ervan overtuigde zich te willen kandideren, is het aandeel vrouwen in de lokale politiek: de gemeenteraad van Rheden telt zeven vrouwen, tegenover twintig mannen. „Dat voelde als een extra zetje in de rug: nou Esther, hup, actie. Dat mag wel iets meer fifty-fifty.”
Als „eerste stap” is ze vorige week lid geworden van GroenLinks. De tijd dat ze in de trein zit naar haar werk, heeft ze al bedacht, zou ze kunnen gebruiken om raadsstukken door te lezen. „En ik ben een avondmens, dat is volgens mij een groot voordeel. Als de meeste mensen in bed stappen, kan ik nog wel een dossier erbij pakken.”
Niet dat ze zich al rijk heeft gerekend met een plek op de lijst, zegt Rouw erbij. „Het is geen tennisclub waar je zomaar even lid van wordt. En misschien is het nu nog wat te vroeg, dat kan natuurlijk ook. Dan moet ik eerst vier jaar bekend worden binnen de club en in de volgende ronde meedoen. Daar kom je maar op één manier achter.”
Ze gaat binnenkort bij de ledenvergadering van de lokale GroenLinks-afdeling haar hand opsteken.
Theo Kooijmans (links), fractievoorzitter van Volkspartij Politiek Rheden, tijdens een speeddate op het gemeentehuis.
Lees ook
Na een praatje bij een borrel sta je al op de lijst