Chaos en spektakel zonder calamiteiten in Tour-etappe over gravelstroken

Zeker twee volle minuten zit Tom Pidcock op een stoeprand, ellebogen op zijn knieën. Wezenloos staart hij voor zich uit, af en toe neemt hij een slokje uit een flesje hersteldrank. Het bosje tv-journalisten dat om hem heen staat, wacht rustig totdat de Britse renner weer op adem is.

Opmerkelijk is hoe Pidcock eruit ziet. Van onder tot boven is hij bedekt met een dun laagje stof: op zijn benen en zijn armen, in zijn nek, op zijn gezicht. Zijn neus en oren zijn volledig wit. En zoals Pidcock eruit ziet, zo zien álle renners eruit na de finish van deze negende etappe in de Tour de France: stoffig, wit en afgedraaid.

De Tour beleefde zondag een primeur: voor het eerst in het moderne mannenwielrennen voerde een etappe over onverharde wegen. Veertien stroken chemins blancs bevatte de rit van Troyes naar Troyes, door de wijngaarden en tarwevelden van de Champagnestreek, ten zuidoosten van Parijs.

Het werd een etappe die voelde als een voorjaarsklassieker, maar dan met lekker weer. Een soort Strade Bianche, Parijs-Roubaix en Ronde van Vlaanderen ineen – met alle spanning en nerveus gemanoeuvreer die bij zo’n eendagskoers horen. De beelden op televisie waren schitterend, voor de coureurs was het allemaal chaotisch en onvoorspelbaar.


Lees ook

Champagne-gravel in de Tour de France – de opmars van fietsen over onverharde wegen is onstuitbaar

Gravelweg in de   Champagnestreek.

Winnaar van de dag werd Anthony Turgis, een tamelijk onbekende Franse renner die in zijn zevende Tour de France zijn eerste etappezege boekte. Hij was de snelste van een groepje vluchters dat op 155 kilometer voor de finish was weggereden en niet meer werd teruggehaald. „Ik was al een paar jaar op zoek naar een grote overwinning”, verklaarde Turgis na afloop glunderend. Hij had dit jaar speciaal een aantal koersen laten schieten waarin hij kansrijk was, vertelde hij. „Ik wilde een échte grote zege.”

Nervositeit

Veel renners zagen van tevoren op tegen de ‘graveletappe’. Met name bij de ploegen van de klassementsrenners voelde je de afgelopen dagen nervositeit over de gravelrit. Op de smalle onverharde wegen zouden hun kopmannen door een lekke band, valpartij of materiaalpech zomaar tegen een minutenverlies aan kunnen lopen – of erger. „Je kan de Tour hier niet winnen, maar wel verliezen” – het wielercliché werd de afgelopen dagen weer veelvuldig van stal gehaald.

Om de kritiek te pareren, had de Tourorganisatie maatregelen genomen: geen reclamekaravaan op de onverharde stroken, parkeerverbod voor auto’s, touwen om het publiek in bedwang te houden. Ook zou er alles aan gedaan worden om de kwaliteit van de witte wegen „zo goed mogelijk” te krijgen.

Toch viel dat laatste behoorlijk tegen. Lang niet alle stroken lagen er goed bij, zo vertelden renners na afloop: veel gaten, losliggend grind en grote stenen. En ook als het wegdek wél in orde was, vormde de koers een beproeving. Gigantische stofwolken omgaven de renners – wie niet aan de kop van het peloton zat, zag geen hand voor ogen. Een gat in de weg of een grote steen? Zag je volstrekt niet aankomen.

Ritwinnaar Anthony Turgis op kop van de groep vluchters.
Foto Molly Darlington/Reuters

„Soms lag de weg heel los”, zegt renner Frank van den Broek – óók wit van het stof – na afloop. „Je gleed zo weg, met name in de bochten. Soms was het echt als door een zandbak rijden. En met die stofwolken moet je gewoon hopen dat je de goede kant opgaat.” Hij had geen goede dag, vertelt Van den Broek. „Ik werd constant gelost en moest ik weer terugrijden naar een groepje.” Hij veegt over zijn bezwete voorhoofd. „Ik ben blij dat het voorbij is.”

Toch bleef het peloton, los van stress en chaos, échte gravelpech bespaard. Jonas Vingegaard reed lek, maar kon meteen op de fiets van een ploeggenoot springen. Remco Evenepoel had een korte hapering in zijn derailleur, maar wist terug te komen bij de andere klassementsrenners. De ernstigste valpartij van de dag was die van Alexander Vlasov, die hard een greppel in duikelde – maar dat was tijdens de afdaling van een gewone asfaltweg.

Herhaaldelijke demarrages

De vrees van de grote ploegen kwam niet uit: alle kandidaten voor de eindzege bleven vandaag bij elkaar, herhaaldelijke demarrages van geletruidrager Tadej Pogacar ten spijt. In het algemeen klassement was na 32 kilometer stofwolken niets veranderd. Zo werd het graveldebuut precies waarop de Tourorganisatie had gegokt: spektakel zonder calamiteiten.

De enige vraag die na afloop bleef hangen: kreeg de rit over de chemins blancs met Turgis wel de verdiende winnaar? Het werd niet de dag van Mathieu van der Poel, de koning van de voorjaarsklassiekers. Evenmin van Jasper Stuyven en Matej Mohoric, respectievelijk Europees en wereldkampioen gravel. Wout van Aert en Tiesj Benoot, allebei oud-winnaar van de ultieme wittewegenkoers Strade Bianche, kwamen er ook niet aan te pas.

En Tom Pidcock, voormalig wereldkampioen veldrijden en regerend olympisch kampioen mountainbiken? Nadat hij in Troyes voor de tv-camera’s zijn verhaal heeft gedaan, pakt hij zijn fiets en rijdt hij slingerend tussen de verzorgers en journalisten naar zijn teambus.

„Hé Tom”, roept Michael Matthews, viermalig winnaar van een Touretappe, in het voorbijgaan. „Hoe is het gegaan?”

„Pfff”, zegt Pidcock, terwijl hij zijn hoofd schudt. „Tweede, man.”