
De lijst van regisseurs die na een lyrisch onthaald debuut met een matige opvolger komen is lang. Na de road movie-klassieker Easy Rider (1969) flopte Dennis Hoppers The Last Movie (1971) volledig. Ana Lily Amirpour verraste met haar in Iran gesitueerde vampierenwestern A Girl Walks Home Alone at Night (2014), opvolger The Bad Batch werd amper gesmaakt.
Aan dit lijstje kan nu Materialists van Celine Song worden toegevoegd, een soort ‘anti-romcom’. De film is op het eerste gezicht een romantisch relaas over het werk en de liefdesperikelen van matchmaker Lucy, die werkt bij een chique relatiebemiddelingsbureau in Manhattan. Die opzet blijkt ironisch: via de gesprekken die Lucy heeft, duikt Materialists vooral in de pragmatische en economische kanten van hedendaagse liefde. Het levert een bij momenten originele, maar in de uitwerking wat tegenvallende film op.
Vooral in vergelijking met Songs debuut, het tedere Past Lives (2023), waarin een Koreaanse jeugdliefde onverwacht opduikt in het leven van de nu getrouwde hoofdpersoon. Die film liet zowel publiek als critici wentelen in nostalgie over hun levenskeuzes én sleepte twee Oscarnominaties binnen.
Giftig geschenk
Zo’n immens succesvol debuut kan een giftig geschenk zijn. Ja, het budget voor een volgend project schiet omhoog. Past Lives werd gemaakt voor 12 miljoen dollar, Materialists voor 50. En ja, sterren staan plots in de rij voor een rol. In Materialists zien we Dakota Johnson (uit de Fifty Shades-trilogie) als Lucy, Pedro Pascal (The Last of Us) als een ‘perfecte’ miljonairsdate, of ‘eenhoorn’ zoals dat binnen het vak heet, en Chris Evans (Captain America) als Lucy’s ‘arme’ ex.
Maar de verwachtingen zijn huizenhoog. Past Lives raakte bij velen een snaar omdat Songs personages zo levensecht voelden – het scenario was geïnspireerd door een avond waarin ze samen met haar eigen Koreaanse jeugdliefde en haar huidige New Yorkse echtgenoot in een bar zat.
Dat gevoel weet Materialists minder op te roepen. Hierin zien we vooral hoe Lucy eindeloos wordt geconfronteerd met de onrealistische verwachtingen die haar cliënten stellen aan potentiële partners. Dat leidt tot soms geestige lijstjes die lijnrecht ingaan tegen de idealen van de romcom. Vrouwen zijn bij Song niet op zoek naar liefde of humor, maar naar iemand „in finance, with a trust fund, 6’ 5, blue eyes”, zoals zangeres Megan Boni het opsomde in haar zomerhitje. En mannen naar iemand die knap en jong is. Lucy, een zelfverklaarde materialist, benadert relaties – ook die van haarzelf – als een soort wiskunde waarin deze eigenschappen een valuta zijn.
Matchmaker
Song baseerde haar scenario opnieuw op eigen ervaring: ze werkte kort als matchmaker toen ze nog een sappelende theatermaker was. Jammer genoeg leidde dat deze keer niet tot diep doorvoelde hoofpersonen. De figuren in Materialists voelen eerder als een amalgaam van treffende, trieste of grappige anekdotes dan als echte mensen. De diepe, oprechte empathie van Past Lives ontbreekt en de humor en observaties zijn vaak net niet scherp genoeg om dit gemis op te vangen. Ook zwalkt het plot in het tweede deel.
Had Song beter wat langer gewacht met haar tweede film? Een formidabel debuut kan ook leiden tot een verlammende writer’s block. Dan is het waarschijnlijk slimmer om, zoals Song nu doet, wat te experimenteren. Ze lijkt op zoek naar manieren om het op onderhoudende wijze te hebben over hedendaagse liefde zonder te worden weggezet als onserieus. Dat is een interessante ambitie: hopelijk leidt ‘experiment’ The Materialist tot een geweldige derde film.
