CDU-politicus Jürgen Hardt: ‘Duitsland steunt Israël, zonder restricties’

Kort na de verkiezingsuitslag in Duitsland nodigde Friedrich Merz de Israëlische premier Benjamin Netanyahu uit, ondanks het arrestatiebevel tegen Netanyahu dat leden van het Internationaal Strafhof verplicht hem uit te leveren. Daar vinden we wel een weg omheen, zei de partijleider van verkiezingswinnaar CDU – Netanyahu is welkom hier.

Wat betekent dat voor het Israël-beleid van de nieuwe Duitse regering, die deze week aantreedt? NRC sprak met CDU-Bondsdaglid en buitenlandwoordvoerder Jürgen Hardt. Het gesprek vond plaats voordat het Israëlische kabinet maandag 5 mei instemde met uitbreiding van het militaire offensief in Gaza.

Is Duitsland van plan de betrekkingen met Israël te versterken tijdens de komende regeerperiode?

„Ja, om twee redenen. Ten eerste is het in Duitsland Staatsräson [staatsbelang] om het bestaansrecht van Israël te verdedigen. Dat is onze historische verantwoordelijkheid. Ten tweede hebben we met Israël een democratische, vrije markt-georiënteerde pilaar in het Midden-Oosten waar we een goede handelsrelatie mee kunnen onderhouden.

„En dus sturen we zonder restricties al het militair materieel dat Israël nodig heeft voor haar verdediging en zetten we in op meer economische samenwerking om gezamenlijk meer te profiteren van die vrije markt.

CDU-politicus Jürgen Hardt: „Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert.”

„Dat brengt ons overigens direct bij de kern van het conflict in het Midden-Oosten. Inwoners van omringende landen, en vooral van de Palestijnse gebieden, zien hoe jonge Israëliërs vrij kunnen reizen, werken, studeren, leven. Israël is het welvarendste land in de regio. Dat leidt tot irrationele afgunst bij jonge Palestijnen, die denken: ik wil ook kunnen leven als een jonge Israëliër. Maar corrupte regeringen en terreur in de regio weerhouden hen daarvan.”

Denkt u niet dat die ‘afgunst’ ook voortkomt uit de systematische onderdrukking en mensenrechtenschendingen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever?

„Er zijn ook rationele redenen voor Palestijnen om te denken dat Israël niet aan hun kant staat. Soms is Israël verantwoordelijk. Maar de terreur vanuit de regio, vooral Gaza, is de voornaamste reden voor het humeur van Israël jegens de Palestijnen. Dat is het voornaamste wat in de weg staat van een vredesproces.”

Hoe ziet u Israëls verwoestende oorlog in Gaza, het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever en de annexatieplannen in het kader van zo’n vredesproces?

„De Duitse regering is kritisch op het nederzettingenbeleid van de Israëlische regering. Dat gaat tegen de Oslo-akkoorden in die wij wel onderschrijven.”

Maar u steunt die regering wel. Zonder restricties, zegt u zojuist.

„We steunen de legitieme, democratisch gekozen regering. In alle democratieën wereldwijd accepteren we de wil van het volk.”

Is die kritiek dan zonder gevolgen?

„Israël handelt niet in een vacuüm. Dit gaat om het vraagstuk van proportionaliteit, en dat is relatief. Als Hamas raketten naar Israël blijft sturen, moet Israël blijven terugvechten. Want het staat als land alleen in de regio.”

Ruim vijftigduizend doden, onder wie ruim vijftienduizend kinderen. Hoe beoordeelt u proportionaliteit?

„Dat is een vraag voor de Israëlische autoriteiten. Maar als er een wapenstilstand is, er geen raketten meer op Israël worden afgevuurd en de gijzelaars worden vrijgelaten, en Israël toch weer gaat vechten, moeten we ons afvragen: is dit nog proportioneel?”

Lijkt dat niet heel erg op wat in maart is gebeurd toen een bestand door Israël werd geschonden?

„Dat is uw positie, niet mijn positie. De vraag of wat Israël doet goed of fout is, zou wat mij betreft geen juridische vraag moeten zijn, maar een strategische. En die moet nog beantwoord worden.”

In de tussentijd stuurt Duitsland onbeperkt wapens naar Israël.

„Zolang wij geen serieuze indicatie hebben dat Israël die wapens gebruikt op een manier die het internationaal recht schendt, blijven we leveren.”

Zijn uitspraken van internationaal erkende organisaties geen serieuze indicaties daarvan, bijvoorbeeld dat Israël de Palestijnen moet beschermen tegen het ‘plausibele’ risico op genocide?

„Ik geloof niet in de theorie van een genocide.”

Het risico daarop is vastgesteld door het Internationaal Gerechtshof. Een orgaan dat westerse democratieën doorgaans respecteren en naleven.

„Er is een sterk sentiment van anti-Israël-propaganda. Wij gaan geen besluiten nemen op basis van internationale geruchten. De vraag is: heeft Israël het recht onze wapens te gebruiken tegen terroristen die de staat willen vernietigen? En het antwoord is: ja. Maar ik kan jullie ervan verzekeren dat de Duitse regering Israël altijd zal vragen het internationaal recht niet te schenden.”

Wat zou voor u een serieuze indicatie zijn dat Israël de wapens gebruikt voor oorlogsmisdaden en schendingen van het internationaal recht of proportionaliteit te buiten gaat?

„Die indicatie zou zijn als de democratisch verkozen regering van Israël zou zeggen dat het onze wapens disproportioneel gebruikt.”

Het enige mogelijke bewijs is dus dat Israël zelf zegt de wapens te misbruiken?

„Ik heb geen informatie ontvangen dat Israël het internationaal recht schendt of disproportioneel reageert. En dus heeft Israël wat mij betreft tot op de dag van vandaag recht op alle wapens die het nodig heeft.”