CBS stelt cijfers eerste kwartaal 2024 bij, krimp Nederlandse economie 0,5 procent hoger dan gedacht

De economische achteruitgang van Nederland in het eerste kwartaal van dit jaar is sterker dan aanvankelijk voorzien. Dat blijkt uit de maandag gepubliceerde tweede berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die 85 dagen na afloop van het kwartaal wordt uitgevoerd. De terugval viel in de periode januari tot en met maart een halve procent lager uit in vergelijking met het kwartaal daarvoor. Het CBS voorzag eerder in de eerste berekening een lichte krimp van 0,1 procent.

De reden voor de grotere krimp zou te wijten zijn aan de daling van de export van goederen, die samenhangt met de krimp van de industrie. Het totale economisch beeld is volgens het CBS niet veranderd.

Het CBS voert 45 dagen na elk kwartaal een eerste berekening uit van de economische toestand van Nederland, maar stelt die cijfers later bij. In de tweede berekening wordt nieuwe relevante informatie meegenomen om tot een preciezere berekening te komen. Zo is in de nieuwe cijfers informatie verwerkt uit de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen, aldus het CBS.

De Europese Commissie adviseert de lidstaten om minstens elke vijf jaar hun economische gegevens te herzien. Het CBS voert hierbij nieuwe bronnen en methoden in, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer nauwkeurig overeenkomt met de onderliggende statistieken, maar tegelijk ook voldoet aan internationale richtlijnen. Door deze herziening zijn de eerdere cijfers over de economische groei aangepast. Zo werd de kwartaal-op-kwartaalgroei in het vierde kwartaal van 2023 bijgesteld van 0,3 naar 0,1 procent en kwam de herziening van de krimp van 0,4 procent in het tweede kwartaal van 2023 uit op een volledige economische stabiliteit — waarbij noch een groei, noch een krimp werd geregistreerd.