Verrassende klappen voor de autoritaire leiders van Midden-Europa

Waar veel West-Europese landen de afslag naar radicaal-rechts nemen, verliezen deze partijen juist momentum in Midden-Europa. In dit deel van Europa zwaaien de radicaal-rechtse partijen al jaren de scepter, maar kregen ze tijdens de Europese verkiezingen dit weekend een electorale tik.

Het afgelopen decennium trokken radicaal-rechtse partijen in Polen (PiS), Hongarije (Fidesz), Slowakije (Smer) en Tsjechië (ANO) vaak gezamenlijk op tegen de liberale krachten uit de rest van de Europese Unie. Hoewel ze niet altijd gelijktijdig aan de macht waren en ook van standpunt verschilden, wisten ze wel een blok te vormen tegen onder meer migratiedeals en Europese begrotingen. Recent vonden het Slowaakse Smer en het Hongaarse Fidesz elkaar in het blokkeren van steun aan Oekraïne.

In meer of mindere mate omarmde radicaal-rechts in deze landen vormen van het ‘illiberalisme’, een populistische reactie op het multiculturele en vooral individualistische en kosmopolitische westen. De bedenker van de ‘illiberale democratie’, de Hongaarse premier Viktor Orbán, stelde een homogene cultuurgemeenschap van de witte christelijke meerderheid centraal en bestempelde minderheden en migranten als gevaar voor die nationale eenheid.

Het werkte. Fidesz van Orbán is al sinds 2010 onafgebroken aan de macht in Hongarije, het populistische Smer van Robert Fico regeert – met twee korte onderbrekingen – sinds 2006, PiS regeerde tot vorig jaar acht jaar in Polen en ANO leidde tussen 2017 en 2021 twee kabinetten in Tsjechië.

Hun campagneboodschappen waren in al die jaren min of meer gelijk: een aanval op migranten, lhbti’ers of andere minderheden die een bedreiging zouden zijn voor hun land. Hun greep naar de macht was na de gewonnen verkiezingen vervolgens ook vergelijkbaar: eerst de onafhankelijke media beteugelen, daarna de invloed van (buitenlandse) ngo’s verminderen om tot slot de rechtspraak te politiseren.

Klap voor Orbán

De uitslag van afgelopen weekend is vooral een klap voor Viktor Orbán. Zijn Fidesz partij stond in de peilingen op ruim 50 procent van de stemmen, maar werd met slechts 44,6 procent van de stemmen de grootste. Uit het niets kreeg zijn uitdager Péter Magyar, ex-man van de voormalige minister van Justitie Judit Varga, met zijn conservatief-populistische Tisza-partij bijna 30 procent van de stemmen. Dat is een opvallend hoog percentage voor de nieuwe partij omdat onafhankelijke waarnemers verkiezingen in Hongarije al jaren bestempelen als „free but not fair”, aangezien het kiesstelsel is ontworpen om Fidesz te bevoordelen en die partij ook een groot deel van het media- en reclamelandschap controleert.

Fidesz’ verlies moet als een dreun voelen voor Orbán, omdat hij van deze vier Midden-Europese landen juist het meest naar Europa kijkt. Al jaren hoopt hij dat zijn ‘illiberale democratie’ breder aanslaat in de Europese Unie – wat ook lijkt te gebeuren met de winst van veel radicaal-rechtse partijen – maar zijn positie in eigen land krijgt voor het eerst een knauw. En het is maar de vraag of hij de radicaal-rechtse partijen kan verbinden om zo de machtsbalans in de EU te verschuiven.

Ook de uitslag in Slowakije is verrassend. Niet Fico’s Smer-partij won, maar de liberale oppositiepartij Progressief Slowakije met bijna 28 procent van de stemmen tegen bijna 25 procent voor Smer. Dat is extra opvallend aangezien Fico onlangs werd neergeschoten op straat en hij in de week voor de Europese verkiezingen in een uitgekiend filmpje – zoals van tevoren werd gevreesd – de oppositie de schuld gaf van de moordaanslag. Terwijl daar geen enkel bewijs voor is. Toch wist zijn partij daarmee niet deze verkiezingen te winnen.

En ook in Polen werd radicaal-rechts niet de grootste, maar wist Donald Tusks centrumrechtse regeringspartij KO voor het eerst in tien jaar boven de nationalistisch-conservatieve PiS-partij te eindigen. Een overwinning waar Tusk lang op wachtte – de afgelopen acht verkiezingen in Polen (parlementair, presidentieel, lokaal en Europees) was PiS telkens de grootste. Al is die winst maar nipt: in de exitpoll leek KO nog ruim vier procentpunten boven PiS te eindigen, in de definitieve uitslag is dat gezakt naar net geen één procentpunt.

Neerwaartse spiraal

PiS zit sinds de verloren parlementsverkiezingen in oktober in een neerwaartse spiraal. De partij verzandt in interne strubbelingen en kwam in de publiciteit met corruptieschandalen tijdens hun regeerperiodes. Met een campagne tegen de Europese Green Deal – die de partij zelf had ondertekend toen ze aan de macht was – bleek ze niet opgewassen tegen de campagnetaal van KO. Tusk bracht PiS in verband met het Kremlin en voerde een harde anti-migratiecampagne, terwijl hij tijdens de verkiezingen vorig jaar nog opriep tot een meer humanitair migratiebeleid.

De enige tegenhanger van de verliezende illiberale partijen in Midden-Europa is ANO van Andrej Babis in Tsjechië. Zijn partij won de verkiezingen met ruim een kwart van de stemmen. Het laat zien dat deze partijen een sterke basis hebben – zo kan PiS altijd rekenen op ongeveer een derde van het electoraat. En dat deze partijen ook weer kunnen opstaan uit de spreekwoordelijke dood – zoals vorig jaar gebeurde met het Slowaakse Smer dat geen kans op regeren meer werd toegedicht na de moord op onderzoekjournalist Jan Kuciak die onderzoek deed naar corruptie onder Fico.

Deel bleef thuis

Maar op wie stemde de achterban van deze illiberale partijen dan? Uit de eerste analyses bleek dat een groot deel van de kiezers thuisbleef, in dit gedeelte van Europa is de opkomst voor de Europese verkiezingen traditioneel laag. In Slowakije, Tsjechië en Polen kwam niet meer dan 40 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus, Hongarije kende juist een recordopkomst van 58 procent – 15 procent meer dan tijdens de vorige Europese verkiezingen, wat een reden kan zijn voor de onverwacht hoge score van de nieuwe partij Tisza. De illiberalen moeten het vaak hebben van de opkomst op het platteland, die tijdens de Europese verkiezingen altijd lager is, en niet van de stedelijke kiezers, die zich vaak meer verbonden voelen met de EU.

Aan de andere kant is te zien dat een deel van de illiberale kiezers is overgestapt naar radicalere partijen. In Polen werd Konfederacja – een openlijk antisemitische, anti-EU en anti-migratie partij – de derde partij achter KO en PiS. In Slowakije eindigde Republika als derde, een partij die voortkomt uit een neonazistische beweging. Het levert twee zetels in Brussel op. En ook in Hongarije en Tsjechië kregen extreemrechtse en neofascistische partijen zetels voor het Europarlement.

De illiberale vloed is in Midden-Europa in sterkte afgenomen. Het alternatief is een gematigder meer pro-Europese politiek. Maar van een nieuwe linkse of groene wind is in Midden-Europa helemaal geen sprake: in geen van de vier landen wonnen deze partijen ten opzichte van vijf jaar geleden.

Lees ook
profiel Péter Magyar: Breekt hij de greep van Orbán op Hongarije?

Péter Magyar in  maart dit jaar bij een antiregeringsprotest in Boedapest.


Wat vindt NRC | De tijd dat EU-verkiezingen onopgemerkt voorbij konden gaan is nu echt voorbij

Wie er nog aan twijfelde hoezeer Europese en nationale politiek met elkaar verweven zijn, kon zondagavond in één klap overtuigd raken. In Frankrijk waren de resultaten van de exitpoll nog maar net bekend toen president Macron live op televisie reageerde en aankondigde dat hij het parlement ontbindt. De verkiezingswinst van het rechts-radicale Rassemblement National (RN) was té spectaculair. Al op 30 juni moeten de Fransen opnieuw naar de stembus om een nieuwe Assemblée te kiezen. De stap van Macron is riskant te noemen, maar liet vooral ook zien dat de tijden dat de Europese verkiezingen ongemerkt voorbij konden gaan echt voorbij zijn.

In Duitsland behaalde de SPD van kanselier Scholz een historisch slecht resultaat, dat niet past bij een grote, sociaal-democratische machtspartij. Zijn coalitiepartners moesten ook grote verliezen incasseren, terwijl de rechts-radicale AfD electoraal duidelijk aan invloed wint. Meteen lag de vraag op tafel of de coalitie van Scholz nog bestaansrecht heeft. Ook in Duitsland wordt de politieke orde flink door elkaar geschud als gevolg van EU-verkiezingen.

Het Europees Parlement boog zondag verder naar rechts af. De machtige christen-democratische fractie hield goed stand tegen kapers op de kust, de sociaal-democratische familie slaagde daar minder in en de liberale groep waartoe Macron behoort is kleiner geworden. Partijen op de verre rechterflank krijgen er zetels bij. Op basis van exitpolls en voorlopige uitslagen lijkt het erop dat rechts-radicale partijen straks een kwart van de Europese zetels gaan bezetten.

Dat is zonder precedent en reden tot zorg: de afgelopen jaren waren het populistisch-rechtse partijen in de EU die het vaak niet zo nauw namen met de rechtsstaat. In Hongarije, Polen en Slowakije was sprake van vergaande kwalijke inmenging met rechters, media, overheidsinstellingen en de persoonlijke levenssfeer van burgers. Dit mag geen blauwdruk worden voor andere EU-landen waar rechts-populisten een flinke vinger in de pap krijgen, inclusief Nederland. De eerste tekenen in Italië, waar Meloni anderhalf jaar de scepter zwaait, stellen niet gerust.

Het effect van de populistische wind is nu al voelbaar: in de afgelopen maanden werden in Brussel Europese klimaatplannen afgezwakt. Net als in Nederland wordt ook in andere landen migratie ingezet om het niet te hoeven hebben over andere problemen (falende overheid, stikstof, haperende sociale welvaart). Aan de andere kant kun je zeggen dat de Europese politiek eindelijk volwassen is. Jarenlang hadden christen-democraten en sociaal-democraten het rijk min of meer alleen in het Europarlement. Nu moeten middenpartijen extra hard aan de slag om de kiezer ervan te overtuigen dat hun ideeën beter en duurzamer zijn dan die van populisten.

Lees ook
Winst van radicaal-rechts brengt in grote EU-landen politieke orde uit balans

De winst van Rassemblement National, de partij van Marine le Pen, zorgde in Frankrijk voor een besluit tot nieuwe parlementsverkiezingen.

Bovendien laten deze Europese verkiezingen nog iets zien: ook populisten kunnen erdoor onder druk komen te staan. In Hongarije kreeg de zittende premier Viktor Orbán een grote klap te verduren: hij blijkt een uitdager te hebben, uit eigen kring nog wel. In Slowakije verloor regeringspartij Smer de verkiezingen, ondanks pogingen van premier Fico om de mislukte aanslag op zijn leven in de campagne politiek uit te buiten. En in Polen bestendigde de zittende premier Tusk, die in december de populisten in zijn land na jaren van rechtsstatelijk wanbeleid naar huis stuurde, zijn positie. Zijn partij werd zondag zelfs de grootste. Ja, radicaal-rechts heeft goede verkiezingen achter de rug, maar vrij baan heeft het niet.


Hoe gaat Europa verder na de verkiezingen? Er moeten snel cruciale keuzes worden gemaakt

Na het tellen van de laatste stemmen beginnen maandag voor alle organen van de Europese Unie cruciale maanden die de hele zittingsperiode van vijf jaar zullen doorwerken. De fracties worden gevormd en tientallen functies worden verdeeld, met de voorzitter van de Europese Commissie als de belangrijkste post. De hoorzittingen en benoemingen van 27 Eurocommissarissen zijn het sluitstuk. Wat gaat de komende maanden in Brussel en Straatsburg gebeuren?

1
De fractievorming

Komen de radicaal-rechtse partijen van Giorgia Meloni en Marine Le Pen in één fractie? Welke invloed heeft dat op de kansen van Ursula von der Leyen om herbenoemd te worden als voorzitter van de Europese Commissie? Die twee vragen staan vanaf maandag meteen al op het spel bij de vorming van de nieuwe grote fracties in het Europarlement. De onderhandelingen kunnen doorgaan tot de eerste plenaire vergadering in Straatsburg, vanaf 16 juli. De kern van de meeste grote fracties, zoals die van de sociaal-democraten van de S&D, de christen-democraten van de EVP en de groenen, staat wel vast. Maar door de winst van radicaal-rechtse partijen in Europa wordt met spanning uitgekeken naar hoe de radicaal-rechtse fracties eruit gaan zien of zij zelfs één grote fractie zullen vormen.

De PVV lijkt te gaan toetreden tot de groep Identiteit & Democratie (ID). Daar zat de partij in het verleden ook bij, en nummer twee Marieke Ehlers werkte de afgelopen jaren voor deze fractie. In ID zit nu ook het Franse Rassemblement National, de partij van Marine Le Pen. Zij lonkt naar samenwerking met Fratelli d’Italia van de Italiaanse premier Giorgia Meloni. Fratelli zit nu bij de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR). Of Meloni toehapt is de vraag. De EVP zal minder snel geneigd zijn om met één grote radicale fractie samen te werken, waardoor Meloni invloed zou verliezen.

Lees ook
Meloni vergroot na klinkende zege haar invloed in Europa

Giorgia Meloni tijdens de verkiezingscampagne. Haar partij Fratelli d’Italia is de grootste partij geworden bij de Europese verkiezingen.

Voor Nederland wordt interessant of de twee nieuwe Europarlementariërs van BBB en één van NSC willen en kunnen toetreden tot de EVP. Het CDA, dat al jaren in de EVP zit, staat in ieder geval niet te springen: NSC en vooral BBB hebben voor die partij een veel te Europa-kritische houding.

Bij de liberalen van Renew Europe, waar ook D66 deel van uitmaakt, krijgt de VVD het mogelijk even lastig. De fractievoorzitter van Renew, de Française Valérie Hayer, zei na de presentatie van het Nederlandse hoofdlijnenakkoord dat de VVD door de samenwerking met de PVV „een rode lijn” heeft overschreden. Zij zal de positie van de VVD mogelijk ter discussie stellen, maar de verwachting is dat de VVD er uiteindelijk niet wordt uitgezet. Vooral omdat Renew die zetels nodig heeft en de VVD één van de oprichters van de liberale fractie is.

2
Overleg tussen regeringsleiders

De Europese regeringsleiders komen snel na de verkiezingen ook twee keer bijeen in Brussel. Er zijn medio juni en eind juni twee Europese toppen met regeringsleiders en een aantal van hen ontmoet elkaar ook nog op 14 en 15 juni op een G7-top in Italië. Veel momenten dus om te bespreken wie voorgedragen gaat worden als nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. Dat lijkt weer Ursula von der Leyen te worden, nu de EVP opnieuw verreweg de grootste is geworden.

Ze heeft wel de steun nodig van een gekwalificeerde meerderheid van de 27 lidstaten nodig, minimaal vijftien landen. Ook gaan de Europese leiders onderhandelen over wie per 1 december de Belg Charles Michel opvolgt als voorzitter van de Europese Raad, en wie de nieuwe buitenlandvertegenwoordiger van de EU wordt (nu de Spanjaard Josep Borrell). En hoewel het Europees Parlement formeel zijn eigen voorzitter kiest, wordt dit vaak ook door de regeringsleiders voorgekookt. Mogelijk wordt in de marge van deze toppen ook geprobeerd Hongarije achter de kandidatuur van Mark Rutte te krijgen voor de post van secretaris-generaal van de NAVO.

3
Eerste zitting parlement

Het nieuwe Europees Parlement komt van 16 tot 19 juli bijeen in Straatsburg. De 720 leden worden dan geïnstalleerd. Ze stemmen daarna onder meer over een parlementsvoorzitter en veertien ondervoorzitters. Ook de voorzitters en functies in de inhoudelijke commissies, bijvoorbeeld voor milieu, volksgezondheid of landbouw, worden dan gekozen.

Maar de belangrijkste vraag is wie de voorzitter van de Europese Commissie wordt. De planning is dat hier op 18 juli over wordt gestemd.

Als de regeringsleiders inderdaad Ursula von der Leyen voordragen, heeft ze daarna de steun nodig van 361 Europarlementariërs. Ze haalde de afgelopen maanden al de banden aan met Giorgia Meloni en samenwerking met de ECR ligt op tafel, bijvoorbeeld om stevig migratiebeleid af te spreken.

Lees ook
Winst van radicaal-rechts brengt in grote EU-landen politieke orde uit balans

De winst van Rassemblement National, de partij van Marine le Pen, zorgde in Frankrijk voor een besluit tot nieuwe parlementsverkiezingen.

Maar de liberalen en sociaal-democraten dreigen hun steun in te trekken als ze een deel van radicaal-rechts omarmt. In theorie heeft ze radicaal-rechts niet nodig, maar omdat de stemming geheim is en fractieleden haar niet allemaal zullen steunen, heeft ze een ruime marge nodig. Zo hebben bij de EVP de Franse christen-democraten al aangegeven tegen haar te stemmen. Von der Leyen zal dus moeten laveren. Mocht de benoeming van Von der Leyen mislukken, dan moet de Europese Raad een nieuwe kandidaat voordragen. Vanuit Italië is ex-premier en oud-ECB-baas Mario Draghi al als alternatief geopperd.

4
De nieuwe Europese Commissie

Von der Leyen, of wellicht dus een ander, krijgt vervolgens de taak om een nieuwe Europese Commissie te vormen. Een ondoorzichtig en ingewikkeld spel. Elk land krijgt een Eurocommissaris met een specifiek beleidsterrein. En elk land moet dan een kandidaat voordragen die de goedkeuring van Von der Leyen krijgt en de steun van het Europarlement. De kandidaten moeten daarvoor een inhoudelijke zware hoorzitting overleven.

Wie Nederland naar voren gaat schuiven, is in Den Haag nog geen groot onderwerp, nu de kabinetsformatie nog alle aandacht vereist. Vooralsnog valt alleen de naam van huidig commissaris Wopke Hoekstra als voornaamste kandidaat. Als CDA’er ligt hij goed bij Von der Leyen, hij kent inmiddels de weg in Brussel en de Nederlandse coalitiepartijen zouden zo het CDA wat kunnen inpalmen. Tegen Hoekstra spreekt dat hij in het halve jaar dat hij Eurocommissaris voor klimaat is, geen grote indruk heeft achtergelaten. En wellicht wil een partij uit de nieuwe coalitie – denk aan de VVD – een interessante Brusselse post claimen.


Macron schrijft nieuwe verkiezingen uit. De Fransen willen vooral weten: pourquoi?

Of Emmanuel Macron het parlement gaat ontbinden? „Ik denk het niet”, zegt de ene na de andere partijgenoot zondagavond tegen televisiezender TF1, net na de exitpolls. „Dat zou tegen de democratische waarden van Frankrijk ingaan, zegt een jonge vrouw. „Het zou een catastrofe zijn”, vindt een bebrilde man. „Ik hoop het niet, want ik heb al twee campagnes gedaan in twee jaar tijd”, zegt parlementariër Éléonore Caroit, lid van Macrons eigen partij Renaissance, opgelaten. „Als hij dat zegt, c’est la merde”, vindt een andere macronist.

Maar de Franse president deed het wel: na de bekendmaking van de verbluffende winst van het radicaal-rechtse Rassemblement National (31,5 procent van de stemmen, Macrons Renaissance haalde 14,6 procent) kondigde hij in een toespraak vanuit het Élysée aan dat het parlement ontbonden wordt en op 30 juni en 7 juli parlementsverkiezingen zullen plaatsvinden – de kortst mogelijke termijn. Macron zelf blijft in functie, maar de kans bestaat dat hij moet samenwerken met een parlementaire meerderheid van een andere politieke kleur. In de zaal waar zijn partijgenoten de verkiezingsuitslag afwachtten, vielen de monden letterlijk open. Volgens Le Monde is de ministersploeg al even verbaasd door het besluit.

De nacht en ochtend na de aankondiging wordt in Frankrijk wild gespeculeerd over het pourquoi. Vriend en vijand zijn het erover eens dat het uitschrijven van parlementsverkiezingen een zeer riskante keuze is, maar de verklaringen die voor het besluit worden gegeven, lopen uiteen.

Lees ook
Radicaal-rechts grote winnaar in Frankrijk, Macron schrijft riskante parlementsverkiezingen uit

Aanhangers van de Rassemblement National juichen voor het historisch goede resultaat dat de partij van Marine Le Pen met haar lijsttrekker Jordan Bardella heeft behaald.

Ander soort verkiezing

Vooropgesteld: dat het RN zo fors wint bij de Europese verkiezingen, wil niet zeggen dat het evenveel steun zal krijgen bij de parlementsverkiezingen. Frankrijk kent een districtenstelsel, waarbij in ieder kiesdistrict één kandidaat een absolute meerderheid moet halen. Per kiesdistrict wordt in twee rondes gestemd als een kandidaat in de eerste ronde niet 50 procent van de stemmen heeft gehaald. Macron lijkt erop te hopen dat kiezers in die veelvoorkomende tweede ronde tégen radicaal-rechts zullen stemmen en hij zo zijn krappe meerderheid in het parlement kan behouden.

Hierbij speelt mee dat men bij parlementsverkiezingen anders stemt dan bij Europese: zeker in kleine kiesdistricten kennen kiezers de gedeputeerden en zijn ze geneigd trouwer te blijven. Zo haalden partijen die het bijzonder slecht deden bij de presidentsverkiezingen van april 2022, zoals het conservatief-rechtse Les Républicains van oud-president Nicolas Sarkozy, betere uitslagen bij de parlementsverkiezingen van twee maanden later.

Maar de kans is ook reëel, en dat weet Macron, dat het RN ook in het parlement fors zal winnen. In dat geval komt er mogelijk een cohabitation, waarbij de president samenwerkt met een premier van een andere politieke familie. Dit gebeurde ook in 1997, toen de rechtse president Jacques Chirac parlementsverkiezingen uitschreef in de hoop zijn steun te vergroten, maar links tot zijn verrassing won. Daarna regeerde hij jarenlang met een linkse regering onder premier Lionel Jospin van de Parti Socialiste.

Lees ook
Winst van radicaal-rechts brengt in grote EU-landen politieke orde uit balans

De winst van Rassemblement National, de partij van Marine le Pen, zorgde in Frankrijk voor een besluit tot nieuwe parlementsverkiezingen.

Bardella als premier?

Macron zou eveneens kunnen gaan samenwerken met een linkse premier als links-Frankrijk de krachten weet te bundelen en goed scoort. De linkse partijen riepen na zondagnacht al op tot samenwerking. Deze wens bestond afgelopen jaren echter ook al, maar het samenwerkingsverband NUPES kwam maar slecht van de grond. De vraag is of het vormen van een stabiele unie in drie weken tijd wel lukt. Een strateeg van Macrons partij, minister van Buitenlandse Zaken Stéphane Séjourné, heeft zondag bovendien gezegd dat Renaissance in kiesdistricten met een zittende kandidaat uit „het republikeinse kamp” (alles behalve de extremen) geen tegenkandidaat zal opstellen. Daarmee probeert hij niet alleen verkiezing van een kandidaat van radicaal-rechts te voorkomen, maar ook van de hardlinkse partij LFI. Dat is zand in de machine van de linkse samenwerking.

Een andere optie is een coalitie van rechts en radicaal-rechts (Les Républicains en RN), mogelijk met RN-kroonprins Jordan Bardella als premier. Volgens een veel geciteerde theorie hoopt Macron dat Bardella dan onderuit gaat en RN ontmaskerd wordt als niet-regeringswaardige partij. Dat zou moeten voorkomen dat Bardella of RN-voorvrouw Marine Le Pen bij de presidentsverkiezingen van 2027 kan winnen. Hierop hintte Macron bij zijn toespraak zondagavond, toen hij benadrukte dat hij zelf niet herkiesbaar is in 2027. „Mijn enige ambitie is nuttig te zijn voor ons land dat ik zo liefheb, mijn enige roeping is u te dienen.”

Bij het besluit lijkt verder mee te spelen dat het RN al tijden zegt dat Macron nieuwe verkiezingen zou moeten uitschrijven en de partij was daar waarschijnlijk op hoge toon mee doorgegaan als hij dat niet had gedaan. Als RN er niet in slaagt enorm te groeien bij deze verkiezingen, verliest het een stok om Macron mee te slaan. Ook ontloopt Macron de motie van wantrouwen die Les Républicains waarschijnlijk na de zomer tegen de regering van zijn premier Gabriel Attal wilden indienen.

En sowieso houdt Macron ervan om buiten de lijntjes te kleuren. De afgelopen jaren heeft hij tal van constitutionele trucjes uitgehaald om zijn plannen doorgevoerd te krijgen, waarvan de meest markante het doordrukken van een impopulaire pensioenhervorming zonder een parlementsstemming was. Hij weet dat de aanstaande stembusgang niet snel vergeten zal worden – in Frankrijk wordt nog steeds veel gepraat over ‘1997’.

De president zelf zei bij de aankondiging zondagavond dat hij niet anders kon. „Ik zou niet weten hoe ik aan het einde van deze dag zou moeten doen alsof er niets is veranderd.” Hij sprak van een „daad van vertrouwen […] in de capaciteit van het Franse volk om de meest juiste keuze te maken voor zichzelf en toekomstige generaties”. In dezelfde toespraak sprak hij van een „koorts die zich heeft geïnstalleerd in het publieke en parlementaire debat”. Het is de grote vraag of die koorts in drie weken zal afnemen.

<dmt-util-bar article="4855903" headline=" Macron schrijft nieuwe verkiezingen uit. De Fransen willen vooral weten: pourquoi?” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/06/10/macron-schrijft-riskante-nieuwe-verkiezingen-uit-de-fransen-willen-vooral-weten-pourquoi-a4855903″>

Tv-recensie | Uitslagenavond: één groot scorebord maar ook een ‘democratisch-meditatief moment’

We hadden net al een avond exitpolls over de eigen Europese verkiezingen achter de rug, dus wie zat er nog te wachten op meer percentages, tabellen, inzakkende of rijzende staafjes en balkjes, aan elkaar gepraat door minzaam glimlachende of bezorgd fronsende kenners achter microfoons?

Een deel van de PVV-kiezers vermoedelijk niet, die hadden het vorige week al laten afweten. Maar wel iedereen die een beetje geïnteresseerd blijft in een Europese Unie die onder druk staat. Of in de vraag of gevestigde partijen bereid zijn op te staan tegen radicaal-rechts in plaats van deemoedig het hoofd te buigen. Zoals de Franse president Macron, die zijn mouwen opstroopte toen zijn nederlaag een feit was en nieuwe parlementsverkiezingen uitschreef: kom maar op.

Heel goed dus dat de NOS zondag ruim tijd maakte voor de verkiezingen, inclusief de officiële Nederlandse uitslag die duidelijkheid over de grootste moest brengen (die kwam er). Er was natuurlijk ook alle aanleiding toe: het stemgedrag van zesentwintig andere Europese landen, die helaas nog wel eens worden vergeten in het met zichzelf geobsedeerde Nederland van 2024.

De NOS trapte alert af, met commentaar vanuit Parijs waar de bijl net was gevallen. De formule was alweer bijna vertrouwd, met correspondenten in het veld, commentatoren in de studio en uitslagen-presentator Malou Petter, de ongekroonde koningin van het touchscreen. EU-correspondent Kysia Hekster duidde de nuances van de gecompliceerde uitslag voor het Europees Parlement: zakelijk en to the point.

Zij was niet in Brussel, maar de springerige Nieuwsuur-anchor Jeroen Wollaars, voor interviews met gasten en een slotdebat. Meest prikkelende gast: Europa-kenner Luuk van Middelaar die droogjes voorzag dat de kersverse premier Dick Schoof het als „opgewaardeerde ambtenaar” nog „heel moeilijk” zal krijgen tussen zijn gekozen, door de wol geverfde Europese collega’s. Politiek commentator Arjan Noorlander sputterde wat tegen, maar het punt was gemaakt.

Al bleef die Nederlandse invalshoek zich soms opdringen, een reeks andere landen kwam uitgebreid aan bod, inclusief de ooster- en zuiderburen. De verwachte monsterzege van Vlaams Belang bleef uit, maar er was ook een jamais vu: het opmerkelijke succes van centrum-rechts in Franstalig Wallonië, dat geacht werd een linkse afslag te nemen. De NOS stelde het vast, al kon de studioploeg het – net als RTL Nieuws – niet laten te knipogen over Belgische traagheid met formeren. Tja, dat recht van gnuiven hebben we zo langzamerhand wel verspeeld, zoals Noorlander opmerkte.

Alles was al gezegd

Op weg naar het ‘hoogtepunt’, de officiële Nederlandse uitslag, zakte de avond wat in, met meligheid over een rode knop voor ‘Uur U’ en een (te lang) gesprek van Wollaars met Diederik Samsom en een „jonge boer” over Europese regels. Winstpunt: er stond geen trekker in de studio.

Maar toen was het tijd voor het obligate slotdebat met vier lijsttrekkers, zonder de (wel uitgenodigde) PVV. Al was het belangrijkste al door anderen – en beter – gezegd.

Uitslagenavonden zijn een uitzondering op de vrome journalistieke wens om van politieke verslaggeving geen horse race te maken. Een verkiezingsavond is één groot scorebord, omdat aantallen en verhoudingen er nu eenmaal toe doen in een democratisch bestel – wat Europa ondanks alle haperingen nog steeds is.

Het cliché ‘feest van de democratie’ mag dan lachwekkend hol klinken, nu Haagse politiek vaak vooral een theater lijkt voor identitair borstkloppen. Maar staren naar die inzakkende of rijzende percentages is nog steeds een democratisch-meditatief moment waar een publieke omroep niet zonder kan – en andersom. Goede herinnering voor de regering van een, zoals iemand schreef, guur ontwaakt land.


De Groenen en SPD leveren veel zetels in, groot verlies voor Scholz

De Groenen en SPD leveren veel zetels in, groot verlies voor Scholz

Het resultaat wijkt niet veel af van de eerste prognoses op zondagavond, maar de partij van de Duitse bondskanselier Olaf Scholz heeft een groot verlies te verduren. Zijn SPD heeft 13,9 procent van de stemmen behaald. Dat melden Duitse media maandagochtend. Het is het slechtste verkiezingsresultaat voor de partij in meer dan een eeuw, schrijft persbureau ANP. De uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement is daarmee een groot verlies voor Scholz.

Ook de Groenen moesten zetels inleveren. Volgens de exitpoll op zondag behaalden de Groenen 12 procent van de stemmen, tegen 20,5 procent bij de vorige verkiezingen. Maandagochtend staat dat percentage op 11,9 procent.

De grote winnaars zijn de CDU/CSU en de radicaal-rechtse AfD. Deze partijen behaalden respectievelijk 30 en 15,9 procent van de stemmen. Bij de vorige verkiezingen haalde de AfD 11 procent van de stemmen.

De drie partijen in de coalitie van bondskanselier Olaf Scholz lijden verlies. Foto Michael Probst/AP

Welkom in dit blog

In alle 27 EU-lidstaten is de afgelopen dagen gestemd voor de Europese verkiezingen. In dit blog brengen we verslag van de ontwikkelingen en nasleep van de uitslag van deze stembusgang. Lees hier ons vorige blog terug.

‘Meloni is enige Europese regeringsleider die door kiezer wordt beloond’

Giorgia Meloni had haar gezicht sterk verbonden aan deze Europese verkiezingscampagne. Door zelf de Europese lijst te trekken, zonder de bedoeling ook zitting te nemen in het Europees Parlement, riep ze eigenlijk in Italië zelf een referendum uit over haar bewind. Ze is nu bijna twee jaar aan de macht. De Italianen hebben haar niet teleurgesteld, en maakten duidelijk dat ze haar rechtse regeringsbeleid zeker lusten. Een belangrijke kanttekening: met een opkomst van iets minder dan 50 procent was het enthousiasme voor deze stembusgang erg lauw.

Meloni werd premier in oktober 2022, nadat ze een maand eerder de verkiezingen had gewonnen met 26 procent van de stemmen voor haar radicaal-rechtse partij Fratelli d’Italia (Broeders van Italië), die de wortels in het neofascisme heeft. Bij die score lag zondagavond haar lat: ze wilde het beter doen dan bij de parlementsverkiezing van 2022, om van een echte overwinning te kunnen spreken.

Die missie is overduidelijk geslaagd. De Italianen konden zondagavond gaan stemmen tot 23 uur, waarna de exitpolls meteen aangaven dat Fratelli d’Italia de grootste partij van Italië was gebleven. In de kiesprojecties, gebaseerd op gedeeltelijke resultaten, liep de voorsprong van Meloni’s partij steeds verder uit, richting de 29 procent.

Lees ook
Schrijver Antonio Scurati over populisme en radicaal-rechts: ‘Het ware gevaar schuilt in de dagelijkse erosie van de democratie’

Antonio Scurati: ‘De immense politieke tragedie van de twintigste eeuw lijkt geen enkele invloed meer te hebben op onze manier van denken en handelen’

Meloni laat haar twee partners in de coalitieregering, de Lega van de radicaal-rechtse Matteo Salvini, en het rechts-liberale Forza Italia van Antonio Tajani, ver achter zich. Forza Italia (9 procent) stak op basis van voorlopige resultaten de Lega voorbij, die bungelde rond 8,5 procent. Vijf jaar geleden was Salvini nog dé revelatie van de Europese verkiezingen, met 34 procent. Sindsdien is hij in vrije val. Als Forza Italia zijn Lega-partij voorbijsteekt, lijkt zijn lot als Lega-partijvoorzitter bezegeld.

Belangrijk politiek succes

„Giorgia Meloni boekt zonder enige twijfel een belangrijk politiek succes, op persoonlijk vlak én voor haar partij”, zegt Franco Pavoncello, politicoloog en rector van de Amerikaanse John Cabot universiteit in Rome. „Niet alleen zet ze een puik resultaat neer in Italië, ze versterkt ook flink haar positie op Europees vlak. Meloni is in deze Europese verkiezing de enige regeringsleider die door de kiezer wordt beloond.”

Italië is de derde grootste economie van de eurozone. De leiders van de eerste en de tweede economie hebben zondagavond een opdoffer gekregen. In Duitsland moest kanselier Olaf Scholz pijnlijk vaststellen dat het extreemrechtse AfD hem had voorbijgestoken. En in Frankrijk leed president Emmanuel Macron een zware verkiezingsnederlaag tegenover het Rassemblement National van Jordan Bardella en Marine Le Pen. Hun verlies maakt Meloni’s verkiezingszege en vooral haar politieke winst in Europa nog groter. ,,Haar impact in Europa is nooit zo groot geweest als nu”, zegt Pavoncello.

De vraag rijst wat Giorgia Meloni van plan is met die politieke winst. Haar partij Fratelli d’Italia zit nu in de Europese fractie van de conservatieven en hervormers (ECR). Ze zou in de verleiding kunnen komen om één grote ‘superfractie’ te vormen van ECR en (delen van) de uiterst rechtse fractie Identiteit en Democratie (ID). Marine Le Pen, wier partij Rassemblement National lid is van ID, trok vóór deze verkiezing al aan Meloni’s mouw.

Er zijn voordelen verbonden aan zo’n grote fractie, op het gebied van spreektijd, financiële middelen en invloed in het Europees parlement. Maar de risico’s lijken door te wegen: Meloni wilde zich het voorbije anderhalf jaar in Europa profileren als de staatsvrouw die stabiliteit en kalmte bracht in Italië, en het Europese en Navo-beleid strak volgde inzake Oekraïne. Ze zocht toenadering tot de Duitse Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen (Europese Volkspartij, EVP), en de twee vrouwen werden close. „Meloni gaat zich nu niet marginaliseren”, denkt Pavoncello, „door zo’n superfractie te vormen ter rechterzijde van de EVP.”

Lees ook
Winst van radicaal-rechts brengt in grote EU-landen politieke orde uit balans

De winst van Rassemblement National, de partij van Marine le Pen, zorgde in Frankrijk voor een besluit tot nieuwe parlementsverkiezingen.

Italiaanse invloed in Europa

Meloni wil invloed voor Italië in Europa. En die invloed kan ze veel beter verzilveren door dichtbij Von der Leyen te blijven staan, én door voor Italië straks een belangrijke portefeuille in de nieuwe Europese Commissie binnen te halen. Bijvoorbeeld economische zaken.

Voorts wil de Italiaanse premier haar invloed in Europa gebruiken om sterk te blijven wegen op het steeds strengere Europese migratiebeleid en op een afzwakking van de Europese Green Deal. Von der Leyen zal hoe dan ook rekening moeten houden met Meloni, gezien haar sterk toegenomen politieke gewicht in de Europese Raad, als premier van een belangrijke Europese lidstaat en economie.

In Europa boekte uiterst rechts verder winst, en in Italië bevestigt de kiezer zijn geloof in deze radicaal-rechtse premier. Maar Italië is een gespleten land. Afgetekend op nummer twee staat immers de sociaaldemocratische Partito Democratico (PD) van Elly Schlein, met 24,5 procent. „Een zeer puike prestatie van de centrumlinkse Italiaanse oppositieleider”, zegt Pavoncello, die concludeert dat „Meloni en Schlein allebei politici zijn die met zulke scores het politieke toneel in Italië geruime tijd zullen blijven domineren.”


Serieuze uitdager van Orbán staat op in EU-verkiezingen

Péter Magyar, de uitdager van de Hongaarse premier Viktor Orbán, heeft de hooggespannen verwachtingen over zijn politieke doorbraak waargemaakt.

Magyars partij Tisza haalt volgens de voorlopige verkiezingsuitslag, gebaseerd op 60 procent van de getelde stemmen, 31 procent van de stemmen. Daarmee overtreft de nieuwe oppositiepartij de peilingen. Regeringspartij Fidesz, in de peilingen goed voor circa 50 procent, haalt volgens de voorlopige uitslag 43,7 procent van de stemmen.

Met deze uitslag krijgt Fidesz elf zetels in het Europees Parlement, twee minder dan ze hadden. Tisza krijgt zeven zetels en is daarmee in één klap de tweede Hongaarse partij in het parlement. De kleinere partijen verliezen flink: DK (Demokratikus Koalíció) raakt twee van de vier zetels kwijt, de liberale partij Momentum verdwijnt uit het parlement. Hongarije heeft in totaal 21 zetels in het parlement.

Dat er voor de Hongaren iets op het spel stond, blijkt uit het opkomstpercentage: 56 procent. Maar ook buiten Hongarije worden de verkiezingen met spanning gevolgd. Een serieuze uitdager van Orbán is een zeldzaam verschijnsel. Magyar keerde zich in februari tegen de politieke elite waar hij zelf lange tijd deel van uitmaakte. Zijn intensieve campagne, met veel optredens in de provincie, slim gebruik van sociale media en een focus op de strijd tegen corruptie binnen Fidesz, haalde veel kiezers naar Tisza.

Lees ook
dit profiel van Péter Magyar

Péter Magyar in  maart dit jaar bij een antiregeringsprotest in Boedapest.

Winst uit overige oppositie

„We hebben de apathie verslagen”, zei Magyar zaterdag bij een grote verkiezingsbijeenkomst in Boedapest. „We geven elkaar hoop. We zijn een land aan het bouwen waar geen links en geen rechts is – alleen Hongaars.” ‘Magyar’ betekent ‘Hongaars’. Ondanks zijn grote succes bij deze verkiezingen is Magyar, die vooral vooruitkijkt naar de parlementsverkiezingen in 2026 en zelf niet naar Brussel gaat, nog geen bedreiging voor Orbáns machtspositie. Tisza haalt vooral stemmen weg bij de andere oppositiepartijen, niet zozeer bij Fidesz-kiezers.

In Brussel en andere EU-landen leeft de hoop dat de zeven Europarlementariërs van Tisza, die vrijwel zeker deel gaan uitmaken van de christen-democratische EVP, de Hongaarse koers in de EU een beetje kunnen bijsturen. Orbán, die weigert te kiezen tussen Rusland en het Westen, saboteert het Europese buitenlandse beleid. Hij is tegen militaire steun voor Oekraïne omdat hij streeft naar Hongarije als „een eiland van vrede”. EU-leiders vrezen Hongarijes voorzitterschap van de EU, vanaf 1 juli tot eind dit jaar.

Tegelijk met de Europese verkiezingen vonden in Hongarije lokale verkiezingen plaats, voor burgemeesters en gemeenteraadsleden in het hele land. Spannend is vooral de strijd om het burgemeesterschap van Boedapest en de tweede stad Debrecen, respectievelijk anti- en pro-Orbán. In Boedapest was zondagavond laat nog een spannende race gaande tussen de zittende progressieve burgemeester Gergely Karácsony en Dávid Vitézy, die geen kandidaat is namens Fidesz maar wel door Fidesz wordt gesteund.


Winst van radicaal-rechts brengt politieke orde in grote EU-landen uit balans

Het politieke centrum krijgt ook op Europees niveau te maken met een sterke, versplinterde radicaal-rechtse flank. Voorlopige uitslagen van de Europese verkiezingen tonen een Europees Parlement dat stevig overhelt naar de rechterkant. Tegelijk houdt het midden in de Europese Unie stand en blijven de christen-democraten en sociaal-democraten de twee grootste partijen.

Het is de eerste balans, na Europese verkiezingen die gedomineerd werden door een verwachte radicaal-rechtse golf. Die voorspelling komt grotendeels uit, waarbij de partijen bij elkaar opgeteld naar verwachting circa een kwart van het Europese electoraat achter zich krijgen.

De consequenties van die overwinning werden zondagavond direct duidelijk: nadat zijn partij overweldigend verslagen werd door het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN), schreef de Franse president Emmanuel Macron nieuwe parlementsverkiezingen uit.

Het illustreert dat de forse overwinning van radicaal-rechts de politieke orde in de grote EU-landen uit balans brengt. In vier van de vijf grootste EU-landen eindigen radicaal-rechtse partijen naar verwachting ofwel op plek één (Frankrijk en Italië) of op plek twee (Duitsland en Polen). Ook in onder meer Oostenrijk, Nederland en België eindigt de radicaal-rechtse partij in de top twee – waarbij in dat laatste land de verwachte megawinst van Vlaams Belang wel lijkt uit te blijven.

Tegelijk blijven de precieze consequenties van de radicaal-rechtse winst nog afwachten, bovenal omdat onzeker is of en hoe de partijen op Europees niveau gaan samenwerken. Op dit moment zitten de partijen verspreid in de fracties van de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) en die van Identiteit en Democratie (ID) – naast een groepje partijen dat zich daar nog ter rechterzijde van bevindt. In aanloop naar de verkiezingen voedden het Franse RN en het Italiaanse Fratelli d’Italia speculaties over een mogelijke radicaal-rechtse ‘superfractie’, waarbij ook de PVV van Geert Wilders zich zou willen aansluiten.

Meerdere radicaal-rechtse fracties

Maar de kans dat zo’n samenwerking echt slaagt lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk – daarvoor zijn de breuklijnen tussen de nationalistische partijen te groot. Waarschijnlijker is dat de tientallen radicaal-rechtse partijen in het Europarlement verspreid zullen blijven over ten minste twee en mogelijk drie of zelfs vier fracties.

Dat maakt het ingewikkelder beleid daadwerkelijk te beïnvloeden. Maar om de koers van Europa bij te sturen hoeven de partijen niet noodzakelijk één vuist te maken of een sterke organisatie te hebben. Dat ze nu met zulke forsere aantallen in het Europarlement komen, maakt het ook voor centrum-rechts eenvoudiger een meerderheid ‘over rechts’ te vormen. Sowieso wijzen analisten er al langer op dat de centrum-rechtse partijen in Europa, waaronder de christen-democratische Europese Volkspartij, geconfronteerd met de groei van radicaal-rechts, al naar rechts zijn opgeschoven. Dat proces zal op Europees niveau mogelijk verder gaan.

Bovendien zal de versplintering op rechts veel stemmingen onzekerder maken, waardoor het überhaupt lastiger wordt gezamenlijk Europees beleid te maken. Voorafgaand aan de stemming waarschuwde Macron al voor een „impasse” in de Europese politiek.

De Franse president Macron kondigt nieuwe verkiezingen aan, op een tv-scherm achter de katheder waar Marine Le Pen even later zal gaan speechen.
Foto Andre Pain/ANP/EPA

De grootste partijen in het Europarlement, de christen-democraten en de sociaal-democraten, blijven grotendeels op peil. De christen-democraten weten zelfs iets te winnen, terwijl het verlies bij de sociaal-democraten tot enkele zetels beperkt blijft. De christen-democratische voorzitter van het Europees Parlement, de Maltese Roberta Metsola, benadrukte in een eerste reactie daarom dat „het construtieve, pro-Europese centrum stand houdt”.

Maar de partijen krijgen wel te maken te maken met een veel ingewikkelder politiek landschap, waarin de fracties waarmee ze de afgelopen jaren zaken deden flink gekrompen zijn. Zowel de liberalen, waarin onder meer VVD en D66 zitten, als de groenen noteerden zondagavond dramatische verliezen. Samen verliezen die fracties mogelijk veertig zetels – terwijl het Europarlement juist iets groeit.

De afgelopen jaren speelden juist die twee politieke groepen een cruciale rol in het vormgeven van groen, progressief Europees beleid. Die koers zal nu vrijwel zeker veranderen, waarbij groene ambities worden afgeremd terwijl de houding ten opzichte van migranten zal verharden.

De verwachte uitslag betekent ook een ingewikkelde puzzel voor de Duitse christen-democrate Ursula von der Leyen, die graag nog een termijn door wil als voorzitter van de Europese Commissie. Naast de steun van EU-landen, moet ze daarvoor ook een meerderheid van het Europees Parlement achter zich krijgen. En hoewel Von der Leyen samenwerking met sommige radicaal-rechtse partijen eerder uitsloot, hield ze de optie van samenwerking met onder meer de partij van Meloni open.

Tegelijk kan Von der Leyen om voldoende steun te krijgen ook de centrum-linkse partijen niet te veel van zich vervreemden. De stemming over haar nieuwe mandaat, naar verwachting halverwege juli, wordt een eerste test van de nieuwe Europese politieke realiteit. Zondagavond haalde Von der Leyen de uitslag binnen als een overwinning voor haar christen-democratische partij en benadrukte ze dat die partij „een bastion tegen de extremen van rechts en links zal bouwen.”

De opkomst lag volgens een eerste voorspelling op EU-niveau ietsje hoger dan vijf jaar geleden, hoewel die in sommige lidstaten als Spanje en Bulgarije juist flink tegenviel.

Geweld tijdens campagne

De campagne werd de afgelopen weken in verschillende EU-landen getekend door geweld. Halverwege mei werd de Slowaakse pro-Russische premier Robert Fico neergeschoten, wat de al hevige politieke polarisatie in het Oost-Europese land verder versterkte. In Duitsland werden verschillende politici van linkse en rechtse partijen bij het campagnevoeren aangevallen, meest recent twee AfD-politici deze zaterdag. En vrijdagavond liep de Deense premier Mette Frederiksen een lichte whiplash op nadat ze op een plein in Kopenhagen werd geduwd.

Het versterkt de indruk van een Europa waar de politieke polarisatie sterk toeneemt. Naast de Franse verkiezingen, gaan kiezers later dit jaar ook in Oostenrijk en in verschillende Duitse deelstaten naar de stembus. Verwacht wordt dat radicaal-rechts bij al die verkiezingen een flinke winst zal boeken.


Rechtsradicale AfD ziet zetelaantal flink toenemen

Heel bitter, noemde de secretaris-generaal van de SPD, Kevin Kühnert, het resultaat dat de Duitse sociaaldemocraten zondag behaalden. De partij van kanselier Olaf Scholz bleef volgens de exitpolls steken op 14 procent. De sociaaldemocraten hadden Olaf Scholz’ hoofd op vrijwel iedere verkiezingsposter gezet, en daarmee de Europese verkiezingen tot een populariteitsstemming over de kanselier en zijn regering gemaakt. Resultaat: een dikke onvoldoende.

Grote winnaar van de verkiezingen is de CDU/CSU, die 30 procent haalde en daarmee verreweg de grootste is. Op plek twee komt met 16 procent de radicaalrechtse Alternative für Deutschland (AfD), ondanks een door schandalen geplaagde campagne.

Het slechte resultaat van de sociaal-democraten, en de al even slechte resultaten van Scholz’ coalitiepartners, de Groenen (12 procent) en FDP (5 procent), bracht de CDU-secretarisgeneraal Carsten Linneman tot het voorstel dat Scholz in de Bondsdag de ‘vertrouwensvraag’ stelt, dus laat zien dat hij en zijn regering nog een meerderheid hebben in het parlement. Als hij die verliest, moeten er nieuwe verkiezingen komen. Ook CDU-voorzitter en oppositieleider Friedrich Merz stelde dat het „zo niet verder kan gaan”.

Economie

Een belangrijke reden voor de impopulariteit van de regering Scholz is de voor veel mensen zeer merkbare inflatie en stagnerende economische groei. Ook lijken de coalitiepartners SPD, Groenen en FDP met elkaar van de ene crisis in de andere te rollen, waarbij Scholz vaak schittert in afwezigheid. Voor de SPD-campagne was het sleutelwoord ‘vrede’. De sociaaldemocraten hoopten kennelijk diepgewortelde pacifistische sentimenten bij de kiezers wakker te kussen. Een aanzienlijk deel van de SPD is nog altijd huiverig over de Duitse wapenleveranties aan Oekraïne. Toch levert de Bondsregering veel wapens, meestal in navolging van wat de VS besluiten. Dat maakt de boodschap van ‘vrede’ voor zowel pacifisten als voor de meer pro-Oekraïense kiezers nauwelijks overtuigend.

De CDU/CSU profiteert van de ontevredenheid over de regering Scholz, maar verloor ook ruim een half miljoen kiezers aan de AfD. De AfD werd de grootste partij in de deelstaten in het voormalige Oost-Duitsland, waar 27 procent op de AfD stemde. Zelfs partijvoorzitters Alice Weidel en Timo Chrupalla leken in een tv-interview verrast dat de partij het zo goed had gedaan. De nummers 1 en 2 op de lijst voor de AfD mochten in de afgelopen weken niet meer publiekelijk optreden van het partijbestuur omdat ze de campagne alleen maar leken te schaden. Naar nummer 2, Peter Bystron, loopt een onderzoek omdat hij geld van het Kremlin zou hebben aangenomen. Een medewerker van de nummer 1 op de lijst, Maximilian Krah, is gearresteerd op verdenking van spionage voor China. Bovendien zei Krah enkele weken geleden dat niet alle SS’ers criminelen waren, wat een reden voor Marine Le Pen (RN) was om toekomstige samenwerking met de AfD uit te sluiten.

Lees ook
Omstreden AfD-lijsttrekker zoekt na alle ‘drek’ de vlucht naar voren

Maximilian Krah staat bekend als pleitbezorger van de Chinese Communistische Partij en gelooft dat feministen „allemaal lelijk” zijn.

Begin dit jaar gingen miljoenen Duitsers de straat op om te protesteren tegen de AfD en tegen extreemrechts, nadat enkele AfD’ers hadden deelgenomen aan een conferentie waarbij werd gepland miljoenen Duitsers die niet voldoende waren aangepast het land uit te zetten. Maar volgens een enquête van omroep ARD maakt het ruim 80 procent van de AfD-kiezers „niet uit” dat de partij ten dele extreemrechts is, zolang ze maar de juiste onderwerpen agendeert. Hét onderwerp voor de AfD is migratie. Mogelijk heeft de dood van een politieagent, die vorige week in Mannheim door een islamist werd neergestoken, de AfD bij de eindspurt van de campagne geholpen.

Nieuwkomer

Naast de AfD won ook de linksconservatieve partij van Sahra Wagenknecht fors. De partij, die de voormalige Die Linke-politica in januari oprichtte, haalde 6 procent. In het behoudende Duitse partijenlandschap is dat voor een nieuwkomer een goede uitkomst. Het ‘Bündnis Sahra Wagenknecht’ (BSW) richt zich met name op bestaanszekerheid, én op goede betrekkingen met Rusland. Juist ook in Oost-Duitsland deed Wagenknecht het goed, daar haalde het BSW 13 procent van de stemmen.

In september zijn deelstaatverkiezingen in de Oost-Duitse deelstaten Saksen, Thüringen en Brandenburg. De verkiezingen van zondag worden alom beschouwd als graadmeter hoe het in september zal uitpakken, en of de CDU, de voornaamste concurrent van de AfD, tegen die tijd een kans maakt. In de drie deelstaten staat de AfD officieel te boek als extreemrechts. Volgens de uitkomsten van zondag krijgt de CDU het nog zwaar: met een resultaat van gemiddeld 20 procent in de Oost-Duitse deelstaten liggen de christendemocraten ruim achter de AfD (27 procent).

De drie regeringspartijen in Berlijn behalen in de Oost-Duitse deelstaten samen slechts 20 procent. De progressieve partijen staan in de oostelijke deelstaten onder grote druk, en niet alleen politieke druk: tijdens de campagne werden meerdere vertegenwoordigers van Groenen en SPD aangevallen. SPD-Europarlementariër Matthias Ecke werd bij het ophangen van campagneposters het ziekenhuis in geslagen. Als nummer 10 op de lijst is het resultaat van de SPD goed genoeg om zijn terugkeer in het Europees Parlement te garanderen – Duitsland heeft bijna honderd zetels in het EP, waardoor één procent ongeveer gelijk staat aan één zetel. Ook enkele AfD-politici werden in de campagne doelwit van geweld.