De Amerikaanse president Donald Trump mag in principe doorgaan met zijn beleid van massaontslagen bij de overheid. Een federale rechter blokkeerde eerder een decreet van Trump, maar het Hooggerechtshof oordeelde dinsdag dat dit decreet binnen zijn macht als president ligt.
Een lagere rechter bepaalde in mei dat Trump als president niet de bevoegdheid heeft de massaontslagen per decreet door te voeren, maar dat hij daarvoor toestemming van het congres nodig heeft. Daarmee waren massaontslagen bij meer dan twintig overheidsdiensten ongeldig. Het hooggerechtshof vindt dat Trumps decreet wel degelijk binnen de wet valt.
Het Hooggerechtshof bestaat voor zes van de negen leden uit conservatieve rechters, waarvan er liefst drie door Donald Trump benoemd werden tijdens zijn eerste termijn. Overigens verzet maar één van de negen hoge rechters zich tegen het besluit, de liberale Ketanji Brown Jackson. Zij sprak van „overduidelijk enthousiasme van dit hof om groen licht te geven voor de juridisch twijfelachtige acties van deze president”.
Het Witte Huis spreekt van een „definitieve overwinning voor de president”, melden persbureaus. Volgens twee anonieme bronnen van persbureau Reuters binnen het Witte Huis betekent het oordeel van het hof niet dat ontslagen onmiddellijk doorgang kunnen vinden. Het hof heeft zich enkel uitgesproken over de legaliteit van Trumps decreet, maar specifieke voorstellen voor massaontslagen kunnen nog altijd sneuvelen op andere gronden. Bijvoorbeeld door wetgeving die de baanzekerheid van ambtenaren beschermt.
In Texas worden nog ruim 160 mensen vermist, enkele dagen nadat de Amerikaanse staat werd getroffen door plotselinge overstromingen na zware regenval. Van nog eens honderd mensen is zeker dat ze om het leven zijn gekomen. Dat schrijft persbureau AP op basis van uitspraken van Greg Abbott, de gouverneur van Texas.
Dat het aantal vermisten drie keer hoger ligt dan autoriteiten eerder meldden, heeft te maken met een noodlijn die is opgezet en waar families vermiste mensen kunnen doorgeven.
De laatst bekende verblijfplaats van het merendeel deze vermisten was in Kerr County, waar de Guadalupe-rivier binnen luttele minuten buiten haar oevers trad. Aan deze rivier lag ook Camp Mystic, het zomerkamp waar tientallen meisjes en hun begeleiders om het leven kwamen. Het water van de Guadelupe-rivier zou daar in minder dan een uur tijd met acht meter gestegen zijn, waardoor mensen die aan de oevers kampeerden volledig verrast werden.
Naar vijf meisjes en één begeleider wordt nog altijd gezocht. Puin, omgevallen bomen en rotsblokken bemoeilijken de berging van lichamen. Reddingsteams en vrijwilligers proberen nog altijd met boten, helikopters en paarden het getroffen gebied te bereiken. Vrijdag zal ook de Amerikaanse president Donald Trump het gebied bezoeken.
De rechtbank van Tunesië heeft dinsdag gevangenisstraffen van 12 tot 35 jaar opgelegd aan prominente politici, meldt persbureau Reuters. 21 mensen werden in het massaproces vervolgd wegens vermeende samenzwering tegen de staat.
Tien van de oppositieleden, onder wie Rachid Ghannouchi, zitten al in de gevangenis. Elf anderen zijn naar het buitenland gevlucht. De 84-jarige oppositieleider Rachid Ghannouchi kreeg veertien jaar cel. Nadia Akacha, de voormalige stafchef van president Kais Saied, werd veroordeeld tot 35 jaar cel. Ze verblijft al enige tijd in het buitenland.
De veroordeelden zijn voornamelijk tegenstanders van president Saied. Mensenrechtenorganisaties zien de straffen als een bevestiging dat Saied steeds autoritairder optreedt en dat hij het rechtssysteem gebruikt om zijn tegenstanders de mond te snoeren. Al jaren trekt hij steeds meer macht naar zich toe.
In de zomer van 2021 ontsloeg Saied de regering en schorste hij het parlement. Hij gaf zichzelf allerlei bevoegdheden en regeert sindsdien per decreet. Later ontsloeg hij tientallen rechters die hem niet goed genoeg gezind waren. De oppositie sprak van een coup, maar Saied spreekt zelf van maatregelen die nodig zijn om corruptie te bestrijden.
Vrijwel alle oppositieleiders van Tunesië zitten inmiddels vast. Ook veel journalisten en critici zijn opgepakt.
Lees ook
‘Met deze grondwet houdt de president Tunesiërs voor de gek’
De bij een auto-ongeluk omgekomen Liverpool-aanvaller Diogo Jota reed waarschijnlijk harder over de Spaanse snelweg A52 dan de maximaal toegestane 120 kilometer per uur. Dat blijkt uit onderzoek van de Guardia Civil in Zamora, schrijft de Spaanse krant El País dinsdag. Ook de bijrijder, Jota’s jongere broer André die op het tweede profniveau van Portugal voetbalde, overleed.
De Portugese broers reden in de nacht van 2 op 3 juli in een Lamborghini Huracán door Zamora, een provincie in het noordwesten van Spanje. Tijdens het inhalen van een vrachtauto zou de sportauto een klapband hebben opgelopen, vermoeden onderzoekers. De Lamborghini raakte vervolgens van de weg en vatte vlam.
De autobrand bemoeilijkte het onderzoek, maar aan de hand van sieraden konden onderzoekers toch achterhalen wie de bestuurder was, meldt de Spaanse krant. Ondanks de beroerde staat van de weg, meent de politie volgens El País dat auto’s er probleemloos 130-140 kilometer per uur zouden kunnen rijden.
Bij de begrafenis van Diogo Jota, afgelopen zaterdag in Portugal, was de complete Liverpool-selectie aanwezig.
Er is haast geen muur in de bruidssalon die niet bedekt is met jurken: gekleurde voor verlovingsfeesten, witte voor bruiloften. Het is eind van de ochtend in Zaatari, het grootste Syrische vluchtelingenkamp in Jordanië, en Safa Jamal Rashid (41) heeft de deuren van haar salon geopend. De eerste klanten komen op afspraak binnen.
„Wie hier binnenstapt, komt meteen in een andere sfeer en krijgt een feestelijk gevoel”, zegt Rashid, terwijl ze een voor een de jurken uit haar collectie toont, die worden verhuurd. „In mijn boetiek worden de zware omstandigheden in het kamp even vergeten.”
Net als veel Syrische vluchtelingen in Zaatari komt Rashid uit de zuidelijke provincie Daraa. Daar opende ze – opgeleid als tekenares – een bruidsstudio. Zowel de studio als haar huis zijn volledig verwoest tijdens de Syrische burgeroorlog.
In 2011 werd de opstand tegen het Assad-regime, tijdens de Arabische Lente, deels ontketend in Daraa. Na zeer gewelddadige onderdrukking van de protesten en de opkomst van verschillende oppositiegroepen sloeg de opstand in 2012 om in een bloedige burgeroorlog. Miljoenen Syriërs vluchtten in de daaropvolgende jaren de grenzen over.
Golfplaten caravans
Dertien jaar later bestaat het kamp, uitgestrekt over 5,3 vierkante kilometer, uit witte, golfplaten caravans, die de oorspronkelijke tenten al kort na de oprichting vervingen. Het kamp ligt midden in de Jordaanse woestijn: de zomers zijn er moordend heet, de winters koud. Er is beperkt elektriciteit en water.
Sommige huisjes hebben een kleine binnenplaats, waar bewoners bomen hebben geplant of schommels hebben neergezet. Op verharde, rechte wegen door het kamp wordt druk gefietst en op brommertjes gereden. En er is een „basiskamp” waar hulporganisaties kantoor houden, dat met een hek is afgeschermd van de rest van het kamp.
Op het hoogtepunt van de vluchtelingenstroom uit Syrië, in 2014 en 2015, verbleven er in Zaatari 125.000 vluchtelingen. Inmiddels zijn dat er nog zo’n 70.000, van wie de meesten er al sinds 2012 wonen. Zaatari is daarmee nog altijd een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.
Het Zaatari-kamp in Jordanië, met zeventigduizend Syrische vluchtelingen is het een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.
Foto Rachel Corner
Sinds december vorig jaar, na de val van het Syrische regime van Bashar al-Assad, is internationaal de nadruk komen te liggen op terugkeer van Syrische vluchtelingen. Het gros van de Syrische vluchtelingen, circa 5,5 miljoen, woont nog altijd in Jordanië, Libanon, Turkije, Egypte en Irak, vaak in precaire omstandigheden.
Jordanië wordt vaak geprezen om de opvang en behandeling van grote groepen vluchtelingen. Volgens de Jordaanse regering zijn er ongeveer 1,4 miljoen vluchtelingen in het land, waarvan het overgrote deel Syriërs betreft. Dit aantal is exclusief Palestijnse vluchtelingen die geregistreerd staan bij de VN-organisatie UNRWA; velen van hen hebben in de loop van decennia de Jordaanse nationaliteit gekregen.
De meeste inwoners van Zaatari komen het kamp niet of nauwelijks uit
De meeste Syrische vluchtelingen in Jordanië, circa 560.000, zijn geregistreerd bij UNHCR, de VN-organisatie voor vluchtelingen. Behalve door UNHCR wordt Zaatari bestuurd door het Syrian Refugees Affairs Directorate (SRAD), dat onder het Jordaanse ministerie van Binnenlandse Zaken valt.
In Syrische vluchtelingenkampen als Zaatari en het verderop gelegen, op twee na grootste kamp Azraq, is de situatie voor de meeste vluchtelingen na ruim een decennium nog altijd uitzichtloos. Dat geldt ook voor Jordaanse steden en dorpen, waar het gros van de Syrische vluchtelingen woont en nog altijd in de marge leeft.
Nadir Rashid (25) staat met zijn twee spelende dochters van twee en vier in het Zaatari-kamp tussen de golfplaten caravans.
Foto Rachel Corner
Werkloosheid
Geregistreerde Syrische vluchtelingen in Jordanië hebben toegang tot basisonderwijs en basale gezondheidszorg en ze mogen werken in bepaalde sectoren, waaronder de landbouw en de bouw. Maar de meeste inwoners van Zaatari in de arbeidsgeschikte leeftijd zijn werkloos – slechts 3 procent heeft een werkvergunning – en komen het kamp niet of nauwelijks uit.
De kleine groep werkenden en ondernemers op de informele markt in het kamp, zoals bruidssaloneigenaar Safa Jamal Rashid, moeten toestemming krijgen om het kamp te verlaten. Rashid doet geregeld inkopen in de Jordaanse hoofdstad Amman, vergezeld door haar 24-jarige dochter, die eveneens een salon in het kamp heeft geopend, en keert dan met een set goed verpakte bruidsjurken per bus terug.
In een rechte straat dwars door Zaatari zijn talloze winkels gevestigd. De straat draagt de bijnaam Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus. Winkelier Abu Ali, een vijftiger met een tweedehandswinkel, vertelt dat zijn inkomsten sterk zijn teruggelopen sinds de val van Assad. „Door de onzekerheid over de toekomst durven inwoners minder uit te geven.”
Abu Ali in zijn winkel aan de zogeheten Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus.
Safa Jamal Rashid, eigenaar van de bruidssalon in het Zaatari-kamp met haar 14-jarige dochter Faten, die meehelpt in de salon.
Foto’s rachel corner
Sinds de val van Assad zijn circa twaalfduizend vluchtelingen uit Zaatari teruggekeerd naar Syrië, vertelt UNHCR-woordvoerder Yousef Taha in een kantoortje in het kamp. Zowel UNHCR als de Jordaanse regering benadrukt dat terugkeer naar Syrië uitsluitend vrijwillig dient te gebeuren. Wel publiceert UNHCR op zijn website verhalen over ‘hoopvolle’ terugkeer.
Uit een regionale enquête van UNHCR onder Syrische vluchtelingen van afgelopen februari blijkt dat de overgrote meerderheid ooit hoopt terug te keren naar Syrië. Slechts 27 procent zegt dat in de komende twaalf maanden te willen doen, vanwege zorgen over de nieuwe autoriteiten en de algehele veiligheidssituatie. „De situatie in Syrië is instabiel. Diverse vluchtelingen die zijn teruggegaan hebben bovendien de aanwezigheid van landmijnen gerapporteerd”, zegt Taha.
Voor het gros van de Syrische vluchtelingen is een keuze voor terugkeer hoogst onzeker
Zes op de tien ondervraagden zou graag een zogeheten go and see-bezoek brengen aan Syrië, om bijvoorbeeld te kijken hoe hun voormalige huis of woonplaats erbij ligt, en de veiligheidssituatie in te schatten. Op dit moment is dat voor Syriërs in Turkije mogelijk. Ook Rashid wil dat: „Een reis naar Daraa hoop ik wel te maken, maar in de komende jaren wil ik in Jordanië blijven, en een salon openen buiten het kamp.”
Maar Syrische vluchtelingen in Jordanië die via de enige geopende grensovergang naar Syrië oversteken, verliezen daarmee hun asielstatus in Jordanië. Een uitzondering vormen Syrische studenten, professoren, ondernemers en investeerders; zij mogen wel op en neer. Maar voor het gros van de Syrische vluchtelingen maakt het strenge exitbeleid een keuze voor terugkeer hoogst onzeker.
De winkelstraat in het Zaatari-kamp, bijgenaamd de Sham-Élysées.
Foto Rachel Corner
Lees ook
Voor veel jonge Syrische vluchtelingen in Nederland is het nog niet ‘het juiste moment’ om terug te keren
Opvang in de regio
Het afgelopen decennium heeft Nederland, net als andere EU-landen, ingezet op „opvang in de regio”: het ondersteunt landen als Jordanië bij de opvang van (Syrische) vluchtelingen, onder meer via financiële steun aan UNHCR. Door het verbeteren van de situatie van vluchtelingen in „de regio” zou de komst van vluchtelingen naar Europa kunnen worden ingeperkt, was het idee.
De onafhankelijke evaluatiedienst Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kwam in maart 2024 in een evaluatie van het beleid tussen 2016 en 2021 tot een andere conclusie. Opvang in de regio heeft een „politiek motief”, aldus de evaluatie, maar „het bewijs voor een causale relatie tussen hulp en doormigratie is zwak”. Ook stelt de evaluatie dat „de Nederlandse steun aan opvang in de regio […] niet effectief [heeft] bijgedragen aan het verbeteren van perspectieven voor vluchtelingen uit Syrië en hun gastgemeenschappen in Libanon en Jordanië”.
Lees ook
Dubbele signalen van minister Faber over terugkeer van vluchtelingen naar Syrië
Afgelopen februari stelde Human Rights Watch dat EU-opvanglanden go and see-bezoeken voor Syriërs moeten faciliteren. Ook Nederland overweegt een go and see-regeling, al sprak toenmalig minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) zich uit tegen de regeling. In juni bepaalde het demissionaire kabinet dat asielaanvragen van Syriërs niet meer automatisch worden goedgekeurd, maar individueel worden beoordeeld, vanuit het idee dat veiligheidssituatie in Syrië is verbeterd sinds de val van Assad.
Lekkende daken
Ondertussen staan de levensomstandigheden van Syrische vluchtelingen in landen als Jordanië verder onder druk: UNHCR kampt met grote financiële tekorten. Vooral door Amerikaanse opschorting van financiering, de grootste donor van UNHCR, had de Jordaanse tak van de organisatie eind mei nog maar 22 procent van zijn budget voor 2025 ontvangen.
„We kampen al jaren met teruglopende financiering, maar de huidige situatie is ongekend”, aldus woordvoerder Taha. Hij somt de gevolgen voor Zaatari op: de zorg voor duizenden gehandicapten in het kamp is opgeschort, gezondheidsklinieken moeten sluiten en restauraties van wooneenheden blijven uit. Nu al kampen veel families met lekkende daken in de winter. „De caravans in het kamp hebben een levensduur van vijf jaar, en dringend onderhoud nodig.”
Haneen Fayyad, thuis in het Zaatari-kamp. Fayyad is studente business administration aan de Jordaanse Zarqa-universiteit.
Foto Rachel Corner
De helft van de bevolking van Zaatari is onder de achttien. Veel kinderen en jongvolwassenen hebben hun jeugd grotendeels in het kamp doorgebracht. Haneen Fayyad (21) was negen jaar toen ze met haar ouders, zussen en broer voor het geweld uit Daraa vluchtte. „Van mijn kindertijd herinner ik me vooral dat ik met vriendinnen op het platteland rondom ons huis speelde.”
Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven
Sinds twee jaar studeert Fayyad met een Franse studiebeurs business administration aan de private Jordaanse Zarqa-universiteit. Ze vormt daarmee een uitzondering: slechts enkele uitblinkende jongeren uit het kamp krijgen een dergelijke kans. „Het is mijn droom om de komende jaren in Jordanië mijn studie af te maken, en daarna in de Verenigde Arabische Emiraten te werken.”
Als student aan een Jordaanse universiteit mag Fayyad individueel heen en terug naar Syrië. Maar Umm Fayyad, haar moeder, vindt dat veel te riskant: „Het is onveilig, en wie weet gaan toch ineens de grenzen dicht. Bovendien is ons huis in Syrië volledig verwoest. We hebben geen andere keus dan de komende jaren in Jordanië te blijven.”
Haar zorgen gelden voor veel families in Zaatari: er heerst onzekerheid over de veiligheidssituatie in Syrië en zij hebben vaak geen huizen om naar terug te keren. Eind mei voerde de nieuwe Syrische regering gesprekken met mensenrechtenorganisaties over de reconstructie van verwoeste huizen. Concrete wederopbouw kan echter nog lang duren. „Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven”, zegt studente Fayyad. „Maar we hebben geen geld of middelen om ons leven in Syrië opnieuw op te bouwen.”
De autoriteiten in Oost-Libië hebben Eurocommissaris Magnus Brunner (Migratie) en ministers uit Italië, Malta en Griekenland dinsdag tot persona non grata verklaard. De delegatie werd dinsdag bij aankomst op de luchthaven in Benghazi de toegang geweigerd, meldt een journalist van Euronews, die een verklaring van de regering van Oost-Libië deelt op X.
De EU-delegatie zou volgens persbureau Reuters een ontmoeting hebben met het bewind van de Libische generaal Khalifa Haftar in het oostelijke deel van Libië, een land dat de facto twee regeringen kent. Eerder op de dag had de delegatie in hoofdstad Tripoli gesproken met de internationaal erkende regering van Abdul Hamid Dbeibah.
Bij aankomst in Benghazi werden de besprekingen om onduidelijke redenen door de autoriteiten geannuleerd en moest de delegatie onmiddellijk vertrekken. De Oost-Libische regering beschuldigt de delegatie van een „flagrante schending van diplomatieke normen” en het niet respecteren van de „Libische nationale soevereiniteit”, zonder verder in details te treden.
‘Incident’
Nieuwssite Politico schrijft op basis van een anonieme bron dat er sprake was van een „diplomatiek incident”. De delegatie zou geweigerd hebben naast generaal Haftar ook functionarissen van de door hem gesteunde parallelle regering van premier Osama Hammad te ontmoeten. De EU heeft zich nog niet uitgelaten over de kwestie.
Het bezoek van de EU-delegatie was een poging om de Libische autoriteiten ertoe te bewegen de migratiestroom in te dammen. Libië is een belangrijk vertrekpunt voor migranten die naar Europa willen, omdat het op ongeveer 300 kilometer varen van Italië ligt. Sinds enige tijd stijgt het aantal bootmigranten dat vanuit Libië naar Europa komt.
De deals die EU-landen met Libië sluiten om migratie in te perken zijn omstreden, vanwege de erbarmelijke omstandigheden voor migranten in Libië. Door vluchtelingen terug te sturen naar een land waar zij mogelijk worden vervolgd schendt Europa volgens mensenrechtenorganisaties het internationale rechtsprincipe.
Lees ook
‘Wij komen uit Europa’, zegt de bemanning van de reddingsboot. Onder de migranten breekt er luid gejoel uit
Het wereldberoemde middeleeuwse Tapijt van Bayeux, dat al decennia in het momenteel gesloten Bayeux Museum in Normandië hangt, wordt tussen september 2026 en juli 2027 uitgeleend aan het British Museum in Londen. Dit gebeurt in het kader van een bilateraal kunstseizoen in 2027. Dat hebben de Franse president Emmanuel Macron en de Britse premier Keir Starmer besloten, melden internationale persbureaus dinsdag. Macron brengt momenteel als eerste Franse president in zeventien jaar een staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk. Het treffen moet het geruzie van de landen over de Brexit in de afgelopen jaren doen vergeten.
De Fransen krijgen ook iets kostbaars in bruikleen terug: schatten uit de offerbegraafplaats Sutton Hoo en de Lewis-schaakstukken van walrus-ivoor, die begin 19e eeuw op het gelijknamige Schotse eilandje opdoken, schrijft The Art Newspaper.
Grootste paard
Slechts negen maanden kon de Engelse koning Harold Godwinson genieten van zijn troon. Tot 1066. Toen doorboorde een pijl zijn oog, na negen uur wapengekletter op een slagveld bij Hastings. Althans, zo stellen de makers van het Tapijt van Bayeuxde zaken voor. Het borduurwerk werd kort na het gewelddadige treffen gemaakt, rond 1068. De Normandische Willem de Veroveraar heeft als winnaar van deze oorlog het grootste paard op het werk.
De Britten aasden al twee keer eerder tevergeefs op het kunstwerk van 70 meter bij 50 centimeter, in 1953 en 1966. Een paar jaar terug, in 2021, waarschuwden experts nog voor de gevolgen van een mogelijke kanaaloversteek. Het fragiele borduurwerk zou niet ongeschonden uit het transport komen, was de vrees. Begin dit jaar probeerde de Britse premier Starmer bezorgde experts gerust te stellen. „Het behoud en de bescherming van [het borduurwerk] is uiteraard cruciaal”, zei hij tegen History Extra van de BBC.
Nu de discussie over de verhuizing is beslecht, rest nog een andere kwestie. Britse historici houden zich al jaren bezig met de vraag hoeveel penissen het Tapijt van Bayeux telt. Wie enkel de paarden meetelt, zegt 88. Wie ook iets ziet bungelen bij enkele vechtjassen, roept 93. Het penistellen zal de bezoekersaantallen van het British Museum ongetwijfeld een extra impuls geven.
Lees ook
De slag om de vraag ‘Waar is Willy?’ ontvouwt zich verder bij het penistellen op het Tapijt van Bayeux
Het aantal gevallen van mazelen in de Verenigde Staten heeft zijn hoogste aantal bereikt sinds 1992, met 1.283 gevallen verspreid over het hele land. Dat meldt het Center for Outbreak Response Innovation van Johns Hopkins University. 155 mensen zijn tot dusver opgenomen in het ziekenhuis. Drie mensen zijn eraan overleden: één volwassen man, en twee kinderen die verder gezond waren. Alle drie waren ze niet gevaccineerd, schrijftThe Washington Post. Het zijn evenveel doden door de ziekte als in de periode van 2001 tot 2024.
Mazelen is één van de meest besmettelijke ziekten. In ernstige gevallen kan het virus long- of hersenontsteking veroorzaken. Dankzij vaccinatieprogramma’s is de ziekte in de VS sinds 2000 officieel uitgeroeid.
Die status dreigt verloren te gaan door de afnemende vaccinatiegraad. 92 procent van de mensen bij wie dit jaar mazelen werd geconstateerd, was volgens gezondheidsdienst CDC niet gevaccineerd. Bij kinderen onder de twee jaar is de vaccinatiegraad in het hele land nu 84,9 procent. Een graad van 95 procent is nodig om uitbraken te voorkomen.
Kanarie in de kolenmijn
Doordat mazelen een stuk besmettelijker is dan bijvoorbeeld kinkhoest of polio, is deze ziekte een „kanarie in de kolenmijn”, zegt viroloog Rik de Swart van Erasmus MC. „Als in het vaccinatieprogramma zwakke plekken zitten, zie je dat het eerste bij mazelen.” Tegenover The Washington Post spreekt kinderarts Eric Ball van een „voorbode van wat komen gaat”: „Zodra we een heropleving van mazelen zien, weten we dat er andere ziekten zullen volgen.”
De afname van de vaccinatiegraad hangt in de VS samen met de opkomst van de antivaxbeweging, waarvan minister van volksgezondheid Robert Kennedy Jr. een prominent vertegenwoordiger is. Kennedy prees in het verleden onder meer de Britse arts Andrew Wakefield, die in een (later teruggetrokken) paper een verband verzon tussen het BMR-vaccin (bof, mazelen en rodehond) en autisme.
Lees ook
Nederlanders aan Harvard merken hoe Trump hun medisch onderzoek op de korrel neemt
Wakefield werd vanwege fraude in 2010 uit zijn beroep gezet, maar geldt nog steeds als een invloedrijk figuur in de antivaxbeweging. In maart kondigde gezondheidsdienst CDC, die onder Kennedy’s ministerie valt, een officieel onderzoek aan naar het zogenaamde verband tussen autisme en de BMR-prik.
Nadat in april een tweede kind overleed aan de mazelen, maakte Kennedy een draai: op X schreef hij toen dat inenting „de meest effectieve manier is om de verspreiding van mazelen te voorkomen”.
Nederland doet het slechter
De vaccinatiegraad in Nederland is lager dan die in de Verenigde Staten. Hier is volgens het RIVM op 83,1 procent van de kinderen onder de twee jaar tegen mazelen gevaccineerd, waar dit in 2015 nog meer dan 95 procent was. Dat blijkt uit de meest recente rapportage van het Rijksvaccinatieprogramma. Het aantal bekende besmettingen per hoofd van de bevolking is, met 475 gevallen in 2025, in Nederland zeventig keer hoger dan in de VS. Vorige maand overleed een volwassene aan de ziekte, de eerste dode sinds 2023.
De uitbraken in Nederland bestaan nu uit zogeheten „clusters”, schrijft het RIVM. Daarbij gaat het virus rond in een kleine groep mensen, maar dooft het daarna uit. Volgens het instituut gaat het veelal om mensen die in het buitenland besmet raken, en het virus mee terugnemen naar Nederland. Het overgrote deel van de besmette mensen was volgens het instituut niet gevaccineerd.
Opnieuw endemisch
Ook in de VS gaat het vooralsnog om zulke clusters, zegt De Swart. „Je hebt altijd groepjes van mensen die niet beschermd zijn, bijvoorbeeld doordat ze niet zijn gevaccineerd, of het vaccin bij hen minder goed werkt. De vaccinatieprogramma’s zitten zo in elkaar, dat het normaal gesproken bij die clusters blijft.”
Met de dalende vaccinatiegraad groeit in beide landen echter de kans dat het virus opnieuw endemisch wordt. „Op een gegeven moment bereik je de kritische grens waarbij de groepsbescherming niet meer werkt, en het virus rond blijft gaan.” Nemen de besmettingscijfers sterk toe, dan zullen ook steeds meer mensen ernstig ziek worden van het virus.
Vooralsnog is er volgens De Swart weinig reden tot paniek. „We hebben het over honderden gevallen, terwijl er enorme aantallen kinderen worden geboren [in Nederland 165.404 in 2024]. Het zijn dus hele kleine percentages. Het is veel bijzonderder hoeveel mensen de ziekte niet krijgen.”
Lees ook
Van het christelijke Urk tot het stadse Almere, overal in Flevoland daalt de vaccinatiegraad
In het zuiden van Frankrijk en de Spaanse regio Catalonië woeden dinsdag meerdere hevige natuurbranden. In Les Pennes-Mirabeau, iets ten noorden van Marseille, is een gebied van honderden hectares getroffen, meldt persbureau Reuters.
De brand in de regio brak dinsdag uit na een voertuigbrand op een snelweg, berichtte nieuwszender BFMTV. De burgemeester meldde evacuaties en zei dat brandweerlieden paraat stonden bij onder meer een bejaardentehuis om de naderende vlammen te bestrijden. In het gebied zijn honderden brandweerlieden ingezet.
Sinds het begin van dinsdagmiddag vliegen er door de brand geen vliegtuigen meer van en naar de internationale luchthaven van Marseille. Diverse vluchten zijn omgeleid naar luchthavens zoals Nice en Nîmes. Het is niet duidelijk wanneer het vliegverkeer vanaf Marseille wordt hervat.
De brand en rook verplaatsen zich richting Marseille, de tweede grootste stad van Frankrijk. De brandlucht is tot in het centrum van de stad te ruiken, zeggen inwoners tegen Reuters. De autoriteiten roepen inwoners in delen van de stad op om binnen te blijven en deuren en ramen te sluiten.
Blusvliegtuigen
Eerder op de dag woedde ook een grote natuurbrand bij Narbonne, ook een stad aan de Middellandse Zee, maar dichter bij de grens met Spanje. Daardoor werd een deel van de A9, de snelweg die Frankrijk verbindt met Spanje en die veel wordt gebruikt door vakantiegangers, afgesloten. Inmiddels is de weg weer open.
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Bruno Retailleau, meldde op X dat bij de brand een kind lichtgewond raakte en zeker vijf huizen in vlammen opgingen. De brand bij Narbonne legde zo’n tweeduizend hectare in de as. Een fotograaf van persbureau AFP zag vlammen van tientallen meters hoog. De brandweer zette meerdere blusvliegtuigen in.
In Spanje woeden eveneens natuurbranden. De autoriteiten hebben meer dan 18.000 inwoners van de provincie Tarragona opdracht gegeven binnen te blijven. De brand brak maandag uit bij het dorp Paüls, waar harde wind en het slecht begaanbare terrein het blussen bemoeilijken. Naast honderden brandweerlieden werd ook de krijgsmacht ingezet.
„Gisteravond konden we ons huis niet uit vanwege de wind die het vuur en de rook aanjaagde. Verschrikkelijk, zoiets hebben we nog nooit eerder meegemaakt”, zei een 76-jarige inwoonster tegen Reuters.
Frankrijk en Spanje worden al weken geteisterd door verschillende natuurbranden. In Spanje kwamen vorige week nog twee mensen om het leven bij een bosbrand. Door harde windstoten van op sommige plekken zeventig kilometer per uur kan het vuur snel om zich heen grijpen. Daarnaast is de natuur vanwege de aanhoudende hitte droog.
De bevolkingsonderzoeken voor borstkanker, darmkanker en baarmoederhalskanker voorkomen jaarlijks duizenden sterfgevallen en besparen de samenleving per jaar netto 60 miljoen euro aan toekomstige zorgkosten. Dat is de conclusie van een onderzoek van het Erasmus MC naar de kosteneffectiviteit van de drie bevolkingsonderzoeken. De besparing die onderzoek naar darmkanker oplevert is zelfs groter dan de totale kosten van het bevolkingsonderzoek.
Per honderdduizend mensen kunnen de bevolkingsonderzoeken ruim tweeduizend gevallen van darm- en baarmoederhalskanker voorkomen, blijkt uit het onderzoek. Borstkanker is niet te voorkomen, omdat het geen opspoorbaar voorstadium heeft. Screening kan wel het aantal sterfgevallen door de ziekte voorkomen. Bij elkaar opgeteld voorkomen de drie onderzoeken ruim 2.500 sterfgevallen per 100.000 mensen. Screening op borstkanker voorkomt de meeste sterfgevallen per honderdduizend vrouwen.
Iedere vier jaar wordt berekend hoe kosteneffectief de drie bevolkingsonderzoeken zijn. Dit keer beschikten de onderzoekers van het Erasmus MC over extra accurate data. Ze konden een dataset raadplegen die alle kosten bijhoudt die zorgverzekeraars hebben vergoed. „Daardoor konden we alle zorg in kaart brengen die patiënten met één van deze drie soorten kanker gebruiken, niet alleen de kosten van de kankerbehandeling zelf”, zegt hoofdonderzoeker Iris Lansdorp-Vogelaar, hoogleraar in modellering van vroegopsporing van kanker bij het Erasmus MC.
Lansdorp-Vogelaar: „We konden bijvoorbeeld meenemen hoeveel extra zorg bij de huisarts of fysiotherapeut zij gebruikten ten opzichte van mensen zonder die vormen van kanker. Op die manier stelden we nauwkeurig vast wat de zorg voor deze patiënten kost, en hoeveel zorgkosten het voorkomen daarvan de samenleving bespaart.”
Lees ook
Pleidooi om vroeger te screenen op darmkanker. Waarom wijkt Nederland af van Europese aanbeveling?
Kosteneffectief
De onderzoekers bootsten de hele route na die iemand met de screening doorloopt. Daarin zijn alle kosten meegenomen, van het versturen van de uitnodigingen en de analyse van de resultaten tot de kosten van vervolgonderzoek en eventuele behandeling na een ongunstige testuitslag. Die totale kostenpost, zo’n 155 miljoen euro, legden de onderzoekers langs de meetlat van de prijs die in Nederland wordt gehanteerd voor één gewonnen levensjaar. Voor preventieve ingrepen, zoals een screening, is die grens onlangs verschoven van 20.000 naar 50.000 euro.
„Alle drie de screenings zijn kosteneffectief, ze overschrijden niet die grens van 50.000 euro en kosten dus niet méér dan we bereid zijn uit te geven aan een bevolkingsonderzoek”, zegt Lansdorp-Vogelaar. „Screening voor darmkanker en een deel van baarmoederhalskanker (de groep die geen vaccin tegen baarmoederhalskanker heeft gehad) levert zelfs geld op. Door een voorstadium van deze kankers vroeg op te sporen worden in de toekomst meer zorgkosten bespaard dan het testen kost.”
Onderaan de streep is onze conclusie voor deze drie onderzoeken dat de voordelen opwegen tegen de nadelen
Fout-positief
Afgelopen april kwam de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) nog met een alarmerend rapport over de „forse nadelen” van vroegtijdige screenings en diagnoses in de zorg. RVS-voorzitter Jet Bussemaker bepleitte in NRC dat de voordelen van de bevolkingsonderzoeken voor kanker te hoog worden ingeschat, en de nadelen te laag, mede omdat in veel gevallen uit zo’n screening een fout-positieve uitslag komt, een vals alarm dus. „Dat zorgt voor angst, stress en onzekerheid”, aldus Bussemaker.
Volgens Lansdorp-Vogelaar spreekt het onderzoek van het Erasmus MC die conclusie niet tegen. „Het doel van dat rapport was ook om een kritisch tegengeluid te laten horen. Ook wij vinden dat je niet zomaar moet screenen voor alle soorten kanker. Maar onderaan de streep is onze conclusie voor deze drie onderzoeken wel dat de voordelen opwegen tegen de nadelen.”
In het onderzoek nam Lansdorp-Vogelaar ook de ongunstige aspecten van screening mee, zoals fout-positieve uitslagen en de impact die dat op mensen kan hebben. Dat verlies aan kwaliteit van leven trokken de onderzoekers af van de gezonde levensjaren die een screening kan opleveren. Zo corrigeerden ze voor de negatieve aspecten van een bevolkingsonderzoek.
„Wellicht heeft de RVS anders beoordeeld dan wij hoe zwaar een te voorkomen sterfgeval weegt ten opzichte van een overdiagnose of een onterecht positieve testuitslag”, zegt Lansdorp-Vogelaar. „Dat soort dingen is heel moeilijk meetbaar te maken, omdat het subjectief blijft.” Wel benadrukt ze dat het kritische rapport van de RVS een onderscheid maakt tussen de overdaad aan testen en screenings in het ziekenhuis enerzijds, en de drie bevolkingsonderzoeken anderzijds. „Die laatsten komen daar positiever uit.”
Lees ook
Dicht borstweefsel, hoger borstkankerrisico, maar geen extra onderzoek. Waarom niet?