De Spaanse voetbalclub Real Madrid is een onderzoek gestart naar de racistische uitlatingen van supporters tijdens een wedstrijd op zaterdag. Dat maakt de club zondag bekend. Met het onderzoek hoopt Real Madrid „de daders van deze verwerpelijke beledigingen te identificeren”.
Zaterdag verloor Real Madrid van aartsrivaal FC Barcelona met 0-4 in de zogeheten El Clásico, een van ’s werelds grootste voetbalklassiekers. Nadat Lamine Yamal, een Spaanse 17-jarige voetballer, het derde doelpunt scoorde klonken er vanaf de tribunes beledigingen. Op videobeelden, die op onder meer X worden gedeeld, is te horen dat er vanuit het publiek naar Yamal wordt geroepen dat hij „zakdoeken bij het stoplicht” moet verkopen. Ook wordt er beledigend verwezen naar zijn herkomst: zijn moeder is Equatoriaal-Guinees, zijn vader Marokkaans.
Racisme rond voetbalwedstrijden komt in Spanje vaker voor. Ook de 24-jarige Braziliaanse aanvaller Vinícius Júnior, die tevens bij Real Madrid speelt, krijgt regelmatig te maken met racistische uitlatingen. Tijdens een persconferentie toonde de voetballer wat de spreekkoren met hem doen: hij barste ooit in huilen uit nadat hij daar vragen over kreeg.
Als Real Madrid erachter komt wie in het publiek afgelopen zaterdag verantwoordelijk is voor de beledigende uitlatingen, zal de club „de juiste disciplinaire en gerechtelijke maatregelen” nemen, aldus de officiële verklaring.
Tot grote verbijstering van de pro-Europese oppositie heeft de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), een samenwerkingsverband van meer dan vijftig lidstaten, de uitslag van de verkiezingen in Georgië geaccepteerd. Tijdens een persconferentie zondagmiddag heeft de OVSE de „nieuwe regering” bedankt en anders dan oppositiepartijen niets gezegd over het niet-erkennen van de uitslag. Met die uitslag claimde de regeringspartij Georgische Droom (GD), opgericht door de pro-Russische miljardair Bidzina Ivanishvili, de verkiezingswinst.
De OVSE stuurde, op verzoek van de Georgische autoriteiten, een team van observanten naar het land om de integriteit van de verkiezingen te controleren. „Over het algemeen was de verkiezing goed georganiseerd”, zei de Franse senator Pascal Allizard, die het woord voerde. Maar observanten zagen verschillende voorvallen die de eerlijkheid van de verkiezingen en het vertrouwen van de Georgische populatie in de uitslag kunnen schaden.
Allizard gaf verschillende voorbeelden: van het „kopen van stemmen” en een „intense atmosfeer gekenmerkt door meldingen van intimidatie” tot een „ongelijk financieel speelveld” tussen de verschillende politieke partijen en een „instrumentalisering van particuliere media” waardoor kiezers niet goed geïnformeerd een keuze konden maken. Daar werden echter geen harde conclusies aan verbonden, tot woede van de oppositie.
Lees ook
‘Wij leven op een tijdbom maar de Georgische regering doet niets voor ons’
De nationale kiescommissie kondigde zondagochtend aan dat GD met 54% van de stemmen de verkiezingen heeft gewonnen. Een paar uur na het sluiten van de stembureaus − toen GD de winst al claimde − zeiden de belangrijkste oppositiepartijen echter al de uitslag niet te erkennen. Tijdens en na de stemming werden honderden incidenten van intimidatie, kiezersbedrog en vervalsing gemeld door deze partijen en door onafhankelijke NGO’s. „Een constitutionele staatsgreep”, aldus de oppositie.
Georgische en westerse deskundigen zien sterke aanwijzingen van Russische inmenging. Ondertussen ontving GD op sociale media felicitaties van de Hongaars premier Viktor Orbán en ook van Margarita Simonian, de hoofdredacteur van de Russische staatsomroep Russia Today.
Veel Georgiërs beschouwden de verkiezingen als een referendum over de toekomst van hun land: een keuze tussen Rusland en Europa, tussen democratie en onvrijheid. GD zocht de afgelopen jaren steeds meer toenadering tot Rusland, terwijl een blok van oppositiepartijen juist richting Europa wil met het land. Een groot deel van de Georgische bevolking hoopt dat het land zich aansluit bij de Europese Unie.
De oppositie heeft aangekondigd het hier niet bij te laten zitten en zal snel de straat opgaan. „We zijn ervan overtuigd dat deze verkiezingen zijn gestolen”, zei parlementslid Elene Khoshtaria zondagochtend tegen Voice of America. „We zullen dit niet accepteren.”
Lees ook
Regeringspartij Georgië claimt verkiezingswinst, oppositie erkent uitslag niet
De Georgische pro-Europese president Salome Zoerabisjvili heeft zondagavond opgeroepen tot demonstraties vanwege de volgens haar „gestolen” verkiezing door regeringspartij Georgische Droom (GD). Volgens de president is Georgië het slachtoffer van „een Russische speciale operatie”.
Pro-Europese oppositiepartijen deden eenzelfde oproep. De grootste oppositiepartij, die spreekt over „diefstal van stemmen van het Georgische volk”, heeft bovendien laten weten haar zetels in het parlement niet te zullen innemen.
Bij de verkiezingen in Georgië was de grote vraag: blijft het land in de pas lopen met Moskou of richt het de blik op Europa? Een keuze tussen meer democratie of meer onvrijheid. Drie uur nadat de stembussen zaterdagavond sloten, koerste GD, opgericht door pro-Kremlin oligarch Bidzina Ivanisjvili, met zo’n 54 procent van de stemmen volgens de Kiescommissie af op de overwinning. Al snel claimde de partij de winst.
Maar de president ging daar niet in mee. Zoerabisjvili: „We kunnen deze verkiezingen niet erkennen, dat zou hetzelfde zijn als erkennen dat Rusland hier is binnengekomen”. Tijdens en na de stemming op zaterdag werden honderden incidenten van intimidatie, kiezersbedrog en vervalsing gemeld door oppositiepartijen en door onafhankelijke ngo’s. „Een constitutionele staatsgreep”, noemde de oppositie het al snel.
Protesten verwacht
Het is aannemelijk dat Georgiërs maandag in groten getale gaan protesteren tegen de uitslag. Eerder deze maand verzamelden tienduizenden Georgiërs zich al in de hoofdstad Tbilisi tegen pro-Russische machthebbers. Toen eerder dit jaar ‘de Russische wet’ werd ingevoerd, een wet tegen ngo’s en mediaorganisaties, gingen ook talloze Georgiërs de straat op. Die wet had voor de Russische president Vladimir Poetin als doel om Georgië buiten de EU te houden, met succes.
De Georgische pro-Europese oppositie was zondag verbijsterd dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), een samenwerkingsverband van 57 lidstaten, de verkiezingsuitslag niet expliciet afkeurde. Tijdens een persconferentie zondagmiddag bedankte de OVSE de „nieuwe regering”. Voor GD was de impliciete goedkeuring door de OVSE ‘bewijs’ dat de verkiezingen eerlijk zouden zijn verlopen.
De OVSE had, op verzoek van de Georgische autoriteiten, een team van observanten naar het land gestuurd om in de gaten te houden of de verkiezingen eerlijk zouden verlopen. Zij zagen onder meer een „intense sfeer, gekenmerkt door meldingen van intimidatie” bij stembureaus, verklaarde Pascal Allizard, een Franse senator die namens de organisatie het woord voerde. Ook zouden er stemmen zijn gekocht – hoeveel is onduidelijk – en er zou een „ongelijk financieel speelveld” zijn geweest voor de politieke partijen. Harde conclusies trok de OVSE desondanks niet.
Ondertussen ontving GD op sociale media felicitaties van de Hongaarse premier Viktor Orbán en van Margarita Simonian, de hoofdredacteur van de Russische propagandazender RT (voorheen Russia Today). GD zocht de afgelopen jaren meer en meer toenadering tot Rusland. Een groot deel van de Georgische bevolking hoopt juist dat het land zich aansluit bij de Europese Unie.
De Georgische pro-Europese president Salome Zoerabisjvili heeft zondagavond opgeroepen tot demonstraties vanwege de volgens haar „gestolen” overwinning van Georgische Droom (GD). Volgens de onafhankelijke president is Georgië het land slachtoffer van „een Russische speciale operatie”. Pro-Europese oppositiepartijen deden eenzelfde oproep. De grootste oppositiepartij, die spreekt over „diefstal van stemmen van het Georgische volk”, heeft bovendien laten weten haar zetels in het parlement niet te zullen innemen.
Bij de verkiezingen in Georgië was de grote vraag: blijft het land in de pas lopen met Moskou of richt het de blik op Europa? Een keuze tussen meer democratie of meer onvrijheid. Drie uur nadat de stembussen zaterdagavond sloten, koerste GD, opgericht door pro-Kremlin oligarch Bidzina Ivanisjvili, met zo’n 54 procent van de stemmen volgens de Kiescommissie af op de overwinning. Al snel claimde de partij de winst.
Maar de president deed dat zondag allerminst. Zoerabisjvili: „We kunnen deze verkiezingen niet erkennen, dat zou hetzelfde zijn als erkennen dat Rusland hier is binnengekomen”. Tijdens en na de stemming op zaterdag werden honderden incidenten van intimidatie, kiezersbedrog en vervalsing gemeld door oppositiepartijen en door onafhankelijke ngo’s. „Een constitutionele staatsgreep”, noemde de oppositie het al snel.
Het is aannemelijk dat Georgiërs maandag in groten getale gaan protesteren tegen de uitslag. Eerder deze maand verzamelden tienduizenden Georgiërs zich al in de hoofdstad Tbilisi tegen pro-Russische machthebbers. Toen eerder dit jaar ‘de Russische wet’ werd ingevoerd, een wet tegen ngo’s en mediaorganisaties, gingen ook talloze Georgiërs de straat op. Die wet had voor de Russische president Vladimir Poetin, met succes, als doel om Georgië buiten de EU te houden.
Felicitatie Orbán
De Georgische pro-Europese oppositie was zondag verbijsterd dat de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), een samenwerkingsverband van 57 lidstaten, de verkiezingsuitslag niet expliciet afkeurde. Tijdens een persconferentie zondagmiddag bedankte de OVSE de „nieuwe regering”. Voor GD was de impliciete goedkeuring door de OVSE ‘bewijs’ dat de verkiezingen eerlijk zouden zijn verlopen.
Lees ook
‘Wij leven op een tijdbom maar de Georgische regering doet niets voor ons’
De OVSE had, op verzoek van de Georgische autoriteiten, een team van observanten naar het land gestuurd om in de gaten te houden of de verkiezingen eerlijk zouden verlopen. Zij zagen onder meer een „intense sfeer gekenmerkt door meldingen van intimidatie” bij stembureaus, verklaarde Pascal Allizard, een Franse senator die namens de organisatie het woord voerde. Ook zouden er stemmen zijn gekocht – hoeveel is onduidelijk – en er zou een „ongelijk financieel speelveld” zijn geweest voor de politieke partijen. Harde conclusies trok de OVSE desondanks niet.
Ondertussen ontving GD op sociale media felicitaties van de Hongaarse premier Viktor Orbán en van Margarita Simonian, de hoofdredacteur van de Russische propagandazender RT (voorheen Russia Today).
Lees ook
Regeringspartij Georgië claimt verkiezingswinst, oppositie erkent uitslag niet
De Libris Geschiedenis Prijs is dit jaar toegekend aan historicus Bas von Benda-Beckmann voor zijn boek Het kleedje voor Hitler. Dat heeft juryvoorzitter Gerdi Verbeet zondag bekendgemaakt in het VPRO-radioprogramma OVT.
De jury noemt het boek ‘een pageturner waarin de auteur gebruikmaakt van een grote rijkdom aan verrassende bronnen. Een boek dat laat zien dat de geschiedenis niet zwart-wit is en op meeslepende wijze een persoonlijke en grote geschiedenis met elkaar verweeft.’
Bas von Benda-Beckmann, kind van een Duitse vader en een Nederlandse moeder, beschrijft in Het kleedje voor Hitler in 672 pagina’s de geschiedenis van zijn eigen familie, die nauwe banden had met belangrijke nazi’s. Een tante van zijn vader was getrouwd met Alfred Jodl, een van de trouwste generaals van Adolf Hitler. Een andere tante was verliefd op een half-Joodse arts.
„Het knappe aan het boek is dat de schrijver niet alleen het verhaal van zijn bijzondere familie vertelt, maar ook steeds vragen stelt die dat verhaal overstijgen”, schreef de recensent van NRC, die het boek vijf ballen gaf. Zo vraagt Von Benda-Beckmann zich hardop af hoe hij zich zelf moet verhouden tot het nazi-verleden van zijn familie, bijvoorbeeld wanneer er commotie is rond het graf van zijn ‘tante Luise’ en haar echtgenoot Alfred Jodl.
Tegen NRC zei Von Benda-Beckmann daar eerder over: „Als historicus moet je altijd nadenken hoe je je verhoudt tot een onderwerp. Ik zag van tevoren: dit gaat alleen werken als ik daar op reflecteer, als ik transparant ben naar de lezer maar ook naar mezelf. Als je mensen persoonlijk kent, speelt dat altijd een rol bij hoe je ze waarneemt en interpreteert. Daar moet je iets mee.”
Bas von Benda-Beckmann (1976) schreef eerder onder meer Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen, dat in 2020 de longlist van de Libris Geschiedenis Prijs haalde, en De Velser affaire. Een omstreden oorlogsgeschiedenis, dat in 2014 op de shortlist van de prijs stond.
Aan de prijs voor het beste historische boek is een bedrag van 20.000 euro verbonden. Andere genomineerden waren: Een adres. De geschiedenis van de Joodse onderduik van Michal Citroen, De bolle Gogh. Biografie van Jaap Cohen, De droom van Den Haag. De Haagse vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde van Benjamin Duerr en De ontdekking van Insulinde. Op reis in Nederlands-Indië in de negentiende eeuw van Rick Honings.
De Libris Geschiedenis Prijs voor het beste geschiedenisboek werd dit jaar voor de achttiende keer uitgereikt. De prijs is een initiatief van Libris, het Rijksmuseum, het Nederlands Openluchtmuseum, de VPRO, Historisch Nieuwsblad en Trouw. Dit jaar dongen er 353 inzendingen van 43 uitgevers mee naar de prijs.
Bij twee Israëlische luchtaanvallen op het noorden van Gaza zouden zeker 45 mensen om het leven zijn gekomen. Dat meldt Al Jazeera. De slachtoffers zouden voornamelijk vrouwen en kinderen zijn. Het Israëlische leger heeft nog niet op de aanvallen gereageerd.
Volgens het Gazaanse persbureau Wafa werden bij de aanval vijf woongebouwen in Beit Lahiya verwoest. Het is onbekend hoeveel mensen zich nog onder het puin bevinden. Het Gazaanse ministerie van Volkgezondheid omschrijft de aanval als een „gruwelijk bloedbad”.
Lokale media melden dat reddingswerkers de slachtoffers die mogelijk nog vast zitten niet kunnen bevrijden vanwege aanhoudende Israëlische beschietingen. Daarnaast wordt het helpen van slachtoffers bemoeilijkt door het gebrek aan ambulances.
Een aantal uur later zou er opnieuw een luchtaanval hebben plaatsgevonden in de stad. Ditmaal op een gebouw waar ontheemde Palestijnen schuilden. Daarbij zouden minstens tien mensen zijn gedood.
Noord-Gaza wordt al drie weken lang aangevallen door Israëlische troepen. Volgens het leger schuilen er veel Hamas-strijders. Eerder stak het leger gebouwen, waaronder een school, en tentenkampen in brand.
In de Portugese hoofdstad Lissabon hebben zaterdag enkele duizenden mensen gedemonstreerd tegen politiegeweld. Dat melden lokale media.
Aanleiding voor de demonstraties is de dood van Odair Moreno Moniz op 21 oktober. De Portugese politie schoot de 43-jarige chefkok na een achtervolging dood in Amadora, een voorstad van Lissabon. Moniz was geboren in Kaapverdië, maar woonde al lange tijd in Portugal. De politie doet onderzoek naar het voorval.
In de nasleep van Moniz’ dood braken in verschillende buitenwijken van Lissabon rellen uit. Daarbij gingen onder meer auto’s, bussen en vuilcontainers in vlammen op. Volgens CNN Portugal telde de politie tot en met zaterdagochtend 123 incidenten. 21 mensen werden gearresteerd.
Temidden van de onrust riep de actiegroep Vida Justa (Rechtvaardig Leven) donderdag op tot een demonstratie, die zaterdagmiddag moest plaatsvinden in het centrum van Lissabon. De radicaalrechtse partij Chega maakte daarop bekend op diezelfde datum en locatie een tegendemonstratie te houden, om de politie te steunen.
‘Stop ons te vermoorden’
Volgens persbureau Reuters verzamelden zich zaterdag „enkele duizenden” demonstranten voor de demonstratie van Vida Justa. Ze droegen spandoeken met daarop leuzen als „stop ons te vermoorden” en „wie moeten we bellen als de politie de moordenaar is?”. Op de tegendemonstratie van Chega kwamen volgens publieke omroep RTP uiteindelijk zo’n driehonderd mensen af.
De beide demonstraties verliepen zonder problemen: Vida Justa paste op het laatste moment de route van de protestmars aan, om een confrontatie met de tegendemonstranten te vermijden. Wel vlogen bij onlusten in de buitenwijk Benfica zaterdagavond opnieuw auto’s in brand.
De VN-mensenrechtenorganisatie OHCHR uitte vorig jaar al haar zorgen over racisme en politiegeweld in Portugal. Volgens VN-rapporteur Ibrahima Huisse vormt excessief politiegeweld tegen mensen van Afrikaanse afkomst een „diepgewortelde praktijk” in het land.
Lees ook
Portugese politicoloog: ‘De samenleving polariseert nog meer wanneer extreem-rechts in het parlement komt’
Het is druk bij School Nummer 153 in de wijk Krtsanisi, die zich aan de uiterste oostkant van Tbilisi uitstrekt langs de bergen. De school doet deze zaterdag dienst als stembureau tijdens de razend spannende parlementsverkiezingen, die het verdeelde Georgië al weken in de greep houden. Daarin strijdt de machtige regeringspartij Georgische Droom (GD) met ruim tien pro-Europese oppositiepartijen en -coalities om de toekomst van het land. Die blijft vooralsnog onbestemd.
Om 12 uur precies komt Beka Gabadadze de school uitgelopen. De 34-jarige queer activist en sociaal werker is verkiezingswaarnemer namens een Georgische organisatie van juristen. Hij is deze ochtend al bij vier kieslokalen langsgegaan om de stemming te peilen, en hoewel hij geen grote onregelmatigheden constateerde, was hij getuige van dubieuze taferelen. Hij laat een filmpje zien met daarop schimmige mannen in zwarte leren jacks. „Maffiose types van Georgische Droom, die kiezers proberen te beïnvloeden”, luidt zijn commentaar.
De spanning in het land is om te snijden. Velen beschouwen de verkiezingen als een referendum over de toekomst van hun land: een keuze tussen Rusland en Europa, tussen democratie en onvrijheid en ook: tussen vrede en oorlog. Al weken voert Georgische Droom een agressieve campagne en werden in aanloop naar de verkiezingen talloze gevallen gemeld van intimidatie en kiezersbedrog. Om hun zichtbaarheid te vergroten, gingen beide kanten deze week de straat op met grote demonstraties.
Lhbt’ers
Zeker voor Georgiërs als Beka Gabadadze is de stembusgang dit weekend ‘existentieel’. Gabadadze is bestuurslid van de Georgische lhbt-organisatie Temida, die zich richt op hulpverlening en voorlichting aan met name transgenders. Vorige maand keurde het door Georgische Droom gedomineerde parlement omstreden wetgeving goed, die de rechten van lhbt’ers drastisch inperkt. Wint Georgische Droom, dan zal de wet begin december in werking treden. Daarbovenop dwingt een uit Rusland gekopieerde wet op ‘buitenlandse agenten’ ngo’s als Temida zich sinds kort te registreren. Daarmee dreigen zij cruciale buitenlandse subsidies en donaties te verliezen.
„Deze wetten zijn afschuwelijk”, zegt Gabadadze op het schoolplein. „Ze ontnemen lhbt’ers hun anonimiteit en criminaliseert hulpverlening en voorlichting. Een arts die een trans persoon hormonen voorschrijft, kan volgens de nieuwe wet straks vier jaar cel krijgen.” Hij vertelt over de massale uittocht van lhbt’ers uit Georgië die gaande is. „Het fascistische narratief van Georgische Droom maakt het leven voor activisten ondraaglijk. Juist queer zitten in de frontlinie, velen van ons zijn bang en wanhopig.” De oppositie, verenigd in vier coalities, heeft beloofd bij winst de wetten schrappen.
Verbod oppositie
Niet alleen voor de kwetsbaarste groepen in de Georgische samenleving staat er bij deze verkiezingen veel op het spel. Ook voor de steenrijke, pro-Russische GD-partijbaas Bidzina Ivanisjvili is het erop of eronder. De 68-jarige oligarch deed er dan ook alles aan om Georgiërs in te prenten dat een stem op de oppositie een stem vóór oorlog met Rusland is en alleen zijn partij de vrede kan bewaren. In een zeldzaam interview beschuldigde hij het Westen deze week van inmenging en herhaalde hij zijn dreigement bij winst de oppositie te verbieden.
Op hun beurt zien Georgische en westerse deskundigen sterke aanwijzingen van Russische inmenging bij de verkiezingen en in het GD-beleid. Volgens de Bulgaarse onderzoeksjournalist Christo Grozev hebben de Russische diensten het in het sterk pro-Europese Georgië wat dat betreft eenvoudig. „Rusland kan alleen een pro-Russisch regime in Georgië veiligstellen door middel van radicale verkiezingsfraude”, zei Grozev tegen het Letse medium Delfi.
Lees ook
‘Wij leven op een tijdbom maar de Georgische regering doet niets voor ons’
Ivanisjvili gebruikte de alomtegenwoordige angst voor Rusland voor zijn gewin, ook de hoge kiesdrempel (5 procent) maakte het voor de oppositie moeilijk het GD-monopolie te doorbreken. Toch heeft de 41-jarige Ani Gamilaghdisjvili er aan het eind van de dag alle vertrouwen in dat de oppositie wint. Samen met haar dochter is ze waarnemer in de wijk Saburtalo, aan de andere kant van de stad. „We hebben gelukkig weinig problemen gehad vandaag”, zegt ze. „We hopen dat er nog veel mensen komen voor de stembus sluit.”
Gamilaghdisjvili, werkzaam bij een internationaal bedrijf, meldde zich als waarnemer vanwege de steeds repressievere opstelling van de regering. „Mensen willen deze regering niet, ze hebben ingezien dat Ivanisjvili onder Poetins controle staat en alleen doet wat Moskou hem opdraagt.” Net als veel landgenoten vreest ze dat Georgische Droom zal pogen de stembusgang te manipuleren. „Ik blijf hier tot de laatste stem is geteld.”
‘s Avonds zitten 3,8 miljoen Georgiërs met samengeknepen billen aan tv en telefoon gekluisterd, maar de race is spannend en de uitslag blijft de hele avond onduidelijk. Een uur voor sluiting van de stembus claimt zittend premier Irakli Kobachidze, geflankeerd door Ivanisjvili, alvast de overwinning. Sommige oppositiepolitici doen hetzelfde. Drie uur na sluiting van de stembus koerst GD met bijna 53 procent van de stemmen volgens de Kiescommissie af op de overwinning. „Dit gaat in tegen alle geloofwaardige exitpolls”, vat universitair docent Alexander Kavtaradze op X het ongeloof binnen de oppositie samen, die nog hoopt op de diaspora-stem. Felicitaties zijn dan al binnen: van de Hongaarse premier Viktor Orbán en van de Russische propagandist Margarita Simonjan.
De Oekraïense gastregisseur Andriy Zholdak pakte ongevraagd de bil vast van een danseres tijdens een repetitie van de operavoorstelling Fidelio. Dat schrijftHet Parool zaterdag in een reconstructie. De Nationale Opera keurt het gedrag van de regisseur af en zal hem niet meer inhuren.
Volgens Het Parool gedroeg Zholdak zich tijdens de repetities ,,autoritair” en ,,uiterst onvoorspelbaar.” Fidelio, de enige opera van Beethoven, heeft al een script, maar de regisseur zou bedenksels hebben toegevoegd die ,,vaak een seksueel karakter” hadden.
Oraal bevredigen
Bij een scène over een wiskundeles zou Zholdak een danseres hebben opgedragen om te doen alsof ze haar tegenspeler oraal bevredigde. Vervolgens zou de regisseur de tegenspeler aangemoedigd hebben om de bil van de danseres vast te pakken en deed hij het eerst zelf voor. Na afloop van de scene barstte de danseres in huilen uit, schrijft de krant.
Na een klacht van de danseres, een brandbrief van een figurant en een gesprek met figuranten en het productieteam, greep operadirecteur Sophie de Lint in. De repetities werden afgemaakt, maar Zholdak moest via een videoverbinding toekijken. Ook was er constant een directielid aanwezig bij de repetities. Toen de regisseur later toch weer werd uitgenodigd bij de repetities, besloot de danseres om niet meer mee te werken aan de productie, aldus Het Parool.
Aangifte
De danseres deed aangifte van aanranding, maar het Openbaar Ministerie (OM) ging niet over tot vervolging, omdat het voorval volgens vier getuigen niet in een seksuele context plaatsvond. Desondanks noemt de officier van justitie het gedrag wél grensoverschrijdend.
Omdat het OM niet tot vervolging wil overgaan, bereidt de danseres een artikel 12-procedure voor bij het gerechtshof. De danseres is teleurgesteld in het handelen van de directie van De Nationale Opera, schrijft Het Parool.
De culturele instelling heeft op de eigen website uitgebreid gereageerd op het artikel, omdat de organisatie vindt dat de krant ,,belangrijke aspecten onvoldoende belicht.” De Nationale Opera vindt dat het adequaat heeft ingegrepen en wist naar eigen zeggen niet af van het dubieuze verleden van Zholdak. De regisseur zelf wilde volgens Het Parool niet op de gebeurtenissen bij Fidelio ingaan.
Lees ook
Opnieuw grensoverschrijdend gedrag in de podiumkunsten: wat is er aan de hand?
Bij een aanval van de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) op het Soedanese dorp Al-Sireha zouden 124 mensen zijn gedood. Dat meldt persbureau Reuters zondag op basis van informatie van het Wad Madani Resistance-comité, een pro-democratische activistengroep.
Volgens de activisten gaat het om het dodelijkste incident sinds het begin van de oorlog tussen de RSF en het regeringsleger. Die oorlog begon achttien maanden geleden, toen de integratie van de paramilitairen met het nationale leger mislukte.
Het dorp Al-Sireha ligt in landbouwstaat Gezira, ten zuidoosten van de hoofdstad Khartoem. De aanval zou een wraakactie zijn voor de overgave van de hooggeplaatste RSF-officier Abuagla Keikal aan het regeringsleger. De officier is afkomstig uit de landbouwstaat.
Plunderingen
Bewoners van Gezira zijn al maanden het doelwit van de RSF. De paramilitaire strijdgroep bestaat uit Arabische en gearabiseerde strijders en is berucht om zijn plunderingen en verkrachtingen. De RSF heeft inmiddels grote delen van Soedan overgenomen.
Bij de oorlog zijn ook buitenlandse mogendheden betrokken. Het regeringsleger wordt gesteund door onder meer Egypte en Iran, de RSF door de Verenigde Arabische Emiraten.
Door de Soedanese oorlog zijn er inmiddels elf miljoen mensen op de vlucht geslagen. In delen van het land is er ook een hongersnood uitgebroken. De Verenigde Naties spreken over een van de ergste humanitaire crises ter wereld.
Lees ook
In de uitzichtloze oorlog in Soedan houden jongeren met soepkeukens de mensen in leven