Belgische speelgoedketen ToyChamp neemt Intertoys over

Intertoys, de grootste speelgoedwinkelketen van Nederland, komt in Belgische handen. Mirage Retail Group, het voormalige Blokker Holding, verkoopt Intertoys aan branchegenoot ToyChamp. Een overnameprijs is niet bekendgemaakt. De Autoriteit Consument en Markt moet zijn goedkeuring nog geven. De betrokken partijen verwachten de deal dit jaar nog af te ronden.

ToyChamp heeft al 26 winkels in Nederland en 15 in België. De ketens moeten naast elkaar blijven bestaan, wel willen ze profiteren van schaalvoordelen door samen in te kopen. Topman Koen Nolmans is al langer op overnamepad: een jaar geleden nam hij branchegenoot DreamLand (48 winkels, alleen in België) over. Intertoys is met ruim 200 winkels een stuk groter. Volgens beide bedrijven zijn er geen gevolgen voor de 1.400 personeelsleden van Intertoys. Ook de huidige directie van Intertoys blijft zitten.

Intertoys is in 1976 opgericht door zelfstandige speelgoedwinkels en ongeveer de helft van de winkels wordt nog altijd door franchisenemers gerund. Het Vakcentrum, de brancheorganisatie van zelfstandige winkeliers, reageert positief op de overname. „Het is goed dat franchisenemers zekerheid krijgen voor de langere termijn.”

Speelgoedfamilie

Nolmans komt uit een speelgoedfamilie: eerder werkte hij bij de speelgoedwinkelketen die zijn vader Edmond Nolmans in 1986 oprichtte en in 2000 verkocht. Een jaar later richtte Koen Nolmans ToyChamp op met zijn twee broers. Door een concurrentiebeding was die keten aanvankelijk alleen in Nederland actief, schrijft de Belgische zakenkrant De Tijd. „De gedrevenheid en de ervaring die de familie Nolmans in deze markt heeft is zeer waardevol”, zegt Mirage-topman Ynse Stapert.

Volgens beide bedrijven zijn er geen gevolgen voor de 1.400 personeelsleden van Intertoys

Nolmans zegt „een rotsvast geloof in de magie van fysiek winkelen” te hebben. In de winkels worden regelmatig demonstraties en ‘meet & greets’ met kinderhelden als K3 en Paw Patrol georganiseerd, waarmee ToyChamp klanten naar de filialen wil trekken en tegenwicht wil bieden aan online speelgoedverkopers.

Intertoys was jarenlang onderdeel van Blokker Holding, maar werd eind 2017 verkocht aan een Britse investeringspartij. Die liet de speelgoedwinkel al na 14 maanden failliet gaan, waarna er een kortstondige herstart was onder een Portugese eigenaar. Ook die hield het niet lang vol: na een paar maanden werd Intertoys weer terugverkocht aan Blokker, dat inmiddels Mirage Retail heette.

Winstgevend

Terug bij het oude nest werd Intertoys al snel weer winstgevend. Afgelopen boekjaar zette Intertoys bijna 208 miljoen euro om en boekte het een brutowinst van 12,4 miljoen euro. Intertoys was voor Mirage een belangrijke bron van inkomsten: zusterbedrijf Blokker is al jaren verlieslatend. Ook Mirage zelf boekte vorig jaar een verlies van 20,7 miljoen euro.

Lees ook

De redder van Blokker en Intertoys? ‘Echt níémand had er vertrouwen in dat dit nog goed zou komen’

De redder van Blokker en Intertoys? ‘Echt níémand had er vertrouwen in dat dit nog goed zou komen’

Vorige zomer zette Mirage Intertoys al in de etalage om aan geld te komen voor de rest van het concern, maar die verkooppoging mislukte destijds. Dit keer was Mirage niet actief op zoek naar een nieuwe eigenaar voor Intertoys, ToyChamp klopte zelf aan met een voorstel.

Met de verkoop van Intertoys krimpt Mirage Retail nog verder. Naast Blokker bezit de winkelgroep alleen nog het acht winkels tellende Miniso, een Chinese cadeauwinkelketen waar Mirage franchisenemer van is. Eind vorig jaar gingen koopjesketen Big Bazar en de elektronicawinkels van BCC al vlak na elkaar failliet.


Het Vlaamse Ninove krijgt een radicaal-rechts bestuur, mét de stiefdochter van de burgemeester

In de woonkamer van België’s eerste radicaal-rechtse burgemeester Guy D’haeseleer speelt wethouder van Jeugd, Sport en Dierenwelzijn Malika Sclacmender met een wit hondje. Aan de eettafel lacht de 55-jarige D’haeseleer naar zijn twintigjarige stiefdochter. Afgelopen week benoemde hij haar tot wethouder, wat in België tot opgetrokken wenkbrauwen leidde. „Ik ben niet met haar moeder gehuwd, dus mogen we volgens de wet samen in het college zitten”, zegt D’haeseleer.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober haalde D’haeseleer met zijn lokale Vlaams Belang-afdeling Forza Ninove een absolute meerderheid in Ninove, een stadje van veertigduizend inwoners in het achterland van Brussel. Sinds eind vorige eeuw veel fabrieken sloten, gaat het economisch slecht met de streek. De afgelopen jaren trokken veel Belgen met een migratieachtergrond vanwege hoge huizenprijzen in Brussel naar goedkopere steden als Ninove.

Alle ogen zijn nu op Ninove gericht. „Ik heb dertig jaar lang vanuit de oppositie naar een doorbraak van het cordon sanitaire toegewerkt”, zegt D’haeseleer. „We krijgen maar één kans. Als het nu een puinhoop wordt, gaan ze zeggen dat ‘die van Vlaams Belang’ er niks van bakken.”

Ninove is een van de twee Belgische gemeenten waar radicaal-rechts vanaf december bestuurt, al loopt er nog wel een onderzoek naar mogelijke fraude met volmachten. In het Antwerpse Ranst koos een lokale partij voor besturen met Vlaams Belang. Ook in het West-Vlaamse Izegem kondigde een lokale partij zaterdag een samenwerking met radicaal-rechts aan. Maandagmiddag trok de lokale partij zich terug, partijleden zouden na de bekendmaking zijn „bedreigd met ontslag en fysiek geweld”.

Afschrikken

Een van de eerste zaken die D’haeseleer in Ninove wil aanpakken is wie aanspraak kan maken op een sociale huurwoning. „Als burgemeester kan ik de grenzen niet sluiten, maar ik kan vreemdelingen wel afschrikken”, zegt D’haeseleer. „Ik vind dat je vijftien jaar in Ninove moet wonen voor je recht hebt op een sociale woning. Voor wie in Ninove geboren is, is dat geen probleem.” Ook wil hij het politiebureau langer openen en de „verfransing” tegengaan.

Op straat zijn de reacties gemengd. „Guy gaat dat goed doen”, zegt de gepensioneerde Mark Behagel voor de ingang van supermarkt Delhaize. „De vorige burgemeester was vriendelijk, maar er gebeurde niks.” Zo hoopt Behagel dat D’haeseleer het zwembad heropent.

„Ik geef ze een kans, maar ik heb er geen goed gevoel bij”, zegt een vrouw die niet met haar naam in de krant wil. De lunchende scholieren Lars en Chaima zijn allebei zeventien 17 jaar en mochten nog niet stemmen. „Ik voel me nooit onveilig op straat”, zegt Lars. „Het is hier best gezellig.” Ze vragen zich af of Vlaams Belang niet vooral iets is „van oude mensen”. „In onze vriendenkring en op school is geen racisme”, zegt Chaima.

„De zware lokale verankering voor Vlaams Belang is er niet gekomen”, zegt politicoloog Herwig Reynaert van de Universiteit Gent. De partij rekende op bestuursdeelname in veel meer dan twee gemeenten. „Korte lijnen met regeringspartijen in Brussel zijn handig als je om extra middelen wil vragen”, zegt Reynaert. Samenwerken met eeuwige oppositiepartij Vlaams Belang helpt dan niet. Zo noemde de burgemeester van badplaats Middelkerke tegenover de VRT zijn overweging om toch niet met Vlaams Belang te besturen, de keuze tussen „een parel of een paria aan de kust” worden.

Gent tegen N-VA-bestuur

In grote delen van Vlaanderen is samenwerken met Vlaams Belang een brug te ver, in Gent blijkt dat voor progressieve partijen ook te gelden voor de rechtse Vlaams-nationalisten van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). Een week lang verzamelden zich duizenden inwoners voor het stadhuis, nadat socialisten, liberalen en N-VA bekendmaakten een coalitie te willen vormen. De Vlaams-nationalisten zouden voor het eerst het overwegend progressieve Gent besturen.

„N-VA past niet bij onze stad, ze breken het sociaal weefsel af”, zegt caféuitbater Karel Blondeel tijdens een van de demonstraties, een vintage racefiets nonchalant in de hand houdend. Om hem heen worden Belgische vlaggen en borden met ‘Gent = diversiteit’ in de lucht gehouden. Er klinken trommels en de aan socialisten gerichte leuze „Doe het niet, doe het niet”.

„Ik was zo kwaad toen ik van het akkoord tussen socialisten en N-VA hoorde”, zegt ook Teun van de Voorde, die bij een vakbond werkt. „N-VA past niet bij hoe we hier zorg dragen voor elkaar. Wij zijn een warme stad.” Zondagavond besloten de leden van Vooruit Gent om tegen het akkoord met N-VA te stemmen.

Het laat zien dat de verstandhouding tussen socialisten en Vlaams-nationalisten niet overal even goed zijn, ondanks de ‘bromance‘ die de Vlaamse pers signaleert tussen N-VA-leider Bart De Wever en Vooruit-leider Conner Rousseau.

De Wever leidt intussen de onderhandelingen over een centrum-rechtse Belgische regering, waar Vooruit als enige linkse partij in zou stappen. „De onderhandelende partijen zijn goed uit de lokale verkiezingen gekomen, dus ik had verwacht dat ze eindelijk zouden versnellen”, zegt politicoloog Carl Devos van de Universiteit Gent. Vooruit maakte donderdag bekend dat ze niet verder praten zolang een „onevenwichtig” sociaal-economisch plan niet wordt bijgestuurd.

Geeft formateur De Wever te veel toe aan Vooruit-leider Rousseau, dan heeft hij de leider van de Franstalige liberalen, Georges-Louis Bouchez, tegen zich. Devos spreekt van de „zwaarste” regeringsonderhandelingen van deze eeuw. „Onze begroting is compleet ontspoord, dus het gaat erom hoe je via besparingen en belastingen het sociale model van België redt.”

Vlaams Belang kan in bijna heel België nog worden uitgesloten, de andere Vlaamse nationalisten – die van de N-VA – zitten stevig in het centrum van de macht. Het is aan een partij die eigenlijk het land België liever kwijt dan rijk is, om België weer op de rails te trekken. Of ook de socialisten met hun plannen instemmen, is dan nog de vraag.

Lees ook

Vlaams Belang treedt voor het eerst toe tot een gemeentebestuur: brokkelt het cordon sanitaire af?

Tom Van Grieken, leider van het radicaal-rechtse Vlaams Belang, brengt zijn stem uit in het Belgische Schoten tijdens gemeentelijke en provinciale verkiezingen op 13 oktober.


NCTV: China en Rusland intensiveren cyberaanvallen op Nederland

Nederland is in toenemende mate doelwit van cyberaanvallen door ‘statelijke actoren’ en vitale infrastructuur als windmolenparken lopen het risico geraakt te worden door sabotage. Dat zijn enkele van de bevindingen uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2024, dat ieder jaar wordt gepubliceerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).

In het rapport worden met name Rusland en China genoemd als staten die Nederland in steeds grotere mate proberen te raken met cyberaanvallen. Daarbij wordt benadrukt dat niet alleen veiligheidsdiensten van een land verantwoordelijk zijn, maar dat ook hackerscollectieven, universiteiten en bedrijven worden ingeschakeld voor zaken als sabotage en datadiefstal.

Naast een intensivering wordt ook de complexiteit van cyberaanvallen steeds groter, omdat aanvallen in verschillende vormen worden uitgevoerd. Qua doelwitten richt Rusland zich volgens de NCTV met name op cruciale infrastructuur van de NAVO en de EU, waar China zich steeds meer richt op de sabotage van onder meer militaire infrastructuur. Dergelijke aanvallen zijn in Nederland nog niet voorgekomen, maar vormen wel een grote dreiging in de toekomst.

Digitale monocultuur

Vanwege de toename van steeds complexere aanvallen moet Nederland meer doen om zich te beveiligen. Zo waarschuwt de NCTV organisaties voor wat een „digitale monocultuur” wordt genoemd, waarbij gebruik wordt gemaakt van slechts een klein aantal softwareaanbieders en een cyberaanval daardoor een grotere impact kan hebben. Dat kan vervolgens weer gevolgen hebben voor ziekenhuizen, luchthavens en overheidsinstanties.

In Nederland wordt momenteel gewerkt aan één centrale cybersecurityorganisatie, waar het Nationaal Cyber Security Centrum, het Digital Trust Center en het Computer Security Incident Response Team voor digitale dienstverleners deel van zullen uitmaken. Deze organisatie zal zich bezighouden met toezicht op cyberdreigingen en het nemen van veiligheidsmaatregelen. Ook op Europees niveau moet dergelijk beleid beter gestroomlijnd gaan worden.
 


Conflict bij Volkswagen escaleert: mogelijk tienduizenden banen weg, massale stakingen dreigen

Het sluimerde al twee maanden, maar maandag is het conflict tussen personeel en directie van Volkswagen in volle omvang naar de oppervlakte gekomen. Daarmee lijken massale stakingen bij een van de grootste industriële werkgevers van Europa nabij.

De invloedrijke voorzitter van de ondernemingsraad, Daniela Cavallo, bracht maandag op een bijeenkomst voor personeel in thuisstad Wolfsburg naar buiten dat het concern van plan is drie fabrieken in Duitsland te sluiten en tienduizenden mensen te ontslaan. Volkswagen zit in grote problemen en de directie wil dat het bedrijf veel efficiënter gaat produceren.

Het concern heeft tien fabrieken in Duitsland en meer dan honderdduizend werknemers (wereldwijd 660.000). Dat het bedrijf nadacht over sluitingen, was bekend, maar niet dat het om een dergelijk groot aantal locaties zou gaan en dat de directie er inmiddels concreet mee bezig is. Als de sluitingen er komen, zouden het de eerste in Duitsland zijn in de decennialange geschiedenis van het autoconcern.

Verschillende scenario’s

De aankondiging van Cavallo volgde op nieuws van zondagavond van de Duitse krant Handelsblatt. Daarin werd melding gemaakt van loonkortingen voor het personeel van 10 procent, het uitsluiten van loonsverhogingen de komende jaren en verschillende scenario’s voor sluitingen van fabrieken in Duitsland. Juist in het thuisland zouden de productiekosten relatief hoog liggen, en middelgrote fabrieken zoals die in Emden (tegenover Delfzijl aan de Eems) of het Oost-Duitse Zwickau in aanmerking komen voor sluiting.

De directie heeft het vuur aangestoken en is daarna weggerend

Daniela Cavallo
voorzitter ondernemingsraad

De top „speelt met het kolossale risico dat we alle gesprekken zullen afkappen, en we zullen doen wat personeel doet als het vreest voor het eigen voortbestaan”, aldus Cavallo maandag. Ze zei dat de directie twee dagen de tijd heeft om de plannen van tafel te halen. Ze had een slaapwekkertje bij zich, om de klassieke ‘vijf voor twaalf’-waarschuwing concreet te maken.

„De directie heeft het vuur aangestoken en is daarna weggerend”, zei Cavallo – een sneer naar bekendmakingen door de directie in september dat ingrijpen nodig was, waarna specificering uitbleef. Toen kwam al naar buiten dat de directie mogelijk fabrieken wilde sluiten, maar dat was toen het startschot voor gesprekken met de ondernemingsraad.

Tweede winstwaarschuwing

Met Volkswagen gaat het extreem slecht. Het bedrijf verliest in rap tempo martkaandeel in China en ook in Europa vallen de verkopen van met name elektrische modellen flink tegen. Het bedrijf gaf recent een tweede winstwaarschuwing af in korte tijd.

Maandag bestond onduidelijkheid over de vraag of de plannen om fabrieken te sluiten definitief zijn. Handelsblatt berichtte dat ook ontslagrondes op alle locaties een optie zouden zijn, om sluitingen te voorkomen – maar dat maakt de productie niet veel efficiënter, aldus de krant. Tegelijkertijd zijn volgens Handelsblatt aan fabriekssluitingen hoge kosten verbonden. Cavallo beweerde echter van de directie gehoord te hebben dat sluitingen concreet voorliggen.

Volkswagen zelf wilde hier niet op ingaan. Maar de felheid en de woedende houding van Cavallo, die ook in de raad van commissarissen zit, tonen in ieder geval dat het conflict bij het megaconcern – in omvang de tweede autoproducent ter wereld, na Toyota – snel verhardt. Ondertussen nadert ook het moment waarop het personeel volgens eerder gemaakte loonafspraken mag gaan staken: maandag 2 december is het zover.

De crisis bij Volkswagen is de grootste in jaren en heeft het zelfbeeld van Duitsland in korte tijd veel psychologische schade toegebracht. De hele economie – en met name de industrie – heeft het al tijden moeilijk. Volkswagen was decennialang synoniem met baanzekerheid en het Wirtschaftswunder, de economische wederopstanding van West-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Dat beeld is weggevaagd, en heeft plaatsgemaakt voor een gevoel dat de industrie in het land in een impasse verkeert.

Lees ook

Terwijl Stellantis en Volkswagen zwoegen, doet autofabrikant GM het wél goed

Een Cadillac OPTIQ tijdens de Autoshow in Parijs vorige week.

Volkswagen kon decennialang rekenen op de Chinese markt, waar na de hervormingen van leider Deng Xiaoping veel Chinezen massaal kozen voor de Duitse auto’s. Maar sinds het land vergaand is overgestapt op elektrisch rijden, vallen de modellen uit Wolfsburg niet meer in de smaak en kiezen Chinezen liever de merken van eigen bodem, zoals BYD en SAIC. De elektrische auto’s van die merken zijn technologisch hoogstaander, terwijl die uit Duitsland achterblijven op softwaregebied. „Er komen geen cheques meer binnen uit China”, zei topman Oliver Blume in september.

De directie wijst er graag op dat het Japanse Toyota ongeveer even veel auto’s maakt als Volkswagen, maar met de helft van het personeel. Daarbij gaat het overigens wel om het hele Volkswagen-concern, waar ook Audi, Seat en Skoda onder vallen, terwijl de huidige problemen en ruzie zich vooral concentreren bij het ‘kernmerk’ Volkswagen.

Eerdere machtsstrijd

In een eerdere machtsstrijd tussen Cavallo, in 2022, en voormalig topman Herbert Diess, moest die laatste het veld ruimen. Cavallo had in de raad van commissarissen steun weten te krijgen van de machtige aandeelhoudersfamilies Porsche en Piëch, evenals Stephan Weil, minister-president van deelstaat Nedersaksen en in die rol aandeelhouder. Ook nu zal Weil naar verwachting niet zomaar instemmen met banenverlies.

In de warrige bestuursstructuur van Volkswagen, waarin talloze belangen zijn vereeuwigd en de beweeg-ruimte voor een bestuursvoorzitter beperkt is, is het nooit helemaal goed te voorspellen wie uiteindelijk zal triomferen. Duidelijk is wel dat Cavallo aanstuurt op forse stakingen in december, tenzij de directie inbindt. Daarbij speelt mee dat er woensdag nieuwe loononderhandelingen starten tussen de directie en de vakbond, waarbij niemand verwacht dat het tot snelle overeenstemming zal komen. Woensdag presenteert Volkswagen ook de cijfers over het derde kwartaal.

Van de kant van het management bleef het maandag opvallend stil. Daarmee heeft het in ieder geval voeding gegeven aan de indruk dat er veel fabrieken op het spel staan. Mocht de directie dit plan doorzetten, dan is dat opvallend te noemen. Na de aankondiging in september rezen er ook direct twijfels of de top zo’n strijd met de vakbonden en ondernemingsraad wel aan zou durven. Inmiddels snapt iedereen: in Wolfsburg is het nu menens.


Groeit Salome Zoerabisjvili, de president van Georgië, uit tot boegbeeld van het verzet?

Een president die oproept om de straat op te gaan en te protesteren tegen een verkiezingsuitslag, dat zie je niet vaak. Salome Zoerabisjvili, de president van Georgië, liet zondagavond weten dat ze de uitkomst van de Georgische parlementsverkiezingen niet erkent. Volgens haar is zaterdag op grote schaal fraude gepleegd om de pro-Russische regeringspartij Georgische Droom aan een overwinning te helpen. Zoerabisjvili: „We waren getuigen en slachtoffers van een Russische speciale operatie.” Ze riep op om maandagavond te demonstreren op Roestaveli Avenue, de hoofdstraat van Tbilisi. „We verdedigen ons grondwettelijke recht, onze stem en onze toekomst.”

In het gepolariseerde Georgië, waar pro-Europese en pro-Russische krachten lijnrecht tegenover elkaar staan, heeft president Zoerabisjvili een bijzondere rol. Als enige vertegenwoordiger van de regering is zij uitgesproken voorstander van toetreding tot de Europese Unie. Sinds haar aantreden eind 2018 botst ze daarom geregeld met het door Georgische Droom gedomineerde kabinet en parlement. Die partij streeft formeel nog steeds naar EU-toetreding, maar voert ondertussen door het Kremlin geïnspireerde wetten in.

Zoerabisjvili toonde zich in de aanloop van de verkiezingen strijdvaardig. Zoals veel Georgiërs beschouwde ze 26 oktober als een existentiële dag: de dag dat het land met 3,8 miljoen inwoners zou afrekenen met de partij die al sinds 2012 aan de macht is en zou kiezen voor een Europese toekomst. Vooralsnog pakt dat anders uit: Georgische Droom haalde 54 procent van de stemmen, de pro-Europese oppositie, verenigd in vier allianties, kwam uit op 37,7 procent.

Lees ook

deze reportage uit Tbilisi

Kiezers bij een stembureau in het Georgische dorp Atskuri.

Mogelijk groeit Zoerabisjvili de komende tijd uit tot boegbeeld van het verzet. Ook al is de rol van de Georgische president primair ceremonieel van aard, Zoerabisjvili heeft de politieke ervaring, het netwerk, de overtuiging en de populariteit om het pro-Europese kamp – volgens opiniepeilingen circa 80 procent van de bevolking, ondanks de verkiezingsuitslag – te leiden.

Jeugd in Parijs

Russisch imperialisme speelde een rol vanaf het begin van Zoerabisjvili’s leven. Ze werd geboren in Parijs in 1952, in een Georgische familie die in 1921 was gevlucht toen de Sovjet-Unie een einde maakte aan de prille Democratische Republiek Georgië. Die republiek was drie jaar eerder mede opgericht door haar overgrootvader, journalist en politicus Niko Nikoladze.

Georgië was een ver en vreemd land, zei Zoerabisjvili in 2022 tegen The Washington Post: „Een mythisch land dat alleen in boeken bestond”. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig studeerde ze politieke wetenschappen aan de prestigieuze instelling Sciences Po in Parijs, gevolgd door Columbia University in New York.

Ze koos voor een carrière in de Franse diplomatie. Na functies in Rome, Washington, Wenen, Ndjamena (Tsjaad) en Brussel nam ze in 2004 afscheid van de diplomatie, na een jaar als Frankrijks ambassadeur in Georgië. Zoerabisjvili werd minister van Buitenlandse Zaken onder president Micheil Saakasjvili, waar ze zich twee jaar later van distantieerde. Ze richtte een eigen partij op, maar kwam in 2016 als onafhankelijk lid in het parlement.

In 2018 stelde Zoerabisjvili zich kandidaat als president. Ze moest er haar Franse paspoort voor opgeven. Ze kreeg – toen nog – de steun van Georgische Droom. Zoerabisjvili is de vijfde president van Georgië sinds het land zich in 1991 afscheidde van de Sovjet-Unie. Haar termijn kan binnenkort voorbij zijn: binnen 45 dagen na de verkiezingen kiest het parlement, aangevuld met 150 anderen, een nieuwe president. Het is de eerste keer dat de president niet rechtstreeks wordt gekozen.

Aanhangers van de Georgische Droom vieren zaterdagavond de exit poll in Tbilisi
Foto Irakli Gedenidze/ Reuteurs

Getekend door conflicten

Het presidentschap van Zoerabisjvili wordt getekend door conflicten met Georgische Droom. De partij probeert haar toch al bescheiden bevoegdhedenverder te reduceren. In 2023 probeerde de regering de president af te zetten omdat ze buitenlandse reizen had gemaakt zonder vooraf toestemming te vragen. Georgische Droom wil niet dat Zoerabisjvili voor EU-toetreding pleit in Europese hoofdsteden. De afzetting kreeg onvoldoende stemmen in het parlement.

In mei van dit jaar nam het parlement – ondanks langdurige straatprotesten – een wet aan die buitenlandse invloeden via ngo’s moet terugdringen, naar Russisch model. Zoerabisjvili sprak een veto uit maar dat werd weggestemd in het parlement. Zij heeft de wet nu voorgelegd aan het Constitutioneel Hof. Recent weigerde zij een andere wet, bedoeld om lhbti-rechten in te perken, te ondertekenen.

Voor Zoerabisjvili moet de verkiezingsuitslag, zelfs met fraude, een deceptie zijn. Begin oktober zei ze tegen Euronews dat ze verwachtte dat de gezamenlijke oppositie 60 procent van de stemmen zou krijgen, tegen 40 procent voor Georgische Droom. En daarbij hield ze al rekening met fraude, zei ze erbij.

De president zag voor zichzelf een belangrijke rol na de verkiezingen. Eerder dit jaar nam ze het initiatief voor het ‘Georgische Charter’, dat door veel oppositiepartijen werd getekend. Uitgaande van winst voor de oppositie was haar plan om een tijdelijk zakenkabinet in te stellen, dat snel maatregelen zou nemen om EU-toetreding weer mogelijk te maken. Dat plan was te optimistisch.

Lees ook

deze reportage over mijnwerkers in Georgië

Spoelinstallatie bij de mangaanmijn in Tsjiatoera.


De omstreden verkiezingsuitslag in Georgië is direct een politieke twistappel in de EU

De Europese Unie heeft de autoriteiten in Georgië opgeroepen de uitslag van de parlementsverkiezingen van afgelopen zaterdag te laten onderzoeken nadat verkiezingswaarnemers hadden geconstateerd dat de stembusgang gepaard ging met bedreigingen en geweld ten gunste van regeringspartij Georgische Droom. De campagne van Georgische Droom was geïnspireerd door Russische propaganda, aldus een EU-woordvoerder, en ging gepaard met een „ongekende hoeveelheid desinformatie”.

De anti-Europese en pro-Russische partij zou volgens de officiële uitslag 54 procent van de stemmen hebben gehaald, maar de pro-Europese oppositie erkent de uitslag niet. De pro-Europese president, Salome Zoerabisjvili, beschuldigde Rusland van inmenging in de campagne en van hybride oorlogsvoering. Ze riep op om maandagavond in hoofdstad Tiblisi tegen de uitslag te demonstreren.

Het was de tweede keer in korte tijd dat de Europese Unie en Rusland als het ware op afstand de confrontatie met elkaar aangingen over de toekomst van een voormalige Sovjet-Republiek die Moskou tot zijn invloedssfeer rekent, maar die ook de EU graag aan zich wil binden. Als antwoord op de grootschalige Russische invasie in Oekraïne heeft de EU gesprekken over lidmaatschap geopend met Oekraïne, Georgië en Moldavië. Zowel in Georgië als in Moldavië probeert Rusland systematisch de politieke koers te beïnvloeden.

In het kleine Moldavië liep het vorig week ternauwernood goed af voor de pro-Europese krachten. In een referendum koos een flinterdunne meerderheid van de bevolking in het kleine land, dat grenst aan Oekraïne en Roemenië, voor een grondwetswijziging – een formalisering van het streven naar lidmaatschap van de Europese Unie. Brussel kwam met de schrik vrij, al moet de pro-Europese president Maia Sandu komend weekend aantreden in een tweede ronde van presidentsverkiezingen omdat ze in de eerste ronde geen meerderheid haalde.

De Georgische president Salome Zourabichvili bij een persconferentie zondag
Kostya Manenkov/AP

Angst voor oorlog

Afgelopen weekend ging het dus om de toekomstige koers van kandidaat-lid Georgië. En ook nu was de belofte van een Europese toekomst geen vanzelfsprekende winnaar, al is op dit moment niet in te schatten hoe groot de invloed van Rusland is geweest. Tegenover het vooruitzicht op EU-lidmaatschap stond Russische inmenging, intimidatie én de angst voor oorlog. Georgische Droom suggereerde in de campagne dat het land bij een pro-Europese koers wel eens hetzelfde lot zou kunnen wachten als Oekraïne: een grootschalige Russische inval. Rusland viel in 2008 al eens binnen en houdt de regio’s Ossetië en Abchazië bezet.

Georgië heeft een pro-Europese bevolking, maar afgelopen jaar nam Georgië een aantal niet-democratische wetten aan, waarop Brussel de gesprekken over lidmaatschap bevroor. De parlementsverkiezingen werden daarom gezien als een belangrijke test voor de Europese toekomst van het land.

De omstreden uitslag in Georgië werd meteen een politieke twistappel ín de EU. De Hongaarse premier Viktor Orbán, dit half jaar roulerend voorzitter van de EU, kondigde aan naar Tbilisi te gaan om Georgische Droom te feliciteren. Orbán veroorzaakte afgelopen zomer ook al een rel door op bezoek te gaan bij Vladimir Poetin. Andere Europese politici hamerden er juist op dat in Georgië pluriformiteit en fundamentele rechten gerespecteerd moeten worden. De Poolse minister van Buitenlandse Zaken Radoslav Sikorski riep Europa op om achter de Georgische bevolking te gaan staan.


De uitdaging voor Max Verstappen: Lando Norris stevig bevechten – binnen de regels

Opnieuw is het gat geslonken. Na de Grand Prix van Mexico-Stad, waarin Max Verstappen een forse tijdstraf overhield aan wéér een gevecht met Lando Norris, ligt hij nog 47 punten voor op de Britse McLaren-rijder. Met nog vier races te gaan is dat aan de ene kant een comfortabele voorsprong – maar aan de andere kant ook niet. Twee redenen waarom Verstappen zich zorgen moet maken, en één opsteker.

Reden 1 tot zorgVerstappens agressie werkt tegen hem

Een week geleden, bij de race in het Amerikaanse Austin, clashten Verstappen en Norris ook al. Toen kwam de Nederlander nog zonder straf weg, omdat hij het gevecht weliswaar uiterst fel was aangegaan, maar ook precíes in het grijze gebied van de inhaalrichtlijnen was gebleven. Maar in Mexico was het vrij duidelijk dat Verstappen fout zat.

Eerst omdat hij Norris van de baan dreef toen die hem in een langzame bocht buitenom van de tweede plek wilde beroven. Volgens de richtlijnen die de F1-scheidsrechters, de stewards, gebruiken bij het beoordelen van zo’n incident, was Norris Verstappen zó ver gepasseerd dat die ruimte voor hem had moeten overlaten. Norris belandde alsnog voor Verstappen, die een paar tellen later wederom over de schreef ging. Om Norris terug in te halen, dook hij in een snelle slingerbocht, waar je normaal eigenlijk niet kunt inhalen, plotseling aan de binnenkant naast Norris. Dat deed Verstappen met zó’n hoge snelheid dat hij vervolgens uit de bocht vloog. Norris moest uitwijken om een crash te voorkomen.

De stewards gaven Verstappen, die na de start nog aan de leiding had gereden, voor beide incidenten tien strafseconden. Na zijn straf reed hij anoniem naar de zesde plek, terwijl Norris als tweede finishte.

Zo compromisloos is Verstappen altijd geweest. Als jonge karter leerde hij al om altijd agressief te zijn, toe te slaan waar zijn concurrenten het niet verwachten. Gedurende zijn F1-loopbaan is Verstappen gaan inzien dat je soms beter berekenend kunt zijn. Maar als het er écht om gaat, zoals nu tegen Norris, is hij meedogenloos – zoals hij ook op het randje vocht met Lewis Hamilton, op weg naar zijn eerste wereldtitel in 2021.

Die aanpak heeft vaak goed gewerkt voor Verstappen: vorige week versloeg hij Norris er nog mee. Maar nu verspeelde hij met zijn agressie kostbare punten. Vooral zijn tweede, veel te optimistische actie in het gevecht met Norris laat zien dat Verstappen zijn vurige inborst in het heetst van de strijd kennelijk toch niet 100 procent onder controle heeft. Veel meer van dit soort straffen kan de Red Bull-coureur zich niet veroorloven. Hij zal dus een manier moeten vinden om Norris stevig te bevechten, maar dan binnen de regels.

chart visualization

Reden 2 tot zorgDe Red Bull is te langzaam

Zelf was Verstappen niet zo van streek over zijn straf. „Dat was eerlijk gezegd niet mijn grootste probleem”, zei hij na de race. „Het grootste probleem is dat we totaal geen snelheid hadden.”

Aan de finish lag Verstappen 55 seconden achter op Norris. Die zou hem dus zelfs zonder straf met ruim een halve minuut hebben verslagen. De afgelopen maanden was het verschil wel vaker zo groot. Sinds Verstappen in juni zijn laatste grand prix won, was zijn racetempo vrijwel geen enkele keer gewaagd aan dat van Norris. Alleen vorige week in Austin zaten de twee dicht bij elkaar – Verstappen won toen zelfs de korte sprintrace op zaterdag.

Wie daarna dacht dat Red Bull weer terug aan kop was, moest die analyse in Mexico bijstellen. Verstappen en zijn desastreus presterende teamgenoot Sergio Pérez hadden grote moeite met het afstellen van hun auto’s. In de kwalificatie leek Verstappen zowaar alsnog zijn draai gevonden te hebben: hij veroverde de tweede startplek.

Maar in de race, waarin bandenslijtage altijd een belangrijke rol speelt en er harder rubber onder de Red Bull zat, lukte het Verstappen kennelijk niet de banden in het (nauwe) juiste temperatuurbereik te krijgen. „Ik had gewoon geen grip”, zei hij. Zijn auto gleed alle kanten op en hij kon niet zo laat remmen als hij wilde, wat veel tijd kostte.

Lees ook

Formule 1-racen voor beginners

Formule 1-racen voor beginners

OpstekerDe concurrenten snoepen elkaar punten af

Norris liep zondag tien punten in op Verstappen. Een flinke hap, maar om kampioen te worden zal Norris meer moeten doen. Elk resterend raceweekend zal hij minstens twaalf punten moeten inlopen. Tot nu toe lukte hem dat maar één keer – en dat was doordat Verstappen toen met materiaalpech uitviel.

Verstappens geluk is dat de strijd aan de kop van het F1-veld dit jaar ongemeen spannend is. Het is jaren geleden dat zoveel verschillende coureurs races wonnen. Verstappen behaalde aan het begin van het seizoen zeven zeges; Norris en Charles Leclerc (Ferrari) wonnen drie keer; Carlos Sainz (Ferrari), Oscar Piastri (McLaren) en Lewis Hamilton (Mercedes) twee keer; George Russel (Mercedes) één keer. Terwijl Verstappen worstelde met zijn wispelturige Red Bull, lukte het Norris – ook door fouten van hemzelf en McLaren – nooit om écht het initiatief te pakken.

Het lastige voor Norris is bovendien dat Ferrari juist nu een heel sterke periode is ingegaan. In Austin won Leclerc afgetekend, in Mexico-Stad was Sainz ongenaakbaar. Slecht nieuws voor Norris, die dringend overwinningen nodig heeft.

Verstappens opdracht is dus duidelijk. Botsingen voorkomen, straffen ontwijken, en zichzelf geruststellen met de gedachte dat Norris zich – nog meer dan Verstappen zelf – geen enkele fout kan veroorloven. Winnen hoeft Verstappen niet: een reeks degelijke optredens is óók genoeg om zijn vierde titel veilig te stellen.


Erik ten Hag ontslagen als trainer van Manchester United om slechte resultaten

Manchester United heeft trainer Erik ten Hag ontslagen. Dat heeft de Engelse voetbalclub maandagmiddag naar buiten gebracht. De Nederlander (54) vertrekt per direct vanwege de slechte resultaten die de club onder zijn leiding boekte. Ruud van Nistelrooij is aangesteld als interim-hoofdtrainer, tot het bestuur een vervanger heeft aangesteld.

De positie van Ten Hag stond al langer ter discussie. Onder zijn leiding wist Manchester United zich nooit te mengen met de Engelse top. De jongste nederlaag was afgelopen zondag, toen de club met 2-1 verloor van West Ham United. Ten Hag laat Manchester United, één van de grootste clubs ter wereld, achter op de veertiende plaats in de Premier League.

Ten Hag maakte in 2022 de overstap naar Manchester United, na successen met FC Utrecht en Ajax. Na een matig tweede seizoen, waarin Manchester United als achtste eindigde, was de roep om zijn ontslag onder supporters groot. Maar uiteindelijk won Ten Hag de prestigieuze FA Cup in een finale tegen stadsgenoot Manchester City, en het bestuur verlengde zijn contract.

Maar ook dit seizoen weet Manchester United in de Premier League allesbehalve te overtuigen. Ten Hag vraagt regelmatig om tijd en zegt dat hij met de club en zijn team bezig was aan „een proces”. Na de wedstrijd van zondag was het geduld van de clubleiding echter op.


Amsterdams Andalusisch Orkest wint Cultuurfonds Prijs van 100.000 euro

Het Amsterdams Andalusisch Orkest heeft de Cultuurfonds Prijs 2024 gekregen. De prijs van 100.000 euro, voorheen de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, geeft het fonds sinds 2010 jaarlijks aan ‘een persoon of organisatie die belangrijk is voor cultuur in Nederland, een inspirerend voorbeeld is en een belofte voor de toekomst.’

Het Amsterdams Andalusisch Orkest werd in 2011 opgericht door een groep bevriende musici. Naast viool, altviool en contrabas bestaat de bezetting uit de ud, qanun, ney en rebab, aangevuld met Arabische en Midden-Oosterse slagwerkinstrumenten: samen twintig musici die allerlei muziek spelen uit Andalusië, de Maghreb en de Mashreq. Ze zijn onder andere organisators van het Amsterdamse UD Festival, dit jaar van 25 oktober tot en met 1 december. „Voor ons belichamen Amsterdam en Andalusië ontvankelijkheid voor het nieuwe. Die houding is ook de onze”, zei Mohamed Aadroun, medeoprichter en artistiek leider afgelopen donderdag nog in deze krant.

Lees ook

Interview: Het Amsterdams Andalusisch Orkest zoekt schoonheid om te delen

Nizar Rohana (links met ud)  en Mohamed Aadroun van het Amsterdams Andalusisch Orkest, ter voorbereiding op het UD Festival.

Cathelijne Broers, directeur van het fonds, zegt in een persbericht: „Het AAO verbindt op een unieke manier cultureel erfgoed met het heden. Met hun vernieuwende en genre-overstijgende muziekproducties, die variëren van Arabische muziek tot jazz en flamenco, weet het AAO een groot en divers publiek te bereiken, zowel in Nederland als internationaal. Ze zijn multidisciplinair, ontstijgen de vaste vorm en gaan vele samenwerkingen aan die hun werk nog verder verrijken. Daarnaast verbindt hun educatieve werk nieuwe generaties met de kracht van muziek.”

De musici van het AAO zijn zondag ingelicht door Broers. Zakelijk directeur Siham Bourakaa weet al wel enkele weken van de prijs. Ze heeft er het project Hadra Immersive mee gefinancierd, een voorstelling gebaseerd op de Hadra, een oude Noord-Marokkaanse ceremonie. Die voorstelling gaat 7 november in première tijdens Festival Le Guess Who? in TivoliVredenburg Utrecht.


Casting-agent Hans Kemna was de spin in het web van de Nederlandse filmwereld

Een grootse carrière als toneelspeler lag voor Hans Kemna niet in het verschiet. Hij was zelf de eerste om toe te geven dat hij nooit een Hamlet of een King Lear zou zijn geworden. Een bruikbaar acteur, méér was hij naar eigen zeggen nooit geweest. En dat vond hij niet voldoende.

Hans Kemna, die afgelopen zondag na een kort ziekbed op 84-jarige leeftijd is overleden, zo werd op Facebook bekendgemaakt, werd dan ook vooral bekend in een andere functie: hij was de man die als casting-agent een belangrijke rol speelde bij het vinden van de juiste acteurs in de juiste rollen, in films, toneelstukken en zelfs reclamespots. Met zijn bureau Kemna Casting bestreek hij het breedst mogelijke terrein, zei hij eens – van Euripides tot en met een nieuwe commercial voor Chefarine.

Avond aan avond zat hij in de grootste – en vaak ook de kleinste – theaters van het land om nieuwe talenten te ontdekken en te bespeuren of allang gevestigde acteurs wellicht een onvermoede kant van hun talent lieten zien.

Roofridder Govert

Als acteur werkte Hans Kemna tien jaar lang bij gezelschappen als de Nieuwe Komedie en Globe. Ook was hij halverwege de jaren zestig presentator van popprogramma’s op radio en televisie.

Een kleine rol als roofridder Govert in de populaire tv-serie Floris (1969) bracht hem in contact met de beginnende regisseur Paul Verhoeven. Hij speelde een rolletje in Verhoevens eerste bioscoopfilm (Wat zien ik?) en daarna, in 1973, in diens tweede (Turks Fruit).

De hoofdrollen in deze Wolkers-verfilming waren toebedeeld aan Hugo Metsers en Willeke van Ammelrooy. Bij toeval zag Kemna in die dagen een voorstelling van de Maastrichtse toneelschool waarin de 19-jarige Monique van de Ven meespeelde. Hij tipte Verhoeven: zij zou weleens geschikt kunnen zijn om een van de vriendinnetjes van de hoofdpersoon te spelen. In een ommezien maakte ze zo veel indruk dat ze de vrouwelijke hoofdrol kreeg. Op de publiciteit die daarover losbrak, liftte Kemna graag mee.

Macht

Een ander succes uit die begintijd was zijn suggestie Peter Faber de hoofdrol in de film Max Havelaar te geven – toen menigeen nog meende dat zo’n rol te zwaar voor Faber zou zijn.

Allengs groeide de casting uit tot zijn voornaamste werkterrein. Naast de film en de reclame kreeg hij er in 1987 zelfs Toneelgroep Amsterdam als klant bij. Maar als hem veel macht werd toegeschreven, sputterde hij tegen. „Ik kan casten tot ik een ons weeg”, zei hij in de Volkskrant, „maar de regisseur heeft de eindbeslissing.”

In de film- en de toneelwereld werd Kemna in elk geval een spin in het web. En dat bleef hij, ook nadat hij in 2000 zijn bureau overdroeg aan Job Gosschalk, zijn adjunct. Gosschalk vertrok in 2017 na verhalen over seksueel grensoverschrijdend gedrag, een zaak die werd geseponeerd. Zelf ging Kemna zich na zijn vertrek meer met zijn fotoverzameling bezighouden. Maar nog menigmaal werd hij geraadpleegd en veelvuldig bleef hij voorstellingen bezoeken.

Zijn vak was kijken – en dat kon hij als de beste.