Volgens de Braziliaanse politie had oud-president Jair Bolsonaro weet van het plan om zijn politieke opponent en huidig leider van het land Luiz Inacio ‘Lula’ da Silva te vermoorden. Dat meldt de Braziliaanse tak van CNN op basis van een politieonderzoek dat vrijdag naar buiten komt.
Bolsonaro verloor in 2022 de verkiezingen van Lula. De oud-president heeft zijn verlies nooit toegegeven. Vlak na de machtsoverdracht naar Lula werd het Braziliaanse parlement en andere overheidsgebouwen bestormd door een woedende menigte. Zij waren ervan overtuigd dat de verkiezingen niet eerlijk waren verlopen, maar enig bewijs daarvoor ontbreekt.
De betogers wilden een staatsgreep plegen en onderdeel daarvan was het vermoorden van Lula. Hij zou samen met vicepresident Geraldo Alckmin en rechter Alexandre de Moraes om het leven gebracht moeten worden. Daarna zou Bolsonaro moeten terugkeren als president van Brazilië. Vlak na de bestorming stelde de Braziliaanse justitie al een onderzoek in naar de rol van Bolsonaro.
In januari vorig jaar ontsloeg Lula al de leider van het Braziliaanse leger. De president vond dat de militairen te weinig hebben gedaan om de bestorming van de overheidsgebouwen te voorkomen.
Na vier, en vanaf vrijdagmorgen 9.00 uur vijf stakingsochtenden in twee weken tijd bij ProRail, is een oplossing van het cao-conflict tussen de spoorbeheerder en vakbond FNV nog ver weg. Beide partijen bevestigen informeel weliswaar met elkaar te spreken, maar officiële onderhandelingen lopen er niet.
Zo zullen de stakingen van de verkeersleiders die vrijdagochtend het treinverkeer van NS, Arriva en Keolis Blauwnet in de regio’s Zwolle, Groningen en Arnhem plat legden, vermoedelijk niet de laatste acties zijn. Een langere en bredere staking lijkt een logische volgende stap. FNV hintte donderdag al op een landelijke treinstaking of een staking die ook het hoofdkantoor van ProRail in Utrecht treft.
FNV-onderhandelaar Carl Kraijenoord zegt dat de situatie „muurvast” zit. „ProRail heeft zich voorgenomen om deze estafette[staking] uit te zitten, maar wij willen ze aan tafel dwingen met een ruimer mandaat”, aldus Kraijenoord.
In de media heeft FNV punten aangegeven, waarop zij „beweging willen zien”, stelt een woordvoerder van ProRail. „Zo heeft FNV het over het verhogen van de kilometervergoeding en de vergoeding bij betaald ouderschapsverlof. ProRail heeft FNV aangeboden om hier aan de onderhandelingstafel verder over te praten en met klem verzocht om de acties te stoppen. Helaas gaat de FNV hier niet op in.”
In de wachtstand
In oktober bereikten ProRail en de drie onderhandelende vakbonden een akkoord over een cao voor één jaar vanaf 1 juli van dit jaar. CNV en VHS Railprofessionals stemden in, maar de FNV-leden gingen niet akkoord. FNV is verreweg de grootste en de meest invloedrijke bond bij ProRail. De bonden die akkoord zijn, zitten in de wachtstand en moeten, hoewel ze al akkoord zijn, waarschijnlijk weer aan tafel als ProRail en FNV nader tot elkaar zouden komen.
FNV eist gemiddeld 13 procent meer loon, terwijl ProRail een eindbod van 6 tot 8 procent op tafel heeft gelegd. Dat is in oktober weggestemd door de FNV-leden. De vakbond is met zo’n duizend leden veel beter vertegenwoordigd onder het ProRail-personeel dan CNV (ruim 250 leden) en VHS (50 leden). Bij de spoorbeheerder werken circa 5.400 mensen.
Een belangrijk twistpunt tijdens de onderhandelingen is het door FNV vurig gewenste herstel van de koopkracht van ProRail-personeel. Medewerkers zouden gecompenseerd moeten worden voor de hoge inflatie van de afgelopen tijd. Niemand werkt om armer te worden, stelt de bond ook in andere sectoren.
Zoals wel vaker bij cao-conflicten interpreteren beide partijen hierbij de cijfers op een volledig andere manier. ProRail stelt dat het eindbod dat de organisatie heeft gedaan wel degelijk de inflatie van de afgelopen jaren compenseert, zeker voor de medewerkers in lagere loonschalen. Als je zoals FNV iets verder terugkijkt, is dat niet het geval, vindt de bond.
FNV was niet de enige bond die ontevreden was over het bod van ProRail. Ook VHS vond het een „matig” bod, vertelt onderhandelaar Marc de Natris. Zijn achterban stemde met tegenzin voor het eindbod van ProRail, omdat het inzag dat ProRail weinig financiële ruimte heeft. De organisatie stelt al langer dat het budget dat ProRail ontvangt van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onvoldoende is voor al het noodzakelijke onderhoud van het spoor in de komende jaren.
De onvrede zit hem voor De Natris in de nivellering, die het loongebouw scheef trekt, zo legt hij uit. „Er gaat wederom flink meer geld naar de lagere loonschalen. Dat maakt het bijvoorbeeld veel minder aantrekkelijk om als verkeersleider nog naar een hogere schaal door te stromen.” Dat komt door toelages, zoals een onregelmatigheidstoeslag die verkeersleiders ontvangen, en die managementfuncties met een schaal hoger niet krijgen.
Wat zijn mogelijke wegen uit deze impasse? Een optie zou zijn dat het ministerie ProRail toch meer geld geeft, waardoor het meer ruimte zou krijgen om te onderhandelen. Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) stelde vorige week echter dat onderhandelingen over een cao een kwestie tussen werkgevers en werknemers zijn. Madlener vindt dat ProRail „een mooi, marktconform eindbod heeft gedaan”.
Vrijdag spreekt FNV-onderhandelaar Kraijenoord met zijn kaderleden om zich op volgende acties te beraden.
De reiziger is daarbij vermoedelijk weer de klos. De op handen zijnde volgende acties zullen 48 uur van tevoren aangekondigd moeten worden. Dus als er de komende weken meer acties volgen, weten de reizigers dat in ieder geval ruim op tijd.
PVV-leider Geert Wilders gaat aangifte doen vanwege het lekken van zijn plannen om Israël begin december te bezoeken. “NRC maakte daar melding van kort nadat onze ambassade in Israël was geïnformeerd”, schrijft Wilders op X. Het lekken zou zijn veiligheid en dat van zijn beveiligers in gevaar brengen. “Totaal onacceptabel”.
NRC schreef een week geleden dat Wilders van 8 tot 10 december Israël zal bezoeken en mogelijk ook naar geannexeerde Palestijnse gebieden gaat. Hij is daarvoor uitgenodigd door rechts-extremistische leden van de Israëlische regeringspartij Likoed, dat streeft naar annexatie van onder meer de Westelijke Jordaanoever.
Het kabinet, waar de PVV deel van uitmaakt, streeft echter naar een tweestatenoplossing. Daarnaast gaat minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) de regio zelf in december ook bezoeken.
Veldkamp gaf donderdag te kennen tijdens een Kamerdebat niet blij te zijn met het mogelijke bezoek van Wilders, onder meer omdat zo’n reis in strijd is met het regeringsbeleid. De minister gaf aan het bezoek te zullen bespreken met de PVV-leider, maar dat hij het hem niet kan verbieden.
Lees ook
Minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken vertrouwt zijn eigen ministerie niet meer
Helemaal onverwacht kwam het niet. Donderdag vaardigde het Internationaal Strafhof in Den Haag arrestatiebevelen uit tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de voormalige minister van Defensie Yoav Gallant op verdenking van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Het Hof verwierp bezwaren van Israël dat het geen rechtsmacht zou hebben in deze kwestie.
Hoewel Netanyahu en Gallant nog niet snel in Den Haag voor het Strafhof zullen verschijnen, zijn de arrestatiebevelen van groot symbolisch belang. Niet eerder zijn een premier en een (oud)minister van een Westers georiënteerde democratische staat als Israël op deze manier door het Strafhof ter verantwoording geroepen. Dit schaadt het door de Gaza-oorlog toch al aangetaste aanzien van Israël in de wereld.
Ook voor de Nederlandse regering zijn de arrestatiebevelen pijnlijk. Den Haag heeft zich – zowel onder Mark Rutte als onder Dick Schoof – steeds pal achter de Israëlische regering geschaard. Dit plaatst Nederland nu, als gastheer van het Internationaal Strafhof en zelfverklaard voorvechter van het internationaal recht, in een ongemakkelijke positie. Blijft het Israël steunen, nu het land wordt geleid door een man die op termijn mogelijk als oorlogsmisdadiger wordt veroordeeld? Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp liet donderdag echter weten dat Nederland het arrestatiebevel tegen Netanyahu zou uitvoeren, mocht de premier Nederland bezoeken.
Hamas-leiders
Het Hof vaardigde eveneens een arrestatiebevel uit tegen Hamas-leider Mohammed all-Masri, bijgenaamd Deif, ook op verdenking van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Volgens Israël is Deif echter al enige maanden geleden gedood. Hamas zelf heeft dit niet bevestigd. Het eerdere verzoek om arrestatiebevelen tegen twee andere Hamas-leiders, Ismail Haniyeh en Yahya Sinwar, is ingetrokken omdat beiden inmiddels door Israël zijn gedood.
Karim Khan, de hoofdaanklager van het Strafhof, had in mei verzocht om arrestatiebevelen tegen Netanyahu, Gallant en de (toen nog) drie Hamas-leiders. De afgelopen maanden boog een kamer van drie rechters zich over de kwestie. Donderdag constateerden zij dat hiervoor voldoende juridische gronden bestaan. Israël is zelf weliswaar geen partij bij het Strafhof, maar Palestina wel.
In een schriftelijke toelichting legden ze vooral de nadruk op de omstandigheid dat Netanyahu en Gallant de burgerbevolking in Gaza opzettelijk en bewust voedsel, water, medicijnen, medische apparatuur, brandstof en stroom hadden onthouden. Beiden verhinderden volgens de rechters hulp en lieten na mee te werken aan de hulpverlening, zoals ze hadden moeten doen. Daarmee lijken zij het internationaal humanitair recht te hebben geschonden.
„Bovendien”, stelden ze in de toelichting, waren er „redelijke gronden om aan te nemen dat er geen duidelijke militaire noodzaak of andere rechtvaardiging onder internationaal recht kon worden vastgesteld voor de beperkingen op de toegang voor humanitaire hulpoperaties.” Op gezag van beiden sloeg Israël ook bij herhaling waarschuwingen van de buitenwereld, onder meer VN- secretaris-generaal Antonio Guterres, in de wind om meer hulp toe te laten.
Lees ook
Genocide- en antisemitisme-expert Amos Goldberg: ‘In Gaza is een genocide gaande’
Uithongering
Volgens het Hof zijn er dan ook goede gronden om aan te nemen dat Netanyahu en Gallant zich schuldig hebben gemaakt aan uithongering als een methode van oorlogsvoering, hetgeen geldt als een oorlogsmisdaad. Door het expres onthouden van voedsel en andere eerste levensbehoeften lijken er veel mensen om het leven te zijn gekomen. Dat zou kunnen worden uitgelegd als moord, in deze context een misdaad tegen de menselijkheid.
Verder noemt het Hof het opzettelijk tegenhouden van medicijnen en medische apparatuur, in het bijzonder op het gebied van anesthesie. Daardoor moesten gewonden vaak zonder verdoving worden geopereerd en vonden er in sommige gevallen zelfs amputaties zonder verdoving plaats, ook bij kinderen. Dit zorgde voor extreem lijden. Ook dit zou kunnen worden aangemerkt als een misdaad tegen de menselijkheid.
Voorts zijn er goede gronden om aan te nemen dat op gezag van Netanyahu en Gallant fundamentele rechten van de Palestijnen met voeten zijn getreden op grond van politieke overwegingen. Dit zou betekenen dat er sprake was van vervolging van de Palestijnen, eveneens een misdaad tegen de menselijkheid.
‘Schandalig’
Het kantoor van premier Netanyahu in Jeruzalem liet donderdag weten dat Israël „categorisch de absurde en valse leugens” van het Strafhof afwijst. Ook president Isaac Herzog sprak van een „schandalige beslissing”. Eerder had Netanyahu de hoofdaanklager van het Strafhof, Karim Khan, al aangeduid als „een van de grote antisemieten van de moderne tijd”, nadat deze had aangekondigd Netanyahu te willen aanklagen. Israël heeft steeds betoogd dat het het volste recht heeft zich te verdedigen tegen Hamas na de grote aanval van die groep op Zuid-Israël in oktober 2023. Yoav Gallant is overigens deze maand door Netanyahu ontslagen als minister van Defensie.
Het arrestatiebevel tegen Netanyahu zal er naar verwachting nog niet snel toe leiden dat hij zich daadwerkelijk in Den Haag voor het Strafhof zal moeten verdedigen tegen aanklachten van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Maar het beperkt wel zijn bewegingsvrijheid en ook die van Gallant. Als zij zich ophouden in een van de ruim 120 landen die bij het Strafhof zijn aangesloten, kunnen zij in beginsel worden opgepakt.
Karim Khan
Een zekerheid is dat overigens niet. President Poetin, tegen wie eveneens een arrestatiebevel is uitgevaardigd in verband met de oorlog in Oekraïne, was bij voorbeeld onlangs op bezoek in Mongolië. Dit land is ook aangesloten bij het Strafhof maar arresteerde Poetin niet. In plaats daarvan bereidde het de Russische leider een feestelijke ontvangst.
Wel kan Netanyahu voorlopig nog ongestoord naar het grondgebied van Israëls belangrijkste bondgenoot, de Verenigde Staten. Ook die zijn geen partij bij het Strafhof.
Hoofdaanklager Karim Khan zelf staat overigens ook onder druk. Er zijn beschuldigingen tegen hem geuit van grensoverschrijdend gedrag met vrouwen. Een intern onderzoek hiernaar concludeerde echter dat er geen sprake was van seksueel wangedrag. Wel wordt er nog een extern onderzoek ingesteld. Medewerkers van het Strafhof uitten de verdenking dat de klachten over Khan vooral bedoeld zijn om zijn geloofwaardigheid als aanklager te schaden.
Lees ook
‘Het internationaal recht biedt aanknopingspunten voor vervolging Israël om uithongering van Gaza’
In het noordwesten van Pakistan zijn 38 mensen omgekomen bij een schietpartij. Nog eens tientallen mensen raakten gewond. Dit melden verschillende persbureaus. De aanslag was gericht op een konvooi met daarin sjiitische moslims in de provincie Khyber Pakhtunkhwa, waar botsingen tussen sjiitische en soennitische moslims al maanden tot tientallen doden leiden.
Volgens persbureau AP openden verschillenden mannen het vuur op voertuigen met sjiitische moslims. De aanslag is nog niet opgeëist. Een getuige zei tegen AP dat het om vier mannen ging. „Het schieten duurde ongeveer veertig minuten”, zei de getuige, Mir Hussain. „Ik hoorde kreten van mensen die om hulp riepen”. Hussain zelf zei dat hij zich had verstopt tot de aanvallers vluchtten.
De minister van Binnenlandse Zaken, Mohsin Naqvi noemde de aanslag een „terroristische aanval”. Ook de premier Shehbaz Sharif en president Asif Ali Zardari veroordeelden de aanslag en zeiden dat deze niet onbestraft zal blijven.
De sjiitische moslimgemeenschap is een minderheidsgroep in Pakistan, waar de meerderheid van de bevolking bestaat uit soennitische moslims. Vooral in delen van Pakistan waar sjiitische moslims in de meerderheid zijn, zoals in Kurram, de plek van de aanslag, lopen de spanningen tussen de twee groepen geregeld hoog op.
Het Openbaar Ministerie (OM) eist een werkstraf van veertig uur tegen presentatrice Raisa Blommestijn van omroep Ongehoord Nederland (ON) vanwege groepsbelediging en smaad. Blommestijn staat donderdag in Den Haag terecht voor uitlatingen die ze deed op X, waarmee ze volgens justitie de grenzen van de vrijheid van meningsuiting heeft overschreden.
Blommestijn (30) liet zich volgens het OM beledigend uit over mensen met een zwarte huidskleur, toen ze het op 10 mei 2023 had over „negroïde primaten”. Aanleiding was een filmpje van een mishandeling door een groep mannen. De officier van justitie sprak in de rechtbank van „zeer kwetsende uitlatingen”.
Daarnaast wordt Blommestijn vervolgd voor smaad naar aanleiding van een tweet waarin ze voormalig D66-Kamerlid en advocaat Sidney Smeets ‚kleuterneuker’ noemt. Blommestijn vertrok begin dit jaar bij de ON omdat ze weigerde haar X-account op te geven. Na het ontslag van voorzitter Arnold Karskens keerde ze terug.
Het kabinet aarzelt over een EU-voorstel om twee extremistische ministers van de regering-Netanyahu op de EU-sanctielijst te zetten, ondanks het feit dat ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken de noodklok luiden over de situatie in Gaza en de bezette Westelijke Jordaanoever. Dat blijkt uit vertrouwelijke stukken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die werden ingezien door RTL Nieuws.
In de stukken noemen de ambtenaren de situatie in Gaza „ongekend [is] qua menselijk leed” en een „nachtmerrie”. Volgens de ambtenaren is sprake van „uithongering” van de bevolking door Israël en zwerven „17.000 kinderen […] rond zonder begeleiding.” Op de Westelijke Jordaanoever is de situatie nijpend, want Israël „blijft de economie lamleggen”.
Om de druk op Israël te verhogen, wordt binnen Europees verband al maanden gesproken over het opleggen van sancties aan twee ultranationalistische ministers: Itamar Ben-Gvir van Nationale Veiligheid en Bezalel Smotrich van Financiën. Beiden roepen openlijk op tot het annexeren van de bezette gebieden, wat zou betekenen dat er geen ruimte is voor een Palestijnse staat.
Gezien Netanyahu’s kabinet afhankelijk is van de steun van hun (ultranationalistische) partijen, kunnen Ben-Gvir en Smotrich een zware stempel drukken op het beleid, zo schrijven Nederlandse diplomaten: „Netanyahu mag blijven volhouden dat hij twee handen op het stuur heeft, zijn extreemrechtse coalitiegenoten dicteren de route.”
Lees ook
Ambtenaren ‘voelen zich behoorlijk in hun hemd gezet’ na het vrijgeven van adviezen door Schoof
Banktegoeden
Binnen de EU wordt al maanden gesproken over het opleggen van sancties aan de twee ministers, waardoor ze niet meer naar Europa zouden kunnen reizen of waardoor banktegoeden zouden worden bevroren. Verschillende lidstaten, waaronder Duitsland, Italië en een aantal Oost-Europese landen (Bulgarije, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Roemenië) wijzen sancties af, omdat die het contact met de Israëlische regering zouden bemoeilijken. Hoewel Nederland wel kan instemmen met het sanctioneren van Smotrichs organisatie Regavim (die zich inzet voor kolonisering van de bezette gebieden), gaat het opleggen van sancties aan de ministers het kabinet-Schoof vooralsnog te ver.
Het RTL-nieuws zorgde voor rumoer in de Tweede Kamer, waar minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) zijn begroting verdedigt. De oppositie eiste onmiddellijke openbaarmaking van de stukken, een voorstel waar de coalitiepartijen voor gingen liggen, waardoor een Kamermeerderheid uitbleef.
Veldkamp noemde het nieuwsbericht van RTL een ‘selectieve weergave’ en ‘zeer tendentieus’
Een duidelijk overvallen Veldkamp zei na vijf minuten schorsing dat hij „het beeld van het artikel” van RTL niet herkende. Nederland neemt juist een actieve rol aan als het gaat om het opleggen van sancties aan extremistische kolonisten, zo zei de minister. Ook sprak hij van een „buitengewoon selectieve weergave” van de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen en een „zeer tendentieus” nieuwsbericht.
PVV-woordvoerder Raymond de Roon noemde de oppositie in de Kamer daarop „een stel hyena’s” dat boven op „een stuk rood vlees” was gesprongen, wat Kamervoorzitter en partijgenoot Martin Bosma corrigeerde nadat woordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA) zich had beklaagd. Minister Veldkamp zegde daarna wel toe te willen onderzoeken wat later op de dag wél gedeeld kan worden met de Kamer.
‘Onevenredig geweld’
Het is niet de eerste keer dat Nederlandse diplomaten waarschuwen voor de humanitaire situatie in Gaza. Vorig jaar al schreef de Nederlandse ambassade in Tel Aviv in een vertrouwelijk memo aan Den Haag dat Israël „onevenredig geweld” gebruikt in Gaza en doelbewust „civiele infrastructuur” vernietigt.
Vanochtend werd bekend dat het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag Israëlische bezwaren tegen de arrestatiebevelen tegen de Israëlische premier Netanyahu en oud-minister van Defensie Yoav Gallant afwijst. Dat betekent dat de die bevelen definitief worden uitgevaardigd. Het ICC verdenkt Netanyahu en Gallant onder meer van het afsnijden van de Palestijnse bevolking in Gaza van voedsel, water, brandstof en medicijnen. En ‘uithongering’ is een oorlogsmisdrijf.
Tijdens het debat met de Kamer zei Veldkamp dat Nederland zich zal houden aan „het statuut van Rome” (de internationaal-rechtelijke basis van het ICC).
Lees ook
Topambtenaren schrijven hart-onder-de-riem-brief aan hun ambtenaren, want ‘polarisatie is de bijl aan de wortel van de samenleving’
Een van de rijkste mannen van India, de 62-jarige Gautam Adani, is in de Verenigde Staten aangeklaagd wegens beleggingsfraude en samenzwering. Diens conglomeraat bestaat uit tien beursgenoteerde bedrijven die zich onder meer bezighouden met energieproductie, mijnbouw en de exploitatie van havens en vliegvelden in India en andere landen. Het is niet voor het eerst dat de Adani Group in opspraak komt.
De aanklager in New York publiceerde woensdag de aanklacht tegen Adani en zeven andere zakenlieden. Ze zouden hebben samengespannen om via omkoping van Indiase ambtenaren een enorm overheidscontract te bemachtigen. Het overleg hierover zou deels in New York zijn gehouden – het aangrijpingspunt voor de aanklager om de zaak in de VS aan te brengen. In het verlengde daarvan wrijft justitie de beklaagden misleiding aan, en wegwerken van bewijs. Ze zouden Amerikaanse en andere investeerders hebben bedrogen door te zwijgen over de steekpenningen en juist nadruk te leggen op het strenge integriteitsbeleid binnen de groep. De investeerders staken 3 miljard dollar in Adani.
In reactie op de Amerikaanse aanklacht noteerden aandelen van Adani-bedrijven donderdagochtend tot 20 procent lager.
Zonneparkproject
De omkoping waarvan Adani en de andere zakenlui worden verdacht, betreft India’s grootste zonneparkproject, in handen van Adani Green Energy. Om dat project – met een winstprognose van 2 miljard euro in twintig jaar – in aanbesteding binnen te halen, wilden ze ondershands 237 miljoen euro betalen.
Het is de tweede keer in betrekkelijk korte tijd dat de Adani Group internationaal in opspraak raakt. Het Amerikaanse beleggingsfonds Hindenburg Research, bekend om speculatie op koersdalingen, bracht er vorig jaar een belastend rapport over uit. Daarin betichtte het fonds bedrijven uit de Adani Group ervan schulden te verdoezelen door „koersmanipulatie en boekhoudfraude”. Ook signaleerde het fonds schimmige belastingconstructies.
Het conglomeraat ontkende, maar zag zijn koersen kelderen en verloor zo tientallen miljarden op de beurs. Op basis van het Hindenburg-rapport lopen nog onderzoeken naar de Adani Group.
Televisiestation
Gautam Adani legde de grondslag voor zijn bedrijf in 1988 en bouwde het uit tot een groep die in alle segmenten van de Indiase samenleving actief is en hem vele malen miljardair maakte. Familieleden bekleden belangrijke posities in de groep. Twee jaar geleden kocht Adani het Indiase televisiestation NDTV. Dat veroorzaakte ongemak en onrust in het land; een van de rijkste mannen van India zou zo invloed op ‘het nationale debat’ hebben gekocht, aldus critici. Op de website van NDTV was donderdag aanvankelijk geen nieuws te vinden over de nieuwste beschuldigingen aan het adres van de Adani Group. Dat kwam pas samen met de officiële ontkenning van de beschuldigingen.
De Adani Group is ook in buurlanden Sri Lanka en Bangladesh actief. Daar heeft ze belangen in grote energieprojecten en levert stroom. In Australië zijn Adani-bedrijven werkzaam in mijnbouw en transport.
Lees ook
profiel van Gautam Adani
Met haar activiteiten in binnen- en buitenland is de Adani Group ook een visitekaartje voor de Indiase regering. Dat Gautam Adani en premier Narendra Modi een innige band hebben is een publiek geheim; beiden wortelen in de deelstaat Gujarat, waar Modi van ‘ontwikkeling’ een politiek speerpunt maakte. De politicus stampte grote infrastructuurprojecten uit de grond, vaak via contracten die Adani waren gegund. Nog steeds geldt Adani als vriend en bondgenoot van de premier, en als een man die veel baat heeft bij Modi’s economische beleid.
De Adani Group bracht donderdagmiddag (lokale tijd in India) een verklaring uit, waarin ze de beschuldigingen „ongegrond en onterecht” noemt. Indiase juridische of financiële autoriteiten hebben nog niet op de Amerikaanse vervolging gereageerd. Uit de Indiase politiek kwam wel al reactie. Rahul Gandhi, leider van de Congrespartij en aanvoerder van de landelijke oppositie, eiste onmiddellijke arrestatie van Adani. „Maar we weten dat dit niet zal gebeuren omdat Modi hem beschermt”, voegde hij daaraan toe tijdens een persconferentie. Een partijgenoot riep op tot parlementair onderzoek naar de activiteiten van de Adani Group.
Hoogste ambtenaren van ministeries maken zich grote zorgen over de politieke en maatschappelijke polarisatie die volgde op het geweld in Amsterdam na de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv. Dat blijkt uit berichten die ze de afgelopen dagen hebben gedeeld met hun medewerkers. Een aantal daarvan is in handen van NRC. Daarin benoemen ze dat de oplopende politieke ruzies tot onrust en gevoelens van onveiligheid onder ambtenaren hebben geleid. De terugkerende boodschap van de berichten is dat voor antisemitisme, moslimhaat en alle vormen van racisme en discriminatie geen plek is op de ministeries.
Woensdag bespraken de hoogste ambtenaren, de secretarissen-generaal, de noodzaak om tegenover hun medewerkers stelling te nemen, nadat het dagenlang had gerommeld op diverse ministeries. Een aantal besloot vervolgens de eigen ambtenaren aan te schrijven. Die gecoördineerde actie volgt op eerdere berichten van individuele topambtenaren aan hun medewerkers.
In een „Basbericht”, een mail van de secretaris-generaal van Financiën, schrijft topambtenaar Bas van den Dungen: „Het lijkt of het leed van de een reden mag zijn voor leed toebrengen aan de ander. […] Ik vind dat iedere vorm van racisme bestreden moet worden, in de maatschappij én in onze organisatie. Ik zal discriminatie nooit accepteren. Ik ben bezorgd over toenemend antisemitisme en moslimhaat en veroordeel dat. Het bewust opzetten van groepen tegen elkaar is de bijl aan de wortel van de samenleving.” Ook andere secretarissen-generaal benadrukken de verwoestende effecten van discriminatie en racisme.
Opvallend is dat de topambtenaren verwijzen naar het politieke debat, iets waarvan ze zich normaal afzijdig houden
Uit de berichten blijkt dat de politieke nasleep van het geweld in Amsterdam tot onrust en zorgen heeft geleid bij ambtenaren. Zo schrijft Sandor Gaastra, de secretaris-generaal van de ministeries van Economische Zaken en van Klimaat en Groene Groei, dat sommige van zijn ambtenaren „bezorgd [zijn] dat de toenemende polarisatie in de samenleving en politiek ook naar binnen slaat in de ministeries van EZ en KGG, en wijzen op signalen van toenemende onverdraagzaamheid in onze organisaties.”
„Wij kunnen ons goed voorstellen dat dit bij collega’s iets teweegbrengt”, schrijft Marieke van Wallenburg, de hoogste ambtenaar van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Net als andere topambtenaren roept ze haar medewerkers op met elkaar en de ambtelijke top in gesprek te gaan.
Lees ook
‘Hoger opgeleiden zien veel meer polarisatie dan lager opgeleiden, en ze segregeren zich’
Polarisatie
Van den Dungen zag afgelopen maand twee staatssecretarissen van zijn ministerie opstappen. Staatssecretaris Folkert Idsinga van Fiscaliteit en Belastingdienst vertrok nadat coalitiegenoot PVV een verzoek had gesteund van oppositiepartijen om Idsinga’s zakelijke belangen openbaar te maken. De NSC’er noemde een pesterige tweet van PVV-leider Geert Wilders als een van de redenen.
Vorige week stapte ook staatssecretaris Nora Achahbar van Toeslagen en Douane op, vanwege „polariserende omgangsvormen”. Achahbar verwees onder meer naar Chris Jansen, staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu voor de PVV, die nog steeds achter de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Wilders uit 2014 zegt te staan. Wilders werd daarvoor tot aan de hoogste rechter veroordeeld voor groepsbelediging. Ze noemde ook Jurgen Nobel, staatssecretaris van Participatie en Integratie (VVD), die zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven”.
Over het vertrek van de twee staatssecretarissen schrijft Van den Dungen: „Het gesternte waaronder dit gebeurde vind ik zorgwekkend.” Hij noemt het aftreden van Achahbar „extra precair” omdat „in de media een relatie werd gelegd met vermeende uitspraken van andere bewindspersonen”. Hij refereert aan berichten die minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) koppelden aan racistische uitspraken die tijdens de ministerraad van vorige week maandag zouden zijn gedaan. Heinen noemde dat zelf „flagrante leugens”.
Van den Dungen schrijft daar „blij” mee te zijn. „Het doet me goed dat hij aangaf ‘zo sta ik niet in het leven’ en ‘we moeten groepen niet wegzetten’”.
Lees ook
Minister Heinen getergd over verwijt racisme: herkent zichzelf ‘totaal niet in heel veel woorden’
Context
Opvallend is dat de topambtenaren in hun berichten expliciet verwijzen naar het politieke debat over het geweld in Amsterdam. Normaal houden ambtenaren zich daar afzijdig van. Van den Dungen schrijft over een „heftig maatschappelijk en politiek debat” dat hem „en ik weet ook velen van jullie, niet onberoerd” laat. Ook Gaastra van EZ constateert dat „zorgen over groeiend antisemitisme, toenemende discriminatie, racisme en polarisatie onderwerp van de dag zijn in de politiek en samenleving”.
„In de politieke context waarin wij ons werk doen, is het belangrijk om te benadrukken dat ambtenaren het wel of niet eens kunnen zijn met uitspraken van de politiek”, schrijft Van Wallenburg. „Dit geldt dus ook voor ons. Dat doet er niets aan af dat we een professionele organisatie zijn, die werkt ter ondersteuning van onze democratisch gelegitimeerde bestuurders.”
Al sinds de beëdiging van het kabinet-Schoof is er onrust onder ambtenaren. Eerder deze maand schreef NRC over een brandbrief van ambtenaren die was binnengekomen bij minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC). Bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is vooral onrust over de onwil van PVV-staatssecretaris Chris Jansen om zijn steun voor de ‘minder Marokkanen’-uitspraak van Wilders in te trekken. Een groep van 175 ambtenaren stuurde Jansen hierover een brandbrief. Twee ambtelijke adviseurs van de staatssecretaris hebben zich vanwege zijn houding ziek gemeld.
Het maakt mij niet uit waar je wieg heeft gestaan: ik ben blij dat je er bent
Diverse topambtenaren verwijzen nu ook naar de zorgen onder hun eigen ambtenaren. Zo hebben medewerkers van Gaastra hem gewezen op „signalen van toenemende onverdraagzaamheid in onze organisatie”.
De secretarissen-generaal benadrukken ook dat alle medewerkers zich veilig moeten kunnen voelen. Zo schrijft Van den Dungen: „Het maakt mij niet uit waar je wieg heeft gestaan: ik ben blij dat je er bent. Het maakt mij niet uit van wie je houdt: ik ben blij dat je de liefde met iemand kunt delen. Het maakt mij niet uit welke culturele achtergrond je hebt: ik ben blij dat hij je verrijkt. Jullie zijn me allemaal even dierbaar.”
Lees ook
Ambtenaren ‘voelen zich behoorlijk in hun hemd gezet’ na het vrijgeven van adviezen door Schoof
Wie maakt volgend jaar de grootste kans om de Poolse presidentsverkiezingen te winnen? Voor die vraag staat de partij van premier Donald Tusk, Burgercoalitie (KO), deze vrijdag wanneer de partijleden mogen stemmen voor hun presidentskandidaat. De keuze is tussen de expressieve, ervaren en conservatieve minister van Buitenlandse Zaken, Radoslaw Sikorski. Of de zachte, sympathieke en liberale burgemeester van Warschau, Rafal Trzaskowski.
De huidige president van Polen, Andrzej Duda, is momenteel bezig met zijn tweede en laatste ambtstermijn. Volgend jaar mei houdt Polen presidentsverkiezingen, die cruciaal zijn voor de huidige prodemocratische coalitie van Donald Tusk, omdat de president een vetorecht heeft. Duda, die president werd als kandidaat van de conservatief-nationalistische Recht en Rechtvaardigheid (PiS), gebruikt zijn vetorecht voortdurend waardoor de regering-Tusk nauwelijks aan beleid maken toekomt. Het is dan ook essentieel voor Tusk dat de kandidaat van zijn partij de presidentsverkiezingen wint.
Sikorski, een voor de buitenlandse pers geliefde commentator vanwege zijn voortreffelijke Engels en erudiete uitspraken, komt momenteel als minister van Buitenlandse Zaken hard op voor de belangen van Oekraïne in de oorlog met Rusland. Na de uitverkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten begon Sikorski zijn campagne voor de voorverkiezingen met de slogan: ‘de tijd van de brave jongens is voorbij’.
Hij zet zichzelf neer als een ervaren presidentskandidaat die de druk van een wereld in oorlog aankan. Eerder was hij onderminister, minister, voorzitter van het Poolse parlement en Europarlementariër. In die laatste functie ontving hij jaarlijks bijna 100.000 euro van de Verenigde Arabische Emiraten, onthulde NRC vorig jaar. Officieel kwamen die neveninkomsten uit lezingen en bijdragen aan conferenties – waar geen regels voor zijn – maar Sikorski kon de schijn van belangenverstrengeling niet voorkomen.
Sikorski staat te boek als elitair
In eigen land is Sikorski ook niet geheel onomstreden. De Poolse kiezer kent hem al jaren als elitaire politicus met een landgoed. Bovendien is hij een favoriete tegenstander van PiS. Tijdens eerdere verkiezingscampagnes werd hij in één adem met Donald Tusk genoemd als een spion van Rusland of belangenbehartiger van Duitsland – zonder enig bewijs. Toch hoopt Sikorski de conservatieve kiezer aan te spreken. Zo beloofde hij wel in te stemmen met bepaalde lhbti-rechten en de liberalisering van abortus, maar niet als uitgesproken voorstander ervan. Hij noemde het een kwestie van respect en niet van ideologie.
Ook Trzaskowski is een bekende kandidaat voor de Polen. Hij verloor de vorige presidentsverkiezingen nipt van Andrzej Duda. De burgemeester van Warschau was eerder kort minister en staatssecretaris en geldt als een vriendenmaker, vanwege zijn zachte politieke stijl. Bovendien behoort hij tot de meer sociaal-liberale vleugel van KO. Een van zijn eerste daden als burgemeester van Warschau was het verlenen van steun aan lhbti-rechten – waarop PiS een keiharde campagne hiertegen begon.
Onlangs verbood Trzaskowski christelijke kruizen in nieuwe gebouwen van de gemeenten, vanwege de seculaire status van Polen. Dat leidde tot grote woede in het overwegend katholieke land en PiS speelt daar gretig op in door Trzaskowski neer te zetten als een vijand van christelijk Polen. Dat kan hem veel conservatieve stemmen kosten.
In peilingen wint Trzaskowski
Peilingen wijzen Trzaskowski als favoriet aan om de – nog onbekende – kandidaat van PiS te verslaan in de komende presidentsverkiezingen. Verschillende sociologen wijten dat vooral aan het feit dat Trzaskowski minder negatieve emoties oproept bij het electoraat dan Sikorski en dus meer stemmen kan winnen bij de niet-partijgebonden stemmers. Toch heeft Sikorski de laatste weken de wind in de rug. Hij lijkt een sterkere kandidaat als de verkiezingen over veiligheid en oorlog zullen gaan, Trzaskowski heeft betere kaarten rondom vrouwen- en lhbti-rechten, de rechtsstaat en de zorgen van jongeren.
Vrijdag zullen de KO-kiezers een keuze moeten maken tussen de verbindende glimlach van Trzaskowski of de deskundige frons van Sikorski.
Niet alleen Tusks’ KO is bezig met de presidentsverkiezingen. De voormalig tv-presentator en voorzitter van het Parlement, Szymon Holownia, zal namens de coalitiepartner Derde Weg kandidaat zijn. Het radicaal-rechtse Confederatie schuift Slawomir Mentzen naar voren en op links wordt ook nog een kandidaat verwacht. Maar geen van hen lijkt kans te maken op de tweede ronde. „Er is één tegenstander”, zei Trzaskowski in een interview. „PiS.”
Als zaterdag bekend wordt wie de kandidaat van Burgerplatform wordt, is het de verwachting dat PiS ook snel een kandidaat naar voren zal schuiven. Vanaf dat moment zal de maandenlange campagne losbarsten.
Lees ook
Op de loonlijst in Brussel én de Emiraten: hoe het Europarlement openstaat voor autocratische regimes