Hoe Harris en Trump allebei de arbeiders- en middenklasse paaien én een eind maken aan het neoliberalisme

Is het dan de eigen portemonnee die komende dinsdag de keuze van Amerikanen in het stemhokje bepaalt? Volgens opiniepeilingen wel. Kiezers noemen de economie daarin als belangrijkste of – na immigratie – op een na belangrijkste onderwerp. Vooral ‘kosten van levensonderhoud’ en ‘banen’ bepalen hun stem.

Maar in wie ze het meest vertrouwen hebben als het om de economie gaat? Die strijd lijkt onbeslist. Op economische gebied heeft Kamala Harris sinds haar kandidaatstelling een flink deel van haar achterstand ingelopen, wijzen vrijwel alle peilingen uit. Maar per peiling verschilt het of de Democratische kandidaat of Republikein Donald Trump het meeste vertrouwen krijgt.

Kunnen de Amerikanen weten op wat voor economische ideeën ze stemmen? Komen de twee kandidaten met concrete voorstellen? Zijn de effecten op groei, werkgelegenheid en inkomen helder?

Dat is uitermate lastig. Beide kandidaten beloven – zoals The Economist het uitdrukte – vooral een economisch utopia. In dat utopia kunnen overheidsuitgaven stijgen terwijl belastingen omlaaggaan, zijn begrotingstekorten en staatsschuld niet belangrijk en kunnen alle banen worden beschermd en nieuwe zomaar gecreëerd. De groei zal hoog zijn en de inflatie weer helemaal onder controle.

De VS hebben geen Centraal Planbureau dat zoals in Nederland gedetailleerde verkiezingsprogramma’s doorrekent op hun effecten op de economie. Economen van banken en denktanks rekenen op basis van de voorstellen die ze oppikken uit pamfletachtige programma’s op de websites van de kandidaten, en nog meer uit wat Trump en Harris in speeches en interviews aankondigen. Bij Trump gaan ze uit van intensivering van zijn beleid uit zijn vorige presidentsperiode. Bij huidig vicepresident Harris stellen de economen de vraag of, en op welke punten, ze het beleid van zittend president Joe Biden voortzet. Zelf blijft ze daar vaag over.

Amerikanen hebben het gevoel dat het niet goed gaat met hun economie en ze geven de regering van Biden en Harris de schuld. In werkelijkheid doet de Amerikaanse economie het relatief goed, met een gestage groei rond de 3 procent en prognoses die veel beter zijn dan in de rest van de westerse wereld. Onder Biden is het aantal banen met 16 miljoen toegenomen, de werkloosheid is laag.

Maar met de hoge inflatie sinds de coronaperiode, die piekte op 9,1 procent in juni 2022 (lager overigens dan in Europa), doen hogere prijzen voor dagelijkse boodschappen en benzine een forse aanslag op het huishoudbudget van de Amerikanen. Huizenprijzen zijn fors omhooggegaan, net als de hypotheekrente. Ook de huren zijn gestegen.

Lees ook

Deed de economie het beter onder Trump? Dat is de hamvraag in Bucks County, Pennsylvania

Jerry Grussenmeyer (63) in het Coffee Cup Cafe in Pendell, Pennsylvania.

Arbeiders- en middenklasse

Beide kandidaten proberen met hun voorstellen de arbeiders- en de middenklassen te paaien. Vooral die in de zeven swing states, waar de verkiezingen worden beslist. In die staten floreerde de oude industrie ooit, maar ze is de afgelopen decennia door concurrentie uit het buitenland ingekrompen of verdwenen. Het zijn ook staten waar een aanzienlijk deel van de inwoners een beroep doet op het sociale vangnet van de overheid. En in deze regio’s stegen de huizenprijzen vaak meer dan het landelijk gemiddelde van 48 procent sinds 2019.

Republikeins presidentskandidaat en ex-president Donald Trump bij bezoek aan Havana Express Cuban Kitchen and Bakery in Las Vegas (Nevada), vorige week. Foto Anna Moneymaker/AFP/Getty

De meest concrete voorstellen van Trump en Harris zijn vaak gericht op kiezers uit de working class en de middenklasse in die swing states. Zoals een voorstel van Trump om de belasting op fooien af te schaffen, dat Harris snel overnam. Of de nieuwe subsidie van 25.000 dollar bij aanschaf van een eerste woning, die Harris kiezers in het vooruitzicht stelt.

Trump en Harris zetten allebei in op herstel van de oude industriële economie. Dat is opmerkelijk, gezien het feit dat vijf op de zes Amerikanen inmiddels werkt in de dienstensector (software, financiële en juridische dienstverlening, handel, zorg, onderwijs).

Staatsbemoeienis

Duidelijk is dat beide kandidaten definitief breken met de neoliberale visie die vanaf de vroege jaren tachtig – de regering-Reagan – tot het tweede decennium van deze eeuw het Amerikaanse economische beleid domineerde. Daarbij maakte het niet uit of Republikeinen (Ronald Reagan, vader en zoon Bush) of Democraten (Clinton en Obama) aan de macht waren.

Kenmerken van dat neoliberale beleid: zo veel mogelijk overlaten aan vrije markten en beperkte bemoeienis van de staat met de economie. Belastingen gingen omlaag, deregulering was kern van het beleid. Er heerste een absoluut geloof dat vrijhandel in de wereld tot meer welvaart voor iedereen leidt. Als de economie voldoende groeit, zou iedereen daarvan profiteren, was de overheersende gedachte. Keerzijde van dat beleid: groeiende marktmacht van bedrijven en toegenomen ongelijkheid. Die hebben veel onvrede bij Amerikaanse kiezers gewekt.

Trump zelf betitelt zijn economische programma als Maganomics. Veel economen zien de economie achter ‘Make America Great Again’ vooral als een rare mengeling van voorstellen. Daarin behouden sommige onderdelen van de economie alle vrijheid, terwijl de overheid andere delen stevig in haar greep wil nemen.

‘Laat de buitenlanders betalen’, is de kern van Trumps economische plannen. Die behelzen een agressiever handelsbeleid door verdere verhoging van importtarieven, vooral op producten uit China. De opbrengsten daarvan moeten forse belastingverlaging voor huishoudens en bedrijven mogelijk maken.

Wat de échte plannen zijn, wat loos geschreeuw is en wat onderhandelingsstrategie – dat is voor de economische duiders vaak niet helder. Ze zijn ervan overtuigd dat Trump radicaler en agressiever het beleid zal voortzetten dat hij tussen 2017 en 2021 als president voerde.

Harris vat haar visie onder de noemer Opportunity Economics. Zij mikt daarin vooral op kostenverlaging voor huishoudens en mogelijkheden scheppen om ‘vooruit te komen’. Zo wil ze al te forse prijsverhogingen van levensmiddelen beteugelen en belastingkortingen geven aan gezinnen met kinderen in de lagere en middenklasse.

Bij Harris is het vooral gissen hoe zij het beleid van Biden doorzet en waar ze een eigen invulling geeft. Ook zij houdt veel kaarten tegen de borst en doet in haar campagne beloften zonder die concreet in te vullen. Zo kondigt ze aan dat het minimumloon – 7,25 dollar per uur in de VS – omhoog gaat, maar zegt niet met hoeveel.

Restanten neoliberalisme zijn bij Trump zichtbaar in zijn plannen om belastingen te verlagen en de regels voor bedrijven ingrijpend te verminderen. Maar doordat hij zich in zijn eerste presidentstermijn als antiglobalist ontpopte door handelsoorlogen te beginnen, heeft hij zich ook van dat neoliberalisme afgekeerd.

Geen vrijhandel

„Jarenlang gold je als een verrader als je je tegen de orthodoxie van de vrijhandel keerde en die niet zag als het belangrijkste middel voor economische groei. Daarmee zat je automatisch aan de randen van de politiek”, zegt Gary Gerstle, economisch historicus en hoogleraar aan Harvard. Hij publiceerde twee jaar geleden het boek The rise and fall of the neoliberal order. „Dat idee is nu helemaal weg. Vooral omdat Biden vier jaar later is doorgegaan met handelsbelemmeringen.”

Biden voegde importtarieven toe, zoals een heffing van 100 procent op elektrische auto’s uit China. Harris heeft geen plannen de huidige tarieven terug te draaien, maar ook niet om ze drastisch op te schroeven.

Dat ligt anders bij Trump. Die verkondigt in zijn speeches dat hij de Amerikaanse economie en de werkgelegenheid zal stimuleren door hogere tarieven. Zo praat hij veelvuldig over importheffingen van 10 tot 20 procent voor producten uit de meeste landen. Chinese producten zouden een importtarief van 60 procent tegemoet kunnen zien.

Veel economen waarschuwen dat hogere importtarieven negatief uitpakken voor de Amerikaanse economie. De inflatie zal weer omhoog schieten, de werkgelegenheid dalen. Het gemiddelde Amerikaanse huishouden zou 2.600 dollar per jaar minder koopkracht hebben doordat de tarieven producten duurder maken, berekende het Peterson Institute for International Economics (PIIE). Andere denktanks komen op bedragen van 1.600 tot boven de 4.000 dollar per jaar. „De importtarieven raken vooral de mensen die Trump zegt te willen helpen, de arbeiders- en de middenklasse”, zegt onderzoeksdirecteur Marcus Noland van het PIIE.

Met de heffingen wil Trump buitenlanders een drastische belastingverlaging laten betalen voor Amerikaanse bedrijven en burgers. Zo zou de winstbelasting naar 15 procent moeten dalen, en kan de belasting op fooien, overwerk en sociale zekerheidsuitkeringen verdwijnen. Binnenlandse belastingen vervangen door importheffingen zou een heel ander economisch model opleveren, dat teruggrijpt op de 19de eeuw. Toen kwam tot 90 procent van de federale inkomsten uit invoerheffingen. Noland berekende met andere PIIE-economen dat de macro-economische gevolgen van de handelsbelemmeringen door wisselkoerseffecten kunnen meevallen, mits andere landen géén vergeldingsmaatregelen treffen. Dan lopen groei en werkgelegenheid slechts licht terug ten opzichte van de situatie met ongewijzigd beleid. „Dat heeft mij ook wel verrast”, zegt Noland.

Andere voorstellen van Trump hebben een veel drastischer effect op de Amerikaanse economie, berekende het PIIE. Zoals de uitzetting van de ,,15 tot 20 miljoen” illegale migranten, waarmee Trump op de eerste dag van zijn presidentschap zegt te beginnen. Naar schatting 8,3 miljoen van hen hebben een baan in de VS. Als zij verdwijnen, raakt dat ook Amerikaanse banen omdat sommige sectoren niet goed meer kunnen functioneren.

Chocoladerepen in een winkel op John F. Kennedy International Airport in New York. Foto Eloisa Lopez/Reuters

Onafhankelijkheid Fed

Het meeste effect op de economie zou inperking hebben van de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank, de Fed. Trump heeft er meer dan eens op gezinspeeld dat hij als president meer invloed wil op het monetair beleid en de hoogte van de rente. Zo wil hij de kosten van hypotheken en bedrijfsleningen omlaag brengen. „Het vertrouwen in de Amerikaanse economie zal afnemen en dat leidt tot een grote kapitaalvlucht”, stelt Noland. Als Trump heffingen en massadeportatie doorvoert en de onafhankelijkheid van de Fed aantast, zal de economie in een slechtere staat geraken dan tijdens de coronapandemie, concludeert het PIIE. De inflatie zal 20 tot 28 procent hoger liggen dan bij ongewijzigd beleid, de werkgelegenheid krimpt en het bbp valt 2,8 tot 9,7 procent lager uit.

„Terwijl Trump de buitenlanders wil laten betalen, laat onze analyse zien dat zijn beleid de Amerikanen zelf het meest laat betalen”, schrijven de PIIE-economen. Landbouw, mijnbouw en fabrikanten van duurzame goederen (computers, auto’s, vliegtuigen, machines) zullen het meest te lijden hebben onder dat beleid. Daar verdwijnen de meeste banen. Noland: „Precies de bedrijven en de banen die hij zegt te beschermen.”

Een conservatieve denktank als de Tax Foundation verwacht dat gunstige effecten van Trumps beoogde belastingverlagingen voor twee derde teniet worden gedaan door importtarieven en vergeldingsmaatregelen van handelspartners. Het begrotingstekort – in de VS net als de staatsschuld al hoger dan in veel Europese landen – zou oplopen tot 3.000 miljard dollar. Het is nu 1.800 miljard dollar. De economische effecten blijven beperkt tot 0,8 procent extra groei van het bbp op lange termijn, 0,8 procent loonstijging en 597.000 extra banen.

Volgens economen van de universiteit van Penn Wharton neemt het begrotingstekort onder Trump zelfs toe tot 4.100 miljard dollar. In eerste instantie jaagt dit de economie aan, maar in 2034 zal het bbp 0,4 procent lager liggen.

Bidenomics

Een nadrukkelijke comeback van de overheid in de economie – op die manier brak Biden tijdens zijn presidentschap met het neoliberalisme. Deels kwam dit door omstandigheden: de coronapandemie dwong tot grootschalige ondersteuning van bedrijven en consumenten.

Maar Biden maakte ook een ideologische keuze. „In het najaar van 2020 smeedde hij binnen de Democraten een coalitie van centristen en de linkervleugel van Bernie Sanders”, zegt Gerstle. Zo kwam er beleid met forse investeringen in de economische infrastructuur, herverdeling van inkomens en bestrijding van marktmacht door grote bedrijven onder het motto ‘Build back better’. De meeste aandacht kregen daarin drie wetten om, met honderden miljarden overheidssteun, investeringen in de chipindustrie, vergroening van de industrie en aanleg van infrastructuur te stimuleren.

Harris claimt de successen van deze Bidenomics niet, omdat het beleid ondanks de bbp-groei en 16 miljoen nieuwe banen weinig populair lijkt bij de kiezers. Wel wijst alles erop dat ze de grote investeringen in de economie zal voortzetten.

Harris gaat ook verder met Bidens beleid om hogere inkomens en bedrijven meer te belasten, maar ze maakt minder drastische keuzes.

Zo wil ze de belasting op vermogensgroei voor Amerikanen die meer dan 1 miljoen dollar verdienen niet opschroeven tot 39 procent, zoals Biden had voorgesteld, maar tot 28 procent. Daarnaast wil ze de winstbelasting voor bedrijven verhogen van 21 naar 28 procent, waar Biden verder wilde gaan.

Met de opbrengsten van die verhogingen wil ze mensen met inkomens tot 400.000 dollar per jaar en kleine bedrijven tegemoetkomen. Maar veel concreter dan een belastingvrije voet van 50.000 dollar voor kleine bedrijven en een belastingkorting voor gezinnen met kinderen is ze nog niet geweest.

Ook onder Harris neemt het Amerikaanse begrotingstekort toe – tot 2.000 miljard dollar, volgens het Penn Wharton Budget Model. Door de maatregelen, die lage inkomens bevoordelen en hoge inkomens achteruitzetten, zal het bbp in 2034 1,3 procent dalen. De Tax Foundation becijfert onder Harris een bbp dat op lange termijn 2 procent lager ligt, lonen die met 1,2 procent dalen en verlies van bijna 800.000 banen.

Libertaire miljardairs

Met al die vaagheden zal pas na de verkiezingen duidelijk worden welke weg Trump of Harris inslaan. „Bij Trump gaan we een vreemde combinatie zien van een autocratische en een libertaire orde”, zegt Harvardhoogleraar Gerstle. Hij verwacht na een winst van Trump strijd binnen diens coalitie, die bepalend kan zijn voor de koers van de Republikeinse partij.

„Als hij J.D. Vance als vicepresident de leiding geeft over de economie, zal ook onder een Republikeinse regering de overheidsbemoeienis groeien en zal de marktmacht van grote bedrijven worden aangepakt om de belangen van de working people te dienen”, zegt Gerstle. „Vance staat voor ‘Main Street’ in plaats van Wall Street. Hij is ook veel meer dan Trump een systematisch denker. Hij zal handelsbeperkingen nog meer integraal onderdeel maken van de Republikeinse agenda, en niet alleen om overwegingen van nationale veiligheid.”

Of laat Trump zijn oren hangen naar de libertaire miljardairs uit Silicon Valley, zoals Elon Musk, die in hoge mate bijdroegen aan zijn campagne? Dan krijgen volgens Gerstle grote bedrijven vrij spel en zal hun markmacht niet worden ingetoomd.

Rol voor Musk

Trump heeft al aangegeven dat hij Musk een commissie wil laten leiden die moet onderzoeken hoeveel regels voor bedrijven afgeschaft kunnen worden.

„Musk en zijn vrienden zullen zeker geen grote voorstanders zijn van hogere importtarieven, omdat hun eigen bedrijven dan meer moeten betalen voor de materialen en grondstoffen die zij importeren”, zegt Gerstle.

Bij Harris blijft de vraag in welke mate zij de Bidenomics voortzet, zegt Gerstle. „Als ze dat doet, kan een orde ontstaan die vergelijkbaar is met de New Deal in de jaren dertig en veertig, met belangrijke staatsinmenging in de economie.”

Harris benadrukt steeds dat haar beleid voor de toekomst gericht zal zijn op herverdeling van inkomens. De Democraten zoeken daarbij houvast aan de slogan waarmee Bill Clinton in 1992 succes had: „It’s the economy, stupid.”

Voor de Amerikaanse kiezer lijkt dat, gezien de opiniepeilingen, beperkt tot: It’s the inflation, stupid. Donald Trump sluit daarbij aan door terug te grijpen op het adagium waarmee Reagan in 1980 de verkiezingen van Jimmy Carter won: „Are you better off than you were four years ago?” Zo blikt Trump terug op zíjn verleden en het beleid dat hij tussen 2017 en 2021 voerde. Maar hij belooft een veel heftiger uitvoering.


‘Je kunt net zo goed je eigen doodskist meenemen.’ De levensgevaarlijke vlucht uit Noord-Gaza

Ze kon haar huis niet verlaten. Uit het raam kijken was te gevaarlijk. Tijdens de eerste twee weken van de huidige Israëlische belegering van Jabalia, in Noord-Gaza, zat Noor Attalah (24), die voor de oorlog rechten en Frans studeerde, vast met haar familie. Rondom het huis waren luchtaanvallen en beschietingen.

„Drones hielden het huis in de gaten, verlichtten het van binnen en vervulden ons met doodsangst”, vertelt Attalah via audioberichten vanuit het al-Shati-vluchtelingenkamp, ten westen van Jabalia.

Door de volledige blokkade van het noorden raakte het drinkwater op, waardoor de familie zout water moest drinken. Op de derde dag werd het internet afgesloten. Na een week ging een buurman met zijn zoon naar buiten. Attalah zegt dat ze werden gedood door een raket, afgeschoten door een drone.

Ze was opgelucht toen na twee weken belegering het Israëlische leger arriveerde. Samen met ontheemden in een nabijgelegen school kregen ze het bevel om te vertrekken. „Wie zonder bevel vertrekt riskeert de dood”, zegt Attalah.

Sinds het begin van de hernieuwde Israëlische belegering van Noord-Gaza op 5 oktober zitten tienduizenden mensen vast in het omsingelde Jabalia. Ze kunnen nergens heen. Het Israëlische leger zegt dat Hamas zich in het noorden aan het hergroeperen is. Het droeg de circa vierhonderdduizend overgebleven inwoners van het noorden, inclusief Gaza-Stad, begin oktober op te vertrekken naar het zuiden, via op flyers aangegeven routes over centrale wegen.

Palestijnen vervoeren lijken naar begraafplaats in Beit Lahia, 29 oktober.
Foto AFP

Geïnstrueerd door drone

Maar wie daaraan gehoor gaf, liep onderweg een groot risico. De meesten konden niet weg, door de belegering en aanhoudende beschietingen en luchtaanvallen. De groep mensen met wie Attalah uiteindelijk vertrok, werd door een drone geïnstrueerd naar de Al-Awda-straat te gaan die deels was geblokkeerd door een bulldozer.

De vrouwen werden gescheiden van mannen en jongens van boven de zestien, zegt Attalah. „Een soldaat beschimpte ons en riep sarcastische opmerkingen als ‘laat Hamas je komen redden, waar is Sinwar? Waar zijn de miljoenen Arabieren’?”

„We zaten in de zon met ouderen, zieken en kinderen. Iedereen had zware tassen bij zich. Kinderen huilden, er was geen water”, zegt Attalah. „Links en rechts stonden tanks opgesteld. Overal waren soldaten. Een sluipschutter keek op ons neer, terwijl drones laag boven ons hoofd vlogen.” Na lang wachten mochten alleen de vrouwen door, zegt Attalah. De mannen werden tot middernacht vastgehouden. „Veel van hen werden opgepakt voor ondervraging, anderen werden gedwongen zich uit te kleden.”

Bovenstaande scène komt overeen met beelden uit Noord-Gaza die op sociale media worden verspreid, ook door het Israëlische leger. Informatie over wat er zich precies in het noorden afspeelt is schaars: er zijn nog maar enkele Palestijnse journalisten actief. Duidelijk is echter dat de vrijwel volledige blokkade van het noorden doorgaat en er naar verwachting dagelijks mensen door honger sterven. De bevolking wordt onder zeer gevaarlijke omstandigheden gedwongen naar het zuiden te vertrekken, waar het evenmin veilig is.

Drie ziekenhuizen

Volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid heeft Israël sinds begin oktober meer dan duizend Palestijnen gedood in Noord-Gaza. Human Rights Watch analyseerde op basis van onder meer satellietbeelden en droneopnames, gedeeld door het Israëlische leger, dat scholen die als schuilplaatsen dienden herhaaldelijk zijn aangevallen.

De drie nog functionerende ziekenhuizen in het noorden zijn gebombardeerd, meldt de VN. Eerder kondigden reddingswerkers van de Palestijnse burgerbescherming aan dat zij niet langer hun werk konden doen door constante luchtaanvallen en beschietingen.

Ook Mundhur al-Dahshan (25) uit Gaza-Stad, die voor de Palestijnse burgerbescherming en als ambulancemedewerker in het noorden werkte, heeft zijn werk neergelegd. Na het begin van de belegering kregen al-Dahshan en zijn collega’s, toen ze in de stad aan het werk waren, via aan drones bevestigde luidsprekers te horen dat ze via een checkpoint naar het Indonesische ziekenhuis in Beit Lahia moesten gaan, zegt hij. „Mijn collega’s en ik verlieten het gebied, maar andere collega’s zijn opgepakt”, vertelt hij via Whatsapp.

Volgens het mensenrechtenkantoor van de VN kan het optreden van het Israëlische leger in het uiterste noorden van Gaza leiden tot de „vernietiging van de Palestijnse bevolking” aldaar. De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem spreekt over etnische zuivering in Noord-Gaza.

De Israëlische krant Haaretz gebruikt deze week vergelijkbare bewoordingen: „Als het eruit ziet als etnische zuivering, dan is het dat waarschijnlijk ook”, schrijft de krant in haar commentaar. Terwijl diverse politieke leiders in Israël openlijk zeggen nieuwe nederzettingen te willen in Gaza, is in het noorden volgens Haaretz sprake van „de facto verdrijving”.

Palestijns meisje zoekt tussen het puin naar bruikbare spullen, na de Israëlische aanval op Beit Lahia, 29 oktober.
Foto AFP

Hernieuwde belegering

Vorige week publiceerde het onderzoeksinstituut Forensic Architecture van Goldsmiths, University of London bovendien een ruim achthonderd pagina’s tellend rapport over het optreden van het Israëlische leger in Gaza sinds oktober 2023, waarin het concludeert dat er sprake is van genocide. Het leger voert in Gaza „een systematische en georganiseerde campagne om leven, levensvoorwaarden en levens ondersteunende infrastructuur te vernietigen”, aldus het rapport.

Door de hernieuwde Israëlische belegering van Noord-Gaza zijn naar schatting van de VN sinds begin oktober zestigduizend mensen uit het noorden richting het zuiden gevlucht, met name uit Jabalia, Beit Lahia en Beit Hanoun. Maar veel inwoners willen of durven niet weg.

„Iedereen die van het noorden naar het zuiden gaat kan net zo goed zijn eigen doodskist meenemen”, zegt Ismail Mahmoud Khaled Qasim (45), eigenaar van restaurant Abu Zuhair in Gaza-Stad. Hij vertelt telefonisch vanuit de zuidelijke kuststrook al-Mawasi dat hij, nadat hij zijn zoon verloor, niet meer de kracht had om in het noorden te blijven. Met anderen trok hij over een centrale weg richting al-Mawasi, ondanks waarschuwingen van anderen dat tanks en soldaten mensen beschoten.

„We liepen over de al-Rashid weg, waar langs de kant lichamen en skeletten lagen en straathonden lagen te wachten. Ik huilde om de verschrikkelijke aanblik, terwijl er vanuit tanks en via luidsprekers naar ons geschreeuwd werd.” Ze moesten twee uur in de zon wachten, zegt Qasim. Daarna werden ze meegenomen naar een kamer, waar hun namen en identiteitskaarten één voor één werden genoteerd. In rijen werden ze vervolgens naar een ander checkpoint geleid, waar zich hetzelfde proces voltrok, voor ze Wadi Gaza bereikten, ten zuiden van Gaza-Stad.

Nakba

Anderen hebben geen gehoor gegeven aan de ‘evacuatiebevelen’ van het Israëlische leger. Velen vrezen net als hun voorouders te eindigen, die tijdens de Nakba in 1948 naar Gaza werden verdreven uit hun woonplaatsen in het huidige Israël, en nooit meer terug konden keren. „We zijn niet naar het zuiden gegaan, ondanks de verklaring van de bezetting [Israël] dat het daar veilig zou zijn. Ze liegen en bombarderen dan het zuiden”, zegt Fatina Abdel Karim Mahna (24) die in het noorden aan de kust woont. „We willen in ons huis blijven. En hier kennen we in ieder geval mensen die ons kunnen begraven als we sterven.”

Ook Basil Mustafa Khalid (45), die oorspronkelijk uit Beit Lahia komt, maar eerder naar Jabalia vluchtte, blijft in het noorden. „We zijn volledig afgesloten van andere gebieden in het noorden, waardoor het extreem moeilijk is om water en eten te krijgen”, zegt hij. „We kunnen ons huis niet uit vanwege dronebeschietingen, en we hebben geen toegang tot humanitaire hulp.”

Net als veel anderen durft hij niet naar het zuiden te gaan, hoewel al zijn familieleden daar zijn. „Er is geen veilige doorgang, en vertrekken is een groot risico. De situatie in het zuiden is ook rampzalig, bijna nog erger dan in het noorden, dus dan sterf ik liever in mijn huis in het noorden dan te vluchten.”


Onderwijsinspectie bezocht jarenlang minder basisscholen dan beloofd

De onderwijsinspectie heeft in de periode tussen 2014 en 2019 veel te weinig basisscholen bezocht. Ook heeft de inspectie het ministerie van Onderwijs daar vervolgens onjuist over ingelicht. Dat blijkt uit een donderdag verstuurde Kamerbrief van minister Eppo Bruins (NSC) en staatssecretaris Mariëlle Paul (VVD), die volgde op onderzoek van Nieuwsuur.

De inspectie beloofde de Tweede Kamer in 2007 al om elke basisschool eens in de vier jaar te bezoeken. Over de nu onderzochte periode – 2014 tot 2019 – blijkt de inspectie een derde van de basisscholen niet te hebben geïnspecteerd.

Het zou kunnen dat de inspectie ook in de periode tussen 2007 en 2014 heeft nagelaten alle basisscholen frequent genoeg te hebben onderzocht, maar hierover is niets bekend. De inspectie wilde die cijfers niet delen met Nieuwsuur. Paul, die heeft laten weten de hele gang van zaken te betreuren, sluit dat niet uit.

Het ministerie liet de toezegging om alle scholen eens per vier jaar te bezoeken in 2021 los, maar de nieuwe belofte werd dat op zijn minst een groot deel van de scholen nog steeds geïnspecteerd zou worden. Dat valt al helemaal tegen: na 2019 is slechts een derde van de basisscholen nog geïnspecteerd.

Dat de inspectie onjuiste gegevens verstrekt aan het ministerie van Onderwijs, zorgde ervoor dat de Tweede Kamer vervolgens dezelfde incorrecte informatie kreeg.


‘Alles is verwoest’: inwoners van het Spaanse Utiel ruimen geschokt de modder op

Voor het crematorium in het Spaanse dorp Utiel staat een groepje medewerkers met bezems en scheppen in de hand. Ze hebben net de ontvangstzaal voor nabestaanden schoongeveegd. Patricia, een van de medewerkers, barst in tranen uit. „We kunnen onze doden niet eens op een waardige manier in hun eigen woonplaats cremeren. Alles is verwoest.” In het gebouw staat alleen het kruis – besmeurd met modder – nog overeind.

Hoe dieper je het dorp ten westen van Valencia intrekt, hoe groter de schade. Luis Navarro en Pilar Perez, een ouder echtpaar, kijken droevig vanaf de eerste verdieping naar hun straat, die compleet is verwoest. Buren die zijn begonnen met puinruimen zitten tot hun knieën in de modder. „In de vijftig jaar dat ik hier woon, heb ik nog nooit zoiets meegemaakt”, zegt Perez huilend vanuit haar raam.

Zij en haar man zitten sinds de overstroming vast in hun woning, omdat de deur is opgezwollen door het water en niet meer open kan. Ze wachten tot de hulpdiensten langskomen om hen te bevrijden. „We kunnen toch niet naar buiten, want Luis heeft Parkinson en ik heb een slechte heup. Dat is levensgevaarlijk voor ons”, zegt Perez. „Maar het idee dat we opgesloten zitten geeft me onrust.”

Het echtpaar Luis Navarro en Pilar Perez in Utiel.
Foto Joseph Fox

Foto’s: Joseph Fox

Geen netwerkverbinding

Navarro en Perez zijn vooral aangewezen op hulp van hun zoon Daniel, die een paar straten verderop woont. Hij bracht ze eerder een paar flessen water en wat eten maar verder is communicatie met hem onmogelijk, omdat er in de wijde omgeving geen netwerkverbinding is. Woensdagmiddag kwamen medewerkers van de gemeente langs en deelden ze „bocadillos” uit. „Meer dan broodjes hebben we niet gehad”, zegt Perez. „Als we urgente hulp nodig hebben, dan moeten we uit het raam roepen naar mensen. Dat is nu de enige manier om in contact te staan met de buitenwereld.”

Als we urgente hulp nodig hebben, dan moeten we uit het raam roepen naar mensen

Pilar Perez
inwoner Utriel

Omdat het echtpaar slecht ter been is, maken ze normaal gebruik van de verdieping op de begane grond waar ze een slaapkamer, badkamer en keuken hebben – naast de garage. Daar staat nu nog een meter water. De keukenkastjes liggen op de grond, alle kruidenpotjes en jam drijven rond. Op de eettafel ligt een dikke laag modder. De wasbak is door de kracht van het water van de muur losgeraakt.

„Letterlijk al onze belangrijke spullen zijn weg. Onze documenten, foto’s, het eten, allemaal weg”, zegt Navarro, terwijl hij een huilende Perez over haar arm streelt. „Ik weet dat we dankbaar moeten zijn dat we nog leven, maar onze herinneringen maken ons tot wie we zijn en dat zijn we nu kwijt”, zegt zij.

Foto: Joseph Fox

Emmers modder

Buurvrouw Carmen Alba komt langs om te kijken of het echtpaar iets nodig heeft. „Wat je ook nodig hebt, geef een gil. Ik kom straks weer even kijken, goed?”, zegt ze. En zo gaan buurtbewoners bij elkaar langs om hulp aan te bieden.

Ook inwoners uit andere dorpen zijn vanochtend naar Utiel gekomen om te helpen. Zo ook Nora en haar dochter Demi die in Caudete de las Fuentes wonen, acht kilometer verderop. „Ons dorp ligt wat hoger, dus wij hadden geen last van de overstromingen”, vertelt Nora terwijl ze met een emmer modder naar een dumpplaats voor de deur loopt. „Maar ik kon niet thuis blijven, terwijl ik weet dat een paar kilometer verderop alles onder water staat en mensen hulp nodig hebben.”

Ik kon niet thuis blijven, terwijl ik weet dat een paar kilometer verderop alles onder water staat en mensen hulp nodig hebben

Nora
inwoner regio

Nora en haar dochter zijn vaak in Utiel. „We doen hier onze boodschappen, gaan hier naar feestjes en naar restaurants.” De twee vrouwen helpen het gezin Santos. Ze hebben elkaar nooit eerder gezien, maar de omgang met elkaar doet anders vermoeden. De bewoners zorgen met liefde voor elkaar. „We gaan straks naar het volgende huis. En morgen gaan we gewoon weer door. Tot alles schoon is.”

Vernielde meubels

Foto’s Joseph Fox

Die behulpzaamheid is in het hele dorp terug te zien. Jongeren lopen door de straten met scheppen, bezems en emmers in de hand. „Hola, kan ik ergens mee helpen?”, vraagt de 21-jarige Rodri aan María Carmen, die in haar voortuin een sigaret staat te roken. „Ai por favor, dat zou heel fijn zijn”, antwoordt ze. Rodri roept zijn twee vrienden erbij en ze beginnen met schoonmaken en vernielde meubels naar buiten te verplaatsen: van de nachtkastjes tot aan de matrassen. Ondertussen probeert de brandweer in de straat van María Carmen het water en modder via een slang naar de rivier Magro te pompen.

Dicht bij de rivier zit restaurant Rabieta van Juanjo (33) en Rosa (28) Gómez. Ze werden dinsdagmiddag verrast door de overstroming. „Ik stond in de keuken voor de lunchvoorbereidingen toen het restaurant ineens onder water stond. Er was vooraf geen waarschuwing, waardoor Juanjo en Rosa geen voorzorgsmaatregelen konden nemen, zoals het plaatsen van zandzakken of het afschermen van de ramen. De ruiten van de zaak zijn door de druk van het water eruit gesprongen.

Het personeel spoelt buiten de borden en flessen drinken met een tuinslang. Binnen hangt een sterke geur van bedorven eten. Er is geen elektriciteit meer, dus de koelkasten doen het niet „Alle apparatuur kan ik volgens mij weggooien”, zegt Juanjo Gómez. „Mijn zusje en ik hebben al ons spaargeld in dit restaurant gestoken. We zijn net een jaar open en nu kunnen we alweer sluiten”, zegt hij met een pijnlijke lach. „En van de verzekering krijgen we niets terug is ons verteld, omdat stormschade niet wordt verzekerd.”

„Het is afwachten wat de regering gaat doen”, zegt zus Rosa Gómez. „Maar daar verwachten we niet veel van.”

Rabieta van Juanjo en Rosa Gómez in hun restaurant Rabieta, in het Spaanse Utiel.
Foto Joseph Fox

Noodalert

En dan ineens gaan alle mobiele telefoons af. Het is een noodalert van de overheid. De paniek bij iedereen is direct zichtbaar. De moeder van Juanjo en Rosa rent naar de keuken. „Que esta pasando”, roept ze lijkbleek. „Wat gebeurt er? Is er weer gevaar?” Heel even kijkt iedereen elkaar gechoqueerd aan. Maar er is geen gevaar. De overheid verzoekt de inwoners om de hulpdiensten niet in de weg te staan en vooral thuis te blijven.

Juanjo slaakt een zucht. „De schrik zit er goed in, maar we moeten positief blijven. „Me verdrietig en machteloos voelen is makkelijk, maar als ik daaraan toegeef dan kan ik mezelf net zo goed in de rivier gooien.”

Foto’s: Joseph Fox

Foto: Joseph Fox

Lees ook

Nederlanders in Spaans overstromingsgebied maken de ramp van dichtbij mee: ‘In ons dorp zijn nog vijf mensen vermist’

Een beschadigd huis in het Spaanse dorp Letur, ten zuidwesten van Valencia.


Nederlanders in Spaans overstromingsgebied maken de ramp van dichtbij mee: ‘In ons dorp zijn nog vijf mensen vermist’

Het Spaanse dorp Letur in de provincie Albacete is onherkenbaar. Het historische centrum werd dinsdag overspoeld door een razendsnelle modderstroom, die verscheidene huizen meenam. De schade is gigantisch, vertelt de Nederlandse Cecille Veerman (58) telefonisch. Zij verhuisde in 2010 vanuit Schijndel met haar man en drie kinderen naar Spanje, waar zij een bed & breakfast runt. „Eén persoon is helaas niet meer levend teruggevonden. Nog steeds zijn er vijf mensen vermist”, zegt ze hoorbaar aangedaan. „Voor een klein dorp van negenhonderd inwoners is dit gewoon heel heftig. Iedereen kent elkaar.” Onder de vermisten is een jong stel, hun huis stortte in door de modder. Hun kinderen zaten op school in een hoger gelegen gedeelte en zijn ongedeerd.

Het water dat door het idyllische centrum loopt, met een natuurzwembad en waterval, is normaal gesproken een trekpleister voor toeristen. Maar nu is het een spookdorp, zegt Veerman. Alle bewoners werden geëvacueerd, sommigen hingen aan balustraden te wachten op hulp. Twee oudere mensen besloten te blijven, omdat ze op die plek geen gevaar lopen. Zij krijgen voedsel van de autoriteiten.

In het zuidoosten van Spanje zijn zeker 158 mensen om het leven gekomen als gevolg van het noodweer van eerder deze week, volgens het Spaanse persbureau EFE. Met name de regio Valencia is zwaar getroffen. Onder de slachtoffers zijn ook kinderen en baby’s. De regen werd veroorzaakt door een weerfenomeen dat ontstaat wanneer koude lucht over het warme water van de Middellandse Zee waait. Zware regen is om die reden normaal in de regio in de herfst. Dit jaar is de regenval plaatselijk extreem zwaar.

Schade aan een auto in Letur door de hevige stortbuien. Het water dat door het dorp loopt is normaal gesproken een trekpleister voor toeristen.
Foto Susana Vera

Zonnige stad

Als reisgids vertelt Rick Treffers (57) aan toeristen die hij rondleidt in de stad Valencia hoe onverwacht het weer in de regio kan omslaan. Afgelopen maandag nog, toen hij met een groep toeristen door een zonnige stad wandelde. Hij wist toen nog niet dat een etmaal later noodweer grote delen van de provincie zou treffen.

Dinsdagmiddag dronk hij met een vriendin wat in de stad. Pas om 20.12 uur kwam een waarschuwings-sms met de mededeling dat iedereen binnen moest blijven, vertelt hij. Dat bleek te laat. Op dat moment was het gebied net ten zuiden van Valencia al getroffen door overstromingen.

De oude afwateringsrivier loopt dwars door Valencia, vertelt Treffers. Die is drooggelegd na een grote overstroming in 1957 en vormt nu het beroemde negen kilometer lange stadspark Turia. Langs de zuidrand van Valencia kwam het alternatief: een nieuw kanaal dat vaak droog staat maar nu tot de rand toe is gevuld. Treffers: „Dorpen ten zuiden van dat kanaal werden weggevaagd, terwijl wij drie kilometer verderop niets in de gaten hadden en mensen liepen te winkelen.” Al snel druppelden de berichten binnen en werd de omvang van de ellende ook in de stad steeds duidelijker. Snelwegen en bruggen waren weggespoeld, het water sleurde auto’s met zich mee.

Lees ook

Na overstromingen in de regio Valencia is de verwoesting enorm

Bewoners beginnen met het schoonmaken van een straat in Valencia, na de overstroming van dinsdagavond. Foto Alberto Saiz / AP

Inmiddels houdt de stad de adem in: evenementen en concerten zijn afgelast, zegt Treffers die ook muzikant en liedjesschrijver is. Scholen en universiteiten zijn enkele dagen gesloten. Woensdag kwam het bericht dat het kraanwater zou worden afgesloten, waarna er een jacht op flessenwater ontstond. En passant ook op wc-papier en etenswaren. Het bleek een nepbericht.

Het is om moedeloos van te worden, zegt tolk-vertaler Saskia Osinga (53) die met haar gezin sinds 1998 in Valencia woont. „Je hebt de neiging in de auto te springen en te gaan helpen, want het getroffen gebied is tien minuten rijden. Maar de autoriteiten vragen om thuis te blijven.” De wegen moeten vrij blijven. Voor hulpdiensten en voor een eventueel ongeluk is er geen hulpverlener of ambulance beschikbaar. Dus zit er voor Osinga niets anders op dan dekens, handdoeken en eten te brengen naar de inzamelingspunten in de stad, waar de zon donderdagmiddag weer uitbundig schijnt en de lucht blauw is.

Een beschadigd huis in het dorp Letur.
Foto Oscar del Pozo

Machteloos

Tegelijkertijd, zegt ze, is in de rechtbank van Valencia een ruimte vrijgemaakt om lichamen te verzamelen. En krijgt ze een onophoudelijke stroom filmpjes en foto’s binnen op haar telefoon van hartverscheurende taferelen: stapels auto’s, gebarsten wegen en kinderen die wachten op ouders die niet meer thuiskomen. „Dan kan je niet in de zon gaan zitten. Je voelt je machteloos.”

Familieleden en vrienden kregen woensdag moeizaam contact met getroffenen in het gebied. Internet- en telefoonverbindingen werkten niet en ook de elektriciteit viel af en toe uit. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken ontving woensdag zo’n tiental telefoontjes van mensen die zich zorgen maken om bekenden, aldus een woordvoerder. Inmiddels zou er weer contact zijn. Nederland hielp bij eerdere overstromingen in Duitsland en Frankrijk met het leveren van pompen. Spanje heeft volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nog niet zo’n verzoek gedaan.

Vrijwel alle autowegen in de overspoelde gebieden zijn afgesloten. Met helikopters zoeken reddingswerkers in Letur naar overlevenden. „Ze zoeken slechts in een straal van vijf kilometer”, zegt Cecille Veerman. Haar huis en bed & breakfast liggen op een wat hoger gedeelte buiten het centrum en werden niet geraakt door de modderstroom. „Als de vermisten zijn meegesleurd heb ik er een hard hoofd in dat ze allemaal gevonden worden. Maar we houden hoop dat mensen deze ramp goed kunnen afsluiten, want als de slachtoffers niet gevonden worden lijkt me dat erg moeilijk.”


Duitsland zet Iraanse diplomaten uit na executie Iraans-Duitse dissident

Duitsland gaat Iraanse consulaten sluiten naar aanleiding van de executie van Jamshid Sharmahd, een Duits staatsburger, door de Iraanse overheid. Dat melden Duitse media donderdag na een aankondiging van buitenlandminister Annalena Baerbock.

De Iraanse ambassade in Berlijn blijft open, maar de consulaten in Frankfurt, Hamburg en München moeten dicht. De 32 Iraanse medewerkers van die consulaten verliezen hun verblijfsvergunning; degenen die geen Duits staatsburger zijn, moeten het land uit. Ook wil Baerbock dat de EU de Iraanse Revolutionaire Garde op de lijst van terreurorganisaties plaatst.

Ontvoerd tijdens zakenreis

Iraanse staatsmedia maakten maandagochtend melding van de executie van Sharmahd. De 69-jarige Iraans-Duitse dissident was geboren in de Iraanse hoofdstad Teheran, opgegroeid in Duitsland en woonde sinds 2003 in de Verenigde Staten. In de zomer van 2020 werd Sharmahd tijdens een zakenreis in Dubai ontvoerd. Twee dagen later maakte Iran bekend hem te hebben opgepakt.

De Iraanse regering beschuldigde Sharmahd van terrorisme. Zo zou hij in 2008 betrokken zijn geweest bij een aanslag op een moskee in de stad de Iraanse stad Shiraz, waarbij 14 doden vielen. Ook zou hij banden hebben gehad met Tondar, een revolutionaire beweging van Iraniërs in ballingschap.

In 2023 veroordeelde het Iraanse hooggerechtshof Sharmahd tot de doodstraf, maar van een eerlijk proces was geen sprake. De dissident kreeg geen advocaat en Iran had Duitsland verboden hem consulaire bijstand te verlenen. Mensenrechtenorganisatie Amnesty sprak van een „schijnproces”.


Luchtvaart gaat flink meer betalen op Schiphol

Schiphol gaat de luchtvaartmaatschappijen die vliegen op Amsterdam in 2025 fors meer havengeld in rekening brengen. Dat heeft het luchthavenbedrijf donderdagmiddag bekendgemaakt.

De havengelden die de luchthaven heft voor diensten als beveiliging en schoonmaak, en voor nieuwbouw en onderhoud, stijgen komend jaar 41 procent. Voor schonere en stillere vliegtuigen gelden aantrekkelijker tarieven. Vliegen in de nacht wordt nog duurder dan overdag.

KLM en easyJet, de grootste gebruikers van Schiphol, reageren ontstemd. Amsterdam wordt volgens de maatschappijen een van de duurste luchthavens van Europa. Passagiers zullen de stijging merken, zeggen ze. Vliegtickets worden duurder. Schiphol zelf gaat uit van een gemiddeld stijging met 15 euro per ticket.

De luchtvaartmaatschappijen vinden onder meer dat de luchthaven achterstallig onderhoud op hen afwentelt. Schiphol bevestigt dat de luchtvaartmaatschappijen deels extra onderhoud bekostigen. Daarnaast wijst het onder meer op hoge andere kosten, naast hoge inflatie en rente.

In 2026 stijgen de tarieven nog eens 5 procent; in 2027, als Schiphol de extra kosten als gevolg van de Covidpandemie heeft gecompenseerd, dalen ze 7,5 procent. De afgelopen drie jaar stegen de havengelden ook al fors, met in totaal 40 procent.

Correcties

De stijging van de havengelden werd verwacht. Bij de presentatie van de halfjaarcijfers, eind augustus, zei financieel directeur Robert Carsouw van de Schipholgroep al dat de tarieven van de havengelden „ruim onvoldoende” zijn om de kosten te dekken.

De huidige tarieven zijn vastgesteld in 2021 en bevatten geen correcties voor „de uitzonderlijk hoge inflatie, sterk gestegen rente en fors toegenomen operationele kosten in de afgelopen drie jaar”, aldus de luchthaven. Schiphol wijst ook op de gestegen personeelskosten, om werknemers betere arbeidsomstandigheden te bieden.

Volgens de luchthaven zijn de huidige tarieven (van 2022 tot en met 2024) ruim 550 miljoen euro te laag om de kosten te dekken die Schiphol maakt voor de dienstverlening aan de luchtvaartmaatschappijen. De luchthaven zelf legt 100 miljoen euro bij.

De havengelden vormen de belangrijkste bron van inkomsten voor Schiphol. In 2023 kreeg de luchthaven bijna 1,16 miljard euro aan havengelden binnen, ofwel 63 procent van zijn totale inkomsten. In 2022 was dat nog 901 miljoen euro.

De luchthaven mag de tarieven niet lukraak opvoeren; de verhoging wordt bepaald volgens een strikte procedure. Luchtvaartmaatschappijen kunnen in beroep tegen de stijging. In maart bepaalde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat Schiphol volgens de wet had gehandeld bij de verhoging van de havengelden over 2022, 2023 en 2024.

Onredelijk en onverstandig

In een reactie stelt Marjan Rintel, president-directeur van KLM: „Schiphol schuift extra kosten van tegenvallers en budgetoverschrijdingen voor een groot deel af op de reiziger. Duurdere tickets zijn onvermijdelijk als je de havengelden zo sterk verhoogt. Dat is onredelijk en onverstandig.”

Volgens Rintel ondergraaft Schiphol zijn positie als internationaal knooppunt, „met alle risico’s van dien voor de hubfunctie, de verbondenheid van Nederland en onze economie”.

Budgetmaatschappij easyJet hekelt in een reactie het verschil tussen in Amsterdam vertrekkende passagiers en mensen die daar overstappen. De eerste groep, de klanten van easyJet, betalen meer havengelden en meer vliegbelasting. De tweede groep, een belangrijk segment klanten voor KLM, betaalt minder havengeld en geen vliegbelasting.

EasyJet vindt ook de investeringen in nieuwe infrastructuur op Schiphol „disproportioneel”. Die komen vooral ten goede aan transferpassagiers. Aan de pieren en de hallen waar de budgetmaatschappijen vertrekken, zou al tien jaar geen onderhoud zijn gepleegd. Schiphol is van plan de komende vijf jaar 6 miljard euro te besteden aan nieuwe infrastructuur.


Raad van State versnelt bezwaarprocedures woningbouw, eerste resultaten zijn zichtbaar

De bouw van tienduizenden woningen die wachten op behandeling van bezwaren door de Raad van State kan mogelijk versneld van start gaan. Dat komt omdat de hoogste bestuursrechter sinds deze zomer voorrang geeft aan beroepszaken tegen woningbouwprojecten groter dan twaalf woningen.

Als je alle woningen in die rechtszaken bij elkaar optelt, kom je op een totaal van 65.000. Die rekensom is nog niet eerder gemaakt en het aantal is veelzeggend: het is meer dan de helft van de beoogde 100.000 woningen die het kabinet jaarlijks wil bouwen.

Door procedures te versnellen wil de Afdeling Bestuursrechtspraak van de rechtszaken tegen deze 65.000 woningen eind volgend jaar een zitting gehad hebben. Het totale aantal woningen waartegen beroep is aangetekend bij de Raad van State is zelfs nog groter als ook de woningbouwprojecten van minder dan twaalf woningen worden meegenomen – al kan een woordvoerder geen exact aantal noemen.

Dit voorjaar liet voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak Rosa Uylenburg al weten dat er een voorrangsregeling zou komen. Een projectgroep van acht gespecialiseerde stafjuristen en vijf staatsraden (hoogste bestuursrechters) heeft daarop de opdracht gekregen om zich alleen nog op de behandeling van deze grotere woningbouwzaken te richten. Door voorrang te geven aan grote woningbouwprojecten en juridisch ingewikkelde onderwerpen te „clusteren” en als „project” te behandelen, moet het tempo van de rechtsgang worden opgeschroefd. En dat is hard nodig, laat Uylenburg in een schriftelijke reactie weten, „omdat het aantal woningbouwprojecten dat bij de Afdeling bestuursrechtspraak in behandeling is al langere tijd oploopt en het veel langer duurt dan aanvaardbaar om daar uitspraak in te doen.”

Uylenburg noemt de werkwijze van de projectgroep een „bijzondere stap”. Normaal gesproken wordt geen onderscheid gemaakt tussen de soort en omvang van bestemmingsplannen waartegen bezwaar is aangetekend; de rechters behandelen rechtszaken op volgorde van binnenkomst. Het met voorrang behandelen van zaken over grotere aantallen woningen moet de woningbouw ten goede komen, aldus Uylenburg. „Woningnood is een groot maatschappelijk probleem. Het is dus noodzakelijk om iets te doen als hoogste bestuursrechter.”

Al eerste resultaten

De projectgroep werkt sinds deze zomer en werpt nu zijn eerste vruchten af, aldus de Raad van State. Zo kan door een versnelde uitspraak over woningbouw in Amstelveen de bouw van 800 woningen van start gaan. Ook zijn in september en oktober de zaken over het Beurskwartier in Utrecht (bijna 3.500 woningen) en het Roermondse Melickerveld (470 woningen) op een zitting behandeld. Nog voor Kerst heeft de projectgroep zittingen van woningbouwprojecten in de Rotterdamse Rijnhaven (3.000 woningen) en Princenhage in Breda (236 woningen) op de rol.

Uylenburg onderstreept dat wat buiten de projectgroep valt, niet stil komt te liggen. Ook kleinere woningbouwzaken, handhavings- en milieuzaken worden buiten de projectgroep om nog steeds behandeld. Wel kan het zijn dat de behandeling ervan „iets langer duurt” omdat grote woningbouwprojecten voorrang krijgen.

Meer woningbouwzaken

Wie het niet eens is met een wijziging van het bestemmingsplan in zijn of haar buurt, kan in beroep bij de rechter. Dit kan bijvoorbeeld als er twijfels bestaan over hoe de gemeente parkeerdruk berekent of hoe er met milieukwesties wordt omgegaan.

Uit het jaarverslag van de Raad van State wordt duidelijk dat de stapel rechtszaken in de Omgevingskamer van de Afdeling Bestuursrechtspraak de afgelopen jaren fors is gegroeid. Waren er eind 2020 nog 1.633 zaken in behandeling, eind vorig jaar waren dat er 2.990. Een officiële verklaring voor deze stijging is er niet, al lijkt het aannemelijk dat de toegenomen woningbouw in stedelijke gebieden een rol speelt. Immers, in dichtbevolkte gebieden zijn er meer omwonenden en instanties die tegen bestemmingsplannen voor woningbouw in beroep kunnen gaan.

Vertraging is kostbaar

Door gebrek aan capaciteit bij de hoogste bestuursrechter neemt ook de looptijd van zaken ook toe. Afhankelijk van de zaak kan het soms 2 tot 2,5 jaar duren voordat de Raad van State tot een uitspraak komt. In afwachting daarvan liggen de betreffende bouwprojecten in veel gevallen stil, terwijl de rentelasten en de bouwkosten doorlopen. De vertraging is voor bouwers en projectontwikkelaars erg kostbaar, tot op het punt waarop sommige projecten niet langer rendabel zijn en worden afgeschaald of helemaal afgeblazen. Ook komt het voor dat de beoogde bewoner de woning door prijsstijgingen niet langer kan betalen en daarom moet afhaken.

Een andere reden om met de projectgroep te werken, is dat de druk op de Raad van State verder wordt opgevoerd vanuit de politiek. Met de Crisis- en herstelwet kon de hoogste bestuursrechter al worden gevraagd om grotere woningbouwzaken binnen zes maanden te behandelen. In het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting, dat na het herfstreces door de Tweede Kamer wordt behandeld, worden bovendien de juridische beroepsprocedures tegen woningbouwprojecten ingekort. Bezwaarmakers gaan dan niet langer eerst naar de rechtbank, maar komen rechtstreeks bij de Raad van State uit.

Lees ook

voor 100.000 euro willen de omwonenden hun bezwaar wel intrekken

Bouwplaats in nieuwbouwwijk de Waalsprong in Nijmegen-Noord, waar veel nieuwbouw wordt gerealiseerd.


Rúben Amorim volgt Erik ten Hag op als hoofdtrainer Manchester United

Rúben Amorim wordt de opvolger van Erik ten Hag als coach van de Engelse voetbalclub Manchester United. Dat melden The Guardian en The New York Times donderdag in navolging van transfergoeroe Fabrizio Romano. De Portugees komt over van Sporting Clube de Portugal uit Lissabon, en zal een contract tekenen tot 2027.

Sinds het ontslag van Ten Hag afgelopen maandag is Ruud van Nistelrooij hoofdverantwoordelijke in Manchester. Omdat het nog een aantal weken duurt voordat Amorim aan zijn klus begint, staat Van Nistelrooij nog drie wedstrijden voor de spelersgroep.

Onervaren

Amorim (39) is pas sinds vijf jaar actief als hoofdtrainer in de Portugese competitie. Hij trainde nog nooit een club in het buitenland. Zijn aanstelling bij de beroemde Engelse club heeft hij te danken aan de goede resultaten van Sporting in de afgelopen jaren. Vooral op het gebied van tactiek maakte hij indruk — net als Ten Hag bij Ajax, voordat Manchester hem haalde.

In zijn eerste seizoen bij Sporting (2020-2021) leidde Amorim de club uit Lissabon naar het eerste kampioenschap in negentien jaar. Afgelopen seizoen werden Sporting en Amorim opnieuw kampioen. Begin oktober bracht Amorim een bezoek aan Eindhoven voor een duel in de Champions League met PSV, die wedstrijd eindigde in een 1-1 gelijkspel.

Manchester United betaalt Sporting naar verluidt 10 miljoen euro voor de overname van de Portugese coach, plus 1 miljoen voor het afkopen van de opzegtermijn van dertig dagen.

Lees ook

Nooit kreeg Erik ten Hag helemaal grip op Manchester United

Manchester United-coach Erik ten Hag met zijn assistenten Ruud van Nistelrooij (links) en René Hake (rechts) voor het duel tegen West Ham United afgelopen zondag, de dag voor zijn ontslag.


Honderden Turkse Bulgaren betrokken bij nieuwe toeslagenfraude

Honderden Turkse Bulgaren die veelal in Nederland wonen, hebben volgens het Openbaar Ministerie het toeslagenstelsel misbruikt. Zij vroegen kinderopvangtoeslag aan zonder dat hun kind in Nederland naar de opvang gaat. Een Nederlands-Turkse verdachte die vanuit Dordrecht een clandestien ‘toeslagenkantoor’ runde, heeft in totaal voor vijf miljoen euro aan toeslagen voor hen geïncasseerd, stelt het OM.

De 61-jarige verdachte moest donderdag voorkomen, omdat de rechter moet beslissen over zijn voorlopige hechtenis. Het OM wilde hem langer vasthouden omdat gevreesd wordt dat de man naar Turkije vlucht. Volgens zijn advocaat was dat niet nodig: „Deze man woont al 44 jaar in Nederland en zal niet naar Turkije vluchten”. De rechter ging daar niet in mee en verlengde de hechtenis van de verdachte. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak staat gepland voor volgend jaar.

In april dit jaar meldde toenmalig staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD) aan de Tweede Kamer dat opsporingsdienst FIOD signalen onderzocht van fraude met toeslagen door „mensen uit het buitenland, specifiek vanuit Bulgarije”. Nu wordt voor het eerst de omvang van de zaak duidelijk.

Omvang

Volgens het OM hebben in totaal 330 Bulgaren via een tussenpersoon onterecht kinderopvangtoeslag aangevraagd. De omvang is in werkelijkheid misschien nog groter, omdat het onderzoek slechts twee jaar terug in de tijd gaat. Ook is mogelijk gefraudeerd met andere toeslagen, maar dit is niet onderzocht.

Parallel hieraan loopt nog een ander opsporingsonderzoek naar georganiseerde toeslagenfraude door Bulgaren. In dat onderzoek zijn vorige maand vier Bulgaren gearresteerd, die via dezelfde truc kinderopvangtoeslag incasseerden voor mensen uit hun netwerk. De omvang van die zaak wordt nog onderzocht.

De fraudetruc is eenvoudig. De Bulgaren schrijven zichzelf en hun kinderen in bij het gemeenteloket en krijgen een BSN-nummer. Daarmee gaan ze naar hun tussenpersoon die een DigiD aanmaakt, waarmee de toeslag kan worden aangevraagd. Als de Belastingdienst opmerkt dat de aanvraag niet klopt, is het te laat: de voorschotten zijn al uitbetaald.

Sommige Bulgaren in het onderzoek incasseerden voorschotten van 50.000 of zelfs 70.000 euro per persoon, blijkt uit de dagvaarding. Tien procent ging naar de tussenpersoon, als vergoeding voor zijn diensten. Op brieven van de Belastingdienst over de onjuiste aanvragen reageerden de aanvragers niet.

Bulgarenfraude

De zaak toont gelijkenissen met de ‘Bulgarenfraude’ van ruim tien jaar geleden. Destijds keerde de Belastingdienst vier miljoen euro aan zorg- en huurtoeslagen uit aan honderden Bulgaren die daar geen recht op hadden.

De zaak vormde de aanleiding voor de Toeslagenaffaire, waarbij een fraudejacht ontstond op tienduizenden gezinnen die onterecht werden beschuldigd van sjoemelen. Zij moesten hun hele toeslag terugbetalen en raakten in de financiële problemen.

Vanwege het schandaal stopte de Dienst Toeslagen in 2020 met intensieve controles. Pas in december 2023 werden die weer opgestart. Toenmalig staatssecretaris Aukje de Vries suggereerde in april dat de nieuwe Bulgarenfraude mede hierdoor lang onopgemerkt is gebleven. Door het „stilleggen” van de fraudeopsporing kon de Dienst Toeslagen drie jaar lang „niet tot nauwelijks” reageren op „signalen van mogelijk misbruik”, schreef ze.

Het toeslagenstelsel blijft kwetsbaar voor misbruik, stelde De Vries ook. Om te zorgen dat mensen hun kinderopvangtoeslag op tijd ontvangen, krijgen zij een voorschot uitgekeerd voordat is gekeken of de aanvraag klopt. „Dat brengt risico’s op fraude met zich mee.”

Na de herstart van de fraudecontroles komen sinds dit jaar weer signalen binnen van mogelijk onterecht aangevraagde toeslagen. De Bulgarenfraude wordt bij toeval ontdekt als op een dag vanaf hetzelfde IP-adres in korte tijd meerdere aanvragen worden ingediend. Dit wordt opgemerkt door de beheerder van het DigiD-systeem, Logius.

Aanhouding

In juli heeft de FIOD een Turkse zestiger aangehouden die de kinderbijslag voor de Bulgaren zou hebben aangevraagd. Bij hem thuis in Dordrecht zijn volgens bronnen rond het onderzoek lijsten met ruim 700 burgerservicenummers, DigiD-gegevens en bijbehorende wachtwoorden aangetroffen, waarmee hij toeslagen kon aanvragen. Dit zou hij ook vanuit Turkije hebben gedaan. De man wordt verdacht van oplichting en valsheid in geschrifte. Ook een vermeende compagnon is aangehouden, die nieuwe ‘klanten’ zou opsporen om aanvragen voor te doen.

De indieners van de valse aanvragen die gehoord zijn, betreffen Bulgaren met een Turkse achtergrond. Zij zijn verhuisd naar Nederland en zouden via ‘mond-tot-mondreclame’ bij de Dordrechtse hoofdverdachte zijn uitgekomen.

De onterecht uitgekeerde miljoenen zijn waarschijnlijk moeilijk terug te halen. „We doen natuurlijk ons uiterste best”, zei oud-staatssecretaris De Vries eerder in de Kamer, „maar ik moet ook wel eerlijk zijn: dat kan in buitenlandsituaties best ingewikkeld zijn, zeker als er met foutieve adressen is gewerkt en we bij wijze van spreken geen verdere contactgegevens hebben”.

Bovendien zijn door de Toeslagenaffaire de regels voor het terugvorderen van onterecht ontvangen kinderbijslag aangepast. Er wordt meer rekening gehouden met de omstandigheden van de aanvragers. Zo hoeft er minder geld te worden terugbetaald als de onterechte toeslag door een derde is aangevraagd, zoals het geval lijkt bij de Bulgaren.

Lees ook

Van de toeslagen zijn politiek en burger nog lang niet af

Thierry Aartsen (VVD) (achter het spreekgestoelte), Michiel van Nispen (SP) (eerste rij links) en Senna Maatoug (Groenlinks-Pvda) tijdens een debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening