Oppositie kan kabinet niet overtuigen van alternatief voor btw-verhoging

Suiker duurder maken, de tabaksaccijns verhogen, het belasten van watergebruik voor grote bedrijven. Tegenstanders van de aanstaande btw-verhoging op sport, cultuur, media, boeken en hotels droegen de afgelopen tijd allerlei alternatieven aan. Maar niet één van de voorstellen kon alle coalitiepartijen bekoren.

Het kabinet-Schoof wil vanaf 2025 de belasting op sport, cultuur, media, boeken en hotels verhogen van 9 naar 21 procent. De maatregel moet in totaal ruim twee miljard euro extra belastinginkomsten opleveren. Voor bioscoopbezoek, dagrecreatie en campingverblijf blijft het lage btw-tarief van 9 procent gelden.

Sinds Prinsjesdag proberen oppositiepartijen het kabinet op andere gedachten te brengen, omdat PVV, VVD, NSC en BBB lieten blijken evenmin blij te zijn met de bezuinigingsplannen. Het kabinet daagde de oppositie uit om met een aantrekkelijk alternatief te komen, zodat de maatregel heel misschien kon worden ingetrokken.

‘Muurvast’

Vandaag liet Tweede Kamerlid Hans Vijlbrief (D66), die namens de oppositie met het kabinet onderhandelde over een alternatieve dekking, aan het Algemeen Dagblad weten dat het hem niet is gelukt om de btw-verhoging van tafel te krijgen. „Niemand wilde dit, maar het komt er toch. Het zit muurvast”, aldus Vijlbrief.

Volgens Vijlbrief durven de coalitiepartijen „de sprong niet te maken”, omdat ze „te bang” zijn om de eigen achterban boos te maken. „Lelijke politiek die heel Nederland raakt”, aldus de D66’er tegenover het AD.

Aanstaande maandag wordt in de Tweede Kamer verder gedebatteerd over de btw-verhoging. Vijlbrief wil de coalitiepartijen dan nogmaals aansporen af te zien van de verhoging. Bij aanvang van dat debat zullen onder meer bekende sporters, schrijvers en acteurs protesteren tegen de maatregel.

‘Heilloze weg’

Overigens moet het belastingplan, waar de btw-verhoging deel van uitmaakt, ook nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Onlangs dreigde een meerderheid van de partijen in de senaat om het complete pakket aan belastingplannen weg te stemmen als de coalitie niet terugkomt op de betreffende btw-verhoging.

Het bondgenootschap #geenhogerebtw, bestaand uit onder meer voetbalbond KVNB, Koninklijke Horeca Nederland en De Creatieve Coalitie, liet vrijdag in een verklaring weten dat de btw-verhoging „een heilloze weg is” die niemand wil belopen. „De gevolgen van de btw-verhoging zijn schadelijk voor Nederland en onomkeerbaar”, aldus het collectief.

Lees ook

Hoeveel duurder wordt een dagje uit? ‘Musea hebben echt geen vet meer op de botten’

Theater Rotterdam aan het Schouwburgplein.


Dertien doden in Servië na instorten afdak treinstation

In de Servische stad Novi Sad zijn vrijdag dertien mensen om het leven gekomen toen het afdak van een treinstation instortte. Dat zegt de Servische minister van Binnenlandse Zaken Ivica Dacic vrijdagavond tegen de nationale televisiezender RTS.

Drie zwaargewonden zijn naar het ziekenhuis gebracht. Volgens de minister zijn alle slachtoffers inmiddels onder het puin vandaan gehaald.

Novi Sad is na hoofdstad Belgrado de grootste stad van Servië. Het treinstation, oorspronkelijk gebouwd in 1964, was onlangs gerenoveerd. Aan het afdak was echter niets gedaan. Op X circuleert een video van een beveiligingscamera bij het station, waarop te zien is hoe het afdak aan de voorzijde van het station in één keer naar beneden komt (let op: beelden kunnen schokkend zijn).

De komende dagen zal volgens minister van Bouw, Transport en Infrastructuur Goran Vesic worden onderzocht hoe dit deel van het gebouw toch veilig kon worden verklaard, schrijft RTS. Premier Milos Vucevic sprak over een zwarte dag voor heel Servië en heeft zaterdag 2 november tot dag van nationale rouw uitgeroepen.


De cijfers na zeven weken alomvattende controles wijken amper af van eerdere maanden

Duitsland intensiveerde half september zijn grenscontroles om zo meer grip te krijgen op illegale migratie. Uit vrijdag gepubliceerde cijfers van de Duitse Bundespolizei, die voor de grenscontroles verantwoordelijk is, blijkt dat er over de eerste zeven weken 7.617 ongeoorloofde grensovergangen, of pogingen daartoe, zijn geregistreerd. Ruim vijfduizend maal werd de persoon in kwestie tegengehouden en teruggestuurd.

Dit aantal ligt iets lager dan het maandelijks gemiddelde in 2024. Uit cijfers van de Bundespolizei uit oktober bleek dat in iedere maand van 2024 het aantal geregistreerde ongeoorloofde grensovergangen schommelde tussen de zes- tot zevenduizend. In 2023, toen er dus minder gecontroleerd werd, lag het gemiddelde rond tienduizend geregistreerde, ongeoorloofde grensovergangen per maand.

Mogelijk gaat er een licht afschrikkende werking uit van de aangekondigde grenscontroles – hoewel politievakbondsman Andreas Roßkopf dat enkele weken geleden nog uitsloot omdat de grenscontroles daarvoor te weinig omvattend zouden zijn. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wilde nog geen conclusies verbinden aan de cijfers.

De autoriteiten spreken van een ongeoorloofde grensovergang als de persoon in kwestie niet de juiste papieren (bij zich) heeft, bijvoorbeeld geen paspoort of visum. Het kan ook zijn dat er niet aan een andere voorwaarden uit de Schengen-codex is voldaan, zoals het hebben van voldoende financiële middelen, licht een woordvoerder toe. Degenen die ondanks gebrekkige papieren wel mochten doorreizen, zo’n 1.600 mensen, werden bijvoorbeeld doorgelaten omdat ze in Duitsland een asielprocedure wilden beginnen, aldus de woordvoerder. Bijna driehonderd mensen die werden tegengehouden, waren eerder uit Duitsland uitgezet en mochten daarom het land niet meer in. 162 mensensmokkelaars werden in voorlopige hechtenis genomen.

Opschaling controles

Sinds half september voert de Duitse politie grenscontroles uit langs alle landsgrenzen. Dat was een opschaling van reeds bestaande maatregelen: zo wordt de grens met Oostenrijk al sinds 2015 gecontroleerd, en de grenzen met Polen, Tsjechië en Zwitserland sinds eind 2023.

Aan de grens met Polen en Tsjechië werd in de twee jaar daarvoor ook al gecontroleerd, zij het minder structureel, in reactie op toenemende migratie via Wit-Rusland. Via Minsk werden onder leiding van president Aleksandr Loekasjenko migranten uit onder meer Syrië en Afghanistan richting de Europese Unie gestuurd. Ook tijdens het EK voetbal in Duitsland deze zomer stond de politie aan de Duitse grenzen. Andersom controleerde de Franse politie in de weken van de Olympische Spelen.

Zo beschouwd is ‘Schengen’ – het vrijhandels- en vrijreizen-pact voor personen en goederen – al een tijdje geschiedenis.

De invoering van extra grenscontroles en de mogelijke effectiviteit ervan zijn politiek omstreden. Felle kritiek op de controles kwam eerder van de burgemeester van Saarbrücken, Uwe Conradt (CDU), wiens stad aan de grens met Frankrijk ligt. Conradt noemde de controles een „zuivere symboolactie” die niettemin „veel schade” berokkent, omdat de politie woon- en werkverkeer hindert, en er door de steekproefsgewijze controles voor mensensmokkelaars altijd nog genoeg andere routes overblijven. Ook de voormalige minister-president van Noordrijn-Westfalen Armin Laschet (CDU) noemde de actie symbolisch. De kritiek van de twee prominente CDU’ers is des te opvallender omdat de christen-democraten in Berlijn zich deze dagen presenteren als de law-and-order -partij voor wie migratiemaatregelen niet streng genoeg kunnen zijn.


‘Schaduw van uw vader Ridouan Taghi’ hangt over het proces tegen Faissal

Faissal Taghi vreest dat hij vanwege zijn achternaam geen eerlijk proces krijgt. Dat vertelde de oudste zoon van Ridouan Taghi vrijdag tegen de rechtbank tijdens de eerste openbare zitting in zijn strafzaak. Faissal wordt verdacht van grootschalige cocaïnesmokkel, witwassen en de voorbereiding van een gewelddadige uitbraak van zijn vader uit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught.

Daarnaast stelt het Openbaar Ministerie dat Faissal na de arrestatie van zijn vader eind 2019 de leiding van de criminele organisatie van zijn vader heeft overgenomen. Bij een aantal drugstransporten waarvan Faissal wordt verdacht, zijn ook een aantal handlangers van zijn vader betrokken, volgens het OM. Tenminste een van hen is inmiddels veroordeeld.

Volledige isolatie

De 24-jarige Faissal Taghi, gekleed in een kaki broek, wit overhemd en hagelwitte schoenen, vertelde de rechtbank dat hij niet begrijpt waarom hij sinds zijn uitlevering uit Dubai deze zomer, in de EBI is geplaatst. „In Dubai zat ik in een gewone open gevangenis waar ik contact had met andere gedetineerden. En in Nederland ben ik in eerste instantie in volledige isolatie terechtgekomen en zit ik nu 22 uur per dag in mijn cel. Ik begrijp niet waarom dat nodig is.”

Daarnaast vreest hij dat er sprake is van politieke inmenging. „Het eerste verzoek tot uitlevering is door Dubai afgewezen. Normaal kom je dan vrij, maar in mijn geval gebeurde dat niet. Ik kreeg te horen dat de zaak politiek is.” Uit een reconstructie van Het Parool blijkt dat toenmalig minister van justitie Yesilgöz (VVD) en haar toen hoogste ambtenaar en inmiddels premier Dick Schoof in Dubai zijn geweest in de periode dat de uitleveringsprocedure liep.

De advocaten van Faissal Taghi kondigden aan dat zij nader onderzoek gaan doen naar de mogelijke politieke bemoeienis met de uitlevering van hun cliënt. „In dat kader is het niet uitgesloten dat wij Yesilgöz en Schoof willen horen als getuige.”

Daarnaast hebben zij de rechtbank verzocht om hun cliënt in een andere gevangenis te plaatsen. Dat verzoek is door de rechtbank afgewezen. Faissal Taghi blijft in voorlopige hechtenis zitten in de EBI. „Er is sprake van een geschokte rechtsorde. Schorsing van uw hechtenis kan tot onrust leiden in de maatschappij.”

‘Schaduw van zijn vader’

De rechtbankvoorzitter vroeg tijdens de zitting aan Faisal of hij zich kan voorstellen dat „de schaduw van zijn vader over zijn zaak hangt”. Faissal Taghi verklaarde dat hij anders wordt behandeld vanwege zijn achternaam en dat hij daarom bang is dat hij geen eerlijk proces krijgt. „Beeldvorming speelt een grote rol. Kijk mijn naar mijn detentie. In Dubai zat ik op een open afdeling. In Nederland wordt ik neergezet als een bedreiging van de staat. Ik maak me zorgen over een eerlijk proces.”

Volgens zijn advocaten kan het niet zo zijn dat hij in de schaduw staat van zijn vader. „Het moet gaan om de feiten in dit dossier.”


Werken van Andy Warhol geroofd en zwaar beschadigd bij ‘amateuristische’ kunstroof

Daar lagen ze dan, met hun gezichten naar de klinkers gericht: koningin Beatrix en koningin Ntombi Twala van Swaziland, geportretteerd in kenmerkende pop art-stijl door de Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol, omgeven door glassplinters. De twee zeefdrukken, nog in lijst, werden vrijdagnacht achtergelaten bij een kunstroof in het centrum van Oisterwijk.

Het Brabantse dorp werd die nacht om drie uur opgeschrikt door een zware explosie bij MVP Gallery. Eigenaar Mark Peet Visser (57) werd wakker gebeld door de hulpdiensten, reed naar zijn kunstgalerie en zag de twee portretten liggen. Tientallen meters verderop lag de klink van de deur die werd opgeblazen op een zebrapad, bij omringende winkels waren de ruiten ook gesneuveld door de knal.

De twee dieven lieten Beatrix en Twala, nog altijd koningin van Swaziland, uit pure paniek achter op de stoep, maakt Visser op uit camerabeelden. Daarop is volgens hem te zien hoe de daders vier lijsten van 120 centimeter bij één meter, in hun auto proppen. Als blijkt dat de eerste twee niet passen, trappen ze de lijsten kapot en nemen de zeefdrukken daaruit gehaast mee. De andere twee blijven achter.

Volgens de galeriehouder zijn de vier werken alle zwaar beschadigd bij de roof: de meegenomen zeefdrukken zijn uit de lijst gescheurd, de achtergelaten werken zijn op straat nat geworden. „Zo amateuristisch, het is gewoon slapstick”, vertelt Visser op de stoep van zijn galerie. De hele dag is hij al druk met scherven oprapen.

Dieptepunt in Warhols oeuvre

Op de kunstwerken die zijn buitgemaakt, staan de beeltenissen van de Britse koningin Elizabeth II, twee jaar geleden overleden, en Margarethe II, die begin dit jaar om gezondheidsredenen aftrad als koningin van Denemarken. Wereldwijd waren zij met Beatrix en Twala de enige koninginnen toen Warhol de zeefdrukken in 1985 onder de noemer Reigning Queens uitbracht. Het zijn late werken in het oeuvre van Warhol (1928-1987) en geen topstukken – volgens biograaf Wayne Koestenbaum beschouwde Warhol ze zelfs als een dieptepunt – maar ze genieten wel veel bekendheid.

Veertig kwartetten maakte de wereldberoemde kunstenaar, in uiteenlopende kleuren. De portretten werden aanvankelijk als viertal verkocht, maar door de jaren heen raakten de koninginnen steeds vaker gescheiden. Zoals in het Rijksmuseum en Paleis het Loo, waar zeefdrukken van Beatrix hangen – de enige koningin van het viertal die enthousiast was dat ze geportretteerd werd en volgens Warhol „de knapste van het stel”.

Hoewel vele zeefdrukken hun eigen weg gingen, had Visser sinds een paar maanden kwartet nummer twaalf van de oplage in bezit, volledig bij elkaar gebleven. „Zo’n intact viertal, dat zie je nergens in Nederland”, zegt de galeriehouder, die de geportretteerde koninginnen over drie weken zou meenemen naar de bekende kunstbeurs PAN Amsterdam. Hoe hij ze in bezit kreeg, wil Visser niet vertellen. Dát hij ze in bezit kreeg, was voor Visser het hoogtepunt in 33 jaar als galeriehouder.

Een zeefdruk uit de serie Reigning Queens zoals Visser die in bezit had, wordt volgens de Franse kunstprijzendatabase Artprice op veilingen doorgaans verkocht voor 150.000 tot 350.000 euro, met uitschieters tot 500.000 euro. „Dat zijn geen rare bedragen”, lacht Visser als hij met die getallen wordt geconfronteerd. Hoeveel zijn serie precies waard was, geeft de galeriehouder niet prijs.

De twee gestolen portretten zijn onverhandelbaar, omdat ze geregistreerd zullen worden in de internationale databank Art Loss Register waar kunstbeurzen en veilinghuizen controleren of hun aanbod legaal verkregen is. Met Elizabeth II en Margarethe II kan de nieuwe eigenaar hoogstens de kachel aanmaken of de slaapkamer opleuken, zegt Visser, ook omdat de zeefdrukken onherstelbaar beschadigd zijn. Evenals die van Beatrix en Twala.


Met PFAS vervuild rundvlees uit Zeeland werd twee jaar ongehinderd verhandeld, NVWA greep niet in

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) weet al bijna twee jaar dat vlees van runderen die grazen in het Verdronken Land van Saeftinghe aan de Westerschelde te veel PFAS bevat. Dat blijkt uit interne documenten waaruit de Zeeuwse krant PZC vrijdag citeert.

De NVWA oordeelde destijds dat het vlees van de Zeeuwse buffels „in beginsel ongeschikt [is] voor menselijke consumptie”. Het vlees van waterbuffels in Saeftinghe bleek na een bemonstering in opdracht van de NVWA in december 2022 volgens onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) „zeker niet” te voldoen aan de normen voor PFOS (een type PFAS) die in 2023 van kracht zouden worden.

De buffels in Saeftinghe worden beheerd door de stichting Free Nature, die ook in andere Nederlandse natuurgebieden zogeheten ‘grote grazers’ laat lopen. De ‘zoutminnende’ flora zou aan vlees een zilte smaak geven. Free Nature laat sinds december 2022 geen buffels uit Saeftinghe meer slachten. Het vlees van schapen en andere koeien die ook buitendijks in Saeftinghe grazen, is sindsdien ongehinderd verhandeld. Of dat vervuild was, is niet vast te stellen.

Behalve Free Nature zijn er twee Nederlandse en drie Belgische pachters. Voor Het Zeeuwse Landschap, eigenaar van Saeftinghe, fungeren de dieren als natuurlijke grasmaaier in het brakwaterschorrengebied.

Wildernisvlees

De Zeeuwse krant PZC verkreeg de documenten via de Wet open overheid (Woo). Het Woo-verzoek werd gedaan door Annemieke van Straaten die zich als burger al langer richt op wat zij „misstanden bij natuurorganisaties” noemt. Zij bracht eerder aan het licht dat het vlees van dieren die het jaar rond grazen in uiterwaarden langs de grote rivieren en in de Oostvaardersplassen – zogeheten ‘natuurvlees’ of ‘wildernisvlees’ – dusdanig was verontreinigd met dioxine (geen PFAS), dat het niet langer verhandeld mocht worden.

Op 21 oktober kreeg ze, anderhalf jaar na haar verzoek aan de NVWA over Saeftinghe, de documenten. Diezelfde week bleek na onderzoek van de Vlaamse toezichthouder FAVV dat het vlees van een koe van een Vlaamse pachter in Saeftinghe vier maal te veel PFAS bevatte. De NVWA zou ook daarvan al sinds augustus op de hoogte zijn geweest. De betrokken bedrijven hebben daarop een voorlopig verbod gekregen om vlees van hun dieren in de handel te brengen.

Een NVWA-woordvoerder zegt onderzoek te toen naar „wat er met wie is gedeeld” na het ‘buffelonderzoek’. De dienst onderzoekt ook of vlees van dieren van de Nederlandse veehouders in Saeftinghe te veel PFAS bevat. Saeftinghe wordt twee keer per dag deels bevloeid door de Westerschelde. Het water is zo vervuild door PFAS dat het eten van vis en schaaldieren uit de Westerschelde wordt ontraden. Voornaamste bron van de PFAS is 3M, een bedrijf in Antwerpen dat afvalwater op de rivier loost.

‘Geen directe gevolgen’

Volgens directeur Roeland Vermeulen heeft zijn stichting Free Nature natuurorganisatie Het Zeeuwse Landschap, die de eigenaar is van Saeftinghe, op de hoogte gebracht van de testuitslagen. Die melding gebeurde volgens hem via „lokale terreinbeheerders” (boswachters) en zou „niet op directieniveau [zijn] doorgedrongen”, zegt hij desgevraagd.

Rob van Westrienen, directeur van Het Zeeuwse Landschap, zei vrijdag tegen de krant PZC „van niets” geweten te hebben. „Als wij eerder hadden geweten dat de PFAS-waarden zo hoog waren dat het vlees niet geschikt was voor consumptie, hadden wij daar natuurlijk actie op moeten ondernemen.” Hij eiste na de Belgische melding al diepgravend onderzoek.

De NVWA-woordvoerder zegt de zorgen te begrijpen, „maar PFAS heeft geen directe gevolgen voor gezondheid”. De NVWA schreef in september wel dat het consumeren van met PFAS verontreinigd „wildernisvlees afkomstig van Nederlandse uiterwaarden” langs de rivieren al snel kan leiden tot het opnemen van „de maximale veilige inname”. „Voor kinderen kan de inname van PFAS uit dit vlees mogelijk tot gezondheidsrisico’s leiden”, dus de NVWA-analyse.

Het Zeeuwse provinciebestuur is boos zo laat geïnformeerd te zijn. Het maakt zich ernstige zorgen over de gezondheidsrisico’s, schrijft het in een brandbrief aan minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB), die verantwoordelijk is voor de NVWA.


NVWA wist al twee jaar dat Zeeuwse buffels PFAS bevatten, maar greep niet in

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) weet al bijna twee jaar dat vlees van runderen die grazen in het Verdronken Land van Saeftinghe aan de Westerschelde te veel PFAS bevat. Dat blijkt uit interne documenten waaruit de Zeeuwse krant PZC vrijdag citeert.

De NVWA oordeelde destijds dat het vlees van de Zeeuwse buffels „in beginsel ongeschikt [is] voor menselijke consumptie”. Het vlees van waterbuffels in Saeftinghe bleek na een bemonstering in opdracht van de NVWA in december 2022 volgens onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) „zeker niet” te voldoen aan de normen voor PFOS (een type PFAS) die in 2023 van kracht zouden worden.

De buffels in Saeftinghe worden beheerd door de stichting Free Nature, die ook in andere Nederlandse natuurgebieden zogeheten ‘grote grazers’ laat lopen. De ‘zoutminnende’ flora zou aan vlees een zilte smaak geven. Free Nature laat sinds december 2022 geen buffels uit Saeftinghe meer slachten. Het vlees van schapen en andere koeien die ook buitendijks in Saeftinghe grazen, is sindsdien ongehinderd verhandeld. Of dat vervuild was, is niet vast te stellen.

Behalve Free Nature zijn er twee Nederlandse en drie Belgische pachters. Voor Het Zeeuwse Landschap, eigenaar van Saeftinghe, fungeren de dieren als natuurlijke grasmaaier in het brakwaterschorrengebied.

Wildernisvlees

De Zeeuwse krant PZC verkreeg de documenten via de Wet open overheid (Woo). Het Woo-verzoek werd gedaan door Annemieke van Straaten die zich als burger al langer richt op wat zij „misstanden bij natuurorganisaties” noemt. Zij bracht eerder aan het licht dat het vlees van dieren die het jaar rond grazen in uiterwaarden langs de grote rivieren en in de Oostvaardersplassen – zogeheten ‘natuurvlees’ of ‘wildernisvlees’ – dusdanig was verontreinigd met dioxine (geen PFAS), dat het niet langer verhandeld mocht worden.

Op 21 oktober kreeg ze, anderhalf jaar na haar verzoek aan de NVWA over Saeftinghe, de documenten. Diezelfde week bleek na onderzoek van de Vlaamse toezichthouder FAVV dat het vlees van een koe van een Vlaamse pachter in Saeftinghe vier maal te veel PFAS bevatte. De NVWA zou ook daarvan al sinds augustus op de hoogte zijn geweest. De betrokken bedrijven hebben daarop een voorlopig verbod gekregen om vlees van hun dieren in de handel te brengen.

Een NVWA-woordvoerder zegt onderzoek te toen naar „wat er met wie is gedeeld” na het ‘buffelonderzoek’. De dienst onderzoekt ook of vlees van dieren van de Nederlandse veehouders in Saeftinghe te veel PFAS bevat. Saeftinghe wordt twee keer per dag deels bevloeid door de Westerschelde. Het water is zo vervuild door PFAS dat het eten van vis en schaaldieren uit de Westerschelde wordt ontraden. Voornaamste bron van de PFAS is 3M, een bedrijf in Antwerpen dat afvalwater op de rivier loost.

‘Geen directe gevolgen’

Volgens directeur Roeland Vermeulen heeft zijn stichting Free Nature natuurorganisatie Het Zeeuwse Landschap, die de eigenaar is van Saeftinghe, op de hoogte gebracht van de testuitslagen. Die melding gebeurde volgens hem via „lokale terreinbeheerders” (boswachters) en zou „niet op directieniveau [zijn] doorgedrongen”, zegt hij desgevraagd.

Rob van Westrienen, directeur van Het Zeeuwse Landschap, zei vrijdag tegen de krant PZC „van niets” geweten te hebben. „Als wij eerder hadden geweten dat de PFAS-waarden zo hoog waren dat het vlees niet geschikt was voor consumptie, hadden wij daar natuurlijk actie op moeten ondernemen.” Hij eiste na de Belgische melding al diepgravend onderzoek.

De NVWA-woordvoerder zegt de zorgen te begrijpen, „maar PFAS heeft geen directe gevolgen voor gezondheid”. De NVWA schreef in september wel dat het consumeren van met PFAS verontreinigd „wildernisvlees afkomstig van Nederlandse uiterwaarden” langs de rivieren al snel kan leiden tot het opnemen van „de maximale veilige inname”. „Voor kinderen kan de inname van PFAS uit dit vlees mogelijk tot gezondheidsrisico’s leiden”, dus de NVWA-analyse.

Het Zeeuwse provinciebestuur is boos zo laat geïnformeerd te zijn. Het maakt zich ernstige zorgen over de gezondheidsrisico’s, schrijft het in een brandbrief aan minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB), die verantwoordelijk is voor de NVWA.


Ondernemer Sanderink weigert beleggers miljoenen te betalen

Een groep beleggers dreigt met juridische stappen tegen bouwconcern Oranjewoud omdat ze miljoenen euro’s tegoed hebben van de omstreden ondernemer Gerard Sanderink. Die haalde Oranjewoud in 2021 van de beurs, maar weigert nog altijd de beleggers uit te betalen. De beleggers menen dat Oranjewoud nu aan zet is, maar dat wijst juist naar Sanderink. Die is momenteel geschorst als bestuurder, in een onderzoek naar wanbeleid door de Ondernemingskamer.

Sanderink besloot in 2021 om Oranjewoud, de holding achter onder meer infrabouwer Strukton en ingenieursbedrijf Antea Group, van de beurs te halen. De ondernemer had via zijn investeringsbedrijf Sanderink Investments al 99 procent van de aandelen in handen en moest beleggers uitkopen om de resterende aandelen te verwerven. Daarvoor startte hij een uitkoopprocedure bij de Ondernemingskamer. Anders dan de 6,10 euro per aandeel die Sanderink eiste, bepaalde die de prijs per aandeel eind 2023 met terugwerkende kracht op 10,06 euro.

Lees ook

‘Russische maffia, wrakingsverzoek’: zitting over positie Gerard Sanderink verloopt volgens bekend patroon

Gerard Sanderink  met zijn partner Rian van Rijbroek bij het Gerechtshof in Amsterdam.

Het gaat in totaal om ruim 570.000 aandelen, waardoor de beleggers 5,7 miljoen tegoed hebben van Sanderink. Inmiddels is dat bedrag door rente opgelopen tot zo’n 6,6 miljoen euro. Uit onlangs gepubliceerde notulen van een aandeelhoudersvergadering van Oranjewoud blijkt dat Sanderink die betaling nog steeds niet heeft voldaan. Tot onvrede van het bestuur en de beleggers.

Zij verschillen echter van mening over de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is. Dat heeft alles te maken met andere procedures bij de Ondernemingskamer. Die onderzoekt momenteel in twee verschillende zaken of er wanbeleid is gevoerd bij Oranjewoud en een ander groot bedrijf van Sanderink, IT-dienstverlener Centric. Bij de bedrijven vertrokken de afgelopen jaren tientallen bestuurders en klanten uit onvrede over de houding van de ondernemer. Die zou sinds zijn relatie met zelfbenoemd cyberexpert Rian van Rijbroek verschillende beslissingen hebben genomen die de continuïteit van de ondernemingen – waar duizenden mensen werken – in gevaar hebben gebracht. Ook werd hij in verschillende rechtszaken tot miljoenen euro’s aan dwangsommen veroordeeld vanwege smadelijke uitlatingen over zijn ex-vriendin.

Lees ook

Hoe de automatiseerder werd betoverd door de cybergoeroe

Zakenman Gerard Sanderink.

In beide onderzoeken zette de Ondernemingskamer Sanderink alvast op non-actief. Er is ook een tijdelijk bestuur benoemd. Sanderinks aandelen werden ondergebracht bij een externe beheerder, waardoor de zakenman daar nu geen zeggenschap over heeft.

Juridische stappen

Een groep van zeven aandeelhouders dreigt nu met juridische stappen. Zij stellen dat de uitkoopverplichting ligt bij het huidige bestuur en de beheerder van de aandelen van Sanderink. Het bestuur verwijst naar Sanderink Investments, dat Oranjewoud van de beurs haalde, en spreekt van „een ongewenste situatie voor de minderheidsaandeelhouders dat SI [Sanderink Investments] niet aan de uitspraak van de Ondernemingskamer heeft voldaan”. In een reactie aan NRC stelt president-commissaris van het bouwconcern Joseph Kuling de ondernemer „meerdere malen gemaand” te hebben „de vastgestelde prijs met rente aan de minderheidsaandeelhouders te betalen”. Die pogingen zijn „helaas tot op heden zonder succes”. Oranjewoud „onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om de belangen van de minderheidsaandeelhouders te steunen”.

Ondertussen loopt het bedrag dat Sanderink de beleggers verschuldigd is verder op. Dat komt doordat de ondernemer ook rente moet betalen over de jaren dat hij nog niet het geld voor de aandelen heeft uitgekeerd. NRC heeft Gerard Sanderink meermaals om een reactie gevraagd, maar de ondernemer is daar niet op ingegaan.


Biodiversiteitstop in Cali eindigt in een impasse: wie gaat betalen?

De slogan Paz con la Naturaleza klinkt na bijna twee weken biodiversiteitsoverleg nog altijd even hoopvol. Vrede sluiten met de natuur, dat was het motto van de internationale top COP 16 die in het Colombiaanse Cali plaatsvond. De bedoeling was dat deelnemende landen met concrete voorstellen zouden komen om zich aan de biodiversiteitsdoelen te committeren. Maar dat bleek zo makkelijk nog niet.

Een deadlock – zo omschreven experts de situatie in Cali donderdag, op de een-na-laatste dag van de top. Een impasse, waarbij het vooral leek te draaien om één grote vraag: hoe wordt het beschermen van de wereldwijde soortenrijkdom gefinancierd? „Rijke landen staan daarin lijnrecht tegenover ontwikkelingslanden”, aldus programmaleider Jeanne Nel, die vanuit Wageningen University & Research bij de Nederlandse delegatie was betrokken. „Onderhandelaars pleitten de afgelopen dagen voor meer vertrouwen en solidariteit. Want al dat gedoe over financiering leidt af van die ándere belangrijke vraag: wat gaan landen doen om de afgesproken biodiversiteitsdoelen te halen?”

Moeizaam onderhandelen

Op 21 oktober vond de aftrap plaats van deze 16de Conference of the Parties over biodiversiteit. Al vanaf dag één werd de top in de wandelgangen de ‘implementatie-COP’ genoemd. Twee jaar geleden, tijdens COP 15 in het Canadese Montreal, werd na bijna twee weken moeizaam onderhandelen door 196 landen een biodiversiteitsakkoord gesloten: het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (KMGBF). Eén van de meest in het oog springende onderdelen daarvan was de 30 procent-doelstelling: vóór 2030 zou 30 procent van het totale aardoppervlak – zowel land als water – effectief moeten worden beschermd.

Voorafgaand aan COP 16 zouden alle deelnemende landen daarom hun plan van aanpak indienen: hoe zouden de gestelde doelen worden bereikt? Maar dat bleek uiterst stroef te gaan. Aan het begin van de COP hadden nog maar 31 landen hun National Biodiversity Strategies and Action Plan (NBSAP) ingeleverd; 20 procent van het totale aantal ondertekenaars. Vrijdag, op de laatste dag, waren dat er 44.

Ook veel welvarende landen komen de afspraak niet na – waaronder Nederland

Niet alle landen die het akkoord in 2022 ondertekenden hebben de middelen om bijtijds een volledig NBSAP af te ronden, benadrukken de organisatoren. Maar ook veel welvarende landen komen de afspraak niet na – waaronder Nederland. Want alhoewel er in Nederland na twee jaar werk een vrijwel complete NBSAP klaar lag, besloot het huidige kabinet die nog niet in te dienen. Pas op z’n vroegst in de loop van 2025 zal er een gereviseerde versie komen.

Van de vier autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland) had alleen Curaçao wél op tijd een plan van aanpak klaar. „Het merendeel van de landen heeft op COP 16 wel in grote lijnen de nationale doelen geschetst en zelfs dát heeft Nederland nagelaten”, aldus Jeanne Nel. „Bovendien was er niemand vanuit de regering aanwezig op de top. Mijn ergste nachtmerrie is dat biodiversiteit nu echt onderaan hun prioriteitenlijst bungelt.”

Tactische zet

Van uitstel hóéft niet per se afstel te komen, zegt Marcel Kok van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). „De ervaring laat zien dat uiteindelijk de meeste landen in dit soort situaties wel een plan indienen. Zeker voor veel ontwikkelingslanden is het opstellen van een NBSAP een grote klus. Maar het missen van zo’n deadline is soms ook een tactische zet: zo kunnen politici laten zien dat ze andere prioriteiten hebben, of door hun afwachtende houding eerst zien wat ánderen doen en bijvoorbeeld kijken of internationale financiering daadwerkelijk beschikbaar komt.”

Samen met collega’s van het PBL bracht Kok deze week een rapport uit waarin het effect van de KMGBF-doelen voor 2030 wordt doorberekend op hun bijdrage aan herstel van natuur op langere termijn, richting 2050. „Daarin gaan we uit van vier scenario’s, variërend van business as usual tot scenario’s waarin de tussendoelen voor biodiversiteit en klimaat worden behaald en er zelfs nog extra ambitieuze doelen worden gesteld.”

Uit de modelanalyses in het rapport blijkt dat voldoen aan de KMGBF-doelen zou zorgen voor ruim 3 miljoen vierkante kilometer beschermde natuur erbij in 2050: een oppervlak zo groot als India. Achteroverleunen en nietsdoen zou daarentegen zorgen voor het verlies van 3,5 miljoen vierkante kilometer. Met alle gevolgen van dien voor de biodiversiteit: want hoe minder geschikt leefgebied er voorhanden is, des te groter de negatieve gevolgen voor soortenrijkdom.

„In Cali worden afspraken gemaakt om voortgang beter te monitoren en te waarborgen dat landen hun beloften nakomen. Om landen beter bij de les te houden, is inzicht nodig in hoe het gesteld is met de uitvoering van hun biodiversiteitsplannen”, zegt Kok. „Bij klimaatbeleid is global stocktake een belangrijk evaluatiemiddel om de uitvoering van nationale doelen te monitoren en landen te dwingen extra inspanningen te leveren als doelen niet gehaald worden. Maar bij biodiversiteitsbeleid ontbreekt zoiets. Dat is een van de redenen dat de vórige doelen, die in 2010 werden vastgelegd in het Japanse Nagoya, niet zijn gehaald.”

Het PBL houdt er in de berekeningen rekening mee dat niet elk doel even concreet is. „Als een land zegt: wij gaan zoveel vierkante kilometer land omzetten in natuur dan kun je daar makkelijk een percentage uithalen. Bij andere doelen, zoals het terugdringen van overconsumptie, is het abstracter.”

Landen die hun doelen niet behalen krijgen niet direct sancties opgelegd, benadrukt Kok. „Maar er zal wel meer transparantie over de voortgang van landen ontstaan. De maatschappelijke druk om dan zelf ook het beste beentje voor te zetten, wordt groter.”

Een natuurbeschermer in Panama met jonge dwergschildpadden (Lepidochelys olivacea).
Foto Bienvenido Velasco/EPA

Winstpercentages

Een belangrijk thema tijdens de top in Cali was digital sequence information (DSI) – een onderwerp dat ook in Montreal al uitgebreid op de agenda stond en waarin baten-deling van het gebruik van genetische informatie uit plant-, dier- en schimmelsoorten centraal staat. Bob Kreiken, die als promovendus aan de TU Delft en DSI-expert op de top aanwezig is, vertelt dat ook op dat vlak de onderhandelingen traag zijn gegaan. „Er is onder andere gesproken over de winstpercentages die bedrijven die DSI gebruiken moeten afstaan aan het DSI-fonds, en of dat überhaupt verplicht gesteld kan worden.”

Maar grote knopen zijn op de laatste dag van de conferentie nog altijd niet doorgehakt. „Een spanningsveld vormt de verdeling van het DSI-fonds: moet dat aan projecten worden besteed, aan inheemse volkeren en traditionele boeren of aan overheden? Hoewel dat laatste strookt met de gelijkheids- en soevereiniteitsprincipes van de VN kan het ook zorgen voor een sterke verwatering van het opgehaalde geld. Deel je een al kleine taart, dan resteren er per land slechts kruimels. Dat is eerlijk, maar ook effectief? Projecten die ik hier in Cali heb bezocht als case studies, zoals een universitair biochemisch laboratorium, vereisen miljoenen aan investeringen en bedrijven dragen weinig bij.”

Hoeders van de natuur

Sowieso is financiering een heikel punt tijdens COP 16. Nooit eerder waren zoveel financiële instellingen aanwezig op een biodiversiteitstop, van banken tot en met pensioenfondsen, verzekeraars en investeerders. Het Wereld Natuur Fonds en Deloitte kwamen tijdens de top met een nieuwe methode om organisaties inzicht te geven in de natuurgerelateerde risico’s en kansen van hun investeringen.

Maar ondanks al die aandacht voor financiën bleef het echt grote geld uit, terwijl dat wel nodig is. Op de langere termijn zouden er naar schatting vele honderden miljarden dollars méér beschikbaar moeten komen om de biodiversiteitsdoelen te behalen.

Gelukkig zijn er ook hoopgevende zaken, zegt Nel. „Het streven van deze top was om ook inheemse gemeenschappen en andere lokale natuurbeschermers erbij te betrekken. Zij zijn de echte hoeders van de natuur, de reden dat we überhaupt nog soortenrijke ecosystemen hebben. Tijdens de top zijn er ontzettend veel initiatieven aangekondigd waarbij de relatie tussen mens en natuur centraal staat. Of het nu gaat om een gemeenschap die aan de oevers van de Amazone leeft of een Nederlandse boer die streeft naar natuurinclusieve landbouw: zulke lokale initiatieven inspireren. Hopelijk kunnen we daar de energie uithalen om de problemen die we zien bij de lurven te grijpen.”

Integratie van tops

Kok: „Er wordt ook gesproken over een betere integratie van biodiversiteit- en klimaattops in de toekomst. Die twee thema’s hebben immers een belangrijke overlap, terwijl nu nog veel gescheiden wordt geregeld.” De volgende biodiversiteits-COP, in 2026, zal plaatsvinden in Armenië.

Op toekomstige biodiversiteitsconferenties kan nog wel gewerkt worden aan de daadwerkelijke verbinding met de natuur, zegt Kreiken. „Ik heb met andere wetenschappers een mooie tocht gemaakt naar het tropische bos hier vlak bij Cali, waar brilberen, poema’s en andere iconische dieren leven. Daar zagen we maar weinig onderhandelaars terug. Ze zullen geen tijd gehad hebben, maar aan die mens-natuurverbinding op toekomstige COP’s kan nog gewerkt worden.”


Dodental als gevolg van Spaanse overstromingen stijgt naar 205

Het dodental als gevolg van het noodweer in Spanje is opgelopen naar 205, melden Spaanse media vrijdag. Het grootste deel, 202 slachtoffers, komt uit de regio Valencia. De andere drie doden vielen in de regio’s Castilië-La Mancha en Andalusië. Spanje heeft sinds donderdag een driedaagse periode van nationale rouw afgekondigd.

Sinds vrijdagochtend zijn 1.700 militaire noodeenheden op zoek naar vermisten in de getroffen gebieden, 500 meer dan de voorgaande dag. De Spaanse defensieminister Margarita Robles Fernández heeft verzekerd dat „iedereen die daarvoor nodig is” zal worden ingezet in deze „verschrikkelijke tragedie”.

Terwijl het reddingswerk in volle gang is, houdt de regen in delen van Spanje aan. In verschillende gebieden is code oranje van kracht, waaronder in delen van de zwaar getroffen regio Valencia. In de provincie Huelva, in de zuidelijke regio Andalusië, geldt code rood.

Weerswaarschuwing

In een wekelijkse persmoment heeft de meteorologische organisatie van de Verenigde Naties (WMO) benadrukt dat door vroegtijdige waarschuwing voor overstromingen veel leed kan worden voorkomen, meldt persbureau Reuters.

„We moeten ervoor zorgen dat vroege waarschuwingen leiden tot vroege geïnformeerde acties”, zei Clare Nullis van de WMO. Ze wilde niet ingaan op de vraag of de Spaanse autoriteiten bewoners te laat hebben geïnformeerd over het noodweer. Volgens Nullis is dat iets wat „de Spaanse autoriteiten moeten onderzoeken”.

Het Spaanse meteorologische instituut Aemet gaf dinsdagochtend code rood af voor de regio Valencia, terwijl het op dat moment al hevig regende. De voorbije dagen worden in internationale media vraagtekens gezet bij de alertheid van de Spaanse autoriteiten in het afgeven van waarschuwingen bij het noodweer van dinsdag.

Lees ook

‘Alles is verwoest’: inwoners van het Spaanse Utiel ruimen geschokt de modder op

Nora, een inwoner van een naburig dorp, helpt de schade van de overstroming in Utiel op te ruimen.