Een groep van een vijftigtal rijksambtenaren met een migratieachtergrond vraagt minister Judith Uitermark (Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, NSC) dringend „structurele maatregelen” te treffen tegen „institutioneel racisme, discriminatie en etnisch profileren binnen de rijksoverheid”. De ambtenaren schrijven op hun werk „dagelijks geconfronteerd” te worden met racisme.
In een brandbrief spreekt het ‘Collectief van Bezorgde Rijksambtenaren’ over „patronen van uitsluiting” die herinneringen oproepen aan de „wantoestanden” die ook aan het licht kwamen in de Toeslagenaffaire. „Ditmaal zijn het niet de burgers die het doelwit zijn van wantrouwen en vooroordelen, maar de mensen die werken binnen het systeem”, aldus het schrijven. „Medewerkers die met hart en ziel bijdragen aan de publieke zaak, worden keer op keer geconfronteerd met ongelijkheid, wantrouwen en vooringenomenheid. Het raakt ons diep, maar het raakt vooral het hart van de organisatie zelf.”
Uit vrees voor represailles willen de ambtenaren die de brandbrief hebben ondertekend anoniem blijven. „Je wordt als ambtenaar sociaal geïsoleerd of op een zwarte lijst gezet als je discriminatie en pesterijen aankaart”, zegt een van de ondertekenaars van de brandbrief. Onder de initiatiefnemers van het schrijven zijn een aantal departementale adviseurs en vertrouwenspersonen op het terrein van een veilig werkklimaat. De ondertekenaars, van wie NRC er een aantal heeft gesproken, werken op verschillende ministeries. De brandbrief is deze week via een personeelsfunctionaris bezorgd bij minister Uitermark.
Schrijnend beeld
Twee weken geleden schreef Uitermark al aan de Tweede Kamer dat uit het rapportRacisme binnen de Rijksoverheid, dat externe onderzoekers recentelijk hebben opgesteld, „een schrijnend beeld” naar voren komt „van ervaringen met racisme op onze werkvloer. Dit is allereerst ontzettend pijnlijk voor de medewerkers die hierdoor worden getroffen. En het is onacceptabel.”
Uit een personeelsenquête bleek vorig jaar al dat tien procent van de rijksambtenaren het afgelopen jaar racisme heeft ervaren. Voor rijksambtenaren met een herkomstland buiten Europa was dat 29 procent. Dit jaar is er op het verzoek van het ministerie door onderzoekers van de bureaus Verwonderzoek en Labyrinth Onderzoek & Advies nader gesproken met 66 rijksambtenaren met een migratieachtergrond die de afgelopen drie jaar zelf racisme op de werkvloer hebben ervaren. De groep deelnemers was divers qua leeftijd, gender, functie en salarisschaal. Zij omschreven hun etnische, culturele of religieuze achtergrond onder andere als Marokkaans, Turks, Surinaams, Chinees, Indiaas, joods en moslim.
Lees ook
55 procent van de Nederlandse moslims ervaart discriminatie: ‘Een juf die mij nog niet kende begon kinderlijk tegen mij te praten’
In het onderzoeksrapport staat dat de ervaringen van rijksambtenaren met racisme op de werkvloer uiteenlopen van los staande incidenten tot langlopende conflicten of pesterijen en foute grappen. „Bij een deel van de ervaringen gaat het om expliciet en openlijk racisme.” Een ambtenaar kreeg op haar eerste dag van een collega te horen dat „jullie de plekken van onze kinderen inpikken”. Tegen een andere ambtenaar werd bij een overleg gezegd: „Haal dat doek eens van je hoofd”.
Onderhuids of subtiel racisme uit zich vaak „in een gebrek aan vertrouwen, onderschatting of betutteling. Juist het verborgen karakter van deze ervaringen maakt het lastig voor respondenten om de vinger te leggen op wat er aan de hand is”.
Rijksambtenaren met een migratieachtergrond krijgen volgens de onderzoekers vaak ongepaste vragen over hun herkomst of achtergrond tijdens (interne) sollicitatiegesprekken. „Ook worden er aan hen hogere eisen gesteld voor promotie, bijvoorbeeld met betrekking tot taalgebruik, of worden andere collega’s met minder ervaring onterecht voorgetrokken”.
Twijfel aan loyaliteit
„Als ik vertel dat ik op vakantie ga naar mijn land van herkomst, word ik al heel nadrukkelijk door collega’s aan de tand gevoeld. Dan wordt er getwijfeld aan mijn loyaliteit”, vertelt een van de ondertekenaars van de brandbrief. Iedereen met een migratieachtergrond voelt zich volgens deze persoon „constant bekeken en beoordeeld”.
Het melden van racisme bij leidinggevenden of vertrouwenspersonen heeft volgens de slachtoffers nauwelijks effect. Klagers „maken mee dat hun beleving door leidinggevenden of vertrouwenspersonen in twijfel getrokken of gebagatelliseerd wordt, en zij worden ontmoedigd om verdere actie te ondernemen”, staat in het onderzoeksrapport.
Het zijn ervaringen die „diep verdriet en pijn en teleurstelling in de organisatie” veroorzaken. Aanhoudend racisme en lang slepende meldprocedures „leiden uiteindelijk ook vaak tot ziekte en langdurige uitval”, aldus het rapport.
Afdelingen worden steeds ‘witter’
Volgens de auteurs van de brandbrief beschrijft het rapport „slechts het topje van de ijsberg”. De werkelijke omvang van het racisme blijft onzichtbaar omdat „veel collega’s zwijgen uit angst voor negatieve consequenties, een angst die hun stem smoort en het systeem beschermt”.
In de brandbrief staat dat het streven naar een inclusieve overheid steeds meer teniet wordt gedaan. „Medewerkers van kleur lijken systematisch het doelwit te worden van bezuinigingen en herstructureringen. Afdelingen worden steeds ‘witter’.” Er is, vertelt een van de ondertekenaars, „een plafond voor mensen met kleur bij de overheid. Leidinggevenden met een migratieachtergrond zijn er nauwelijks. Het is een klassenmaatschappij, terwijl de overheid als werkgever juist het voorbeeld zou moeten zijn”.
‘Voornemens te vaag’
Uitermark schrijft aan de Tweede Kamer te werken aan een meer overzichtelijk stelsel van voorzieningen om grensoverschrijdend gedrag te melden. Initiatiefnemers van de brandbrief vinden de voornemens van Uitermark te vaag en vrijblijvend. Ze willen nu concrete maatregelen zien. Ze vrezen dat onder de huidige rechtse regering juist minder aandacht voor racisme op de werkvloer zal zijn. „Het verschil is nu al merkbaar. Het management krijgt in feite carte blanche om alles wat met diversiteit en inclusie te maken heeft eruit te werken omdat het als te ‘woke’ wordt gezien.”
Minister Uitermark zegt het signaal uit de brandbrief „ontzettend serieus” te nemen. „In het regeerprogramma staat niet voor niets dat dit kabinet racisme, discriminatie, antisemitisme en moslimhaat daadkrachtig aanpakt”. Ze kondigt aan dat er in januari „een loket komt waar iedere ambtenaar op een veilige manier een formele melding kan doen”. Ze wijst er wel op dat „kwalijke misstanden niet van de ene op de andere dag te veranderen zijn.”
Lees ook
Nederlandse gemeenten doen te weinig tegen discriminatie: ‘echte wil ontbreekt’
Symbolisch is het wel: de zoektocht naar een Europees antwoord op de verkiezing van Donald Trump begint onder leiding van Viktor Orbán. De Hongaarse premier, groot fan van Trump, wordt door andere Europese regeringsleiders doorgaans genegeerd: hij is hen te radicaal, te pro-Russisch, te antiliberaal. Maar uitgerekend deze week mag hij twee topontmoetingen van EU-leiders voorzitten.
Het is een toevalstreffer: het overleg stond al maanden in de agenda en Hongarije heeft dit half jaar het roulerende voorzitterschap van de EU in handen, dus reist heel Europa donderdag en vrijdag af naar Boedapest. En de toon is gezet. Een opgewekte Orbán, die vertelt dat hij Trumps zege met wodka heeft gevierd omdat er geen champagne voor handen was, schudt als gastheer volop handen en loopt breed grijnzend rond alsof hij zélf net de verkiezingen heeft gewonnen.
„Er is een hoofdstuk afgesloten en een nieuw hoofdstuk begonnen”, zegt hij aan het eind van de bijeenkomst.
En de rest? In 2016 overheersten na Trumps eerste verkiezingsoverwinning in Brussel en in de Europese hoofdsteden de verrassing en de verslagenheid. Dat gevoelt ontbreekt nu. Met een nieuw presidentschap van Trump werd al maanden rekening gehouden. En bovendien: er is dit keer geen tijd voor sentiment. Europa zal veel sneller en scherper moeten gaan handelen dan toen, zo klinkt het in vele commentaren.
Als we beslissen om herbivoren te blijven, dan winnen de carnivoren
„De wereld bestaat uit herbivoren en carnivoren”, zei de Franse president Emmanuel Macron, in een poging zijn collega’s tot actie aan te zetten. „Als we beslissen om herbivoren te blijven, dan winnen de carnivoren.” Zijn boodschap: als Europa zijn tanden niet laat zien, staat het zelf op het menu.
„Het belangrijkste is nu om de rangen gesloten te houden, ongeacht politieke meningsverschillen”, aldus de Belgische premier Alexander De Croo.
Trump 2.0 is anders
Tijdens de eerste termijn van Trump bleef de schade aan de banden met de Europese Unie en de NAVO relatief beperkt. Toch overheerst het gevoel dat zijn presidentschap dit keer anders kan uitpakken.
Anders dan in 2016 is er nu een actieve oorlog op het continent: als Trump zich terugtrekt uit de NAVO of de steun aan Oekraïne stopzet, allebei zaken waarover hij heeft gespeculeerd, moet de Europese Unie kiezen. Wil de EU bijvoorbeeld het financiële gat vullen als de VS geen wapens meer naar Oekraïne sturen, dan moeten de lidstaten hun huidige bijdrage verdubbelen.
Daarnaast is duidelijk geworden dat Trump bij zijn tweede termijn in het Witte Huis op een veel trouwer en hechter team om zich heen kan rekenen. De tegenkrachten uit zijn eerste presidentschap zijn weggevallen, trumpisten zijn in hun plaats gekomen. De kans dat Trumps radicale campagnebeloften uitkomen, is daardoor stukken groter dan acht jaar geleden.
Voor de handel met Europa kan dat grote gevolgen hebben. De importtarieven die de VS in Trumps eerste termijn in enkele sectoren introduceerden, lijken kinderspel vergeleken met de nieuwste dreigementen. Trumps suggestie om tarieven van 10 of zelfs 20 procent in te voeren over alle Europese goederen die de VS binnenkomen, wordt nu door iedereen als een serieus scenario beschouwd.
De afgelopen maanden is door Europese ambtenaren in Brussel al gewerkt aan strategieën voor als het tot zo’n handelsoorlog komt. De gedachte is dat de EU Trump tegemoet zal komen door bijvoorbeeld voor te stellen een aantal bestaande tarieven te verlagen. Tegelijkertijd staat een waaier aan tarieven op Amerikaanse producten klaar als de nieuwe president desondanks volhardt.
Dat dit een heuse koorddansact wordt voor Europa, ontkent zelfs Orbán niet. „De handel met de VS zal een thema worden en het zal niet makkelijk zijn”, zei de Hongaarse premier donderdagavond.
Orbán zinspeelde erop dat hij een rol voor zichzelf ziet weggelegd als Europa’s bruggenhoofd naar de nieuwe Amerikaanse regering. Voor een leider als Orbán zou dat een grote slag betekenen. Hij zou zich bevrijden uit het verdomhoekje op EU-toppen en kunnen profiteren van een rol in de internationale schijnwerpers, op een moment dat hij wegzakt in de Hongaarse opiniepeilingen.
Trump had gewoon gelijk, laten we dat toegeven. Dat leiderschap hebben we ook de komende jaren nodig
Rutte-aanpak
Ook andere radicaal-rechtse politici, zoals de Italiaanse premier Giorgia Meloni, voelen zich gesterkt. Politici Orbán en Meloni hebben ook hun eigen meningsverschillen met Trump en zullen de pijn van een handelsoorlog evengoed voelen. Wat ze delen met Trump is een streven naar een politieke orde met minder bemoeienis van buiten en meer ruimte voor het eigen belang.
Een hoofdrol voor Orbán gaat de meeste regeringsleiders in Boedapest een stap te ver. Zij zien wellicht meer in het recept van Mark Rutte. De nieuwe secretaris-generaal van de NAVO, die aanwezig is op de top donderdag, begint Trump bij zijn aankomst uitgebreid te prijzen.
Niet alleen heeft hij een „huge success” geboekt met zijn verkiezingszege, zegt Rutte, Trump heeft zijn bondgenoten bij de NAVO ook terecht gewezen op hun lage defensieuitgaven. „Hij had gewoon gelijk, laten we dat toegeven. Dat leiderschap hebben we ook de komende jaren nodig.”
Vervolgens wijst Rutte erop dat de oorlog in Oekraïne een steeds mondialer karakter krijgt, mede door de Russische inzet van Noord-Koreaanse soldaten. De strijd om Oekraïne, zegt hij, is ook in het belang van de rest van de wereld – en zeker van de VS. Trump paaien als diplomatieke strategie: het zal een methode zijn waar meer politici de komende tijd bedreven in zullen worden.
Het Braziliaanse Amazonegebied krijgt iets meer lucht. De ontbossingscijfers zijn met 30,6 procent gedaald, de grootste afname in negen jaar tijd. Dat meldt persbureau AP donderdag op basis van cijfers van de Braziliaanse autoriteiten, die naar eigen zeggen beter controleren op milieuregels.
In de becijferde periode tussen augustus 2023 en juli 2024 werd er 6.288 vierkante kilometer aan Amazonewoud gekapt. Dat is een gebied groter dan de provincies Drenthe en Overijssel samen. In de vorige onderzochte periode ging het om meer dan 9.000 vierkante meter aan ontbossing.
President Lula da Silva – die sinds januari 2023 aan de macht is – zegt een ander beleid na te streven dan zijn radicaal-rechtse voorganger Jair Bolsonaro. Hij wil dat er voor 2030 geen bomen meer worden gekapt en achthonderd milieuambtenaren extra aanstellen. Voorganger Bolsonaro prioriteerde de agro-industrie boven milieubescherming en verzwakte de milieulobby.
Maar milieuactivisten hebben ook kritiek op Da Silva. De president zou projecten steunen die schadelijk zijn voor het Amazonegebied, zoals het asfalteren van een belangrijke weg die door een oerbos loopt, olieboringen in de Amazonerivier en de aanleg van een spoorlijn om soja te vervoeren naar de havens in het Amazonegebied.
Bosbranden
De ontbossingscijfers geven geen compleet beeld van de huidige staat van het Amazonegebied. De golf aan bosbranden van de afgelopen maanden, die een gebied groter dan Zwitserland in lichterlaaie zette – een gevolg van historische droogte – kwam te laat voor het rapport. Daarbij wordt veel schade door bosbranden geclassificeerd als ‘aantasting’ en niet als ‘ontbossing’. De impact van de bosbranden wordt in de komende maanden met satellietbeelden achterhaald.
Het Amazonegebied is het grootste regenwoud ter wereld en is qua omvang twee keer zo groot als India. Omdat bomen koolstofdioxide opnemen, warmt de aarde minder snel op. Daarbij herbergt het natuurgebied 20 procent van al het zoetwater ter wereld en 16.000 bekende boomsoorten.
Cerrado
Ook de ontbossingscijfers in de Cerrado, de uitgestrekte savanne in centraal Brazilië, daalde met 25,7 procent. Uit onderzoek bleek dat er een gebied van 8.174 vierkante meter werd verwoest, de eerste daling in vijf jaar. Het bio diverse gebied geniet minder bescherming dan het Amazonegebied.
Met veel kreten en beloftes heeft Donald Trump tijdens zijn campagne aangegeven wat voor economisch beleid hij na zijn verkiezing zou willen voeren. Maar wat hij als president echt in gang zal zetten en hoe snel, blijft gissen door de vaagheid over zijn voorstellen.
Met het idee om buitenlanders door het heffen van hoge importtarieven te laten opdraaien voor Amerikaanse overheidsuitgaven, kan hij zorgen voor een ongekende omwenteling in de economie. De VS keren daarmee terug naar het het isolationalisme uit de 19de eeuw. Amerika gold sinds de jaren dertig van de vorige eeuw als voorvechter van vrijhandel in de wereld, maar die tijd lijkt voorbij. Voor bedrijven uit de VS en de rest van de wereld ontstaat daardoor een nieuwe werkelijkheid.
Daarbij moeten ze in hun productieketens bekijken in hoeverre ze grondstoffen en materialen nog uit de rest van de wereld kunnen halen. Zeker als andere landen eventuele Amerikaanse handelsbeperkende maatregelen vergelden.
Tegelijkertijd hopen bedrijven dat het uiteindelijk mee zal vallen en Trump geen tarieven zal heffen die kunnen oplopen naar 10 of 20 procent voor producten uit de meeste landen en naar 60 procent voor China. Zij denken dat de dealgedreven Trump het dreigen met hoge tarieven vooral gebruikt als onderhandelingstactiek om andere landen te forceren in zijn ogen oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
Dat is echter twijfelachtig. Met de opbrengsten van hoge tarieven voor buitenlandse bedrijven wil Trump forse belastingverlagingen mogelijk maken. Verwacht wordt dat hij de belastingverlagingen die hij in 2017 invoerde en die volgend jaar aflopen, zal verlengen. Van de winstbelasting voor bedrijven heeft hij gezegd dat hij die terug zal brengen van 21 naar 15 procent. En hij heeft meer belastingverlagingen voor zowel bedrijven als werknemers in het vooruitzicht gesteld, zoals een afschaffing van de belasting op fooien.
Daarnaast heeft hij een forse deregulering beloofd. Hij zou techmiljardair Elon Musk, die financieel fors bijdroeg aan zijn campagne, aan het hoofd willen stellen van een speciale commissie die voorstellen moet doen voor welke regels afgeschaft kunnen worden. De macht van toezichthouders zal aan banden worden gelegd, waardoor de marktmacht van bedrijven minder zal worden beperkt.
Belastingverlaging, deregulering en een soepel mededingingsbeleid zijn oude Republikeinse stokpaardjes, waarmee het bedrijfsleven en de financiële wereld op Wallstreet al snel blij zijn. Ze zijn een deel van de verklaring voor de stijgingen op de beurzen in de afgelopen dagen. Beleggers en bedrijvenverwachten een snelle toename van de groei en een herleving van grote fusies en overnames die door het strakke mededingingsbeleid van de regering-Biden stil waren gevallen.
Zeker de miljardairs uit de techsector in Silicon Valley zullen blij zijn. Maar Trump wil in zijn Make America Great Again-beleid (‘Maganomics’) de VS weer het belangrijkste industrieland van de wereld maken, al draait de Amerikaanse economie al jaren voor het overgrote deel op de dienstensector. 5 van de 6 mensen werkt in de VS in de dienstensector.. De genoemde importtarieven moeten de Amerikaanse fabrieken concurrerender maken ten opzichte van de Aziatische en Europese bedrijven.
Verder is de verwachting dat Trump niet de drie wetten zal intrekken waarmee zijn voorganger Joe Biden honderden miljarden overheidsgeld stak in de bouw van nieuwe fabrieken in de VS. Zo maakte hij de komst van producenten van chips en elektrische auto’s mogelijk, die veelal neerstreken in de swing states waar Trump de verkiezingswinst in de wacht sleepte. Hoewel bedrijven in die sectoren vrezen dat de overheidssteun ingetrokken zou kunnen worden door Trump, lijkt dat onwaarschijnlijk omdat de Republikeinen de steun van de kiezers in die cruciale staten niet willen verliezen.
Niemand twijfelt eraan dat onder president Trump het begrotingstekort en de staatsschuld van de VS naar verdere recordhoogten zullen stijgen. Dat kan zorgen voor een hogere rente op staatsschulden, wat weer kan leiden tot een hogere rente op de financiële markten.
Economen van verschillende politieke gezindten zijn ervan overtuigd dat door de tarieven en andere maatregelen de inflatie zal oplopen. Het sterk inperken van immigratie en het op grote schaal uitzetten van illegale immigranten, zoals Trump heeft beloofd, zou de krapte op de arbeidsmarkt opjagen. Dat kan in verschillende sectoren ook weer leiden tot een tekort aan producten of diensten, en dus tot hogere prijzen. Ook kunnen bedrijven beperkt worden in hun groei door een tekort aan arbeidskrachten of zelfs omvallen, zo is de verwachting.
Zo kan Trump het omgekeerde bewerkstellingen van wat hij heeft beloofd: meer inflatie in plaats van het sterk terugdringen ervan, een hogere rente in plaats van lagere, een sterkere dollar in plaats van een zwakkere, en een verlies aan banen. Ook wordt gewaarschuwd voor kapitaalvlucht, bijvoorbeeld als gevolg van een stijgende rente, waardoor juist het buitenland profiteert van Amerikaanse investeringen. Maar de combinatie van maatregelen in ‘Maganomics’ is zo experimenteel, dat maar de vraag is of economische modellen er wel goed raad mee weten.
Bij al die onzekerheden waar bedrijven moeilijk op in kunnen spelen, komt de eerste weken ook nog de vraag welke personen de economische sleutelposities in Trumps regering zullen innemen. Binnen zijn coalitie is er minder overeenstemming over de maatregelen die hij zou moeten treffen dan het geval lijkt.
Aanstaand vicepresident J.D. Vance komt vooral op voor de arbeider en de consument. Hij zoekt naar een nieuw verbond tussen vakbonden en bedrijven, waardoor lonen omhoog kunnen. Vance is om nieuw werk te creëren een groot voorstander van importheffingen. Hij is sceptisch over de grote techbedrijven en de macht die zij hebben, en wil consumenten daartegen beschermen.
Dat willen de libertaire financiers van Trump uit Silicon Valley, zoals Elon Musk, zeker niet. Zij willen dat bedrijven weer vrij spel krijgen. Ook zijn de vakbondsonvriendelijke techmiljardairs minder blij met een eventuele handelsoorlog met China of Europa, omdat zij in die markten actief zijn.
Voor bedrijven is het dus lastig in te schatten wat zij kunnen verwachten, tot ze weten welke economische adviseurs het meest het oor hebben van de grillige Trump.
INDUSTRIEVrees voor tarieven
Europese industriebedrijven kijken met angst en beven naar de maatregelen die ze boven het hoofd hangen als Trump op 20 januari de macht weer in handen heeft gekregen. Neem in Nederland staalbedrijf Tata Steel. Het staat in een hoekje van het meest recente jaarverslag van Tata Steel: de export van staal naar ‘North America’ bedroeg in het gebroken boekjaar 2023-2024 798 miljoen euro. Dit op een totaal van bijna 5 miljard euro.
In vergelijking met veel andere Europese staalfabrikanten is Tata Steel relatief afhankelijk van de VS. De fabriek in IJmuiden maakt hoogwaardige staalproducten die concurrenten in Amerikaanse fabrieken niet in staat zijn te maken. Heffingen zouden het bedrijf daarom hard kunnen raken.
Helemaal nieuw is die situatie voor het bedrijf overigens niet. In juni 2018 stelde Trump als president een importheffing van 25 procent in op Europees staal. Volgens Trump was de Amerikaanse staal- en aluminiumsector „verwoest door decennia van slecht beleid en oneerlijke handel”.
Bij Tata Steel zat de schrik er destijds goed in. Het bedrijf vroeg minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (D66) om te bemiddelen. Dat was gedeeltelijk succesvol: voor een enkel type staal wist Tata Steel een uitzondering te krijgen – juist omdat de VS deze soort (gelamineerd staal) zelf niet goed kunnen produceren.
Of die uitzondering onder de nieuwe regering-Trump behouden kan worden, is sterk de vraag.
Voor open Europese economieën als de Nederlandse en de Duitse kunnen de gevolgen van tarieven van 10 procent of zelfs hoger groot zijn. Het loopt in veel industriële sectoren al niet echt lekker: Tata Steel heeft bijvoorbeeld ook te lijden onder de zwakke Europese auto-industrie.
Die autosector zelf zal ook in nog grotere problemen terechtkomen als Trump zijn heffingsdreigingen doorzet. Voor de Europese auto-industrie zijn de VS een belangrijke markt. .
Een groot deel daarvan komt vanuit Duitsland. Hoewel merken als Volkswagen ook in de Verenigde Staten fabrieken hebben, komt een significant deel van de Duitse auto’s op Amerikaanse wegen nog altijd uit Europa. En ook veel andere Duitse producten, zoals huishoudelijke apparatuur, vinden hun weg naar de VS.
Voor de Duitse industrie zouden de heffingen dus een ramp zijn. Met de economie van het land gaat het al erg slecht. Het Duitse businessmodel dreef jarenlang op gewillige exportmarkten als China en de Verenigde Staten. Maar de Chinese consument laat het al maanden afweten, onder meer doordat fabrikanten uit het land nu zelf goede auto’s maken. Zouden ook de VS nog gedeeltelijk wegvallen, dan betekent dat helemaal slecht nieuws voor het land.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de chemische sector, die onder meer plastics en andere (farmaceutische) chemicaliën naar de VS exporteert. In 2022 had deze handelsstroom van Duitsland naar de VS een waarde van 22 miljard euro. Ook de chemische sector in Duitsland verkeert al in crisis, door hoge energieprijzen liggen meerdere productielocaties deels stil.
CHIPSStimulering Biden
‘Bad deal’, zo vatte aankomend president Donald Trump zijn visie op de Chips Act samen. Dat stimuleringsplan van 52 miljard dollar werd door Joe Biden, met steun van de Republikeinen, ingevoerd om de chipindustrie in Amerika uit het slop te trekken.
De VS zagen de chipproductie de afgelopen decennia vertrekken naar Azië en nationaal kampioen Intel kon de technologierace niet volhouden. Nu zijn Apple en Nvidia afhankelijk van chipproductie in Taiwan.
Buitenlandse firma’s als TSMC en Samsung bouwen fabrieken in de VS, daarbij gestimuleerd door de subsidie en goedkope leningen als gevolg van de Chips Act.. De chips worden vervolgens weer verpakt en verwerkt tot elektronica, in Azië.
„Taiwan heeft onze chipindustrie gestolen, en nu geven we ze miljarden om in ons land chips te maken, en die brengen ze dan weer terug naar hun land”, zei Trump deze zomer in een interview met Bloomberg. Vorige week lichtte hij zijn standpunt toe in de podcast van Joe Rogan. „Het enige wat je hoeft te doen is importtarieven heffen op chips, net zoals we dat met auto’s doen.” Zo dwing je bedrijven in de VS chips te gaan produceren, redeneert Trump.
SIA, de brancheorganisatie van de Amerikaanse chipindustrie, maakte eerder al gehakt van die logica. „Het jaagt innovatieve industrieën die veel halfgeleiders nodig hebben, juist weg uit de VS.” Het lijkt dan ook onwaarschijnlijk dat er een streep door de Chips Act gaat. Het fundament voor deze wet werd nota bene gelegd tijdens Trumps eerste regeerperiode en Amerikaanse chipproducenten als Intel en Micron profiteren bovendien flink mee.
Trump zou wel kunnen overwegen om Amerikaanse techbedrijven te dwingen meer chips bij Intel te laten maken. Intel zit nu in zwaar weer. Het wil, net als TSMC, in opdracht geavanceerde chips maken, maar er zijn weinig klanten en de nieuwe techniek van Intel heeft zich nog niet bewezen. Intel-topman Pat Gelsinger was er in ieder geval als de kippen bij om Trump te feliciteren met zijn verkiezingsoverwinning.
Het China-beleid zal onder Trump harder worden, met hoge importtarieven om fabricage terug te jagen naar de VS. Als er extra betaald moet worden voor producten uit China zal dat merkbaar zijn voor veel kleine bedrijven, maar het raakt ook techreuzen als Apple. Zij maken nog volop gebruik van Chinese assemblage en productie.
Om China’s technologische opmars af te remmen zetten de VS Nederland nu al onder druk om nog meer beperkingen op te leggen aan de export van chiptechnologie van met name ASML. Onder Trump zal de toon verscherpen. „Nederland moet zuinig zijn op de handel met China”, zei Dirk Beljaart, minister van Economische Zaken eerder in NRC. Maar het kabinet kan Trump niet stevig van repliek dienen zonder hulp van andere Europese landen.
De grootste zorg bij de chipindustrie is dat door de wegvallende omzet uit China het eigen innovatievermogen afbrokkelt. Daarnaast kan China als tegenreactie de export van zeldzame metalen en andere grondstoffen aan banden leggen.
Ten slotte kunnen de strenge immigratiewetten die Trump belooft, de toestroom van schaars technisch talent dwarsbomen. De gedroomde wederopbouw van de westerse chipindustrie is niet mogelijk zonder kenniswerkers uit Azië.
BIG TECHMeer vrijheid
Bij Amerikaanse technologiebedrijven is de winst van Donald Trump met gemengde gevoelens ontvangen. Werknemers van grote techbedrijven in de VS zijn veelal progressief. De staten Washington (waar Amazon en Microsoft kantoor houden) en Californië (Meta, Google, Nvidia, OpenAI) gingen beide zeer overtuigend naar Kamala Harris. Maar bij bestuurders van techbedrijven (Tesla-topman Elon Musk, met name) en bij de investeerders die Silicon Valley domineren was ook veel sympathie voor Trump. Voor deze groep betekent het presidentschap van Trump vooral: minder tegenwerking.
Democraten wilden de marktdominantie van grote techbedrijven aanpakken, crypto-wetgeving doorvoeren en de razendsnelle ontwikkeling van AI een halt toeroepen. Van Trump hebben de grote techbedrijven minder te vrezen.
Trump, eerder zeer kritisch op crypto, bleek ineens een fanatiek supporter van digitale munten na donaties van pro-cryptogroepen. De verwachting is dat Trump Gary Gensler zal ontslaan, voorzitter van de Amerikaanse beurswaakhond SEC en bekend om zijn aanpak van cryptobedrijven.
Tech-bestuurders die zich tijdens Trumps eerste termijn tegen hem uitspraken hebben een prijs betaald. Zo nam Trump wraak op Amazon-oprichter Jeff Bezos door Amazon een cloudcontract van 10 miljard dollar voor het Amerikaanse ministerie van Defensie te ontzeggen, omdat Bezos tevens eigenaar is van The Washington Post. De krant was volgens Trump te kritisch op hem. Bezos dwong tijdens de afgelopen campagne de redactie van The Washington Post om een hoofdredactionele steunbetuiging aan Harris niet af te drukken. Ook andere tech-ceo’s schurkten veel meer tegen Trump aan dan tijdens zijn laatste campagne. Met name één man, de machtigste van allemaal: Elon Musk.
Musk was de afgelopen campagne met 45 miljoen dollar per maand een van de grootste donoren van de Republikeinse partij. In ruil voor deze steun is Musk een baan beloofd in Trumps overheid, zo bleek in augustus tijdens een gesprek tussen Musk en Trump dat live op X werd uitgezonden. Daar toonde Trump zich enthousiast supporter van Musks idee om hem voorzitter te maken van een commissie voor een ‘efficiëntere overheid’. Mocht Musk die rol echt krijgen, dan kan hij mede de regels bepalen die aan zijn bedrijven worden opgelegd. Een duidelijke vorm van belangenverstrengeling.
Lees ook
Waarom Elon Musk alle reden heeft om zowel Trump als Poetin te ondersteunen
Hebben techbedrijven dan niks van Trump te vrezen? Dat is niet helemaal waar. Trump sprak zich tijdens zijn vorige presidentschap zeer kritisch uit over Amerikaanse bedrijven die belasting ontwijken of fabrieken openen buiten de Verenigde Staten. En Google kreeg regelmatig de wind van voren, omdat de zoekgigant ‘linkse berichten’ voorrang zou geven in de zoekresultaten. Voor deze stelling is nooit enig overtuigend bewijs geleverd.
LUCHTVAART EN DEFENSIEBoeing kan klappen krijgen
Voor de Amerikaanse vliegtuigfabrikant Boeing en zijn toeleveranciers kan de zege van Trump duur uitpakken.
Het kwakkelende Boeing, dat nog steeds zijn productie en kwaliteitscontrole op orde moet brengen en moet herstellen van een staking die miljarden dollars heeft gekost, dreigt dubbel te worden geraakt door de voorgenomen importbeperkingen van Trump. Die schaden de verkoop in China én de levering van onderdelen uit China.
Trump zou invoerheffingen van 60 procent willen opleggen voor producten uit China. Als de Chinese regering tegenmaatregelen treft en vergelijkbare heffingen invoert, maakt dat de vliegtuigen van Boeing fors duurder voor Chinese klanten.
Het Aziatische land is een heel belangrijke markt voor vliegtuigbouwers. Hier – en in India – verwacht de luchtvaart nog sterk te kunnen groeien. Volgens een eigen analyse van Boeing hebben Chinese luchtvaartmaatschappijen in de komende twintig jaar behoefte aan bijna 8.900 nieuwe toestellen.
Ondertussen betrekt Boeing ook veel onderdelen voor zijn vliegtuigen uit China. Van de Boeing 787 Dreamliner komt naar schatting 30 procent van de 2,3 miljoen onderdelen van buiten de VS.. Uit China komen onder meer delen van het roer.
Airbus, de Europese concurrent van Boeing, zou volgens analisten minder last hebben van de importheffingen die de VS dreigen op te leggen. Het bedrijf heeft een eigen fabriek in Mobile, Alabama, en zou daarmee deels onder de heffingen uit kunnen komen, namelijk voor de vliegtuigen voor Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen.. Boeing heeft daarentegen geen fabrieken in Europa.
Naast passagiersvliegtuigen is Boeing ook groot in ruimtevaart en defensie. Ook deze bedrijfsonderdelen zien de komst van Trump met enige zorg tegemoet. Elon Musk, zal iets terug willen voor het geld dat hij in de Republikeinse campagne heeft gestoken. . Musk hoopt onder meer op Trumps hulp voor zijn vurig gewenste missie naar Mars. De Amerikaanse toezichthouder FAA heeft allerlei bezwaren (techniek, milieu) tegen die Marsmissie. Trump zou Musk kunnen helpen door de FAA te muilkorven.
Het is nog onduidelijk welk effect de rentree van Trump in het Witte Huis heeft op de defensie-industrie. „Wij willen een sterke krijgsmacht, en idealiter hoeven we die niet te gebruiken”, zei Trump in zijn overwinningsspeech. Hij beloofde oorlogen (in Oekraïne en het Midden-Oosten) te beëindigen. Betekent dat minder militaire steun voor Oekraïne, dan raakt dat (ook) Amerikaanse defensiebedrijven die veel wapens maken voor Oekraïne.
Zet Trump zijn Europese NAVO-partners onder druk om de afgesproken 2 procent van het bruto binnenlands product te investeren in defensie, dan is dat goed nieuws voor Europese militaire leveranciers. . De koersen van de Duitse tankfabrikant Rheinmetall, het Britse BAE Systems en het Italiaanse Leonardo stegen gisteren al enkele procenten.
OLIE EN ENERGIEWel of niet meer olie oppompen?
Op het eerste gezicht lijkt het simpel. Trump is pro-olie. „Drill baby, drill!”, riep hij vaak tijdens zijn campagne. En in zijn overwinningsspeech benoemde hij opnieuw expliciet de immense voorraden „vloeibaar goud” waarover de VS beschikken. Die moesten maar weer eens rijkelijk gaan vloeien, aldus Trump. Goed voor de prijs aan de pomp, en dus voor de Amerikaan.
Met hernieuwbare, schonere energiebronnen heeft hij juist niet veel op. Windparken op zee vermoorden volgens Trump „op ongekende schaal walvissen”. En de subsidies voor dit soort projecten zijn geen Green New Deal, maar een „Green New Scam”. Dergelijke groene „onzin” kost alleen maar geld, aldus Trump, en jaagt de burger op kosten.
Met de energietransitie in de Verenigde Staten zal het nu dus wel een tandje minder gaan, zou je denken. En als dat in de VS gebeurt, gebeurt dat doorgaans ook in Europa. Veel Europese landen volgen immers over het algemeen het voorbeeld van de VS. Zij het met enige vertraging.
Op de financiële markten leek je die lezing woensdag bevestigd te zien. De aandelenkoersen van Amerikaanse olie- en gasbedrijven zoals Exxon en Chevron hadden de wind eronder. En een reeks schone(re)-energiebedrijven kreeg juist klappen. In Europa ging de Deense windmolenbouwer Orsted keihard onderuit, met bijna 12,8 procent.
In werkelijkheid ligt het mogelijk toch wat ingewikkelder. Neem om te beginnen de subsidies voor ‘groene oplichting’, waarmee Trump de Inflation Reduction Act (IRA) van zijn voorganger Joe Biden bedoelt. Dat is een immens subsidieprogramma (375 miljard dollar) waarmee duurzamere energie betaalbaarder moet worden gemaakt. Dat programma wordt ook door veel Republikeinen als een succes gezien – onder andere omdat het de VS helpt minder afhankelijk te maken van China. Het zal dus echt niet zomaar van tafel gaan.
Trump heeft ook vaak gezegd dat hij veel stimuleringsmaatregelen voor elektrische auto’s wil schrappen. Maar zijn bondgenoot Elon Musk, die hij in zijn overwinningsspeech nog uitgebreid prees („Een van Amerika’s laatste genieën!”), zal daar denkelijk niet zo blij mee zijn. Musk heeft zijn imperium mede gebouwd op de verkoop van elektrische auto’s.
Meer oppompen hoeft op langere termijn trouwens ook niet per se gunstig te zijn voor oliebedrijven. De oliemarkt is op dit moment al verzadigd, omdat de vraag in China achterblijft en het aanbod juist erg ruim is. Als de Amerikaanse olieconcerns er nog een tandje bij doen, zet dat olieprijzen verder onder druk. Goed voor de prijs aan de pomp, minder goed voor de marges.
Als de handelsbeperkingen van Trump de Chinese groei ondermijnen, zal de vraag naar olie vanuit China nog verder afnemen en daarmee dus ook de olieprijzen.
„Er wordt bij het Utrechtsch Studenten Corps (USC) naar buiten toe mooi weer gespeeld, maar intern gebeuren er de ergste dingen”, zegt de Utrechtse oud-advocaat Bernard Tomlow donderdag tijdens een kort geding in de rechtbank in Utrecht.
In het halfuur daarvoor heeft hij een beklemmende opsomming gegeven van een reeks recente incidenten bij de oudste studentenvereniging van Utrecht, waarvan alleen mannen lid kunnen worden.
De opsomming gaat veel verder dan de vorig jaar breed uitgemeten rel rond de zogeheten ‘bangalijst’, een door USC-studenten gefabriceerde lijst van 30 leden van het gelieerde Utrechtse vrouwencorps (UVSV), compleet met foto’s, telefoonnummers en seksuele commentaren.
Tomlow voert het woord namens Gerard Schuiringa, die in een strak gesneden blauw pak naast hem zit. Schuiringa, van huis uit apotheker, is al vijftig jaar gerespecteerd USC-lid en onder meer oprichter van de reünistenvereniging in de provincie Utrecht. De reünist zegt zich ernstige zorgen te maken over „zijn vereniging”, waar vroeger „alcohol voor vertier zorgde” maar inmiddels „drugsgebruik net zo gewoon is als het bestellen van een pizza”.
‘Grenzeloos’
Tomlow en Schuiringa vragen zich af of er een verband is tussen het drugsgebruik en de vier zelfmoorden van USC-studenten de afgelopen jaren. En hoe zit het met een aantal recente verkrachtingen en aanrandingen door corpsleden? De cultuur op USC is grenzeloos, betogen ze.
Bijkomend probleem volgens Schuiringa en Tomlow is het wegkijken van ouders en oud-USC’ers die de misstanden zouden vergoeilijken. „Elite – prima”, zegt Tomlow, „maar dan wel in woord en daad.”
Aan de andere kant van de rechtszaal zit de 60-jarige investeerder René Kuijten zich zichtbaar te verbijten. Kuijten vervult allerlei rollen binnen het corps. Hij is reünist, zijn kinderen zijn lid, hij is bemiddelaar bij interne problemen, voorzitter van de Raad van Advies, betrokken bij het Corpsmuseum en diverse corpshuizen in Utrecht, ook als investeerder. Er is hem veel aan gelegen om de goede naam van het USC hoog te houden. Net als zijn eigen goede naam.
Vandaar zijn kort geding tegen Schuiringa, die volgens hem een lastercampagne voert tegen het USC, tegen „heel veel jonge mensen”, maar vooral tegen Kuijten zelf.
De brief
Centraal in het conflict tussen Kuijten en Schuiringa staat een brief van vier kantjes, die begin september bij tientallen studentenhuizen en verenigingen in Utrecht werd bezorgd. De brief ging vervolgens in appgroepen van corpsleden, ouders en andere corpora heel Nederland door.
De brief beschrijft het volledig uit de hand gelopen conflict tussen René Kuijten en een vrouwelijke tandarts (tevens UVSV-lid) uit Baarn. Schuiringa wordt in de brief genoemd als insider die „alles kan bevestigen” en als „de enige reünist” die de vrouw heeft geholpen.
Kuijten en de tandarts kennen elkaar uit hun „prachtige studententijd” bij het Utrechtse corps, werden buren en later „intieme vrienden” in hun nieuwe woonplaats Baarn, aldus de brief. „Ze waren vaak in ons zwembad, gingen mee eten” en vierden „verjaardagsfeestjes”.
Er was niets aan de hand totdat de zoon van de tandarts in Utrecht ging studeren, lid werd van USC en zijn moeder – na overleg met „huisvriend” Kuijten – besloot een woning voor hem te kopen. Dat moest, vond ze, niet zomaar een studentenhok worden, maar een „prominent corpshuis”. Kuijten dacht mee en stuurde een voorbeeld van een huurcontract toe. Hij probeerde ook te bemiddelen toen de elf USC-leden in de woning een jaar later enorme ruzie kregen.
Daarbij draaide het om meer dan oppervlakkige corpsvernederingen, zoals toen een van de kamers van het huis met meel werd volgegooid en de jongste bewoners die met een tandenborstel moesten schoonmaken. Jongerejaars in het huis werden „geïntimideerd, gedrogeerd en uitgesloten” en een van hen werd door een „ouderejaars-huisgenoot” verkracht, aldus de brief.
De tandarts probeerde daarna diverse studenten haar huis uit te zetten, maar dat mislukte omdat de huurcontracten waren gebaseerd op „coöptatierecht” – waarbij bewoners zelf mogen beslissen wie hun nieuwe huisgenoot wordt.
De affaire eindigde met een rechtszaak en een knallende ruzie tussen Kuijten en de tandarts, die hem „een gebrek aan zuiver moreel kompas” en het „gedogen van misstanden” verwijt. En dus met die brief, die inmiddels door duizenden corpsleden is gelezen.
Afleidingsmanoeuvres
De tandarts schikte met Kuijten vlak voor het kort geding van donderdagochtend. Zij zal om het goed te maken naar zo’n vijftig studentenhuizen in Utrecht een briefje sturen waarin zij de kwestie beter uitlegt, vertelde Kuijtens advocaat.
Maar daarmee is Kuijtens goede eer nog niet volledig hersteld. Schuiringa heeft volgens Kuijten de brief van de tandarts achter haar rug om verder verspreid onder vrienden, zakenrelaties en buren van Kuijten, om hem zwart te maken en aan zijn positie binnen USC te morrelen.
De beveiligingscamera van een buurtbewoner in Baarn zou de voormalige apotheker op een scooter hebben vastgelegd, met een enveloppe in zijn hand. En dus eist Kuijten dat Schuiringa ook een excuusbrief stuurt naar iedereen aan wie hij de klacht van de tandarts op eigen houtje heeft doorgestuurd.
Het zijn allemaal afleidingsmanoeuvres, zegt de apotheker uiteindelijk tegen de rechter. Hij heeft de brief niet geschreven, hoogstens een paar adressen doorgegeven aan de tandarts. Wel herkent hij veel van wat er in staat – en daar zou het over moeten gaan. „Het enige wat ik wil is dat we deze toestand oplossen. Het liefst zou ik een functie krijgen binnen het corps om de drugsproblematiek op te lossen. Ik maak mij grote zorgen.”
Het USC zelf was donderdagmiddag niet bereikbaar voor commentaar.
Lees ook
Studentencorpora blijven populair, ondanks of wellicht dankzij de incidenten: ‘Er gaat een bizarre aantrekkingskracht vanuit’
Correctie 7/11: In een eerdere versie van dit artikel was de kop niet helemaal duidelijk. Het gaat om reünisten. Dit is aangepast.
Als we doorgaan op dezelfde weg, zitten de boeren in Nederland volgend jaar met zo’n tweehonderdduizend vrachtwagens aan overtollige mest, schetste CDA’er Eline Vedder donderdag in de Tweede Kamer. Het jaar daarop, 2026, kunnen daar nog eens vierhonderdduizend vrachtwagens bijkomen.
Waar moet die mest heen?
Dat was de vraag die Kamerleden donderdag aan elkaar door flipperden, en niemand heeft er een goed antwoord op. Ook niet landbouwminister Femke Wiersma (BBB) die herhaalde alles op alles te zetten om de mestcrisis tegen te gaan. Maar alle maatregelen zullen niet genoeg zijn om de strengere mestregels vanuit Europa op te vangen, erkende Wiersma al. Uiteindelijk zijn veehouders verantwoordelijk voor hun eigen bedrijf, en zullen zij hun conclusies moeten trekken, zei zij: „Ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn.”
Eerlijkheid
De minister kreeg complimenten voor haar eerlijkheid: het maakt duidelijk tot waar de overheid boeren kan helpen. Al erkennen Kamerleden ook dat falend overheidsbeleid juist tot deze mestcrisis heeft geleid.
Bij ieder landbouwdebat wordt steeds duidelijker dat de veehouderij afstevent op een pijnlijke sanering. Bedrijven zullen stoppen of omvallen, omdat ze met minder vee niet rondkomen of de kosten van mestafzet niet kunnen betalen. Ook kan er een „generieke korting” op dierenrechten komen, waardoor veehouders wel moeten inkrimpen. De zorg is dat boeren zullen frauderen met hun mestboekhouding, of illegaal overtollige mest gaan uitrijden.
Lees ook
Gigantische ‘mestzakken’ als noodoplossing voor het mestoverschot: ‘Sommige boeren tikten ze af met een Idealbetaling’
Nederlandse boeren hebben van Europa sinds 2006 meer mest mogen uitrijden, omdat hier veel grasland is wat stikstof goed kan opnemen. Maar al die mest heeft geleid tot stikstof-, bodem- en waterproblemen, en daarom wordt die uitzondering tussen 2023 en 2026 teruggedraaid. Het betekent dat boeren straks zo’n 30 procent minder dierlijke mest kwijt kunnen – los van kunstmest.
Op dit moment stromen de meeste mestkelders niet meer over. Boeren mochten dit jaar twee weken langer, mest uitrijden, tot medio september, want in de wintertijd groeit het gras hier niet snel genoeg voor. Mest wordt ook opgeslagen in enorme zakken, silo’s of bassins. Of boeren proberen de mest af te zetten, en te exporteren, maar dat kan tienduizenden euro’s per jaar kosten.
Krimp veestapel
De VVD opperde een plan waarbij veehouders twee jaar 10 tot 20 procent van hun mestrechten opgeven, en dus minder dieren houden. Als bedrijven dan nog goed lopen, zou je die rechten kunnen wegstrepen. Het leidde vooral tot een discussie wie het inkomstenverlies zou moeten vergoeden: boerencoöperaties, zoals de VVD wil, of de overheid?
Opvallend was dat ook fractievoorzitter Caroline van der Plas van regeringspartij BBB geen goed antwoord had op de vraag wat boeren met hun mestoverschot moeten doen. „Weet ik niet, moet je aan de boer vragen”, zei ze tegen GroenLinks-PvdA. BBB is nooit tegen vrijwillige stoppersregelingen voor boeren geweest, vulde Van der Plas aan – wat ook neerkomt op een zekere krimp van de veestapel.
Ze waarschuwde wel voor de economische en maatschappelijke gevolgen als te veel boeren stoppen. Van der Plas greep later ook de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten aan om het belang van ‘voedselzekerheid’ in Nederland te onderstrepen.
Minister Wiersma zet nog steeds in op een versoepeling van mestregels uit Brussel, maar veel fracties denken dat die niet komt, of te laat. Kan Wiersma’s nieuwe, brede vrijwillige opkoopregeling voor boeren van begin 2026 niet worden vervroegd, vroegen ze. Deze week lekte ook uit dat Wiersma 1 miljard euro zou willen uittrekken voor deze regeling. Is dat niet veel te weinig geld om boeren te helpen in de mestcrisis, was ook een vraag; voor de twee eerdere uitkoopregelingen, onder meer voor piekbelasters, was bijna 3 miljard euro beschikbaar.
Wiersma herhaalde dat ook zij de opkoopregeling zo snel mogelijk wil openen, maar dat een goede voorbereiding tijd kost. Op de hoeveelheid geld die ervoor beschikbaar komt, wilde Wiersma niet vooruitlopen.
Mestgezant
Binnenkort hoopt Wiersma wel een ‘mestgezant’ aan te stellen, die nieuwe mestafzetmarkten moet aanboren. Ze hoopt zo snel mogelijk ‘Renure’ in Nederland toe te kunnen laten, waarmee boeren dierlijke mest kunnen omzetten in een kunstmestvervanger. Veehouderijen die buiten de familie worden doorverkocht, mogen straks minder dieren houden.
Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren sprak van „maatregelen in de marge”, maar „geen fundamentele oplossingen”. Zelfs coalitiegenoot PVV, die de BBB op landbouw zelden afvalt, begon met een kritische noot. „De PVV ziet dat de wil er zeker is bij de minister, maar tot echt doorpakken lijkt het nog niet te komen”, zei Kamerlid Jeanet Nijhof.
Zeg dat je volop met het Europees Parlement wilt samenwerken en de parlementariërs altijd op tijd zal inlichten. Zorg dat je goed inhoudelijk op de hoogte bent van je nieuwe portefeuille. Benadruk dat je goed met je collega-commissarissen zal optrekken. Omarm veelvuldig het ideaal van een verenigd Europa. En spreek in het slotwoord uit dat je met volle energie je eervolle baan gaat vervullen, natuurlijk samen met het parlement.
De hoorzittingen deze week in Brussel met de eerste twintig van de 26 kandidaat-leden van de Europese Commissie leken allemaal volgens een vast stramien te verlopen. De kandidaten moesten goed presteren om de benodigde steun te winnen. En dat ging deze week voor bijna alle aspirant-commissarissen makkelijker dan vooraf gedacht. Een enkeling moest wat persoonlijke of politieke affaires uit het verleden ophelderen. Maar de sessies van drie uur waren vooral inhoudelijk, over alle plannen en doelen van de nieuwe Europese Commissie, die in december aan de slag gaat.
Wopke Hoekstra wisselde Engels af met Frans, Duits en Nederlands, en sprak ook even Italiaans
Zo verliep het donderdagmorgen ook bij CDA’er Wopke Hoekstra, die opnieuw een klimaatportefeuille krijgt: Klimaat, Nettonul en Schone Groei. Hij verklaarde de strijd tegen klimaatverandering volop te willen voortzetten en dat te willen combineren met het versterken van het Europese concurrentievermogen, geheel in lijn met de hoofddoelstelling van de Commissie. „We kunnen niet zonder groei.” Hij wisselde Engels af met Frans, Duits en Nederlands, en sprak een Italiaanse volksvertegenwoordiger ook even in haar eigen taal toe. Een Franse vragensteller zei toen maar dat hij niet in het Frans hoefde te antwoorden.
Veel vragen kreeg hij over de verplichting voor de autoindustrie om vanaf 2035 alleen nog CO2-neutrale auto’s produceren. Sommige Europarlementariërs waren teleurgesteld dat hij de kwakkelende Europese autoindustrie weinig positiefs in het vooruitzicht stelde. Zo vond de Duitse sociaal-democraat Tiemo Wölken zijn visie op de autosector „niet zo duidelijk als ik had verwacht”. Hoekstra beklemtoonde dat de autofabrikanten juist behoefte hebben aan duidelijkheid en niet aan voortdurend bewegende doelen. Duidelijk was hij over het gebruik van biobrandstoffen in auto’s. „Dat is geen goed idee. Dan houd je een CO2-probleem”. Wel heeft hij van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen de opdracht gekregen om te onderzoeken of de verordening aangepast kan worden voor motoren op zogeheten e-fuels, meestal met waterstof geproduceerde synthetische brandstoffen.
Na afloop kwamen de leden van de desbetreffende parlementaire commissie achter gesloten deuren bijeen, zoals bij elke commissaris gebeurt, en werd vastgesteld dat het parlement met tweederde meerderheid Hoekstra steunt.
Vrij zwak optreden tot nu toe. Weinig concreet en veel open deuren
Zweedse kandidaat valt tegen
Het eerste probleem voor het toekomstige team van Ursula von der Leyen doemde onverwachts dinsdagavond op. Waar op dat moment de meeste aandacht uitging naar de hoorzitting met de nieuwe migratiecommissaris, de Oostenrijker Magnus Brunner, ging het een zaal verderop bijna mis met de Zweedse Jessika Roswall. Ze overtuigde met name parlementariërs ter linkerzijde er niet van genoeg deskundigheid te hebben voor haar portefeuille Milieu, Waterweerbaarheid en Concurrerende Circulaire Economie.
De Nederlandse parlementariër Gerben-Jan Gerbrandy (D66) plaatste al tijdens de hoorzitting een kritisch bericht op X: „Terwijl de hele wereld de adem inhoudt vanwege de USA-verkiezingen, horen wij de genomineerde milieu-Eurocommissaris. Vrij zwak optreden tot nu toe. Weinig concreet en veel open deuren.”
Na haar slotwoord begonnen de politieke raderen te draaien en werden de machtsverhoudingen duidelijk. Een substantieel aantal parlementariërs, onder meer die van de liberale en sociaal-democratische fracties, wilde Roswall nadere vragen stellen en mogelijk opnieuw horen. Roswall’s partij, Moderaterna, is echter onderdeel van de christen-democratische EVP, de grootste fractie in het EP.
De EVP wilde dat Roswall niet langer bleef bungelen. Daarom maakte de fractie een koppeling met de hoorzitting van de Belgische kandidaat-commissaris Hadja Lahbib (Paraatheid, Crisisbeheer en Gelijkheid). De huidige minister van Buitenlandse Zaken was ondanks twijfels vooraf over haar capaciteiten, goed voor de dag gekomen. Dat ze drie jaar geleden als journalist met Russische hulp naar de geannexeerde Krim was gereisd en daar voor de Waalse RTBF een weinig kritische reportage had gemaakt, kreeg ze niet goed uitgelegd. Maar verder deed ze het inhoudelijk goed. Toch dreigde de EVP steun te onthouden. Pas toen in de achterkamers een akkoord was gesloten tussen de liberalen, de sociaal-democraten en de christen-democraten – de drie hofleveranciers voor de Commissie – werd duidelijk dat Lahbib en Roswall opgelucht kunnen ademhalen.
Bioindustrie
Eén kandidaat-commissaris kreeg tot dusver nog geen definitieve steun: de Hongaarse commissaris Olivér Várhelyi. De huidige commissaris voor Uitbreiding is opnieuw naar voren geschoven door Viktor Orbán, de Hongaarse premier die zo vaak reuring veroorzaakt in de EU.
Von der Leyen heeft Várhelyi de portefeuille Zorg en Dierenwelzijn toebedeeld. Van tevoren was al duidelijk dat het parlement de partijgenoot van Orbán niet zonder slag of stoot zouden goedkeuren. Er is vooral twijfel of hij niet veel loyaler is aan Orbán dan aan de Europese Unie. En dat hij anderhalf jaar geleden op een onbewaakt ogenblik bij een open microfoon Europarlementariërs had uitgemaakt voor „idioten” wordt hem ook nog nagedragen.
Bij zijn hoorzitting bood hij voor dat laatste opnieuw excuses aan, hoewel hij volhield dat sprake was geweest van een misverstand. Met dierenwelzijn leek hij niet heel op te hebben. Zo noemde hij de bioindustrie „niet iets negatiefs. Dat is de sector die het eten op ons bord brengt”. De meeste vragen kreeg hij over het anti-abortusbeleid in Hongarije. Hij bleef herhalen dat abortus geen zaak van de EU is maar van de individuele lidstaten. De Hongaar moet nu schriftelijk extra vragen beantwoorden. Gespeculeerd wordt dat hij pas goedkeuring krijgt als zijn portefeuille wordt uitgekleed.
Dinsdag komen de zes belangrijkste commissarissen, de vicevoorzitters, aan bod. Naar de Italiaanse kandidaat Raffaele Fitto, van het radicaal-rechtse Fratelli d’Italia, wordt het meest uitgekeken. Ook hier is niet uitgesloten dat Ursula von der Leyen haar macht zal gebruiken om steun te verzekeren. Ze wil ongetwijfeld niet de broze verhoudingen met de Italiaanse premier Giorgia Meloni op het spel zetten.
Lees ook
Opsteker voor het kabinet: van de nieuwe Eurocommissaris hoeft de veestapel niet kleiner
Gestrand in het zicht van de haven. Vier bewoners van het zogenoemde Huis van de gouden armband stonden in een gang die uitzicht bood op de tuin en de daarachter liggende haven van Pompeï, toen ze bedolven werden onder puin en as dat de Vesuvius uitbraakte op een kwade dag in oktober 79 na Christus.
Omdat het de lichamen van twee volwassen en twee kinderen betrof, staat in veel toeristengidsen te lezen dat het hier gaat om een familie die in hun fraaie woning om het leven kwam. Nieuw dna-onderzoek laat nu echter zien dat de vier mensen niet aan elkaar verwant waren én dat de vrouw met de gouden armband om en het kind op haar heup – de naamgever van het huis – helemaal geen vrouw was, maar een man.
Mensvormige holtes
Pompeï was een havenstad in het zuiden van Italië met zo’n 15.000 inwoners. Bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 verdwenen alle gebouwen onder een dikke laag vulkaanpuin en as, waardoor ze zeer goed bewaard zijn gebleven. De mensen raakten eveneens bedolven, en hun lichamen vergingen grotendeels door de verzengde hitte. Op sommige plekken bevonden zich in het neergeslagen vulkanisch materiaal echter mensvormige holtes die waren uitgehard voordat het zachte weefsel was weggekookt. Zo zijn inmiddels duizend slachtoffers aangetroffen, van wie in 104 gevallen een gipsen afgietsel is gemaakt.
In dat gips bevinden zich bot- en tandresten. Tijdens een restauratie van de afgietsels kregen onderzoekers van de universiteiten van Florence en Harvard de mogelijkheid hieruit dna-materiaal te verzamelen. Hun analyse verscheen deze donderdag in het tijdschrift Current Biology.
In totaal lukte het de auteurs om uit veertien afgietsels lichamelijk materiaal te halen, maar dat was slechts in vijf gevallen goed genoeg bewaard om er een volledig dna-profiel van te kunnen maken. Drie van de vijf profielen zijn afkomstig uit het Huis van de armband. Van de vierde persoon die hier is aangetroffen, konden de onderzoekers alleen vaststellen dat het een man was.
Donker haar en donkere huid
De drie andere bewoners die door de vulkaan verrast en verast werden, zijn ook allemaal van het mannelijk geslacht – inclusief de persoon met de dure gouden armband, van wie werd aangenomen dat hij de vrouw des huizes was. Het populaire idee dat het hier een gezin betrof van twee ouders met hun twee kinderen kan dus terzijde worden geschoven. Sterker nog: uit het dna van de volwassene met de armband en de twee kinderen blijkt dat ze überhaupt geen familie van elkaar waren.
Zeker net zo interessant is wat het dna vertelt over hun herkomst. Bij het van generatie op generatie doorgeven van erfelijk materiaal laten mutaties sporen achter die het mogelijk maken vast te stellen waar iemands wortels liggen. Zo is in 2022 voor het eerst de herkomst van een inwoner van Pompeï gepubliceerd: de voorouders van deze man woonden al duizenden jaren in Italië. De voorouders van de drie slachtoffers in het Huis van de gouden armband komen van veel verder. Zij blijken afkomstig uit het oostelijke Middellandse Zeegebied of het noorden van Afrika. De man met de gouden armband had donker haar en een donkere huid, bleek verder uit zijn dna.
Omarming
Deze ontdekking knoopt mooi aan bij dna-onderzoek uit 2019 waaruit bleek dat in de vroege keizertijd – de eerste eeuw na Christus – de hoofdstad Rome te maken kreeg met een forse instroom van migranten uit het oostelijk deel van het rijk. Het is niet gek, schrijven de auteurs, dat in de havenstad Pompeï eveneens mensen van elders uit het rijk belandden.
Ook van een man die is aangetroffen in de zogenoemde Villa van de mysteriën komen de voorouders uit het oosten, zagen de onderzoekers. Met behulp van analyse van strontium- en zuurstofisotopen in zijn gebit kon worden vastgesteld dat hijzelf waarschijnlijk wel in het zuiden van Italië is opgegroeid.
Dramatisch effect
De Amerikaanse en Italiaanse archeogenetici analyseerden ook nog het erfelijk materiaal uit twee lichamen die zijn aangetroffen in het Huis van de cryptoporticus. Omdat zij vereeuwigd zijn in een omarming, is gespeculeerd dat het hier ging om twee zusjes, een moeder en dochter of twee geliefden die op het moment van hun dood troost bij elkaar zochten. De onderzoekers slaagden er bij slechts één individu in om het geslacht te bepalen: het mannelijke. Verder kon alleen worden vastgesteld dat de twee personen niet dezelfde moeder hadden. Van twee zusjes of een moeder en dochter is dus sowieso geen sprake.
De auteurs concluderen dat het onverstandig is om zonder duidelijk bewijs conclusies te verbinden aan de positie waarin de slachtoffers van de uitbarsting van de Vesuvius in gips zijn vereeuwigd: iemand met een armband om is niet per se een vrouw en twee volwassenen en twee kinderen in dezelfde ruimte vormen niet altijd een gezin.
Daarnaast is het goed mogelijk dat de negentiende-eeuwse makers van de afgietsels de poses hebben aangepast om een dramatisch effect te bereiken. Om deze redenen zien de onderzoekers er ook van af, schrijven ze, om een nieuw verhaal over deze mensen te verzinnen.
Het zat er wekenlang aan te komen en toch viel de regering van Olaf Scholz woensdagavond met een onvoorziene dreun. In een poging de regie te behouden ontsloeg Scholz zijn minister van Financiën Christian Lindner (FDP), die daar ondanks zijn eigen provocaties zichtbaar beduusd van was.
Na maandenlange onenigheid over de begroting legde Lindner vorige week de bijl aan de wortel van de coalitie door met een eisenpakket te komen dat dwars inging tegen alles waarvoor de drie partijen SPD, Groenen en FDP in hun coalitieakkoord van 2021 hadden getekend. Het moet Lindner duidelijk zijn geweest dat hij zijn coalitiepartners daarmee voor het blok zette. Alleen had Lindner er blijkbaar niet op gerekend dat Scholz daar consequenties aan zou verbinden, aangezien Scholz, met oog op zeer slechte peilingen, weinig te winnen heeft bij nieuwe verkiezingen.
Jij-bak
Volgens Duitse media was Lindner van plan om op donderdag zelf met opgeheven hoofd uit de coalitie te stappen, verwijzend naar mislukte onderhandelingen over de begroting. Dat plan mislukte, want Scholz was zijn minister van Financiën voor door hem te ontslaan. Later op woensdagavond was Scholz Lindner weer een stapje voor, toen hij in een lange en ongewoon emotionele toespraak Lindner en diens „egoïsme” verantwoordelijk maakte voor de val van de regering. Driekwartier later kon Lindner dat alleen nog maar enigszins ontzet, lezend van een briefje, ontkennen en met een jij-bak proberen om te draaien.
Lees ook
Bondskanselier Olaf Scholz ontslaat minister Lindner en luidt einde coalitie in
Donderdag werden Lindner en twee andere FDP-ministers door bondspresident Frank-Walter Steinmeier formeel uit hun ambt ontslagen. De vierde FDP-minister, Volker Wissing (Verkeer en Digitale Infrastructuur), stapte donderdagochtend verrassend uit de FDP en kan zo onderdeel blijven van de regering Scholz, voor zo lang die nog bestaat.
In een bijdrage in de Frankfurter Allgemeine Zeitung vorige week had Wissing al geschreven dat hij het „respectloos” zou vinden als één van de coalitiepartijen zich aan de regeringsverantwoordelijkheid onttrekt, alleen omdat een partij niet al haar idealen kan verwezenlijken in de regering. Uit zijn beslissing om uit de partij te stappen valt te concluderen dat Wissing de opvatting van Scholz deelt dat Lindner het klappen van de coalitie op zijn geweten heeft.
Gevoelige klap
Voor Lindner, wiens positie in zijn partij onomstreden lijkt en die vrijwel nooit openlijke kritiek krijgt van partijgenoten, is dat een gevoelige klap. Wissing is niet de eerste de beste liberaal: hij was in 2021 secretaris-generaal van de partij, waarmee de winst van de FDP bij de verkiezingen in 2021 deels op aan hem te danken is, en hij was Lindners secondant bij de formatie.
Wissing neemt voorlopig ook het ministerie van Justitie onder zijn hoede, dat tot donderdag door FDP’er Marco Buschmann werd bestierd. Op Financiën benoemde Scholz zijn vertrouweling Jörg Kukies (SPD), tot nu toe staatssecretaris in het Kanzleramt. De minister van Landbouw Cem Özdemir (Groenen) gaat er voorlopig Onderwijs en Wetenschap bij doen.
Hoe lang het kabinet in deze nieuwe vorm nog blijft zitten, is een andere kwestie waarover Scholz probeert de regie te behouden. Het is zijn wens tot december als minderheidsregering met de Groenen door te gaan. Mogelijk kan hij zo nog een paar wetsvoorstellen door de Bondsdag loodsen, in de hoop dat hij en zijn SPD weer iets aan populariteit winnen in de aanloop naar nieuwe verkiezingen. Scholz wil vervolgens in het nieuwe jaar, op 15 januari, de ‘vertrouwensvraag’ stellen in de Bondsdag, waarmee hij dan formeel kan worden weggestemd en de weg vrijmaakt voor nieuwe verkiezingen.
Scholz moet die stemming over hemzelf op de agenda zetten en beslist dus over de termijn. Maar de oppositie en ook vertegenwoordigers uit de industrie roepen Scholz op om niet te wachten tot 15 januari en zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen mogelijk te maken.
Duitsland kan zich niet veroorloven om maandenlang een regering zonder meerderheid te hebben
Slagvaardige regering nodig
CDU-voorzitter en oppositieleider Friedrich Merz zei donderdag dat Duitsland het zich „niet kan veroorloven om nu maandenlang een regering zonder meerderheid te hebben, waarop dan nog een maandenlange verkiezingscampagne volgt en mogelijk nog een wekenlange formatie”. Volgens het tijdpad van Scholz zouden er in maart nieuwe verkiezingen moeten komen. Merz zei dat hij er in gesprek met Scholz op zou aandringen zou snel mogelijk nieuwe verkiezingen mogelijk te maken. Voor Merz telt daarbij niet alleen het argument dat Duitsland een slagvaardige regering nodig heeft; de CDU/CSU-fractie van Merz staat met 33 procent op ruime winst in de peilingen voor de Bondsdagverkiezingen, een winst die Merz graag zo snel mogelijk zou willen verzilveren.
Ook de president van de industriebranchevereniging BDI Siegfried Russwurm stelt dat „meer onzekerheid over wie Duitsland met welk programma regeert het land en de standplaats verder zal schaden”. De onzekerheid wordt al zeer veel groter door de nieuwe Amerikaanse regering in 2025, volgens Russwurm. Hij eist dat de politieke partijen „verantwoordelijkheid” nemen en „snel voor stabiliteit zorgen”.
De verhoudingen in de regering Scholz verslechterden deze weken bijzonder snel omdat de Duitse economie voor het tweede jaar op rij krimpt, de industrie werknemers ontslaat en verschillende bedrijven vestigingen naar het buitenland verplaatsen. De SPD en de Groenen wilden de economie een impuls geven met nieuwe investeringen en subsidies. De FDP onder leiding van Lindner daarentegen eiste belastingverlagingen, die ten koste zouden gaan van sociale voorzieningen, en meer marktwerking. De opvattingen over de economie waren „volledig verschillend”, zei Lindner donderdag, daarom blokkeerden de partijen wederzijds elkaars plannen.
„Een soort D66”, noemt PVV-leider Geert Wilders de Democratische Partij in de Verenigde Staten. Niet geheel toevallig is hij op woensdagochtend de eerste politicus in Den Haag die de Amerikaanse verkiezingen spiegelt aan die andere politieke aardschok: de zege van de PVV in november vorig jaar. Voor Donald Trump heeft hij „veel respect”, de verkiezingsuitslag in de VS noemt hij „geweldig”. „Trump komt op voor zijn eigen land, dat doen wij ook. Hij wil immigratie beperken, is wars van alle protocollen waar hij zich volgens links aan moet houden.”
De PVV, nu al de grootste partij, ziet deze week als een triomf voor radicaal-rechts. Geert Wilders merkt op dat ook in Europa overal nationalistische partijen opkomen of aan de macht komen. Progressief of internationaal ingestelde partijen staan overal onder druk. Wilders: „Bij progressieven is de haat vaak sterker dan het strategisch vernuft.”
‘Boost voor radicaal-rechts’
Voor andere partijen is de winst van Trump juist een pijnlijke herinnering aan de huidige verhoudingen. „Het leek woensdag wel alsof het weer 22 november was”, zegt Tweede Kamerlid Kati Piri (GroenLinks-PvdA). Op die dag won de PVV de verkiezingen. „Trumps zege heeft een enorme boost aan radicaal-rechts gegeven, ook hier.”
Progressieve politici beginnen erover hoe moeilijk het is om door de wetten van deze tijd heen te breken, bijvoorbeeld door het over iets anders te hebben dan migratie. Anderen vragen zich hardop af of links nog wel antwoorden heeft op de vragen van nu: is het progressieve verhaal niet te veel op identiteit gericht, waardoor traditionele kiezersgroepen als lageropgeleiden te veel vervreemdden van links? Of gebeurt het juist te weinig en is het alternatief voor radicaal-rechts te flets, te weinig aansprekend? Het zijn vragen die de Democraten zichzelf ook stellen.
Ik heb grote bedenkingen bij de persoon Trump
In de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB wordt verschillend gedacht over Trump, wat de verhoudingen nóg ingewikkelder kan maken. Wilders prijst Trump en zet een foto van zichzelf met MAGA-petje op X, terwijl bij coalitiepartijen VVD en NSC de zorgen overheersen. „Het is heel logisch dat het in de coalitie verschillend leeft”, zegt Kamerlid Isa Kahraman (NSC). „Ik heb grote bedenkingen bij de persoon Trump, aan wie zoveel schandalen kleven. Maar het volk krijgt wat ze willen en overal in Europa zie je hetzelfde gebeuren.”
Premier Dick Schoof is partijloos en moet namens het gehele kabinet spreken. Schoof heeft Trump in algemene bewoordingen gefeliciteerd en neemt verder een wait and see-houding aan. Minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken, PVV) was tijdens een debat op donderdagochtend loslippiger. Hij was voor de verkiezingen op bezoek in de VS, en had daar onder meer gepraat met de conservatieve Heritage Foundation, een ideologische motor achter het Trumpisme. Ook was hij op bezoek geweest bij Robert Lighthizer, die grote kans maakt minister van Financiën te worden. De protectionist Lighthizer geldt als een havik als het om economische politiek gaat. Beljaarts ziet kansen in de samenwerking met de nieuwe regering, zei hij, vanwege „veel gedeelde belangen”.
Nietsdoen
Vorige week hekelde regeringsadviseur en oud-ambassadeur in de VS Henne Schuwer de afwachtende Nederlandse houding. Tegen NRC zei hij: „Het kabinet is met heel andere dingen bezig, vooral migratie, stikstof. Na de inauguratie in Washington heb je hooguit een maand of vier, vijf om te proberen invloed uit te oefenen, daarna ligt het Amerikaanse beleid vast.”
Het nietsdoen in Den Haag wijt Schuwer aan „een ongelukkige politieke periode in Nederland”, waarin „we internationaal vooral minder willen: minder geld naar de EU, minder ontwikkelingssamenwerking, minder, minder. Er is geen vooruitziende blik over wat er op ons afkomt”.
Na de inauguratie heb je hooguit een maand of vier, vijf om te proberen invloed uit te oefenen, daarna ligt het Amerikaanse beleid vast
In de Kamer overheersen de zorgen over de gevolgen voor de economie en de internationale veiligheid. Trump heeft gedreigd met handelsoorlogen met China en de Europese Unie. Minstens zo groot zijn de zorgen over Trumps ideeën en uitspraken over de NAVO. Trump moedigde Rusland aan „te doen wat ze willen” met NAVO-landen die hun financiële verplichtingen niet nakomen.
Kati Piri: „Denk ook aan de verhoudingen binnen Europa. Premier Viktor Orbán van Hongarije staat nu nog een beetje in de hoek als de Europese leiders overleggen. Nu komt hij veel meer in het centrum van de macht, want hij heeft een direct lijntje met Trump. Dat is zorgelijk.”
Europese krijgsmacht
Laurens Dassen, leider van Volt, de meest pro-Europese partij in de Tweede Kamer, zegt dat Nederland, en Europa, zich veel meer los moeten maken van de VS. Ook is volgens hem een herziening van het regeerprogramma nodig. „Het is bijna woestmakend dat Wilders staat te juichen voor Trump, terwijl dit Nederlanders op allerlei manieren gaat raken. Onze veiligheid is in het geding, en onze economie. Er is vergaande Europese samenwerking nodig, terwijl het kabinet daarop bezuinigt.”
Dassen wil dat er zo snel mogelijk een Europese krijgsmacht komt, omdat de VS een onbetrouwbare partner zijn geworden. „Al onder Obama heeft Amerika de blik verlegd naar China, en niet langer naar Europa. Nu America First weer gaat regeren, is het naïef om te denken dat wij dezelfde belangen als Amerika hebben. Stel dat Trump een deal met Poetin maakt over Oekraïne, dan is het een kwestie van tijd voordat Rusland de Baltische staten binnenvalt. We moeten niet langer afhankelijk van de VS willen zijn.”
Lees ook
Tussen hoop en vrees: wat betekent Trumps overwinning voor de rest van de wereld?