Zeker 25 doden na zelfmoordaanslag op treinstation in onrustige Pakistaanse regio Beloetsjistan

Bij een zelfmoordaanslag op een treinstation in de Pakistaanse regio Beloetsjistan zijn zaterdag ten minste 25 doden gevallen. Zeker vijftig andere personen raakten gewond en werden naar het ziekenhuis gebracht. Dat melden internationale persbureaus. In Beloetsjistan, de armste en grootste provincie van Pakistan, zijn dit jaar al meerdere separatistische aanslagen gepleegd. Eind augustus werden nog zeker 51 mensen gedood.

Het geweld van zaterdag vond plaats in de provinciehoofdstad Quetta. Ongeveer honderd reizigers stonden te wachten op een trein toen een persoon zich te midden van de groep opblies. Onder de doden bevinden zich militairen, spoorwegpersoneel en reizigers, meldt de lokale politie.

De aanslag is opgeëist door het Beloetsjistan Bevrijdingsleger (BLA). Deze groep wil zich afscheiden van Pakistan uit onvrede over de vermeende marginalisering van de inwoners van Beloetsjistan. De regio is rijk aan mineralen en andere natuurlijke grondstoffen, maar volgens de BLA merkt de lokale bevolking daar nauwelijks wat van.

Lees ook

Onvrede over achterstelling van de regio zorgt al decennia voor geweld in Beloetsjistan

Een man in Quetta treurt om de dood van zijn vader, die dinsdag omkwam bij separatistisch geweld.


‘Grote kans’ op ‘catastrofale’ hongersnood in Noord-Gaza

Er is een ‘grote kans’ dat een ‘catastrofale’ hongersnood uitbreekt in het door een zwaar Israëlisch offensief geteisterde noorden van de Gazastrook. Daarvoor heeft de aan de Verenigde Naties gelieerde internationale waakhond voor voedselzekerheid, de Integrated Food Security Phase Classification (IPC), zaterdag gewaarschuwd in een noodoproep. Dagelijks sterven mensen in Noord-Gaza aan honger.

De situatie is dermate ernstig, stellen de voedselexperts, dat „binnen enkele dagen, niet pas over weken” actie is vereist van „alle actoren die direct betrokken zijn bij het conflict of die invloed hebben op de gang van zaken”. Zowel de beschikbaarheid als de toegang tot voedsel gaan rap achteruit. Volgens data van IPC kwam in oktober minder voedselhulp Gaza binnen dan aan het begin van 2024, toen eveneens voor hongersnood in Noord-Gaza werd gewaarschuwd.

De kans op hongersnood wordt vergroot door geringe gezondheidsfaciliteiten, verwoest door Israëlische aanvallen, en het Israëlische verbod op het toelaten van UNRWA-hulp.

Lees ook

‘Je kunt net zo goed je eigen lijkwade meenemen.’ De levensgevaarlijke vlucht uit Noord-Gaza

Gewonde man tussen puin na een Israëlische aanval op Beit Lahia in Noord-Gaza, 29 oktober. Bij de aanval werden meer dan 55 mensen gedood.

Volgens de VN-waakhond is het „overduidelijk” dat zich in Noord-Gaza een „worstcasescenario” afspeelt. „Hongersnood, ondervoeding en oversterfte door ondervoeding en ziekte nemen snel toe”. De drempels om te spreken van een hongersnood „zijn mogelijk al overschreden of zullen in de nabije toekomst worden overschreden”.

Vorige week waarschuwden ook UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie al voor hongersnood in het noorden van Gaza. Sinds begin oktober is Israël bezig aan een nieuw offensief in de noordelijke Gazastrook, dat volgens mensenrechtenorganisaties neerkomt op verdrijving en etnische zuivering. Israël heeft de regio afgesloten van humanitaire hulp.

Liveblog


‘Grote kans’ op ‘catastrofale’ hongersnood in Noord-Gaza


‘Trump bereidt terugtrekking uit klimaatakkoord Parijs voor’

Het transitieteam van Donald Trump bereidt de terugtrekking uit het klimaatakkoord van Parijs voor, meldt The New York Times in de nacht van vrijdag op zaterdag. De Verenigde Staten traden ondertekenden het verdrag, waarmee de opwarming van de aarde moet worden beperkt, in 2015 onder toenmalig president Barack Obama.

Tijdens zijn eerste periode in het Witte Huis trok Trump de VS ook al terug uit het akkoord, maar huidig president Joe Biden ondertekende op zijn eerste werkdag na zijn inauguratie al gelijk een decreet waarmee de VS zich weer conformeerden aan de doelen van het klimaatakkoord.

Lees ook

Als Trump snel handelt, zullen de VS jarenlang aan de zijlijn staan bij de mondiale klimaatonderhandelingen

Energiecentrale in New York.

Behalve de terugtrekking uit Parijs wil Trump volgens The New York Times ook een einde aan een door de regering van Joe Biden ingestelde pauze bij het toestaan ​​van nieuwe terminals voor de export van aardgas en een ontheffing intrekken die Californië en andere staten toestaat strengere vervuilingsnormen te hanteren.

Trump had al die zaken al beloofd tijdens zijn verkiezingscampagne en „heeft met de resultaten van de verkiezingen van dinsdag het mandaat gekregen om die beloften in te lossen”, zegt woordvoerder Karoline Leavitt van zijn transitieteam tegen persbureau Reuters. „Hij zal gaan leveren.”

Lees ook

Een miljardair en een vechtersbaas bereiden de lancering van ‘Trump-II’ voor

Donald Trump begroet zijn zoon Don (met baard) onlangs op een verkiezingsbijeenkomst in Pittsburgh. Andere familieleden, onder wie schoondochter Lara (links) kijken  toe.

Liveblog
Amerikaanse verkiezingen


‘Iran wilde Trump vermoorden in aanloop naar verkiezingen’


Zijn latinokiezers in Dalton, Georgia, horen heel wat anders als Trump migranten hekelt

Langs de slingerende asfaltweggetjes van Dalton is het aanbod aan kerken even ruim als gevarieerd. Naast enkele katholieke kerken en baptistengemeentes telt de Amerikaanse industriestad ook tientallen jonge evangelische kerkjes. Met zijn bloeiende tapijtindustrie trekt Dalton, op het groene glooiende platteland van zuidelijk Georgia, al decennia Latijns-Amerikaanse immigranten aan. Zij gaan ter kerke in gebedshuizen met Spaanse namen als ‘Wereld van Vriendschap’ en ‘Huis van de Pottenbakker’.

Een bakstenen pinksterkerkje heeft de pakkendste naam: ‘Jezus 24/7’. Op de dag na de presidentsverkiezingen stroomt de parkeerplaats er rond zeven uur vol voor de woensdagavonddienst. De naam Donald Trump zal in anderhalf uur zang, gebed en bijbelstudie niet vallen. Maar een kleine rondgang onder kerkgangers leert dat de Republikein – die zijn verkiezingswinst voor een belangrijk deel dankte aan de flink toegenomen steun van latinokiezers – kan rekenen op breed enthousiasme.

De Mexicaanse-Amerikaan Juan Duarte in de bankjes van zijn evangelische pinksterkerk ‘Jezus 24/7’ in Dalton.
Foto Merijn de Waal

Zo heeft Juan Duarte (31) vol overtuiging op de ex-president gestemd. De in de VS geboren zoon van Mexicaanse immigranten, had daar vele redenen voor, vertelt hij na afloop van de dienst. Maar nog voordat hij over de economie begint, over Trumps belofte van een streng grens- en uitzettingsbeleid, of het feit dat er tijdens zijn eerste termijn wereldwijd minder oorlog was, noemt Duarte zelf het Republikeinse anti-abortusstandpunt.

„Ik begrijp dat vrouwen over hun eigen lichaam willen gaan en dat ze voor abortus zijn”, legt hij uit, gezeten op een kerkbankje met hemelsblauwe stoffering. „Maar ik geloof zelf dat je het kind een kans moet geven. Wie weet wat het in de toekomst kan worden? Geef het op voor adoptie: hier in onze kerk is er altijd wel iemand die het wil.”

Zelf heeft hij drie kinderen met zijn vrouw, anders dan hij in Mexico geboren. Zij is een van circa 800.000 zogenoemde Dreamers – migranten die minderjarig en zonder de juiste papieren binnenkwamen, maar onder de regering-Obama een gedoogstatus kregen om legaal een leven op te bouwen. Trump poogde deze DACA-regeling in zijn eerste termijn meermaals te beëindigen; rechters blokkeerden dat.

Schoonmoeder

Duartes vrouw is bezig staatsburgerschap te verwerven. Hij beseft dat een nieuwe termijn voor Trump dat lastiger kan maken. Zoals het ook moeilijker kan worden zijn schoonmoeder naar de VS te halen, die haar dochter al vijftien jaar niet heeft gezien. Haar kleinkinderen „kent ze alleen van videobellen, toch niet hetzelfde”.

Toch loopt Duarte warm voor Trumps immigratiebeleid. „Ik vind op zich dat iedereen het recht heeft hier te komen, maar doe het op de correcte manier.” Mensen die al in de VS zijn, zegt hij, „die geen misdaden begaan of geweld plegen of zich met drugs inlaten, die zouden misschien makkelijker staatsburger moeten kunnen worden. Maar de wet is er niet voor niks.”

Dit is wat veel latino’s hoorden, als Trump in zijn van racisme doorspekte campagne sprak over ‘massadeportaties’. „Zij die al papieren hebben en hier al langer wonen, zijn denk ik allemaal voor Trump”, zegt pastor Arturo Soto over zijn congregatie. „Want het verging hen economisch beter onder Trump. Ook al geloven we niet dat hij zelf helemaal christelijk is, hij verdedigt onze waarden het best. Hij is tegen woke, tegen globalisme. Hij is een nationalist, zoals veel latino’s dat ook zijn.”

De helft van zijn gelovigen heeft geen papieren, schat hij. „Ze zijn niet bang, want ze weten – en dat leg ik ze ook uit – dat een politicus zegt wat de mensen willen horen. En de Amerikaan wil horen dat hij veel hispanics gaat deporteren. Maar in werkelijkheid gaat hij dat niet doen. Alle hispanics weten dat hij het over de criminelen heeft. Onze mensen weten dat Trump zélf veel personeel heeft dat latino is.”

In de Mexicaanse bakkerij La Esperanza (de Hoop) is donderdagochtend lang niet iedereen er gerust op dat Trumps gedreig slechts verkiezingsretoriek was. Magaly Pérez is „triest”, zegt de Guatemalteekse, die al 36 jaar in de VS woont maar pas zes jaar terug een verblijfsstatus kreeg. Die verder uitbouwen naar staatsburgerschap gaat nu lastiger worden.

Magaly Pérez kwam 36 jaar geleden uit Guatemala naar de VS. Ze verwierf zes jaar terug pas verblijfspapieren. Ze is bevreesd dat ze na Trumps winst minder makkelijk het staatsburgerschap kan krijgen.
Foto Dustin Chambers

Miriam Serrano (53) vluchtte in 1991 uit Guatemala voor de burgeroorlog, maar wist nooit een verblijfsstatus te regelen. „Kort na onze komst werden er vredesakkoorden getekend en hadden we nergens meer recht op.” Ze bleef toch, en woont en werkt al ruim dertig jaar in de VS. „Al die jaren heb ik belasting betaald, maar ik krijg er niks voor terug. Geen sociale zekerheid, geen zorg.” Altijd als ze de naar de bakker gaat, zegt ze, koopt ze een extra broodje. „Voor de witte zwervers die hier op de stoep zitten.” Ze is „bang” sinds Trumps zege, maar één ding geeft haar hoop: „Nu zo veel hispanics Trump hebben gestemd, zal hij ons misschien ontzien?”

Jacqueline Martínez (21), dochter van Mexicaanse immigranten, is geboren in de VS en kreeg zo automatisch de Amerikaanse nationaliteit. De uitzettingen zullen zo’n vaart niet lopen, denkt ze: „We zijn de ruggengraat van de economie. Het land kan helemaal niet zonder ons.”

Veel bezorgder is ze over ‘Project 2025’, een radicaal-rechts beleidsplan dat de trumpistische denktank vorig jaar presenteerde. Trump nam er afstand van toen Democraten er aandacht op vestigden. Nu hij weer president wordt, zal hij het alsnog uitvoeren, vreest ze. „Ze kunnen anticonceptie en zelfs ivf-behandelingen willen gaan verbieden. Het is echt een pijnlijk moment voor jonge vrouwen.”

De van oorsprong Panamese migrante Dior Faust (54) was juist „uitgelaten” voor het eerst Trump te kunnen stemmen. Ze zag al jaren angstig aan „hoe veel bendeleden uit Zuid-Amerika de grens overstaken. Het was totaal ongecontroleerd”, zegt ze. „Met Trump gaat de Amerikaanse Droom weer leven. Daar kwam ik voor.”

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Dior Faust is van oorsprong Panamese en was verheugd dat ze dit jaar voor het eerst Trump kon stemmen.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Dior Faust is van oorsprong Panamese en was verheugd dat ze dit jaar voor het eerst Trump kon stemmen.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/09110556/data124181921-57e447.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-10.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-8.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-9.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-10.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/zijn-latinokiezers-in-dalton-georgia-horen-heel-wat-anders-als-trump-migranten-hekelt-11.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/H6PxLUNnSieozqP41xsEdityB48=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/09110556/data124181921-57e447.jpg 1920w”>

Dior Faust is van oorsprong Panamese en was verheugd dat ze dit jaar voor het eerst Trump kon stemmen.

Foto’s: Dustin Chambers

Chaos aan de zuidgrens

Na de coronapandemie werd de zuidgrens met Mexico in de loop van 2023 een chaos. Het al decennia overbelaste asielsysteem raakte verder verstopt: veel migranten mochten bij familie in de VS blijven in afwachting van hun procedure, die jaren kan duren. Pas sinds president Biden in juni een asielstop decreteerde, stopte dit.

Het maakte dat Trumps retoriek over een „open grens” breed aansloeg. Hij betoogde in de campagne dat er onder Biden tussen de 20 en 25 miljoen illegalen het landen binnenkwamen – een grote overdrijving van het werkelijke aantal. Ook beschuldigde hij anti-Amerikaanse regeringen als de Venezolaanse ervan de gevangenispoorten open te zetten om de VS te overspoelen. Meerdere stadjes zouden zijn veranderd in „oorlogsgebieden”. De nieuwkomers „vergiftigen het bloed van de natie” en hij zou ze in „niet eerder vertoonde aantallen” gaan uitzetten.

Dat Trump dit jaar hiermee ook de latino-stem verder aanboorde, was geen verrassing voor Eddie Caldwell, voorzitter van de lokale Republikeinse Partij-afdeling van Dalton. Zijn familie woont al generaties in Dalton en de witte Caldwell spreekt zelf alleen campingspaans („I speak un poco español”) maar voerde veel gesprekken met latino-kiezers. „Zij hebben geen probleem met de aantallen migranten, maar met de illegale immigratie. Als jij zelf tien jaar in de rij hebt moeten staan, het hele proces hebt moeten doorlopen – de taal leren, de Amerikaanse geschiedenis – en je ziet dan mensen binnenkomen die dat allemaal niet hoeven maar wel de overheidssteun krijgen die jij niet kreeg…”

Ook Caldwell werd rijk in de tapijten: hij is eind vijftig al met pensioen en komt bij de afspraak aanrijden in een knalrood BMW-sportmodel. Latijns-Amerikaanse migranten vormen inmiddels de helft van de bevolking in zijn stad. „Ze komen naar deze streek, omdat er altijd werk is.”

Eddie Caldwell is in Dalton de lokale voorzitter van de Republikeinse Partij. Hij was totaal niet verbaasd over Trumps goede electorale resultaat onder latino’s dit jaar.
Foto Dustin Chambers

Getufte bedsprei

Eind 19de eeuw – Dalton was niet meer dan stipje op de kaart – gaf een vijftienjarig meisje genaamd Catherine Evans Whitener haar broer voor zijn huwelijk een getufte bedsprei cadeau. Iedereen vond deze zo mooi, dat ze er al snel meer ging maken. Het hele dorp sloeg aan het tuften, een techniek waarbij lusjes garen of wol door een doek worden getrokken. Dit trok duizenden nieuwkomers aan en het plaatsje groeide vorige eeuw onstuimig.

Het maken van bedspreien ging over in het machinaal weven van tapijten, al dan niet hoogpolig. Inmiddels noemt Dalton zich trots de Carpet Capital of the World: een groot deel van de wereldproductie komt uit deze hoek van Georgia. Voordat de techindustrie in Silicon Valley explodeerde, had Dalton de meeste miljonairs per vierkante kilometer van de hele VS.

De ogen van partijman Caldwell beginnen te glimmen als hij vertelt over een ander curieus lokaal wapenfeit. Dalton werd in de jaren tachtig en negentig de echtscheidingshoofdstad van de VS, toen veel nieuwe rijken hun vrouwen inwisselden voor een fotomodel of schoonheidskoningin. „Al die miljonairs dat trok natuurlijk bepaalde vrouwen aan”, zegt hij. Ook zakenman Donald Trump leerde Dalton op die manier kennen: in 1990 dumpte hij zijn eerste vrouw Ivana voor zijn maîtresse Marla Maples, een voormalige Miss Resaca Beach die in Dalton was opgegroeid.

Trump sleepte in Dalton niet alleen zijn tweede vrouw, maar ook zijn tweede termijn binnen, wijst de voorlopige uitslag op countyniveau uit. De Republikeinen kregen er bijna 4 procentpunt bij vergeleken met vier jaar geleden.

Dalton prijst zichzelf aan als ‘Carpet Capital of the World’

Foto’s: Dustin Chambers

Latinomannen kregen dit jaar uit feministische hoek de kritiek dat ze niet op Kamala Harris wilden stemmen omdat ze een vrouw is. Gedetailleerde uitslagenkaarten van 2020 en 2016 lijken dat te weerspreken. In 2016 was Trumps tegenstander ook een vrouw (Hillary Clinton), waarna hij in 2020 werd uitgedaagd door een man (Joe Biden). Toch vergrootte Trump ook toen zijn electoraat in oostelijk Dalton – in de volksmond ‘Little Mexico’ geheten, tegen de landelijke en lokale trend in.

De latino’s van Dalton lopen dus al langer over naar Trump, of weg van de Democraten. Die partij rekende er juist op dat deze groep, in meerdere staten de grootste minderheid, nog decennia een trouw kiezersblok zou blijven. Maar volgens de Venezolaanse fiscalist Zeucis Martínez is dat een misvatting, legt hij uit in zijn belastingkantoortje Tax USA. Hij was zelf een Democraat en stemde in 2008 nog op Obama, totdat die begon te onderhandelen met Cuba, een bondgenoot van het Venezolaanse regime. „Je onderhandelt niet met terroristen”, stelt hij fel.

Als Trump praat over het vervolgen en opsluiten van politieke rivalen of de aanklagers die zaken tegen hem openden, hoort Martínez geen echo van Nicolás Maduro, de autocraat die in zijn geboorteland duizenden politieke gevangenen maakte. Hij hoort een krachtig leider die zich niet laat tegenwerken. „Als mensen je proberen te slopen en naar beneden te halen, op een niet eerlijke wijze, dan zou ik ze ook in de gevangenis gooien.”

Niet alleen latino’s die vluchtten uit linkse dictaturen als Cuba of Venezuela zullen in de VS gaan opschuiven naar rechts, voorspelt hij. „Zodra latino’s hier een paar jaar zijn, beginnen ze te begrijpen hoe het politieke systeem echt werkt.”


De Israëlische minister komt naar Nederland, wie is het eerst op Schiphol?

Het tempo in politiek Den Haag ligt de afgelopen maanden sowieso hoog, maar vrijdagmiddag ontaardden de politieke spanningen letterlijk in een race. Daarin nam PVV-leider Geert Wilders het op tegen zijn eigen kabinet. De prijs: diplomatiek aanzien, Haags overwicht en een fotomoment.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar kondigde vrijdagochtend aan dat hij naar Nederland zou komen, in reactie op het geweld met Israëlische voetbalsupporters in Amsterdam donderdagavond en -nacht.

Premier Dick Schoof was in Boedapest voor een informele EU-top, en zijn logische vervanger minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) was op werkbezoek in Singapore. PVV-leider Geert Wilders zag zijn kans schoon: anderhalf uur voordat Saar zou aankomen, meldde Wilders via persbureau ANP dat híj onderweg was naar Schiphol om de Israëlische minister op te halen, en zich daarmee te positioneren als staatsman. De aankondiging was het startschot voor de race.

Het is hoogst ongebruikelijk dat een Tweede Kamerlid een buitenlandse minister ontvangt. Gezien de spanningen in de coalitie en de precaire positie van de partijloze premier, was de aankondiging van Wilders een brutale greep naar de macht.

Maar uiteindelijk was het niet de PVV-leider die met Saar op de foto stond. VVD-minister David van Weel (VVD) kwam nipt als eerste over de finish: hij plaatste om 16.54 uur een foto met Saar bij een beveiligde aankomsthal van Schiphol. En Wilders plaatste zíjn foto met Saar ruim een half uur later, om 17.35 uur.

Hoe verzandde het kabinet in deze wedloop met Wilders?

Palestijnse vlaggen

In de nacht van donderdag op vrijdag vond in Amsterdam een reeks geweldsincidenten plaats. Supporters van de Israëlische club Maccabi Tel Aviv waren afgereisd naar Amsterdam voor een duel tegen Ajax. In de binnenstad haalden zij onder meer Palestijnse vlaggen van gebouwen en scandeerden zij anti-Palestijnse leuzen. ’s Nachts raakten zij slaags met pro-Palestijnse groepen. Mensen op straat werden gevraagd of ze Joods zijn en geslagen.

Diep in de nacht van donderdag op vrijdag werd premier Schoof, zelf aanwezig in Boedapest, digitaal op de hoogte gebracht van de situatie door zijn veiligheidskopstukken: de minister van Justitie Van Weel en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTV) Pieter-Jaap Aalbersberg. Schoof belde daarna met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die evacuatievluchten naar Nederland wilde sturen. Schoof beloofde aan de evacuaties mee te werken.

Maar terwijl de premier het Nederlandse veiligheidsapparaat in stelling bracht en de diplomatieke kanalen opende, begon Wilders zich te roeren op X. Om 6.00 uur ’s ochtends schreef hij in een bericht in het Engels dat in Amsterdam een „pogrom” had plaatsgevonden: „We zijn het Gaza van Europa. Moslims met Palestijnse vlaggen jagen op joden.”

Wilders zegt dat de autoriteiten „verantwoordelijk zullen worden gehouden voor hun falen in het veilig houden van Israëlische burgers”. Het was het openingssalvo van een politieke aanval op zijn eigen kabinet en coalitie die de rest van de ochtend en middag aanhield.

Eerst richtte de PVV-leider zich op Schoof. Die beschreef het geweld in Amsterdam om 7.00 uur ’s ochtends op X als een reeks „volstrekt onacceptabele antisemitische aanvallen op Israëliërs”.

Wilders stookte het vuur verder op. Op X kondigde hij aan een spoeddebat te willen met premier Schoof. Wilders was niet tevreden over diens reactie: „Het veroordelen van de jodenjacht in Amsterdam is niet genoeg. De daders moeten het land uit.” Wilders schreef ook dat „de groeiende jodenhaat” komt door „islamisering”.

Met die uitspraak brak Wilders zijn belofte van na de verkiezingen van november vorig jaar. Toen had hij aangekondigd om zijn anti-islamstandpunten „tijdelijk in de ijskast” te zetten om zichzelf salonfähig te maken als mogelijke coalitiepartner.

Israëlische minister

Ook in Israël werd de kwestie steeds hoger opgespeeld. Premier Netanyahu had ’s ochtends al laten weten dat hij „het huiveringwekkende incident met de grootste zorg aanzag”. Ook in de Israëlische media werd er uitvoerig over bericht, waarbij sommigen vergelijkingen trokken met de Reichskristallnacht in Hitlers Duitsland.

De Israëlische krant Times of Israël meldde dat de deze week aangetreden Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Saar en de voorzitter van de Knesset op weg waren naar Schiphol. Schoof was intussen nog in Boedapest en gaf aan niet van plan te zijn om versneld terug te keren naar Nederland.

Even later richtte Wilders zich op minister van Justitie van Weel. De minister noemde degenen die slaags raakten met de Israëlische supporters op X „barbaren op scooters [die] door onze hoofdstad op jacht [waren] naar Israëli’s en Joden”. Van Weel zei dat hij hen wilde laten „opsporen en straffen”.

Daarmee ging hij zijn boekje te buiten, want het Openbaar Ministerie gaat over vervolging, niet het kabinet. Maar Wilders maande Van Weel tot méér actie. Op X schreef hij: „Waarom stuur je dit tuig niet het land uit? Waar blijven de voorstellen om criminele moslims te kunnen denaturaliseren?”

Weer een antimoslimuitspraak, en daarmee een verdere schending van de ijskastbelofte. Bovendien zijn de voorstellen lijnrecht in strijd met de rechtsstaat en juridisch onmogelijk. En Wilders vervolgde: „Waarom is er geen extra ministerraad vandaag? Waar is de urgentie?”

Wilders deelde daarna een tweet van een Amerikaans-Israëlische journalist waarin zij meldt dat de Israëlische overheid van tevoren „duidelijke indicaties van georganiseerd geweld” tegen de Maccabi-supporters had gedeeld met Nederland. Het zou gaan om „concrete informatie”. Wilders schreef op X: „Is dit waar. Ik hoop het niet want dan hebben we een probleem.” Geadresseerd waren de premier en de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, Judith Uitermark (NSC).

VVD-leider Yesilgöz, die eerder het geweld in Amsterdam in felle termen had afgekeurd, keerde zich tegen Wilders in een radio-interview met Sven Kockelmann. „Ik heb niets meer aan slogans en oneliners.” Ook zei ze dat Wilders, die eerder opriep om een ministerraad bij elkaar te laten komen, zich niet met de agenda van het kabinet moet bemoeien.

Toen Kockelmann aan haar vroeg wat ze vindt van het voorstel van Wilders om Halsema te laten aftreden, zuchtte ze. Ze heeft geen zin om „random quotes” van Wilders te bespreken. De PVV-leider bijt terug: „De VVD heeft tien jaar geregeerd en tien jaar weggekeken. Over de islam als bron van antisemitisme mochten we het niet hebben en criminelen het land uit knikkeren durfden ze niet. En nu hebben we een jodenjacht in Amsterdam. En mij nu de les lezen wat een lef van Yesilgoz.”

Provocatie

En dan, na een ochtend van oplopende spanningen en beledigingen, klinkt het startschot: Wilders kondigt aan dat hij Saar zal ophalen.

Deze laatste provocatie lijkt ook premier Schoof te ver te zijn gegaan. Hij verlaat haastig de Europese bijeenkomst in Boedapest, een paar minuten voordat die sowieso zou aflopen, en vertrok naar huis. Maar dan is het al te laat: een vlucht van Boedapest naar Amsterdam duurt ruim twee uur, waardoor Schoof niet meer op tijd op Schiphol kan zijn om Wilders de pas af te snijden en zelf de Israëlische delegatie te ontvangen. Minister van Justitie Van Weel is wél op tijd, en vangt Saar op. En Wilders wordt tweede.

Misschien is Wilders simpelweg te laat gekomen. Voor Schiphol stonden lange files. Of wellicht heeft Schoof Wilders verboden om Saar te ontvangen, of met opstappen gedreigd. Misschien heeft Wilders zelf besloten dat het onverstandig zou zijn om het gezag van zijn eigen kabinet zo onderuit te halen.

Hoe dan ook: dat de PVV-leider zich überhaupt opwierp om als regeringsleider en staatsman een buitenlandse minister te ontvangen, toont dat hij bereid is om het toch al wankele gezag van Schoof onderuit te halen. En dat premier Schoof, die te laat uit Boedapest vertrok, daar niet altijd op bedacht is.


Draghi en Trump: dwingen twee zeventigers Europa om zich opnieuw uit te vinden?

Het was een week waarin Europa probeerde zichzelf te verjongen en opnieuw uit te vinden, met een handje hulp van twee oude mannen. De één: een 77-jarige sfinx-achtige Italiaan, een door de wol geverfde technocraat met aanzien in Rome en Brussel. De ander: een 78-jarige bombastische Amerikaan met zes faillissementen en een veroordeling op zijn naam en een vers politiek mandaat voor de komende vier jaar. Hun namen: Mario Draghi en Donald Trump.

Draghi is op een missie om de Europese economie uit het slop te trekken. De Italiaanse oud-premier en oud-president van de Europese Centrale Bank publiceerde zijn bevindingen in september in een vuistdik rapport vol aanbevelingen, bedoeld om de economische groei, de innovatie en de productiviteit van het continent op te schroeven. Vrijdag poogde hij de verzamelde regeringsleiders van de Europese Unie in Boedapest te enthousiasmeren om er werk van te maken.

De boodschap van Draghi – de Europese landen moeten offers brengen en veel meer samenwerken om te voorkomen dat ze weggeblazen worden op het wereldtoneel – kreeg extra relevantie door die andere zeventiger. Trumps verkiezingszege wierp een schaduw over de top. „Het gevoel van urgentie is vandaag groter dan een week geleden”, stelde Draghi zelf gedecideerd vast bij aanvang van de top.

Thermische schok

Voor de EU-landen is Trump de thermische schok die de bestaande scheurtjes in het economische model blootlegt en verder kan vergroten. Alom heerst in de hoofdsteden en Brussel de verwachting dat Europa zich schrap moet zetten voor diens tweede presidentschap, dat veel grotere gevolgen kan hebben voor de transatlantische relatie dan diens eerste termijn in het Witte Huis.

Met goedkopere energie, lagere belastingen, minder milieuregels en de invoering van importheffingen voor alle goederen die vanuit Europa naar de VS komen, wil Trump het Amerikaanse bedrijfsleven op radicale wijze stutten. Hij draait er niet omheen wie de prijs voor die Amerikaanse heropleving moet betalen. „We gaan de banen van andere landen hierheen halen, we gaan hun fabrieken hierheen halen”, beloofde Trump in september in een speech in de staat Georgia. „Ik wil dat Duitse autobedrijven Amerikaanse autobedrijven worden.”

Het gevoel van urgentie is vandaag groter dan een week geleden

Mario Draghi
auteur rapport voor EU

Zo strooit Trump zout in de toch al forse wonden van Europa. Duitsland, met afstand de grootste economie, groeit al twee jaar nauwelijks en kampt met grote problemen in de industrie. De meeste andere EU-landen laten amper betere cijfers zien. In de bloeiende techsector brengt Europa bijna geen bedrijven voort die op wereldschaal kunnen wedijveren met Amerikaanse en Chinese giganten.

Als de landen willen voorkomen dat ze verder afdrijven, zo luidt de diagnose van Draghi, dan moeten ze snel in actie komen. Allereerst is de interne markt nog veel te versplinterd: nationale verschillen in regels en barrières tussen de markten van de verschillende lidstaten maken het moeilijk voor bedrijven om in andere landen uit te breiden en om extra financiering te vinden om te groeien. Een van de gevoelige suggesties van Draghi is minder blokkades voor fusies tussen grote bedrijven op te werpen, om zo meer continentale kampioenen te creëren.

Daarnaast moeten veel Europese overheden hun economische strategie drastisch herzien. Het geloof in gematigde lonen als recept om de economie concurrerend te houden – het Duitse succesmodel van de afgelopen twee decennia – is volgens Draghi gedateerd. De toekomst zit in zijn analyse veel eerder in hoogwaardige en innovatieve sectoren met goedbetaalde banen. Dat vereist meer overheidsgeld voor onderzoek, subsidies voor de chipindustrie en minder regels voor techbedrijven.

Ook het klimaatbeleid moet onder de loep genomen worden, vindt Draghi. Schone groei is belangrijk, maar de Europese klimaatplannen uit de Green Deal moeten niet tot een verlies van banen en groei leiden. Iets vergelijkbaars geldt voor de energiemarkt: de overstap van fossiele naar schone energiebronnen moet niet tot hoge prijzen leiden.

Geld is struikelblok

In Boedapest lukte het de regeringsleiders maar deels om Draghi’s aanbevelingen over te nemen. Het resultaat is de zogenaamde ‘Boedapest-verklaring’, een lijstje van veelal vage voornemens om Europa weer concurrerend te maken zonder veel concrete doelen of jaartallen te noemen. Er moet een kapitaalmarktunie komen, zoals Draghi voorstelt, maar onduidelijk blijft wanneer die er zal zijn.

De interne markt moet beter gaan functioneren en Europa moet zijn industrie niet verliezen – maar onduidelijk blijft welke concessies de landen daarvoor doen. In de onderhandelingen voorafgaand aan de top sneuvelden steeds meer passages vanwege onenigheid. Het meest concrete doel dat is overgebleven is het voornemen van alle landen om uiterlijk in 2030 minstens 3 procent van het bbp aan onderzoek en innovatie gaan uitgeven. Alleen: dat streven is niet nieuw, het is al jaren oud.

Het grootste struikelblok blijft geld. Volgens Draghi zal de EU jaarlijks op zoek moeten naar 750 tot 800 miljard euro aan extra investeringen om weer mee te doen op het wereldtoneel. Dat is anderhalf keer zoveel als de Nederlandse begroting en even veel als de EU-landen in het hele coronaherstelfonds staken, uitgesmeerd over meerdere jaren. Een groot deel van die pot geld kan uit het bedrijfsleven komen, vindt Draghi, maar ook overheden moeten hun bijdrage leveren.

Wie moet dat betalen? Nederland en Duitsland – al heeft dat laatste land over enkele maanden een nieuwe regering – hebben zich al gekeerd tegen het aangaan van gezamenlijke schulden en voelen ook weinig voor een grotere afdracht aan de EU-begroting of een belasting die de EU kan heffen om eigen inkomsten te hebben. In hun ogen laat Draghi zijn oren veel te veel hangen naar Italië.

In Boedapest zag ‘Super Mario’, zoals zijn bijnaam luidt, de bui al bij voorbaat hangen. Draghi noemde het inzetten van overheidsgeld „onmisbaar” maar voegde direct toe dat het „niet bovenaan de agenda” zou staan. Hij weet dat Europese leiders vaak pas in crisistijd tot baanbrekende beslissingen komen.

Niet voor niets zag hij voor de haalbaarheid van zijn plannen wel een lichtpuntje in de Amerikaanse verkiezingsuitslag: „Er is geen twijfel dat de verkiezing van Trump een groot verschil maakt in de banden tussen de VS en Europa. Maar niet noodzakelijkerwijs alleen op een negatieve manier.”


Hoe kon het voor de Democraten zo misgaan? Harris gokte op het midden – maar Amerikanen snakken vooral naar verandering.

Tijdens de campagne van 1992 schreef de Democratische strateeg James Carville een zin op een whiteboard die zijn partijgenoten in hun oren moesten knopen: it’s the economy, stupid. Als de Democraten hun zoektocht beginnen naar een verklaring voor hun nederlaag bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen deze week, dan kunnen ze terugvallen op datzelfde mantra.

Want hoewel verkiezingsuitslagen zelden één verklaring hebben, is zeker dat de economie de belangrijkste reden is voor de terugkeer van Donald Trump naar het Witte Huis. Dat was hét thema waarover kiezers de grootste zorgen hadden, bleek voor en na de verkiezingen uit peilingen, en het was hét thema waarop zij verandering wilden – meer dan immigratie, meer dan abortus, meer dan zorgen over de democratie.

Democraten wezen op de goede economische statistieken waarmee Joe Biden het Witte Huis zal verlaten. Op de economische groei. Op dalende inflatie. Op de honderdduizenden banen die er zijn gecreëerd. Maar zulke optimistische doch abstracte cijfers resoneren slecht bij kiezers die in twee jaar tijd hun boodschappen en huur bijna een kwart duurder zagen worden en wier reële inkomens nog niet op het niveau zijn van voor de coronapandemie. Huisuitzettingen namen de afgelopen jaren bovendien toe, en er was een recordstijging in kinderarmoede.

De kracht van inflatie is groot: bij elke verkiezing dit jaar in Westerse democratieën verloren zittende regeringspartijen de macht, analyseerde FT. Maar ook bredere electorale en ideologische verschuivingen in de Amerikaanse politiek lijken een rol gespeeld te hebben. Trump won, schreef het progressieve tijdschrift The Nation, omdat de Democraten gericht zijn op „restauratie van het ancien regime in een land dat drastisch vraagt om verandering.”

Kind van de jaren negentig

Nadat Hillary Clinton in 2016 verloor van Trump concludeerde Jake Sullivan dat de Democraten moesten veranderen. Hij, destijds adviseur van Clinton en de laatste jaren de belangrijkste buitenlandadviseur van Biden, was ook een „kind van de jaren tachtig en negentig geweest” – van het neoliberale tijdperk. Maar die tijd was voorbij, zag Sullivan. Amerikanen wilden een veel actievere rol van de overheid. Na de Grote Recessie waren mensen de „zwaktes van onze publieke en private instituties gaan zien die bijdroegen aan de financiële crisis, en aan de decennia van toenemende ongelijkheid en stagneerde inkomens die eraan voorafgingen”. De Democraten, schreef hij, moesten in de geest van Roosevelt en Lyndon B. Johnson, „gedurfde” voorstellen gaan doen die het nieuwe verlangen naar democratische greep op de economie zouden mobiliseren.

Harris trad vaker op met een miljardair dan met een vakbondsleider

Biden ging daarin mee. Hij profileerde zich vier jaar geleden als een economisch populist, met in zijn campagne een grote nadruk op bijvoorbeeld een stijging van het minimumloon en een groter sociaal vangnet. De partij heroverde in 2020 mijn- en industrie-districten die in 2016 naar Trump waren gegaan en won onder alle inkomensgroepen, behalve die boven de 100.000 dollar. In zijn campagne en regering werkten economen met ambitieuze plannen om de macht van grote bedrijven in te perken. Die agenda was in 2020 electoraal succesvol, maar heeft vooralsnog niet tot voldoende materiële verandering geleid, deels door de mondiale inflatie.

Harris bewoog terug naar het midden. Ze begon haar campagne nog wel met kritiek op het grootbedrijf, maar zwakte die daarna af, volgens The Atlantic tot frustratie van Bidens adviseurs en mede onder druk van haar zwager, de hoofdjurist van techbedrijf Uber.

Harris stond vaker met miljardair Mark Cuban op een podium dan met de bekende vakbondsleider Shawn Fain, turfde The New York Times al voor de verkiezingen. Populaire plannen van Biden, bijvoorbeeld over het minimumloon, bracht ze in haar campagne amper naar voren, of wees ze zelfs af.

Gematigde kiezers

Daar lagen bredere overwegingen onder, in de geest van iets wat Chuck Schumer, voorman in de Senaat, in 2016 zei. Voor elke rurale of arme kiezer die de Democraten bijvoorbeeld „in het westen van Pennsylvania” aan Trump verloren zou de partij in voorsteden van Philadelphia twee gematigde kiezers terugwinnen. „En je kan dat herhalen in Ohio, Illinois en Wisconsin.”

Trump zag kans alle tien de armste streken te winnen

Die strategie mislukte in 2016, toen de Democraten staten verloren die decennialang trouw ‘blauw’ hadden gestemd, en mislukte deze week opnieuw. Tijdens de campagne hoopte Harris gematigde Republikeinen aan te trekken voor wie Trump te radicaal is. Ze schoof ex-Republikein Liz Cheney naar voren, de dochter van de impopulaire ex-vicepresident Dick, en beloofde om een gematigde Republikein op te nemen in haar kabinet. Alleen: die gematigde en ontevreden Republikeinen lijken er amper nog te zijn. Exit polls tonen dat geregistreerde Republikeinen exact even trouw op Trump stemden als vier jaar geleden. En Republikeinen die het recht op abortus wilden beschermen, hadden daarvoor in tien staten Harris niet nodig: ze konden er in referenda vóór stemmen – en deden dat ook.

De Democraten gokten op de steun van een politiek midden dat steeds leger is geworden; op de terugkeer naar een normaliteit die steeds minder Amerikanen blijken te missen. Naar een politiek die wel iets weg heeft van die van de onder Democraten populaire tv-serie West Wing, uit begin deze eeuw: twee partijen die het in grote lijnen eens zijn maar die over technische verschillen op een redelijke manier met elkaar overleggen (en waarin na zeven seizoenen niets wezenlijk veranderd is).

Die gok heeft het electorale landschap nu ingrijpend veranderd. In 2012 waren Republikeinse kiezers nog overwegend hoogopgeleid en goed verdienend, terwijl die van Democraten de overwegend lager geschoold en armer waren. Maar twaalf jaar later zijn de verhoudingen exact andersom. Trump mobiliseerde een kleurrijke en brede kiezerscoalitie, vermoedelijk de meest multiculturele Republikeinse achterban ooit. Wat inkomens en opleidingsniveau betreft lijkt zijn achterban, meer dan die van Harris, op die waarmee Barack Obama in 2008 won.

Het aantrekken van welvarende kiezers in ‘suburbs’ compenseerde bovendien onvoldoende de armere kiezers die de partij de rug toekeerden. De Democraten wonnen acht van de tien rijkste counties met overweldigende meerderheden, Trump won álle tien de armste streken. Ze wonnen onder kiezers met inkomens boven de honderdduizend dollar, maar verloren kiezers die daaronder zitten. Vier jaar geleden was het nog omgekeerd. En Harris won weliswaar iets meer arme zwarte kiezers dan Biden, blijkt uit exit polls, maar onder arme latino-kiezers gebeurde het tegenovergestelde: in 2020 stemden zij nog met twee derde meerderheid voor Biden, nu kozen ze in meerderheid voor Trump. En Harris won minder stemmen van vrouwen met lage inkomens dan Biden.

Bij deze verkiezingen waarin kiezers verandering wilden, bleek Harris bovendien onvoldoende in staat duidelijk te maken wat zíj wilde veranderen. Toen ze ernaar gevraagd werd tijdens een interview met talkshowhost Stephen Colbert kwam ze niet verder dan dat ze „overduidelijk” niet Joe Biden was, „maar ook geen Donald Trump”. In een ander interview zei ze, na even nadenken, dat er „niets in me opkomt” wat ze anders zou doen dan Biden. Nog diezelfde middag verstuurde de Trump-campagne het clipje naar de smartphones van tien miljoen stemmers. Driekwart van de kiezers zag hém als ‘change candidate’.

Ambigu

De verkiezingen toonden daarmee ook hoe sterk de scheidslijn tussen populisme en de politiek-economische orde die de VS pakweg vanaf Reagan tot 2016 domineerde is geworden. Die tegenstelling overstijgt partijkleur. Trumps eigen positie is weliswaar ambigu: in 2016 voerde hij campagne als de ‘kampioen’ van werkende mensen, die onder meer banken strenger zou gaan reguleren; als president liet hij veel van die beloftes binnen een jaar los, en verlaagde hij belastingen voor grote bedrijven en de hoogste inkomens.

Maar invloedrijke trumpisten, zoals aanstaande vicepresident JD Vance en senator Josh Hawley, keren zich onder meer tegen de macht van bedrijven en willen een hoger minimumloon. In de podcast van Joe Rogan had Vance het over bedrijven die hun „winsten privatiseren” maar schade aan de samenleving laten. Hawley zei eerder dit jaar dat in het conflict tussen „arbeid en kapitaal” de Republikeinen de kant moesten kiezen van „de werkende man”.

Republikeinen die abortus wilden beschermen hadden Harris niet nodig

Meerdere Democraten lukte het deze week om met vergelijkbare standpunten zetels te winnen in districten die óók voor Trump stemden, waaronder in het deel van Pennsylvania dat Schumer in 2016 opgaf. En het dieprode Missouri stemde in een referendum voor een hoger minimumloon en betaald ziekteverlof. Het zijn resultaten die de gematigde Times-columnist David Brooks ertoe brachten om, tot zijn eigen verbazing, te pleiten voor een „Bernie Sanders-achtige ontwrichting” van de Democratische partij.

Maar andere invloedrijke Democraten betogen juist dat de partij te ver naar links is opgeschoven en verder naar het midden moet. Zij kunnen bijvoorbeeld wijzen op het verlies van de linkse senator Sherrod Brown in Ohio. „De enige manier om rechts-populisme te verslaan”, zei strateeg Michael Bennett, „is door het midden.”

Radiotoespraken

Welke oude zekerheden werken nog? Tijdens een van de vele radiotoespraken waarmee Franklin D. Roosevelt Amerikanen door de jaren dertig probeerde te slepen, sprak hij in 1938 over het gestage verval van democratie. Mensen waren „moe” van de werkloosheid en onzekerheid, van het zien van hun hongerige kinderen. In zijn ‘fireside chat’ zei Roosevelt dat mensen „uit wanhoop besloten om dan maar vrijheid op te offeren voor iets te eten”.

Tientallen miljoenen Amerikanen besloten deze week de leugens over migranten die honden en katten zouden eten te negeren, beoordeelden de 34 misdrijven waaraan Donald Trump schuldig is bevonden als irrelevant, en schoven zijn pogingen de verkiezingsuitslag van 2020 omver te werpen terzijde, omdat ze iets anders belangrijker vonden: een omwenteling in hun economische fortuin.


Situatie rond staatssecretaris Chris Jansen (PVV) op ministerie Infrastructuur & Waterstaat escaleert

De ambtelijke onrust op het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat over de opstelling en uitspraken van staatssecretaris Chris Jansen (PVV) – zoals het publiekelijk verdedigen van Geert Wilders’ ‘minder Marokkanen’-uitspraak – zwelt aan. Een groep van 175 ambtenaren stuurde Jansen vrijdagmiddag een brandbrief.

Verder hebben zeker twee ambtelijke adviseurs van Jansen zich vanwege zijn omstreden uitspraken recentelijk ziek gemeld. De ondernemingsraad van het ministerie schrijft in de meest recente nieuwsbrief „signalen te ontvangen, uit verschillende hoeken, over het gevoel van een onveilig werkklimaat en een onveilige sfeer”. Dat alles blijkt uit onderzoek van NRC.

In het tv-programma Goedemorgen Nederland zei Jansen op 24 september nog altijd achter Wilders’ uitspraak uit 2014 te staan, toen de PVV-leider zei „minder Marokkanen” in Nederland te gaan regelen. Jansen bij WNL: „Absoluut.” Wilders werd voor de uitspraak veroordeeld tot aan de Hoge Raad. „Ik mag als persoon denken wat ik wil”, zei Jansen in het ochtendprogramma. „Dat staat mijn functioneren als staatssecretaris niet in de weg.”

Dat bleek al snel een onjuiste inschatting. Na politieke ophef en een interventie van premier Dick Schoof trok Jansen zijn geuite steun snel weer in middels een verklaring. „Ik neem als staatssecretaris afstand van mijn uitspraken, gedaan tijdens dit mediaoptreden. Deze persoonlijke opvattingen reflecteren niet het kabinetsbeleid.”

Vertrouwelijke mail

Jansens afgedwongen statement kon niet voorkomen dat zijn optreden tot grote beroering leidde onder zijn eigen ambtenaren. „Veel collega’s voelden zich onveilig bij die uitspraken”, schreef de hoogste ambtenaar van het ministerie begin oktober in een vertrouwelijke mail aan alle medewerkers. „Dat begrijp ik goed en ik trek mij dat ook bijzonder aan. Het is immers mijn werk om te zorgen voor een werkomgeving waarin iedereen zich veilig voelt en op een integere manier kan werken.”

Jansens optreden leidt tot grote beroering onder zijn eigen ambtenaren

Bij de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) in de Tweede Kamer op 10 oktober ging het opnieuw mis. Jansen stelde aanvankelijk „geen signalen” te hebben gehad van ambtenaren op zijn ministerie wier vertrouwen hij zou hebben beschaamd met zijn uitlatingen bij WNL. Dat leidde, volgens meerdere bronnen, tot grote irritatie op het ministerie én tot een aanvaring van Jansen met een paar ambtenaren in een schorsing van het debat.

Aan het einde van het Kamerdebat probeerde Jansen, daartoe ambtelijk aangespoord tijdelijk de schorsing, de situatie te redden. „Ik heb begrepen dat er wat onduidelijkheid is over mijn opmerking over geen signalen van mensen van wie ik het vertrouwen moet terugwinnen op het ministerie. Ik heb begrepen dat er mensen zijn die daar graag met mij over willen praten. Dat zeg ik bij deze toe, mijn deur staat namelijk altijd open.”

’Zwaar gevoel’

In de afgelopen weken meldden zeker twee beleidsadviseurs van Jansen, beiden met een migratieachtergrond, zich ziek na diens recente uitlatingen.

Een groep van 175 ambtenaren met uiteenlopende achtergronden en functies bij I&W neemt nu stelling in een mail aan Jansen, die is ingezien door NRC. „Uw uitspraak tijdens het begrotingsdebat (…) liet ons, uw ambtenaren, achter met een zwaar gevoel”, schrijven ze.

De meeste van de briefschrijvers deelden hun ergernis en zorgen over Jansen met collega’s en ambtelijk leidinggevenden, maar niet rechtstreeks met de staatssecretaris. „De drempel om ongevraagd deze signalen te agenderen bij een bewindspersoon ligt voor ons hoog.”

Om te voorkomen dat ambtenaren „opnieuw worden gekwetst” door Jansen „en zich nog meer alleen gelaten voelen” door de leiding van het ministerie, uiten ze hun noodkreet nu per mail. Ze nemen daarin afstand van Wilders’ ‘minder Marokkanen’- uitspraak en schrijven „diversiteit te zien als kracht”. En: „Wij staan voor de gelijkwaardigheid van alle mensen.”

De mail eindigt met twee verwijten aan de ambtelijk leidinggevenden van het ministerie. „We vinden dat I&W er alles aan moet doen om het vertrouwen terug te winnen van mensen die door deze uitspraken (opnieuw) zijn gekwetst” en „verwachten dat iedereen zichzelf mag zijn en hierin openlijk wordt gesteund, door alle lagen van de organisatie”.

Brandbrief

De ambtelijke brandbrief valt nagenoeg samen met de laatste nieuwsbrief van de ondernemingsraad van het ministerie. Die „benadrukt” in een interne mail van 6 november „begrip te hebben” voor de „emoties, zorgen en onrust” bij medewerkers van I&W naar aanleiding van Jansens uitspraken.

De raad schrijft verder „signalen te ontvangen, uit verschillende hoeken, over het gevoel van een onveilig werkklimaat en een onveilige sfeer” bij het ministerie.

De onrust bij I&W staat niet op zich. Een vijftigtal rijksambtenaren, allen met een migratieachtergrond, uiten onlangs hun zorgen in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark (NSC), waarover NRC donderdagavond schreef. De groep vraagt de minister dringend „structurele maatregelen” te treffen tegen „institutioneel racisme, discriminatie en etnisch profileren binnen de rijksoverheid”.

Uitermark stuurde eind oktober een brief naar de Kamer over „de aard en impact” van ervaringen van rijksambtenaren met racisme binnen de organisatie. Dat onderzoek „geeft een schrijnend beeld van ervaringen met racisme op onze werkvloer. Dit is allereerst ontzettend pijnlijk voor de medewerkers die hierdoor worden getroffen. En het is onacceptabel.” Om daar aan toe voegen: „Dit kabinet heeft bovendien in het regeringsprogramma de daadkrachtige aanpak van alle vormen van discriminatie en racisme opgenomen.”

Zowel staatssecretaris Jansen als de hoogste ambtenaar van I&W waren vrijdagmiddag niet bereikbaar voor commentaar.


Chinese batterijfabrikant steekt Ebusco helpende hand toe, maar beleggers hebben twijfels

Een aangekondigde samenwerking van de noodlijdende busfabrikant Ebusco met een Chinese batterijfabrikant wist beleggers vrijdag niet te overtuigen dat een stabiele toekomst nabij is. Daarvoor viel een aantal nieuwe financiële details, waaruit nog maar eens bleek hoezeer het Noord-Brabantse bedrijf vecht voor het voortbestaan, te zeer op.

Ebusco meldde dat het zelfs met een voorgenomen nieuwe aandelenuitgifte van 36 miljoen euro nog altijd een werkkapitaaltekort van 25 miljoen euro heeft. Daarbij is het bovendien nog lang niet zeker dat het de 36 miljoen euro ook daadwerkelijk bij elkaar krijgt. Het aandeel koerste vrijdagmiddag bijna 12 procent lager.

Ebusco zit in zware problemen. Onderdelentekorten hebben ertoe geleid dat het bedrijf al maandenlang nauwelijks bussen kan afbouwen. Pogingen om de productie te verplaatsen naar contractfabrikanten in China liepen ook erg stroef.

Annuleringen, boetes

Dit alles heeft geleid tot juridische conflicten met klanten, annuleringen van orders en boetes die het aan klanten moet betalen, waardoor de financiële positie penibel is geworden. Het bedrijf, waar enkele honderden mensen werken, heeft schulden van 33 miljoen euro die het maar moeilijk kan afbetalen. Daaronder zitten ook schulden bij de Belastingdienst. In de eerste helft van dit jaar leed het bedrijf een verlies van 65 miljoen euro.

Eind oktober vocht Ebusco, dat bekend is om haar lichtgewicht bussen, een juridisch conflict met vervoerder Qbuzz uit bij de rechter, waarbij het verloor. Qbuzz hoeft een bestelling van tientallen bussen niet af te nemen. Voor deze voertuigen moet Ebusco nu andere klanten vinden.

In een poging het bedrijf te redden stemden aandeelhouders op een vergadering eind oktober ermee in dat Ebusco voor 36 miljoen euro aan nieuwe aandelen mag gaan uitgeven. Dat betekent nog niet dat dit geld binnen is; aandeelhouders of nieuwe investeerders kunnen vanaf vrijdag intekenen op de nieuwe stukken.

Belang van Gotion

Vrijdag maakte Ebusco bekend dat in ieder geval oprichter Peter Bijvelds bereid is om opnieuw 5 miljoen euro in het bedrijf te steken. Ook een aantal andere partijen meldden zich, maar voor de 36 miljoen is nog meer nodig.

Ebusco maakte ondertussen ook bekend dat het een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten met de Chinese batterijpartij Gotion. Dat wil onder meer het speciale lichtgewicht-bussenconcept van Ebusco in Azië op de markt gaan brengen. Ook willen de partijen samen gaan werken bij de ontwikkeling van „maritieme” batterijen.

Lees ook

Aandelenuitgifte moet reddingsboei Ebusco worden

Koning Willem-Alexander bij de opening van de fabriekshal van Ebusco in Deurne, in 2021.

Opmerkelijk was echter vooral dat Gotion voornemens is een belang te nemen in Ebusco. Dit kan gebeuren ofwel door aandelen te kopen die bij de aanstaande uitgifte niet direct worden opgekocht, ofwel door een nieuwe uitgifte waar huidige aandeelhouders dan eerst mee moeten instemmen. Maar aan welk bedrag Gotion, dat deels in handen is van Volkswagen, denkt, is niet bekend.

Het werkkapitaaltekort hoopt Ebusco de komende tijd op te lossen door bussen van geannuleerde orders aan nieuwe klanten te slijten, en bovendien ook de voorraden van onderdelen af te bouwen. Mocht het niet lukken om met deze plannen beleggers over te halen om nieuwe aandelen te kopen en wordt de 36 miljoen niet gehaald, dan trekt Ebusco de aandelenuitgifte weer in.

Ebusco is in 2012 opgericht door voormalig rallycoureur Bijvelds. Hij gaf tot deze zomer ook leiding aan het bedrijf, waarna de raad van commissarissen hem verving door de Duitser Christian Schreyer. Schreyer gaf eerder onder meer leiding aan een vrachtafdeling van Deutsche Bahn.


Vitesse mist handtekening op jaarrekening, mogelijk opnieuw (punten)straf

Opnieuw slecht nieuws voor de Arnhemse voetbalclub Vitesse. De KNVB heeft de jaarrekening van de voetbalclub afgekeurd, omdat daar geen handtekening van de accountant op stond, meldt ANP. De voetbalclub heeft een schuld van 17 miljoen euro openstaan bij de Amerikaanse investeerder Coley Parry, waardoor de accountants geen garantie konden bieden.

De missende handtekening kan Vitesse mogelijk op een (punten)straf van de KNVB komen te staan. Dit gebeurde al eerder. Toen kreeg Vitesse twaalf punten in mindering, waarvan zes voorwaardelijk. Die zes zouden nu definitief kunnen worden. Vitesse verzocht de KNVB de jaarrekening later in te leveren, maar dat verzoek is afgewezen.

„Een faillissement aanvragen is wat ons betreft een absolute ‘no-go’. Linksom of rechtsom, we moeten en kunnen dit proces tot een goed einde brengen”, schrijft Vitesse-directeur Edwin Reijntjes op vrijdag op de website van de club. Reijntjes zegt dat hij in contact is met Parry. „Zijn lening uit de boeken van Vitesse krijgen is de sleutel tot een structurele oplossing voor de club”, aldus Reijntjes.

Vorige week kreeg Vitesse al een zware klap, nadat de overnamedeal met Coley Parry door Guus Franke niet doorging. In juli sloten Parry en Franke een akkoord en zou Parry als onderdeel van het akkoord het opeisen van de schuld van Vitesse met een jaar uitstellen. Franke, eigenaar van advies-investeringsmaatschappij Axiom Partners, meldde zich vlak voor de deadline als enige overnamekandidaat voor Vitesse, maar trok zich uiteindelijk toch terug uit de deal. Omdat Franke de enige kandidaat was, is het onwaarschijnlijk dat er iemand anders klaarstaat om Vitesse over te nemen.