De vicepresident van het Russische staatsbedrijf Transneft, dat een groot deel van het oliepijpleidingennetwerk in Rusland beheert, is vrijdag overleden na een val uit een raam. Het lichaam van de 62-jarige Andrej Badalov werd gevonden onder zijn woning in de Moskouse elitewijk Roebljovka, zo meldt het Russische staatspersbureau TASS op basis van een anonieme bron bij de politie. Volgens de bron zou de politie uitgaan van zelfdoding, maar een moordonderzoek zou volgens dagblad Kommersant nog niet zijn uitgesloten.
Transneft bevestigt in een verklaring Badalovs dood, maar gaat niet in op de omstandigheden van zijn overlijden. Volgens het bedrijf was Badalov in 2021 in een „moeilijke en gespannen periode” bij Transneft komen werken. Daar was hij als vicepresident verantwoordelijk voor digitalisering en automatisering van de productieprocessen. Hij woonde in de chique Moskouse wijk Roebljovka, waar veel leden van de politieke en zakelijke elite villa’s bezitten.
Een „val uit het raam” is een opvallend vaak genoemde doodsoorzaak in Rusland, wat in de media regelmatig leidt tot speculaties dat de slachtoffers in werkelijkheid zouden zijn geduwd, of tot hun daad zouden zijn gedwongen. Eind 2022 viel de Russische zakenman Pavel Antov uit een raam van een hotel in India, waar hij zijn verjaardag vierde. Kort daarvoor werd Pavel Psjelnikov (topman van de Russische spoorwegen) dood aangetroffen op zijn balkon. In 2018 viel de bekende Russische onderzoeksjournalist Maksim Borodin, die schreef over corruptie en misdaad, op 32-jarige leeftijd uit een raam. Hoewel de autoriteiten ook daar beweerden dat het om zelfdoding ging, vermoedden velen dat hij in werkelijkheid was vermoord.
Daarnaast zijn de afgelopen jaren meerdere bankiers en managers van olie- en andere bedrijven onder opvallende of verdachte omstandigheden gestorven. In april 2022 werden de voormalige vicepresident van Gazprombank, Vladislav Avajev, zijn vrouw en minderjarige dochter dood aangetroffen in Moskou, zo schreef nieuwssite Meduza.
Een paar dagen na de dood van Avajev werden de voormalige topmanager van gasbedrijf Novatek, Sergei Protosenja, zijn vrouw en dochter dood aangetroffen in Spanje. Hij zou zijn vrouw en dochter hebben vermoord en vervolgens zelfmoord hebben gepleegd. In september 2022 overleed de 67-jarige Lukoil-voorzitter Ravil Maganov. In het overlijdensbericht stond dat oliemaatschappijbaas Maganov was overleden aan een „ernstige ziekte”. Russische media, waaronder TASS en Interfax, citeerden bronnen die beweerden dat Maganov zelfmoord zou hebben gepleegd.
Maatschappelijke organisaties reageren ontstemd op het aannemen van twee asielwetten door de Tweede Kamer donderdag. Met het wetsvoorstel tweestatusstelsel en de asielnoodmaatregelenwet werd, inclusief het PVV-amendement dat illegaliteit én hulp aan illegalen strafbaar stelt, na een chaotisch proces laat door een Kamermeerderheid ingestemd.
Hoewel de wetten nog langs de Eerste Kamer moeten, maakt het Rode Kruis zich „ernstig zorgen over het signaal dat hiervan uitgaat en de gevolgen voor mensen zonder verblijfspapieren”, meldt een woordvoerder aan persbureau ANP. „Het brengt mensenrechten in gevaar en werkt polarisatie in de hand.” De hulporganisatie denkt dat mensen minder snel hulp zullen zoeken als ze slachtoffer zijn van misstanden. „Dat vergroot hun kwetsbaarheid en kan leiden tot nog onveiligere situaties.”
„Mensen die solidariteit tonen en anderen helpen, mogen daar nooit voor worden gestraft, of bang zijn te worden gestraft”, stelt de hulporganisatie verder.
Ook Save the Children en de Werkgroep Kind in azc zijn „geschokt”. Ze noemen de wetten tegenover ANP „onmenselijk”. „Hulpverleners riskeren een strafblad als ze kinderen in nood helpen”, zegt Pim Kraan, directeur van Save the Children.
Het Amsterdams Solidariteits Komitee Vluchtelingen (ASKV) stelt in een verklaring dat „solidariteit en medemenselijkheid vannacht de kop in [zijn] gedrukt”. Directeur-bestuurder Erik Rouw: „Kunnen mijn collega’s straks in de gevangenis belanden als ze onderdak bieden aan iemand? We zijn een weg ingeslagen die niet denkt in oplossingen, maar weer een kwetsbare groep mensen als zondebok aanwijst en mensenrechten schendt.”
‘Zieke mensen verdwijnen uit beeld’
De medische ngo Dokters van de Wereld vindt het „onvoorstelbaar dat dit in Nederland gebeurt” en is bang dat zieke mensen uit beeld verdwijnen. Dat schrijft Jasper Kuipers, directeur van de Nederlandse afdeling in een verklaring. „Kinderen verdwijnen van de radar omdat hun ouders ze niet langer naar school durven te sturen. […] En mensen durven nóg minder om medische hulp te vragen dan nu al het geval is. Met alle gevolgen van dien, want ziek zijn stopt nu eenmaal niet bij het wel of niet hebben van een paspoort.”
Actiegroep MiGreat neemt het met name NSC kwalijk op het laatste moment tóch met de wetten te hebben ingestemd. Juist de partij van bestaanszekerheid gooit daarmee de bestaanszekerheid van ongedocumenteerden „in de prullenbak”, zegt directeur Roos Ykema tegen ANP.
‘Nog langer’ in de opvang
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is vooral bang dat de wetten ertoe leiden dat mensen „nog langer” in de opvang moeten verblijven door langere juridische procedures, zegt een woordvoerder tegen ANP. Het opvangorgaan moet al steeds meer dure tijdelijke noodopvanglocaties gebruiken.
Daar komt nog eens bij dat de Kamer donderdag een amendement aannam waarmee de voorrang voor statushouders bij de toekenning van sociale huurwoningen wordt ingetrokken. Dat amendement zal er volgens het COA voor zorgen dat statushouders nog langzamer zullen doorstromen dan nu al het geval is en dus langer plekken in de asielopvang bezet houden.
Lees ook
Alternatieve locaties voor asielzoekers zijn vaak ongeschikt en ook nog eens onnodig duur, zegt COA
Voor elke onderneming met internationale ambities blijven de VS ogenschijnlijk het beloofde land. Een consumentenmarkt van ruim 330 miljoen inwoners, met de hoogst besteedbare inkomens ter wereld. Een hoogopgeleide beroepsbevolking. Durfkapitaal dat tegen de plinten klotst. Staten die tegen elkaar opbieden om bedrijven met belastingkortingen of subsidies te verleiden plaatselijk banen te scheppen. En een – in ieder geval tot voorheen – betrouwbaar functionerende rechtsstaat.
Maar dan is daar Donald Trump, die op 2 april heffingen afkondigt voor import uit nagenoeg de hele rest van de wereld. Sindsdien is weinig meer hetzelfde in de wereldeconomie. Hoewel de president zijn tariffs al binnen een week moest intrekken, kampen op de VS gerichte ondernemers sindsdien met grote onzekerheid. De heffingen zijn immers voor slechts negentig dagen opgeschort. Als de VS voor 9 juli geen handelsdeals hebben gesloten met circa negentig andere landen, kunnen ze in principe weer in werking treden.
Het roept de vraag op wat zwaarder weegt voor ondernemers die de stap willen wagen. Zijn het de ijzersterke basiskwaliteiten van de VS als economische supermacht, of is het de onzekerheid die de grillige bewoner van het Witte Huis loslaat op de wereldhandel?
Ruigere landen
Directeur Marc ter Haar van de U.S. Chamber of Commerce in The Netherlands, een vereniging van Amerikaanse (en Nederlandse) bedrijven die handel met de VS wil bevorderen, weet het wel: hij ziet nog steeds uitstekende kansen op de Amerikaanse markt. In de kern, vertelt hij per videoverbinding uit Amsterdam, verschilt het beleid onder Trump niet erg van dat van diens voorganger Joe Biden. „Trump doet hetzelfde, alleen op andere manier.”
Ook Biden kondigde protectionistische maatregelen af. En ook hij bedreef industriepolitiek, door te investeren in groene energie, infrastructuur of eigen chipsproductie. Onder Biden was het alleen „herkenbaarder en minder agressief”, erkent Ter Haar.
Maar hij wijst er graag op dat de VS meer zijn dan hun federale overheid. Ook staten en gemeenten proberen investeringen binnen te hengelen, omdat werkgelegenheid in de VS lang niet overal gegarandeerd is. „Voor een county zijn drie banen al geweldig. Creëer je er driehonderd, dan wordt een straat naar je vernoemd. Drieduizend banen en Trump noemt je in zijn eerstvolgende tarieventoespraak.”
Containers klaar voor verscheping in de haven van Miami.
Foto Joe Raedle/Getty Images
Hij ziet Trumps aanvallen op de rechtsstaat ook niet als bedreiging voor het investeringsklimaat, wel als democratisch ongewenst. Veel multinationals doen in wel ruigere landen zaken. „Het is ook weer niet helemaal wetteloos. Amerika is gewoon een lobbyland. Als je het goed doet, haal je voordeeltjes binnen. Het is een andere opvatting over hoe je zaken doet. Iedereen moet zijn eigen afweging maken: hoever ga je?”
Zo houden de VS wel meer kwaliteiten, somt Ter Haar op: „Onbeperkte ruimte. Onbeperkt stroom. Goedkope diesel en benzine – die hebben wij niet en zullen we ook niet snel hebben. Het is relatief makkelijk er snel uit te breiden. Er zijn mensen, infrastructuur en een gigantische interne markt.” Alleen de visaverstrekking laat al sinds corona erg te wensen over. „Je moet echt op tijd beginnen om je mensen binnen te krijgen.”
Onzekerheid
Trump zelf was juist erg negatief over de Amerikaanse economie, toen hij begin april zijn tarieven afkondigde. „Ze hebben zoveel rijkdom van ons afgepakt”, klaagde hij. „We kunnen zoveel rijker zijn dan enig ander land.” Feit is dat de VS rijker zijn dan menig ander land, al is die welvaart wel zeer ongelijk verdeeld. En voordat Trump op ‘Liberation Day’ zijn heffingen afkondigde, lag de Amerikaanse economie op koers om harder te groeien dan de Europese of Chinese.
Maar juist door de heffingen – die immers zullen worden afgewenteld op Amerikaanse consumenten – zijn die rooskleurige prognoses de afgelopen maanden afgezwakt. Onder meer IMF, OESO en Fed, de Amerikaanse centrale bank, zien de groei vertragen door het risico van oplopende inflatie.
En de onzekerheid over de heffingen houdt vooralsnog aan. Enkele dagen voordat het negentigdagen-ultimatum is afgelopen, is één conceptdeal gesloten met het VK, één ‘wapenstilstand’ met China en deze week met Vietnam, dat een tarief van 20 procent krijgt (was in april 46 procent). Vanaf vrijdag zou het Witte Huis hierover aan tientallen landen brieven gaan sturen.
Door Trumps tactiek van dreigen en inschikken is op Wall Street de term TACO trade in zwang geraakt. Handelaren hebben doorgekregen dat aan Trump Always Chickens Out geld te verdienen is. Als puntje bij paaltje komt, mist hij het lef om vast te houden aan zijn heffingen.
Tegelijkertijd lijkt Trump diep overtuigd te blijven van hun economische nut. Hij meent al decennia dat heffingen een geschikt instrument zijn om te voorkomen dat handelspartners de VS „een poot uitdraaien”. In de jaren tachtig richtte die kritiek zich op Japan. Als president heeft hij het vooral gemunt op Europa en China. Ook in zijn kabinet staat een protectionistisch kamp tegenover internationaal gerichte adviseurs.
Niet terugslaan
Onduidelijk blijft vooralsnog wat de wereld komende woensdag te wachten staat. Demissionair premier Dick Schoof zei vorige week tijdens de NAVO-top een nultarief als ideale scenario te zien. Een realistischer optie lijkt, volgens Torsten Sløk – heffingenscepticus en hoofdeconoom van investeringsfonds Apollo Global Management – dat Trump de rest van de wereld op minstens 10 procent houdt en China op 30 procent.
Trump meent al decennia dat heffingen een geschikt instrument zijn om te voorkomen dat handelspartners de VS ‘een poot uitdraaien’
Veel landen zullen een verlaging ten opzichte van april allang vinden meevallen en niet terugslaan met eigen heffingen – die Trump hard zegt te vergelden. Hij zou zijn beleid zo binnenlands kunnen verkopen als ‘historisch’ dan wel ‘geweldig’ succes en intussen tijd kopen voor permanentere internationale afspraken.
In dit geval zouden ook Nederlandse ondernemingen met belangen op de Amerikaanse markt blijven gissen naar het toekomstig handelsklimaat. NRC sprak er twee – een bedrijf dat al jaren in de VS actief is, en een dat pas recent de sprong waagde. Deze onzekerheid heeft hun voorkeur absoluut niet, maar de VS zijn te interessant om links te laten liggen, zeggen ze ook. Maar bovenal zien ze: dit beleid raakt de Amerikanen zelf uiteindelijk harder dan ons.
Bart van de Kooij (Exobrew/Minibrew)‘ We hadden in januari niet verwacht dat hij dit zo zou doen’
Compacte brouwmachines waarmee de gebruiker zelf thuis bier kan maken, of cider, of kombucha. In Nederland verkoopt Minibrew ze sinds 2020 en inmiddels ook in andere Europese landen. Dit jaar besloot het bedrijf de sprong naar de Verenigde Staten te wagen. In januari stond medeoprichter Bart van de Kooij op de techbeurs CES in Las Vegas en proefde bij retailers voldoende interesse. In juni verhuisde hij naar Florida, de zuidelijke staat vanwaaruit hij de verovering van de Amerikaanse markt wil inzetten.
„In februari kwam onze eerste container aan, maar een volgende hebben we nog niet verstuurd”, vertelt hij op een terras in het zakendistrict van Miami. En dat heeft alles te maken met de importheffingen die Trump invoerde op producten uit China, waar de Exobrew-machines gemaakt worden. De eerste container kon hij nog invoeren bij een tarief van 3 procent. Nadat de president in april zijn handelsoorlog met de rest van de wereld begon, schoot de heffing op invoer uit China door naar 145 procent. „We hadden in januari niet verwacht dat hij dit zo zou doen.”
Sinds de VS en China in mei een ‘wapenstilstand’ overeenkwamen bedraagt de heffing 30 procent, tijdelijk. In afwachting van meer duidelijkheid laat Exobrew geen nieuwe container komen, maar onderhandelt met de fabriek in China over lagere productiekosten. Een deel van de heffingen zou het bedrijf dan voor eigen rekening kunnen nemen. De rest is voor de klant: die gaat geen 800 maar 900 dollar betalen voor een apparaat. „Amerikanen vinden dat nog altijd goedkoop.” Bier of kombucha is ook in de Amerikaanse supermarkt veel prijziger dan in Europa. De thuisbrouwer heeft de aanschaf er snel uit.
De tijd begint wel te dringen. In het zojuist begonnen derde kwartaal is de verkoop vanwege de zomervakantie altijd wat sloom. Maar het vierde kwartaal, met Thanksgiving, Black Friday, Cyber Monday en Kerstmis, is dé periode om in de schappen te liggen. Wil je daarvoor op tijd zijn, dan moet China uiterlijk in augustus de productieorder krijgen.
Er is nog een complicatie. Onder normale omstandigheden willen geldschieters de inkoop voorfinancieren. Zulke wholesale financiers waren in januari nog zonder aarzelen bereid 2 of 3 miljoen dollar voor te schieten. „Daar pakken ze wel een tiende deel commissie over. Normaal is dat easy money voor ze, maar door de onzekerheid die Trump zaait, zijn ze momenteel lastig te vinden.” Zouden de heffingen namelijk plots weer oplopen, dan is het risico voor de financier.
Doel van Trumps beleid is productiecapaciteit terug te halen; Van de Kooij heeft uitgezocht of hij zijn machines in de VS kan laten produceren. „Een fabriek in Chicago zou ze eventueel kunnen maken, maar door de hogere grondstofkosten en lonen in de VS zou dat fors duurder uitpakken.” Er zit bovendien ook staal in de machines, waar Trump ook al 50 procent over heft. „Bij het tarief van 145 procent had het nog geloond. Maar bij de huidige 30 is China veel aantrekkelijker.”
Bovenal gaat hij niet zijn hele productielijn verhuizen, als de heffingen over een paar weken weer anders kunnen liggen. „Dat hele proces kost zeker een jaar.” Als hij al verkast, is het eerder naar Indonesië of een ander Aziatisch land, waarvoor de Amerikaanse tarieven lager liggen dan op invoer uit China.
De ondernemer blijft vertrouwen houden dat het Amerikaanse avontuur kan slagen. De consumentenmarkt is groot, er is veel geld, en in Florida – een strandstaat met een ware fitnesscultus – wordt nog meer kombucha dan bier gedronken. Maar een jong bedrijf moet voorzichtig zijn. „Zonder grote kasreserves is het wel een uitdaging. Maar als je wacht, haalt de concurrentie je in.”
Bart van den Hamer (Aegir-Marine) ‘De heffing wordt uiteindelijk doorberekend aan hun klanten’
In april nam Aegir-Marine uit Wijk bij Duurstede nog deel aan een handelsmissie van de maritieme sector naar Miami, Florida. Met zestien andere bedrijven bezocht de leverancier van onderdelen en services voor schroefasafdichtingen en voortstuwingsinstallaties Sea Trade, een van de belangrijkste beurzen in de cruisesector. Aegir haalt ongeveer 60 procent van zijn Amerikaanse omzet bij cruisemaatschappijen, en Zuid-Florida is het brandpunt van deze industrie. Vanuit de Sunshine State varen de schepen overal in de Caraïben.
Cruises zijn na een ernstige dip in coronatijd weer populair in de VS. Aegir is sinds 2010 actief in het land en opende vier jaar geleden een fysiek kantoor in Miami. „Voor ons is die Sea Trade-beurs dus heel belangrijk. We hebben er opdrachten voor over een jaar binnengehaald”, vertelt Bart van den Hamer via een videoverbinding vanuit Panama. Daar zit hij permanent, maar hij vliegt maandelijks voor een week naar Miami.
Onder Trump zijn de zakelijke omstandigheden in de VS wel ingrijpend veranderd. De onderdelen van Aegir worden in West-Europa gemaakt. Om die in te voeren naar de VS, betalen Amerikaanse kopers nu een importtarief van 10 procent. Dat was begin april even 30 procent, toen Trump op zijn ‘Liberation Day’ zogenoemde wederkerige importheffingen afkondigde. Na een week van groeiende marktpaniek, trok hij die voor negentig dagen in. Zonder deal tussen de EU en de VS zouden ze 9 juli kunnen terugschieten naar 30 procent.
Voor Aegir is de huidige 10 procent niet meteen problematisch. „We hebben drie opties. Soms absorberen we het zelf, soms neemt de klant het voor eigen rekening, of we verdelen het 50/50.” Meestal wordt het een van die laatste twee opties. „Voor klanten is het veel kostbaarder een schip stil te laten liggen.”
Wat ook in Aegirs voordeel uitpakt, is dat veel concurrenten hun spullen in Azië laten produceren. Voor invoer uit China geldt nu een heffing van 30 procent. „De concullega’s in China hebben echt meer last. Wij hebben hier dus misschien wel baat bij.” Toch is hij zeker niet verheugd met Trumps zigzaggende handelsbeleid. „Ook wij willen vooral een stabiele wereld. Minder onzekerheid is altijd het beste.”
Uiteindelijk hebben de VS vooral zichzelf hiermee, ziet hij. Cruiseschepen varen zelden onder Amerikaanse vlag en worden doorgaans in dok gebracht in de Bahama’s of een ander fiscaal aantrekkelijk eiland. Ze kunnen de heffingen zo omzeilen als ze willen.
Maar Aegir heeft ook klanten van buiten de cruise-industrie, die onder Amerikaanse vlag varen en wel in de VS zelf dokken. Dit zijn ze wettelijk verplicht. De Amerikaanse scheepsindustrie is – onder het mom van nationale veiligheid – zeer protectionistisch: in geval van oorlog moet het land genoeg werven hebben. De wet maakt de heffingen voor deze klanten schier onmogelijk te omzeilen.
En die klanten buiten de cruisesector „doen redelijk essentiële dingen”, zegt Van den Hamer. „Vervoer van voedsel, van olie, de hele keten. Die boten moeten gewoon van plek A naar plek B blijven varen. De heffing wordt uiteindelijk doorberekend aan hun klanten.” Ook cruisemaatschappijen, waarvan er door de grote concurrentie veel financieel scherp aan de wind zeilen, zullen extra kosten doorberekenen aan passagiers.
Voor Aegir blijft de Amerikaanse markt zeer interessant. „Er is nog steeds een heel positief ondernemersklimaat. En het is altijd heel makkelijk mensen te vinden die een tijdje voor ons in Miami willen werken.”
Tijdlijn Een tariefmuur in fasen
2 april 2025
foto Carlos Barria / Reuters
Tijdens een evenement in de Rose Garden, door hem zelf Bevrijdingsdag gedoopt, ontketent de Amerikaanse president Donald Trump op 2 april een handelsoorlog met de rest van de wereld. Op import uit tientallen landen en territoria, waaronder zijn belangrijkste handelspartners, worden over een week eenzijdig ‘wederkerige tarieven’ ingesteld. Deze tariefmuur luidt een nieuwe Gouden Eeuw in voor de Verenigde Staten, belooft Trump. Aandelenbeurzen boeken daarop enorme verliezen. Beleggers, internationaal opererende ondernemers en topbankiers uiten toenemend kritiek op Trumps protectionisme.
9 april
Foto Yuki Iwamura/ AP
Een paar uur nadat ze zijn ingegaan, meldt Trump op sociale media dat hij zijn heffingen voor negentig dagen opschort. De dagen ervoor hadden hij en zijn regeringsploeg nog bezworen dat ze echt geen onderhandelingswapen waren. Nu verkopen ze dit besluit als ‘the art of the deal’. In werkelijkheid sloeg de paniek op de aandelenbeurzen over naar de obligatiemarkten, waardoor Amerika’s kredietwaardigheid op het spel kwam te staan. Om zijn tactische terugtrekking te dekken, pocht Trump de avond voor de opschorting dat regeringen massaal aan de lijn hangen. „Landen bellen ons op om mijn kont te kussen.”
8 mei
Foto Kevin Lamarque / reuters
Het Verenigd Koninkrijk werd op Liberation Day enigszins ontzien: Britse invoer kreeg ‘slechts’ een tarief van 10 procent opgelegd, bovenop eerder ingestelde heffingen voor de auto-industrie, staal en aluminium van 25 procent. Na onderhandelingen tussen de regeringen-Starmer en -Trump gaan die laatste van tafel. Het VK belooft in ruil jachtvliegtuigen bij de Amerikanen te bestellen. Trump presenteert het als belangrijke deal, maar het is eerder een conceptakkoord: er moet nog veel uitgewerkt worden.
12 mei
Foto Pedro Pardo / AFP
Na een weekend van bilaterale gesprekken in een hotel in Genève, komen de VS en China een tijdelijke wapenstilstand in hun handelsoorlog overeen. De torenhoge tarieven die ze elkaar in april tijdens hun snel escalerende heffingenstrijd oplegden, bouwen ze af met 115 procentpunten. Het Witte Huis noemt het „een historische handelsoverwinning voor de VS”, maar er is niet meer afgesproken dan dat beide landen gaan werken aan „de onevenwichtigheden” in hun handelsrelatie.
25 mei
Foto Yves Herman / Reuters
Ook met de EU lopen onderhandelingen. Die zet Trump eind mei onder grote druk door boos met een tarief van 50 procent te dreigen als Europa niet sneller met hem tot een vergelijk komt. Ook dat dreigement trekt hij een paar dagen later in, na een telefoontje met EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen.
28 mei
Foto Drew Angerer / AFP
Het internationaal handelsgerechtshof in New York bepaalt eind mei dat Trump zijn handelsbeleid niet per decreet kan afkondigen. Het Congres zou de heffingen in wetgeving moeten vatten. Hun baanbrekende uitspraak is tijdelijk opgeschort na een beroep van de regering, maar voedt de onzekerheid over de legitimiteit van Trumps beleid.
11 juni
Foto reuters
Tijdens onderhandelingen in Londen zetten Washington en Beijing een nieuwe stap naar een detente. Ze sluiten onder meer een akkoord over zeldzame aardmetalen, die China inzette in als effectieve onderhandelingstroef door hun export te beperken.
27 juni
Foto Carlos Osorio / Reuters
Met zijn belangrijke handelspartner Canada lopen gesprekken, waarover de nieuwe regering-Carney optimistisch is. Maar vrijdag 27 juni breekt Trump die abrupt af, uit woede over een techbelasting die een paar dagen later van kracht zal worden. Ook Amerikaanse technologiebedrijven dreigen miljarden te moeten afdragen. Canada trekt de taks in het weekeinde schielijk in, waarna verder gepraat kan worden. Ottowa hoopt uiterlijk 21 juli een deal te kunnen sluiten met de VS.
Rusland heeft de Taliban donderdag formeel erkend als regering van Afghanistan. Geen enkel land ter wereld heeft die stap sinds de machtsovername in 2021 nog genomen. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken hoopt op een „productieve bilaterale samenwerking”, schrijft het in een verklaring. De Taliban, die al langer toenadering tot andere landen zoeken, bejubelen de „historische” stap en hopen dat de rest van de wereld Ruslands voorbeeld volgt.
Dankzij de Russen komen de Taliban sinds het afgelopen jaar beetje bij beetje uit hun isolement. Eind vorig jaar schrapte het Russische Hooggerechtshof de islamistische beweging al van de terreurlijst, en werden hun leiders uitgenodigd op het Sint-Petersburg Internationaal Economisch Forum. Na de machtsgreep in 2021 was Rusland een van de weinige landen die zijn ambassade in hoofdstad Kabul operationeel hield.
Voor het Kremlin is samenwerking met de Taliban interessant vanwege hun strijd tegen ISIS-Khorasan, de Afghaanse tak van IS die vorig jaar de aanslag op een concerthal in Moskou opeiste, waarbij ten minste 144 mensen om het leven kwamen. ISIS-K is een rivaal van de Taliban en ziet Rusland vanwege de oorlog tegen ISIS in Syrië als vijand. De Taliban hebben ook interesse in Russische olie en tarwe.
In de 19de eeuw fungeerde Afghanistan als strategisch buffergebied tussen het tsaristische Rusland en Brits-Indië. In 1919 ging de Sovjet-Unie als eerste land diplomatieke relaties met Afghanistan aan. Zestig jaar later, in 1979, vielen de Sovjets Afghanistan binnen om de communistische regering van Kabul te steunen, en islamitisch fundamentalisme tegen te gaan. De oorlog duurde langer dan het Kremlin hoopte: tot 1989. In die roerige periode is de Taliban als verzetsbeweging ontstaan.
Lees ook
Niet bij het gebed in de moskee? Dan komen de Taliban even bij je thuis kijken
Wie Maastricht binnenkomt, stuit meteen op het lachende gezicht van André Rieu. Op banieren aan lantaarnpalen heet hij deze maand bezoekers welkom in maar liefst vijf talen: „Welkom. Willkommen. Welcome. Bienvenue. Bienvenidos.” Vanaf deze donderdag geeft de violist-orkestleider drie lange weekenden de traditionele Vrijthofconcerten. Daartoe wordt het centrum van Rieus thuisstad omgetoverd tot een soort festivalterrein.
Het Vrijthof en de omgeving van het plein in de binnenstad worden afgesloten voor al het verkeer, behalve voetgangers. Op de concertdagen worden vanaf het eind van de middag alleen mensen met kaarten of een accreditatie toegelaten. Buurtbewoners kunnen eind juli alle walsen, marsen en grapjes van Rieu wel dromen.
„Toen we het in 2018 onderzochten, bleek 50 procent van de omwonenden het leuk te vinden, 50 procent vond het vervelend”, vertelt Marco Maessen, bestuurslid van het Buurtnetwerk Binnenstad Maastricht.
„Het duurt inmiddels vooral lang,” zegt Maessen. „In 2005 begon het met drie concerten. Nu zijn het er twaalf [tussen 3 en 20 juli]. Met opbouw, repetities en afbreken, betekent het dat het centrum een kleine maand op slot zit.” Verder kost het de gemeente jaarlijks 90.000 euro aan onder meer verkeersmaatregelen, waar 60.000 euro aan precario en leges tegenover staat. Alle kosten voor beveiligingsmaatregelen en dergelijke op en rond Het Vrijthof worden gedragen door Rieu.
Bezoekers van het centrum van Maastricht worden verwelkomd door de beeltenis van André Rieu. Foto Chris Keulen
Profiteren
Steeds vaker vraagt de stad zich af hoelang ze nog kan profiteren van de concerten. Rieu is 75 jaar. In interviews vertelt hij telkens dat hij 140 wil worden, maar de twintig jaar oude Vrijthofconcerttraditie lijkt eindig. „Het is een beetje een beladen onderwerp. Er wordt zachtjes over gesproken”, zegt Leontien Mees, directeur-bestuurder bij de Stichting Maastricht Marketing. „In discussies met ondernemers en het culturele veld komt het soms aan de orde.”
Tegenover de overlast staat economisch gewin. Onderzoek uit 2019 wees uit dat de Vrijthofconcerten Maastricht en haar omgeving jaarlijks zo’n 30 miljoen euro opbrachten. En de waarde van de publiciteit voor de stad werd in dat bedrag niet meegerekend. Mees: „Die valt haast niet te becijferen. Toen ik drie jaar in Australië woonde, werd ik zo vaak aangesproken op Rieu. De Vrijthofconcerten worden wereldwijd uitgezonden, zelfs in bioscopen. En ook tijdens optredens elders vertelt Rieu altijd over Maastricht. Elke diehard fan, waar ook ter wereld, wil minstens één keer een Vrijthofconcert meemaken.”
In de gemeenteraad werd de vraag „Wat na Rieu?” vorig jaar al een keer opgeworpen. Maar ligt daar wel een rol voor de politiek? Volgens raadslid Jules Ortjens (Volt) kan nadenken geen kwaad. „Maastricht werd in de Atlas voor Nederlandse Gemeenten genoemd als de tweede cultuurstad na Amsterdam, een luxe voor een gemeente met evenveel inwoners als Ede [ca. 125.000]”, constateerde Ortjens tijdens een debatavond in mei. „Maar het maakt ook een beetje lui. Rieu, de Tefaf-kunstbeurs, de Nederlandse Dansdagen: veel lijkt Maastricht te overkomen. De stad mist culturele prikkels en wil ondanks haar maat van alles een beetje. Kiezen is beter. Net als samenwerken op Zuid-Limburgs niveau, dan heb je meteen een regio ter omvang van Rotterdam.”
Lees ook
Met publiek geld onderweg in de exclusieve bubbel van de Tefaf: ‘Hier is alles – en iedereen’
Op het Vrijthof in Maastricht werd afgelopen dinsdag opgebouwd voor de concertreeks van André Rieu. Foto Chris Keulen
Spektakel
Er zijn wel nieuwe initiatieven. Volgend jaar juni is op de Stadsweide in Maastricht de musical Bokkenrijders te zien, over een legendarische bende vrijbuiters die in de achttiende eeuw Limburg onveilig maakte. De producenten beloven spektakel met vuur, paarden en zeshonderd drones.
Begin juni werd op dezelfde plek de eerste editie van het metalevenement South of Heaven gehouden. In een promotiefilmpje werd vrolijk de draak gestoken met Rieu: een langharige headbanger met gezichtsbeschildering à la rockgroep Kiss deed alsof hij een gitaarsolo speelde op een viool. South of Heaven trok verspreid over twee dagen vijfduizend bezoekers – onvergelijkbaar met Rieu die 12.000 bezoekers per Vrijthofavond scoort. De festivalorganisatie heeft ook niet de ambitie om zo groot te worden.
Ambitieuzer lijkt een concertreeks van de ‘pianobroers’ Lucas en Arthur Jussen. Van 30 oktober tot en met 2 november treden ze vier avonden achtereen op in het MECC, het congrescentrum van Maastricht. Met onder meer zes slagwerkers en een omvangrijk koor spelen ze Carl Orffs Carmina Burana.
Het duo Jussen wordt op z’n Rieus in de markt gezet: als wereldtoppers en exponenten van de Limburgse hoofdstad. „Onze grootouders wonen hier, onze ouders werden in deze stad geboren. Voor ons zijn deze concerten heel bijzonder”, zeiden de broers in een aankondiging voor de concerten. En vergeleken met Rieu kunnen de Jussens nog wel even mee: Lucas is 32 jaar, Arthur 28.
Mees heeft weliswaar hoge verwachtingen, „maar een uniek fenomeen als André Rieu overkomt een stad. Zoiets kun je niet zomaar bedenken. Dat moet langzaam ontstaan. Tegelijkertijd is het wel mogelijk om alle andere cultuur van Maastricht het jaar rond beter in de etalage te zetten”.
Ortjens vindt daarnaast dat veel meer Maastrichtenaren bij cultuur kunnen worden betrokken. „Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft Maastricht na Heerlen en Enschede het hoogste percentage arme inwoners met een eenzijdige leefwereld. Die komen nu nergens aan toe – ook niet aan Rieu.”
Het begin van de reeks concerten op het Vrijthof op donderdagavond. Foto Marcel van Hoorn/ANP
Lees ook
Hoe twee wethouders in Heerlen en in Rotterdam de ongelijkheid proberen te bestrijden
Het groene water van de Seine glinstert in de zon op deze bloedhete middag, er staat nauwelijks stroming. Rondvaartboten glijden langzaam voorbij. Op de kade naast de Pont de Sully zullen over een paar uur honderden mensen zich verzamelen voor een apéro bij zonsondergang, maar deze middag is het er rustig. Wel loopt een aantal mannen in wetsuits en met gereedschap in de hand af en aan naar het water. Ze draaien de laatste schroeven aan van een splinternieuwe vlonder. Ervoor drijft een meterslang koord met rode dobbers.
Vanaf deze vlonder kunnen Parijzenaren vanaf deze zaterdag de Seine induiken: bij de Pont de Sully en op twee andere plekken in het hart van Parijs worden zwemlocaties geopend. Hiermee maakt burgemeester Anne Hidalgo een oude belofte waar: zij liet de Seine voor 1,4 miljard euro schoonmaken zodat vorige zomer de triatlon en het marathonzwemmen bij de Olympische Spelen in de rivier konden plaatsvinden én het groene water uiteindelijk ook toegankelijk zou worden voor burgers.
Lees ook
dit profiel van burgemeester Anne Hidalgo: Zij wil Parijs transformeren
Scholieren Rita en Louise kunnen niet wachten, vertellen ze aan de waterkant. „Al sinds ik klein was, wil ik vet graag zwemmen in de Seine”, zegt Rita (14, omdat ze minderjarig zijn worden hun achternamen niet vermeld). „We hebben een rivier die dwars door de stad loopt, maar we konden er nooit écht van genieten.” „Toen ik een paar jaar geleden in Parijs kwam wonen, had ik meteen zin om in de Seine te springen”, zegt haar vriendin Louise (14). „Straks kan ik ontdekken of het zo fijn is als ik me voorstel.”
Ook vorige zomer zwommen Parijzenaren in de Seine, voorafgaand aan de Olympische Spelen. Foto Julien de Rosa/AFP
Jarenlange kritiek
Hun enthousiasme wordt gedeeld door andere Parijzenaren, maar de afgelopen jaren was er ook veel kritiek: de schoonmaakactie zou te duur zijn, de burgemeester zou niet de juiste prioriteiten hebben en het water van de ernstig vervuilde Seine zou nooit echt schoon worden. Gek zijn die zorgen niet: sinds 1923 was het verboden in de rivier te zwemmen vanwege te sterke stromingen en viesheid – er kwamen riolen op uit. Ook na aanpassing van het rioolsysteem en de bouw van een ondergronds bassin worden geregeld te hoge bacterieniveaus gemeten en ziet het water er chocolademelkbruin uit.
De drie zwemplekken zullen alleen opengaan als de waterkwaliteit bewezen goed genoeg is. Voor Rita en Louise is dat voldoende. „Er ligt van alles in de Seine, fietsen enzo”, zegt Rita. „Dus superschoon is het niet. Maar het is maar water, dat kun je afspoelen.” De in sportkleren gestoken Braziliaanse socioloog Maria Claudia Silva (44) zit aan de kade te kijken hoe haar vriend in een wetsuit werkt aan de vlonder. „Hij zei dat hij zelf z’n bedenkingen heeft”, zegt ze met een lachje. „Hij vond de kades vies en zei dat het water niet erg transparant is.”
Ik denk dat wij Parijzenaars er allemaal één keer heen gaan om het uit te proberen, maar dat het verder vooral voor toeristen zal zijn
Maar brandschoon of niet, met het steeds warmer wordende klimaat zijn extra zwemplekken een welkome toevoeging aan de stad. „Parijs heeft veel te weinig zwemplekken voor het aantal inwoners en de zwembaden die er wel zijn, zijn vooral op warme dagen bomvol”, zegt yogadocent en fervent zwemmer Romain Bourlanges (42). De stad met ruim 2,1 miljoen inwoners kent 41 openbare zwembaden, waarvan zes met buitenbad. Sinds 2017 kan in de zomer ook gezwommen worden in een afgebakend gebied in een kanaal, maar dat bassin is slechts 16 bij 100 meter groot, waardoor zwemmers er vaak over elkaar heen buitelen. Boulanges: „Ik houd van zwemmen maar ik ga daar nooit heen, want het is veel te druk.”
Het maakt dat sommigen op warme dagen als deze verkoeling zoeken in het Canal Saint-Martin en het Canal de l’Ourq – wat om veiligheidsredenen niet mag en meermaals tot dodelijke ongelukken leidde. Of het probleem opgelost is met de drie nieuwe zwemplekken in de Seine, valt te bezien: samen kunnen er volgens de gemeente zeshonderd mensen tegelijk zwemmen.
Rita: „Ik denk dat wij Parijzenaars er allemaal één keer heen gaan om het uit te proberen, maar dat het verder vooral voor toeristen zal zijn.” Bourlanges vreest ook drukte, maar wil het wel een keer proberen. „Hoewel ik moet toegeven dat ik iets van walging voel bij het idee de Seine in te gaan.”
Voor het eerst in de geschiedenis krijgt Suriname een vrouwelijke president: voormalig arts en oud-parlementsvoorzitter Jennifer Simons (71). Haar partij, de nog door Desi Bouterse opgerichte Nationale Democratische Partij (NDP), won eerder op 25 mei al de parlementsverkiezingen. De verkiezing van de president, die door het Surinaamse parlement wordt gedaan, zou op zondag 6 juli plaatsvinden, maar donderdag bleken er geen tegenkandidaten te zijn. Simons kon daardoor meteen al ‘per acclamatie’ worden gekozen.
„Mijn hele leven heb ik altijd maar één droom gehad: om iets te betekenen voor de gemeenschap waar ik leef en woon”, zegt Simons over haar politieke drijfveren, tijdens een recent gesprek op haar werkkamer in haar huis in het zuiden van Paramaribo.
Simons, die zich een sociaaldemocraat noemt, kreeg haar gevoel voor politiek en voor sociale kwesties er thuis met de paplepel ingegoten. Ze komt uit een gezin met vier kinderen en groeide op in de tijd dat Suriname nog een kolonie van Nederland was. Haar moeder was sociaal werkster en haar vader zat in het leger en was hoofd bij de technische dienst van de TRIS, het koloniale leger in Suriname. „Mijn moeder liet me zien hoe dingen fout kunnen gaan als mensen in armoede terechtkomen en als ze in de steek worden gelaten door de overheid”, zegt ze. „Thuis werd ook veel over politiek gepraat, en mijn ouders waren echte zwevende kiezers en namen me als jong meisje mee naar verschillende politieke bijeenkomsten in verkiezingstijd. Dat heeft bijgedragen aan mijn vorming.”
Of ik acceptabel ben voor Nederland? Dat zal de Nederlandse regering maar moeten bepalen. Wij hebben genoeg vrienden in de wereld
Het was vooral haar moeder die zich bemoeide met de opvoeding van de dochters in het gezin. „Mijn moeder zei altijd: ‘mijn zonen zullen wel een vrouw vinden waar ze het goed mee krijgen, maar mijn dochters moeten voor zichzelf kunnen zorgen’. Dat ik arts ben geworden was iets dat mijn moeder al in mij zag toen ik jong was. Een van mijn belangrijke doelen als president zal, naast heel veel andere zaken, zijn om de gezondheidszorg en onderwijs er weer bovenop te krijgen. Deze hele belangrijke pijlers in de samenleving zijn de afgelopen jaren volledig uitgehold.”
Braindrain
Suriname gaat al langer gebukt onder een braindrain: verplegers en onderwijzers vertrekken massaal uit Suriname om zich in de Cariben en Nederland te vestigen, waar salarissen hoger liggen en de werkomstandigheden vaak beter zijn. Onder de vertrekkende president Chan Santokhi is de situatie schrijnender geworden. Om verarming en hoge inflatie te bestrijden, klopte Santokhi aan bij het Internationaal Monetair Fonds. In ruil voor steun moest er fors worden bezuinigd en werden overheidssubsidies op onder meer nutsvoorzieningen en brandstof grotendeels losgelaten, waardoor het dagelijks leven veel duurder werd.
Het besluit van Santokhi om met het IMF in zee te gaan kwam mede doordat er 4 miljard dollar aan staatsschuld op zijn bord lag. Die was achtergelaten door de partij van Simons, de NDP, toen nog onder leiding van de inmiddels overleden oud-president Bouterse. „Ik zeg niet dat er door de NDP geen fouten zijn gemaakt in de periode dat we aan de macht waren, we moeten de hand ook in eigen boezem kunnen steken. Maar was het echt nodig dat Santokhi zo’n ingrijpend programma met het IMF overeen kwam? In onze regio zijn meerdere landen met zo’n programma, maar dat van Suriname was een van de meest verschrikkelijke. Het IMF heeft voor behoorlijke kapitaalvernietiging gezorgd. Ik wil niet dat de bevolking nog verder zal pinaren [gebrek lijden]. Ik zal er alles aan doen om dat te vermijden.”
Met Jennifer Simons krijgt Suriname voor het eerst een vrouw als president.
Foto Ranu Abhelakh/AFP
Of en vooral ook hoe ze verder zal gaan met het IMF kan Simons nog niet zeggen, hoewel er, zo zegt ze, al wel gesprekken gevoerd worden. Ze belooft de Surinamers geen gouden bergen en vraagt mensen om geduld. „We kunnen niet van een modderpoel in één stap naar een glas drinkwater gaan. Dat zal een flink aantal stappen kosten. Maar wat ik wel wil is dat de bevolking moet zien dat we stappen zetten’’.
Lees ook
Dit profiel van Jennifer Simons
Simons staat bekend als een serieuze en rustige politica. Ook tijdens het gesprek kiest ze haar woorden zorgvuldig en bedachtzaam. Als misschien wel de meest ervaren politicus binnen haar partij staat ze bekend als iemand van de inhoud. Ze pleit voor een nieuwe vorm van besturen, waarbij ze in ieder geval een veelkoppig monster in de Surinaamse politiek zegt te willen aanpakken: corruptie. Opeenvolgende Surinaamse regeringen hebben zich daar schuldig aan gemaakt. Binnen de huidige coalitie van president Santokhi was er ook sprake van vriendjespolitiek en het bevoordelen van familieleden. Ook de huidige vicepresident Ronnie Brunswijk, die met zijn partij ABOP ook plaats zal nemen in de nieuwe coalitie van Simons, maakte zich schuldig aan corruptie.
Veiligheidskleppen
De aanpak van corruptie wordt een hele uitdaging, want het zit diep geworteld in de Surinaamse politiek, ook binnen de partij van Simons. „Corruptie is iets dat al heel lang in Suriname een groot probleem is, ook binnen onze eigen gelederen als NDP. We zullen veiligheidskleppen inbouwen zodat mensen niet per ongeluk de fout in gaan. Denk aan het versterken van de instituten om corruptie te bestrijden. Ik wil ook dat ambtenaren goed betaald worden zodat ze minder vatbaar zijn voor omkoping. En ik ben een voorstander van het digitaliseren van de overheid zodat er meer transparantie en controle is.”
„Maar als politici en coalitiepartners echt de fout in gaan, dan ga ik zo iemand op geen enkele manier de hand boven het hoofd houden. Dat moet duidelijk zijn. Dat kan betekenen dat de eerste de beste die dat doet, eruit ligt. De bevolking vertrouwt de politiek niet meer, dat vertrouwen moeten we terug krijgen.”
Die aanpak van corruptie en goed bestuur ziet Simons ook in het kader van belangrijke toekomstige ontwikkelingen in Suriname die tijdens haar regeerperiode naar verwachting zullen plaatsvinden. In 2028, over drie jaar, worden de eerste olie-inkomsten verwacht. Voor de kust zijn grote oliereserves gevonden waar Suriname miljarden aan kan verdienen. Voor een land met een kleine zeshonderdduizend inwoners kan dit een metamorfose betekenen, mits het geld goed terecht komt, en niet in de zakken van een kleine groep verdwijnt.
We kunnen niet van een modderpoel in één stap naar een glas drinkwater gaan. Dat zal een flink aantal stappen kosten
Simons voelt de druk. „We hebben ook de verantwoordelijkheid om te zorgen dat jonge Surinamers straks in de oliesector kunnen werken en niet alleen buitenlands personeel de baantje krijgt. De eerste tijd zullen we bovendien sober en zuinig aan moeten doen. We moeten nog drie jaren overbruggen voordat de oliedollars binnenkomen.”
Daarbij is Noorwegen voor haar een groot voorbeeld. Daar zijn de oliewinsten ondergebracht in een spaarfonds voor toekomstige generaties en wordt geïnvesteerd in gezondheidszorg en onderwijs. „We zullen in die sectoren moeten investeren, en ons niet nu al rijk rekenen. Mij zul je ook niet in luxe zien leven. Ik heb meer dan vijfentwintig jaar politieke ervaring, ik heb een huis en een auto en alles wat ik nodig heb.”
In 2012 kwam Simons in opspraak kwam toen ze als parlementsvoorzitter een omstreden amnestiewet door het parlement loodste. Daardoor kon Bouterse niet vervolgd worden voor de Decembermoorden. Ze staat nog steeds achter die beslissing, omdat een veroordeling volgens haar toen voor instabiliteit zou hebben gezorgd. Vervolgens werd deze amnestiewet jaren later alsnog ongeldig verklaard door het Constitutioneel Hof.
Verkiezingsbord voor de parlementsverkiezingen van 25 mei, die werden gewonnen door de NDP van Simons.
Foto Ramon van Flymen/anp
Uitvaart
Simons wil en kan zich niet vergelijken met Bouterse, zegt ze. „Niet omdat ik me van hem distantieer, want dat is niet het geval, maar omdat ik een ander persoon ben. Ik ben geen Bouterse, ik ben mezelf. Bouterse heeft veertig jaar een belangrijke rol gespeeld in de Surinaamse politiek, dat valt niet te ontkennen, of je het nu met hem eens bent of niet. Half Suriname was op zijn uitvaart. Waar ik hem voor waardeer is dat hij de verschillende etnische groepen in Suriname heeft samengebracht en van onze partij de eerste multi-etnische partij gemaakt heeft, als voorbeeld voor de samenleving. Dat neem ik zeker over. Maar ik vind wel dat we moeten beseffen dat het leven doorgaat en dat Bouterse er niet meer is.”
Het is belangrijk dat de Surinamers in de diaspora weten dat ze altijd terug kunnen
De relatie met Nederland was onder Bouterse verslechterd, de Nederlandse ambassadeur werd zelfs teruggeroepen. Denkt Simons dat ze een acceptabelere president is voor Nederland? „Weet u, het interesseert me niet echt. Dat zal de Nederlandse regering maar moeten bepalen. Wij hebben genoeg vrienden in de wereld. We hebben relaties met de Verenigde Staten, met China, India, met onze buurlanden Brazilië en andere landen in Zuid-Amerika. Ik ben voor een zakelijke, normale relatie met Nederland, ook omdat een heleboel van onze mensen daar zijn, onze Surinaamse familieleden waar we zeer close mee zijn.”
„Wij moeten ook op hen letten want tegenwoordig is het geen garantie meer dat ze in alle tijden in Europa of Amerika goed worden behandeld, door het politieke klimaat en de intolerantie daar. Het is belangrijk dat de Surinamers in de diaspora weten dat ze altijd terug kunnen komen en ook al komen ze niet terug, de band met Suriname er is. Als Nederland slim is, zien ze dat er ook een belang voor hen hier is. We zijn misschien een land met een kleine bevolking, maar wel met een heleboel rijkdom.”
Russische troepen gebruiken in de oorlog in Oekraïne op steeds grotere schaal verboden chemische wapens, in opdracht van de legertop in Moskou. Nederlandse inlichtingendiensten hebben militaire instructies onderschept waaruit blijkt dat de inzet van chemische middelen op het slagveld inmiddels „aan de orde van de dag” is bij de Russische krijgsmacht.
Dat zeggen demissionair minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) en de directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), vice-admiraal Peter Reesink, in een vraaggesprek met NRC. Brekelmans stuurde vrijdagochtend een brief over de Nederlandse bevindingen naar de Tweede Kamer.
Sinds de inval in Oekraïne in 2022 heeft Rusland volgens Kyiv ruim 9.000 keer verboden strijdmiddelen ingezet. Daarbij gaat het niet alleen om traangas, maar vooral om chloorpicrine, een giftige stof die verboden is volgens het internationale Verdrag Chemische Wapens (CWC). Dat verdrag uit 1993 is ondertekend door 198 landen, waaronder Rusland. Chloorpicrine wordt ingezet om Oekraïense soldaten uit hun loopgraven te drijven, zodat ze kunnen worden aangevallen.
„Afschuwelijk” en „onacceptabel”, zegt Brekelmans over de Russische praktijken aan het front. „We zien dat Rusland bereid is om alle internationale normen aan zijn laars te lappen.”
Gevaarlijk voor mensen
Trichloornitromethaan of chloorpicrine werd al in de Eerste Wereldoorlog door het Duitse leger gebruikt, als een van de eerste chemische wapens die in oorlogstijd werden ingezet. De giftige stof, die ook wordt gebruikt als bodemontsmettingsmiddel in de landbouw, is in hoge concentraties gevaarlijk voor mensen. Het veroorzaakt onder meer ernstige irritaties aan ogen, huid en luchtwegen en kan leiden tot duizeligheid, braakneigingen, diarree en ademhalingsproblemen. Omdat het middel ook civiele toepassingen kent, staat chloorpicrine op ‘lijst 3’ van het Verdrag tegen Chemische Wapens. Dit betekent dat grootschalige productie van de stof valt onder het inspectieregime van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Het gebruik daarvan tijdens militaire operaties is uitdrukkelijk verboden.
De Oekraïense regering maakt al langer melding van de inzet van verboden strijdmiddelen; vorig jaar beschuldigde ook de Amerikaanse regering Moskou al van het gebruik van chloorpicrine. De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD kunnen de inzet daarvan nu bevestigen, zo zegt minister Brekelmans. „Het feit dat we die instructies zien betekent dat de inzet van deze middelen deel is geworden van hun modus operandi”, zegt MIVD-chef Reesink.
De Nederlandse diensten hebben bij hun onderzoek samengewerkt met partnerdiensten, waaronder de Duitse Bundesnachrichtendienst (BND). Reesink wil niet ingaan op de herkomst van de informatie.
Drie doden, 2.500 gewonden
Volgens minister Brekelmans heeft de OPCW in Den Haag inmiddels 9.400 meldingen ontvangen van de Oekraïense autoriteiten over de inzet van verboden strijdmiddelen. Drie Oekraïense militairen zijn omgekomen als gevolg van contact met chloorpicrine, 2.500 anderen moesten in het ziekenhuis worden behandeld met vergiftigingsverschijnselen.
Het aantal ‘indirecte’ doden ligt waarschijnlijk veel hoger, zegt Brekelmans. Door inzet van het gif worden soldaten uit hun schuilplaatsen gejaagd waarna ze met conventionele munitie kunnen worden gedood. De strijdmiddelen worden vooral afgeworpen vanuit kleine cameradrones boven de frontlinies.
De inzet van chloorpicrine wordt ondersteund en gefaciliteerd door de Russische Radiologische, Chemische en Biologische (RBC)-troepen, die zijn gespecialiseerd in chemische oorlogsvoering. Volgens MIVD-chef Reesink is het duidelijk dat de inzet door het militaire commando in Moskou wordt gesanctioneerd.
Glijdende schaal
De Nederlandse diensten hebben vooralsnog geen aanwijzingen dat er zenuwgassen worden ingezet, die al in zeer kleine doses dodelijk zijn. Brekelmans en Reesink waarschuwen echter voor een „glijdende schaal”, waarbij de inzet van chemische wapens steeds normaler wordt. Daar waar de Russen tijdens het begin van de oorlog alleen het niet-dodelijke traangas inzetten (wat overigens ook verboden is) is het gebruik van de giftige stof chloorpicrine inmiddels routine. Dit kan „de drempel verlagen” voor de inzet van zenuwgas, zo zegt Reesink. „Met de inzet van chloorpicrine zijn ze een volgende brug overgegaan”, zegt Brekelmans. Volgens de minister heeft dat ook gevolgen voor de manier waarop NAVO-landen zich moeten voorbereiden op een militaire confrontatie met Rusland. „Dit is niet alleen gevaarlijk voor Oekraïne, maar voor de hele wereld.”
De Oekraïense regering ageert al enkele jaren tegen de Russische inzet van chemische wapens. De Oekraïense veiligheidsdienst SBOe eiste eind vorig jaar de verantwoordelijkheid op voor de moordaanslag op de Russische generaal Igor Kirillov, die op straat in Moskou om het leven kwam toen een bom in een geparkeerde step explodeerde. Kyiv beschuldigde Kirillov ervan als hoofd van de Russische RBC-troepen verantwoordelijk te zijn voor de inzet van giftige strijdmiddelen op het slagveld in Oekraïne. De SBOe noemde hem „een oorlogscrimineel en een legitiem doelwit”.
Rusland schrikt niet terug voor het gebruik van chemische wapens. Zo werd oppositieleider Aleksej Navalny in 2020 vergiftigd met het zenuwgif novitsjok. – Foto Maja Hitij/Getty Images
Vernietiging chemisch arsenaal
Na het einde van de Koude Oorlog en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft Rusland het grootste deel van zijn reusachtige chemische arsenaal vernietigd. In 2017 maakte de OPCW bekend dat de volledige wapenvoorraad van bijna 40.000 kubieke ton was geëlimineerd.
Het volgende jaar, toen de overgelopen spion Sergej Skripal in het Britse Salisbury werd vergiftigd met het geavanceerde zenuwgif novitsjok, bleek echter dat Rusland nog altijd chemische wapens ontwikkelt. In 2020 belandde de Russische oppositieleider Aleksej Navalny op de intensive care nadat hij was vergiftigd met novitsjok.
In 2018 verstoorde de MIVD een poging van Russische agenten van de militaire inlichtingendienst GROe om in te breken in het wifinetwerk van de OPCW vanaf een parkeerplaats van het naastgelegen Marriott-hotel, op een moment dat de OPCW de inzet onderzocht van chemische wapens door de toenmalige Syrische dictator Assad – een bondgenoot van Moskou.
Moskou wil in OPCW-raad
Desondanks heeft Rusland de afgelopen twee jaar – tevergeefs – geprobeerd om lid te worden van de uitvoerende raad van de OPCW. Volgens Brekelmans is het een van de redenen om nu naar buiten te komen met de informatie dat Rusland op grote schaal het verdrag tegen chemische wapens schendt. „Rusland kan geen lid worden van de uitvoerende raad. Een land met een actief programma voor chemische wapens, dat de inzet van chemische wapens in Oekraïne steeds verder opvoert.”
De Nederlandse onthulling over de veelvuldige inzet van chemische wapens komt op een moment dat Oekraïne kampt met snel oplopende munitietekorten. Deze week maakte het Amerikaanse ministerie van Defensie bekend dat de levering van bepaalde munitie, waaronder raketten voor Patriot-luchtafweersystemen, wordt gestopt vanwege teruglopende wapenvoorraden in de VS zelf. Het gevolg daarvan is dat de Oekraïense strijdkrachten minder middelen hebben om zich te verdedigen tegen Russische aanvallen met drones en raketten, terwijl Moskou bijna wekelijks nieuwe recordaantallen projectielen afvuurt op de Oekraïense steden.
Brekelmans constateert een wereldwijde schaarste als het gaat om Patriot-systemen. „Daar lopen wij in Nederland ook tegenaan.” Dat heeft mede te maken met de productiecapaciteit die internationaal onvoldoende is. „Dus dat moet enorm omhoog, en worden versneld”, zegt Brekelmans. „Wij kijken nu welk type luchtverdediging we nog wel kunnen leveren. We hebben vorige week nog aangekondigd dat we honderd radarsystemen sturen, die bedoeld zijn om drones te detecteren. Wij zullen de Amerikanen blijven aansporen om bepaalde zaken te leveren. En we kijken continu wat we zelf kunnen leveren, zodra we iets kunnen missen. We gaan ook door met ons programma voor munitie voor de F-16’s, die een belangrijke rol spelen in de Oekraïense luchtverdediging.”
Er was uiteindelijk een late stemming voor nodig, maar donderdagnacht is naast de omstreden asielwetten van voormalig minister Faber (PVV) ook de Wet versterking regie volkshuisvesting door de Tweede Kamer aangenomen.
De Wet regie is de belangrijkste volkshuisvestingswet die nog in behandeling was en waarvan de voorbereiding al jaren loopt. De wet vormt de juridische basis onder het volkshuisvestingsbeleid van de komende tijd.
Het Rijk krijgt door de wet een grotere rol in het uitvoeren van Nederlandse woningbouwplannen. De minister van Volkshuisvesting gaat in grote mate bepalen waar er wordt gebouwd, hoeveel er wordt gebouwd en wie met voorrang in aanmerking moet komen voor een woning. Ook kan de minister als conflictbemiddelaar optreden als nieuwbouw stil dreigt te vallen door onenigheid tussen gemeenten en provincies.
Daarbij zorgt de Regiewet ervoor dat bezwaartrajecten bij woningbouwprojecten fors worden ingekort: bezwaarmakers kunnen voortaan nog maar één keer in beroep, en dan wel meteen bij de Raad van State.
Afschuifgedrag
Waar Hugo de Jonges Wet betaalbare huur politiek het meest gevoelig lag, wordt zijn Wet regie gezien als het magnum opus van de oud-minister (Volkshuisvesting, CDA).
De huidige woonminister Mona Keijzer (BBB), inmiddels demissionair, zwakte de grotere invloed van het Rijk op een aantal punten weer iets af. Zo worden gemeenten niet verplicht om twee derde betaalbaar en een derde sociaal te bouwen, maar mogen ze dat op regioniveau afstemmen.
Dit was een van de grotere twistpunten tijdens het Tweede Kamerdebat vorige week. Critici vrezen dat kleinere gemeenten in de nabijheid van steden hierdoor minder sociaal bouwen en dat overlaten aan de grotere steden. Een amendement om de 30 procent sociale bouw op gemeenteniveau af te dwingen, kreeg geen meerderheid – een motie van die strekking wel.
Een poging vanuit de oppositie om dakloosheid (met een bredere definitie) toe te voegen als erkende reden voor een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning, sneuvelde dinsdag ook. Wel werd, tegen de zin van Keijzer, een amendement aangenomen dat gezinnen met minderjarige kinderen landelijk een urgentieverklaring toekent.
Ook een amendement dat een ‘fatale termijn’ bij vergunningverlening regelt, kreeg een meerderheid. Dit stelt de minister in staat om bij een conflict tussen gemeenten en provincies na uiterlijk acht weken in te grijpen en een knoop door te hakken.
Onrust na amendementen
Hoewel het debat vorige week vrij rustig verliep, zorgden meerdere scherpe moties en amendementen ervoor dat het op de valreep toch nog spannend werd. Donderdag draaide het bij de stemming niet langer om de vragen ‘waar’ en ‘hoeveel’ er gebouwd moet worden, maar met name ‘voor wie’.
Het meest omstreden amendement werd ingediend door de PVV en kreeg een meerderheid. Volgens deze wijziging wordt het voor gemeenten voortaan verboden om statushouders een urgentieverklaring te geven, waarmee zij voorrang hebben bij de toewijzing van een sociale huurwoning.
Lees ook
Lees ook: hier gaat de Wet regie over
Het zal moeten blijken of deze ingrijpende wijziging het voor de rechter gaat halen. Immers: iemand met een verblijfstatus die na een behandeltraject uit de jeugdzorg komt, heeft volgens het amendement straks geen recht op een urgentieverklaring – terwijl iemand met een Nederlands paspoort dat wel heeft.
De weerstand groeide donderdag; gemeenten voorspellen „chaos” in de opvang als statushouders niet langer een urgentieverklaring krijgen. Onder meer corporatiekoepel Aedes, de Woonbond en de Vereniging Nederlandse Gemeenten riepen de Kamer op de stemming uit te stellen tot na het zomerreces, zodat de Raad van State een juridisch vooronderzoek kan uitvoeren naar de gevolgen van het amendement. Voor dit verzoek van ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis bleek geen meerderheid te zijn.
Het toewijzingsverbod voor statushouders zorgde dat partijen die aanvankelijk voor de wet waren, na middernacht uiteindelijk alsnog tegen stemden. Volgens Hans Vijlbrief (D66) is het wetsvoorstel in strijd met schending van het discriminatieverbod in de grondwet. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop stelde dat met het amendement „ontmenselijking” in de wet is geslopen. ChristenUnie-Kamerlid Grinwis stemde voor, maar wel „met de neus dicht”.
In een Kamerbrief donderdagmiddag had Keijzer laten weten „de uitvoerbaarheid en de rechtmatigheid” van de amendementen te gaan onderzoeken. Daar zal ook de Eerste Kamer vragen bij stellen, al lijkt er na de steun van de huidige coalitiepartijen plus PVV, de Christelijke en rechtse partijen een meerderheid voor de wet te zijn.
Kan een gevallen kabinet nóg een keer uit elkaar vallen? En dan ook nog eens over asiel? Opeens, op donderdagavond 22.00 uur, werd die vraag actueel in de Tweede Kamer. Nicolien van Vroonhoven, fractievoorzitter van regeringspartij NSC, liep de kamer uit waar haar twintigkoppige fractie een uur had vergaderd. NSC kon niet leven met „dit vreselijke rot-amendement” van de PVV, dat de Kamer twee dagen eerder had aangenomen.
Van Vroonhoven wilde een brief van demissionair minister David van Weel (Justitie, VVD), waarin hij zou schrijven dat het zo’n vaart niet zou lopen met het PVV-plan om illegaliteit strafbaar te stellen. Wéér een brief, want de eerste, die middag verstuurd, vond NSC niet goed. Dat was een „flutbrief”. Van Weel moest NSC „comfort” bieden. En anders? Van Vroonhoven wilde niet uitsluiten dat na de PVV ook NSC uit het demissionaire kabinet-Schoof zou stappen.
Het was al laat in de avond, en de tijd drong. De Kamer stond op het punt met zomerreces te gaan. Voor die tijd moest over alle wetsvoorstellen gestemd worden, ook de zogeheten ‘asielnoodmaatregelenwet’ en het wetsvoorstel tweestatusstelsel, die waren ingediend in de tijd dat de PVV nog een regeringspartij was.
Maar steun voor die wetten, die volgens het kabinet „het strengste asielbeleid ooit” mogelijk maakt, was opeens onzeker. Binnen NSC, eerst vóór, werden de stemmen steeds luider om tegen te stemmen. En de SGP kreeg bezwaren. Het CDA was eerder al afgehaakt. Zo verdampte niet alleen een meerderheid in de Tweede Kamer, maar vooral ook in de Eerste Kamer.
Sfeer van chaos
De parlementaire afhandeling over dit omvangrijke pakket asielmaatregelen verliep de hele week in een sfeer van totale chaos. Niemand wist nog wat er gebeurde. De Tweede Kamer stemde op donderdagnacht uiteindelijk vóór de wetten, maar de chaotische manier waarop was tekenend voor het tijdperk-Schoof.
De crisis begon op dinsdag, toen de Tweede Kamer stemde over een lange serie amendementen op de twee grote asielwetten. Met amendementen kan de Kamer wetten aanpassen. Die twee wetten zijn maatschappelijk en politiek van groot belang. Ze maken veel strenger asielbeleid mogelijk, en dat raakt de levens van asielzoekers en statushouders, maar ook het beleid van gemeenten en provincies.
Politiek gezien zijn de wetten ook cruciaal: veel partijen op rechts en in het midden willen vlak voor nieuwe Tweede Kamerverkiezingen graag laten zien dat ook zij voor strenger asielbeleid zijn. Vandaar dat het demissionaire kabinet (VVD, NSC en BBB) ook na het uitstappen van de PVV de maatregelen van de opgestapte minister Marjolein Faber wilde doorzetten.
Maar op de wetsvoorstellen kwamen amendementen die de wetten flink konden verzwaren. Eentje, van de PVV, behaalde totaal onverwacht een meerderheid: illegaliteit zou strafbaar worden gesteld. Dat geldt ook voor burgers of instanties die mensen in de illegaliteit helpen. Waarom dit voorstel opeens een meerderheid kreeg: het was misgegaan met het ‘pairen’. Enkele Kamerleden die tegen waren, onder wie GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans, hadden niet goed geregeld dat hun stem zou worden weggestreept tegen die van een voorstander – een oud gebruik in de Kamer. Een blunder, wordt ook in GroenLinks-PvdA gezegd.
Tegenreactie
Maar het aangenomen amendement bracht tegelijk een – eveneens onverwachte – tegenreactie op gang. Want het CDA, dat vóór strafbaarstelling van illegaliteit is, was sterk tégen dit amendement. Partijleider Henri Bontenbal vond het veel te ver gaan dat ook hulp aan mensen in de illegaliteit bestraft kon worden. Bontenbal trok zijn steun aan de twee wetten van het kabinet in. Daarmee bracht hij de toekomst van de wetten in groot gevaar.
Al snel kwam de spijt bij de SGP, die voor had gestemd. De partij leek de implicaties totaal onderschat te hebben en zocht naar een uitweg. Want wat betekende dit amendement voor bijvoorbeeld kerken die illegalen een kopje soep aanbieden? Worden die straks vervolgd?
Daarbij werden ze gesteund door NSC, dat tégen had gestemd, maar waar de interne verdeeldheid toesloeg. Sommige Kamerleden vonden dat het amendement betekende dat de beide asielwetten ook niet door mochten gaan. Anderen vonden juist dat de wetten door moesten gaan. Het lag principieel voor beide kampen in de fractie, lieten betrokkenen weten.
Op donderdag trokken NSC en SGP samen op. Ze wilden harde toezeggingen van minister van Weel. Die gaf hij niet. In een Kamerdebat zei Van Weel dat niet hij, maar het Openbaar Ministerie afweegt wie wel en niet vervolgd wordt. Als de Kamer een amendement aanneemt, dan bepaalt de Kamer de inhoud een wet. „En de wet is de wet.”
Flesjes Pepsi
NSC en SGP begonnen, met aangerukte flesjes Pepsi, aan een urenlang crisisoverleg op de kamer van SGP-leider Chris Stoffer. De staatsrechtelijk gereformeerden en de partij van goed bestuur begonnen aan een staatsrechtelijk fröbelwerkje. Ze zochten naar manieren om het amendement te verzachten. Die zijn er in de wet of het reglement van orde in de Tweede Kamer nauwelijks. Ze wilden immers een al aangenomen amendement aanpassen, en zo werkt wetgeving niet. Dus moest er een list verzonnen worden.
De partijen zetten Van Weel onder druk met een nieuwe brief te komen. Die stuurde hij uiteindelijk in de late avond. Van Weel deed nauwelijks nieuwe toezeggingen. Hij beloofde dat de Raad van State er nog eens goed naar zou kijken. Maar het is wel een controle achteraf: het amendement is immers al aangenomen. Bovendien: wat gebeurt er met het advies? De Raad van State was in februari al heel kritisch over de twee asielwetten van Marjolein Faber, en die zijn ook gewoon doorgevoerd. Van Weel belooft de partijen nog met de Kamer te debatteren over het „zwaarwegende” advies van de Raad van State voor het amendement ook echt beleid wordt.
Hoe dan ook, de toezegging was genoeg voor de twee partijen om in te stemmen met beide asielwetten. Alleen NSC-Kamerlid Faith Bruyning stemde tegen de asielnoodmaatregelenwet. Zo kwam vrijwel iedereen beschadigd uit deze zoveelste politieke crisis rondom asiel. De samenhang in het demissionaire kabinet bleek, opnieuw, zeer zwak. Twee zeer ingrijpende wetten werden op het allerlaatste moment met veel kunst- en vliegwerk aangenomen.