De rechtbank in Rotterdam wil demissionair premier Dick Schoof als oud-NCTV-baas horen in de strafzaak tegen de van spionage verdachte topanalist Abderrahim El M. Schoof stond tussen 2018 en 2020 aan het hoofd van terrorismecoördinator NCTV.
El M. was ruim dertig jaar werkzaam als NCTV-hoofdanalist op het gebied van jihadisme en salafisme, op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Tot hij in oktober 2023 werd gearresteerd op Schiphol.
Onder meer in de maanden mei, juni en juli van 2023 printte de analist staatsgeheime informatie bij de NCTV, om die vervolgens thuis te digitaliseren, stelt het OM. Vervolgens zou hij de gevoelige informatie hebben meegenomen naar Marokko. Ook bij zijn arrestatie werden er staatsgeheime documenten in zijn koffer aangetroffen.
Omdat El M. zijn pensioen naderde, zou hij volgens het OM „middelen” willen. De verdachte zou ook een medewerker van de Marokkaanse geheime dienst hebben bedankt voor „een fijne vakantie”.
De hoofdanalist wordt formeel verdacht van het overdragen van staatsgeheime informatie aan derden en het schenden van zijn geheimhoudingsplicht, van april tot en met oktober 2023. El M. ontkent de aantijgingen en beroept zich veelal op zijn geheimhoudingsplicht als NCTV-medewerker. De verdachte wordt vrijgelaten in afwachting van de behandeling van zijn zaak.
Volgens de rechtbank kunnen getuigen als Schoof mogelijk verklaren over „de interne visie op de positie van de verdachte in de organisatie en de toegang van de verdachte tot – en omgang met – staatsgeheime en vertrouwelijke stukken”. De verhoren zullen niet openbaar zijn. Naast Schoof wil de rechtbank onder meer de huidige NCTV-baas Pieter-Jaap Aalbersberg horen.
Lees ook
Abderrahim El M. waarschuwde voor Marokkaanse spionage, nu wordt hij er zelf van verdacht
Op een regionale weg botste een zware vrachtwagen op een minibus. Achttien mensen, onder wie veel jongeren, kwamen om het leven.
Video Reuters
Een dramatisch verkeersongeluk op de stoffige, gebarsten ringweg bij het dorp Kafr Al-Sanabisa in Egypte heeft tot grote maatschappelijke discussie geleid. Achttien Egyptische kinderen en jongvolwassenen kwamen op 27 juni om toen een zware vrachtwagen met hoge snelheid hun minibus ramde. Ze waren onderweg naar huis na een lange dag druiven plukken in de wijngaarden van Sadat City. Het merendeel van de slachtoffers was minderjarig: de jongste slachtoffers waren 14 jaar, de oudste 23. Ook hun 22-jarige chauffeur overleed ter plekke.
De vrachtwagenbestuurder overleefde – hij zit nu in hechtenis. Hoewel hij reed onder invloed en zonder geldig rijbewijs, is ook de staat van de weg ter discussie komen te staan.
Het ongeluk zorgt voor een publiek debat over twee hardnekkige problemen die Egypte al jaren teisteren: de voortwoekerende kinderarbeid en de verwaarloosde infrastructuur.
Dromen in puin
Na het ongeval kwamen al gauw veel verhalen over de slachtoffers online. Onder de slachtoffers was de vijftienjarige Duha Hammam al-Hefnaw. Ze droomde ervan militair verpleegkundige te worden en werkte na schooltijd om te sparen voor een mobiele telefoon. Hadeer Abdel Basset (21) betaalde met haar loon haar studie verpleegkunde. Shaima Abdel Hamid (19), universitair student, hoopte ingenieur te worden – op de Facebook-pagina van haar universiteit staan inmiddels veel rouwberichten van mede-studenten.
Rawida Khaled (leeftijd onbekend) zou over twee weken gaan trouwen: „Niemand zal me helpen voorbereiden. Ik ben degene die mezelf voorbereid”, zei ze tegen haar vader. Ze vroeg hem of ze extra kon werken om alles te kunnen krijgen voor haar bruiloft. „In plaats van haar trouwjurk te dragen, droegen zij en zeventien andere meisjes een lijkwade”, zegt iemand op platform X.
Eerder hielp Rawida, net als de meeste andere jonge vrouwen, haar familie te onderhouden. Ze worden door Egyptenaren „martelaren van het brood” genoemd. Op sociale media werd de dag van het ongeluk als een „trieste zwarte dag” aangeduid.
Het verdriet in hun geboortedorp Kafr Al-Sanabisa, zo’n honderd kilometer ten noorden van Caïro, is intens. Duizenden dorpsbewoners kwamen er samen voor een massale begrafenis.
Woede over kinderarbeid
Het verdriet maakte snel plaats voor woede. De vraag waarom deze meisjes überhaupt in de bus zaten, drong zich op. In Egyptische talkshows gaan presentatoren en sociale experts hevig tekeer over de trieste zaak – hoe meisjes worden gedwongen de school te verlaten en elke dag in „dodenbussen” stappen voor een loon dat lang niet genoeg is om in de behoeften van het gezin te voorzien.
In Egypte is kinderarbeid, ondanks een formeel verbod, bittere realiteit. Het land beloofde in 2018 kinderarbeid tegen 2025 uit te bannen. Maar volgens een rapport uit 2023 is er weinig tot geen vooruitgang geboekt. Nog steeds verrichten 1,3 miljoen kinderen tussen de vijf en zeventien jaar volgens officiële statistieken werk – vaak onder gevaarlijke of illegale omstandigheden. Vooral meisjes op het platteland worden door hun ouders vroegtijdig van school gehaald om in de landbouw of als huishoudhulp te werken. Egyptische meisjes lopen ook risico op commerciële seksuele uitbuiting, vaak als gevolg van mensenhandel, en gedwongen bedelarij.
Video Reuters
Vaak is het dagloon voor kinderen in fabrieken of andere dagtaken tussen de 100 en 130 Egyptische pond (ongeveer 1,70 tot 2,25 euro). Ook de slachtoffers van het ongeluk vorige week zouden zijn gestorven voor een dagloon dat volgens de BBC en familie-leden slechts 130 Egyptische pond is.
Op X riepen Egyptenaren op tot een herziening van de „niet-bestaande” arbeidswetten van Egypte. Parlementsleden benadrukten als reactie hierop de noodzaak om de arbeidswetgeving te herzien en sociale bescherming te bieden aan arme gezinnen, om herhaling van dergelijke rampen te voorkomen.
De weg des doods
Hoewel nog niet duidelijk is of dit een rol heeft gespeeld, richt de woede van inwoners van Kafr El-Sanabsa zich via Egyptische media ook op de slechte staat van de regionale ringweg. Deze weg is sinds de opening in 2018 – met een kostenplaatje van 9 miljard Egyptische pond (ongeveer 155 miljoen euro – inmiddels in verval geraakt.
De weg, die oorspronkelijk bedoeld was om verkeersdrukte te verlichten en Caïro te verbinden met Zuid-Egypte, wordt nu door veel lokale taxichauffeurs en voormalige ingenieurs van de Wegen- en Bruggenautoriteit als een „corridor van de dood” omschreven. Grote scheuren, bodemdaling en verwaarloosd onderhoud zorgen voor gevaarlijke omstandigheden – foto’s van het slechte wegdek circuleren nu online.
Parlementslid Salma Murad beweert vorige maand al zorgen te hebben geuit over de vertraging in onderhoudswerkzaamheden aan deze weg, maar ze kreeg geen reactie. Lokale ambtenaren in Menoufia weigerden te reageren op verzoeken om verduidelijking over het incident.
Verkeersovertredingen
Het Openbaar Ministerie meldde dat de vrachtwagenchauffeur onder invloed van verdovende middelen reed, en dat hij zonder geldig rijbewijs achter het stuur zat – iets waarvan de eigenaar van het voertuig op de hoogte was. Daarnaast reed hij veel te hard. De zondag na het incident werd het aantal snelheidsradars op de regionale ringweg verdubbeld, wat binnen vier uur al leidde tot negenhonderd geregistreerde snelheidsovertredingen.
Volgens het officiële Egyptische statistiekbureau (CAPMAS) kwamen in 2024 zo’n 5.260 mensen om bij verkeersongevallen, met meer dan 76.000 gewonden. Het aantal doden was gedaald ten opzichte van het jaar ervoor, maar het aantal gewonden gestegen.
President Abdel Fattah el-Sisi verhoogde snel de schadevergoeding voor nabestaanden naar 100.000 Egyptische pond (ongeveer 1.750 euro) en gaf gewonden 25.000 pond (430 euro), bovenop de bedragen die door de ministeries van Arbeid en Solidariteit zijn vastgesteld. Daarnaast beval hij de regering het onderhoud van de wegen, met name de regionale ringweg, te versnellen. Ook moet er betere bewegwijzering komen in bouwzones, evenals strengere handhaving van snelheidslimieten om toekomstige tragedies te voorkomen.
In een nieuwe poging het al jaren haperende schadeherstel van slachtoffers van het Toeslagenschandaal vlot te trekken, heeft staatssecretaris Sandra Palmen (Herstel en Toeslagen, NSC) vrijdag een nieuwe route voor aanvullende schade aangekondigd.
Via deze route mogen alle 42.000 erkende gedupeerden een aanvraag doen voor aanvullende schade die hoger is dan de 30.000 euro die ze al ontvingen. Het is de zoveelste poging van de regering om te handelen naar de aanhoudende klachten over het trage en frustrerende herstel. Het herstel loopt al sinds 2020, volgens critici is het inmiddels zelf verworden tot een bestuurlijk schandaal.
Hoewel bijna alle slachtoffers een eerste beoordeling hebben gehad, vinden velen de uitgekeerde schadevergoedingen te laag
De nieuwe route voor schadeherstel werd afgelopen januari aanbevolen door een ‘spoedadviescommissie’ onder leiding van voormalig Kamerlid Chris van Dam (CDA). Het kabinet kondigde in maart aan het advies over te nemen, toch duurt het tot september voor de nieuwe route operationeel is.
Hoewel bijna alle slachtoffers inmiddels een eerste beoordeling hebben gehad, vinden velen van hen de uitgekeerde schadevergoedingen te laag. Maar de bestaande routes voor aanvullende vergoedingen vielen stil of lopen moeizaam. De Commissie Werkelijke Schade, die slachtoffers met ingewikkelde en grote schades zou helpen, ligt volgens de laatst bekende gegevens nagenoeg stil.
Dossiers
Ook de methode-Laurentien, genoemd naar prinses Laurentien, waarbij de particuliere Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) verantwoordelijk is voor het vaststellen van het compensatiebedrag voor slachtoffers, loopt stroef. Vorige maand werden 100 dossiers van ouders verwerkt, terwijl de stichting volgens de afspraken met het ministerie inmiddels op 1.400 dossiers per maand zou moeten zitten.
Dat komt voornamelijk door de voortdurenderuzies tussen de stichting en het ministerie over de werkwijze van SGH. Volgens het ministerie keerde de stichting te vaak schadebedragen uit die geen verband hadden met het Toeslagenschandaal, die dus niet uitlegbaar waren. Volgens SGH bleef het ministerie ouders als criminelen behandelen en moesten ambtenaren zich niet bemoeien met de werkzaamheden van de stichting.
Uit de Kamerbrief blijkt nu dat het ministerie de belangrijkste eisen van SGH heeft ingewilligd. Tijdens de zomer zullen SGH en het ministerie „de benodigde voorbereidingen” treffen om ook de Laurentien-route vanaf september „stapsgewijs qua volume te kunnen opschalen”, schrijft Palmen aan de Kamer.
De nieuwe digitale route, voor de groep „die zich minder thuis voelt bij de methode van SGH”, zal door het ministerie zelf worden uitgevoerd, via het nog te bouwen internetportaal MijnHerstel. Het ministerie gaat gebruikmaken van het „ruimtehartige” ‘schadekader’ van SGH, een serie vaste bedragen voor bepaalde soorten schade, zoals het verlies van een woning, of loopbaanvertraging.
Lees ook
Onderzoek: ‘Geen enkel kind van gedupeerden in Toeslagenaffaire uit huis geplaatst alleen om schulden’
MijnHerstel
Slachtoffers kunnen binnen die digitale route ook nog steeds kiezen voor een zogenoemde „maatwerkberekening” als ze de vaste schadebedragen te laag vinden. De bewijslast voor ouders ligt dan wel hoger dan wanneer ze kiezen voor het schadekader met vaste bedragen.
Anders dan nu mogen ook ouders aanvullende schade aanvragen als die minder dan 30.000 euro schade hadden. Die ouders hebben immers al 30.000 euro compensatie ontvangen. Hen ook toelaten tot de aanvullende schaderoutes zou het compenseren van de zwaarst gedupeerden ernstig vertragen, was steeds de gedachte. Voor deze groep geldt overigens ook een zwaardere bewijslast.
MijnHerstel is trouwens nog niet operationeel: het ministerie „stelt alles in het werk” om dat voor september gedaan te krijgen. Palmen schrijft dat ze de hersteloperatie nog steeds voor eind 2027 afgerond wil hebben.
Lees ook
Kabinet wil excuses aanbieden aan uithuisgeplaatste kinderen Toeslagenaffaire
Vergiftiging. Seksueel geweld. Cultuurvernietiging. Kinderen die zijn weggehaald bij hun ouders. Gedwongen assimilatie. Misdaden tegen de menselijkheid.
De Yoorrook-commissie, die in opdracht van het deelstaatparlement onderzoek deed naar de kolonisatie van de Australische deelstaat Victoria, oordeelde snoeihard. Yoorrook betekent ‘waarheid’ in de lokale Wemba Wemba/Wamba Wamba Aboriginal taal. De commissie begon in 2021 en werd geleid door vertegenwoordigers van de inheemse bevolking. Deze week presenteerde ze haar lijvige rapport, met een heldere conclusie. „De oorspronkelijke bevolking van Victoria is bijna volledig verwoest”, staat in het rapport. „Dit was een genocide.”
In 1788 werd het continent door de Britse kroon ingelijfd als strafkolonie. Vanaf 1830 werd de huidige staat Victoria in rap tempo gekoloniseerd en een groot deel van de oorspronkelijke bevolking vermoord. Sindsdien wordt zij achtergesteld en onderdrukt. Het jarenlange ‘White Australia’-beleid, dat tot begin jaren zeventig gold, was erop gericht het land een zo wit en westers mogelijke identiteit te geven. Zo werden inheemse kinderen op grote schaal weggehaald bij hun ouders en in tehuizen of bij witte gezinnen geplaatst voor gedwongen assimilatie.
Het blootleggen van die geschiedenis is van groot belang voor de oorspronkelijke bevolking van Australië. Lange tijd is het gitzwarte verleden verzwegen door de heersende koloniale macht. „Voor Aboriginal mensen is dit geen verrassing”, zegt Geraldine Atkinson van de Bangerang/Wiradjuri-stam tegen de omroep ABC. „De waarheid wordt eindelijk verteld, zodat mensen begrijpen hoe groot het trauma is dat kolonisatie heeft aangericht.”
Nu staan de misdaden tegen de inheemse bevolking in Victoria zwart op wit. Vanaf de jaren dertig van de negentiende eeuw, toen de kolonisatie er begon, werd binnen twintig jaar ruim driekwart van de inheemse bevolking gedood door moord en ziekte.
Herstelbetalingen
Onderzoeker Bill Pascoe van de universiteit van Newcastle werkte mee aan het documenteren van de massamoorden op de inheemse bevolking tijdens de zogeheten ‘Frontier Oorlog’ die tot het midden van de jaren dertig van de twintigste eeuw duurde. „Tijdens dit onderzoek heb ik de ergste dingen moeten aanhoren die een mens een ander ooit heeft aangedaan”, zei hij tegen de commissie. Zelfs een Britse regeringscommissie uitte in 1837 zorgen over het excessieve geweld dat de kolonisten in de strafkolonie pleegden.
De waarheid wordt eindelijk verteld, zodat mensen begrijpen hoe groot het trauma is dat kolonisatie heeft aangericht
Maar nog steeds wordt op scholen haast niets onderwezen over deze bloedige periode. De commissie adviseert om de perspectieven en geschiedenis van de inheemse bevolking een plek in het curriculum te geven. Ook zouden docenten verplicht een antiracismetraining moeten volgen.
Het is slechts een van de honderd aanbevelingen in het rapport. De commissie behandelde een breed scala aan onderwerpen, waaronder land- en waterrechten, culturele vernietiging, moord en genocide, gezondheid, onderwijs en huisvesting.
Lees ook
‘Onze prachtige cultuur werd in twintig jaar uitgeroeid’
Een van de belangrijkste aanbevelingen is om tot een verdrag tussen de Aboriginal gemeenschap en de staat Victoria te komen. De inheemse bevolking heeft namelijk nooit formeel haar soevereiniteit opgegeven. In een verdrag moet geregeld worden dat zij recht heeft op zelfbeschikking, teruggave van land, en financiële compensatie.
Want ook de economische gevolgen zijn onderzocht. Sinds het begin van de kolonisatie is in Victoria voor bijna 239 miljard Australische dollar (ruim 133 miljard euro) aan goud gewonnen. Deze rijkdom is niet gedeeld met de oorspronkelijke eigenaren van het land. De commissie stelt daarom dat herstelbetalingen nodig zijn, al is nog onduidelijk hoe die er in de praktijk uit moeten zien.
Doorwerking
Het onderzoek richtte zich niet alleen op misdaden uit de beginjaren van de kolonisatie. ‘Het verleden is het heden’, luidt een van de hoofdstuktitels. Er leven nu zo’n 66.000 mensen van inheemse afkomst in de deelstaat. In heel Australië is dat een kleine miljoen mensen, 3,8 procent van de bevolking. „We hebben nog steeds onevenredig veel Aboriginal mensen in de gevangenis, nog steeds worden grote aantallen kinderen weggehaald bij hun ouders, en veel Aboriginal gezinnen in armoede”, stelt Atkinson.
Ian Hamm (61), een Aboriginal man van de Yorta Yorta-stam, werd als baby van drie weken oud weggehaald bij zijn ouders. Waarom is niet duidelijk, maar zijn alleenstaande moeder had nog drie kinderen van een andere man, en destijds werden kinderen dan vaak onder het mom van ‘bescherming’ weggehaald. „Het is geen opluchting, maar ik ben wel blij dat ons verhaal eindelijk volledig wordt verteld”, zei hij tegen ABC. „Hoe ongemakkelijk het ook is, nu is het verhaal van de Aboriginal bevolking het verhaal van ons allemaal.”
Deelstaatpremier Jacinta Allan nam het rapport woensdag in ontvangst. De regering van Victoria heeft actie beloofd. Foto Joel Carrett/AAP
De deelstaatregering heeft actie beloofd. Later dit jaar wordt in het parlement een wet voorgelegd om de First People’s Assembly, een vertegenwoordiging van de Aboriginal bevolking die adviseert over wetten en beleid, een permanente status te geven. Ook voor onderhandelingen over een verdrag staat de regering open.
Voettocht
Het rapport komt een kleine twee jaar na het referendum over een speciale stem voor de inheemse bevolking in het nationale parlement, dat door een duidelijke meerderheid van de bevolking werd afgewezen.
Lees ook
Krijgen Aboriginals een eigen stem in de Australische grondwet? Het historische referendum splijt het land in tweeën
Dat was een groot verlies voor de regering van premier Albanese en inheemse voorvechters van het voorstel. Maar op kleinere schaal zijn pogingen tot verzoening doorgegaan. In de deelstaat Zuid-Australië is het inmiddels wél gelukt om een zogeheten inheemse ‘stem in het parlement’ te verankeren. De Yoorrook-commissie hoopt dat haar onderzoek nationale navolging krijgt.
Travis Lovett, een Kerrupmara Gunditjmara/Boandik-man en vicevoorzitter van de commissie, liep de afgelopen weken bijna vijfhonderd kilometer door Victoria om aandacht te vragen voor het onderzoek. Hij begon in Portland, waar de kolonisten in 1830 aankwamen, en eindigde op de trappen van het parlement. „We willen vooruit, maar dat moet gebaseerd zijn op waarheid en rechtvaardigheid”, zei hij tegen de Australische editie van The Guardian. „We kunnen genezen van dit diepe trauma, zodat we samen een gedeelde en welvarende toekomst tegemoet kunnen.”
De eigen bijdrage die Oekraïense vluchtelingen moeten betalen voor hun opvang gaat fors omhoog. Een alleenstaande Oekraïner betaalt nu nog 105 euro per maand, maar dat wordt in oktober 244 euro – een ruime verdubbeling. Dat schrijft demissionair asielminister Mona Keijzer (BBB) vrijdag aan de Tweede Kamer.
Sinds 2024 betalen Oekraïners met „voldoende inkomsten”, door een baan of uitkering, mee aan de opvang. Dat geld wordt gebruikt voor een bijdrage aan opvangkosten als gas, water en licht, aldus Keijzer. De kosten voor begeleiding en ondersteuning van vluchtelingen gaan eveneens omhoog.
Gezinnen met twee minderjarige kinderen betalen straks – afhankelijk van hun situatie – een eigen bijdrage van maximaal 488 euro. De extra bijdrage die vluchtelingen op locaties met een catering betalen – 252 euro – gaat niet omhoog. De totale maximale kosten voor een gezin met twee kinderen zijn straks 993 euro per maand.
De regering acht het „redelijk dat ontheemden die kunnen bijdragen aan de kosten dat ook doen”, schreef het inmiddels demissionaire kabinet bij de invoering van de eigen bijdrage. Een van de genoemde redenen voor de invoering was om „het draagvlak voor de opvang van ontheemden te behouden”.
Marjolein Faber (PVV), de opgestapte voorganger van Keijzer, had al aangekondigd dat de eigen bijdrage verhoogd zou worden, maar tot nu toe was nog niet bekend in welke mate. De verhoging moet per 1 oktober ingaan.
Het demissionaire kabinet gaat investeringsfondsen Invest-NL en Invest International samenvoegen en daarbij ook hun financiële mogelijkheden vergroten. Zo krijgt ‘Invest-NL 2.0’ mogelijk op termijn ook de optie krijgen om meer zelf geld op te halen van de kapitaalmarkten.
De twee fondsen gaan vanaf volgend jaar „waar mogelijk” samenwerken, en vanaf 2028 fuseren. Dat heeft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) zojuist bekendgemaakt na de ministerraad. Om te zorgen dat Invest International niet tussentijds stilvalt, haalt het kabinet 250 miljoen euro naar voren uit latere Invest-NL-budgetten.
Een ‘verkenning’ naar ruimere financiering, zoals zelf geld ophalen van de financiële markten dankzij staatsgaranties, wordt nu nog onderzocht. Daarover volgt dit najaar een update.
Mocht die optie er komen, dan lijkt er een soort nationale investeringsbank (NIB) te ontstaan: een bank die met kapitaal van de overheid een veelvoud aan geld kan ophalen bij beleggers. Eerder dit jaar pleitte een groep van 51 prominenten voor zo’n NIB. Die zou met 10 tot 12 miljard aan overheidsbijdrage, 100 miljard aan financieringsruimte voor bedrijven moeten opleveren. Invest-NL had tot nu toe een fondsvermogen van circa 3 miljard, waarmee het tot nu toe 1,1 miljard in bedrijven heeft gestoken en nog eens 3,2 miljard euro aan private investeringen mobiliseerde.
Met meer eigen financieringsruimte kan het fusiefonds meer durfinvesteringen doen: leningen aangaan en aandelen kopen van bedrijven die opstarten of hard groeien of met nieuwe, nog onbewezen producten bezig zijn. Gewone banken vinden dat soort financieringen vaak te risicovol.
Sinds het veelbesproken rapport-Draghi vorige zomer – over hoe het Europese groeivermogen aan te jagen – en de handelsstrapatsen van de Amerikaanse president Donald Trump is er veel aandacht voor overheidsinvesteringen in bedrijven. Draghi heeft het in zijn rapport meerdere keren over national promotional banks.
Lees ook
Er moet een Nationale Investeringsbank komen, zeggen deze prominenten. Had Nederland die niet ooit al? En vier andere vragen
Liveblog Economieblog
Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen
Kennismigranten die naar Nederland komen om te werken, moeten ook daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. De regeling die kennismigranten van buiten de EU toegang geeft tot de Nederlandse arbeidsmarkt, moet daarom strenger. Dat schrijft demissionair minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) vrijdag na de ministerraad in een brief aan de Tweede Kamer.
De kennismigrantenregeling werd bedacht om gemakkelijk vakkrachten voor hooggeschoold werk naar Nederland te kunnen halen. Maar op de vraag of deze migranten ook daadwerkelijk aan dit criterium voldoen, is amper zicht. Dat signaleerde onder andere de Arbeidsinspectie. Zo bleken bedrijven via de regeling, die in 2004 van kracht werd, moeiteloos laaggeschoold personeel over te laten komen.
Het demissionaire kabinet wil de regeling daarom aanscherpen. Nederland wil een hoogwaardige kenniseconomie zijn, maar werd door de jaren heen in plaats daarvan een economie die draait op lageloonarbeid. Nederland telt nu ongeveer een miljoen arbeidsmigranten, waarvan het merendeel laagbetaald werk doet in bijvoorbeeld slachthuizen of kassen. Begin dit jaar telde Nederland ruim 107.000 kennismigranten.
De expertise van kennismigranten is op nationaal en internationaal niveau schaars. Ze werken in sectoren of bij bedrijven die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van de economie, zoals bij chipmaker ASML. Zo dragen kennismigranten bij aan de productiviteitsgroei en innovatie. Migranten die laagbetaald werk doen, remmen juist de economische innovatie. Ook zijn de economische opbrengsten van laagbetaalde arbeidsmigratie beperkt, en de maatschappelijke kosten hoog door de druk op voorzieningen als zorg en huisvesting.
De voorwaarden om kennismigranten naar Nederland te halen zijn nu redelijk eenvoudig – de regeling staat bekend om haar makkelijke uitvoerbaarheid. Er is onder andere een looneis: migranten van boven de dertig moeten maandelijks minstens 5.000 euro bruto verdienen. En de werkgever moet controleren of de migrant een strafblad heeft, en de migrant als deze bij hem kan komen werken een arbeidscontract geven. Bedrijven die gebruik willen maken van de regeling, moeten een zogeheten ‘erkenning’ aanvragen waar geen strenge eisen voor gelden.
Het demissionair kabinet wil nu onder andere het salaris verhogen dat nodig is om als kennismigrant te worden gezien. De looneis komt een paar honderd euro hoger te liggen. Daarnaast moeten strengere eisen gaan gelden voor bedrijven die een vergunning voor kennismigranten kunnen aanvragen. Die eisen gaan nu over hoe financieel gezond, betrouwbaar en stabiel het bedrijf is. Een aanvraag kan bijvoorbeeld worden afgewezen als het bedrijf in de afgelopen vier jaar drie of meer boetes heeft gekregen voor de inzet van illegale arbeid. Straks moeten ook overtredingen van andere wetten meewegen.
Door de kennismigrantenregeling aan te scherpen, volgt Van Hijum advies op van een invloedrijke, onafhankelijke commissie onder leiding van Richard van Zwol. De commissie adviseerde het kabinet begin vorig jaar om afspraken te maken over beperking van de migratie, met meer selectie van kennismigranten voor de economie.
Lees ook
Nauwelijks controle over komst en werk kennismigranten. ‘De regeling is bedacht om het bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken’
Liveblog Economieblog
Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen
Op 23 maart openen Israëlische militairen het vuur op een Palestijns ambulancekonvooi in Gaza. Vijftien ambulancemedewerkers worden gedood. Het Israëlische leger laat bulldozers aanrukken om hun voertuigen te pletten en de lichamen samen met de ambulances in een massagraf te storten.
Politici in alle uithoeken van de wereld reageren geschokt. In Nederland wordt erover gedebatteerd in de commissie Buitenlandse Zaken. Kan het niet zijn, vraagt Tweede Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie aan minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC), dat „de lichamen begraven worden om te voorkomen dat ze aangetast worden”?
Kamerleden van SP, D66 en Denk reageren verbaasd. Hoe komt Ceder erbij dat Israëlische soldaten de lichamen van de Palestijnen wilden beschermen, en niet hun moord wilden verdoezelen? „Ik ging er eigenlijk van uit – daarom is mijn verbazing gegroeid tijdens dit debat – dat dit een retorische vraag zou zijn, want het is natuurlijk niet normaal”, zegt Sarah Dobbe van de SP.
Het debat is een voorbereiding op een Raad Buitenlandse Zaken in Brussel. Voorafgaand, zo blijkt uit onderzoek van NRC, heeft het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) een document aan bevriende politici in de Tweede Kamer gestuurd onder de titel: ‘Input debat Raad Buitenlandse Zaken’. Het CIDI (opgericht in 1974) is een Nederlandse maatschappelijke organisatie die „begrip voor de beweegredenen” van Israël wil creëren. Hoewel het CIDI geen officiële banden onderhoudt met de Israëlische regering, vertolkt de organisatie vaak de argumenten van het kabinet-Netanyahu.
„Het klopt dat de lichamen begraven zijn, maar dat is protocol vanwege de vele zwerfhonden in de Gazastrook die anders lichamen aanvreten”, staat er in de CIDI-input – waarin met geen woord gerept wordt over de geplette ambulances. Het idee dat Israël heeft geprobeerd het incident in „de doofpot” te stoppen is volgens het CIDI „onjuist”.
‘Ondoorzichtig’
Die uitleg is een herhaling van een verklaring van de Israëlische strijdkrachten. Zo stelde de Israëlische Defense Force (IDF) eerder dat de ambulances zonder zwaailichten en met gedoofde koplampen naderden – een bewering die wordt weerlegd door de beelden die een ambulancebroeder vlak voor zijn dood maakte met zijn telefoon.
Dat Kamerleden worden benaderd door lobbyisten en belangenorganisaties is in de Tweede Kamer routine. „Voor een debat krijg ik vaak informatie vanuit het maatschappelijk middenveld”, zegt buitenlandwoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA). De briefing van het CIDI heeft Piri tot haar verbazing echter niet ontvangen.
Het ‘input-document’ van het CIDI is verstuurd naar de VVD, NSC, CDA, SGP, BBB en de ChristenUnie, zo vertelt Bart van Dijk, de opsteller ervan. „Dat doen wij voor elk debat dat we relevant voor Israël vinden”, aldus Van Dijk. Omdat de PVV en JA21 afwezig zijn tijdens het commissiedebat is het document niet naar hen verzonden.
Buitenlandwoordvoerder Piri vindt het opmerkelijk dat linkse partijen voor het debat niet door het CIDI zijn benaderd. „Normaal gesproken sturen organisaties hun argumenten naar de héle commissie. En meestal publiceren ze die daarna ook nog eens op hun website. Van het CIDI heb ik ook wel eens wat ontvangen.” Piri omschrijft de gang van zaken als „bizar” en „ondoorzichtig”.
De input van het CIDI speelt een belangrijke rol in het debat van de Kamercommissie Buitenlandse Zaken. Waar Ceder nog zijn eigen woorden kiest, lijkt Isa Kahraman van NSC letterlijk uit het CIDI-document te citeren. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, zegt Kahraman tijdens het debat in de buitenlandcommissie. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, schrijft het CIDI in de ‘debat-input’. Kahraman herhaalt de formulering om half zes ’s middags in de plenaire zaal van de Tweede Kamer bij een tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken.
Dilan Yesilgöz als demissionair minister van Veiligheid en Justitie in het Joods Cultureel Centrum, een dag na de Hamas-aanval van 7 oktober 2023.
Foto Robin Utrecht/ANP
Ook andere elementen uit de CIDI-briefing komen ’s ochtends in het commissiedebat woordelijk terug. „Het leger heeft direct een onafhankelijke commissie de opdracht gegeven een onderzoek in te stellen”, schrijft het CIDI. „Maar heeft de heer Van Baarle ook scherp dat Israël direct een onafhankelijke commissie de opdracht heeft gegeven om een onderzoek in te stellen?”, vraagt SGP’er Chris Stoffer aan zijn collega-Kamerlid van Denk. Daarna beweert Stoffer net als het CIDI dat dergelijke onderzoeken in het verleden regelmatig tot veroordelingen en gevangenisstraffen hebben geleid, wat volgens onderzoek door de Israëlische ngo Yesh Din nauwelijks het geval is.
Isa Kahraman (NSC) tijdens een commissiedebat van de Raad Buitenlandse Zaken.
Foto Remko de Waal/ANP
In een reactie bevestigen de Kamerleden Ceder (ChristenUnie) en Kahraman (NSC) dat ze de debat-input van het CIDI hebben ontvangen. Kahraman erkent dat de zin die hij uitsprak waarschijnlijk rechtstreeks uit het CIDI-document komt. Hij wijst erop dat hij en Ceder wel een „eigen lijn” hebben gekozen. Ceder laat weten dat hij de CIDI-bijdrage „nauwelijks” heeft gebruikt, omdat hij zijn bijdrage voor het debat al klaar had en de IDF-verklaring over het begraven van de Palestijnen toen al rondging.
De CIDI-input vindt hij wel nuttig: „Het helpt mij om een bepaald perspectief naast andere visies te leggen – die staan in het Midden Oosten vaak haaks op elkaar.” SGP-leider Chris Stoffer laat via een woordvoerder weten de informatie van het CIDI „bij interrupties” van andere Kamerleden te hebben gebruikt. „Het is voor alle partijen belangrijk om je zo breed mogelijk te voeden”, zo laat de woordvoerder weten.
Nepaccounts
De CIDI-informatie sluit aan bij een breed propaganda-offensief vanuit de Israëlische overheid tijdens de Gaza-oorlog. Volgens onderzoek van de New York Times gebruikte het Israëlische ministerie voor Diaspora-zaken en Bestrijding van antisemitisme nepaccounts op sociale media om Amerikaanse Congresleden te beïnvloeden. Nieuwszender Al Jazeera en de Israëlische krant Haaretzbeschrijven de inzet van pro-Israëlische bots om online discussies over Israël en de Palestijnen in Israëlisch voordeel te beslissen. VolgensThe Times of Israel geeft Israël dit jaar 150 miljoen dollar uit om „het sentiment in de buitenlandse pers en op sociale media te beïnvloeden”.
BBB-leider Caroline van der Plas in het Joods Cultureel Centrum op 8 oktober 2023.
Foto Robin Utrecht/ANP
Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP) draait zich om naar Don Ceder (CU). Beiden ontvingen documentatie van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People
Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People
Nadat Israëlische voetbalfans in november vorig jaar in Amsterdam urenlang werden aangevallen door relschoppers, verspreidde het ministerie van Diaspora een ‘special report’ waarin zes pro-Palestijnse organisaties in Nederland mede verantwoordelijk worden gehouden voor het straatgeweld.
Een „onderbouwing” van deze „ernstige aantijgingen” heeft Israël nooit met Nederland gedeeld, schrijven minister David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) en minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) later aan de Tweede Kamer – een diplomatieke formulering waarmee het kabinet laat weten dat er niets klopt van de beweringen van Israël. De „publieke aantijgingen” zijn volgens de ministers „onwenselijk” en gaan in „tegen de principes van onze democratische rechtsorde”.
Volgens Van Weel en Veldkamp heeft het kabinet de Israëlische autoriteiten op de gang van zaken aangesproken. Tijdens een debat in de Kamer over de Maccabi-rellen heeft BBB-fractieleider Caroline van der Plas het rapport dan al uitgebreid aangehaald. Andere Kamerleden begrijpen niet met welk stuk ze staat te zwaaien. „Hier staan toch wel behoorlijk harde dingen in over wie er achter de pogrom van 7 november heeft gezeten”, zegt Van der Plas over de rellen in Amsterdam. Later zegt de BBB-leider tegen NRC dat ze het stuk „niet van de Israëlische regering” heeft gekregen maar van een fractiemedewerker. „Het zag er wat raar uit, daarom heb ik tijdens het debat gevraagd of het echt was.”
Francesca Albanese
Het incident past in een patroon. Terwijl sommige Kamerleden hun oren laten hangen naar Israëlische desinformatie, worden officiële vertegenwoordigers van de onpartijdige Verenigde Naties geweerd.
Hillel Neuer tijdens een bijeenkomst bij het Capitool in Washington, Amerika.
Foto Michael Brochstein
Half mei brengt Hillel Neuer, directeur van de pro-Israëlische ngo UN Watch, een bezoek aan Den Haag. De Canadees werd door de Israëlische krant Ma’ariv ooit opgenomen in een ‘top 100 van meest invloedrijke Joodse mensen ter wereld’. Op de dag dat Neuer aankomt, verschijnt in De Telegraaf een artikel naar aanleiding van het laatste rapport dat UN Watch heeft uitgebracht. Trots gaat Neuer op de foto met De Telegraaf in zijn handen.
In het nieuwe rapport van Neuers UN Watch worden de Verenigde Naties ervan beschuldigd wangedrag door Francesca Albanese in de doofpot te hebben gestopt. Albanese, een Italiaanse specialist op het gebied van internationaal recht, werkt sinds 2022 als VN-rapporteur voor de Palestijnse gebieden. Neuer voert al langer campagne tegen haar. Ze zou gefinancierd worden door „pro-Hamas groepen”. De Telegraafmeent net als UN Watch dat de zaak bij de VN door een „vriendinnencommissie” van Albanese is onderzocht die haar heeft vrijgesproken, en spreekt van een „onthulling”.
‘Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond’, antwoordt Kamerlid Ellian via WhatsApp
Zoals vaker vormen het rapport van UN Watch en het Telegraaf-artikel aanleiding voor pro-Israëlische Kamerleden om schriftelijk opheldering te vragen aan de verantwoordelijke minister Veldkamp. Chris Stoffer en Diederik van Dijk (SGP) willen weten of de VN de zaak onpartijdig hebben onderzocht. Volgens Veldkamp is dat het geval, zo antwoordt hij begin juni, en is er „geen belangenverstrengeling of schending van de gedragscode vastgesteld”.
Francesca Albanese is niet onomstreden. In juli vorig jaar ondersteunde ze op X een vergelijking tussen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en Adolf Hitler. In 2014 schreef ze op Facebook dat Amerika en Europa Israël laten begaan uit schuldgevoel over de Holocaust, maar ook omdat ze „onderworpen” zijn aan de „Joodse lobby”. Hiervoor maakt ze later excuses.
Demonstraten tonen steun aan Francesca Albanese tijdens haar bezoek aan de Tweede Kamer.
Foto Sebastiaan Barel/ANP
Hillel Neuer van UN Watch noemt haar consequent een „notoire antisemiet en Hamas-terrorisme-supporter”, hoewel Albanese de bloedige aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 heeft veroordeeld als „misdaden”. In november vorig jaar publiceren tientallen joodse organisaties wereldwijd, onder wie Een Ander Joods Geluid uit Nederland, juist een steunbetuiging aan haar.
Maar voor de VVD, PVV, BBB, ChristenUnie, SGP en JA21 wordt Albanese een persona non grata. Ten tijde van de aanval op Albanese door Neuer, het CIDI, de orthodox-protestante organisatie Christenen voor Israël en andere belangenbehartigers van Israël trekken deze partijen afgelopen februari een uitnodiging aan Albanese in. Zij is niet langer welkom bij de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer. Nooit eerder werd een uitnodiging aan een VN-rapporteur ingetrokken.
Kort daarna, half mei, is er ook geen meerderheid om directeur Sam Rose van VN-hulporganisatie UNRWA in Gaza welkom te heten bij dezelfde buitenlandcommissie. Een Kamermeerderheid had eind vorig jaar via een motie besloten dat de Nederlandse financiële steun aan UNRWA de komende jaren wordt afgebouwd, omdat medewerkers van de organisatie volgens Israël betrokken waren bij de aanval van Hamas. VN-onderzoek stelt dat negen medewerkers van UNRWA (dat 13.000 personeelsleden telt in Gaza) „mogelijk” betrokken waren bij ‘7 oktober’. Bijna twee miljoen Gazanen zijn afhankelijk van de voedselhulp die UNRWA verstrekt – daar trekt een Kamermeerderheid zich niets van aan.
„Bravo aan Chris Stoffer en Joost Eerdmans voor hun succesvolle motie”, schrijft Neuer op 13 december op X over de Kamerleden van SGP en JA21. „De tekst van het besluit door het Nederlandse parlement bevat sleutelelementen over UNRWA die wij aan hen presenteerden”, aldus Neuer.
CIDI-reis
De pro-Israëlische lobbyist Neuer werd vorig jaar juni onthaald door de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In mei sprak hij in de Tweede Kamer met Ulysse Ellian van de VVD en Kamerleden van de PVV en SGP. Ellian wil tegenover NRC niet reageren op Neuers bezoek. „Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond”, antwoordt hij via WhatsApp.
Ook het CIDI wordt in de Tweede Kamer ontvangen. Afgelopen november was de organisatie te gast in de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, samen met de pro-Israëlische organisatie NGO Monitor. De belangenclubs werden welkom geheten door Kamerleden van de PVV, VVD en BBB-voorvrouw Caroline van der Plas.
Onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet
Net als UN Watch nam NGO Monitor Francesca Albanese onder vuur en werd de Nederlandse steun aan Palestijnse mensenrechtenorganisaties bekritiseerd.
De ontvangst van NGO Monitor door de VVD is opmerkelijk. Al in 2020 kwalificeerde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) de organisatie als onbetrouwbaar. Blok schreef dat „veel beschuldigingen van NGO Monitor gebaseerd zijn op selectief citeren, halve feiten en insinuaties”. Volgens de VVD-bewindsman droegen deze beschuldigingen bij aan een klimaat waarin mensenrechtenorganisaties onder toenemende druk zijn komen te staan. Ook bevestigde Blok dat NGO Monitor zich, ondanks zijn neutrale naam, uitsluitend richt „op organisaties en donoren die zich kritisch uiten over het Israëlisch beleid in de door Israël bezette gebieden”.
De banden tussen de VVD, het CIDI en daaraan gelieerde organisaties als UN Watch en NGO Monitor waren altijd al warm, maar onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet. In 2019 nam Yesilgöz als Kamerlid deel aan een reis naar Israël en de Palestijnse gebieden, die mede door het CIDI werd georganiseerd. Aan de trip werd door nagenoeg alle deelnemers geen ruchtbaarheid gegeven. Onder hen waren ook partijmedewerkers van de VVD en ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens CIDI-medewerker Bart van Dijk wordt er binnenkort weer een CIDI-reis naar Israël georganiseerd. „Ons beleid is om de deelnemerslijst niet te delen, vanwege de haat die deze mensen anders ten deel valt”, zegt hij.
In november 2023, een maand na de aanval op Israël door Hamas, behoorde de VVD ook tot de partijen die, samen met de SGP, BBB en BVNL, in gesprek gingen met een afvaardiging van het Israëlische parlement. Andere partijen zagen daar vanaf vanwege de deelname van Ariel Kallner van Likud. Kallner is voorzitter van de parlementaire vriendschapsgroep Israël – Nederland. Nog in het weekend van de aanval van Hamas op Israël riep hij op tot een nieuwe ‘Nakba’, de verdrijving van honderdduizenden Palestijnen uit Israël in 1948.
Buitenlandse beïnvloeding
In haar jaarlijkse rapporten schrijft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) steevast over landen als Rusland en China die zich schuldig maken aan buitenlandse beïnvloeding. „Als landen proberen het Nederlandse politieke en sociale systeem onopgemerkt te beïnvloeden, spreken we van heimelijke beïnvloeding”, aldus de AIVD.
Vallen Israëlische campagnes op sociale media, waarvan voor gebruikers niet duidelijk is dat Israël er achter zit, daar dan ook niet onder? Of een Israëlisch rapport dat bij Tweede Kamerleden belandt en waarin Nederlandse organisaties worden beschuldigd van betrokkenheid bij straatgeweld?
Een woordvoerder van de AIVD laat weten dat de dienst geen uitspraken doet over „de keuze van het al dan niet noemen van statelijke actoren” als het gaat om betrokkenheid bij heimelijke beïnvloeding.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wijst op uitspraken door demissionair minister Van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) in de Tweede Kamer. Daarin stelt de minister dat Israël zich in tegenstelling tot landen als Rusland en China niet „stelselmatig” schuldig zou maken aan ongewenste buitenlandse inmenging.
Het gebrek aan schoon drinkwater in Gaza heeft een kritiek punt bereikt, stelt UNICEF vrijdag. „Als er niet onmiddellijk brandstof Gaza binnenkomt, zullen kinderen sterven van de dorst”, schrijft de VN-kinderrechtenorganisatie in een verklaring. Doordat Israël „al meer dan zeventien weken” geen brandstof toelaat, kunnen waterpompen niet draaien en kan water niet gezuiverd worden.
Omdat Gaza „vrijwel volledig” is afgesloten van elektriciteit, draaien ontziltingsinstallaties en grondwaterpompen in Gaza op diesel. Maar de dieselvoorraden zijn bijna helemaal op. „In veel gebieden is de levering van schoon drinkwater volledig stilgevallen. De wereld kijkt toe terwijl Gaza letterlijk droogvalt,” zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. „Kinderen sterven hier straks niet alleen door het geweld, maar doordat er geen water meer is.”
„De beperkte hoeveelheid brandstof die nog beschikbaar is, moet worden verdeeld tussen ziekenhuizen, drinkwatervoorzieningen en afvalverwerking”, zegt Laszlo. „Er is niet genoeg om aan de meest basale behoeften te voldoen.” Terwijl ziekenhuizen afdelingen moeten sluiten, neemt het aantal infectieziekten onder meer door vervuild water snel toe, stelt Unicef. „Acute watergerelateerde aandoeningen, zoals diarree, maken inmiddels bijna veertig procent uit van alle gemelde ziektegevallen. Vooral jonge kinderen worden hierdoor getroffen.”
UNICEF stelt samen met partnerorganisaties te „beschikken over de volledige logistieke infrastructuur om brandstofdistributie binnen 48 uur op gang te brengen”, maar Israël staat die hulpleveringen niet toe. UNICEF roept de Israëlische autoriteiten op de toegang voor humanitaire brandstofleveringen per direct mogelijk te maken.
De vicepresident van het Russische staatsbedrijf Transneft, dat een groot deel van het oliepijpleidingennetwerk in Rusland beheert, is vrijdag overleden na een val uit een raam. Het lichaam van de 62-jarige Andrej Badalov werd gevonden onder zijn woning in de Moskouse elitewijk Roebljovka, zo meldt het Russische staatspersbureau TASS op basis van een anonieme bron bij de politie. Volgens de bron zou de politie uitgaan van zelfdoding, maar een moordonderzoek zou volgens dagblad Kommersant nog niet zijn uitgesloten.
Transneft bevestigt in een verklaring Badalovs dood, maar gaat niet in op de omstandigheden van zijn overlijden. Volgens het bedrijf was Badalov in 2021 in een „moeilijke en gespannen periode” bij Transneft komen werken. Daar was hij als vicepresident verantwoordelijk voor digitalisering en automatisering van de productieprocessen. Hij woonde in de chique Moskouse wijk Roebljovka, waar veel leden van de politieke en zakelijke elite villa’s bezitten.
Een „val uit het raam” is een opvallend vaak genoemde doodsoorzaak in Rusland, wat in de media regelmatig leidt tot speculaties dat de slachtoffers in werkelijkheid zouden zijn geduwd, of tot hun daad zouden zijn gedwongen. Eind 2022 viel de Russische zakenman Pavel Antov uit een raam van een hotel in India, waar hij zijn verjaardag vierde. Kort daarvoor werd Pavel Psjelnikov (topman van de Russische spoorwegen) dood aangetroffen op zijn balkon. In 2018 viel de bekende Russische onderzoeksjournalist Maksim Borodin, die schreef over corruptie en misdaad, op 32-jarige leeftijd uit een raam. Hoewel de autoriteiten ook daar beweerden dat het om zelfdoding ging, vermoedden velen dat hij in werkelijkheid was vermoord.
Daarnaast zijn de afgelopen jaren meerdere bankiers en managers van olie- en andere bedrijven onder opvallende of verdachte omstandigheden gestorven. In april 2022 werden de voormalige vicepresident van Gazprombank, Vladislav Avajev, zijn vrouw en minderjarige dochter dood aangetroffen in Moskou, zo schreef nieuwssite Meduza.
Een paar dagen na de dood van Avajev werden de voormalige topmanager van gasbedrijf Novatek, Sergei Protosenja, zijn vrouw en dochter dood aangetroffen in Spanje. Hij zou zijn vrouw en dochter hebben vermoord en vervolgens zelfmoord hebben gepleegd. In september 2022 overleed de 67-jarige Lukoil-voorzitter Ravil Maganov. In het overlijdensbericht stond dat oliemaatschappijbaas Maganov was overleden aan een „ernstige ziekte”. Russische media, waaronder TASS en Interfax, citeerden bronnen die beweerden dat Maganov zelfmoord zou hebben gepleegd.