Invest-NL en Invest International fuseren én krijgen meer financiële armslag

Het demissionaire kabinet gaat investeringsfondsen Invest-NL en Invest International samenvoegen en daarbij ook hun financiële mogelijkheden vergroten. Zo krijgt ‘Invest-NL 2.0’ mogelijk op termijn ook de optie krijgen om meer zelf geld op te halen van de kapitaalmarkten.

De twee fondsen gaan vanaf volgend jaar „waar mogelijk” samenwerken, en vanaf 2028 fuseren. Dat heeft minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) zojuist bekendgemaakt na de ministerraad. Om te zorgen dat Invest International niet tussentijds stilvalt, haalt het kabinet 250 miljoen euro naar voren uit latere Invest-NL-budgetten.

Een ‘verkenning’ naar ruimere financiering, zoals zelf geld ophalen van de financiële markten dankzij staatsgaranties, wordt nu nog onderzocht. Daarover volgt dit najaar een update.

Mocht die optie er komen, dan lijkt er een soort nationale investeringsbank (NIB) te ontstaan: een bank die met kapitaal van de overheid een veelvoud aan geld kan ophalen bij beleggers. Eerder dit jaar pleitte een groep van 51 prominenten voor zo’n NIB. Die zou met 10 tot 12 miljard aan overheidsbijdrage, 100 miljard aan financieringsruimte voor bedrijven moeten opleveren. Invest-NL had tot nu toe een fondsvermogen van circa 3 miljard, waarmee het tot nu toe 1,1 miljard in bedrijven heeft gestoken en nog eens 3,2 miljard euro aan private investeringen mobiliseerde.

Met meer eigen financieringsruimte kan het fusiefonds meer durfinvesteringen doen: leningen aangaan en aandelen kopen van bedrijven die opstarten of hard groeien of met nieuwe, nog onbewezen producten bezig zijn. Gewone banken vinden dat soort financieringen vaak te risicovol.

Sinds het veelbesproken rapport-Draghi vorige zomer – over hoe het Europese groeivermogen aan te jagen – en de handelsstrapatsen van de Amerikaanse president Donald Trump is er veel aandacht voor overheidsinvesteringen in bedrijven. Draghi heeft het in zijn rapport meerdere keren over national promotional banks.

Lees ook

Er moet een Nationale Investeringsbank komen, zeggen deze prominenten. Had Nederland die niet ooit al? En vier andere vragen

Nederlandse dronefabrikant Acecore op de defensiebeurs NEDS in Ahoy in november 2024.

Liveblog
Economieblog


Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen

Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen


‘Nederland moet selectiever zijn met de toelating van kennismigranten’

Kennismigranten die naar Nederland komen om te werken, moeten ook daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. De regeling die kennismigranten van buiten de EU toegang geeft tot de Nederlandse arbeidsmarkt, moet daarom strenger. Dat schrijft demissionair minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC) vrijdag na de ministerraad in een brief aan de Tweede Kamer. 

De kennismigrantenregeling werd bedacht om gemakkelijk vakkrachten voor hooggeschoold werk naar Nederland te kunnen halen. Maar op de vraag of deze migranten ook daadwerkelijk aan dit criterium voldoen, is amper zicht. Dat signaleerde onder andere de Arbeidsinspectie. Zo bleken bedrijven via de regeling, die in 2004 van kracht werd, moeiteloos laaggeschoold personeel over te laten komen. 

Het demissionaire kabinet wil de regeling daarom aanscherpen. Nederland wil een hoogwaardige kenniseconomie zijn, maar werd door de jaren heen in plaats daarvan een economie die draait op lageloonarbeid. Nederland telt nu ongeveer een miljoen arbeidsmigranten, waarvan het merendeel laagbetaald werk doet in bijvoorbeeld slachthuizen of kassen. Begin dit jaar telde Nederland ruim 107.000 kennismigranten. 

De expertise van kennismigranten is op nationaal en internationaal niveau schaars. Ze werken in sectoren of bij bedrijven die cruciaal zijn voor de ontwikkeling van de economie, zoals bij chipmaker ASML. Zo dragen kennismigranten bij aan de productiviteitsgroei en innovatie. Migranten die laagbetaald werk doen, remmen juist de economische innovatie. Ook zijn de economische opbrengsten van laagbetaalde arbeidsmigratie beperkt, en de maatschappelijke kosten hoog door de druk op voorzieningen als zorg en huisvesting. 

De voorwaarden om kennismigranten naar Nederland te halen zijn nu redelijk eenvoudig – de regeling staat bekend om haar makkelijke uitvoerbaarheid. Er is onder andere een looneis: migranten van boven de dertig moeten maandelijks minstens 5.000 euro bruto verdienen. En de werkgever moet controleren of de migrant een strafblad heeft, en de migrant als deze bij hem kan komen werken een arbeidscontract geven. Bedrijven die gebruik willen maken van de regeling, moeten een zogeheten ‘erkenning’ aanvragen waar geen strenge eisen voor gelden. 

Het demissionair kabinet wil nu onder andere het salaris verhogen dat nodig is om als kennismigrant te worden gezien. De looneis komt een paar honderd euro hoger te liggen. Daarnaast moeten strengere eisen gaan gelden voor bedrijven die een vergunning voor kennismigranten kunnen aanvragen. Die eisen gaan nu over hoe financieel gezond, betrouwbaar en stabiel het bedrijf is. Een aanvraag kan bijvoorbeeld worden afgewezen als het bedrijf in de afgelopen vier jaar drie of meer boetes heeft gekregen voor de inzet van illegale arbeid. Straks moeten ook overtredingen van andere wetten meewegen. 

Door de kennismigrantenregeling aan te scherpen, volgt Van Hijum advies op van een invloedrijke, onafhankelijke commissie onder leiding van Richard van Zwol. De commissie adviseerde het kabinet begin vorig jaar om afspraken te maken over beperking van de migratie, met meer selectie van kennismigranten voor de economie. 

Lees ook

Nauwelijks controle over komst en werk kennismigranten. ‘De regeling is bedacht om het bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken’

In Apeldoorn wordt gewerkt aan de aanleg van glasvezelkabels.

Liveblog
Economieblog


Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen

Ceo cryptobeurs Bitvavo treedt terug vanwege verdenkingen


De zichtbare en onzichtbare invloed van Israël in de Tweede Kamer

Op 23 maart openen Israëlische militairen het vuur op een Palestijns ambulancekonvooi in Gaza. Vijftien ambulancemedewerkers worden gedood. Het Israëlische leger laat bulldozers aanrukken om hun voertuigen te pletten en de lichamen samen met de ambulances in een massagraf te storten.

Politici in alle uithoeken van de wereld reageren geschokt. In Nederland wordt erover gedebatteerd in de commissie Buitenlandse Zaken. Kan het niet zijn, vraagt Tweede Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie aan minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC), dat „de lichamen begraven worden om te voorkomen dat ze aangetast worden”?

Kamerleden van SP, D66 en Denk reageren verbaasd. Hoe komt Ceder erbij dat Israëlische soldaten de lichamen van de Palestijnen wilden beschermen, en niet hun moord wilden verdoezelen? „Ik ging er eigenlijk van uit – daarom is mijn verbazing gegroeid tijdens dit debat – dat dit een retorische vraag zou zijn, want het is natuurlijk niet normaal”, zegt Sarah Dobbe van de SP.

Het debat is een voorbereiding op een Raad Buitenlandse Zaken in Brussel. Voorafgaand, zo blijkt uit onderzoek van NRC, heeft het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) een document aan bevriende politici in de Tweede Kamer gestuurd onder de titel: ‘Input debat Raad Buitenlandse Zaken’. Het CIDI (opgericht in 1974) is een Nederlandse maatschappelijke organisatie die „begrip voor de beweegredenen” van Israël wil creëren. Hoewel het CIDI geen officiële banden onderhoudt met de Israëlische regering, vertolkt de organisatie vaak de argumenten van het kabinet-Netanyahu.

„Het klopt dat de lichamen begraven zijn, maar dat is protocol vanwege de vele zwerfhonden in de Gazastrook die anders lichamen aanvreten”, staat er in de CIDI-input – waarin met geen woord gerept wordt over de geplette ambulances. Het idee dat Israël heeft geprobeerd het incident in „de doofpot” te stoppen is volgens het CIDI „onjuist”.

‘Ondoorzichtig’

Die uitleg is een herhaling van een verklaring van de Israëlische strijdkrachten. Zo stelde de Israëlische Defense Force (IDF) eerder dat de ambulances zonder zwaailichten en met gedoofde koplampen naderden – een bewering die wordt weerlegd door de beelden die een ambulancebroeder vlak voor zijn dood maakte met zijn telefoon.

Dat Kamerleden worden benaderd door lobbyisten en belangenorganisaties is in de Tweede Kamer routine. „Voor een debat krijg ik vaak informatie vanuit het maatschappelijk middenveld”, zegt buitenlandwoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA). De briefing van het CIDI heeft Piri tot haar verbazing echter niet ontvangen.

Het ‘input-document’ van het CIDI is verstuurd naar de VVD, NSC, CDA, SGP, BBB en de ChristenUnie, zo vertelt Bart van Dijk, de opsteller ervan. „Dat doen wij voor elk debat dat we relevant voor Israël vinden”, aldus Van Dijk. Omdat de PVV en JA21 afwezig zijn tijdens het commissiedebat is het document niet naar hen verzonden.

Buitenlandwoordvoerder Piri vindt het opmerkelijk dat linkse partijen voor het debat niet door het CIDI zijn benaderd. „Normaal gesproken sturen organisaties hun argumenten naar de héle commissie. En meestal publiceren ze die daarna ook nog eens op hun website. Van het CIDI heb ik ook wel eens wat ontvangen.” Piri omschrijft de gang van zaken als „bizar” en „ondoorzichtig”.

De input van het CIDI speelt een belangrijke rol in het debat van de Kamercommissie Buitenlandse Zaken. Waar Ceder nog zijn eigen woorden kiest, lijkt Isa Kahraman van NSC letterlijk uit het CIDI-document te citeren. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, zegt Kahraman tijdens het debat in de buitenlandcommissie. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, schrijft het CIDI in de ‘debat-input’. Kahraman herhaalt de formulering om half zes ’s middags in de plenaire zaal van de Tweede Kamer bij een tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken.

Dilan Yesilgöz als demissionair minister van Veiligheid en Justitie in het Joods Cultureel Centrum, een dag na de Hamas-aanval van 7 oktober 2023.

Foto Robin Utrecht/ANP

Ook andere elementen uit de CIDI-briefing komen ’s ochtends in het commissiedebat woordelijk terug. „Het leger heeft direct een onafhankelijke commissie de opdracht gegeven een onderzoek in te stellen”, schrijft het CIDI. „Maar heeft de heer Van Baarle ook scherp dat Israël direct een onafhankelijke commissie de opdracht heeft gegeven om een onderzoek in te stellen?”, vraagt SGP’er Chris Stoffer aan zijn collega-Kamerlid van Denk. Daarna beweert Stoffer net als het CIDI dat dergelijke onderzoeken in het verleden regelmatig tot veroordelingen en gevangenisstraffen hebben geleid, wat volgens onderzoek door de Israëlische ngo Yesh Din nauwelijks het geval is.

Isa Kahraman (NSC) tijdens een commissiedebat van de Raad Buitenlandse Zaken.

Foto Remko de Waal/ANP

In een reactie bevestigen de Kamerleden Ceder (ChristenUnie) en Kahraman (NSC) dat ze de debat-input van het CIDI hebben ontvangen. Kahraman erkent dat de zin die hij uitsprak waarschijnlijk rechtstreeks uit het CIDI-document komt. Hij wijst erop dat hij en Ceder wel een „eigen lijn” hebben gekozen. Ceder laat weten dat hij de CIDI-bijdrage „nauwelijks” heeft gebruikt, omdat hij zijn bijdrage voor het debat al klaar had en de IDF-verklaring over het begraven van de Palestijnen toen al rondging.

De CIDI-input vindt hij wel nuttig: „Het helpt mij om een bepaald perspectief naast andere visies te leggen – die staan in het Midden Oosten vaak haaks op elkaar.” SGP-leider Chris Stoffer laat via een woordvoerder weten de informatie van het CIDI „bij interrupties” van andere Kamerleden te hebben gebruikt. „Het is voor alle partijen belangrijk om je zo breed mogelijk te voeden”, zo laat de woordvoerder weten.

Nepaccounts

De CIDI-informatie sluit aan bij een breed propaganda-offensief vanuit de Israëlische overheid tijdens de Gaza-oorlog. Volgens onderzoek van de New York Times gebruikte het Israëlische ministerie voor Diaspora-zaken en Bestrijding van antisemitisme nepaccounts op sociale media om Amerikaanse Congresleden te beïnvloeden. Nieuwszender Al Jazeera en de Israëlische krant Haaretz beschrijven de inzet van pro-Israëlische bots om online discussies over Israël en de Palestijnen in Israëlisch voordeel te beslissen. Volgens The Times of Israel geeft Israël dit jaar 150 miljoen dollar uit om „het sentiment in de buitenlandse pers en op sociale media te beïnvloeden”.

BBB-leider Caroline van der Plas in het Joods Cultureel Centrum op 8 oktober 2023.

Foto Robin Utrecht/ANP

Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP) draait zich om naar Don Ceder (CU). Beiden ontvingen documentatie van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People

Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People

Nadat Israëlische voetbalfans in november vorig jaar in Amsterdam urenlang werden aangevallen door relschoppers, verspreidde het ministerie van Diaspora een ‘special report’ waarin zes pro-Palestijnse organisaties in Nederland mede verantwoordelijk worden gehouden voor het straatgeweld.

Een „onderbouwing” van deze „ernstige aantijgingen” heeft Israël nooit met Nederland gedeeld, schrijven minister David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) en minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) later aan de Tweede Kamer – een diplomatieke formulering waarmee het kabinet laat weten dat er niets klopt van de beweringen van Israël. De „publieke aantijgingen” zijn volgens de ministers „onwenselijk” en gaan in „tegen de principes van onze democratische rechtsorde”.

Volgens Van Weel en Veldkamp heeft het kabinet de Israëlische autoriteiten op de gang van zaken aangesproken. Tijdens een debat in de Kamer over de Maccabi-rellen heeft BBB-fractieleider Caroline van der Plas het rapport dan al uitgebreid aangehaald. Andere Kamerleden begrijpen niet met welk stuk ze staat te zwaaien. „Hier staan toch wel behoorlijk harde dingen in over wie er achter de pogrom van 7 november heeft gezeten”, zegt Van der Plas over de rellen in Amsterdam. Later zegt de BBB-leider tegen NRC dat ze het stuk „niet van de Israëlische regering” heeft gekregen maar van een fractiemedewerker. „Het zag er wat raar uit, daarom heb ik tijdens het debat gevraagd of het echt was.”

Francesca Albanese

Het incident past in een patroon. Terwijl sommige Kamerleden hun oren laten hangen naar Israëlische desinformatie, worden officiële vertegenwoordigers van de onpartijdige Verenigde Naties geweerd.

Hillel Neuer tijdens een bijeenkomst bij het Capitool in Washington, Amerika.

Foto Michael Brochstein

Half mei brengt Hillel Neuer, directeur van de pro-Israëlische ngo UN Watch, een bezoek aan Den Haag. De Canadees werd door de Israëlische krant Ma’ariv ooit opgenomen in een ‘top 100 van meest invloedrijke Joodse mensen ter wereld’. Op de dag dat Neuer aankomt, verschijnt in De Telegraaf een artikel naar aanleiding van het laatste rapport dat UN Watch heeft uitgebracht. Trots gaat Neuer op de foto met De Telegraaf in zijn handen.

In het nieuwe rapport van Neuers UN Watch worden de Verenigde Naties ervan beschuldigd wangedrag door Francesca Albanese in de doofpot te hebben gestopt. Albanese, een Italiaanse specialist op het gebied van internationaal recht, werkt sinds 2022 als VN-rapporteur voor de Palestijnse gebieden. Neuer voert al langer campagne tegen haar. Ze zou gefinancierd worden door „pro-Hamas groepen”. De Telegraaf meent net als UN Watch dat de zaak bij de VN door een „vriendinnencommissie” van Albanese is onderzocht die haar heeft vrijgesproken, en spreekt van een „onthulling”.

‘Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond’, antwoordt Kamerlid Ellian via WhatsApp

Zoals vaker vormen het rapport van UN Watch en het Telegraaf-artikel aanleiding voor pro-Israëlische Kamerleden om schriftelijk opheldering te vragen aan de verantwoordelijke minister Veldkamp. Chris Stoffer en Diederik van Dijk (SGP) willen weten of de VN de zaak onpartijdig hebben onderzocht. Volgens Veldkamp is dat het geval, zo antwoordt hij begin juni, en is er „geen belangenverstrengeling of schending van de gedragscode vastgesteld”.

Francesca Albanese is niet onomstreden. In juli vorig jaar ondersteunde ze op X een vergelijking tussen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en Adolf Hitler. In 2014 schreef ze op Facebook dat Amerika en Europa Israël laten begaan uit schuldgevoel over de Holocaust, maar ook omdat ze „onderworpen” zijn aan de „Joodse lobby”. Hiervoor maakt ze later excuses.

Demonstraten tonen steun aan Francesca Albanese tijdens haar bezoek aan de Tweede Kamer.

Foto Sebastiaan Barel/ANP

Hillel Neuer van UN Watch noemt haar consequent een „notoire antisemiet en Hamas-terrorisme-supporter”, hoewel Albanese de bloedige aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 heeft veroordeeld als „misdaden”. In november vorig jaar publiceren tientallen joodse organisaties wereldwijd, onder wie Een Ander Joods Geluid uit Nederland, juist een steunbetuiging aan haar.

Maar voor de VVD, PVV, BBB, ChristenUnie, SGP en JA21 wordt Albanese een persona non grata. Ten tijde van de aanval op Albanese door Neuer, het CIDI, de orthodox-protestante organisatie Christenen voor Israël en andere belangenbehartigers van Israël trekken deze partijen afgelopen februari een uitnodiging aan Albanese in. Zij is niet langer welkom bij de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer. Nooit eerder werd een uitnodiging aan een VN-rapporteur ingetrokken.

Kort daarna, half mei, is er ook geen meerderheid om directeur Sam Rose van VN-hulporganisatie UNRWA in Gaza welkom te heten bij dezelfde buitenlandcommissie. Een Kamermeerderheid had eind vorig jaar via een motie besloten dat de Nederlandse financiële steun aan UNRWA de komende jaren wordt afgebouwd, omdat medewerkers van de organisatie volgens Israël betrokken waren bij de aanval van Hamas. VN-onderzoek stelt dat negen medewerkers van UNRWA (dat 13.000 personeelsleden telt in Gaza) „mogelijk” betrokken waren bij ‘7 oktober’. Bijna twee miljoen Gazanen zijn afhankelijk van de voedselhulp die UNRWA verstrekt – daar trekt een Kamermeerderheid zich niets van aan.

„Bravo aan Chris Stoffer en Joost Eerdmans voor hun succesvolle motie”, schrijft Neuer op 13 december op X over de Kamerleden van SGP en JA21. „De tekst van het besluit door het Nederlandse parlement bevat sleutelelementen over UNRWA die wij aan hen presenteerden”, aldus Neuer.

CIDI-reis

De pro-Israëlische lobbyist Neuer werd vorig jaar juni onthaald door de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In mei sprak hij in de Tweede Kamer met Ulysse Ellian van de VVD en Kamerleden van de PVV en SGP. Ellian wil tegenover NRC niet reageren op Neuers bezoek. „Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond”, antwoordt hij via WhatsApp.

Ook het CIDI wordt in de Tweede Kamer ontvangen. Afgelopen november was de organisatie te gast in de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, samen met de pro-Israëlische organisatie NGO Monitor. De belangenclubs werden welkom geheten door Kamerleden van de PVV, VVD en BBB-voorvrouw Caroline van der Plas.

Onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet

Net als UN Watch nam NGO Monitor Francesca Albanese onder vuur en werd de Nederlandse steun aan Palestijnse mensenrechtenorganisaties bekritiseerd.

De ontvangst van NGO Monitor door de VVD is opmerkelijk. Al in 2020 kwalificeerde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) de organisatie als onbetrouwbaar. Blok schreef dat „veel beschuldigingen van NGO Monitor gebaseerd zijn op selectief citeren, halve feiten en insinuaties”. Volgens de VVD-bewindsman droegen deze beschuldigingen bij aan een klimaat waarin mensenrechtenorganisaties onder toenemende druk zijn komen te staan. Ook bevestigde Blok dat NGO Monitor zich, ondanks zijn neutrale naam, uitsluitend richt „op organisaties en donoren die zich kritisch uiten over het Israëlisch beleid in de door Israël bezette gebieden”.

De banden tussen de VVD, het CIDI en daaraan gelieerde organisaties als UN Watch en NGO Monitor waren altijd al warm, maar onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet. In 2019 nam Yesilgöz als Kamerlid deel aan een reis naar Israël en de Palestijnse gebieden, die mede door het CIDI werd georganiseerd. Aan de trip werd door nagenoeg alle deelnemers geen ruchtbaarheid gegeven. Onder hen waren ook partijmedewerkers van de VVD en ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Volgens CIDI-medewerker Bart van Dijk wordt er binnenkort weer een CIDI-reis naar Israël georganiseerd. „Ons beleid is om de deelnemerslijst niet te delen, vanwege de haat die deze mensen anders ten deel valt”, zegt hij.

In november 2023, een maand na de aanval op Israël door Hamas, behoorde de VVD ook tot de partijen die, samen met de SGP, BBB en BVNL, in gesprek gingen met een afvaardiging van het Israëlische parlement. Andere partijen zagen daar vanaf vanwege de deelname van Ariel Kallner van Likud. Kallner is voorzitter van de parlementaire vriendschapsgroep Israël – Nederland. Nog in het weekend van de aanval van Hamas op Israël riep hij op tot een nieuwe ‘Nakba’, de verdrijving van honderdduizenden Palestijnen uit Israël in 1948.

Buitenlandse beïnvloeding

In haar jaarlijkse rapporten schrijft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) steevast over landen als Rusland en China die zich schuldig maken aan buitenlandse beïnvloeding. „Als landen proberen het Nederlandse politieke en sociale systeem onopgemerkt te beïnvloeden, spreken we van heimelijke beïnvloeding”, aldus de AIVD.

Vallen Israëlische campagnes op sociale media, waarvan voor gebruikers niet duidelijk is dat Israël er achter zit, daar dan ook niet onder? Of een Israëlisch rapport dat bij Tweede Kamerleden belandt en waarin Nederlandse organisaties worden beschuldigd van betrokkenheid bij straatgeweld?

Een woordvoerder van de AIVD laat weten dat de dienst geen uitspraken doet over „de keuze van het al dan niet noemen van statelijke actoren” als het gaat om betrokkenheid bij heimelijke beïnvloeding.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wijst op uitspraken door demissionair minister Van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) in de Tweede Kamer. Daarin stelt de minister dat Israël zich in tegenstelling tot landen als Rusland en China niet „stelselmatig” schuldig zou maken aan ongewenste buitenlandse inmenging.


UNICEF: Gebrek aan schoon drinkwater in Gaza bereikt dieptepunt, zonder ingrijpen ‘zullen kinderen sterven van de dorst’

Het gebrek aan schoon drinkwater in Gaza heeft een kritiek punt bereikt, stelt UNICEF vrijdag. „Als er niet onmiddellijk brandstof Gaza binnenkomt, zullen kinderen sterven van de dorst”, schrijft de VN-kinderrechtenorganisatie in een verklaring. Doordat Israël „al meer dan zeventien weken” geen brandstof toelaat, kunnen waterpompen niet draaien en kan water niet gezuiverd worden.

Omdat Gaza „vrijwel volledig” is afgesloten van elektriciteit, draaien ontziltingsinstallaties en grondwaterpompen in Gaza op diesel. Maar de dieselvoorraden zijn bijna helemaal op. „In veel gebieden is de levering van schoon drinkwater volledig stilgevallen. De wereld kijkt toe terwijl Gaza letterlijk droogvalt,” zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. „Kinderen sterven hier straks niet alleen door het geweld, maar doordat er geen water meer is.”

„De beperkte hoeveelheid brandstof die nog beschikbaar is, moet worden verdeeld tussen ziekenhuizen, drinkwatervoorzieningen en afvalverwerking”, zegt Laszlo. „Er is niet genoeg om aan de meest basale behoeften te voldoen.” Terwijl ziekenhuizen afdelingen moeten sluiten, neemt het aantal infectieziekten onder meer door vervuild water snel toe, stelt Unicef. „Acute watergerelateerde aandoeningen, zoals diarree, maken inmiddels bijna veertig procent uit van alle gemelde ziektegevallen. Vooral jonge kinderen worden hierdoor getroffen.”

UNICEF stelt samen met partnerorganisaties te „beschikken over de volledige logistieke infrastructuur om brandstofdistributie binnen 48 uur op gang te brengen”, maar Israël staat die hulpleveringen niet toe. UNICEF roept de Israëlische autoriteiten op de toegang voor humanitaire brandstofleveringen per direct mogelijk te maken.

Een Palestijnse vrouw met een jerrycan water.

Foto Dawoud Abu Alkas / Reuters

Vicepresident van Russisch staatsbedrijf Transneft overleden na val uit een raam

De vicepresident van het Russische staatsbedrijf Transneft, dat een groot deel van het oliepijpleidingennetwerk in Rusland beheert, is vrijdag overleden na een val uit een raam. Het lichaam van de 62-jarige Andrej Badalov werd gevonden onder zijn woning in de Moskouse elitewijk Roebljovka, zo meldt het Russische staatspersbureau TASS op basis van een anonieme bron bij de politie. Volgens de bron zou de politie uitgaan van zelfdoding, maar een moordonderzoek zou volgens dagblad Kommersant nog niet zijn uitgesloten.

Transneft bevestigt in een verklaring Badalovs dood, maar gaat niet in op de omstandigheden van zijn overlijden. Volgens het bedrijf was Badalov in 2021 in een „moeilijke en gespannen periode” bij Transneft komen werken. Daar was hij als vicepresident verantwoordelijk voor digitalisering en automatisering van de productieprocessen. Hij woonde in de chique Moskouse wijk Roebljovka, waar veel leden van de politieke en zakelijke elite villa’s bezitten.

Een „val uit het raam” is een opvallend vaak genoemde doodsoorzaak in Rusland, wat in de media regelmatig leidt tot speculaties dat de slachtoffers in werkelijkheid zouden zijn geduwd, of tot hun daad zouden zijn gedwongen. Eind 2022 viel de Russische zakenman Pavel Antov uit een raam van een hotel in India, waar hij zijn verjaardag vierde. Kort daarvoor werd Pavel Psjelnikov (topman van de Russische spoorwegen) dood aangetroffen op zijn balkon. In 2018 viel de bekende Russische onderzoeksjournalist Maksim Borodin, die schreef over corruptie en misdaad, op 32-jarige leeftijd uit een raam. Hoewel de autoriteiten ook daar beweerden dat het om zelfdoding ging, vermoedden velen dat hij in werkelijkheid was vermoord.

Daarnaast zijn de afgelopen jaren meerdere bankiers en managers van olie- en andere bedrijven onder opvallende of verdachte omstandigheden gestorven. In april 2022 werden de voormalige vicepresident van Gazprombank, Vladislav Avajev, zijn vrouw en minderjarige dochter dood aangetroffen in Moskou, zo schreef nieuwssite Meduza.

Een paar dagen na de dood van Avajev werden de voormalige topmanager van gasbedrijf Novatek, Sergei Protosenja, zijn vrouw en dochter dood aangetroffen in Spanje. Hij zou zijn vrouw en dochter hebben vermoord en vervolgens zelfmoord hebben gepleegd. In september 2022 overleed de 67-jarige Lukoil-voorzitter Ravil Maganov. In het overlijdensbericht stond dat oliemaatschappijbaas Maganov was overleden aan een „ernstige ziekte”. Russische media, waaronder TASS en Interfax, citeerden bronnen die beweerden dat Maganov zelfmoord zou hebben gepleegd.


Hulporganisaties ontstemd over asielwetten: ‘NSC gooit bestaanszekerheid ongedocumenteerden in de prullenbak’

Maatschappelijke organisaties reageren ontstemd op het aannemen van twee asielwetten door de Tweede Kamer donderdag. Met het wetsvoorstel tweestatusstelsel en de asielnoodmaatregelenwet werd, inclusief het PVV-amendement dat illegaliteit én hulp aan illegalen strafbaar stelt, na een chaotisch proces laat door een Kamermeerderheid ingestemd.

Hoewel de wetten nog langs de Eerste Kamer moeten, maakt het Rode Kruis zich „ernstig zorgen over het signaal dat hiervan uitgaat en de gevolgen voor mensen zonder verblijfspapieren”, meldt een woordvoerder aan persbureau ANP. „Het brengt mensenrechten in gevaar en werkt polarisatie in de hand.” De hulporganisatie denkt dat mensen minder snel hulp zullen zoeken als ze slachtoffer zijn van misstanden. „Dat vergroot hun kwetsbaarheid en kan leiden tot nog onveiligere situaties.”

„Mensen die solidariteit tonen en anderen helpen, mogen daar nooit voor worden gestraft, of bang zijn te worden gestraft”, stelt de hulporganisatie verder.

Ook Save the Children en de Werkgroep Kind in azc zijn „geschokt”. Ze noemen de wetten tegenover ANP „onmenselijk”. „Hulpverleners riskeren een strafblad als ze kinderen in nood helpen”, zegt Pim Kraan, directeur van Save the Children.

Het Amsterdams Solidariteits Komitee Vluchtelingen (ASKV) stelt in een verklaring dat „solidariteit en medemenselijkheid vannacht de kop in [zijn] gedrukt”. Directeur-bestuurder Erik Rouw: „Kunnen mijn collega’s straks in de gevangenis belanden als ze onderdak bieden aan iemand? We zijn een weg ingeslagen die niet denkt in oplossingen, maar weer een kwetsbare groep mensen als zondebok aanwijst en mensenrechten schendt.”

‘Zieke mensen verdwijnen uit beeld’

De medische ngo Dokters van de Wereld vindt het „onvoorstelbaar dat dit in Nederland gebeurt” en is bang dat zieke mensen uit beeld verdwijnen. Dat schrijft Jasper Kuipers, directeur van de Nederlandse afdeling in een verklaring. „Kinderen verdwijnen van de radar omdat hun ouders ze niet langer naar school durven te sturen. […] En mensen durven nóg minder om medische hulp te vragen dan nu al het geval is. Met alle gevolgen van dien, want ziek zijn stopt nu eenmaal niet bij het wel of niet hebben van een paspoort.”

Actiegroep MiGreat neemt het met name NSC kwalijk op het laatste moment tóch met de wetten te hebben ingestemd. Juist de partij van bestaanszekerheid gooit daarmee de bestaanszekerheid van ongedocumenteerden „in de prullenbak”, zegt directeur Roos Ykema tegen ANP.

‘Nog langer’ in de opvang

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is vooral bang dat de wetten ertoe leiden dat mensen „nog langer” in de opvang moeten verblijven door langere juridische procedures, zegt een woordvoerder tegen ANP. Het opvangorgaan moet al steeds meer dure tijdelijke noodopvanglocaties gebruiken.

Daar komt nog eens bij dat de Kamer donderdag een amendement aannam waarmee de voorrang voor statushouders bij de toekenning van sociale huurwoningen wordt ingetrokken. Dat amendement zal er volgens het COA voor zorgen dat statushouders nog langzamer zullen doorstromen dan nu al het geval is en dus langer plekken in de asielopvang bezet houden.

Lees ook

Alternatieve locaties voor asielzoekers zijn vaak ongeschikt en ook nog eens onnodig duur, zegt COA

Het schip Silja Europa in de Rotterdamse haven wordt  gebruikt om vluchtelingen met verblijfsstatus in Nederland onder te brengen. Foto Hedayatullah Amid / NRC


Handel met de Verenigde Staten: onzeker, maar nog interessant genoeg

Voor elke onderneming met internationale ambities blijven de VS ogenschijnlijk het beloofde land. Een consumentenmarkt van ruim 330 miljoen inwoners, met de hoogst besteedbare inkomens ter wereld. Een hoogopgeleide beroepsbevolking. Durfkapitaal dat tegen de plinten klotst. Staten die tegen elkaar opbieden om bedrijven met belastingkortingen of subsidies te verleiden plaatselijk banen te scheppen. En een – in ieder geval tot voorheen – betrouwbaar functionerende rechtsstaat.

Maar dan is daar Donald Trump, die op 2 april heffingen afkondigt voor import uit nagenoeg de hele rest van de wereld. Sindsdien is weinig meer hetzelfde in de wereldeconomie. Hoewel de president zijn tariffs al binnen een week moest intrekken, kampen op de VS gerichte ondernemers sindsdien met grote onzekerheid. De heffingen zijn immers voor slechts negentig dagen opgeschort. Als de VS voor 9 juli geen handelsdeals hebben gesloten met circa negentig andere landen, kunnen ze in principe weer in werking treden.

Het roept de vraag op wat zwaarder weegt voor ondernemers die de stap willen wagen. Zijn het de ijzersterke basiskwaliteiten van de VS als economische supermacht, of is het de onzekerheid die de grillige bewoner van het Witte Huis loslaat op de wereldhandel?

Ruigere landen

Directeur Marc ter Haar van de U.S. Chamber of Commerce in The Netherlands, een vereniging van Amerikaanse (en Nederlandse) bedrijven die handel met de VS wil bevorderen, weet het wel: hij ziet nog steeds uitstekende kansen op de Amerikaanse markt. In de kern, vertelt hij per videoverbinding uit Amsterdam, verschilt het beleid onder Trump niet erg van dat van diens voorganger Joe Biden. „Trump doet hetzelfde, alleen op andere manier.”

Ook Biden kondigde protectionistische maatregelen af. En ook hij bedreef industriepolitiek, door te investeren in groene energie, infrastructuur of eigen chipsproductie. Onder Biden was het alleen „herkenbaarder en minder agressief”, erkent Ter Haar.

Maar hij wijst er graag op dat de VS meer zijn dan hun federale overheid. Ook staten en gemeenten proberen investeringen binnen te hengelen, omdat werkgelegenheid in de VS lang niet overal gegarandeerd is. „Voor een county zijn drie banen al geweldig. Creëer je er driehonderd, dan wordt een straat naar je vernoemd. Drieduizend banen en Trump noemt je in zijn eerstvolgende tarieventoespraak.”

Containers klaar voor verscheping in de haven van Miami.

Foto Joe Raedle/Getty Images

Hij ziet Trumps aanvallen op de rechtsstaat ook niet als bedreiging voor het investeringsklimaat, wel als democratisch ongewenst. Veel multinationals doen in wel ruigere landen zaken. „Het is ook weer niet helemaal wetteloos. Amerika is gewoon een lobbyland. Als je het goed doet, haal je voordeeltjes binnen. Het is een andere opvatting over hoe je zaken doet. Iedereen moet zijn eigen afweging maken: hoever ga je?”

Zo houden de VS wel meer kwaliteiten, somt Ter Haar op: „Onbeperkte ruimte. Onbeperkt stroom. Goedkope diesel en benzine – die hebben wij niet en zullen we ook niet snel hebben. Het is relatief makkelijk er snel uit te breiden. Er zijn mensen, infrastructuur en een gigantische interne markt.” Alleen de visaverstrekking laat al sinds corona erg te wensen over. „Je moet echt op tijd beginnen om je mensen binnen te krijgen.”

Onzekerheid

Trump zelf was juist erg negatief over de Amerikaanse economie, toen hij begin april zijn tarieven afkondigde. „Ze hebben zoveel rijkdom van ons afgepakt”, klaagde hij. „We kunnen zoveel rijker zijn dan enig ander land.” Feit is dat de VS rijker zijn dan menig ander land, al is die welvaart wel zeer ongelijk verdeeld. En voordat Trump op ‘Liberation Day’ zijn heffingen afkondigde, lag de Amerikaanse economie op koers om harder te groeien dan de Europese of Chinese.

Maar juist door de heffingen – die immers zullen worden afgewenteld op Amerikaanse consumenten – zijn die rooskleurige prognoses de afgelopen maanden afgezwakt. Onder meer IMF, OESO en Fed, de Amerikaanse centrale bank, zien de groei vertragen door het risico van oplopende inflatie.

En de onzekerheid over de heffingen houdt vooralsnog aan. Enkele dagen voordat het negentigdagen-ultimatum is afgelopen, is één conceptdeal gesloten met het VK, één ‘wapenstilstand’ met China en deze week met Vietnam, dat een tarief van 20 procent krijgt (was in april 46 procent). Vanaf vrijdag zou het Witte Huis hierover aan tientallen landen brieven gaan sturen.

Door Trumps tactiek van dreigen en inschikken is op Wall Street de term TACO trade in zwang geraakt. Handelaren hebben doorgekregen dat aan Trump Always Chickens Out geld te verdienen is. Als puntje bij paaltje komt, mist hij het lef om vast te houden aan zijn heffingen.

Tegelijkertijd lijkt Trump diep overtuigd te blijven van hun economische nut. Hij meent al decennia dat heffingen een geschikt instrument zijn om te voorkomen dat handelspartners de VS „een poot uitdraaien”. In de jaren tachtig richtte die kritiek zich op Japan. Als president heeft hij het vooral gemunt op Europa en China. Ook in zijn kabinet staat een protectionistisch kamp tegenover internationaal gerichte adviseurs.

Niet terugslaan

Onduidelijk blijft vooralsnog wat de wereld komende woensdag te wachten staat. Demissionair premier Dick Schoof zei vorige week tijdens de NAVO-top een nultarief als ideale scenario te zien. Een realistischer optie lijkt, volgens Torsten Sløk – heffingenscepticus en hoofdeconoom van investeringsfonds Apollo Global Management – dat Trump de rest van de wereld op minstens 10 procent houdt en China op 30 procent.

Trump meent al decennia dat heffingen een geschikt instrument zijn om te voorkomen dat handelspartners de VS ‘een poot uitdraaien’

Veel landen zullen een verlaging ten opzichte van april allang vinden meevallen en niet terugslaan met eigen heffingen – die Trump hard zegt te vergelden. Hij zou zijn beleid zo binnenlands kunnen verkopen als ‘historisch’ dan wel ‘geweldig’ succes en intussen tijd kopen voor permanentere internationale afspraken.

In dit geval zouden ook Nederlandse ondernemingen met belangen op de Amerikaanse markt blijven gissen naar het toekomstig handelsklimaat. NRC sprak er twee – een bedrijf dat al jaren in de VS actief is, en een dat pas recent de sprong waagde. Deze onzekerheid heeft hun voorkeur absoluut niet, maar de VS zijn te interessant om links te laten liggen, zeggen ze ook. Maar bovenal zien ze: dit beleid raakt de Amerikanen zelf uiteindelijk harder dan ons.

Bart van de Kooij (Exobrew/Minibrew)‘ We hadden in januari niet verwacht dat hij dit zo zou doen’

Compacte brouwmachines waarmee de gebruiker zelf thuis bier kan maken, of cider, of kombucha. In Nederland verkoopt Minibrew ze sinds 2020 en inmiddels ook in andere Europese landen. Dit jaar besloot het bedrijf de sprong naar de Verenigde Staten te wagen. In januari stond medeoprichter Bart van de Kooij op de techbeurs CES in Las Vegas en proefde bij retailers voldoende interesse. In juni verhuisde hij naar Florida, de zuidelijke staat vanwaaruit hij de verovering van de Amerikaanse markt wil inzetten.

„In februari kwam onze eerste container aan, maar een volgende hebben we nog niet verstuurd”, vertelt hij op een terras in het zakendistrict van Miami. En dat heeft alles te maken met de importheffingen die Trump invoerde op producten uit China, waar de Exobrew-machines gemaakt worden. De eerste container kon hij nog invoeren bij een tarief van 3 procent. Nadat de president in april zijn handelsoorlog met de rest van de wereld begon, schoot de heffing op invoer uit China door naar 145 procent. „We hadden in januari niet verwacht dat hij dit zo zou doen.”

Sinds de VS en China in mei een ‘wapenstilstand’ overeenkwamen bedraagt de heffing 30 procent, tijdelijk. In afwachting van meer duidelijkheid laat Exobrew geen nieuwe container komen, maar onderhandelt met de fabriek in China over lagere productiekosten. Een deel van de heffingen zou het bedrijf dan voor eigen rekening kunnen nemen. De rest is voor de klant: die gaat geen 800 maar 900 dollar betalen voor een apparaat. „Amerikanen vinden dat nog altijd goedkoop.” Bier of kombucha is ook in de Amerikaanse supermarkt veel prijziger dan in Europa. De thuisbrouwer heeft de aanschaf er snel uit.

De tijd begint wel te dringen. In het zojuist begonnen derde kwartaal is de verkoop vanwege de zomervakantie altijd wat sloom. Maar het vierde kwartaal, met Thanksgiving, Black Friday, Cyber Monday en Kerstmis, is dé periode om in de schappen te liggen. Wil je daarvoor op tijd zijn, dan moet China uiterlijk in augustus de productieorder krijgen.

Er is nog een complicatie. Onder normale omstandigheden willen geldschieters de inkoop voorfinancieren. Zulke wholesale financiers waren in januari nog zonder aarzelen bereid 2 of 3 miljoen dollar voor te schieten. „Daar pakken ze wel een tiende deel commissie over. Normaal is dat easy money voor ze, maar door de onzekerheid die Trump zaait, zijn ze momenteel lastig te vinden.” Zouden de heffingen namelijk plots weer oplopen, dan is het risico voor de financier.

Doel van Trumps beleid is productiecapaciteit terug te halen; Van de Kooij heeft uitgezocht of hij zijn machines in de VS kan laten produceren. „Een fabriek in Chicago zou ze eventueel kunnen maken, maar door de hogere grondstofkosten en lonen in de VS zou dat fors duurder uitpakken.” Er zit bovendien ook staal in de machines, waar Trump ook al 50 procent over heft. „Bij het tarief van 145 procent had het nog geloond. Maar bij de huidige 30 is China veel aantrekkelijker.”

Bovenal gaat hij niet zijn hele productielijn verhuizen, als de heffingen over een paar weken weer anders kunnen liggen. „Dat hele proces kost zeker een jaar.” Als hij al verkast, is het eerder naar Indonesië of een ander Aziatisch land, waarvoor de Amerikaanse tarieven lager liggen dan op invoer uit China.

De ondernemer blijft vertrouwen houden dat het Amerikaanse avontuur kan slagen. De consumentenmarkt is groot, er is veel geld, en in Florida – een strandstaat met een ware fitnesscultus – wordt nog meer kombucha dan bier gedronken. Maar een jong bedrijf moet voorzichtig zijn. „Zonder grote kasreserves is het wel een uitdaging. Maar als je wacht, haalt de concurrentie je in.”

Bart van den Hamer (Aegir-Marine) ‘De heffing wordt uiteindelijk doorberekend aan hun klanten’

In april nam Aegir-Marine uit Wijk bij Duurstede nog deel aan een handelsmissie van de maritieme sector naar Miami, Florida. Met zestien andere bedrijven bezocht de leverancier van onderdelen en services voor schroefasafdichtingen en voortstuwingsinstallaties Sea Trade, een van de belangrijkste beurzen in de cruisesector. Aegir haalt ongeveer 60 procent van zijn Amerikaanse omzet bij cruisemaatschappijen, en Zuid-Florida is het brandpunt van deze industrie. Vanuit de Sunshine State varen de schepen overal in de Caraïben.

Cruises zijn na een ernstige dip in coronatijd weer populair in de VS. Aegir is sinds 2010 actief in het land en opende vier jaar geleden een fysiek kantoor in Miami. „Voor ons is die Sea Trade-beurs dus heel belangrijk. We hebben er opdrachten voor over een jaar binnengehaald”, vertelt Bart van den Hamer via een videoverbinding vanuit Panama. Daar zit hij permanent, maar hij vliegt maandelijks voor een week naar Miami.

Onder Trump zijn de zakelijke omstandigheden in de VS wel ingrijpend veranderd. De onderdelen van Aegir worden in West-Europa gemaakt. Om die in te voeren naar de VS, betalen Amerikaanse kopers nu een importtarief van 10 procent. Dat was begin april even 30 procent, toen Trump op zijn ‘Liberation Day’ zogenoemde wederkerige importheffingen afkondigde. Na een week van groeiende marktpaniek, trok hij die voor negentig dagen in. Zonder deal tussen de EU en de VS zouden ze 9 juli kunnen terugschieten naar 30 procent.

Voor Aegir is de huidige 10 procent niet meteen problematisch. „We hebben drie opties. Soms absorberen we het zelf, soms neemt de klant het voor eigen rekening, of we verdelen het 50/50.” Meestal wordt het een van die laatste twee opties. „Voor klanten is het veel kostbaarder een schip stil te laten liggen.”

Wat ook in Aegirs voordeel uitpakt, is dat veel concurrenten hun spullen in Azië laten produceren. Voor invoer uit China geldt nu een heffing van 30 procent. „De concullega’s in China hebben echt meer last. Wij hebben hier dus misschien wel baat bij.” Toch is hij zeker niet verheugd met Trumps zigzaggende handelsbeleid. „Ook wij willen vooral een stabiele wereld. Minder onzekerheid is altijd het beste.”

Uiteindelijk hebben de VS vooral zichzelf hiermee, ziet hij. Cruiseschepen varen zelden onder Amerikaanse vlag en worden doorgaans in dok gebracht in de Bahama’s of een ander fiscaal aantrekkelijk eiland. Ze kunnen de heffingen zo omzeilen als ze willen.

Maar Aegir heeft ook klanten van buiten de cruise-industrie, die onder Amerikaanse vlag varen en wel in de VS zelf dokken. Dit zijn ze wettelijk verplicht. De Amerikaanse scheepsindustrie is – onder het mom van nationale veiligheid – zeer protectionistisch: in geval van oorlog moet het land genoeg werven hebben. De wet maakt de heffingen voor deze klanten schier onmogelijk te omzeilen.

En die klanten buiten de cruisesector „doen redelijk essentiële dingen”, zegt Van den Hamer. „Vervoer van voedsel, van olie, de hele keten. Die boten moeten gewoon van plek A naar plek B blijven varen. De heffing wordt uiteindelijk doorberekend aan hun klanten.” Ook cruisemaatschappijen, waarvan er door de grote concurrentie veel financieel scherp aan de wind zeilen, zullen extra kosten doorberekenen aan passagiers.

Voor Aegir blijft de Amerikaanse markt zeer interessant. „Er is nog steeds een heel positief ondernemersklimaat. En het is altijd heel makkelijk mensen te vinden die een tijdje voor ons in Miami willen werken.”

Tijdlijn Een tariefmuur in fasen

2 april 2025

foto Carlos Barria / Reuters

Tijdens een evenement in de Rose Garden, door hem zelf Bevrijdingsdag gedoopt, ontketent de Amerikaanse president Donald Trump op 2 april een handelsoorlog met de rest van de wereld. Op import uit tientallen landen en territoria, waaronder zijn belangrijkste handelspartners, worden over een week eenzijdig ‘wederkerige tarieven’ ingesteld. Deze tariefmuur luidt een nieuwe Gouden Eeuw in voor de Verenigde Staten, belooft Trump. Aandelenbeurzen boeken daarop enorme verliezen. Beleggers, internationaal opererende ondernemers en topbankiers uiten toenemend kritiek op Trumps protectionisme.

9 april

Foto Yuki Iwamura/ AP

Een paar uur nadat ze zijn ingegaan, meldt Trump op sociale media dat hij zijn heffingen voor negentig dagen opschort. De dagen ervoor hadden hij en zijn regeringsploeg nog bezworen dat ze echt geen onderhandelingswapen waren. Nu verkopen ze dit besluit als ‘the art of the deal’. In werkelijkheid sloeg de paniek op de aandelenbeurzen over naar de obligatiemarkten, waardoor Amerika’s kredietwaardigheid op het spel kwam te staan. Om zijn tactische terugtrekking te dekken, pocht Trump de avond voor de opschorting dat regeringen massaal aan de lijn hangen. „Landen bellen ons op om mijn kont te kussen.”

8 mei

Foto Kevin Lamarque / reuters

Het Verenigd Koninkrijk werd op Liberation Day enigszins ontzien: Britse invoer kreeg ‘slechts’ een tarief van 10 procent opgelegd, bovenop eerder ingestelde heffingen voor de auto-industrie, staal en aluminium van 25 procent. Na onderhandelingen tussen de regeringen-Starmer en -Trump gaan die laatste van tafel. Het VK belooft in ruil jachtvliegtuigen bij de Amerikanen te bestellen. Trump presenteert het als belangrijke deal, maar het is eerder een conceptakkoord: er moet nog veel uitgewerkt worden.

12 mei

Foto Pedro Pardo / AFP

Na een weekend van bilaterale gesprekken in een hotel in Genève, komen de VS en China een tijdelijke wapenstilstand in hun handelsoorlog overeen. De torenhoge tarieven die ze elkaar in april tijdens hun snel escalerende heffingenstrijd oplegden, bouwen ze af met 115 procentpunten. Het Witte Huis noemt het „een historische handelsoverwinning voor de VS”, maar er is niet meer afgesproken dan dat beide landen gaan werken aan „de onevenwichtigheden” in hun handelsrelatie.

25 mei

Foto Yves Herman / Reuters

Ook met de EU lopen onderhandelingen. Die zet Trump eind mei onder grote druk door boos met een tarief van 50 procent te dreigen als Europa niet sneller met hem tot een vergelijk komt. Ook dat dreigement trekt hij een paar dagen later in, na een telefoontje met EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen.

28 mei

Foto Drew Angerer / AFP

Het internationaal handelsgerechtshof in New York bepaalt eind mei dat Trump zijn handelsbeleid niet per decreet kan afkondigen. Het Congres zou de heffingen in wetgeving moeten vatten. Hun baanbrekende uitspraak is tijdelijk opgeschort na een beroep van de regering, maar voedt de onzekerheid over de legitimiteit van Trumps beleid.

11 juni

Foto reuters

Tijdens onderhandelingen in Londen zetten Washington en Beijing een nieuwe stap naar een detente. Ze sluiten onder meer een akkoord over zeldzame aardmetalen, die China inzette in als effectieve onderhandelingstroef door hun export te beperken.

27 juni

Foto Carlos Osorio / Reuters

Met zijn belangrijke handelspartner Canada lopen gesprekken, waarover de nieuwe regering-Carney optimistisch is. Maar vrijdag 27 juni breekt Trump die abrupt af, uit woede over een techbelasting die een paar dagen later van kracht zal worden. Ook Amerikaanse technologiebedrijven dreigen miljarden te moeten afdragen. Canada trekt de taks in het weekeinde schielijk in, waarna verder gepraat kan worden. Ottowa hoopt uiterlijk 21 juli een deal te kunnen sluiten met de VS.


Rusland erkent als eerste land ter wereld Taliban-regering van Afghanistan

Rusland heeft de Taliban donderdag formeel erkend als regering van Afghanistan. Geen enkel land ter wereld heeft die stap sinds de machtsovername in 2021 nog genomen. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken hoopt op een „productieve bilaterale samenwerking”, schrijft het in een verklaring. De Taliban, die al langer toenadering tot andere landen zoeken, bejubelen de „historische” stap en hopen dat de rest van de wereld Ruslands voorbeeld volgt.

Dankzij de Russen komen de Taliban sinds het afgelopen jaar beetje bij beetje uit hun isolement. Eind vorig jaar schrapte het Russische Hooggerechtshof de islamistische beweging al van de terreurlijst, en werden hun leiders uitgenodigd op het Sint-Petersburg Internationaal Economisch Forum. Na de machtsgreep in 2021 was Rusland een van de weinige landen die zijn ambassade in hoofdstad Kabul operationeel hield.

Voor het Kremlin is samenwerking met de Taliban interessant vanwege hun strijd tegen ISIS-Khorasan, de Afghaanse tak van IS die vorig jaar de aanslag op een concerthal in Moskou opeiste, waarbij ten minste 144 mensen om het leven kwamen. ISIS-K is een rivaal van de Taliban en ziet Rusland vanwege de oorlog tegen ISIS in Syrië als vijand. De Taliban hebben ook interesse in Russische olie en tarwe.

In de 19de eeuw fungeerde Afghanistan als strategisch buffergebied tussen het tsaristische Rusland en Brits-Indië. In 1919 ging de Sovjet-Unie als eerste land diplomatieke relaties met Afghanistan aan. Zestig jaar later, in 1979, vielen de Sovjets Afghanistan binnen om de communistische regering van Kabul te steunen, en islamitisch fundamentalisme tegen te gaan. De oorlog duurde langer dan het Kremlin hoopte: tot 1989. In die roerige periode is de Taliban als verzetsbeweging ontstaan.

Lees ook

Niet bij het gebed in de moskee? Dan komen de Taliban even bij je thuis kijken

Taliban ziet toe op vrouwen in de rij voor voedseluitgifte, op 25 maart.


In Maastricht rijst voorzichtig de vraag: wat komt er ná Rieu? ‘Een André Rieu overkomt je, die is niet maakbaar’

Wie Maastricht binnenkomt, stuit meteen op het lachende gezicht van André Rieu. Op banieren aan lantaarnpalen heet hij deze maand bezoekers welkom in maar liefst vijf talen: „Welkom. Willkommen. Welcome. Bienvenue. Bienvenidos.” Vanaf deze donderdag geeft de violist-orkestleider drie lange weekenden de traditionele Vrijthofconcerten. Daartoe wordt het centrum van Rieus thuisstad omgetoverd tot een soort festivalterrein.

Het Vrijthof en de omgeving van het plein in de binnenstad worden afgesloten voor al het verkeer, behalve voetgangers. Op de concertdagen worden vanaf het eind van de middag alleen mensen met kaarten of een accreditatie toegelaten. Buurtbewoners kunnen eind juli alle walsen, marsen en grapjes van Rieu wel dromen.

„Toen we het in 2018 onderzochten, bleek 50 procent van de omwonenden het leuk te vinden, 50 procent vond het vervelend”, vertelt Marco Maessen, bestuurslid van het Buurtnetwerk Binnenstad Maastricht.

„Het duurt inmiddels vooral lang,” zegt Maessen. „In 2005 begon het met drie concerten. Nu zijn het er twaalf [tussen 3 en 20 juli]. Met opbouw, repetities en afbreken, betekent het dat het centrum een kleine maand op slot zit.” Verder kost het de gemeente jaarlijks 90.000 euro aan onder meer verkeersmaatregelen, waar 60.000 euro aan precario en leges tegenover staat. Alle kosten voor beveiligingsmaatregelen en dergelijke op en rond Het Vrijthof worden gedragen door Rieu.

Bezoekers van het centrum van Maastricht worden verwelkomd door de beeltenis van André Rieu. Foto Chris Keulen

Profiteren

Steeds vaker vraagt de stad zich af hoelang ze nog kan profiteren van de concerten. Rieu is 75 jaar. In interviews vertelt hij telkens dat hij 140 wil worden, maar de twintig jaar oude Vrijthofconcerttraditie lijkt eindig. „Het is een beetje een beladen onderwerp. Er wordt zachtjes over gesproken”, zegt Leontien Mees, directeur-bestuurder bij de Stichting Maastricht Marketing. „In discussies met ondernemers en het culturele veld komt het soms aan de orde.”

Tegenover de overlast staat economisch gewin. Onderzoek uit 2019 wees uit dat de Vrijthofconcerten Maastricht en haar omgeving jaarlijks zo’n 30 miljoen euro opbrachten. En de waarde van de publiciteit voor de stad werd in dat bedrag niet meegerekend. Mees: „Die valt haast niet te becijferen. Toen ik drie jaar in Australië woonde, werd ik zo vaak aangesproken op Rieu. De Vrijthofconcerten worden wereldwijd uitgezonden, zelfs in bioscopen. En ook tijdens optredens elders vertelt Rieu altijd over Maastricht. Elke diehard fan, waar ook ter wereld, wil minstens één keer een Vrijthofconcert meemaken.”

In de gemeenteraad werd de vraag „Wat na Rieu?” vorig jaar al een keer opgeworpen. Maar ligt daar wel een rol voor de politiek? Volgens raadslid Jules Ortjens (Volt) kan nadenken geen kwaad. „Maastricht werd in de Atlas voor Nederlandse Gemeenten genoemd als de tweede cultuurstad na Amsterdam, een luxe voor een gemeente met evenveel inwoners als Ede [ca. 125.000]”, constateerde Ortjens tijdens een debatavond in mei. „Maar het maakt ook een beetje lui. Rieu, de Tefaf-kunstbeurs, de Nederlandse Dansdagen: veel lijkt Maastricht te overkomen. De stad mist culturele prikkels en wil ondanks haar maat van alles een beetje. Kiezen is beter. Net als samenwerken op Zuid-Limburgs niveau, dan heb je meteen een regio ter omvang van Rotterdam.”

Lees ook

Met publiek geld onderweg in de exclusieve bubbel van de Tefaf: ‘Hier is alles – en iedereen’

Het herontdekte schilderij van Gustav Klimt op de Tefaf: Prins William Nii Nortey Dowuona.

Op het Vrijthof in Maastricht werd afgelopen dinsdag opgebouwd voor de concertreeks van André Rieu. Foto Chris Keulen

Spektakel

Er zijn wel nieuwe initiatieven. Volgend jaar juni is op de Stadsweide in Maastricht de musical Bokkenrijders te zien, over een legendarische bende vrijbuiters die in de achttiende eeuw Limburg onveilig maakte. De producenten beloven spektakel met vuur, paarden en zeshonderd drones.

Begin juni werd op dezelfde plek de eerste editie van het metalevenement South of Heaven gehouden. In een promotiefilmpje werd vrolijk de draak gestoken met Rieu: een langharige headbanger met gezichtsbeschildering à la rockgroep Kiss deed alsof hij een gitaarsolo speelde op een viool. South of Heaven trok verspreid over twee dagen vijfduizend bezoekers – onvergelijkbaar met Rieu die 12.000 bezoekers per Vrijthofavond scoort. De festivalorganisatie heeft ook niet de ambitie om zo groot te worden.

Ambitieuzer lijkt een concertreeks van de ‘pianobroers’ Lucas en Arthur Jussen. Van 30 oktober tot en met 2 november treden ze vier avonden achtereen op in het MECC, het congrescentrum van Maastricht. Met onder meer zes slagwerkers en een omvangrijk koor spelen ze Carl Orffs Carmina Burana.

Het duo Jussen wordt op z’n Rieus in de markt gezet: als wereldtoppers en exponenten van de Limburgse hoofdstad. „Onze grootouders wonen hier, onze ouders werden in deze stad geboren. Voor ons zijn deze concerten heel bijzonder”, zeiden de broers in een aankondiging voor de concerten. En vergeleken met Rieu kunnen de Jussens nog wel even mee: Lucas is 32 jaar, Arthur 28.

Mees heeft weliswaar hoge verwachtingen, „maar een uniek fenomeen als André Rieu overkomt een stad. Zoiets kun je niet zomaar bedenken. Dat moet langzaam ontstaan. Tegelijkertijd is het wel mogelijk om alle andere cultuur van Maastricht het jaar rond beter in de etalage te zetten”.

Ortjens vindt daarnaast dat veel meer Maastrichtenaren bij cultuur kunnen worden betrokken. „Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft Maastricht na Heerlen en Enschede het hoogste percentage arme inwoners met een eenzijdige leefwereld. Die komen nu nergens aan toe – ook niet aan Rieu.”

Het begin van de reeks concerten op het Vrijthof op donderdagavond. Foto Marcel van Hoorn/ANP

Lees ook

Hoe twee wethouders in Heerlen en in Rotterdam de ongelijkheid proberen te bestrijden

Kinderen aan het spelen in Heerlen.


Vanaf zaterdag mogen Parijzenaren weer zwemmen in hun Seine. ‘Superschoon is het niet’

Het groene water van de Seine glinstert in de zon op deze bloedhete middag, er staat nauwelijks stroming. Rondvaartboten glijden langzaam voorbij. Op de kade naast de Pont de Sully zullen over een paar uur honderden mensen zich verzamelen voor een apéro bij zonsondergang, maar deze middag is het er rustig. Wel loopt een aantal mannen in wetsuits en met gereedschap in de hand af en aan naar het water. Ze draaien de laatste schroeven aan van een splinternieuwe vlonder. Ervoor drijft een meterslang koord met rode dobbers.

Vanaf deze vlonder kunnen Parijzenaren vanaf deze zaterdag de Seine induiken: bij de Pont de Sully en op twee andere plekken in het hart van Parijs worden zwemlocaties geopend. Hiermee maakt burgemeester Anne Hidalgo een oude belofte waar: zij liet de Seine voor 1,4 miljard euro schoonmaken zodat vorige zomer de triatlon en het marathonzwemmen bij de Olympische Spelen in de rivier konden plaatsvinden én het groene water uiteindelijk ook toegankelijk zou worden voor burgers.

Lees ook

dit profiel van burgemeester Anne Hidalgo: Zij wil Parijs transformeren

Burgemeester  Hidalgo rijdt door Parijs op een deelfiets van Vélib.

Scholieren Rita en Louise kunnen niet wachten, vertellen ze aan de waterkant. „Al sinds ik klein was, wil ik vet graag zwemmen in de Seine”, zegt Rita (14, omdat ze minderjarig zijn worden hun achternamen niet vermeld). „We hebben een rivier die dwars door de stad loopt, maar we konden er nooit écht van genieten.” „Toen ik een paar jaar geleden in Parijs kwam wonen, had ik meteen zin om in de Seine te springen”, zegt haar vriendin Louise (14). „Straks kan ik ontdekken of het zo fijn is als ik me voorstel.”

Ook vorige zomer zwommen Parijzenaren in de Seine, voorafgaand aan de Olympische Spelen. Foto Julien de Rosa/AFP

Jarenlange kritiek

Hun enthousiasme wordt gedeeld door andere Parijzenaren, maar de afgelopen jaren was er ook veel kritiek: de schoonmaakactie zou te duur zijn, de burgemeester zou niet de juiste prioriteiten hebben en het water van de ernstig vervuilde Seine zou nooit echt schoon worden. Gek zijn die zorgen niet: sinds 1923 was het verboden in de rivier te zwemmen vanwege te sterke stromingen en viesheid – er kwamen riolen op uit. Ook na aanpassing van het rioolsysteem en de bouw van een ondergronds bassin worden geregeld te hoge bacterieniveaus gemeten en ziet het water er chocolademelkbruin uit.

De drie zwemplekken zullen alleen opengaan als de waterkwaliteit bewezen goed genoeg is. Voor Rita en Louise is dat voldoende. „Er ligt van alles in de Seine, fietsen enzo”, zegt Rita. „Dus superschoon is het niet. Maar het is maar water, dat kun je afspoelen.” De in sportkleren gestoken Braziliaanse socioloog Maria Claudia Silva (44) zit aan de kade te kijken hoe haar vriend in een wetsuit werkt aan de vlonder. „Hij zei dat hij zelf z’n bedenkingen heeft”, zegt ze met een lachje. „Hij vond de kades vies en zei dat het water niet erg transparant is.”

Ik denk dat wij Parijzenaars er allemaal één keer heen gaan om het uit te proberen, maar dat het verder vooral voor toeristen zal zijn

Rita
Inwoner Parijs

Maar brandschoon of niet, met het steeds warmer wordende klimaat zijn extra zwemplekken een welkome toevoeging aan de stad. „Parijs heeft veel te weinig zwemplekken voor het aantal inwoners en de zwembaden die er wel zijn, zijn vooral op warme dagen bomvol”, zegt yogadocent en fervent zwemmer Romain Bourlanges (42). De stad met ruim 2,1 miljoen inwoners kent 41 openbare zwembaden, waarvan zes met buitenbad. Sinds 2017 kan in de zomer ook gezwommen worden in een afgebakend gebied in een kanaal, maar dat bassin is slechts 16 bij 100 meter groot, waardoor zwemmers er vaak over elkaar heen buitelen. Boulanges: „Ik houd van zwemmen maar ik ga daar nooit heen, want het is veel te druk.”

Het maakt dat sommigen op warme dagen als deze verkoeling zoeken in het Canal Saint-Martin en het Canal de l’Ourq – wat om veiligheidsredenen niet mag en meermaals tot dodelijke ongelukken leidde. Of het probleem opgelost is met de drie nieuwe zwemplekken in de Seine, valt te bezien: samen kunnen er volgens de gemeente zeshonderd mensen tegelijk zwemmen.

Rita: „Ik denk dat wij Parijzenaars er allemaal één keer heen gaan om het uit te proberen, maar dat het verder vooral voor toeristen zal zijn.” Bourlanges vreest ook drukte, maar wil het wel een keer proberen. „Hoewel ik moet toegeven dat ik iets van walging voel bij het idee de Seine in te gaan.”