In Mandalay graven burgers met blote handen naar slachtoffers

‘Gaan we sterven papa?” vroeg de 3,5 jarige Mon Mon terwijl de wereld om haar heen gromde en beefde. De doodsangst van zijn dochtertje gaf Win Moe de kracht haar in veiligheid te brengen. „Houd me stevig vast. Ik ben bij je”, zei hij terwijl hij op de brommer naar een nabijgelegen klooster in de stad Mandalay racete. Daar had ook de rest van de familie zich verzameld. Zittend op de grond in de ruime compound zagen ze hoe verderop de gebouwen instortten. Vuur en rook vulde de lucht. „Het leek alsof het einde der tijden aangebroken was. We zijn zo dankbaar dat we nog leven”, zegt Win Moe.

Nu wisselen ze berichten uit over doden, vermisten en ander onheil. Een gebouw in hun woonwijk bezweek en er liggen nog veel doden onder het puin. Monniken die in grote groepen bezig waren met hun examens, kwamen om. Ook moslims verloren het leven. Mandalay telt talloze moskeeën en toen de aardbeving begon waren velen bezig met het vrijdaggebed. Als een familielid uit het buitenland erin slaagt het gezin te bereiken, zegt ze geëmotioneerd aan de telefoon: „Ik vraag jullie me te vertellen wie er nog leven, vertel me niet over de doden.”

Het dodental staat zondag op meer dan zestienhonderd en stijgt nog steeds. Berichten van ooggetuigen in het rampgebied doen vrezen dat het aantal in werkelijkheid vele malen hoger is. Er komt maar mondjesmaat informatie uit het rampgebied, omdat de telefoonverbindingen beschadigd zijn. Toegang is moeizaam, want ook wegen en vliegvelden kregen klappen. Het land heeft nauwelijks professionele reddingswerkers en is niet voorbereid op aardbevingen of het bieden van noodhulp.

Burgers graven urenlang met hun blote handen in pogingen om slachtoffers te vinden. Volgens bronnen met contacten in Mandalay smeken zij wanhopig om graafmachines en ander materieel.

Krakkemikkige bouwwerken

Vooralsnog lijkt de tweede stad Mandalay het zwaarst getroffen. Delen van de stad zijn veranderd in een provisorisch vluchtelingenkamp. In lange rijen bivakkeren mensen in de bermen en op de trottoirs. Anderen zwerven verdwaasd rond, zonder te beseffen dat hun dierbaren dood of vermist zijn. Sommigen zijn zo zwaar getraumatiseerd dat ze geen woord meer kunnen uitbrengen.

Mandalay groeide van een gemoedelijke plattelandsplaats in rap tempo uit tot een handelscentrum van anderhalf miljoen inwoners. Met goedkope materialen en zonder enige bouwvoorschriften verrezen blokkendozen en andere krakkemikkige constructies die nu maar al te makkelijk bezweken. Na decennia leven onder een corrupt militair bewind dat vooral in defensie investeert, heeft de bevolking een lange ervaring met zelfredzaamheid. „Wij overleven niet dankzij, maar ondanks de autoriteiten”, is een veelgehoord gezegde. Restaurants in Mandalay bieden gratis maaltijden aan. Overal wordt gezamenlijk gekookt.

<strong>Reddingwerkers zoeken slachtoffers</strong> in het puin van een tempel in Mandalay.
Foto Sai Aung Main/AFP
<strong>Een hand van een slachtoffer</strong> onder het puin van een ingestorte tempel in Mandalay.
Foto Sai Aung Main/AFP

De aardbeving treft een samenleving die sowieso al heel kwetsbaar was. Toen het leger protesten tegen de staatgreep van 1 februari 2021 met veel geweld neersloeg, kwam een gewapende volksopstand op gang. In grote delen van het land wordt gevochten tussen het regime en verzetsgroepen. Volgens de VN zijn ruim 3,5 miljoen mensen ontheemd en is ongeveer een derde van de bevolking afhankelijk van voedselhulp.

De medische zorg, die in de acute fase van een ramp juist zo cruciaal is, kreeg zware klappen. Diverse ziekenhuizen raakten beschadigd door de aardbeving. „Een totale catastrofe”, noemt een hulpverlener met een lange staat van dienst in Myanmar het systeem van gezondheidszorg. Sinds de coup raakten de ziekenhuizen en klinieken ongeveer 70 procent van hun artsen kwijt. De medische sector nam in februari 2021 het voortouw bij stakingen uit protest tegen de machtsgreep. Velen sloten zich vervolgens aan bij het verzet, gingen werken in de privésector of vluchtten naar het buitenland.

Lees ook

Komen hulporganisaties Myanmar wel in? En nog drie vragen over de aardbeving

Reddingswerkers zoeken zaterdag naar overlevenden van de zware aardbeving die Myanmar vrijdagochtend trof in het puin van ingestorte gebouwen in de stad Naypyitaw,

De armoede in Myanmar is na de coup enorm toegenomen. „Mensen leven al jaren op de rand van een ramp. Met financiële en sociale ellende en dan komt die aardbeving er bovenop. Ze hebben geen enkele buffer”, zegt de hulpverlener. Ook over de grenzen heen eist de aardbeving zijn tol onder Myanmarezen. Bij de wolkenkrabber in aanbouw die in Bangkok in elkaar plofte werkten veel arbeidsmigranten uit Myanmar. Er vielen doden, tientallen zitten nog vast in het puin.

Pronkpaleis

De Global New Light of Myanmar, de spreekbuis van de junta, die berucht is om het verzwijgen van slecht nieuws, bericht uitgebreid over de aardbeving. Op de voorpagina prijkt juntaleider Min Aung Hlaing in uniform terwijl hij de slachtoffers in een ziekenhuis in de hoofdstad Naypyitaw bezoekt. Ook doet hij een oproep tot internationale hulp.

„De militairen zijn nu zelf ook zwaar getroffen”, verklaart arts, schrijfster en politiek analist Ma Thida die ongebruikelijke noodkreet. Ook de hoofdstad waar zich het bestuurlijke centrum en het militaire hoofdkwartier bevinden, liep flinke schade op en er vielen doden.

Ver van de bevolking verschansten de militairen zich in 2005 in het centrum van het land en waanden zich er veilig. Naypyitaw, wat zetel der koningen betekent, is het paradepaardje van de legertop en werd uit het niets opgetrokken. Wegen zo breed als landingsbanen, een parlementsgebouw met uitgestrekte vleugels en een legermuseum om in te verdwalen, toonden de megalomane ambities van de generaals. Vanwege de goedkope materialen en de enorme corruptie verschenen al na enkele maanden barsten in de gebouwen en de wegen. Maar toen in 2008 de cycloon Nargis tienduizenden slachtoffers maakte, bleven de militaire leiders ongedeerd.

In de hoofdstad van Myanmar, Naypyitaw, is ook veel schade.
Foto Aung Shine Oo/AP

De staatstelevisie toont generaal Min Aung Hlaing tussen brokstukken bij een ingestort trappenhuis van het pompeuze presidentiële paleis. Het is een publiek geheim dat de juntaleider het presidentschap ambieert. Hij heeft verkiezingen aangekondigd, al verschuift die planning telkens naar de horizon.

Slecht voorteken

Ma Thida probeert zich zijn gemoedstoestand voor te stellen nu ook het centrum van de macht geraakt is. Ze wijst op de grote rol van bijgeloof in de Myanmarese cultuur. Ook Min Aung Hlaing en zijn medestanders laten zich leiden door voorspellingen van waarzeggers en astrologen. Volgens de almanak die veel Myanmarezen raadplegen, zou een aardbeving op een vrijdag het einde van een koninkrijk aankondigen. Ongetwijfeld speelt dat door de hoofden van de generaals, stelt ze. Op sociale media wemelt het van de geruchten over dit voorteken. En de Mahamuni-pagode, een van de beroemdste tempels van het land, raakte zwaar beschadigd. De voorspelling luidt dat met de instorting van dit vermaarde heiligdom de koning aan zijn einde zou komen en er een nieuwe leider zou opstaan. Te midden van al hun nood speculeert zelfs de familie in Mandalay over de toekomst van het regime.

Ma Thida heeft een reputatie van veerkracht. Mentaal ongebroken kwam ze in 1999 na zes jaar uit de gevangenis. Nooit eerder klonk ze zo aangeslagen als na de aardbeving van vrijdag. Net als voor veel andere landgenoten voelt het onderhand alsof haar land voor het noodlot geboren is. „Ik ben zo moe van de droefenis”, vertelt ze vanuit ballingschap. De tragische beelden van doden en destructie houden haar uit haar slaap. Maar haar verdriet gaat ook over wat haar land te wachten staat.

Met een graafmachine wordt gezocht naar slachtoffers in de buurt van de Maharmyatmuni-pagode in Mandalay. Aan dergelijk materieel is een groot gebrek.
Foto Thein Zaw/AP

Vanuit Europa volgt ze de ontwikkelingen na de staatsgreep op de voet. Ook in enkele etnische gebieden waar minderheden al decennia vechten voor gelijke rechten en meer autonomie laaide de afgelopen vier jaar de strijd weer op. Het verzet van een scala aan oude en nieuwe gewapende groepen dat door Myanmarezen zelf uit binnen- en buitenland wordt gefinancierd houdt stand, en wint zelfs aan terrein. Daardoor durfde Ma Thida te hopen op een verandering ten goede, ook al betaalt de bevolking een hoge prijs voor het verzet.

Bombardementen

Ma Thida waarschuwt dat oproepen tot vrede die hier en daar des te luider klinken nu het land in zulke nood verkeert, verkeerd kunnen uitpakken. Ook zo’n tien jaar geleden toen een periode van prille transitie inzette, moesten miljoenenprojecten en internationale inspanning een einde maken aan de conflicten. Verder dan een wapenstilstand met enkele kleine etnisch minderheden kwam het nooit, en ondertussen profiteerde het leger. „De militairen zijn niet geïnteresseerd in vrede.” Haar emotie is hoorbaar als ze zegt: „Als het weer zo gaat, wordt ons land niet alleen het heden, maar ook de toekomst afgenomen.

Lees ook

Etnische minderheden van Myanmar dringen militaire junta in defensief

Leden van de Karenni-rebellengroep KNDF brengen burgers in veiligheid tijdens de strijd om Loikaw, november 2023.

In een groot deel van het land is de junta de controle kwijt. Nooit eerder in zijn geschiedenis verkeerde het leger in zulk zwaar weer. Nu het op zo veel fronten tegelijkertijd moet vechten komt het troepen tekort. Daarom maakt steeds meer gebruik van bommenwerpers, artillerie en drones. Daarbij zijn vooral burgerdoelen als ziekenhuizen, scholen, religieuze gebouwen en dorpen het doelwit.

De Regering van Nationale Eenheid die na de staatsgreep door afgezette parlementsleden en andere politici werd opgericht en die vanuit verzetsgebieden en het buitenland opereert, heeft een staakt-het-vuren van twee weken afgekondigd om reddingsoperaties uit te voeren.

Een commandant van een van de gewapende verzetsgroepen schrijft dat een gevechtsvliegtuig vlakbij een bombardement uitvoerde, terwijl de aardbeving naschokte. Ook uit andere delen van het land komen berichten dat het regime doorgaat met geweld vanuit de lucht terwijl het land met de gevolgen van de aardbeving kampt.


Faber weigert in te stemmen met lintje voor vijf oud-medewerkers van het COA

Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) verzet zich tegen de plannen om vijf oud-medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) een koninklijke onderscheiding te geven. Dat bevestigt haar woordvoerder zondag tegenover persbureau ANP, na eerdere berichtgeving van De Telegraaf. Ze weigert haar handtekening te zetten onder de voordracht van de vijf, die zich als vrijwilligers inzetten voor de opvang van asielzoekers en vluchtelingen.

Faber weigert in te stemmen omdat het werk van de vrijwilligers „haaks staat” op haar beleid. „Ik sta voor een streng asielbeleid, want ik wil de instroom drastisch verlagen. En het aantal verblijfsvergunningen ook.”

Of de minister het lintje daarmee ook daadwerkelijk tegen zal houden, is nog de vraag. Bij de gemeente ingediende voordrachten worden, na goedkeuring van de burgemeester en de Commissaris van de Koning, beoordeeld door het zogeheten Kapittel voor de Civiele Orden. Zij brengen vervolgens advies uit aan de betrokken minister, die volgens de website van de Orden met „gerichte argumenten” moet komen om van het advies af te wijken. Fabers besluit is opmerkelijk: ministers stemmen vrijwel altijd in. Als de minister en het Kapittel er niet samen uitkomen, beslist de ministerraad.

De asielminister kan rekenen op steun van haar partijleider. Op X schrijft Geert Wilders: „Waarom zouden we mensen die meewerken aan het pamperen van asielzoekers belonen met een koninklijk lintje?” Andere politici reageren verbolgen. „Minister Faber gaat hier de grenzen van het fatsoen over. Waar zijn de waarden en normen van dit kabinet?”, reageert CDA-leider Henri Bontenbal op X. Pieter Grinwis, Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, noemt de beslissing van Faber „bizar, onfatsoenlijk en harteloos”. BBB-leider Caroline van der Plas schrijft op X: „Ik hoop dat dit een 1 april-grap is, maar als dat zo is, is het wel een heel slechte grap.”

Het COA zegt tegen ANP „met grote verbazing” kennis te hebben genomen van de weigering van Faber. Volgens het COA is het juist terecht als mensen die zich inzetten voor de samenleving beloond worden met een lintje en zo waardering krijgen voor hun werk. „Dat geldt voor de mensen die een lintje verdienen en voor onze medewerkers en de vele vrijwilligers waar wij enorm trots op zijn”, aldus bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker.


De lancering van de Europese Spectrum-raket mislukt

De eerste 25 seconden leek alles in orde. Precies om 12.30 ontbrandden de negen raketmotoren van de Duitse Spectrum-raket. De 28 meter hoge cilinder steeg steeds sneller door de zonnige Noorse lucht boven het besneeuwde eiland Andøya in Noord-Noorwegen.

Maar toen ging het mis: binnen seconden draaide de punt naar beneden, en stortte de raket terug naar de aarde, om te exploderen toen hij de grond raakte. Wat de eerste lancering van een raket vanuit (niet-Russisch) Europa had moeten worden, is uitgelopen op een wel heel vroeg beëindigde testvlucht.

Van tevoren had Juliana Metzler, teamleider bij de Duitse rakettenbouwer Isar Aerospace al wat aan verwachtingsmanagement gedaan: „Laten we niet vergeten dat het de eerste testvlucht is, en het doel is zo veel mogelijk data verzamelen.” Het bedrijf, gebaseerd in München, heeft nog twee al afgebouwde raketten klaarstaan voor een volgende poging. Maar eerst zullen de teams zich uitgebreid buigen over de vandaag verzamelde gegevens, meldde de livestream-commentator na een paar minuten ijzige stilte.

Isar-CEO Daniel Metzler had ook naderhand een positief perspectief.

„Onze eerste vlucht heeft aan al onze verwachtingen voldaan, en een groot succes behaald. We hadden een schone liftoff, 30 seconden aan vlucht en we hebben zelfs ons Flight Termination System kunnen beproeven.” Het Flight Termination System is het systeem waarmee een uit de koers vliegende raket automatisch opgeblazen wordt.

Kleinere raketten

De Spectrum-raket had de eerste moeten worden van een vloot kleine commerciële Europese raketten, die snel, goedkoop en betrouwbaar kleine satellieten in een baan om de aarde kunnen brengen, en zo Europa onafhankelijke toegang tot de ruimte bieden. „Het is voor Europa interessant dat er nu ook lanceerders verschijnen voor kleinere satellieten tot duizend kilo”, zegt Joost Carpay, die namens het Nederlands ruimtevaartagentschap NSO toevallig net in Parijs is om te vergaderen over ‘lanceerders’, zoals raketten in ruimtevaartbeleidstaal heten.

Het Nieuw-Zeelands-Amerikaanse Rocket Lab en het Amerikaanse Firefly opereren al op deze markt, met de kleine raketten Elektron en Alpha. Om de Europese afhankelijkheid van Amerikaanse lanceerders te verminderen, en de groei van de Europese ruimtevaartindustrie aan te jagen, kondigde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in 2023 de ‘European Launcher Challenge’ aan, waarbij de winnende Europese raketbouwers een subsidie van € 169 miljoen in het vooruitzicht gesteld wordt. De voorwaarden werden deze week naar buiten gebracht. Een geslaagde lancering is een minimum vereiste.

Een volgende kanshebber is het Duitse bedrijf Rocket Factory Augsburg (RFA), uit de autostad Augsburg. RFA werkt toe naar een lancering van zijn RFA One-raket vanaf het eiland Unst, een van de Shetlandeilanden ten noorden van het Schotse vasteland.

Ook RFA heeft al kennisgemaakt met de in de ruimtevaart wereld altijd loerende tegenslag. Een rakettrap explodeerde in augustus 2024 op het lanceerplatform tijdens een test, waarna de lancering naar dit jaar werd uitgesteld.

Gewone landingsbaan

Iets verder in de toekomst staan er nog meer Europese raketlanceringen op stapel, zoals de Miura 5-raket van het Spaanse PLD Aerospace, de Maia van het Franse Maiaspace, en de Zephyr van de Franse startup Latitude. Het Nederlands-Nieuwzeelandse Dawn Aerospace werkt aan het raketvliegtuig Aurora, dat moet kunnen opstijgen en landen vanaf een gewone landingsbaan.

De vraag welke van deze Europese commerciële raketten als eerste een baan om de aarde bereikt, ligt met de zeer korte testvlucht van vandaag weer helemaal open.

Lees ook

Starship van Elon Musk ontploft opnieuw, video’s tonen rondvliegend puin

Puin dat door de lucht schiet, nadat een Starship-ruimtevaartuig van SpaceX ontplofte.


‘Nederlandse pensioenfondsen kunnen komende jaren met meer risico investeren, onder andere in defensie-industrie’

De Nederlandse pensioensector krijgt door het nieuwe pensioenstelsel de komende jaren meer ruimte om te investeren in risicovolle beleggingen, onder meer door investeringen in de Europese defensie-industrie. Dat heeft Ronald Wuijster, de ceo van pensioenbelegger APG, zondagochtend gezegd tegen Financial Times.

ABP, het ambtenarenpensioenfonds achter APG, is met een belegd vermogen van 544 miljard euro het grootste pensioenfonds van Nederland. Wuijster verwacht dat de gehele sector, met een waarde van 2 biljoen euro een van de grootste pensioensectoren ter wereld, de komende vijf jaar zo’n vijf procentpunt meer gaat beleggen in private equity en kredietverlening.

Het „grootste deel” van de verwachte 100 miljard euro extra aan investeringen zal in Europa geïnvesteerd worden, denkt Wuijster. Verklaringen hiervoor zijn volgens de ceo „aantrekkelijkere waarderingen” en een wens om „impact op de echte wereld” te hebben.

De risicovollere investeringen zijn het gevolg van het nieuwe pensioenstelsel dat de komende jaren gefaseerd wordt ingevoerd, aldus Wuijster. Pensionado’s kregen onder dit oude stelsel een gegarandeerd bedrag, dat ervoor zorgde dat fondsen minder risico namen in hun investeringen. Onder het nieuwe stelsel vervallen deze garanties, waardoor fondsen meer risico kunnen nemen.

Lees ook

Na vijftien jaar discussie gaat het pensioenstelsel op de schop: wat staat er precies te gebeuren?

Minister Carola Schouten (Pensioenen, ChristenUnie) links bij een van de debatten over de Wet toekomst pensioenen.

Meer geld naar defensie

APG investeert volgens de Nederlandse ceo 2 miljard euro in bedrijven die bijdragen aan de defensie-industrie. Tegenover de Britse zakenkrant benadrukt Wuijster echter dat Nederlandse fondsen „nog meer” zullen doen om de Europese defensie-industrie te financieren.

Daarmee lijkt Wuijster zijn bijdragen te willen leveren aan de veelgehoorde wens om defensie-inspanningen in Europa te vergroten. Zo wil de Europese Commissie geld vrijmaken om lidstaten 800 miljard euro meer te laten investeren in Europese defensieproducten, nu Amerikaanse veiligheidsgaranties onder Trump onzeker zijn geworden.

In 2024 riep oud-president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi het continent al op om honderden miljarden extra te investeren, onder meer in defensie, om de concurrentiestrijd met de Verenigde Staten en China bij te benen.

Lees ook

Europese Commissie komt met herbewapeningsplan voor 800 miljard, inclusief politiek gevoelige gezamenlijke leningen

Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie vlak voor de presentatie van het financiële plan voor hogere defensieuitgaven.


Trumps bevrijdingsdag kan het begin van een handelsoorlog worden

Dit moet een grote week worden in de Verenigde Staten van Donald Trump. Voor woensdag heeft hij een Bevrijdingsdag – ‘Liberation Day’ – aangekondigd. Dan wil hij een hele reeks van terugpak-tarieven aankondigen. Want Trump vindt dat andere landen, van China tot EU, van Canada tot Zuid-Korea, van Mexico tot Japan, zijn Amerika jarenlang ernstig benadeeld hebben.

Direct op 20 januari, de dag van zijn aantreden, heeft Trump in een decreet onderzoeken gelast door de ministeries van Financiën en van Handel naar alle activiteiten waarmee andere landen de export van de VS belemmeren en het Amerikaanse bedrijven dus lastig maken. Van de „oneerlijke BTW” die Europese landen volgens hem heffen tot manipulatie van valutakoersen door landen als China en dump-praktijken waarbij overschotten aan producten met kunstmatig lage prijzen op andere markten worden gebracht. Zelfs Europese regels als de Digital Services Act en de Digital Services Taxes, bedoeld om techgiganten in toom te houden en te belasten, zouden volgens Trump oneerlijk zijn en vergelding behoeven.

De deadline voor die onderzoeken is dinsdag 1 april. Direct de volgende dag wil Trump al tarieven laten ingaan die het stempel ‘wederkerig’ hebben gekregen. Dat impliceert dat hij een gelijk speelveld wil creëren: oog om oog, tand om tand, zoals hij het zelf in zijn campagne noemde.

De doelen van Trump

Maar ook nu is de vraag wat het werkelijke doel van Trump met tarieven is. Gebruikt hij ze enkel als onderhandelingsinstrument om op een later moment een belangrijker deal te sluiten? Wil hij de Amerikaanse industrie ermee steunen en meer fabrieken naar de VS halen? Of ziet hij tarieven als inkomstenbron voor de Amerikaanse schatkist en moeten hogere tarieven belastingverlaging mogelijk maken?

In ieder geval is Trump ongeduldig. Afgelopen woensdag kondigde hij plotseling al tarieven van 25 procent aan op alle niet in de VS geproduceerde auto’s en auto-onderdelen. Over tarieven op auto’s had Trump al meermaals gesproken sinds zijn inauguratie, de enige verrassing was dat hij niet meer had gewacht tot ‘Bevrijdingsdag’. Dat hoefde hij juridisch gezien ook niet, omdat de tarieven gebaseerd zijn op een onderzoek dat hij tijdens zijn eerste termijn in 2019 al had gelast.

Trump heeft ook al vaker gedreigd met tarieven op halfgeleiders, medicijnen hout en koper. Nu hij bij de auto’s duidelijk heeft gemaakt dat hij die dreigementen waarmaakt, lijken ook voor die sectoren de tarieven onontkoombaar. Ook al hebben meerdere fabrikanten van halfgeleiders en van medicijnen investeringen in fabrieken in de VS aangekondigd, de tarieven lijken ze niet te kunnen vermijden. De wereld kan zich hoe dan ook opmaken voor een intensivering van de handelsoorlog. En zelf beslissen hoe daarop te reageren.

Effecten

Afhankelijk van de maatregelen die Trump deze week aankondigt, kunnen de effecten voor Europa en de rest van de wereld groot zijn. Als alle producten die naar de VS worden verscheept duurder worden, zullen Amerikanen op zijn best minder van die producten kopen en op zijn slechtst op zoek gaan naar nationale alternatieven. Instituten als het Centraal Planbureau en de economen van grote banken hebben verschillende berekeningen gemaakt, maar de grote gemene deler is helder: de heffingen van Trump gaan economisch pijn doen en jagen de inflatie in Europa én in de VS verder op.

Economen van het Peterson Institute rekenden uit dat zelfs zonder Europese tegenheffingen de Amerikaanse én de Europese economie minder hard groeien en een hogere inflatie krijgen dankzij de importheffingen. Op korte termijn levert Amerika 0,1 procentpunt groei in, Europa gemiddeld 0,2. Reageert Europa wel met vergeldende tarieven, dan is de schade aan beide zijden van de Atlantische oceaan groter: respectievelijk 0,25 procentpunt minder bbp-groei voor de VS en tot 0,5 voor Europa. Rabobank becijferde een gemiddelde heffing van 5 procent en een algemeen tarief van 25 procent op alles en zag de groei in Europa daardoor met 0,2 respectievelijk 0,5 procentpunt afnemen. De inflatie zou de komende jaren met een extra 0,5 tot 1 procentpunt toenemen.

Vergelding

Trumps ‘Bevrijdingsdag’ zou ook de geschiedenis in kunnen gaan als de ‘Dag van de Oorlogsverklaring’, omdat hij er een handelsoorlog mee zal ontketenen. Het is algemeen bekend dat vrijhandel uiteindelijk voor alle partijen economisch gezien beter is dan handelsbeperkende maatregelen. Ook in het geval-Trump geldt in de redenering van economen dus dat hoe beperkter de oorlog gevoerd wordt, des te beter dat economisch gezien is. Langs die lijn geredeneerd moeten Europa, Canada en andere getroffen landen op hun handen blijven zitten. Niets terugdoen kost het minst.

Maar de economische realiteit verhoudt zich slecht tot de geopolitieke. Wie een klap krijgt, wil terugslaan. Al was het maar om tijdens onderhandelingen niet als de zwakste partij aan tafel te hoeven schuiven of nieuwe klappen op te lopen, omdat de regering-Trump denkt die zonder weerwerk te kunnen uitdelen. „De EU is opgericht om de Verenigde Staten te naaien”, heeft Trump in de afgelopen maanden gezegd. Hij zou de EU het liefst willen breken, zo wordt voorondersteld, en via verdeel en heers met individuele Europese landen onderhandelen.

Zowel de EU als andere landen hebben bij herhaling aangekondigd dat ze Amerikaanse tarieven beantwoorden met handelsbeperkingen voor Amerikaanse producten. Trump heeft ook in de voorbije week gezegd dat hij zijn tarieven dan alleen maar verder zal verhogen. Escalatie ligt op de loer.

Dat EU-lidstaten het menen, hebben ze ook al laten zien. Toen de VS eerder in maart een tarief van 25 procent op staal en aluminium instelde, maakte de EU snel een lange lijst van typisch Amerikaanse producten met een exportwaarde van 26 miljard dollar bekend waarop vanaf april tarieven zullen worden geheven. Wel heeft de EU de invoering daarvan met twee weken vertraagd. Niet duidelijk is of dat uitstel bedoeld is om ruimte te geven voor onderhandelingen, of dat de uitvoering aan de grenzen meer voorbereidingstijd behoeft.

Werknemers in de staalfabriek van het Duitse Thyssenkrupp in Duisburg.
Foto Ina Fassbender/AFP

Ook na de aankondiging van tarieven op auto’s en onderdelen was het antwoord van de EU helder. „Tarieven zijn belastingen, slecht voor bedrijven en nog slechter voor consumenten in zowel de VS als de EU”, stelde de Commissie in een verklaring. Ze kondigde daarin aan dat de EU eerst de impact van Trumps nieuwe tarieven zal beoordelen, maar daarna zal terugslaan. Dat zal waarschijnlijk dus niet direct op 2 april zijn, maar iets later. Mogelijk ook om in te kunnen schatten waar Trump nog meer mee komt.

De EU heeft nog een arsenaal van maatregelen achter de hand. Dat hoeven niet importheffingen te zijn op nog meer Amerikaanse goederen, al is daar ook nog ruimte voor met bijvoorbeeld heffingen op vliegtuigen (Boeing), medicijnen en chemicaliën. De EU kan de VS ook aanpakken op het gebied waar de Amerikanen een handelsoverschot hebben met Europa: diensten. Bijvoorbeeld door overheidscontracten niet meer te gunnen aan Amerikaanse technologiebedrijven, via heffingen op inkomsten uit software-updates en streaming of het opschorten van intellectueel-eigendomsrechten.

Daarnaast heeft de EU nog een zogenoemde ‘Handelsbazooka’ in de vorm van een antidwanginstrument. Daarmee kan de EU ook de activiteiten van Amerikaanse banken beperken of patenten intrekken. Het installeren van dit vergeldingsmiddel vergt echter tijd, al was het maar omdat er twee keer een tweederdemeerderheid van de lidstaten voor nodig is.

Terugslaan is effectiever

Uit een analyse van de Rabobank blijkt dat het technisch gezien makkelijker is voor Europa om terug te slaan dan om aan een slepend onderhandelingsproces over een nieuw handelsakkoord te beginnen. Dat laatste duurt jaren en heeft alleen zin als de VS bereid zijn in die periode de heffingen uit te stellen. Dat is onwaarschijnlijk, omdat Trump de opbrengst van de heffingen nodig heeft voor zijn lastenverlichtingen.

Zo ontstaat dus een extra prikkel om – ondanks de extra economische pijn die dat in Europa doet – snel en pragmatisch terug te slaan. Maar zelfs dan zal het tijd kosten om te vergelden: Europa wil tegenmaatregelen namelijk, in tegenstelling tot Trump, wél in lijn doen met de geldende regels van de Wereldhandelsorganisatie.

Omdat zowel de Amerikanen als de tegenstrevers in Europa en Azië niet direct op 2 april hun kaarten op tafel zullen leggen, zal de onzekerheid rond tarieven ook op ‘Bevrijdingsdag’ nog niet verdwijnen. Eerder zal het gebakkelei voor de bühne en onderhandelingen achter de schermen opleveren, waarbij iedereen alleen maar kan gokken over de uitkomst.

En dus zullen bedrijven blijven wachten met hun investeringen tot ze meer duidelijkheid hebben hoe de tarieven uitpakken en of hun producten getroffen worden. Al die onzekerheid zal alleen maar meer schade toebrengen aan de economie van alle in deze handelsstrijd betrokken landen. Een schade die misschien nog wel groter is dan die van de tarieven zelf.


Van de Chinese concurrentie tot Elon Musk zelf: de drie plagen van Tesla

Is topman Elon Musk de grootste vijand van Tesla? Daar lijkt het de laatste weken soms wel op. Sinds de geboren Zuid-Afrikaan zich vergaand bezighoudt met bezuinigingen op de Amerikaanse overheid, zich mengt in de Duitse verkiezingscampagne en ogenschijnlijk een nazigroet bracht, komt over zijn autofabrikant Tesla nog vooral slecht nieuws naar buiten.

De verkopen in Europa daalden fors in januari en februari. De beurskoers verloor dit jaar 30 procent, zelfs 50 procent sinds een piek half december. Anti-Musk-stickers, die beschaamde Tesla-bezitters op hun op auto’s plakken, zijn niet aan te slepen.

Zaterdagmiddag volgde een wereldwijde demonstratiedag tegen Tesla. In Tilburg, Amsterdam en Den Haag, maar ook in Berlijn en München werd bij Tesla-dealers gedemonstreerd met teksten als „Your Tesla paid for fascism”. In de VS vonden meer dan tweehonderd demonstraties plaats, de grootste in New York en Washington.

Lees ook

Op de fiets om te demonstreren tegen Tesla. ‘Tegen die auto’s hebben we niets hè’

Demonstranten gingen in Tilburg per fiets naar een Tesla-dealer om hun ongenoegen te uiten.

Bij Tesla kon jarenlang weinig misgaan. Het bedrijf gold als hyperinnovatief, en was de schrik van de conventionele auto-industrie. Herbert Diess, van 2018 tot 2022 topman van Volkswagen, uitte zijn bewondering voor Musk waar het maar kon. Musk bewees iets waar de rest van de wereld lang niet in geloofde: dat elektrische auto’s een succesvol en stijlvol consumentenproduct konden zijn. Tesla liet andere bedrijven lichtjaren achter zich bij batterijtechnologie.

Het politieke bondgenootschap van Musk en Trump is één van de redenen waarom het bedrijf nu zo in de verdediging zit. Maar er is meer aan de hand bij de onderneming (meer dan 100.000 werknemers). De drie plagen van het buitenbeentje van de auto-industrie.

Probleem 1Elon Musk

Jarenlang kon de excentrieke Zuid-Afrikaan rekenen op zijn imago van visionair. Zijn typische mix van tech-optimisme en vergroening leverde Tesla een trouwe groep fans op, die júíst de auto’s kochten vanwege Musk. Het bedrijf verkocht jaar na jaar de meeste elektrische auto’s van alle fabrikanten.

Inmiddels roept de naam Musk heel andere associaties op. Als buddy van Trump is hij verantwoordelijk voor massale, omstreden ontslagrondes bij overheidsdiensten in de Verenigde Staten. Hij prees de Duitse radicaal-rechtse AfD en riep Duitsers op te stemmen op deze partij.

Dit leidt bij Tesla tot een bijzonder economisch experiment. Zelden werd een topman van een groot, beursgenoteerd bedrijf zo politiek actief. Overigens geldt andersom ook: zelden ontpopte een president zich als marketingman zoals Trump nu. Na vandalistische aanvallen op dealers en laadpalen richtte Trump eerder in maart een oprijlaan van het Witte Huis in als een soort Tesla-dealer. Staand voor twee auto’s, en vergezeld door Musk, verklaarde de president zelf twee Tesla’s te hebben gekocht. Hij riep Amerikanen op dat ook te doen.

Veel analisten houden het politieke gedrag van Musk verantwoordelijk voor in ieder geval een deel van recente verkoopdalingen bij Tesla, vooral in Europa. Over februari kwamen enkele dagen geleden slechts cijfers naar buiten die erop lijken te duiden dat veel Europeanen niet meer gezien willen worden met een Tesla: het verkocht circa 17.000 auto’s op het continent, veel minder dan de 28.000 in diezelfde maand een jaar eerder. Nog maar één op de tien elektrische auto’s was een Tesla, tegenover één op de vijf een jaar eerder. Opvallend is dat de verkoop van elektrische auto’s als geheel in Europa juist aantrok.

In de VS is het beeld minder eenduidig, maar een uitgebreide analyse van The Wall Street Journal op basis van marktonderzoeken kwam tot de conclusie dat ook hier het merk gevaar loopt. Onder Democraten neemt bijvoorbeeld het animo om een Tesla te kopen af. Die mag bij Republikeinen groeien, maar zij zijn vermoedelijk überhaupt minder geneigd een stekkerwagen te kopen.

Musk veroorzaakt een „merkcrisistornado”, zei Dan Ives van investeringsbank Wedbush Securities. Dat was opmerkelijk: Ives geldt als misschien wel de trouwste pro-Musk-analist ter wereld. Bij elke ophef bleef hij jarenlang steevast aan de zijde van de topman staan. Nu riep hij Musk op meer tijd te besteden aan het merk en minder aan Washington. „Je wil niet dat Tesla een politiek symbool wordt.”

Ives deelt de vrees van meerdere analisten dat Musk de milieubewuste Tesla-kopers van zich verwijdert. Maar het gedrag van de topman heeft breder effect. Meerdere werknemers hebben zich op sociale media of intern uitgesproken tegen Musk, meldden Amerikaanse media, of besloten zelfs te vertrekken. Na vier jaar besloot Anil Patel het bedrijf te verlaten, meldde ook de The Wall Street Journal, dat meer verhalen van gefrustreerd personeel opduikelde. „De belangrijkste reden daarvoor is Elons leiderschap en zijn politieke acties”, schreef de ingenieur in een afscheidsmail.

Half maart riep Musk het personeel op geen aandelen te verkopen, nadat de beurskoers enorm was gedaald. De toekomst is „ongelofelijk mooi”, zei hij in een intern bericht.

Probleem 2Geen nieuwe auto’s

Musk mag Tesla dan nu misschien kwaad doen, het merk is in feite al langer zijn aura van groei en onschendbaarheid kwijt. In Californië – verantwoordelijk voor een derde van de elektrische autoverkopen in de VS – daalden de verkopen over heel 2024 al 12 procent. De totale verkopen krompen in het jaar voor het eerst voor Tesla.

Traditionele automerken brengen om de zoveel jaar nieuwe modellen op de markt. Tesla draait al jarenlang grotendeels op twee auto’s: de plattere Model 3, en de gezinswagen-achtige Model Y.

In feite is het al een wonder – en een teken van de kwaliteit van de auto’s – dat het met zo weinig vernieuwing zo lang een leidend merk is geweest. „Ze worden gewoon nog steeds goed verkocht”, zegt Rico Luman, auto-analist bij ING. „De Model Y en 3 staan nog steeds in de top-drie van meestverkochte elektrische auto’s in Nederland.”

Toch heeft Tesla duidelijk nieuwe modellen nodig. Dit jaar komt er een nieuwe versie van de Model Y. Dat is het populairste voertuig van Tesla, maar verkoopt nu minder goed – vermoedelijk omdat geïnteresseerde consumenten wachten op de nieuwe.

Tesla heeft al vaak beloofd dat het met nieuwe modellen zou komen, waaronder een betaalbare middenklassewagen. „Er worden veel beloftes gedaan, maar die raken dan toch weer vertraagd”, zegt Luman. Voor het goedkope model zou een fabriek komen in Mexico, maar dat plan werd in 2024 uitgesteld.

Dat het hier zo stil over blijft, leidt tot speculatie over of Musk eigenlijk überhaupt nog wel geïnteresseerd is in zijn autobedrijf. Met rollen bij ruimtevaartbedrijf SpaceX, sociaal netwerk X en AI-onderneming xAI, lijkt zijn aandacht voor Tesla al langer wat verzwakt – laat staan sinds hij ook bij DOGE aan de slag ging. Wat is zijn plan om meer auto’s te verkopen? Daar hoor je hem nog maar zelden over.

Musk lijkt vooral te verwachten dat Tesla een grote rol gaat spelen op een toekomstige markt voor zelfrijdende auto’s en robots. Ofschoon de uitwerking nog onduidelijk is, zijn er genoeg investeerders die hem in deze toekomstvisie willen volgen: Tesla is nog altijd veel meer waard dan andere autobedrijven.

Nieuwe modellen leiden bij Tesla overigens soms weer tot andere problemen. In de VS heeft Tesla wel de Cybertruck op de markt gebracht, een bijna tank-achtig voertuig met alleen maar scherpe hoeken. Half maart moest het bedrijf er meer dan 46.000 terugroepen vanwege een probleem met een paneel aan de buitenkant. Dat kan losraken tijdens het rijden.

Probleem 3Chinese concurrentie

Inmiddels is het een berucht moment: in 2011 schoof Musk aan bij een tv-interview van Bloomberg. Gevraagd naar de kansen van het Chinese BYD begon hij hard te lachen. „Heb je hun auto gezien?”

Afgelopen maandag passeerde BYD voor het eerst Tesla in omzet. Die kwam voor de Chinese fabrikant van elektrische auto’s in 2024 uit op 107 miljard dollar. Tesla bleef steken op 98 miljard dollar.

BYD, opgericht door batterijfanaat Wang Chuanfu in de jaren negentig, heeft zich snel opgewerkt tot belangrijkste wereldwijde concurrent van Tesla. Was het een paar jaar geleden nog obscuur, inmiddels is BYD de kwelgeest van de autowereld – de rol die Tesla nog niet zo lang geleden had.

BYD maakt auto’s met goede batterijen, tegen weinig geld (vermoedelijk mede vanwege staatssteun). Sinds dit jaar geeft het bovendien min of meer gratis geavanceerde zelfrijdsoftware weg, waar je bij Tesla en andere fabrikanten veel voor moet bijbetalen.

De strijd tussen de twee elektro-giganten is uitgegroeid tot een soap die internationale (auto)media gretig volgen. De twee bedrijven zijn sterk aan elkaar gewaagd, in batterijtechnologie, in hun strijd om de beste zelfrijdsoftware, in omzet en in verkoopaantallen.

Voorzichtig wordt Tesla in het defensief gedrukt. Anderhalve week geleden maakte BYD bekend een batterij te hebben ontwikkeld die in een paar minuten kan opladen. In China zelf staat het marktaandeel van Tesla, net als van veel andere westerse merken, zwaar onder druk.

In de Verenigde Staten zal Tesla niet snel last krijgen van BYD, daar is het Chinese merk door torenhoge importheffingen in feite van de markt verbannen. In de rest van de wereld belooft het de komende tijd spannend te worden.

Tesla is nog lang niet verloren; het maakt auto’s die op technologisch gebied tot de top van de elektrische markt behoren. Maar de scheurtjes die zich de laatste tijd aftekenen, kan het zich niet eindeloos permitteren.


Op de fiets om te demonstreren tegen Tesla. ‘Tegen die auto’s hebben we niets hè’

Twee opa’s en een oma spreken af in de bibliotheek van Tilburg, met het idee dat ze iets moeten doen. Op hun mobieltjes zien ze dat er een wereldwijde actie tegen Tesla gepland staat. Hier buiten de stad staat toch die hele grote Tesla-showroom? Met enige moeite weten ze zich aan te melden op de website van de demonstratie, nog net zonder ‘de bejaardenhelpdesk’ te hoeven raadplegen, zegt organisator Willem Bongaarts (79). „En dan hang je.”

De demonstratie verzamelt zaterdag aan de rand van de stad, op de parkeerplaats van een audicien. Bongaarts spreekt de aanwezigen toe door een megafoon. „Dank dat jullie er allemaal zijn. We gaan fietsen, naar de Tesla.” Een sliert van ongeveer vijftig fietsers en één scootmobiel rijdt langzaam richting de Tesla-showroom buiten de stad.

Zaterdag is bij honderden Tesla-locaties wereldwijd gedemonstreerd tegen het bedrijf en vooral tegen de directeur: Elon Musk. Onder de naam ‘Takedown Tesla’ vonden alleen in de VS al meer dan tweehonderd demonstraties plaats. De woede over Musks betrokkenheid bij de Trump-regering richt zich voor een belangrijk deel op Tesla, zijn meest winstgevende bedrijf.

„Elon Musk gebruikt het fortuin dat hij verdiende met Tesla om de democratie te verwoesten”, zo schrijft de organisatie van Takedown Tesla in hun oproep. Ze roept bezitters op om hun Tesla te verkopen, aandelen te dumpen en deel te nemen aan het protest. „We kelderen de aandelenkoers van Tesla om Musk te stoppen.”

De deelnemers in Tilburg zijn ook overtuigd van de noodzaak om Musk te stoppen, maar zij zijn minder fel op het bedrijf. „Want tegen die auto’s hebben we niets hè”, zegt organisator Bongaarts. „En de werkgelegenheid van die mensen daar, alsjeblieft, laat die behouden blijven. Het is niet onze schuld als die fabriek dicht moet of kleiner wordt.”

De meesten kennen wel iemand die een Tesla rijdt. „Die kunnen daar op zich niets aan doen”, zegt Erik Brakkee (55). „Als je hem vandaag verkoopt, dan gaat wel iemand anders erin rijden. Ik vind het ook wel jammer voor ze als hun inruilwaarde gaat dalen.”

Een kennis van Mirjam Sikkers (73) heeft er twee jaar geleden een gekocht. „Ik snap het best”, zegt ze. „Maar nu niet meer kopen zou ik zeggen.”

„Ik vind het wat anders als je hem al hebt, voor de duurzaamheid rijd je hem af denk ik dan”, zegt ook Marjo Hoogzaad (71). Ze heeft een kartonnen bord met verschillende antifascistische stickers en de tekst ‘Steun geen fascist’ voor op haar fiets gebonden. „Want Musk is natuurlijk een fascist. Hij deed niet voor niets de Hitlergroet.”

‘I’m with Vivian’

„Als ik heel eerlijk ben, leek het mij in het verleden ook wel leuk om in een Tesla te rijden”, zegt Ronald (63). „Maar nu met Elon Musk, zou ik zeggen: je wil er toch niet meer in gezien worden.” Op het kartonnen bord dat hij bij zich draagt staat „I’m with Vivian”, de naam van de dochter van Elon Musk die transgender is. Volgens Vivian heeft Musk om die reden een paar jaar geleden met haar gebroken.

Als de demonstratie aankomt bij de reusachtige Tesla-showroom, staat fanfare De Eeuwigdurende Bijstand al te spelen. De fanfare werd in 1979 opgericht en is een begrip voor de organisatoren en hun leeftijdsgenoten. Het ensemble is in de jaren tachtig zelfs nog naar Kent afgereisd om de stakende mijnwerkers bij te staan.

Bongaarts protesteerde in de jaren zestig tegen de Vietnamoorlog, dit is de eerste demonstratie die hij zelf organiseert. Zou hij dat nog eens willen doen? „Nou, je hoopt als bijna tachtigjarige dat het eens door jongere generaties wordt overgenomen. Maar dat is hartstikke ingewikkeld.” De democratie lijkt voor de jeugd een natuurverschijnsel, zegt Bongert. „Maar dat is het niet, daar moet je constant aan werken, daar moet je voor wakker blijven, daar moet je je voor inzetten.”

In één van de reusachtige grijze loodsen die Tesla hier heeft neergezet, werden tot voor kort Tesla’s ‘gemonteerd’, nadat ze eerder in de VS uit elkaar waren gehaald. Dat was voor Musk een manier om de invoerheffingen te ontduiken die alleen voor complete auto’s gelden. Nu is er een showroom, campus en delivery center. Het twee meter hoge hek blijft gedurende de demonstratie dicht, de geblindeerde deuren daarachter ook.

Pas als alle demonstranten vertrokken zijn, komen twee werknemers voorzichtig naar buiten. „Momenteel is niet de juiste persoon aanwezig”, zegt de eerste in reactie op vragen. „Niks zeggen!”, roept de tweede er snel achteraan.


Hoe Rusland poogt Centraal-Oekraïne aan te vreten. ‘ Als god dat wil, komt het leven hier terug’

Met twee vliegtuigbommen op het centrum kondigden de Russische troepen zich in februari aan. De explosies verwoestten het gemeentehuis, de apotheek, een café en het lokale lyceum in Novopavlivka. De stroom en watervoorziening vielen uit. Zo begint het.

„We verwachtten wel dat dit zou gebeuren”, zegt burgemeester Mykola Gavrylov vanuit zijn surrogaatkantoor op een geheime locatie. „Toch hoopten we tot het laatste moment dat het zou meevallen.”

Gavrylov (58) heeft grijsblauwe ogen en een gezonde tint, zelfs aan het eind van de winter, zelfs na drie jaar oorlog. „Je zou kunnen zeggen dat ik hier president ben”, stelt hij. Hij verdiende veel geld „als maffioso in de chaos van de jaren negentig”, grapt hij, „niet echt opschrijven hoor”.

Bij de Russische aanval met vliegtuigbommen van 250 kilogram verloor één iemand zijn been, twee liepen een hersenschudding op en nog wat anderen kregen schrammen en splinters van de rondvliegende scherven. Sindsdien vallen de Russen aan met kamikazedrones en ander geschut. Tientallen huizen raakten beschadigd.

Burgemeester Mykola Gavrylov vanuit zijn surrogaatkantoor op een geheime locatie.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Lang dachten de Oekraïners dat het front hier niet zou komen. Dat het in de Donbas zou blijven, en in het zuiden – goed, en in het noorden aan de Russische grens bij Charkiv, Soemy en Kyiv. Maar toch niet in de Centraal-Oekraïense regio Dnipropetrovsk? Dit is niet één van de vier Oekraïense provincies die Rusland zichzelf al grondwettelijk heeft toebedeeld.

Maar het Kremlin lijkt voordelen te zien in een mars richting Centraal-Oekraïne. Als het front het hart van het land aanvreet, tast dat ook het Oekraïense moreel aan. En politiek/militair bezien: Rusland kan proberen een deel van Dnipro te bezetten, en dat inzetten als ruilmiddel voor grondgebied dat al wél ‘geannexeerd’ is maar nog niet militair veroverd. Dat legde een aan het Kremlin gelieerde functionaris deze week aan The Moscow Times uit.

Zo ver is het nog niet.

Burgemeester Gavrylov beeldt op tafel met chocolaatjes uit hoe het is gegaan. Eén met een paarse wikkel is de industriestad Avdiivka, die vorig jaar viel. Daarna ging het hard. Rusland stoomde in zuidwestrichting door en talloze dorpen werden onderworpen. Plaatsen aangeduid met rode wikkel en gele wikkel vielen al, en de Russische manschappen knagen aan Twix (Pokrovsk en Myrnohrad).

Die steden zijn goed verdedigd, rond Pokrovsk dringen de Oekraïners de Russen terug, maar de omliggende plattelandsdorpen zijn een makkelijker prooi. Dus blijft het front opschuiven. Inmiddels zijn de Russische strijdkrachten Novopavlivka tot 10 kilometer genaderd. „Laten we een stukje rijden”, zegt Gavrylov, „Dan laat ik het zien.”

Een Russische geleide luchtbom in een tuin in Novopavlivka viel en niet tot ontploffing kwam. Het gebied is onlangs officieel een ‘militaire regio’ geworden. In het gebied staan lange rijen drakentanden – betonnen piramidevormige monolieten.

Foto Kostyantyn Chernichkin

Paniek voorkomen

Toen de Berlijnse Muur viel, was Gavrylov ontwerpingenieur in de vliegtuigfabriek Antonov. Van de nieuwe vrijheden maakte hij gebruik om medicijnen te importeren. Hij opende een keten aan apotheken in Kyiv. „Ik realiseerde me dat god mij het talent voor ondernemen had gegeven.”

In zijn SUV hobbelen we over een onverharde weg naar het dorpje Datsjne, het zuidelijkste plaatsje van de gemeente. Glooiende heuvels. Het is landbouwgebied. Er zijn geen mijnen zoals in de Donbas. De gemeente beslaat elf nederzettingen met vóór de invasie samen zo’n 4.000 inwoners.

Ik wil niet weg, ik wil hier sterven

Raisa Gavrylova (82)
inwoner Novopavlivka

Hier staan gewone plattelandshuisjes tussen gewone velden. Geploegde aarde. De begroeiing nog in winterslaap. Maar het geluid van de artillerie die de Russen tegenhoudt klinkt nu in ieders achtertuin. In Datsjne, tussen het gras, laat Gavrylov een onontplofte vliegtuigbom zien die kortgeleden binnenviel. Weer 250 kilogram explosief. De bommen zijn niet heel precies en landen soms ver van hun doel. Het noopt tot beslissingen. En afscheid.

Op weg naar het dorpje Datsjne, het zuidelijkste plaatsje van de gemeente, die elf nederzettingen beslaat met vóór de invasie samen zo’n 4.000 inwoners.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Burgemeester Gavrylov moet paniek voorkomen. Hij laveert tussen ‘alles komt goed’ en voorbereiden op het ergste. Het gebied is onlangs officieel een ‘militaire regio’ geworden. In het gebied staan lange rijen drakentanden – betonnen piramidevormige monolieten. Er liggen rollen scheermesdraad. Er zijn diepe antitankgeulen. En dat is alleen nog maar wat in het oog springt.

„Ik geloof niet dat de mensen hier begrijpen dat dit dorp er straks niet meer zal zijn”, sombert een militair met kort zwart haar en een grote baard, die niet met zijn naam in de krant mag.

De vraag hangt boven alles: wanneer evacueren? „Gelukkig hoef ik daar geen beslissing over te nemen” zegt Gavrylov diplomatiek. Die beslissing ligt bij de strijdkrachten en de militaire besturen. Maar op Facebook appelleert hij in video-boodschappen regelmatig aan de autoriteiten zijn regio niet te vergeten. „WANNEER ZAL HET militaire bestuur van Dnipropetrovsk de moed verzamelen om een ​​verplichte evacuatie aan te kondigen???” schreef hij afgelopen dinsdag. Hulporganisaties zijn al wel op eigen initiatief begonnen met evacueren.

Russische observatiedrones

Hoewel gesprekken over een staakt-het-vuren in de lucht hangen, is het gevaar hier voor velen niet meer te verdragen. 10 kilometer van de Russen betekent binnen bereik van de artillerie. En iedere beweging in het dorp wordt in potentie door de vijand gezien: er crashten al Russische observatiedrones. Online zijn luchtvideo’s van aanvallen op het dorp te vinden in Russische chatgroepen.

Gavrylovs broer Volodymyr staat in zijn woonkamer waar blauw licht schijnt, als in een drooggevallen aquarium. Hij heeft zwarte stekeltjes, grijs op zijn slapen. Bijna alle persoonlijke bezittingen zijn ingepakt, voor de zekerheid. „Je wilt niet dat je straks te laat bent”, zegt hij. „Het is hier nog niet heel eng, maar wel onaangenaam.” Haakjes in de muur waar familiefoto’s hingen. Koffers en dozen zijn opgestapeld.

De burgemeester van Novopavlivka en zijn broer Volodymyr. Die laatste heeft bijna al zijn persoonlijke bezittingen voor de zekerheid al ingepakt.

Foto Kostyantyn Chernichkin

Volodymyr is directeur van het boerenfamiliebedrijf – de opvolger van de kolchoz – een collectieve boerderij in Sovjettijd. En hij zit in de gemeenteraad. „Let op dat je niet opschrijft dat ik vertrek”, zegt Volodymyr. „De werknemers zijn hier. Wij zijn als de kapitein. De laatste om dit gebied te verlaten zijn hij en ik”. Volodymyr knikt naar zijn broer.

Dat betekent niet dat het inpakken niet zwaar valt. „We verhuisden naar dit huis op de dag dat Oekraïne voor de onafhankelijkheid stemde [in december 1991]”, zegt hij. Hij was chauffeur in de kolchoz. „Toen hadden we nog niets. Deze kamer, een tv, bank en salontafel. En een dochter.” Dertig jaar lang bouwde het echtpaar aan dit huis. En aan het boerenbedrijf. „Nu gaan we het onbekende tegemoet.”

Ik heb plannen om de Oekraïense dans te toen op het Rode Plein

Olha Gavrylova
vrouw van broer burgemeester

Dan, relativerend: „Als god dat wil maak ik me zorgen. En als god dat wil, komt het leven hier terug.” Zijn vrouw Olha Gavrylova vult aan: „Ik heb plannen om de Oekraïense dans te toen op het Rode Plein.”

De Gavrylovs zijn geboren in Novopavlivka. Op deze plek stonden twee collectieve boerderijen in de Sovjettijd – één met de naam ‘Oekraïne’ waar Novopavlivka ligt. Daar waar nu de artillerie klinkt, heette de kolchoz ‘Rusland’.

Hun moeder Raisa Aleksejevna Gavrylova (82) werkte haar hele leven in de kolchoz ‘Oekraïne’. Hun overgrootouders werden allemaal tussen deze heuvels geboren. Raisa Aleksejevna woont nog in Novopavlivka en maakt zich op voor evacuatie. „Evacuatie?” schampert Gavrylov. „Wat zijn jullie Nederlanders dramatisch. Dit is geen evacuatie, ze gaat gewoon op bezoek bij mijn vrouw in Kyiv.”

Op de rand van haar bed zit (Raisa) Gavrylova in een bloemetjesjurk. Ze huilt. „Ik wil niet weg”, zegt ze. „Ik wil hier sterven.”

Raisa Aleksejevna Gavrylova (82) werkte haar hele leven in de kolchoz ‘Oekraïne’.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Op de begraafplaats van Novopavlivka, op een heuvel, liggen Gavrylovs oma en overgrootoma naast elkaar. Gavrylov rijdt ons erheen. In 2009, toen vader Vasyl overleed, kreeg iedere Gavrylov een nieuwe, zwartgranieten grafsteen.

De burgemeester beent tussen de graven door in zwarte oxford-schoenen, met zwarte broek en zwarte platte pet. Hij heeft haast en nog veel om te laten zien. Hij groet zijn voorouders die aan de grond geklonken zijn. Oma Anastasia. En opa Volodymyr en oma Nina Lapko. „Lapko, een zuivere kozakkennaam,” stelt Gavrylov. „Ze waren geweldige dakbedekkers. Ze bedekten hun huizen met riet. Opa had een stel zonen. Hij was dronken en viel tijdens een klus schreeuwend op de grond. Hij stierf zes maanden later.”

Dit is waar ik een keer een zwaan met 21 kleintjes zag

Mykola Gavrylov
burgemeester Novopavlivka

Het juweel van Novopavlivka is de rivier. De Solena kronkelt door het landschap. Er komen zwanen, ganzen, wilde eenden. De zwarte ooievaar. „Dit is waar ik een keer een zwaan met 21 kleintjes zag”, wijst de burgemeester. Hij laat de video zien. Zijn bedrijf heeft naar eigen zeggen een miljoen gestoken in het schoonmaken en baggeren van de rivier. Plasticafval ligt er niet. Gavrylov wilde het gebied laten uitroepen tot natuurgebied. „Er is hier zoveel moois te zien.”

Op de begraafplaats van Novopavlivka, op een heuvel, liggen Gavrylovs overgrootoma en overovergrootoma naast elkaar.

Foto Kostyantyn Chernichkin

Hij herinnert zijn jeugd. Het zwemmen in de rivier. Vissen. Rennen door het riet. We rijden langs de plek waar zijn moeder als meisje woonde, toen hun huis werd getroffen door de bliksem, uitbrandde en ze dakloos werd. Er is niets van over. Gavrylov rijdt naar het huis waar zijn vader opgroeide. Gavrylov klimt op een tractorband om de schutting over te kijken. „Ik had dit nog nooit gezien”, zegt hij, voor de huidige bewoner de pottekijkers uitscheldt. Er staat een huisje van leem en hout met een golfplaten dak en een waterput in de tuin. De burgemeester maant de fotograaf er beeld van te schieten. Ongezegd: als het front niet houdt, komt hij hier niet gauw meer terug.

Tot slot het parkje dat Gavrylov liet aanleggen, „met rode lantaarns, zo had ik me dat voorgesteld”.

In Novopavlivka ruikt het naar grassen, hooi, natte aarde. Het is twee graden en zware mist hangt boven het land. Iets metaals schraapt in de verte, de Oekraïense krijgsmacht vuurt een kanon af. De wolken en duistering bieden dekking voor drones. Het is rustiger aan het front als er mist is.

Een boerin verzamelt hooi voor het vee in het dorp Novopavlivka.
Foto Kostyantyn Chernichkin

’s Ochtends vroeg. In de schemering hangt nog steeds een dikke mist als de tractoren met rooimachines en ander landbouwmaterieel langsrijden. Zoals veel boeren voor hen, brengen de Gavrylovs hun dure materieel naar veiliger grond. Als het dorp daadwerkelijk bezet wordt, zegt Gavrylov, ga ik het leger in. „Ik heb met een generaal al een positie besproken”, zegt Gavrylov.

Maar zo ver is het nog niet.

„We hoopten dus dat dit niet ging gebeuren”, zei Gavrylov achter het stuur van zijn SUV. „Hoewel we wisten dat het zou gebeuren. Toch hoopten en geloofden en denken we tot nu toe dat dit niet gaat gebeuren.”

Terwijl landbouwapparatuur het dorp uitrijdt, rollen donkergroene militaire vrachtwagens in tegengestelde richting.

Terwijl landbouwapparatuur het dorp uitrijdt, rollen donkergroene militaire vrachtwagens in tegengestelde richting.
Foto Kostyantyn Chernichkin


Syrische president al-Sharaa presenteert overgangsregering, blijft zelf aan het hoofd staan

De Syrische president Ahmed al-Sharaa heeft zaterdag de overgangsregering aangekondigd die de komende vijf jaar het land zal besturen. Al-Sharaa benoemde 23 ministers en zal zelf aan het hoofd van de regering blijven staan. Het kabinet moet stabiliteit brengen in het door oorlog verscheurde land.

„De vorming van een nieuwe regering is een blijk van onze gezamenlijke wil om een nieuwe staat te bouwen”, zei al-Sharaa in een toespraak. De vorming van het kabinet wordt gezien als een belangrijke mijlpaal in de overgang van de decennialange heerschappij van de Assad-familie en in de verbetering van de banden van Syrië met het Westen.

Diversiteit

De nieuwe soennitisch-islamistische autoriteiten van Syrië staan onder druk van het Westen en Arabische landen om een regering te vormen die inclusiever is voor de diverse etnische en religieuze gemeenschappen van Syrië.

Die druk nam toe na de moord op honderden Alawitische burgers – de minderheidsgroep waaruit de afgezette leider Bashar al-Assad afkomstig is – aan de westkust van Syrië eerder deze maand.

De regering krijgt één vrouwelijke minister, de christelijke Hind Kabawat. Zij zal minister van Sociale Zaken en Arbeid worden. Kabawat zette zich voor vrouwenrechten en was een felle tegenstander van de verdreven dictator Bashar al Assad.

Yarub Badr, een Alawiet, is benoemd tot minister van Transport. Amgad Badr, die tot de Druzen-gemeenschap behoort, zal het ministerie van Landbouw gaan leiden. De huidige ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken – die gelden als getrouwen van al-Sharaa – houden hun posten in de nieuwe regering.

Eerder deze maand presenteerde al-Sharaa een tijdelijke grondwet, waarin onder meer vrijheid van meningsuiting en politieke rechten voor vrouwen zijn vastgelegd. De tijdelijke grondwet blijft vijf jaar van kracht, waarna verkiezingen moeten worden gehouden. In de grondwet staat dat het islamitisch recht de belangrijkste bron moet zijn van alle wetgeving, zoals ook gold in de oude grondwet.

Lees ook

Gevlucht voor het geweld in Syrië. ‘Ze riepen dat we varkens waren’

Syriërs steken de grens over naar Libanon, via een illegale grensovergang over de Al Kabir-rivier.


Komen hulporganisaties Myanmar wel in – en nog drie vragen over de aardbeving

Een land dat al lijdt onder een bloedige burgeroorlog werd vrijdag getroffen door een zeer krachtige aardbeving. De informatievoorziening vanuit de getroffen gebieden Myanmar is beperkt, want het militaire regime houdt liever de luiken gesloten.

Wat is tot dusver bekend? Vier vragen over een ramp waarbij zeker 1.600 mensen om het leven kwamen en die ook buurland Thailand trof.

1
Wat weten we over de aardbeving zelf?

Een aardbeving van 7,7 op de schaal van Richter trof vrijdagochtend rond half acht Nederlandse tijd Myanmar, een land met 58 miljoen inwoners. Het epicentrum bevond zich ten noorden van de stad Mandalay, met zo’n 1,7 miljoen inwoners de op één na grootste stad van het Zuidoost-Aziatische land (na de voormalige hoofdstad Yangon). De beving werd gevoeld tot in de buurlanden Thailand, Laos, Bangladesh, India en China. Een krachtige naschok van 6,4 op de schaal van Richter volgde twaalf minuten na de hoofdschok.

Het gebied, schrijft het KNMI, ligt op de grens van twee tektonische platen, de Euraziatische en Indische plaat. Myanmar heeft dan ook ervaring met zware aardbevingen, en trouwens ook met ander natuurgeweld: cycloon Nargis doodde in 2008 meer dan honderdduizend mensen in het land.

2
Wat is bekend over de schade en over de slachtoffers?

Het is lastig de situatie in Myanmar precies in beeld te krijgen. Myanmar wordt geregeerd door een militaire junta, die niet op pottenkijkers zit te wachten.

Het officiële dodental, gerapporteerd door de junta, lag zaterdagmiddag op 1.644. Er zouden 3.408 gewonden zijn gevallen. Ook zouden er 139 mensen vermist zijn. De verwachting is dat het aantal slachtoffers nog verder oploopt. Naar schattingen van het Amerikaanse Geologische Instituut (USGS) kan het dodental boven de 10.000 uitkomen.

De informatievoorziening is vooral beperkt omdat het regime de persvrijheid aan banden heeft gelegd (Myanmar staat op plaats 171 van de 180, op een ranglijst van de organisatie Reporters without Borders). Buitenlandse persbureaus als AP en Reuters die over het land berichten, werken veelal vanuit Thailand. Journalisten van het Franse persbureau AFP zijn wel aanwezig in Myanmar. Zij beschrijven dat honderden mensen bedolven liggen onder het puin van tientallen ingestorte gebouwen.

„Op de hoek van een straat is de klokkentoren van een klooster aan één kant ingestort. De gebroken wijzers geven 12.55 uur aan, een paar minuten na de dodelijke aardbeving”, staat in een reportage van AFP vanuit Mandalay. „Verderop zouden volgens een Rode Kruis-functionaris ruim negentig mensen vastzitten onder het puin van een flatgebouw. De bovenste zes verdiepingen steunen op wat overblijft van de onderste zes verdiepingen (…) De arm van een vrouw en wat haar komen uit het puin te voorschijn.”, aldus de reportage.

Beeldmateriaal komt mondjesmaat naar buiten. Op (bewegende) beelden die zijn geverifieerd door NRC, is onder meer te zien dat de Sagaing-brug, over de Irrawaddy-rivier, is ingestort.

„Infrastructuur zoals wegen, bruggen en gebouwen werden beschadigd, wat leidde tot slachtoffers en gewonden onder burgers”, zegt de junta erover in een verklaring in de staatsmedia.

Op satellietbeelden zag persbureau AP dat de luchtverkeerstoren van de luchthaven van Naypyitaw, de hoofdstad van het land, is ingestort. De elektriciteitsvoorziening is in Mandalay en Yangon ernstig verstoord.

In buurland Thailand kwamen zeker zes mensen om en raakten 26 mensen gewond op drie bouwplaatsen. Op één daarvan, in de hoofdstad Bangkok, stortte een gedeeltelijk gebouwde wolkenkrabber in. Tien mensen zijn overleden, 42 werden gewond en er worden nog 78 mensen vermist, meldden de Thaise autoriteiten zaterdag.

3
Wat is de politieke en sociale situatie in Myanmar?

De ramp treft Myanmar terwijl de toestand er toch al zeer zorgelijk is: de bevolking lijdt onder een repressief militair regime, die in een bloedige strijd is verwikkeld met een aantal oppositiegroepen. Er is armoede en een gebrek aan zorg, voedsel en schoon water.

In februari 2021 zette het leger de in 2015 democratisch verkozen en in 2020 herkozen regering af, geleid door Aung San Suu Kyi. Zo keerde een situatie van militair bestuur terug die het land had gekend in de meeste jaren sinds het in 1948 onafhankelijk werd van het Verenigd Koninkrijk.

Vanaf de militaire staatsgreep van 2021 woedt er een burgeroorlog. De junta pleegt ernstige oorlogsmisdaden, concludeerden onderzoekers van de Verenigde Naties meermaals. Volgens dit Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM) maken de Myanmarese militairen zich onder meer schuldig aan bombardementen op burgers en aan executies van gevangenen.

Lees ook

In overvolle cellen koelt de Myanmarese junta haar woede op politieke gevangenen

De beruchte Insein-gevangenis in Yangon.

In grote delen van Myanmar is het militaire regime echter verdreven en wordt de dienst uitgemaakt door verschillende oppositiegroepen – veelal bestaand uit etnische minderheden, die als tweederangsburgers in het land worden behandeld. „De gevechten worden ernstiger nu de oppositie tegen het militaire bestuur toeneemt”, zei Nicholas Koumjian, IIMM-directeur, vorige maand nog. Ook in de regio Sangaing, waar het epicentrum van de aardbeving lag, wordt vaak hevig gevochten.

„Vier jaar na de machtsovername door het leger vechten burgers in Myanmar om een ongekende humanitaire crisis te overleven”, aldus een recent rapport van de Verenigde Naties. Zo’n 20 miljoen mensen (van de ongeveer 54 miljoen inwoners) heeft humanitaire hulp nodig. Zeker 15 miljoen mensen lijden onder een acuut gebrek aan voedsel.

Sinds de aardbeving is het militaire regime doorgegaan met het bombarderen, meldt de BBC op basis van berichten van oppositiegroeperingen, ook in gebieden dicht bij het epicentrum van de beving. Het regime zet vliegtuigen in van Russische en Chinese makelij. Rusland en China zijn de belangrijkste internationale bondgenoten van de junta.

Thomas Andrews, VN-rapporteur voor de mensenrechten in Myanmar, wees er vrijdag op dat de junta buitenlandse hulp bij eerdere rampen „als wapen” inzette door hulp aan rebellengebied te blokkeren, en riep de internationale gemeenschap op de hulpverlening te coördineren met de oppositie.

4
Wat voor noodhulp bieden landen en organisaties?

De leider van de junta, generaal Min Aung Hlaing, vroeg vrijdag „elk land” om hulp en donaties. Het tekent de ernst van de ramp: normaliter houdt de junta buitenlandse hulp liever buiten de deur.

De eerste internationale hulp kwam zaterdag aan in Myanmar, toen een Chinees reddingsteam arriveerde. China heeft volgens persbureaus gezegd 135 reddingswerkers te hebben gestuurd. Rusland, de andere grote bondgenoot van de junta, zegt 120 reddingswerkers ter plaatse te hebben. India en Maleisië zeggen eveneens tientallen experts te hebben gestuurd. De VS hebben ook hulp aangeboden, maar dit staat op gespannen voet met de ontmanteling door de Trump-regering van ontwikkelingsorganisatie USAID.

Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland hebben gezegd hulp te zullen verlenen via particuliere organisaties, zoals het Rode Kruis. Over hulp vanuit Europa is nog weinig bekend, behalve dat de Europese Commissie heeft gezegd hulpverleners te ondersteunen via Europese Copernicus-satellieten en zegt „klaar te staan” om op andere manieren te helpen.

Meerdere particuliere noodhulporganisaties proberen assistentie te verlenen in de getroffen gebieden. Sommige plekken – ook die waar de hulp het meest nodig is – zijn door de burgeroorlog echter moeilijk te bereiken.

„Morgen trekken verkennende teams van Artsen zonder Grenzen Myanmar in om te kijken wat de schade is”, zegt een persvoorlichter van de organisatie aan de telefoon. „Het epicentrum van de beving, in het midden van het land, is een gebied waar wij niet heen kunnen. Er wordt op dit moment besproken of onze mensen dat wel mogen.”

Conflictgebieden als Sagaing zijn de afgelopen vier jaar door het regime „hermetisch afgesloten”, zegt de woordvoerder. „Na zo’n aardbeving is het de eerste 72 uur juist essentieel dat chirurgische, trauma en wondzorg geboden wordt en dat er hulpgoederen zoals dekens en bouwmaterialen zijn. Die hulp kunnen wij daar op dit moment niet geven. We zijn hard aan het werk om een opening te creëren, want om op grote schaal te werken hebben we echt het regime nodig.”

Het Rode Kruis lijkt meer toegang te hebben tot gebieden als Sagaing. Er zitten 585 medewerkers en ongeveer zesduizend vrijwillligers van het Rode Kruis in Myanmar, zegt een woordvoerder. „Mobiele teams zijn naar de getroffen gebieden getrokken. In Sagaing zijn er vrijwilligers die de mensen ondersteunen – denk aan het uitdelen van eten, drinken en medische pakketten en het vervoer van gewonden naar ziekenhuizen. Prioriteit heeft het redden van mensen die nog onder het puin liggen.” Het plaatselijke Rode Kruis heeft gewaarschuwd dat landmijnen en andere onontplofte explosieven door de aardbeving kunnen zijn verplaatst.

Hulporganisatie Save the Children heeft middelen vrijgemaakt uit het Kindernoodfonds en zegt met spoed te werken aan een hulpoperatie. „We gaan noodhulp bieden in de vorm van voedsel, water en onderdak. Denk ook aan het uitdelen van cash en vouchers.”