Opnieuw landelijke ophokplicht voor pluimvee na terugkeer vogelgriep

Nederlandse veehouders moeten vanwege nieuwe uitbraken van vogelgriep opnieuw hun pluimvee binnen houden. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft woensdag bekendgemaakt de ophok- en afschermplicht in te stellen. Maandag werd een vogelgriepuitbraak in Putten geconstateerd en woensdag werd net over de grens met Duitsland nog een besmetting vastgesteld.

Verantwoordelijk minister Femke Wiersma (BBB) spreekt van een „forse maatregel” die is genomen „omdat de deskundigengroep dierenziekten het risico op vogelgriepuitbraken matig tot hoog heeft ingeschat”.

Meer uitbraken voorkomen

De ophokplicht geldt voor alle commercieel gehouden vogels, aldus het ministerie. De afschermplicht is van toepassing op niet-commercieel gehouden vogels, zoals hobbymatig gehouden kippen. Voor fazanten en loopvogels geldt bij uitzondering alleen een afschermplicht.

„Ik realiseer mij dat houders van pluimvee met buitenloop en hobbyhouders het hardst worden getroffen, maar we moeten ons zoveel mogelijk inzetten om meer uitbraken te voorkomen”, zegt Wiersma. „De veiligheid van de dieren staat voorop.”

De maandag vastgestelde vogelgriepuitbraak in een biologisch leghennenbedrijf in Putten was de eerste sinds vorig jaar december. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft toen circa 23.000 kippen geruimd door middel van vergassing. „Dat dit vroeg of laat zou gebeuren, wisten we, maar het blijft ingrijpend”, schreef Wiersma nadien op X.

Lees ook

Hoe groot is het gevaar van de grootste vogelgriepuitbraak ooit voor de mens?

Ruiming van een Israëlische kippenboerderij waar vogelgriep is aangetroffen, januari 2022.


Chinees vrachtschip passeerde kabels Oostzee op precieze moment van breuk

Het Chinese vrachtschip dat dinsdag door een aantal Oostzeelanden in verband is gebracht met sabotage van een datakabel tussen Duitsland en Finland, maandagochtend vroeg, is ook rechtstreeks met de eerdere kabelbreuk, zondagochtend tussen Litouwen en Zweden, in verband te brengen.

Dat blijkt uit de positiegegevens van het schip, de bulkcarrier Yi Peng 3. Zondag, even voor 08.00 uur UTC (standaardtijd, 09.00 uur Nederlandse tijd) bevond het zich precies boven de datakabel die door het Zweedse telecombedrijf Telia wordt geëxploiteerd. Dat was ook het moment waarop de kabelverbinding volgens Telia werd verbroken. 

De Yi Peng 3 is op zondagochtend even voor 08.00 uur (standaardtijd, 09.00 Nederlandse tijd) de Telia-datakabel gepasseerd (de rode slingertjes op de kaart, van rechts benden naar links boven), het moment van de eerste kabelbreuk.
Foto Vesselfinder

Maandagochtend om 02.00 UTC bevond het zich precies boven de C-Lion-kabel die Rostock in Duitsland met de Finse hoofdstad Helsinki verbindt, toen daarin de breuk optrad. Dinsdag werd al duidelijk dat de Yi Peng 3 als verdacht gold. Het werd door de Deense marine geschaduwd en ligt sinds dinsdagavond voor anker even buiten de grote vaarroute door het Kattegat, een zeestraat tussen Denemarken en Zweden, net buiten de Deense territoriale wateren. Een Deense patrouilleboot ligt sindsdien vlakbij voor anker. Het is onduidelijk of de Deense autoriteiten er aan boord zijn gegaan.

Op beide kabelbreukmomenten voer de Yi Peng 3 met een snelheid van bijna 7 knopen in de westgaande baan van de scheepvaartroute. De meeste schepen varen daar gemiddeld sneller, rond 10 knopen. Ook de Yi Peng 3 voer een deel van zijn route met die snelheid. 

Nord Stream-explosies

Opmerkelijk genoeg minderde het schip maandag om 08.20 UTC vaart, ruim zes uur na de tweede kabelbreuk. Daarna dreef het ruim een uur lang rond, vermoedelijk op stroming of wind, met een snelheid van rond 0,3 knopen, zo blijkt eveneens uit de positiegegevens van het schip, zoals te zien op VesselFinder, een nautische trackerdienst. Zeker zo opmerkelijk was de plaats waar dat gebeurde: even ten noorden van de locatie waar drie van de vier explosies zich in september 2022 voordeden in de Nord Stream-gaspijpleidingen. 

De Yi Peng 3 drijft op maandagochtend tussen 08.25 en 09.35 uur stuurloos rond en vervolgt dan zijn reis. Die positie bevindt zich even ten noorden van de plaats waar de Nord Stream-explosies plaatsvonden.
Foto Vesselfinder

Het is onbekend wat de reden was van het ronddrijven. Het komt wel voor dat zeeschepen onderweg enige tijd geen voortstuwing hebben, bijvoorbeeld voor onderhoud. Woensdag voer rond die plaats een Zweeds mijnenbestrijdingsvaartuig. 

Lees ook

Chinees vrachtschip verdacht van sabotage onderzeese kabels in de Oostzee

De onderzeese telecommunicatiekabel C-Lion1 wordt op 12 oktober 2015 door het kabelschip Ile de Brehat aan de kust van Helsinki, Finland, op de bodem van de Oostzee gelegd.

De Yi Peng 3 vertrok vrijdagochtend uit de Russische haven van Oest-Loega in de buurt van Sint Petersburg. Het schip was toen op weg naar Port Saïd in Egypte, waar het op zijn vorige reis ook vandaan kwam. Zweedse autoriteiten zijn een onderzoek naar beide incidenten begonnen. De Duitse minister van Defensie, Boris Pistorius, noemde het maandag onwaarschijnlijk dat twee kabelbreuken binnen 24 uur toeval is en zei uit te gaan van sabotage.

In oktober 2023 werd de gaspijpleiding Baltic Connector tussen Finland en Estland vernield door een Chinees vrachtschip, dat een anker over de zeebodem had gesleept.


Poetin dreigt, maar dit brengt ‘inzet van kernwapens niet dichterbij’

De Russische president Vladimir Poetin verlaagde dinsdag formeel de drempel voor de inzet van nucleaire wapens. Is de wereld daarmee een stukje dichter naar de afgrond geschoven? Of is ook dit weer een van vele nucleaire dreigementen van Poetin waar hij geen gevolg aan geeft?

Als het gaat om nucleaire wapens, is het altijd raadzaam om alert te zijn: mocht het onverhoopt tot de inzet van zo’n wapen komen, dan zijn de gevolgen catastrofaal. Maar juist omdat die gevolgen zo groot zijn, is ook de drempel om kernwapens in te zetten hoog.

Om de risico’s in te dammen heeft een aantal kernmachten plechtig verklaard dat ze het voorkómen van een kernoorlog als hun belangrijkste verantwoordelijkheid zien. Vijf kernwapenstaten bevestigden in januari 2022, enkele weken voor de grootschalige Russische invasie in Oekraïne, „dat een nucleaire oorlog niet gewonnen kan worden en nooit gevochten moet worden.”.

De Russische Federatie is een van de ondertekenaars van de verklaring, maar dat heeft president Poetin er niet van weerhouden om Oekraïne en zijn bondgenoten er herhaaldelijk aan te herinneren dat Rusland over kernwapens beschikt. Steeds als het Westen zwaardere wapens aan Oekraïne leverde, dreigde Poetin met escalatie. De aanscherping van de nucleaire doctrine dinsdag volgde vrijwel onmiddellijk op het nieuws van afgelopen weekend dat president Joe Biden de inzet van Amerikaanse langeafstandsraketten op Russisch grondgebied had goedgekeurd.

Poetin kondigde de verandering van de doctrine al aan in september, deze week ondertekende hij het decreet waarmee de wijziging van kracht wordt. In essentie komt het er op neer dat Rusland nucleaire wapens kan inzetten tegen een kernmacht als reactie op een conventionele aanval van een bondgenoot van die kernmacht – lees Oekraïne. Tegelijk wordt de drempel om met nucleaire wapens te antwoorden op conventionele wapens verlaagd. Moest voorheen nog het bestaan van Rusland op het spel staan, nu is een kritieke dreiging genoeg.

De functie van een doctrine

Maar wat is een doctrine precies? Het is, schreef hoogleraar Strategische Studies Phillips P. O’Brien dit najaar, een middel voor afschrikking. „Een doctrine is niet meer dan een instrument van buitenlands beleid dat erop gericht is dat een staat zijn zin krijgt. Het brengt de inzet van nucleaire wapens niet dichterbij.” Het is de leider die bepaalt wanneer kernwapens ingezet worden, niet de doctrine.

De doctrine wekt de suggestie dat Poetin automatisch gedwongen zal zijn om bij een bepaalde aanval bepaalde stappen te zetten. Maar dat is onzin, stelde Tom Nichols, redacteur van The Atlantic, die een boek op zijn naam heeft staan over de militaire doctrines van de Sovjet-Unie. Poetin wil dat men gelóóft dat hij niet anders kan.

In de Sovjet-tijd had Moskou doctrines nodig om ideologische debatten te voeren. Maar Poetins regime is geen ideologisch regime. Het is een schurkenregime, schreef Nichols op X, dat kan doen en laten wat het wil: „‘Doctrine’ is wat Poetin op een bepaald moment wil”. Het is alsof [de fictieve mafiabaas] Tony Soprano een ‘doctrine’ zou hebben om zijn familie te runnen, aldus Nichols.

Kernwapenspecialist Hans Kristensen van de Federation of American Scientists houdt het erop dat de aanpassing van de doctrine niet meer is dan een manier om aandacht te trekken. „De herhaaldelijke nucleaire waarschuwingen en de recente verbale verlaging van de drempel voor de inzet van nukes zijn een bijna wanhopige poging om serieus genomen te worden”, schreef hij deze week op Bluesky.

Ook al is een doctrine niet wat het lijkt te zijn, het maakt Poetin er niet minder gevaarlijk of onberekenbaar op. Er zijn twee redenen waarom kernwapenspecialisten de inzet van kernwapens nu niet heel waarschijnlijk vinden. Moskou’s beschermheren in Beijing hebben Poetin uitdrukkelijk gewaarschuwd tegen het gebruik van kernwapens. Bovendien hebben de Verenigde Staten heel duidelijk gemaakt dat Rusland de inzet van een kernwapen duur zou komen te staan. Maar honderd procent uitsluiten kun je het op lange termijn niet, zeker als de oorlog voortduurt en verder escaleert.

Het Witte Huis reageerde dinsdag koel. „Dit is meer van dezelfde onverantwoordelijke retoriek van Rusland die we al twee jaar zien.” De VS zagen geen aanleiding om hun doctrine of nucleaire houding aan te passen, omdat ook Rusland zijn ‘nuclear posture’ niet heeft herzien.


Nederland koopt steeds meer wapens in Israël

Nederland koopt steeds meer Israëlische wapens, zo blijkt uit een inventarisatie van NRC. In de afgelopen vijf jaar schafte het ministerie van Defensie voor bijna twee miljard (1,89 miljard) euro aan Israëlische wapens aan. De helft daarvan (0,95 miljard) is aangekocht ná het uitbreken van de Gaza-oorlog op 7 oktober vorig jaar. Ondanks kritiek van het kabinet op het grote aantal Palestijnse burgerslachtoffers door de aanhoudende Israëlische bombardementen, is de import van wapens uit Israël in het afgelopen jaar dus sterk gestegen.

Nederland kent een streng beleid voor de export van wapens, waarbij iedere verkoop moet worden getoetst aan mensenrechten. Afgelopen februari bepaalde het Haagse Gerechtshof in hoger beroep bijvoorbeeld dat Nederland geen onderdelen voor Israëlische F-35 gevechtsvliegtuigen meer mag (door-)leveren vanuit een logistiek depot op vliegbasis Woensdrecht, vanwege het „aanmerkelijke risico” dat Israël er het humanitair oorlogsrecht mee schendt bij de bombardementen op Gaza. Hoewel het kabinet in cassatie is gegaan tegen de uitspraak, ligt de export van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël sindsdien volledig stil.

Geen alternatief

Voor de import van militair materieel bestaat er, anders dan voor de export, geen specifiek beleid. Sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022 heeft Defensie er miljarden budget bij gekregen en is het ministerie bezig met een inhaalslag om enorme tekorten in wapens en munitie goed te maken. Terwijl het departement in 2019 ongeveer 2 miljard euro aan nieuw materieel kon besteden, is dat bedrag gegroeid tot ongeveer 5 miljard in het afgelopen jaar.

Wapens uit Israël nemen daarbij een opvallend grote plaats in: sinds 7 oktober 2023 kocht Nederland voor 0,95 miljard aan Israëlische wapensystemen.

cards visualization

In de afgelopen decennia heeft de Israëlische wapenindustrie een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In bepaalde segmenten zijn de Israëliërs zelfs marktleiders. Zo bestaat er eigenlijk geen alternatief voor de Israëlische zelfbeschermingssystemen voor pantserwagens en tanks, zoals het ‘Trophy’-systeem van de firma Rafael, dat anti-tankraketten en drones uit de lucht kan schieten. Ook op het gebied van rakettechnologie en elektronische oorlogsvoering behoren Israëlische defensiebedrijven tot de wereldtop. Daar komt bij dat er door de toegenomen vraag krapte is ontstaan op de internationale defensiemarkt. Zo waren de lange leveringstijden een belangrijk argument voor Nederland om te kiezen voor Israëlische Puls-raketartillerie, en niet voor het Amerikaanse Himars-systeem, dat furore maakt in Oekraïne.

„Defensie wil het best mogelijke materieel, dat tijdig beschikbaar is, binnen de beschikbare middelen voor onze militairen”, schreef het departement in antwoord op Kamervragen over de Defensiebegroting. „In sommige gevallen komt het beste materieel uit Israël.”

Op een laag pitje

Dat wil niet zeggen dat de import uit Israël niet controversieel is. „Het Israëlische optreden in Gaza heeft de defensierelatie met Israël onder druk gezet”, schreven ambtenaren deze zomer in de introductiebundel voor de nieuwe minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD). De voorlopige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over aanwijzingen voor genocide in Gaza roept „vraagtekens” op over „de mate waarin Israël nog als like-minded partner kan worden gezien”, zo schrijven de ambtenaren. Daar waar er voorheen intensieve contacten waren tussen Den Haag en Tel Aviv, bijvoorbeeld in de vorm van kennisuitwisseling over militair materieel, zijn die inmiddels op een laag pitje gezet: „Sinds 7 oktober vinden er vrijwel geen concrete samenwerkingsactiviteiten plaats.”

Donderdag organiseert de NIDV, de organisatie voor Nederlandse defensiebedrijven, zijn jaarlijkse wapenbeurs in Ahoy in Rotterdam. Israëlische bedrijven zullen ook vertegenwoordigd zijn. De Rotterdamse politie houdt er rekening mee dat anti-Israëlische demonstranten zich kunnen aansluiten bij een al aangekondigde demonstratie bij Ahoy. Na het geweld tegen Israëlische voetbalsupporters in Amsterdam neemt de politie in Rotterdam geen enkel risico. Voor het evenement is een crisisstaf actief gedurende de dag.

Defensie wil het best mogelijke materieel, dat tijdig beschikbaar is, binnen de beschikbare middelen voor onze militairen

NRC heeft de inventarisatie voorgelegd aan het ministerie van Defensie. Het departement laat weten dat het geen gedetailleerde cijfers kan geven over de omvang van de wapenaankopen uit Israël, vanwege de commerciële vertrouwelijkheid van contracten en vanwege de financiële onzekerheden die gepaard gaan met grote materieelprojecten. „In de rapportages aan de Tweede Kamer werkt Defensie met bandbreedtes”, zegt een woordvoerder. „De schatting van NRC bevindt zich binnen deze bandbreedtes.”

Lees ook

De wereld gaf nog nooit zoveel uit aan wapens

In een fabriek in Pennsylvania worden 155mm-granaten gemaakt. De vraag daarnaar is sterk gegroeid door de oorlog in Oekraïne.


Het landschap van alle menselijke cellen in kaart

De eerste versie van de Human Cell Atlas is er, een gigantische database met beelden en beschrijvingen van alle cellen in het menselijk lichaam. Woensdag publiceerde het wetenschappelijke tijdschrift Nature (en een aantal andere tijdschrifttitels in hun portfolio) in één keer dertien artikelen over verschillende bijdragen aan deze atlas.

De studies beslaan nog lang niet het hele lichaam, maar wel allerlei onderdelen ervan – niet alleen in het volwassen lijf, maar ook in de loop van de ontwikkeling. Zo is er een beschrijving van de cellen in de zich ontwikkelende schedel en de gewrichten van een embryo. Ook is er een maag-darmatlas, met een beschrijving van alle cellen die in het maag-darmkanaal te vinden zijn.

Bloedvaten in een deel van de dunne darm.
Beeld Ana-Maria Cujba

Kweken van organoïden

De atlas is vrij toegankelijk en dient als naslagwerk voor wetenschappers, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van medicijnen of het kweken van organoïden. Daarom biedt hij ook gereedschappen om met de gegevens te werken, zoals een zoekmachine op basis van kunstmatige intelligentie waarmee verwante celtypen kunnen worden opgespoord.

Een mensenlijf telt pakweg 37 biljoen cellen, in tientallen verschillende weefsels en organen. Dankzij de snelle vooruitgang in moleculaire en microscopische technieken, in computerrekenkracht en in kunstmatige intelligentie krijgen wetenschappers steeds meer en gedetailleerde kennis over afzonderlijke cellen en hun samenhang.

Het werk aan de Human Cell Atlas begon in 2016. Het doel is om een beschrijving te krijgen van elk celtype dat er bestaat: van het genetische binnenwerk, het uiterlijk, van hoe ze werken, van de samenwerkingen met andere cellen in een orgaan en van wat er gebeurt bij ziekte. Er zijn achttien deelgebieden uitgekozen, zoals de huid, vetweefsel, het hart, de longen, het immuunsysteem. Aan de ambitieuze exercitie werkten tot nu toe 3.600 mensen uit 102 landen mee. Ze hebben inmiddels 61,8 miljoen cellen beschreven, van meer dan 10.000 verschillende mensen van diverse etnische achtergronden.

In 2023 verscheen al de grootste collectie beschrijvingen van menselijke hersencellen tot dan toe, met ruim drieduizend celtypes, in 23 wetenschappelijke artikelen. Dat hersencel-naslagwerk is onderdeel van de overkoepelende Human Cell Atlas.

Lees ook

Een atlas van een van de grootste mysteries die we kennen: het menselijk brein

De hersenen in dwarsdoorsnede op een mri-scan.

De dunne darm.
Beeld Grace Burgin, Noga Rogel & Moshe Biton, Klarman Cell Observatory, Broad Institute

Ziekte van Crohn

Met een complete beschrijving van alle cellen in een gezond mensenlijf zullen wetenschappers ook allerlei ziekten beter begrijpen, zodat ze daar behandelingen voor kunnen maken, is de hoop van de makers van het naslagwerk.

De maag-darmatlas die nu is gepubliceerd is daarvan een voorbeeld. Die bevat niet alleen beschrijvingen en beelden van cellen in de mond, de slokdarm, de maag en de dunne en dikke darm, maar ook gegevens van mensen met de ziekte van Crohn, een chronische ontsteking van de darmwand. De onderzoekers die aan deze atlas werken ontdekten een celtype in de darm die mogelijk een rol speelt bij die ontsteking.

Het is nog niet de eerste versie, wel een cruciale component van de eerste versie, benadrukte een van de betrokken onderzoekers, Aviv Regev in een persbijeenkomst van Nature. „De komende twee jaar zullen de gegevens van de achttien deelgebieden aangevuld worden en is de eerste versie klaar. Maar dan zijn er nog veel gaten in te vullen. De Human Cell Atlas zal tot in lengte van jaren worden uitgebreid en verbeterd.”


Malinese jihadist Al Hassan veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf

Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft een voormalige politiechef uit Mali veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, meldt persbureau ANP. Nadat Al Hassan Ag Abdoul Aziz Ag Mohamed Ag Mahmoud eerder al schuldig was bevonden bepaalde het hof woensdag de strafmaat.

Al Hassan pleegde zijn misdaden als politiechef van de stad Timboektoe tussen april 2012 en januari 2013 namens de jihadistische organisatie Ansar Dine. Volgens het hof had hij een „sleutelrol” in het terreurbewind van de jihadisten; gevangenen werden onder Al Hassans leiding gemarteld en verminkt.

Vooral vrouwen en meisjes waren het slachtoffer, stelde voormalig hoofdaanklager Fatou Bensouda eerder. Zij beschuldigde de inmiddels 47-jarige Al Hassan ook van betrokkenheid bij verkrachting en seksuele slavernij, maar daarvoor is volgens het ICC onvoldoende bewijs.

Aanklagers baseerden zich onder meer op 39 door Al Hassan ondertekende politierapporten waarin het ging over martelingen. Op de misdaden waarvoor hij werd veroordeeld staan volgens het ICC gevangenisstraffen tot dertig jaar. Bij uitzondering is ook levenslang mogelijk.

Al Hassan werd in 2018 door de Malinese autoriteiten uitgeleverd naar Den Haag, waar hij sindsdien vastzit. De zes jaren die hij al in de gevangenis heeft doorgebracht worden volgens persbureau Reuters van zijn gevangenisstraf afgetrokken. Het is niet bekend of Al Hassan de resterende tijd in Scheveningen of elders uitzit.

Lees ook

De politiebaas van Timboektoe, schuldig aan oorlogsmisdaden, deed volgens zijn advocaat ‘wat politieagenten wereldwijd doen’

Al Hassan Ag Abdoul Aziz Ag Mohamed Ag Mahmoud woensdag bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.


Meisjes geven vooral hun online leven een fors lager rapportcijfer dan jongens

Nederlandse meisjes vanaf 13 jaar voelen zich een stuk minder gelukkig dan jongens van dezelfde leeftijd. Met name online is de genderkloof zichtbaar. Ruim de helft van de tienermeisjes voelt zich soms onveilig op het internet. Vaker dan jongens ervaren ze druk door sociale media, voelen ze zich onzeker of ervaren ze pestgedrag.

Dat is de uitkomst van het tweejaarlijkse rapport van de Kinderombudsman dat woensdag werd gepubliceerd. Ruim 2.700 jongeren en kinderen in de leeftijd van 8-18 jaar kregen een lijst voorgelegd met vragen over hoe ze hun leven beoordelen. Voor het eerst is daarin ook het online welbevinden meegenomen.

Meisjes vanaf 13 jaar geven hun online leven met een 6,7 een significant lager rapportcijfer dan jongens (7,7). Het percentage meisjes dat zich (soms) onveilig voelt online (52,9 procent) ligt fors hoger dan bij jongens (29 procent). Ook jongeren die zich niet als jongen of meisje identificeren voelen zich vaker onveilig.

23 procent van de meisjes geeft hun online leven een onvoldoende, tegenover ruim 14 procent van de jongens. De kloof in welzijn tussen jongens en meisjes is er al in de leeftijd van 8-12 jaar, maar neemt vanaf de puberteit significant toe.

Sociale media

Hoewel de onderzoekers beperkt ingaan op verklaringen voor de verschillende belevingen, is een van de redenen dat meisjes het internet anders gebruiken dan jongens. Terwijl jongens hun tijd vooral invullen met gamen of het kijken van YouTube-filmpjes, zitten meisjes vaker op sociale media als TikTok, Snapchat en Instagram.

Vaker dan bij jongens hebben sociale media bij meisjes een slechte invloed op hun zelfbeeld. Dat ze constant de gefilterde versies van de levens van anderen voorbij zien komen brengt onzekerheid met zich mee, zeggen ondervraagde meisjes. Een deel geeft aan te willen dat sociale media een minder grote rol gaan spelen in hun leven.

Over het ‚offline’ leven zijn jongeren en kinderen vaker tevreden. Wel neemt de tevredenheid af tijdens de puberteit en adolescentie. Ook hier ontstaat een kloof tussen jongens en meisjes. Tienermeisjes geven hun leven gemiddeld een 7,1. Een op de vijf geeft daar een onvoldoende voor. Jongens beoordelen hun leven met een 7,9.

De jongeren die zich niet als jongen of meisje identificeren zijn juist positiever over hun online leven dan over hun offline leven. Om te kunnen zeggen hoe dat komt, is volgens de Kinderombudsman meer onderzoek nodig.

Ouderlijk toezicht

De meeste ouders checken niet zonder toestemming de telefoon van hun kinderen, met name in de puberteit. Onder kinderen geeft 17,8 procent aan geen afspraken met ouders te maken over online gedrag, onder jongeren ligt dat percentage met 35,8 procent stukken hoger.

De digitale opvoeding van kinderen blijft volgens ombudsvrouw Margrite Kalverboer te veel beperkt blijft tot controle en bescherming. Ouders tonen volgens Kalverboer te weinig interesse in de online belevingswereld van kinderen en jongeren en moeten actiever het gesprek aangaan over hun ervaringen.

Daarnaast geven ouders niet altijd het goede voorbeeld, concludeert de Kinderombudsman. „Ze zitten zeg maar meer op hun telefoon dan met ons”, citeren de onderzoekers een twaalfjarig meisje.


Pieter Omtzigt keert per direct terug in Tweede Kamer

NSC-partijleider Pieter Omtzigt keert per direct terug in de Tweede Kamer. Dat schrijft hij woensdag in een bericht op X. Omtzigt zat sinds afgelopen september op doktersadvies thuis.

Omtzigt keert „stap voor stap” terug in de Kamer, laat hij weten. Hij en Nicolien van Vroonhoven, die de afgelopen maanden waarnemend fractievoorzitter was, zullen „de komende tijd” de taken van het fractievoorzitterschap verdelen. NSC-spreekt in een korte verklaring van „de volgende stap” in Omtzigts „re-integratieproces”.

De terugkeer van Omtzigt in de Kamer volgt op grote onrust binnen NSC. Binnen korte tijd stopten staatssecretarissen Folkert Idsinga (Financiën) en Nora Achahbar (Toeslagen en Douane). Laatstgenoemde deed dat, zei ze, vanwege „polariserende omgangsvormen” in het kabinet die haar al langer dwars zaten. Dinsdag stapten NSC-Tweede Kamerleden Rosanne Hertzberger en Femke Zeedijk op.

Komende zaterdag vindt het tweede officiële ledencongres van NSC plaats. Leden kunnen dan onder meer stemmen over wijzigingsvoorstellen en moties.


Amerikaanse antipersoonsmijnen moeten Oekraïne helpen bij het afremmen van de Russische opmars

Met de levering van antipersoonsmijnen heeft de Amerikaanse regering het Oekraïense wapenarsenaal in de oorlog tegen Rusland opnieuw uitgebreid. De leverantie lijkt deel uit te maken van een serie militaire hulpmaatregelen waarmee president Joe Biden Oekraïne in de laatste fase van zijn presidentschap wil helpen de Russische opmars in de Donbas zoveel mogelijk te vertragen. Biden maakt in het Witte Huis over precies twee maanden plaats voor Donald Trump.

Zondag werd bekend dat de VS de Oekraïense strijdkrachten toestemming hebben gegeven Atacms-raketten in te zetten tegen militaire doelen in Rusland. Die hebben een bereik van maximaal driehonderd kilometer. Kyiv zou de raket inmiddels hebben ingezet bij aanvallen op een wapenopslagplaats in de regio Brjansk en mogelijk ook op een commandopost in de regio Belgorod.

De levering van antipersoonsmijnen aan Oekraïne is niet oncontroversieel. De mijnen, die vlak onder de grond worden begraven en exploderen zodra iemand erop gaat staan, zijn sinds 1999 onder de Ottawa Conventie verboden in meer dan 160 landen. De Verenigde Staten en Rusland – maar ook China – tekenden dat verdrag niet. Het verbod werd destijds omarmd door veel landen, omdat de mijnen veel slachtoffers kunnen maken onder de burgerbevolking.

Buiten dichtbevolkt gebied

Volgens The Washington Post, die het nieuws over de jongste Amerikaanse wapenleverantie dinsdag als eerste bracht, heeft Kyiv toegezegd de antipersoonsmijnen niet in dichtbevolkte gebieden te zullen leggen. Washington voorzag de Oekraïense landmacht de afgelopen jaren wel al van antitankmijnen.

In de zomer van 2023 speelde een vergelijkbare discussie rond de Amerikaanse levering van clustermunitie aan Oekraïne. Ook daar geldt een internationaal verbod op, omdat de kans bestaat dat burgers op den duur slachtoffer worden van kleine explosieven die tijdens oorlogshandelingen niet tot ontploffing zijn gekomen. Maar ook toen ging Washington uiteindelijk overstag om Oekraïne te helpen tijdens het zomeroffensief.

De Amerikaanse regering levert nu antipersoonsmijnen die slechts een beperkte periode ‘actief’ zijn en na verloop van tijd niet meer tot ontploffing kunnen komen. De mijnen zijn non-persistent, wat inhoudt dat zij zodanig kunnen worden ingesteld dat zij over een periode van enkele uren, dagen of weken kunnen exploderen. Na enkele weken zou dat niet meer moeten kunnen, omdat de batterij die de ontploffing in werking zet, opraakt.

Een Oekraïense explosievenopruimer laat zien hoe Russische troepen een antipersoonsmijn bovenop een granaat plaatsen. Foto Scott Peterson / Getty Images

Rusland heeft sinds de grootscheepse inval in Oekraïne miljoenen landmijnen gelegd langs de frontlinies in Oekraïne, om Oekraïense tegenoffensieven te bemoeilijken. De uitgestrekte Russische mijnenvelden in het zuiden van Oekraïne waren een belangrijke oorzaak voor het mislukken van het Oekraïense zomeroffensief van 2023.

Zorgen over Russische opmars

Volgens The Washington Post, die zich baseert op uitspraken van anonieme regeringsfunctionarissen, is de Amerikaanse regering uiterst bezorgd over de Russische opmars in het oosten van Oekraïne. In de Donbas is het tempo van de Russische veroveringen de afgelopen maanden steeds sneller opgevoerd. De levering van antipersoonsmijnen zou volgens Washington op dit moment een van de effectiefste manieren zijn om de Russische aanvallen op de Oekraïense defensieve stellingen te bemoeilijken en de opmars te vertragen.

Dat heeft vooral te maken met de manier waarop de Russische krijgsmacht de afgelopen maanden zijn belegering op de Oekraïense stellingen uitvoert. Moskou stuurt vaak kleine groepjes van soms niet meer vijf soldaten vooruit – te voet of op motoren – om achter de Oekraïense linies te komen. Veelal overleven de aanvallers dat niet, of ze worden gevangen genomen, maar de niet aflatende Russische aanvalsgolven houden de Oekraïense verdedigers aan de frontlinies dag en nacht bezig. Antipersoonsmijnen kunnen een deel van hun ‘werk’ overnemen, zo is de gedachte.

Die Russische tactiek is een van de redenen waarom de opmars gepaard gaat met enorme verliezen aan materieel en mankracht. De laatste weken zou de Russische krijgsmacht dagelijks gemiddeld meer dan 1.500 soldaten kwijtraken, gedood, verwond of vermist. Volgens Oekraïne bedraagt het aantal Russische gesneuvelde en verwonde soldaten inmiddels bijna 726.000 mensen, sinds februari 2022. Volgens de BBC en Oekraïnse onderzoekers zijn er sindsdien 77.143 Russische soldaten gesneuveld.

Kritiek op landmijnen

Hoewel de Amerikanen antipersoonsmijnen sturen die na verloop van tijd geen schade meer zouden moeten kunnen berokkenen, hebben organisaties als Human Rights Watch zich in het verleden kritisch uitgelaten over de mijnen, omdat het elektronische mechanisme ook kan falen.

Lees ook

Terwijl de oorlog in Oekraïne escaleert, hamert Zelensky op een ‘rechtvaardige vrede’

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky spreekt via een live videoverbinding vanuit Oekraïne tijdens de speciale plenaire vergadering van het Europees Parlement, ter gelegenheid van de 1000e dag van de grootschalige Russische invasie van Oekraïne.

Tamar Gabelnick, hoofd van de Internationale Campagne voor het Verbod op Landmijnen (ICBL), zegt in toelichting op de woensdag verschenen Landmine Monitor 2024: „Elk gebruik van antipersoonsmijnen, door wie of onder welke omstandigheden dan ook, is onacceptabel en moet worden veroordeeld.”

De Landmine Monitor signaleert een „alarmerend gebruik” van antipersoonsmijnen door landen die de Ottawa Conventie niet hebben ondertekend. Daarbij wordt gedoeld op Rusland en Myanmar die dit al jaren doen, terwijl Iran en Noord-Korea worden genoemd als relatief nieuwe spelers op dit toneel. In landen als Pakistan, Colombia, India, Myanmar, Palestina en steeds vaker in de Sahel worden antipersoonsmijnen in toenemende mate ingezet door gewapende groeperingen, in plaats van de nationale strijdkrachten.

Volgens de Landmine Monitor werden in 2023 wereldwijd zeker 5.757 mensen gedood of verwond door landmijnen en explosieven die waren achtergebleven na een gewapende strijd. In 84 procent van de gevallen waarbij de oorzaak kon worden achterhaald, zijn de slachtoffers burgers, aldus ICBL. En kinderen maken voor meer dan een derde deel uit van deze burgerslachtoffers.


Opnieuw vertrekt een teamchef van de Rotterdamse politie, de derde in drie maanden tijd

De teamchef van het Basisteam Delfshaven van de politie in Rotterdam wordt gedegradeerd in rang en in salarisschaal wegens het hebben van een ongepaste relatie met een ondergeschikte politieagente. De teamchef heeft zich volgens de korpsleiding schuldig gemaakt aan plichtsverzuim.

De sanctie wordt door de Rotterdamse eenheidschef Fred Westerbeke omschreven als „een stevige straf”. De teamchef moet zijn functie neerleggen omdat hij een twintig jaar jongere agente van de jeugdpolitie in haar woning in Rotterdam bezocht en naar eigen zeggen seks met haar had. De vrouw zat was ook in een afhankelijkheidsrelatie omdat de teamchef nog moest beslissen of ze een vaste aanstelling zou krijgen. De chef zegt volgens de politie dat het ging om seks met wederzijdse instemming, de vrouw omschrijft het als aanranding en overweegt volgens collega’s om aangifte te doen.

De jongste maatregel betekent dat in het centrum van Rotterdam binnen drie maanden drie teamchefs zijn vertrokken die leiding gaven aan de twee basisteams (allebei ongeveer 230 agenten). Twee chefs van het Basisteam Centrum van de Rotterdamse politie legden in augustus al hun functie neer nadat NRC had gemeld dat er in dit team volgens externe onderzoekers een „sociaal onveilig werkklimaat” was als gevolg van „slechte onderlinge omgangsvormen” en „falend leiderschap”. Agenten klaagden onder meer over discriminatie, pesten en buitensporig geweld door politiemensen.

Chantabele positie

De politiebaas in Delfshaven raakte begin september in opspraak nadat een vrouwelijke agent aan een andere collega, met wie ze een verhouding kreeg, vertelde over haar seksuele ervaringen met de chef. De teamchef werd 5 september met buitengewoon verlof gestuurd waarna onderzoek volgde naar „een niet gepaste relatie”. De korpsleiding verwijt de teamchef niet alleen dat hij seksueel contact had met de ondergeschikte maar ook het niet melden ervan. „Je kunt verliefd worden op een collega maar dat moet je dan wel vertellen. Niet melden kan je in een chantabele positie brengen”, zegt Westerbeke.

De teamchef moet nu gaan werken in een ander district van Rotterdam en krijgt een niet-leidinggevende, specialistische functie. Het vrouwelijke slachtoffer en haar nieuwe vriend zullen ook vertrekken uit Basisteam Delfshaven. De verwikkelingen hebben voor zoveel interne onrust gezorgd dat ze zich in Delfshaven niet meer veilig voelen, beaamt de politie.

De nu gedegradeerde teamchef was in Delfshaven aangesteld om de touwtjes weer aan te trekken en de schade te herstellen

De kwestie in basisteam Delfshaven, gevestigd aan het Marconiplein in Rotterdam, ligt extra gevoelig omdat er de afgelopen jaren aan gewerkt werd de rust te doen terugkeren na racistische incidenten. In 2020 onthulde NRC dat een tiental agenten ernstige racistische taal bezigden over burgers in een eigen WhatsApp-groep die ze de Jan Smitgroep noemden. Burgers met een migratieachtergrond werden onder meer aangeduid als „kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen” op wie ze willen „schieten”.

De nu gedegradeerde teamchef was in Delfshaven aangesteld om de touwtjes weer aan te trekken en de schade te herstellen. Hij legt zich volgens de korpsleiding neer bij de opgelegde sancties. Zijn naaste collega en ook teamchef, Tinet de Jonge-Ruitenbeek, stapt eveneens op. Zij wordt volgende maand burgemeester van de gemeente Nijkerk.

Lees ook

Pesten, seksisme, drank en discriminatie bij politie van Rotterdam-centrum

Het hoofdbureau van de politie Rotterdam-Rijnmond aan het  Doelwater in het centrum van Rotterdam.