Van groene industriepolitiek lijkt weinig over te blijven

Binnen één week verdween zowel de wortel als de stok om de industrie te vergroenen. Met honderden miljoenen euro’s aan staatssteun konden de grootste industriële uitstoters als Shell, Tata Steel en Dow de vergroening van hun installaties betalen. Dat was tenminste het idee van de afgelopen twee kabinetten. Maar de meeste gesprekken met deze bedrijven zijn stopgezet, maakte demissionair minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) deze week bekend.

Veel bedrijven willen de wortel niet. Zeker niet nu de Tweede Kamer per motie voorlopig ook de stok weghaalt: een CO2-heffing die uitstoot steeds duurder maakt en daardoor bedrijven moest dwingen hun plannen uit te voeren.

Wat resteert is een uitgekleed klimaatbeleid voor de industrie. Niemand weet wat er nog terecht komt van de klimaatdoelen van 2030, zoals deze in 2019 in het Klimaatakkoord zijn afgesproken.

Onder meer de VVD stemde voor de motie, na een draai, en tegen de zin van de eigen minister. De heffing was de partij al langer „een doorn in het oog”, verdedigde VVD-Kamerlid Peter de Groot dat besluit deze week.

De druk op zijn partij was al maanden hoog. De industrie luidde meermaals ‘de noodklok’, dreigde met vertrek uit Nederland en stelde enorme last te hebben van de relatief hoge Nederlandse energiekosten. Een Nederlandse CO2-heffing zou de concurrentiepositie ten opzichte van de buurlanden alleen maar slechter maken.

Tegelijkertijd maakte Hermans bekend dat het kabinet grotendeels stopt met gesprekken met uitstoters voor staatssteun bij vergroening: de zogenoemde ‘maatwerkgesprekken’. Het is met veruit de meeste van de grote uitstoters niet gelukt tot een afspraak te komen. Daarbij gaat het onder meer om raffinaderijen van bedrijven als Shell en BP, plasticfabrieken van SABIC en Dow, kunstmestfabrieken van Yara en OCI. Samen zijn zij verantwoordelijk voor meerdere procenten van de totale CO2-uitstoot van Nederland.

Yara stak veel geld in de afvang van CO2 om de heffing niet te betalen. Nu voelt het zich bestraft voor zijn rol als koploper

Het kabinet en het bedrijfsleven moeten, na jarenlang op deze ingeslagen weg plannen te hebben gemaakt, terug naar de tekentafel. „We benadrukten altijd dat we met een stabiel pad en een duidelijk doel stabiliteit moeten creëren”, zei ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis woensdag in een debat. Daar konden de coalitiepartijen op veel kritiek rekenen. Volgens Grinwis stemde de VVD „in campagnetijd overnight – op een achternamiddag – zomaar de CO2-heffing weg. Dat is allemaal niet heel doordacht klimaatbeleid.”

Nederland wilde koploper zijn

Versnellen van de verduurzaming van de industrie was juist het doel geweest. „We gaan de ambitie in de industrie verhogen”, klonk het in het regeerakkoord van 2022 van Rutte-IV. Er kwamen hogere doelen dan de EU-regels voorschreven. De coalitie van VVD, CDA, D66 en CU wilde met groene industriepolitiek „koploper” in de EU zijn.

De verwachten waren hooggespannen. Toenmalig minister Micky Adriaansens wilde snel ‘intentieverklaringen’ tekenen met de industriebedrijven, zei ze. In november 2022 zei ze nog te rekenen op vijf of zes van zulke verklaringen in dat jaar. Dat werden er drie.

In de praktijk kwam het plan nauwelijks van de grond. Tot daadwerkelijke overeenkomsten is het de afgelopen jaren maar één keer gekomen, met chloorproducent Nobian. Dat komt door een scala aan oorzaken, zoals de stikstofproblematiek, die vergunningverlening in de weg zat. Soms waren plannen van bedrijven „niet concreet genoeg”, aldus Hermans afgelopen week in een Kamerbrief. Ook bleek de markt voor groene waterstof, een energiedrager waar veel bedrijven hun hoop op hebben gevestigd, niet snel genoeg van de grond te komen.

visualization

Dan zijn er nog andere ‘marktomstandigheden’ die de boel bemoeilijken. Veel van de betrokken bedrijven zijn wereldwijd actief, en hun Nederlandse fabrieken hebben het nu vaak lastig, onder meer vanwege relatief hoge gasprijzen en overcapaciteit in de chemie. Daardoor zien internationale hoofdkantoren, in Houston of Riad, soms af van investeringen. Chemiebedrijf LyondellBasell besloot al een fabriek in Rotterdam te sluiten. Hermans zegt dat deze „marktomstandigheden” onder meer de reden zijn dat het met Dow Chemicals in Terneuzen niet tot een afspraak kwam.

‘CO2-reductie Dow nu in Canada’

In een eigen, opmerkelijke verklaring van afgelopen maandag wees Dow juist vooral naar de overheid. Problemen rondom netcapaciteit en stikstofuitstoot zouden hebben veroorzaakt dat Dow het „investeringsmomentum” verloor. Zo „werd het projectbudget verplaatst naar andere landen, waaronder Canada, waar een CO2-reductieproject is gestart”. Topvrouw Tabitha Verburg: „In andere landen zien we wat mogelijk is als overheid en bedrijfsleven samenwerken.” Ook ExxonMobil haalt in een verklaring uit naar het „investeringsklimaat” in Nederland. Dat is „slecht door onvoorspelbaar beleid, ontbreken van een langetermijnperspectief en een ongelijk speelveld. Als dit niet wordt opgelost zullen wij niet in Nederland kunnen investeren.”

Inzichtelijk is ook het voorbeeld van kunstmestfabriek Yara in het Zeeuwse Sluiskil. Dat sprak in een intentieverklaring af in 2030 1,5 megaton CO2 minder uit te stoten, met financiële hulp van de overheid. De bedoeling was dat een deel van de kunstmestproductie zou plaatsvinden op basis van groene waterstof. „Maar die groene waterstof is er niet”, zegt Gijsbrecht Gunter, lid van de directie van Yara. „En als die er zou zijn, is die onbetaalbaar.”

Desalniettemin wil Yara tot 2030 de broeikasgasuitstoot met 1,1 megaton terugbrengen. Het concern gaat volgend jaar CO2 afvangen en opslaan onder de Noordzee bij Noorwegen, en doordat het enkele nieuwe installaties in gebruik neemt, daalt ook de uitstoot van het broeikasgas lachgas.

Yara investeerde 200 miljoen euro in dit verschepingsplan – en dat is nog zonder de operationele kosten. Gunter is dan ook verbaasd dat de CO2-heffing nu wordt afgeschaft. Yara was er nooit vóór, maar nam wel een besluit op basis van het idee dat de heffing er zou komen. „Het was een wet die was aangenomen.” Yara investeerde in de afvang van CO2 zodat het de heffing niet zou hoeven betalen. Nu heeft het bedrijf juist een beetje het gevoel dat het als koploper gestraft wordt, aldus Gunter.

Vergroenen moet steeds vaker wijken voor zorgen over de internationale concurrentiepositie van de industrie

Demissionair minister Hermans schreef afgelopen week in haar Kamerbrief dat ze kijkt naar de gevolgen voor bedrijven die al investeringen deden. Nog niet erg concreet, maar Gunter van Yara heeft zijn hoop hierop gevestigd, zodat investeringen in vergroening geen concurrentienadeel worden. „Er is nu veel onduidelijkheid.”

‘Langere termijn’ staat nu centraal

Hoe nu verder? Hermans wil met de industrie om tafel. Vóór 1 november moeten zij dan met een „eindrapport” komen, en duidelijkheid bieden over hoe de „benodigde CO2-reductie” gehaald wordt. Het klimaatdoel voor de industrie blijft volgens haar staan, maar de manier waarop dit behaald zou moeten worden is compleet onduidelijk. Hermans bleef vaag over of er vóór 2030 nog aanvullende klimaatmaatregelen uit de overlegtafel moesten rollen. Het ging haar voornamelijk over de „langere termjn”, na 2030.

Opvallend is dat de minister de CO2-heffing niet geheel afschafte, maar op nul euro zette tot 2030. Dat biedt ruimte voor een volgend kabinet om hier toch nog iets mee te doen. Dit tot woede van de industrie, die volledige afschaffing wilde. „Zolang de systematiek in stand blijft, blijft ook de onzekerheid”, zegt voorzitter van industriebranchevereniging FME Theo Henrar.

De wegebbende aandacht voor het verduurzamen van de industrie past in een Europese trend. Vergroenen moet steeds vaker wijken voor zorgen over de internationale concurrentiepositie van de sector. Terwijl de Europese Commissie klimaatdoelen afzwakt, zoekt ook het kabinet naar manieren om het speelveld met buurlanden gelijk te trekken.

Eerder bracht Hermans al een geschrapte (fossiele) subsidie voor grote stroomverbruikers terug, nadat de industrie had geklaagd dat deze in buurlanden nog wel gold. Het geld om die regeling terug te brengen, kwam uit het Klimaatfonds – dat is bedoeld voor vergroeningsplannen. Volgens Hermans zou de subsidie elektrificatie van de industrie stimuleren.

Klimaatwinst kan nog komen van een aantal maatwerkgesprekken die doorlopen. „We richten de energie op de bedrijven waarbij echt concrete, haalbare plannen liggen”, aldus Hermans, die zich ook verzet tegen het beeld dat „niets gebeurt”.

Een zo’n bedrijf is Tata Steel, de grootste uitstoter van Nederland. Komt er bij de staalfabriek een maatwerkdeal, dan kan dat in theorie op termijn 6 à 7 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot schelen. Zeker is dat niet: op duurzame wijze staal maken blijft een uitdagend verdienmodel. Recentelijk schrapten veel Europese staalfabrikanten hun verduurzamingsplannen.

Sterfhuisconstructie

Buiten de maatwerkafspraken om hebben een aantal industriebedrijven zelf plannen, of zelfs al investeringen gedaan, om de uitstoot terug te dringen. Dat geldt naast Yara voor onder andere Shell en ExxonMobil. Hoeveel uitstoot van CO2 deze bedrijven daarmee denken te realiseren in 2030 willen ze echter niet zeggen.

Lees ook

Carbon credits spelen een cruciale rol in de nieuwe klimaatdoelen van de EU. Hoe werken ze en waarom zijn ze controversieel?

Eurocommissaris Wopke Hoekstra presenteert de EU-klimaatdoelen voor 2040 in Brussel. Foto Olivier Matthys/EPA

Er bestaat al jaren de vrees dat sommige multinationals ervoor kiezen hun Nederlandse fabrieken in te richten als sterfhuisconstructie. Niet vergroenen, maar zo lang mogelijk doordraaien en dan sluiten wanneer productie te duur wordt, bijvoorbeeld door een oplopende prijs voor CO2 in het Europese emissiehandelsysteem. Met een gebrek aan beleid lijkt die keuze voor veel bedrijven een stuk logischer.


Iedereen is ontevreden over wat het kabinet wil met de postbezorging

Maakt het uit of PostNL uw brief of kaart binnen 24 uur bezorgt, zoals het nu verplicht is? Of mag de postbezorger dat ook binnen 48 uur doen, zoals demissionair minister Vincent Karremans (Economische Zaken, VVD) maandag voorstelde?

Dat hangt natuurlijk af van het soort post. Die ansichtkaart van de camping mag heus wel twee dagen na het versturen worden bezorgd (D+2, in postjargon). Of zelfs D+3, zoals Karremans overweegt per 2028. En D+nogwat zal voor de meeste mensen ook nog wel voldoen voor de blauwe belasting-envelop.

Maar een verkeersboete of uitspraak van de rechtbank mag niet te laat op de mat vallen, anders wordt misschien de termijn overschreden om in beroep te gaan. Een betalingsherinnering van het waterschap of de belastingen willen de meeste mensen evenmin graag missen.

Sinds 2019 slaagt PostNL er niet in post binnen 24 uur te bezorgen; vorig jaar is maar 86 procent op tijd bezorgd

Die laatste voorbeelden komen van de Nationale ombudsman. In maart sloeg Reinier van Zutphen alarm over de betrouwbaarheid van de postbezorging. Aanleiding waren klachten van burgers die ernstig in de problemen waren gekomen door niet of te laat ontvangen post.

De ombudsman riep overheden op zulke klachten met geduld en „op een behoorlijke manier” te behandelen. „Uit gesprekken met overheden en uitvoeringsorganisaties”, zei Van Zutphen deze week, „blijkt dat ook zij zich inmiddels realiseren dat postbezorging niet meer de betrouwbaarheid biedt van vroeger.” Het kabinet neemt de problemen nu gelukkig serieus, aldus de ombudsman.

‘Universele postdienst’

Karremans presenteerde deze week de langverwachte postplannen van het kabinet. Daarin ligt de nadruk op de betrouwbaarheid van PostNL. Het beursgenoteerde post- en pakketbedrijf moet nu 95 procent van de consumentenpost bezorgen binnen 24 uur, als onderdeel van de ‘universele postdienst’ (UPD). Sinds 2019 haalt PostNL die norm niet, door personeelstekort en ziekteverzuim. Vorig jaar was 86 procent op tijd.

Die UPD is streng gereguleerd: de Postwet 2009 stelt dat consumentenpost vijf dagen per week moet worden opgehaald en bezorgd (dinsdag-zaterdag). Voor rouwkaarten en medische post geldt zes dagen. Verder moet de bezorging landelijke dekking hebben en er is dus die norm van 95 procent. Maar: de regels gelden alleen voor consumentenpost, niet voor zakelijke post. Voor écht belangrijke zakelijke post is nu niets wettelijk geregeld.

PostNL pleit al jaren voor herziening van de Postwet. Mensen sturen steeds minder papieren post. „Ons wordt gevraagd een netwerk in stand te houden dat niet meer past bij het gebruik van vandaag”, stelde topman Pim Berendsen van PostNL maandag. Hij wil subsidie (68 miljoen euro voor 2025 en 2026), want de overheid zou volgens EU-recht een bedrijf niet mogen dwingen met verlies een publieke dienst te verrichten.

chart visualization

Maandag liet Karremans weten dat hij PostNL tegemoetkomt. Hij gunt het bedrijf een dag extra voor de bezorging van brieven en kaarten. Dat moet ingaan op 1 juli 2026. En later mag D+3 dus mogelijk ook. Zijn voorganger Dirk Beljaarts (PVV) wilde in oktober de wensen van PostNL al inwilligen maar de Kamer floot hem toen terug.

Wel moet van Karremans de bezorgzekerheid 95 procent zijn, liefst voor álle post. Verder lijkt hij de postzegelprijs vrij te willen laten, net als de prijzen voor zakelijke brieven dat al zijn. PostNL zou die tarieven zelf mogen bepalen, mits het niet meer dan een wettelijk bepaald maximum rendement (9 procent) behaalt. Maar net zo min als Beljaarts wil Karremans PostNL financieel steunen. Als de regels ruimer worden en de prijzen vrij, moet PostNL de norm toch simpeler kunnen halen?

Nee, zegt PostNL. Het bedrijf noemde de kabinetsplannen maandag „onvoldoende” en stapt naar de rechter wegens de afwijzing van de subsidie. Het stelde dat de bezorging de komende tijd verlieslijdend blijft door hoge kosten, ook in het voorstel van de minister. „We waarderen de inzet en daadkracht van deze minister”, aldus Berendsen. „Maar deze maatregelen komen te laat, bieden geen oplossing voor de uitdagingen op de krimpende postmarkt en laten veel onzeker.”

Lees ook

De piekdagen rond Black Friday maakten veel goed, maar PostNL heeft het zwaar

PostNL meldde een winst voor rente en belasting van 53 miljoen euro. Fors minder dan de 80 miljoen euro die het bedrijf in november verwachtte.

’Versobering is onvermijdelijk’

Aan de basis van de postplannen ligt een advies van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De toezichthouder presenteerde maandag het rapport ‘De postmarkt in transitie’. De conclusie: „Versobering van de postdienst is onvermijdelijk om deze betaalbaar te houden.”

Het rapport pleit voor een „lagere bezorgsnelheid in combinatie met betere bescherming van de zekerheid dat post aankomt op het afgesproken moment en betaalbaarheid van álle soorten post”. Loslaten van de prijzen zou de postbezorging van PostNL dan goed rendabel maken, concludeert de ACM op basis van berekeningen die PostNL zelf aanleverde,

Sinds de overname van Sandd in 2019 heeft PostNL een de facto monopolie op de brievenpost in Nederland. Daardoor dreigt bij het vrijlaten van de postzegelprijs een risico op onnodig hoge tarieven, blijkt uit het ACM-rapport. De toezichthouder opperde een ‘rendementsplafond’ om dat te voorkomen. PostNL zou dan geen hogere brutowinstmarge dan 9 procent mogen behalen (in 2024 haalde PostNL 1,6 procent). Volgens de ACM (en de minister) is het huidige toezicht op de postzegelprijs te complex en gedetailleerd.

chart visualization

Critici stellen dat zo’n plafond minstens zo moeilijk is te controleren als maximumprijzen. Hoogleraar Maarten Pieter Schinkel (mededingingseconomie en regulering, UvA) zegt dat PostNL binnen het hele bedrijf (post en pakketten) kan schuiven met kosten om de marge laag te houden en duurdere postzegels te verkopen. Schinkel: „In het boekenonderzoek van de ACM voor PostNL’s overname van Sandd vond men al dat veel kosten aan de UPD waren toegerekend. Die kosten hadden ook tenminste deels betrekking op de zakenpost en pakketten.”

PostNL was niet de enige betrokkene die deze week teleurgesteld reageerde op Karremans’ postplannen. Ook uitgevers en drukkers hebben grote problemen met de dienstverlening van PostNL. Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen (KVGO) maakt zich zorgen over het „ongereguleerde monopolie” van PostNL.

Het onderscheid tussen zakelijke markt en consumentenpost is belangrijk. Beide segmenten verschillen sterk. Het volume van zakelijke poststukken is veel groter – van tijdschriften en direct mail tot de correspondentie van uitvoeringsinstanties als Belastingdienst en UWV. Volgens de ACM is de zakelijke post goed voor bijna 95 procent van alle post in Nederland.

Ook de zakenpost vertoont krimp. In 2019 werden in Nederland nog 2,1 miljard zakelijke poststukken verspreid; in 2024 waren dat er 1,5 miljard. Die krimp is er overigens niet bij de Belastingdienst. Die verstuurde in 2024 144 miljoen brieven, 9 miljoen meer dan het jaar ervoor.

chart visualization

Daarbij is zakelijke post dus niet gereguleerd. In feite, zegt het KVGO, kan PostNL doen wat het wil. Zo schrapte het bedrijf op 1 januari 2025 de 24-uursbezorging voor zakenpost. „De overname van Sandd heeft geleid tot eenzijdige, forse tariefsverhogingen van soms 150 tot 250 procent en een schrikbarende verslechtering van de service”, zegt KVGO-directeur Brecht Grieten. „Het einde van de 24-uursbezorging en de vroegere aanlevertijden ondermijnen de actualiteitswaarde van publicaties, veroorzaken veel financiële schade en schaden het algemeen maatschappelijk belang.”

Grieten schudt de voorbeelden zo uit de mouw. Neem Nieuwe Oogst, nieuwsblad voor de agrarische sector met 28.000 abonnees. Het papieren weekblad, dat andersoortige verhalen brengt dan de site, moet straks zo vroeg worden aangeleverd bij PostNL dat de redactie nauwelijks meer actueel nieuws kan brengen.

Of neem de zeven kerkbladen van de Friese uitgever Dekker Creatieve Media & Druk. Die vallen vaak pas na zondag bij abonnees op de mat. Zo weten lezers niet wie waar preekt dit weekend.

Economische Zaken kent de zorgen van zakelijke klanten van PostNL. Het ministerie was de afgelopen tijd vooral druk met de universele postdienst en heeft nog geen concrete plannen voor de zakenpost.

Marktmacht

Wat is nu de efficiëntste manier voor Nederland om de brievenpostbezorging te organiseren en te financieren? „De overheid moet de regie pakken en het private monopolie van PostNL overnemen”, zegt Schinkel. Hij waarschuwde al in 2019 dat PostNL te veel marktmacht kreeg als het bedrijf de kleinere concurrent Sandd mocht kopen.

De ACM verbood de fusie, maar met een beroep op een obscure uitzondering in de mededingingswet stond toenmalig staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken, toen CDA) die toe. Schinkel: „Het monopolie is ontstaan doordat Keijzer de overname doordrukte – naar achteraf bleek illegaal.” In 2022 stelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat Keijzer de fusie niet had mogen toestaan. PostNL vocht het oorspronkelijke fusieverbod van ACM nog aan, en in die zaak wordt eind dit jaar een uitspraak verwacht. „Maar het was al te laat”, zegt Schinkel. „PostNL heeft de infrastructuur van Sandd meteen ontmanteld.”

Schinkel heeft een andere marktordening voor ogen. Hij is teleurgesteld dat ACM en minister niet fermer optreden tegen de concurrentieschade. „Ze laten PostNL als een spin in haar brievenpost-web zitten.” Hij juicht de opkomst toe van regionale bezorgers die post in hun eigen gebied afhandelen en voor de rest van Nederland steunen op PostNL. Maar die hebben rechtsbescherming nodig. „Iedereen die landelijk brieven wil verzenden, moet door het web van PostNL” , waarschuwt Schinkel. „PostNL mag brieven van de regionale verspreiders later bezorgen, tegen hogere prijzen, en wil ook nog subsidie.”

Een oplossing, zegt hij, zou zijn om de brievenpost-infrastructuur (sorteercentra, brievenbussen) los te knippen van PostNL. Die infrastructuur zou je vervolgens moeten nationaliseren en het gebruik ervan, met de universele postdienst, om de paar jaar moeten aanbesteden.

Denemarken

Ook Yme Pasma van bezorgbedrijf Spotta is kritisch over de kabinetsplannen. „Het is too little too late.” Spotta is de grootste verspreider van ongeadresseerd drukwerk zoals folders en huis-aan-huisbladen in Nederland. Sinds medio 2023 bezorgt Spotta ook geadresseerde zendingen zoals tijdschriften en direct mail. Zo werd Pasma een concurrent van PostNL. Maar Spotta heeft het postbedrijf ook hard nodig. Wekelijks verspreidt het 100.000 zendingen via PostNL. Pasma: „PostNL is een bedrijf van hoge kwaliteit, maar de volumes gaan zo hard omlaag dat er iets moet veranderen.”

Pasma is „fan van Denemarken”. „Daar bepaalde de regering in 2011 dat alle overheidscommunicatie digitaal moet zijn. De postmarkt is er volledig geprivatiseerd. Brieven worden alleen nog door commerciële partijen bezorgd, tegen hogere tarieven, met langere bezorgtijden.” 240.000 Denen hebben gevraagd om een uitzondering; zij krijgen nog informatie op papier. Op enkele verre eilanden zorgt de Deense overheid nog voor de post.

Ook in Nederland ziet Pasma kansen voor zo’n ‘brede bezorgmarkt’, waarin regionale postbedrijven en verspreiders als Spotta de poststromen deels overnemen. Belangrijk is volgens hem dat belemmeringen verdwijnen, zoals de verplichting dat 80 procent van de bezorgers in dienst moet zijn. „Samenwerken van regiopartijen is veel efficiënter. Zie hoe de krantenuitgevers samen dagbladen verspreiden.” Zijn favoriete voorbeeld is Texel: nu brengt PostNL alle brieven en kaarten eerst van Texel naar een sorteercentrum aan de wal. Daarna gaat de post voor Texel terug op de boot. „Dat kan veel handiger.”


Verstandshuwelijk Air France en KLM wordt met SAS een ménage à trois

Het verstandshuwelijk van Air France en KLM wordt een ménage à trois. De Frans-Nederlandse groep neemt een meerderheidsbelang in de Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS. Eerder dan verwacht breidt Air France-KLM zijn huidige belang van 19,9 procent uit naar 60,5 procent.

Air France-KLM wil fors investeren in de gezamenlijke activiteiten op de luchthaven Kastrup bij Kopenhagen. Deze moet een derde ‘hub’ worden van de groep, naast Schiphol en Parijs-Charles de Gaulle. In Kopenhagen wil Air France-KLM met name uitbreiden in het aantal intercontinentale vluchten, zei bestuursvoorzitter Ben Smith vrijdagmorgen in een toelichting.

Air France-KLM ziet volop mogelijkheden om te groeien in Scandinavië. Smith: „De Deense overheid is een groot voorstander van de luchtvaart.” In tegenstelling tot andere landen in Europa, impliceerde Smith, die opnieuw de verschillende vormen van vliegtaks in Europa hekelde.

Faillisementsbescherming

De Frans-Nederlandse groep nam vorig jaar een minderheidsbelang in SAS. De Scandinavische maatschappij – in 1946 opgericht door de Zweedse, Deense en Noorse overheden en sinds 2021 geleid door ex-KLM’er Anko van der Werff – kwam toen net uit een zogeheten Chapter 11-procedure voor faillissementsbescherming. Sindsdien boekt SAS weer positieve resultaten. De groep behaalde vorig jaar een operationele winstmarge van 8 procent; KLM zat op 3,3 procent.

Het idee was om pas in 2026 na te denken over een groter belang in SAS, zei financieel directeur Steven Zaat van Air France-KLM vrijdag. Een meerderheidsbelang zou dan wellicht volgen in 2028. „Sneller dan verwacht lagen de financiële prestaties van SAS al dicht bij de doelen die wij vorig jaar hadden gesteld. Het had geen zin om langer te wachten.” Langer wachten zou vermoedelijk hebben geleid tot een hogere overnameprijs. Hoeveel Air France-KLM betaalt voor de aandelen SAS, is nog onbekend. De prijs hangt af van het toekomstig resultaat en de schuld van SAS.

Air France-KLM neemt de belangen over van twee investeerders, Castlelake en Lind Invest. De Deense staat behoudt zijn belang van 26,4 procent. Ook een groep kleinere aandeelhouders, die hun schulden tijdens de Chapter 11-procedure hebben omgezet in aandelen, blijven in het bedrijf. Onder hen de Noorse staat, met 3,1 procent. Naar verwachting zal Air France-KLM ook deze aandeelhouders uitkopen.

Europese Commissie kritisch

De overname, die in het tweede kwartaal moet worden afgerond, moet nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Brussel is kritisch op de consolidatie in de Europese luchtvaart. Die zou nadelig zijn voor de rechten van passagiers en de prijzen van vliegtickets.

Zo had de Commissie zulke grote bezwaren tegen de overname van de Spaanse maatschappij Air Europa door IAG (moederconcern van onder meer British Airways, Iberia en Vueling) dat de groep de voorgenomen acquisitie afblies. En het Duitse Lufthansa moest van Brussel grote concessies doen bij de overname van ITA (het voormalige Alitalia). Op vliegveld Linate in Milaan moest de groep landingsrechten inleveren.

Topman Smith van Air France-KLM verwacht dat de Commissie in elk geval „niet binnen enkele maanden” de participatie in SAS zal goedkeuren. Volgens hem is dit echter een eenvoudiger zaak dan de andere overnames in de Europese luchtvaart, omdat er op de routes van SAS genoeg concurrentie overblijft. „Alleen op de route tussen Amsterdam en Kopenhagen is sprake van krapte.”

Financieel directeur Zaat verwacht dat de groep honderden miljoenen euro’s kan besparen als Air France, KLM en SAS hecht gaan samenwerken in onder meer de verkoop, de inkoop van vliegtuigen en brandstof en automatisering. De afgelopen zes maanden verkocht SAS al vliegtickets voor de groep, dat leidde tot 120 miljoen euro meer omzet.

SAS had in 2024 een omzet van 4,1 miljard euro en tienduizend werknemers, en is daarmeeongeveer drie keer zo klein als KLM. SAS vervoerde 25 miljoen passagiers in 2024, KLM 33 miljoen en Air France 41 miljoen.

Lees ook

Goedkoop vliegen is niet meer voorbehouden aan de budgetmaatschappij

Een toestel van budgetmaatschappij easyJet op Schiphol.   Foto Ramon van Flymen/ANP/HH

Intussen hebben Air France en KLM last van stakingen. In Frankrijk staakten donderdag en vrijdag de luchtverkeersleiders. Die „onacceptabele” acties veroorzaakten volgens Ben Smith miljoenen euro’s schade. Op Schiphol dreigde het grondpersoneel van KLM met werkonderbrekingen in verband met vastgelopen cao-gesprekken. De Nederlandse rechtbank verbood overigens vrijdag de staking die de vakbonden voor woensdag 9 juli hadden gepland.

<dmt-util-bar article="4899427" data-paywall-belowarticle headline="Verstandshuwelijk Air France en KLM wordt met SAS een ménage à trois” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/04/air-france-en-klm-brengen-hun-plannen-voor-overname-sas-nu-al-in-de-praktijk-a4899427″>

Ook de helpers van een gezin in kerkasiel voelen zich bedreigd door de nieuwe asielwetten

Voor soesjes, plakken cake, Merci-chocolaatjes, koffie en thee moeten kerkgangers van de Open Hof in Kampen vrijdagmiddag bij Henk en Ria Kouwenhoven zijn. Het stel uit Sneek, allebei 67 jaar, allebei pas gepensioneerd en met een gebloemd shirt aan, verzorgt de ontvangst bij het kerkasiel dat het gezin Babayants geboden wordt. De familie verblijft illegaal in Nederland en dreigt te worden uitgezet naar Oezbekistan, een land dat onbekend is voor de kinderen van het gezin. Een continue kerkdienst, die inmiddels zeven maanden dag en nacht gaande is, moet dat verhinderen. „In een schathemeltje rijk land als Nederland kunnen we hen niet in de kou laten staan, het zijn onze systemen die falen”, zegt Henk Kouwenhoven.

Het gezin Babayants en duizenden andere mensen zonder geldige verblijfsdocumenten worden strafbaar, als het aan de Tweede Kamer ligt. Die stemde donderdagavond laat in met twee controversiële asielwetten, waar ook het PVV-amendement over het strafbaar stellen van illegaliteit onder valt. De Eerste Kamer moet de voorstellen nog goedkeuren. Het gezin kiest voor rust en praat vrijdag niet met de pers. Ook hulp bieden aan mensen in illegaliteit wordt volgens de nieuwe wet verboden. Hoe valt dat bij het kerkasiel in Kampen?

Dit is de teloorgang van medemenselijkheid, de democratie en de rechtsstaat

Kasper Jager
dominee

Ria Kouwenhoven is er „heel boos” over, „het is krankzinnig dat we tot crimineel worden verklaard”. SGP en NSC hebben zich volgens haar met een „ongehoorde” Kamerbrief, waarin demissionair asielminister David van Weel (VVD) belooft advies van de Raad van State af te wachten, „met een kluitje in het riet laten sturen”. „Onze drie dochters hebben zes kleinkinderen. Zij groeien niet meer op in een sociaal Nederland waarin het normaal is dat je elkaar helpt.” Henk heeft „geen zorgen” dat het „een rechter die menselijk is”, hen ooit zou veroordelen. Bovenal maakt het hem „strijdlustig”.

Opkomen voor kwetsbaren

Dat geldt ook voor predikant Wilfrieda Stam uit Almelo. Ze wandelt de grote zaal met kaarsen en witte stoelen uit waarin ze vier uur lang voorganger is geweest. Stam doet haar toga af („hè hè, zo warm”) en stopt ‘m in een felrood koffertje. „Ik ben ontzet over deze wet, maar ik weiger om machteloos te zijn. God vraagt me om op te komen voor wie niet gezien wordt, zoals voor kinderen die hier geworteld zijn en het land uit moeten.”

Een van de eindeloos voortgaande reeks kerkdiensten in de Open Hof in Kampen. Foto Wouter de Wilde

Toen een meerderheid van de Tweede Kamerleden zich donderdagavond achter de asielwetten schaarde, zat Herman Stomphorst (52) uit Gouda met zijn vrouw op de publieke tribune. Stomphorst, imterim-manager van beroep, heeft een dagtaak aan de praktische kant van het kerkasiel, zoals de roosters met vrijwilligers regelen. „De SGP is jarenlang het staatsrechtelijk geweten van de Kamer geweest, wat is daar nog van over?” Op terugweg uit Den Haag hadden hij en zijn vrouw nog maar weinig tegen elkaar te zeggen, zo verslagen waren ze volgens Stomphorst.

Er zit zo’n tiental mensen in de ruimte waar de dienst doorgaat. In een vergaderzaaltje daarnaast beschouwen Stomphorst en Kasper Jager (66), de dominee van Open Hof, de politiek. Jager ervaart „een gevoel van rouw” over „dit wrede asielbeleid”. „Dit is de teloorgang van medemenselijkheid, de democratie en de rechtsstaat.” Bovendien, zeggen zowel Stomphorst als Jager, mensen die hulp bieden strafbaar stellen is erg, maar leidt af van waar het werkelijk om gaat: de mensen zonder papieren „die een leven hebben dat je niemand gunt”. De asielwetten „rukken gezinnen uit elkaar” en „bieden mensen geen enkel perspectief”, verwacht Stomphorst. „Ze mogen er gewoon niet zijn”, ziet Jager met lede ogen. „Partijen als NSC komen pas in actie als het om mensen uit eigen kring gaat, zoals vrijwilligers.”

Het plein voor de kerk

Ook op het plein voor de kerk, voorzien van paarse bloembakken, een snackbar en een supermarkt, zijn de asielwetten onderwerp van gesprek. Alie Bosch (65), die net een „een lekker toetje, maar géén ijs of chocola” heeft gekocht, laadt haar boodschappen in de auto. De nieuwe asielwetten vindt Bosch „schandalig”. „Je moet gewoon medemenselijk blijven.” Haar kinderen wonen in Bremen en nabij Barcelona. „Zij worden daar geaccepteerd, dat gun je mensen hier ook.” Het maakt haar afkerig van de politiek, bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen stemde Bosch al niet meer.

Met haar boodschappentas in de hand aarzelt administratief medewerker Alice (52), die niet met haar achternaam in de krant wil, of ze het gaat zeggen. Dan komt het er toch uit: „De vorige keer heb ik PVV gestemd, voor het eerst, om te zorgen dat links niet aan de macht komt.” Op Wilders zijn „chaos” is ze afgeknapt, ze twijfelt nu tussen VVD en CDA. De ene partij stemde wel in met de asielwetten, de ander niet. Alice snapt dat de vrijwilligers bij het kerkasiel „hun stinkende best” doen, „die hoef je niet te straffen”. Maar het asielbeleid moet „wel strenger”. Over haar stem bij de komende Kamerverkiezingen besluit ze: „Ik heb nog een paar maanden.”


Ook de helpers van een gezin in kerkasiel voelen zich bedreigd door de nieuwe asielwetten

Voor soesjes, plakken cake, Merci-chocolaatjes, koffie en thee moeten kerkgangers van de Open Hof in Kampen vrijdagmiddag bij Henk en Ria Kouwenhoven zijn. Het stel uit Sneek, allebei 67 jaar, allebei pas gepensioneerd en met een gebloemd shirt aan, verzorgt de ontvangst bij het kerkasiel dat het gezin Babayants geboden wordt. De familie verblijft illegaal in Nederland en dreigt te worden uitgezet naar Oezbekistan, een land dat onbekend is voor de kinderen van het gezin. Een continue kerkdienst, die inmiddels zeven maanden dag en nacht gaande is, moet dat verhinderen. „In een schathemeltje rijk land als Nederland kunnen we hen niet in de kou laten staan, het zijn onze systemen die falen”, zegt Henk Kouwenhoven.

Het gezin Babayants en duizenden andere mensen zonder geldige verblijfsdocumenten worden strafbaar, als het aan de Tweede Kamer ligt. Die stemde donderdagavond laat in met twee controversiële asielwetten, waar ook het PVV-amendement over het strafbaar stellen van illegaliteit onder valt. De Eerste Kamer moet de voorstellen nog goedkeuren. Het gezin kiest voor rust en praat vrijdag niet met de pers. Ook hulp bieden aan mensen in illegaliteit wordt volgens de nieuwe wet verboden. Hoe valt dat bij het kerkasiel in Kampen?

Dit is de teloorgang van medemenselijkheid, de democratie en de rechtsstaat

Kasper Jager
dominee

Ria Kouwenhoven is er „heel boos” over, „het is krankzinnig dat we tot crimineel worden verklaard”. SGP en NSC hebben zich volgens haar met een „ongehoorde” Kamerbrief, waarin demissionair asielminister David van Weel (VVD) belooft advies van de Raad van State af te wachten, „met een kluitje in het riet laten sturen”. „Onze drie dochters hebben zes kleinkinderen. Zij groeien niet meer op in een sociaal Nederland waarin het normaal is dat je elkaar helpt.” Henk heeft „geen zorgen” dat het „een rechter die menselijk is”, hen ooit zou veroordelen. Bovenal maakt het hem „strijdlustig”.

Opkomen voor kwetsbaren

Een van de eindeloos voortdurende reeks kerkdiensten die nu al zeven maanden in de Open Hof in Kampen wordt gehouden om het kerkasiel voor een illegaal gezin veilig te stellen.

Foto’s Wouter de Wilde

Dat geldt ook voor predikant Wilfrieda Stam uit Almelo. Ze wandelt de grote zaal met kaarsen en witte stoelen uit waarin ze vier uur lang voorganger is geweest. Stam doet haar toga af („hè hè, zo warm”) en stopt ‘m in een felrood koffertje. „Ik ben ontzet over deze wet, maar ik weiger om machteloos te zijn. God vraagt me om op te komen voor wie niet gezien wordt, zoals voor kinderen die hier geworteld zijn en het land uit moeten.”

Toen een meerderheid van de Tweede Kamerleden zich donderdagavond achter de asielwetten schaarde, zat Herman Stomphorst (52) uit Gouda met zijn vrouw op de publieke tribune. Stomphorst, imterim-manager van beroep, heeft een dagtaak aan de praktische kant van het kerkasiel, zoals de roosters met vrijwilligers regelen. „De SGP is jarenlang het staatsrechtelijk geweten van de Kamer geweest, wat is daar nog van over?” Op terugweg uit Den Haag hadden hij en zijn vrouw nog maar weinig tegen elkaar te zeggen, zo verslagen waren ze volgens Stomphorst.

Er zit zo’n tiental mensen in de ruimte waar de dienst doorgaat. In een vergaderzaaltje daarnaast beschouwen Stomphorst en Kasper Jager (66), de dominee van Open Hof, de politiek. Jager ervaart „een gevoel van rouw” over „dit wrede asielbeleid”. „Dit is de teloorgang van medemenselijkheid, de democratie en de rechtsstaat.” Bovendien, zeggen zowel Stomphorst als Jager, mensen die hulp bieden strafbaar stellen is erg, maar leidt af van waar het werkelijk om gaat: de mensen zonder papieren „die een leven hebben dat je niemand gunt”. De asielwetten „rukken gezinnen uit elkaar” en „bieden mensen geen enkel perspectief”, verwacht Stomphorst. „Ze mogen er gewoon niet zijn”, ziet Jager met lede ogen. „Partijen als NSC komen pas in actie als het om mensen uit eigen kring gaat, zoals vrijwilligers.”

Een van de eindeloos voortgaande reeks kerkdiensten in de Open Hof in Kampen. Foto Wouter de Wilde

Het plein voor de kerk

Ook op het plein voor de kerk, voorzien van paarse bloembakken, een snackbar en een supermarkt, zijn de asielwetten onderwerp van gesprek. Alie Bosch (65), die net een „een lekker toetje, maar géén ijs of chocola” heeft gekocht, laadt haar boodschappen in de auto. De nieuwe asielwetten vindt Bosch „schandalig”. „Je moet gewoon medemenselijk blijven.” Haar kinderen wonen in Bremen en nabij Barcelona. „Zij worden daar geaccepteerd, dat gun je mensen hier ook.” Het maakt haar afkerig van de politiek, bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen stemde Bosch al niet meer.

Met haar boodschappentas in de hand aarzelt administratief medewerker Alice (52), die niet met haar achternaam in de krant wil, of ze het gaat zeggen. Dan komt het er toch uit: „De vorige keer heb ik PVV gestemd, voor het eerst, om te zorgen dat links niet aan de macht komt.” Op Wilders zijn „chaos” is ze afgeknapt, ze twijfelt nu tussen VVD en CDA. De ene partij stemde wel in met de asielwetten, de ander niet. Alice snapt dat de vrijwilligers bij het kerkasiel „hun stinkende best” doen, „die hoef je niet te straffen”. Maar het asielbeleid moet „wel strenger”. Over haar stem bij de komende Kamerverkiezingen besluit ze: „Ik heb nog een paar maanden.”


Cursus ‘manosphere’ leert Britse docenten om te gaan met de vrouwenhatende jongeman

‘Vrouwen zijn van nature kwaadaardig.’ ‘Ze vraagt erom als ze zich zo kleedt.’ ‘Vrouwen hebben de werkelijke macht, het zijn de mannen die onderdrukt worden.’ ‘Zij is zo’n dramaqueen.’

Op de tafels in een buurtcentrum van Birmingham liggen briefjes met vrouwonvriendelijke citaten. In tweetallen denken de deelnemers van deze cursus over de ‘manosphere’ na over een goede reactie. Benoem welke vrouwonvriendelijke stereotypen hier langskomen, zegt de één. Probeer uit te vinden waar iemand deze ideeën vandaan haalt, zegt een ander.

Inderdaad, zegt begeleider Michelle Diaz: „Het is belangrijk dat je ingaat op dit soort opmerkingen en ze niet laat passeren. Ga erover in gesprek.” Een open houding is cruciaal, waarschuwt ze. Benoemen dat zulke ideeën een uiting zijn van vrouwonvriendelijkheid is juist weer onhandig. „Dan duw je jongens of jonge mannen misschien van je weg. Ze worden bevestigd in hun beeld dat de mening van mannen in de samenleving wordt onderdrukt.”

Aan de ronde tafels, vol flesjes water en kartonnen bekers thee en koffie, volgen ongeveer twintig docenten, jeugdzorgwerkers en begeleiders uit de verslavingszorg vandaag een cursus over de manosphere, de online wereld waarin mannen, vaak heteroseksueel en overwegend wit, ideeën over hun rol in de samenleving opdoen.

Deze cursus wordt aangeboden door een lokale niet-gouvernementele organisatie die zich inzet voor slachtoffers van seksueel geweld, het Rape & Sexual Violence Project (RSVP). Maar in het Verenigd Koninkrijk bestaan tal van dit soort trainingen. Soms zijn het online informatiesessies van een paar uur, soms workshops van een volle dag.

De Britse regering vindt de ontwikkelingen rond de controversiële manosphere en de ‘ultieme mannelijkheid’ die daarin wordt aangeprezen zorgelijk. Vaak wordt een verband gelegd met de stijging van steek-incidenten en ander geweld onder jonge mannen in het VK, hoewel dat wetenschappelijk – nog – niet vast staat. Eind vorig jaar kondigde regeringspartij Labour beleid aan om de mentale gezondheid van mannen te verbeteren. „Het kan moeilijk zijn om een jonge man te zijn in de huidige samenleving”, zei minister van Volksgezondheid Wes Streeting toen.

Dit voorjaar vestigde ook premier Keir Starmer de aandacht op de manosphere nadat hij de Netflix-serie Adolescence had gekeken met zijn puberkinderen. „Die kwam hard bij me binnen”, zei hij. In de serie steekt een Britse jongen van dertien, onder invloed van online vrouwenhaat, een meisje van zijn school neer nadat ze hem heeft afgewezen. Netflix stelde de serie eerst gratis ter beschikking aan Britse scholen, kort daarna gebeurde dat ook in Nederland.

Het is waarschijnlijker dat deze mannen zichzelf iets aandoen, dan dat ze zich tegen anderen zouden richten

Michelle Diaz
trainer manosphere-cursus

Chad, Stacy en Becky

In het cursuszaaltje weten de meeste deelnemers aan het begin van de dag vrij weinig van de manosphere. Ze hebben geen idee van alle codetaal die in online mannengemeenschappen rondgaat. Trainer Michelle Diaz van RSVP geeft uitleg. Zo is een Chad een bijnaam voor het prototype knappe man waar alle vrouwen voor vallen. Stacy is zijn aantrekkelijke vrouwelijke tegenhanger. En een Becky is juist een gemiddelde, weinig bijzondere vrouw. Diaz vertelt dat er allerlei subgroepen in de mannengemeenschappen bestaan, van pick up artists die tips geven over hoe je vrouwen in bed krijgt tot truecels, mannen die nog nooit op wat voor manier dan ook intiem zijn geweest met een vrouw.

De truecels vormen een subgroep van de incels, de involuntary celibates. Deze mannen zijn onvrijwillig celibatair, voelen zich daar gefrustreerd over en zien zich als slachtoffer van de hoge verwachtingen die vrouwen van mannen zouden hebben. Na de presentatie van Diaz schrijven de cursisten in groepjes op grote vellen papier de trefwoorden die ze met een incel associëren: incels zijn eenzaam. Onzeker. Witte arbeidersklasse. Beïnvloedbaar. Teruggetrokken. Hebben geen positieve rolmodellen.

Het grootste probleem voor de samenleving, zegt Michelle Diaz, vormt niet het geweld dat wordt gepleegd door mannen die zijn beïnvloed door vrouwonvriendelijke online informatie. Het zijn de mentale problemen waar die mannen mee zitten. „Het is waarschijnlijker dat zij zichzelf iets aandoen, dan dat ze zich tegen anderen zouden richten.”

Ze loopt een lijstje af met individuen die vrouwen en meisjes geweld aandeden, nadat ze online waren beïnvloed. Maar daarna haalt ze onderzoek aan naar de leefwereld van meer dan 550 incels in de VS en het VK dat die risico’s op gewelddadige ontsporing juist relativeert. Bijna de helft van de incels voelt zich eenzaam en 43 procent voldoet aan de criteria voor een depressie. Maar een grote meerderheid van hen vindt geweld – gericht tegen degenen die incels onrecht zouden aandoen, in hun ogen – zelden of nooit gerechtvaardigd.

Workshop tegen vrouwenhaat in Londen in 2023, op een opleiding met alleen jongens.

Foto Mary Turner/ ANP, The New York Times

Als deze jongens en mannen zo onschuldig zijn, vraagt een van de cursisten, waarom neemt het geweld tegen vrouwen en meisjes in het VK dan toe? „Vrouwenhaat is niet voorbehouden aan incels, misogynie zit diep ingebakken in onze cultuur”, antwoordt Diaz. „We hebben een bredere aanpak nodig, waarbij op institutioneel niveau wordt gekeken naar de risico’s op intimidatie en geweld.” Eén op de twaalf vrouwen of meisjes in Engeland en Wales heeft te maken met seksuele intimidatie, aanranding of huiselijk geweld. Het aantal meldingen bij de politie steeg de afgelopen jaren met 37 procent.

Jongeren zijn preutser

Omdat het probleem zo breed is, denkt Diaz dat het in de klas samen kijken naar Adolescence en daarna in gesprek gaan met leerlingen over de manosphere weinig zal helpen. Liever zou ze zien dat scholen meer doen aan de persoonlijke en seksuele ontwikkeling van hun leerlingen en dat ook onderwerpen als rolpatronen, consent en verwachtingen over seks aan bod komen. Seksuele voorlichting is wel verplicht in het VK, maar er bestaan geen landelijke richtlijnen over de inhoud van de lessen. Diaz: „Sommige scholen pakken het grondig aan, anderen doen alleen het absolute minimum.”

Vaak zijn signalen dat jongeren ideeën uit de manosphere oppikken subtiel van aard. Eén van de deelnemers aan de cursus is docent Deborah Thomas, zij geeft seksuele voorlichting op scholen in Solihull, een voorstad van Birmingham. Laatst bespraken ze in de klas negatieve uitdrukkingen rond sekse en identiteit. „Een leerling van een jaar of dertien zei dat hij het woord ‘feminisme’ vervelend vond. Feministen zijn mannenhaters, dacht hij. Wat bleek? Zijn oudere broers keken online naar mannelijke influencers die dat soort dingen zeiden.” Die influencers zetten feminisme vaak neer als gevaarlijk en vrouwen als manipulatief.

Deborah Thomas geeft al dertig jaar les en zij zag de manier waarop jongeren zich gedragen veranderen. „In de jaren negentig spraken we open over de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, over hoe een gezonde relatie eruit ziet.” Langzaam werden die gesprekken minder vrij, preutser, merkte ze. „Die beweging is al jarenlang gaande.”

Ook de naam van de Brits-Amerikaanse Andrew Tate, een van de invloedrijkste figuren in de manosphere, hoort zij al jarenlang langskomen. Veel langer dan hij bijvoorbeeld in Nederland bekend is. Tate deed in 2016 in het VK mee aan realityprogramma Big Brother, maar werd daar na een paar dagen uit gezet. Hij zou tijdens de opnames een vrouw hebben geslagen, maar volgens de producers van het programma had hun besluit te maken met politieonderzoek naar ander crimineel gedrag van Tate.

De afgelopen jaren moesten in het VK veel gemeenten bezuinigen en sloten ze hun jongerenclubs voor na schooltijd. Het leverde in buurten waar dat gebeurde, een groter risico op voor criminaliteit onder jongeren. En de coronacrisis had een grote negatieve invloed, zegt Thomas: „Ineens zaten al die leerlingen alleen thuis, met wie weet wat voor chatvensters geopend op hun laptop.” Het aantal jongeren met mentale problemen nam toe, de wachtlijsten voor psychische gezondheidszorg werden langer. Deze factoren samen zorgden er volgens haar voor dat jongeren zich verder konden afsluiten. En dat ouders en leraren minder grip kregen op wat hen bezighield.

‘Wat weet jij daarvan’, zeiden ze dan en wilden liever een mannelijke collega spreken. Of ze noemden me een bimbo, omdat ik blond ben

Shelby Swingle
welzijnscoördinator universiteit

Anti-mannenretoriek

Over dat gebrek aan voorzieningen voor jongeren kan psycholoog Will Adolphy, hij komt uit het zuiden van Engeland, meepraten. Hij is nu 31 jaar en precies in zijn puberjaren werden die jongerenclubs wegbezuinigd. „Er was niks voor ons. Alleen leerlingen die fanatiek aan rugby of voetbal deden, hadden na school iets te doen. Zij hadden de structuur van hun trainingen.” Maar dat gold niet voor Adolphy, dus hij en zijn vrienden zaten hele middagen te gamen. Hij raakte eraan verslaafd, later kwamen daar het kijken van pornografie en gebruik van drank en softdrugs bij.

Als twintiger raakte Adolphy verzeild in de manosphere. „Een van de influencers was als een vaderfiguur voor me. Als hij sprak, raakte hij me diep. Ik dacht niet kritisch na en nam alles aan wat hij zei.” Hij begon te geloven dat de samenleving erop was ingericht om mannen tegen te werken. Overal zag hij anti-mannenretoriek. Een psychische inzinking, therapie en gesprekken met zijn broer brachten hem op andere gedachten.

Nu is Adolphy directeur van M-Path, een groep mannelijke psychologen en coaches die programma’s ontwikkelt om jongens en mannen te helpen met hun geestelijk welzijn. Ze bieden workshops aan voor bedrijven en scholen en onlangs heeft Adolphy informatie aangeleverd voor de strategie rond mannelijke mentale gezondheid van de Britse regering. „Als de echte wereld jongens en mannen zou bieden wat ze nodig hebben, een gevoel van gemeenschap, zou die online samenleving veel minder aantrekkelijk voor hen zijn”, zegt hij.

Adolphy hoort vaak van jongens dat ze zich niet thuis voelen op school en dat begrijpt hij wel. „Er werken vooral vrouwelijke docenten, die meestal politiek links georiënteerd zijn. Online gaat het narratief rond dat ‘de linkse wereld’ mannen afwijst en hun problemen niet serieus neemt. En dus sluiten die jongens zich af op school.” Omgekeerd hoort hij van vrouwen die lesgeven dat zij het gevoel hebben dat jongens op hen neerkijken en dat mannelijke leerlingen hen niet vertrouwen.

Het lastige is dat tussen mannen en vrouwen soms weinig ruimte voor elkaars gedachtegoed bestaat, zegt Adolphy. Als voorbeeld geeft hij de discussie over inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen. In het VK blijken jonge vrouwen, van tussen de 18 en 21 jaar, méér te verdienen dan mannen van hun leeftijd. „Als ik dat opbreng, krijg ik een defensieve reactie. ‘Dat kan niet wáár zijn.’ Maar die data bestaan, en we zouden een open discussie moeten voeren over de achtergronden van die trend, zonder vrouwen en mannen tegen elkaar uit te willen spelen.” Uit onderzoek blijkt ook dat Britse jongemannen veel vaker dan jonge vrouwen, ongeveer vijf keer zo vaak, geen baan hebben of opleiding volgen.

Gemarginaliseerd

Voor Shelby Swingle vallen na de cursus in Birmingham veel opmerkingen die ze de afgelopen jaren kreeg van mannelijke studenten op hun plek. „Het leken kleine dingen en ze kwamen van jongens met wie ik een paar jaar geleden een prima band had. ‘Wat weet jij daarvan’, zeiden ze dan en ze wilden ineens liever een mannelijke collega spreken. Of ze noemden me een bimbo, omdat ik blond ben.”

Swingle is welzijnscoördinator bij de Universiteit van Birmingham en haar team helpt bij van alles: van het bemiddelen bij ruzies over wie het vuilnis buitenzet bij de studentenhuizen op de campus, tot het bijstaan van studenten met suïcidale gedachten.

Een probleem is bij haar team inderdaad dat het uit veel meer vrouwen dan mannen bestaat. „We zouden meer mannelijke rolmodellen moeten hebben, die laten zien dat het normaal is om over je gevoelens te praten.” Ze ziet ook dat mannelijke studenten veel minder snel bij hun open spreekuur binnenlopen dan vrouwen.

Deze cursus heeft haar laten inzien dat jonge mannen zich gemarginaliseerd kunnen voelen, zegt Swingle. En dat ze dáár het gesprek over moet aangaan. Ze heeft een paar jongens in haar hoofd die ze in de gaten wil houden. „Laatst hoorde ik iemand zeggen: ‘hij is een echte bèta’. Ik had geen idee wat hij bedoelde.” Alfa’s zijn in manosphere-taal slim, gespierd en uitgesproken masculien. Bèta’s zijn juist het tegenovergestelde: timide, zwak en onaantrekkelijk. Swingle: „Als ik zoiets nu zou horen, zou ik voorzichtig polsen of ze zich misschien als incel identificeren.”


Geen vluchtelingenopvang voor minderjarige meisjes in Coevorden na gewelddadige protesten

De Drentse gemeente Coevorden heeft besloten om geen huisvesting meer te regelen voor veertien minderjarige vrouwelijke statushouders. Dat heeft het college van burgemeesters en wethouders vrijdag bekendgemaakt. Coevorden kan naar eigen zeggen de „veiligheid op deze plek niet waarborgen”. Het is niet duidelijk waar de veertien statushouders nu opgevangen worden.

De afgelopen dagen zorgden rellende activisten voor onrust in de wijk Tuindorp. Een groep mensen gooide de ruiten in van de beoogde opvang en plaatsen borden met leuzen zoals „wij zijn het zat” of „hier geen minderjarige statushouders”, aldus de gemeente. Ook werd er meerdere keren brand gesticht in de wijk. Volgens RTV Drenthe geloofde een deel van de bewoners dat er geen meisjes, maar „getraumatiseerde jongens” naar Tuindorp zouden komen. De betreffende bewoners zeiden te vrezen voor hun veiligheid en het oneerlijk te vinden dat asielzoekers woningen krijgen.

Door de gewelddadige rellen werden meerdere avonden politie en andere hulpdiensten ingezet. Woensdagavond kondigde de gemeente een noodverordening af. Ook een dag later hield de onrust aan, waardoor de mobiele eenheid uitrukte, schreef RTV Drenthe.

In gesprek

De gemeente ging de afgelopen dagen in gesprek met bewoners, maatschappelijke partners en instanties „om draagvlak te creëren voor een rustige en humane opvang voor de meisjes”. De gesprekken waren echter niet genoeg om „het vertrouwen en de veiligheid te borgen”, aldus de gemeente. Coevorden wil als het weer rustig is opnieuw gesprekken voeren.

„Als gemeente willen we voorkomen dat deze kwetsbare meisjes en hun veiligheid onderdeel worden van of zelfs ondergeschikt raken aan de landelijke verharding”, zegt de burgmeester in de verklaring.

Coevorden telt zo’n 35.000 inwoners. Van alle asielzoekers die een verblijfsvergunning kregen tussen 2022 en 2024 kwamen er zo’n 115 terecht in de gemeente. Verhoudingsgewijs zijn dat er iets minder dan de rest van Drenthe, schreef het AD op basis van cijfers van het CBS. Het AD vergeleek ook de cijfers van vijftien gemeenten die qua gezinssamenstelling en welvaartsniveau op Coevorden lijken. Ook in vergelijking met die gemeenten, huisvestte Coevorden relatief weinig statushouders.

Lees ook

Burgemeesters Budel en Ter Apel: ‘Dring de overlast van asielzoekers bij ons terug en er ontstaat een ander beeld in het land’

Roland van Kessel (links) en Jaap Velema. Foto Merlijn Doomernik


Aantal mensen dat naar Nederland migreert wederom gedaald

Het aantal mensen dat naar Nederland migreert is in 2024 wederom gedaald. Dat blijkt uit de vijfde editie van ‘De Staat van Migratie’, een jaarlijks terugkerend rapport, dat vrijdag naar de Kamer werd gestuurd. Op verzoek van het demissionaire kabinet zijn de migratiecijfers in kaart gebracht.

In 2024 kwamen er in totaal ongeveer 314.000 mensen naar Nederland, wat neerkomt op een afname van 6 procent in vergelijking met 2023. Daarmee zet de dalende trend van de afgelopen jaren zich voort. Migranten die hierheen komen om te werken, studeren of voor gezinshereniging, vormden zoals gebruikelijk de grootste groep.

Het aantal Oekraïense ontheemden en derdelanders uit Oekraïne dat wordt opgevangen in Nederland is verder gestegen naar 123.210. Het aandeel asielzoekers, onderwerp van twee ingrijpende wetten die de Tweede Kamer donderdag aannam, blijft relatief klein (11 procent). Het aantal eerste asielaanvragen bedroeg 32.180, een afname van 16 procent. Dat is in lijn met de daling op Europees niveau (13 procent). Wel werden er 15 procent meer asielvergunningen verleend dan in 2023.

Ondanks de daling in het aantal asielaanvragen blijft de druk op de opvang volgens het rapport groot. Dat komt onder meer omdat 26 procent van de bewoners van azc’ers in 2024 vergunninghouder was. Mede vanwege krapte op de woningmarkt kunnen zij slechts in beperkte mate doorstromen.

Eerder dit jaar concludeerde het CBS eveneens dat er minder asielaanvragen waren ingediend. Deskundigen stelden toen in NRC dat de afname niet zozeer het gevolg is van Nederlands beleid, maar dat de verklaring vooral over de grens gezocht moeten worden – bijvoorbeeld in de vorm van strengere Europese grensbewaking en migratiedeals.

Lees ook

Het Faber-effect? Zo veel impact heeft het Nederlandse beleid niet op de dalende asielcijfers, zeggen experts

Vluchtelingen wachten op de pendelbus naar Emmen, vlakbij bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.


Rechtbank wil oud-NCTV-baas Schoof horen in zaak vermeende spion Abderrahim El M.

De rechtbank in Rotterdam wil demissionair premier Dick Schoof als oud-NCTV-baas horen in de strafzaak tegen de van spionage verdachte topanalist Abderrahim El M. Schoof stond tussen 2018 en 2020 aan het hoofd van terrorismecoördinator NCTV.

El M. was ruim dertig jaar werkzaam als NCTV-hoofdanalist op het gebied van jihadisme en salafisme, op het ministerie van Justitie en Veiligheid. Tot hij in oktober 2023 werd gearresteerd op Schiphol.

Onder meer in de maanden mei, juni en juli van 2023 printte de analist staatsgeheime informatie bij de NCTV, om die vervolgens thuis te digitaliseren, stelt het OM. Vervolgens zou hij de gevoelige informatie hebben meegenomen naar Marokko. Ook bij zijn arrestatie werden er staatsgeheime documenten in zijn koffer aangetroffen.

Omdat El M. zijn pensioen naderde, zou hij volgens het OM „middelen” willen. De verdachte zou ook een medewerker van de Marokkaanse geheime dienst hebben bedankt voor „een fijne vakantie”.

De hoofdanalist wordt formeel verdacht van het overdragen van staatsgeheime informatie aan derden en het schenden van zijn geheimhoudingsplicht, van april tot en met oktober 2023. El M. ontkent de aantijgingen en beroept zich veelal op zijn geheimhoudingsplicht als NCTV-medewerker. De verdachte wordt vrijgelaten in afwachting van de behandeling van zijn zaak.

Volgens de rechtbank kunnen getuigen als Schoof mogelijk verklaren over „de interne visie op de positie van de verdachte in de organisatie en de toegang van de verdachte tot – en omgang met – staatsgeheime en vertrouwelijke stukken”. De verhoren zullen niet openbaar zijn. Naast Schoof wil de rechtbank onder meer de huidige NCTV-baas Pieter-Jaap Aalbersberg horen.

Lees ook

Abderrahim El M. waarschuwde voor Marokkaanse spionage, nu wordt hij er zelf van verdacht

Abderrahim El M. waarschuwde voor Marokkaanse spionage, nu wordt hij er zelf van verdacht


‘Martelaren van het brood’: dodelijk ongeluk met meisjesbus legt kinderarbeid bloot

Op een regionale weg botste een zware vrachtwagen op een minibus. Achttien mensen, onder wie veel jongeren, kwamen om het leven.

Video Reuters

Een dramatisch verkeersongeluk op de stoffige, gebarsten ringweg bij het dorp Kafr Al-Sanabisa in Egypte heeft tot grote maatschappelijke discussie geleid. Achttien Egyptische kinderen en jongvolwassenen kwamen op 27 juni om toen een zware vrachtwagen met hoge snelheid hun minibus ramde. Ze waren onderweg naar huis na een lange dag druiven plukken in de wijngaarden van Sadat City. Het merendeel van de slachtoffers was minderjarig: de jongste slachtoffers waren 14 jaar, de oudste 23. Ook hun 22-jarige chauffeur overleed ter plekke.

De vrachtwagenbestuurder overleefde – hij zit nu in hechtenis. Hoewel hij reed onder invloed en zonder geldig rijbewijs, is ook de staat van de weg ter discussie komen te staan.

Het ongeluk zorgt voor een publiek debat over twee hardnekkige problemen die Egypte al jaren teisteren: de voortwoekerende kinderarbeid en de verwaarloosde infrastructuur.

Dromen in puin

Na het ongeval kwamen al gauw veel verhalen over de slachtoffers online. Onder de slachtoffers was de vijftienjarige Duha Hammam al-Hefnaw. Ze droomde ervan militair verpleegkundige te worden en werkte na schooltijd om te sparen voor een mobiele telefoon. Hadeer Abdel Basset (21) betaalde met haar loon haar studie verpleegkunde. Shaima Abdel Hamid (19), universitair student, hoopte ingenieur te worden – op de Facebook-pagina van haar universiteit staan inmiddels veel rouwberichten van mede-studenten.

Rawida Khaled (leeftijd onbekend) zou over twee weken gaan trouwen: „Niemand zal me helpen voorbereiden. Ik ben degene die mezelf voorbereid”, zei ze tegen haar vader. Ze vroeg hem of ze extra kon werken om alles te kunnen krijgen voor haar bruiloft. „In plaats van haar trouwjurk te dragen, droegen zij en zeventien andere meisjes een lijkwade”, zegt iemand op platform X.

Eerder hielp Rawida, net als de meeste andere jonge vrouwen, haar familie te onderhouden. Ze worden door Egyptenaren „martelaren van het brood” genoemd. Op sociale media werd de dag van het ongeluk als een „trieste zwarte dag” aangeduid.

Het verdriet in hun geboortedorp Kafr Al-Sanabisa, zo’n honderd kilometer ten noorden van Caïro, is intens. Duizenden dorpsbewoners kwamen er samen voor een massale begrafenis.

Woede over kinderarbeid

Het verdriet maakte snel plaats voor woede. De vraag waarom deze meisjes überhaupt in de bus zaten, drong zich op. In Egyptische talkshows gaan presentatoren en sociale experts hevig tekeer over de trieste zaak – hoe meisjes worden gedwongen de school te verlaten en elke dag in „dodenbussen” stappen voor een loon dat lang niet genoeg is om in de behoeften van het gezin te voorzien.

In Egypte is kinderarbeid, ondanks een formeel verbod, bittere realiteit. Het land beloofde in 2018 kinderarbeid tegen 2025 uit te bannen. Maar volgens een rapport uit 2023 is er weinig tot geen vooruitgang geboekt. Nog steeds verrichten 1,3 miljoen kinderen tussen de vijf en zeventien jaar volgens officiële statistieken werk – vaak onder gevaarlijke of illegale omstandigheden. Vooral meisjes op het platteland worden door hun ouders vroegtijdig van school gehaald om in de landbouw of als huishoudhulp te werken. Egyptische meisjes lopen ook risico op commerciële seksuele uitbuiting, vaak als gevolg van mensenhandel, en gedwongen bedelarij.

Video Reuters

Vaak is het dagloon voor kinderen in fabrieken of andere dagtaken tussen de 100 en 130 Egyptische pond (ongeveer 1,70 tot 2,25 euro). Ook de slachtoffers van het ongeluk vorige week zouden zijn gestorven voor een dagloon dat volgens de BBC en familie-leden slechts 130 Egyptische pond is.

Op X riepen Egyptenaren op tot een herziening van de „niet-bestaande” arbeidswetten van Egypte. Parlementsleden benadrukten als reactie hierop de noodzaak om de arbeidswetgeving te herzien en sociale bescherming te bieden aan arme gezinnen, om herhaling van dergelijke rampen te voorkomen.

De weg des doods

Hoewel nog niet duidelijk is of dit een rol heeft gespeeld, richt de woede van inwoners van Kafr El-Sanabsa zich via Egyptische media ook op de slechte staat van de regionale ringweg. Deze weg is sinds de opening in 2018 – met een kostenplaatje van 9 miljard Egyptische pond (ongeveer 155 miljoen euro – inmiddels in verval geraakt.

De weg, die oorspronkelijk bedoeld was om verkeersdrukte te verlichten en Caïro te verbinden met Zuid-Egypte, wordt nu door veel lokale taxichauffeurs en voormalige ingenieurs van de Wegen- en Bruggenautoriteit als een „corridor van de dood” omschreven. Grote scheuren, bodemdaling en verwaarloosd onderhoud zorgen voor gevaarlijke omstandigheden – foto’s van het slechte wegdek circuleren nu online.

Parlementslid Salma Murad beweert vorige maand al zorgen te hebben geuit over de vertraging in onderhoudswerkzaamheden aan deze weg, maar ze kreeg geen reactie. Lokale ambtenaren in Menoufia weigerden te reageren op verzoeken om verduidelijking over het incident.

Verkeersovertredingen

Het Openbaar Ministerie meldde dat de vrachtwagenchauffeur onder invloed van verdovende middelen reed, en dat hij zonder geldig rijbewijs achter het stuur zat – iets waarvan de eigenaar van het voertuig op de hoogte was. Daarnaast reed hij veel te hard. De zondag na het incident werd het aantal snelheidsradars op de regionale ringweg verdubbeld, wat binnen vier uur al leidde tot negenhonderd geregistreerde snelheidsovertredingen.

Volgens het officiële Egyptische statistiekbureau (CAPMAS) kwamen in 2024 zo’n 5.260 mensen om bij verkeersongevallen, met meer dan 76.000 gewonden. Het aantal doden was gedaald ten opzichte van het jaar ervoor, maar het aantal gewonden gestegen.

President Abdel Fattah el-Sisi verhoogde snel de schadevergoeding voor nabestaanden naar 100.000 Egyptische pond (ongeveer 1.750 euro) en gaf gewonden 25.000 pond (430 euro), bovenop de bedragen die door de ministeries van Arbeid en Solidariteit zijn vastgesteld. Daarnaast beval hij de regering het onderhoud van de wegen, met name de regionale ringweg, te versnellen. Ook moet er betere bewegwijzering komen in bouwzones, evenals strengere handhaving van snelheidslimieten om toekomstige tragedies te voorkomen.