Overal politie, doorlopend gefluit, maar Frankrijk-Israël eindigt zonder ongeregeldheden

Het zijn de drie doelmannen van Israël die zich als eerste laten zien. Onder zacht gefluit van Franse thuissupporters betreden ze donderdagavond het Stade de France om zich warm te lopen. Voor een duel zoals alle andere, zo benadrukten de spelers van het Israëlische nationale team de afgelopen dagen. Maar natuurlijk met ‘Amsterdam’ in het achterhoofd. 

Een week geleden werden daar fans van de Israëlische recordkampioen Maccabi Tel Aviv na een Europa League-wedstrijd tegen Ajax slachtoffer van gewelddadigheden. Eerder op de avond hadden sommigen van hen de confrontatie opgezocht door Palestijnse vlaggen te vernielen en met beledigende spreekkoren. In Parijs volgde nu een nieuw Israëlisch voetbalbezoek aan het buitenland: tegen Frankrijk voor de Nations League. 

Aandacht was er in overvloed, uit binnen- en buitenland. Maar op de tribunes van het grootste voetbalstadion van Frankrijk is daar weinig van te merken. Het Stade de France zit akelig leeg. Alleen de onderste van de drie ringen is redelijk gevuld met publiek, de bovenste ring is bij gebrek aan belangstelling zelfs helemaal gesloten. Maar 13.000 toeschouwers komen opdagen, beduidend minder dan het laatste minimum van 37.000, bij een rugbywedstrijd.  

Vierduizend agenten en gendarmes

Niet voetbal, maar veiligheid staat voorop: de Franse politie schroefde het überhaupt al aangescherpte veiligheidsplan na Ajax-Maccabi verder op en zette vierduizend agenten en gendarmes in. Ze worden bijgestaan door 1.600 stadionbeveiligers. Dat is zelfs voor Franse begrippen veel: normaal gesproken worden tot 1.300 politiemensen ingezet bij dergelijke wedstrijden. Het is een van de redenen dat er zo weinig publiek is, naast een oproep van pro-Palestijnse groepen om de wedstrijd te boycotten. Ook Israël raadde landgenoten aan niet naar de wedstrijd te gaan. 

Bij de zorgen speelde mee dat het Stade de France in de Parijse voorstad Saint-Denis ligt, in het jongste en armste departement van Frankrijk en waar vaker rellen plaatsvonden. Twee keer ging het rond het stadion zelf mis. Negen jaar geleden begonnen de reeks verwoestende aanslagen van 13 november 2015 toen twee zelfmoordterroristen zich naast het stadion opbliezen (er viel één dode). En in 2022 liep de Champions League-finale uit in chaos doordat massaal neptickets waren verkocht waarmee inwoners van Saint-Denis poogden binnen te komen. Op de chaos die ontstond bij de ingangen greep de politie vervolgens keihard in. 

Hoe serieus de dreiging wordt genomen, is al vanaf donderdagmiddag te zien in Saint-Denis. Straten tot ver om het stadion stromen dan al vol met politie en ME, winkeliers moeten hun deuren eerder sluiten. Met tientallen busjes blokkeert de politie toegangswegen naar het Stade de France, voertuigen die ondanks waarschuwingen nog geparkeerd staan worden weggetakeld. Op elke straathoek staan agenten of militairen. In pantserbusjes vullen zij hun traangasgeweren met patronen. 

Wie het stadion in wil moet twee beveiligingsbarrières door en wordt tweemaal uitgebreid gefouilleerd. Uitsupporters worden onder strenge begeleiding het stadion ingeleid, zodat ze niet in aanraking komen met andere fans. Binnen blijven de onderste zeven rijen van de tribune leeg en staan er hekken én een metalen barricade om kwaadwillenden van het veld te houden – op de plek waar gewoonlijk slechts een heuphoog wandje staat. 

Politici aanwezig

Met de ongekende veiligheidsmaatregelen wil de politiek ook een signaal afgeven: Frankrijk doet er alles aan zodat Israëliërs — en joden — hier wél veilig zijn. Dit nadat president Emmanuel Macron vorige week vrijdag als een van de eerste wereldleiders reageerde op de gewelddadigheden in Amsterdam door te spreken van „geweld dat doet denken aan de meest duistere momenten van de geschiedenis” en „verfoeilijk antisemitisme”. 

Twee dagen later maakte hij bekend aanwezig te zullen zijn bij de wedstrijd. Later volgden premier Michel Barnier en oud-presidenten François Hollande en Nicolas Sarkozy. Op internet verschenen grappen dat de box voor special guests beter gevuld was dan de rest van de tribunes. 

Maar waar de wedstrijd voor deze politici uitgroeide tot „een symbool voor de strijd tegen antisemitisme” — dixit een medewerker van Hollande — zijn pro-Palestijnse Fransen juist woedend dat de wedstrijd doorging én de politieke kopstukken aanwezig waren. Voor hen is het juist een signaal is dat Frankrijk wegkijkt bij het bloedbad dat Israël aanricht in Gaza. 

„Macron laat hiermee zien dat hij genocide valideert”, zegt medewerkster in de culturele sector Mila Aynou (53) bij een vreedzame pro-Palestijnse demonstratie op een plein in Saint-Denis voorafgaand aan de wedstrijd — af en toe vliegt een politiehelikopter over. „Israël probeert de publieke opinie op zijn hand te krijgen en onze politiek werkt daaraan mee.” 

„De president, die zelf keer op keer zegt dat sport en politiek niet gemengd moeten worden, geeft met zijn aanwezigheid de boodschap af dat de oorlogsmisdaden die Israël begaat in Gaza, niet van belang zijn”, vindt Anne Tuaillon, voorzitter van actiegroep Association France Palestine Solidarité (AFPS). Meerdere demonstranten zeggen niet te begrijpen waarom Russische voetballers wel worden geweerd, maar Israëlische niet. De AFPS en andere groepen hadden — ook ruim voor duidelijk werd dat de politieke kopstukken aanwezig zouden zijn — middels petities gepoogd de wedstrijd te laten verbieden. Toen dat niet lukte, riepen ze op tot de boycot. 

Knokpartij

Hoewel de Fransen massaal thuisblijven, zijn er donderdagavond meer Israëlische fans dan vooraf gedacht — enkele honderden verspreid door het stadion. In het uitvak op de tweede ring wappert volop de wit-blauwe vlag, maar soms ook de Franse. Zoals in de Franse vakken ook veel supporters met Israëlische vlaggen zwaaien. Zo streng als de scheiding buiten het stadion is, zo gemengd zitten beide groepen binnen. 

Aanvankelijk gaat dat vrij gemoedelijk: veel fans juichen voor hun ploeg en de rest accepteert dat. Maar spanningen zijn er wel degelijk. Palestijnse vlaggen zijn verboden, en dus zoeken sympathisanten een andere vorm van protest. Ondanks het verzoek om stil te zijn tijdens de volksliederen klinkt een stevig fluitconcert tijdens het Israëlische, waarna de muziek harder wordt gezet. En telkens als een speler van Israël de bal aanraakt, klinkt gefluit en boegeroep. 

Na een klein kwartier spelen wordt het snel grimmiger, als in het uitvak Israëlische fans in gevecht gaan met een clubje Fransen die daar zitten. Dat leidt ook in andere delen van het stadion tot woedende reacties en middelvingers. Het duurt een minuut of tien, waarin wordt doorgevoetbald, dan hebben de toegesnelde beveiligers beide groepen uit elkaar. De rest van de wedstrijd is stekelig, het geruzie dooft nooit helemaal uit, en beelden op de Franse televisie van een supporter in een shirt van het Israëlische leger IDF leiden tot verontwaardiging. Maar tot confrontaties komt het niet meer. 

Merci à la police 

Ook buiten het stadion komt het niet tot ongeregeldheden — hoewel er wel leden van de radicaal-linkse en tot gevecht bereide groep Antifa bij de pro-Palestijnse demonstratie „patrouilleren” en een groepje demonstranten poogt richting het stadion te gaan, waarbij ze meteen op een muur van politie stuiten. Bij deze relatieve rust speelt mee dat de pro-Palestijnse organisaties nadrukkelijk níet hadden opgeroepen tot demonstraties bij het stadion. 

Aynou zegt dat „wij hier vreedzaam zijn en onze jongeren hebben begrepen dat ze niet moeten gaan rellen.” De dertigjarige badmeester Tounsi: „ongeregeldheden zouden de boodschap van de pro-Palestijnse gemeenschap alleen maar schaden. En als er echt een probleem was geweest tussen joden en moslims, dan was het hier in Parijs, waar immigranten van allerlei achtergronden samenleven, al veel eerder uit  de hand gelopen.” 

Frankrijk-Israël gaat daarmee de boeken in als een wedstrijd die vooral politiek spannend was – voetbaltechnisch is het zelden echt hoogstaand. Frankrijk is beter, maar komt niet tot scoren: een 0-0 gelijkspel, wat door de Israëlische fans en spelers wordt gevierd als een overwinning. „Merci à la police”, zingen ze massaal, als ze voor het oog van tientallen agenten met wapenstokken en schilden het stadion uit komen. 

Buiten worden beide groepen meteen gescheiden, om te voorkomen dat ze alsnog in botsing komen. De Israëlische fans worden naar bussen geleid aan de noordkant van het stadion, de rest moet naar het station in het zuiden. Daar is voor het eerst een Palestijnse vlag te zien, om de schouders van een jonge vrouw. Ze wordt omringd door acht agenten.


NPO-videodirecteur Remco van Leen vertrekt

Remco van Leen, directeur Video bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), verlaat de organisatie per 1 januari 2025. Dat meldt de NPO donderdagavond in een persbericht. Van Leen stond sinds februari dit jaar op non-actief na „signalen van vermeend grensoverschrijdend gedrag bij de toenmalige TROS”, waar Van Leen tot 2014 werkzaam was.

Naar aanleiding van die signalen stelde de NPO een onafhankelijk onderzoek in. Van Leen zei in februari zich niet in de beweringen te herkennen, maar volledig mee te werken aan het feitenonderzoek.

De NPO en Van Leen waren destijds naar eigen zeggen „op de hoogte van één eerdere melding waarin sprake zou zijn van mogelijk grensoverschrijdend gedrag door Van Leen” in zijn tijd bij de TROS (inmiddels AvroTros). „Na meerdere gesprekken met betrokkenen […] waren er op dat moment geen gronden die een goede vervulling van zijn werkzaamheden in de weg zouden staan”, aldus de NPO.

In Van Leens tijd bij de NPO waren er volgens de publieke omroep geen meldingen geweest van grensoverschrijdend gedrag. Ook uit het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van de Commissie-Van Rijn kwamen geen klachten naar voren.

De NPO schrijft nu dat „de feiten van het onderzoek” een terugkeer bij de NPO „niet in de weg staan”, maar dat Van Leen er toch voor kiest de NPO te verlaten. “Het was voor mij geen eenvoudige keuze”, zegt Van Leen in het persbericht, „omdat de NPO en vooral ook mijn naaste collega’s mij zeer na aan het hart liggen. Maar de tijd schrijdt voort en ik kies er nu voor om mijn carrière elders te vervolgen”.


Weggevoerde demonstranten beschuldigen ME van excessief geweld. ‘Ze joegen op ons’

„We rennen al”, „ik kan niet meer”, „ik loop toch?” Op videobeelden die online rondgaan en op beelden en audiofragmenten die NRC kreeg doorgestuurd is te horen hoe demonstranten in paniek op de vlucht zijn voor politieagenten. De agenten manen hen te rennen, zij geven daaraan gehoor, maar niet iedereen is even snel. Sommigen vallen. De politie haalt uit. Het is pikdonker, er is niemand anders in de buurt.

Woensdagavond komen enkele honderden mensen bij elkaar op de Dam in Amsterdam om te demonstreren tegen de oorlog in Gaza en tegen het afgekondigde demonstratieverbod. Afgezien van een paar opstootjes blijft het rustig. Maar aan het eind van de avond ontvangt NRC berichten en beelden: politieagenten die op wegrennende demonstranten inslaan. Een deel van die beelden verschijnt ook op sociale media. De politie kondigt een onderzoek aan naar de toedracht ervan.

Wat is er gebeurd? Een verslag op basis van gesprekken met vijftien aanwezige demonstranten.

Demonstratie verplaatst

Een half uur voor aanvangstijd van de demonstratie maakt de Amsterdamse veiligheidsdriehoek bekend dat de aanvankelijk verboden demonstratie alsnog mag plaatsvinden, alleen dan wel op het Westergasterrein en niet op de Dam. Enkele honderden demonstranten trekken zich daar niets van aan en gaan toch naar de Dam. Het protest begint om 18:00 uur. Actievoerders schallen leuzen als „Free, free Palestine” en „From the river to the sea, Palestine will be free” terwijl de politie hen omsingelt.

De politie vraagt demonstranten om te vertrekken, iets voor 19.00 uur. Wie blijft wordt aangehouden, en riskeert dus ook geweld. De groep die besluit te blijven wordt ingesloten. „We mochten kiezen of we vrijwillig naar de arrestantenbus wilden lopen of niet”, zegt demonstrant Thomas Owens.

Lees ook

Lees ook: Journaliste zondag aangehouden bij protest in Amsterdam – ondanks NVJ-perskaart

Ondanks een noodverordening en een demonstratieverbod kwamen zondagmiddag honderden pro-Palestijnse demonstranten naar de Dam in Amsterdam om te protesteren.

Het duurt zeker anderhalf uur voordat alle demonstranten die niet vrijwillig willen vertrekken — volgens de politie zijn dat er 265 — in drie tjokvolle GVB-bussen zitten of staan. Rond 20.30 uur rijdt de eerste bus met demonstranten weg.

In welke bus demonstranten terechtkomen blijkt die avond een bepalende factor. De activisten in de bussen denken dat ze allemaal naar het Westergasterrein worden gebracht – zoals meermaals door de politie werd aangekondigd op de Dam. Maar dat geldt alleen voor de inzittenden van de eerste bus.

UvA-docent Martijn Dekker komt in de tweede bus terecht. Als die eenmaal begint te rijden, zegt de hulpofficier van justitie dat ze zijn aangehouden en op het Westergasterrein worden vrijgelaten. Om 21:15 uur is de bus daar, maar de activisten mogen er niet uit. De bus begint weer te rijden, niemand weet waar naartoe. Uiteindelijk worden de tientallen inzittenden van de tweede bus naar een afgelegen parkeerterrein gebracht in het Westelijk Havengebied, bij bedrijventerrein De Heining, ver buiten de stad. Rond 21:40 uur mogen ze de bus verlaten.

Marit van der Meulen zit in de derde bus. „De bus reed zo het Westergasterrein voorbij.” Uiteindelijk stoppen ze rond 21:40 uur bij een mesthandel op vijf minuten loopafstand van het parkeerterrein waar de politie de demonstranten in de tweede bus vrijlaat. Actievoerders maken onderling grapjes over werkstraffen, als ze erachter komen dat ze zijn gedropt op een afgelegen bedrijventerrein. „We zeiden voor de grap dat we als straf een week poep moesten scheppen”, zegt Owens, die ook in die bus terechtkomt. Vanaf zijn locatie is het 2 uur en 10 minuten lopen naar station Amsterdam Sloterdijk, ziet hij. „De sfeer was ontspannen, het was net een dropping”, zegt Van der Meulen.

Achtergelaten

Vanaf dat moment komen de ervaringen van inzittenden van de twee bussen die niet op het Westergasterrein mochten uitstappen overeen. Alle demonstranten die NRC sprak, zeggen dat ze na vrijlating worden achtergelaten. Owens: „We waren toen ineens helemaal alleen, zonder instructies te hebben gekregen van de politie.” „Op het moment dat we de bus uit waren, sjeesde de politie weg”, zegt een ander.

Mensen kijken op hun telefoon waar ze zijn, waar de dichtstbijzijnde bushalte is, of ze in contact kunnen komen met iemand om ze op te halen. Ze blijven in groepjes bij elkaar. Rond de tweede bus blijft een aantal demonstranten hangen, omdat er iemand is achtergebleven in de bus en ze die niet achter willen laten. Dan, zo’n vijf à tien minuten na het verdwijnen van de politie, komt er met grote snelheid en loeiende sirenes een politiebusje aangereden. En dan nog één, en nog één. In totaal spreken demonstranten van zes tot negen busjes.

De politie vraagt demonstranten op de Dam om te vertrekken omdat er een demonstratieverbod is, wie blijft wordt aangehouden.
Foto Ramon van Flymen/ANP

Agenten van de Mobiele Eenheid (ME) stappen uit de busjes en beginnen volgens de getuigen willekeurig op demonstranten in te slaan. De paniek slaat toe, demonstranten rennen verschillende richtingen op, sommigen verstoppen zich tussen de vrachtwagens op het parkeerterrein. Dekker hoort in de verte het „paniekerig gegil” en het „geschreeuw van agenten”.

Ook demonstrant Jelle wordt achterna gezeten. De politie beveelt hem te rennen, maar dat kan hij vanwege een tumor in zijn hersenen niet. „Ik heb dat tegen de politie gezegd, heb zelfs mijn litteken laten zien.” Hij krijgt toch klappen op zijn been en rug. „Ze joegen op ons”, zegt demonstrant Dez. Met ongeveer een tiental anderen maakt ze zich uit de voeten, de politie achtervolgt ze.

Het was wegrennen, op adem komen, en weer rennen omdat ze met hun stokken dichterbij kwamen

Laleh Almarjani
demonstrant

„‘Rennen’, riepen ze, maar als we dat deden, renden ze achter ons aan”, zegt Van der Meulen. Sommigen zeggen tijdens het rennen geslagen te worden. „Maar ik rén toch!?”, wordt geroepen. „We renden door hoog gras, sprongen over een sloot, struikelden over kuilen in het gras”, zegt een activist. Op videobeelden is te zien dat agenten ook mensen die op de grond vallen blijven slaan. „We zijn ruim een kilometer opgejaagd”, zegt demonstrant Laleh Almarjani. „Het was wegrennen, op adem komen, en weer rennen omdat ze met hun stokken dichterbij kwamen.”

Alle demonstranten vertellen over een Egyptische man en zijn vriendin die in het tumult achterop raken en de meeste klappen krijgen. De man zou er een hoofdwond aan overgehouden hebben en wordt uiteindelijk door een taxichauffeur naar het ziekenhuis gebracht. NRC had zelf geen contact met hem.

De demonstratie op de Dam was verboden, toch kwamen veel mensen protesteren.
Foto Ramon van Flymen/ANP

De politie „blijft jagen”, zegt een demonstrant. „Op een gegeven moment was ik buiten adem en dacht ik wel ver genoeg gerend te hebben. Maar toen kwamen ze nog steeds slaand achter ons aan. Ik dacht: wat willen ze nou?” Sommigen verstoppen zich onderweg in bosjes. De groepen raken versplinterd. Van der Meulen bereikt met een aantal anderen om 22.15 uur een bushalte, waar taxichauffeurs die door anderen zijn ingeseind al staan te wachten om demonstranten gratis naar huis te brengen. Een andere groep, onder wie activist Diana zich bevindt, wordt naar eigen zeggen pas om 22.45 uur met rust gelaten.

De vraag waar alle activisten mee achterblijven: waarom gebeurde dit? Als de politie ze wilde arresteren omdat ze iets fout deden, waarom werden ze dan niet naar het bureau gebracht maar opgejaagd? Het OM en de politie onderzoeken dat nu „met hoge prioriteit”, schreef Femke Halsema donderdag in een brief aan de gemeenteraad.

Met medewerking van Jamila Meischke


Na 25 jaar leugens en complottheorieën wordt Infowars onderdeel van een satirische nieuwswebsite

Infowars.com, het extreemrechtse complotkanaal van de failliete Amerikaanse presentator Alex Jones, wordt eigendom van The Onion, het satirische nieuwsmedium. Met de aankoop komt er „een einde aan decennia van haatdragend nepnieuws” op het platform, schrijven de nieuwe eigenaars donderdag in een persbericht.

Jones richtte Infowars op in 1999 als postorderbedrijf voor de complotdocumentaires die hij met zijn vrouw maakte. In de jaren daarna ontpopte de radiopresentator uit Texas zich tot, in de woorden van de anti-haatgroep SPLC, „de meest actieve complotdenker van de hedendaagse Verenigde Staten”.

Zijn miljoenenpubliek vormde een goudmijn voor Jones, die tussen zijn tirades door veelvuldig reclame maakte voor de vitaminepillen, voedingssupplementen en survivalspullen in zijn webwinkel. In januari 2022 bleek dat Jones’ webwinkel in drie jaar tijd zo’n 165 miljoen dollar had omgezet.

Uiteindelijk deed één complottheorie Jones de das om. In december 2012 schoot de 20-jarige Adam Lanza 26 mensen, waaronder 20 jonge kinderen, dood in de Sandy Hook-basisschool in het stadje Newtown. In de nasleep van de schietpartij beweerde Jones dat de gebeurtenis in scène was gezet door politici die erop uit waren vuurwapens te verbieden.

De voormalige Infowars-eigenaar Alex Jones

Foto David J. Phillip/AP

Laster

Het resultaat: meerdere ouders van de vermoorde kinderen ontvingen zelf doodsbedreigingen. Eén vader van een jong slachtoffer zei dat complotdenkers over het graf van zijn zoon hadden geürineerd, omdat er toch niemand in zou liggen.

In 2018 klaagden drie ouders Jones aan wegens laster. Er volgde een soms opzienbarende rechtszaak, waarin Jones’ advocaat per ongeluk zelf het bewijs leverde dat zijn cliënt had gelogen over zijn inkomsten. In 2022 beval de rechter Jones een schadevergoeding te betalen van omgerekend 1,4 miljard euro. Jones vroeg prompt een faillissement aan.

En zo gebeurde het dat Infowars en de bijbehorende webwinkel vorige week werden geveild in een faillissementsverkoop. Zowel fans als tegenstanders van Jones hadden geprobeerd het mediakanaal te kopen, schrijft persbureau AP, maar uiteindelijk werd de veiling gewonnen door The Onion, gefinancierd door de ouders van de Sandy Hook-slachtoffers. De hoogte van het aankoopbedrag is onbekend.

The Onion is vergelijkbaar met de Nederlandse website De Speld en publiceert sinds 1988 satirische nieuwsberichten. Beroemd is het artikel dat de website steevast plaatst na iedere grote schietpartij: „Hier was niets aan te doen, zegt het enige land waar dit telkens opnieuw gebeurt”. Het bedrijf is van plan om Infowars in januari 2025 opnieuw te lanceren als parodie op zichzelf. De eerste grote adverteerder wordt Everytown For Gun Safety, een Amerikaanse non-profitorganisatie die strijdt tegen vuurwapengeweld.

„We hopen dat de families van Sandy Hook snel kunnen genieten van de kosmische grap die we van Infowars.com gaan maken”, schrijft bestuursvoorzitter Ben Collins. „The Onion is trots op zijn aankoop van Infowars en ziet uit naar de voortzetting van een rijke traditie: de bezoekers van de website bang maken met leugens tot ze hun koude, harde knaken aan ons geven. Of Bitcoin. We accepteren ook Bitcoin.”

Lees ook

Complotgekte teert op ergst denkbare verlies, toont ‘The Truth vs. Alex Jones’

Alex Jones (midden) in de rechtszaal met zijn advocaten.


Wilders plant bezoek aan Israël op uitnodiging van extremistische kolonistenleider

Geert Wilders doorkruist opnieuw het Israëlbeleid van zijn eigen kabinet. De PVV-leider is van plan om van 8 tot 10 december Israël en mogelijk ook de Palestijnse gebieden te bezoeken – op uitnodiging van een extremistische kolonistenleider die internationaal lobbyt voor annexatie van de Westelijke Jordaanoever.

Het kabinetsbeleid – zoals opnieuw vastgelegd in het regeerprogramma – is juist dat Nederland streeft naar een tweestatenoplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict. Het bezoek van Wilders valt bovendien grosso modo samen met een bezoek van minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) aan de regio, waarschijnlijk in december.

Wilders is uitgenodigd door de Likoedpartij van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, vanwege zijn „inzet voor de staat Israël en zijn veiligheid” en zijn „onderscheidende rol in het mondiale politieke landschap”. De uitnodiging is ondertekend door de Israëlische minister van Wetenschap en Technologie Gila Gamliel en door kolonistenleider Yossi Dagan, gouverneur van de ‘Regionale Raad van Samaria’, een bestuursorgaan voor 35 Joodse nederzettingen in het noorden van de Westelijke Jordaanoever. Beiden opereren op de uiterste rechterflank van Likoed. Vorig jaar opperde Gamliel (als minister van Inlichtingen) in een rapport om de Palestijnse bevolking van Gaza te deporteren naar de Sinaï-woestijn.

Dagan voerde jarenlang actie tegen plannen van de Israëlische regering om nederzettingen te ontruimen. Volgens de progressieve Israëlische denktank Molad was Dagan betrokken bij een grootschalige campagne van kolonistengeweld tegen de lokale Palestijnse bevolking. De kolonistenleider voert ook campagne voor de annexatie van ‘Judea en Samaria’ en nodigt graag buitenlandse politici uit voor een ‘VIP-tour’ in de door Israël bezette gebieden.

Nederzettingen

In 2022 ontving Dagan PVV-Kamerlid Gidi Markuszower – toen nog lid van het Europees Parlement – en de Belgische Europarlementariër Koen Metsu (N-VA), waarbij de drie afspraken een Europese „lobby voor Judea en Samaria” te beginnen.

Hoewel NRC niet beschikt over het programma van Wilders’ reis, ligt het voor de hand dat de PVV-leider de nederzettingen in bezet gebied zal bezoeken, omdat hij is uitgenodigd door Dagan. Dit zou rechtstreeks ingaan tegen het kabinetsbeleid, dat stelt dat de nederzettingen in strijd zijn met het internationaal recht en schadelijk voor het vredesproces.

Afgelopen juli postte Wilders op X dat „de enige echte Palestijnse staat” Jordanië was, waarop de Nederlandse ambassadeur in Amman op het matje werd geroepen

Het is niet voor het eerst dat Wilders ingaat tegen het Nederlandse Israëlbeleid. Afgelopen juli postte hij op X dat „de enige echte Palestijnse staat” Jordanië was, waarop de Nederlandse ambassadeur in Amman op het matje werd geroepen en minister Veldkamp moest bellen met zijn Jordaanse ambtsgenoot om afstand te nemen van de uitspraken.

Het bezoek van Wilders aan Israël komt bovendien op een belangrijk moment. Met de herverkiezing van Donald Trump zien kolonisten en extreemrechtse partijen binnen de coalitie van Netanyahu nieuwe kansen voor definitieve inlijving van de bezette gebieden. Minister van Financiën Bezalel Smotrich (zelf ook een kolonist) noemde de verkiezing van Trump „een belangrijke kans voor de staat Israël om de soevereiniteit over de nederzettingen in Judea en Samaria te vestigen.”

In de afgelopen maanden heeft Yossi Dagan een actieve lobby gevoerd binnen de Republikeinse Partij die effect lijkt te sorteren. Toen de aankomende Amerikaanse ambassadeur Mike Huckabee deze week door de zender van het Israëlische leger werd gevraagd of annexatie van de Westelijke Jordaanoever een mogelijkheid zou zijn voor Washington, reageerde de ambassadeur instemmend: „Ja natuurlijk.”

Gespannen relatie

Als Wilders soortgelijke verklaringen afgeeft, zal Veldkamp opnieuw geroepen zijn dit te weerspreken, en komt de complexe relatie met Israël verder onder druk te staan. Sinds de terreuraanvallen van Hamas van 7 oktober 2023 en het uitbreken van de Gaza-oorlog probeert Den Haag de regering van Netanyahu aan te spreken op het grote aantal Palestijnse burgerslachtoffers in de Gaza-strook, tot irritatie van Israël. Nadat sommige Israëlische voetbalsupporters afgelopen week in Amsterdam werden aangevallen, werd Nederland tot op het niveau van koning Willem-Alexander gekapitteld door de Israëlische regering – waarbij directe vergelijkingen met de Holocaust werden gemaakt.

Wilders heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken niet op de hoogte gebracht van zijn reisplannen. Zijn bezoek valt bovendien samen met een voorgenomen reis van Veldkamp naar Israël, Jordanië en de Palestijnse Autoriteit in dezelfde periode.

Afgelopen week liep Wilders het kabinet ook al voor de voeten, toen hij persoonlijk afreisde naar Schiphol om de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar te ontmoeten, die daar werd opgewacht door minister van Justitie David van Weel (VVD) – Veldkamp en premier Schoof waren in het buitenland.

Bezetting

De Westelijke Jordaanoever en Gaza werden door Israël bezet tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967. Hoewel zowel de VN-Veiligheidsraad als het Internationaal Gerechtshof het stichten van Joodse nederzettingen op de Westbank als ‘illegaal’ heeft bestempeld, is het aantal kolonisten tussen 2012 en 2022 toegenomen van 520.000 tot 700.000.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseerde afgelopen maand het kabinet om strenger op te treden tegen schendingen van het internationaal recht door Israël, bijvoorbeeld door het opleggen van sancties. Het kabinet heeft nog niet gereageerd op het advies.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat Kamerleden „niet verplicht” zijn om reizen kenbaar te maken aan het ministerie. Volgens het departement wil minister Veldkamp „voor het einde van het jaar” afreizen naar de regio, maar wordt er gezocht naar een geschikte datum. Geert Wilders reageerde niet op vragen van NRC. De Likoed-partij was niet bereikbaar.

Lees ook

Beoogde coalitie wil ambassade naar Jeruzalem verhuizen, CIDI is blij


Kabinet werkt aan vergaande wet op toezicht religieuze lessen: ‘Ze komen nu je huiskamer binnen’

In moskeeën en kerken zijn grote zorgen ontstaan over plannen van het kabinet om religieuze lessen te gaan controleren. In een concept wetsvoorstel krijgt de regering de bevoegdheid om religieuze weekendscholen te sluiten, boeken te verbieden of vrijwilligers te ontslaan. De onderwijsinspectie, die in de plannen toezicht moet houden op de informele lessen, laat aan NRC weten daar niets voor te voelen. „Onze zorgen zijn niet weggenomen”, aldus een inspectiewoordvoerder over het wetsvoorstel dat dinsdag is gepubliceerd voor een online consultatieronde.

Premier Dick Schoof lichtte woensdag toe dat de nieuwe wet bedoeld is om het verkondigen van „haat en geweld” binnen het informele onderwijs aan te pakken. Formeel ziet de beoogde wet toe op alle vormen van buitenschools onderwijs: van moskeeën tot kerken en van de scouting tot de knutselclub. Iedereen die op georganiseerde wijze „kennis” overbrengt aan kinderen, kan in het voorstel in theorie de inspectie over de vloer krijgen. Mede aanleiding voor het wetsvoorstel was berichtgeving van NRC en Nieuwsuur over misstanden bij islamitische weekendscholen. Daarop wilde de Tweede Kamer de informele lessen in moskeeën onder toezicht plaatsen.

Met dit wetsvoorstel „betreedt de overheid een deel van het maatschappelijk leven dat voorheen veelal van overheidsbemoeienis was vrijgesteld”, staat in de toelichting bij het voorstel. „Het is een trendbreuk”, bevestigt Paul van Sasse van IJsselt, bijzonder hoogleraar recht en religie aan de Rijksuniversiteit Groningen en tevens lid van de Raad van State. „Tot nu toe gold altijd een sterke autonomie voor wat er binnen religieuze organisaties gebeurt. Daar komt hiermee een einde aan”.

‘Beschermen’

Volgens het kabinet is het nodig om kinderen in het informele onderwijs te „beschermen” tegen uitlatingen die „schadelijk” voor hen zijn. Hiervan is volgens de beoogde wet sprake als de lessen groepen discrimineren. Ook mag kinderen niet worden geleerd zich „van de samenleving of bepaalde bevolkingsgroepen af te keren”. Wel mag nog gezegd worden dat andere mensen „fout” zijn vanwege hun levensstijl, maar ze mogen niet worden afgeschilderd als „minderwaardig”.

Het kabinet wil dat de onderwijsinspectie gaat toetsen of informele onderwijsorganisaties zich schuldig maken aan dergelijk gedrag. Daarvoor mag de inspectie op bezoek gaan bij de lesorganisatie – zo nodig onder politiebescherming. Ook mag de inspectie ouders en leerlingen ondervragen en lesboeken in beslag nemen. Medewerking is verplicht. De inspectie kan door autoriteiten worden gevoed met informatie over informele scholen. Gemeenten mogen in het voorstel gevoelige informatie over religieuze organisaties of docenten met de inspectie gaan delen; de politie mag zelfs inlichtingen delen die afkomstig zijn uit „observaties” bij weekendscholen.

Mocht er een overtreding worden vastgesteld, dan mag de minister de onderwijsorganisatie of een docent verbieden om nog langer lessen te verzorgen, op last van een boete. Ook zouden lesboeken met discriminerende of haatdragende inhoud verboden kunnen worden.

Onuitvoerbaar

De inspectie zelf ziet het plan allerminst zitten. „De inspectie acht zich niet geschikt voor toezicht op bewust heimelijke activiteiten”, laat een woordvoerder weten. Het wetsvoorstel is volgens de inspectie onuitvoerbaar, omdat het hiervoor religieuze uitspraken zou moeten gaan beoordelen volgens vage normen. Daarmee dreigt de inspectie „te verworden tot scheidsrechter in morele discussies in kerkelijke, politieke en maatschappelijke sfeer”.

Over de reikwijdte van de wet leven grote zorgen bij moskeeën. „Het breed gedragen gevoel is: ‘Ze komen nu je huiskamer binnen’”, zegt Abdelsadek Maas van de koepelorganisatie SIORH die tientallen moskeeën vertegenwoordigt. „Het moskee-onderwijs is een private aangelegenheid waar de overheid niets te zoeken heeft. Wij zullen elk juridisch middel aangrijpen om hier bezwaar tegen te maken.”

Ook christelijke organisaties maken zich zorgen. „Ik merk in het land dat bij onze achterban naar aanleiding van die Wet toezicht informeel onderwijs heel grote onrust is ontstaan. Men denkt: gaan ze dadelijk overal ambtenaren op afsturen?”, vertelde SGP-fractievoorzitter Chris Stoffer woensdag in een debat in de Tweede Kamer. „We moeten niet een soort ‘big brother is watching you’ krijgen”.

Het concept-wetsvoorstel moet nog langs de Raad van State, de Tweede- en Eerste Kamer. Volgens hoogleraar Paul van Sasse van IJsselt staat de tekst vooralsnog op gespannen voet met tal van grondrechten. „Vooral met de vrijheid van onderwijs, godsdienst, meningsuiting, levensovertuiging en vereniging. De motivering op die punten is tot nu toe zeer mager en dun.”

Lees ook

In de koranschool leren kinderen dat Nederland niet hun land is

In het onderkomen van Stichting Taubah in Veenendaal leerden kinderen onder andere over de grote risico’s van het aanbidden van meerdere goden.


Adriaan van Dis wint NS Publieksprijs 2024

Adriaan van Dis heeft dit jaar de NS Publieksprijs gewonnen met de roman Naar zachtheid en een warm omhelzen. Van Dis’ werk kreeg meer dan een vijfde van de 100.000 uitgebrachte stemmen.

„Blij ben ik”, reageerde de schrijver donderdag. „Zeer blij, dat zoveel lezers hun stem uitbrachten op een roman die gaat over een vrouw wier stem destijds niet werd gehoord.”

In Naar zachtheid en een warm omhelzen vertelt Van Dis een autobiografisch verhaal over zijn jeugd, waarvan zijn ‘surrogaat-oma’ Ommie de hoofdpersoon is, de dienstmeid van zijn grootmoeder. Zij was gewend zich weg te cijferen ten gunste van anderen, maar ze verdween daardoor zelf gaandeweg uit ieders geheugen. Een historische onrechtvaardigheid, die niet in verhouding stond tot de betekenis die ze voor de jonge Adriaan had.

Zij had hem iets gegeven, realiseerde hij zich, wat zijn vader en moeder hem niet gaven: de aanmoediging om te zijn wie hij wilde zijn, al was hij dan misschien een buitenbeentje, een rare kwibus. De pijler onder zijn bestaan die Ommie was, wilde de schrijver met deze roman alsnog eren. 

Tweede keer

Het is de tweede keer dat Van Dis de publieksprijs wint. In 1995 werd hij bekroond voor het werk Indische Duinen. Eerder was de auteur ook genomineerd met De Wandelaar (2007) en Ik kom terug (2015).

Voor de jaarlijkse publieksprijs waren verder ook Ilja Leonard Pfeijffer (met Alkibiades), Francine Oomen (met Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel), Rob van Essen (Ik kom hier nog op terug), Sacha Bronwasser (Luister) en Tommy Wieringa (met Nirwana) genomineerd.

Vorig jaar ging de NS Publieksprijs naar De Camino, van Anya Niewierra. Aan de bekroning hangt een geldbedrag van 7.500 euro, ook krijgt de winnaar een sculpuur van Jeroen Henneman en een NS-mediacampagne op de schermen in treinen.

Lees ook

Hoe bepaalde de surrogaat-oma van Adriaan van Dis de schrijver die hij zou worden?

Schrijver Adriaan van Dis.


Is een Poetinvriendelijke anti-interventionist een rare keus als spionnenbaas? Niet voor Trump

Tulsi Gabbard moet de nieuwe directeur van de Amerikaanse inlichtingendiensten worden, zo kondigde aanstaand president Donald Trump donderdag aan. Gabbard, een reservist, ex-Democraat en voormalig afgevaardigde voor Hawaii in het Congres, zal onder meer toezicht houden op de CIA, FBI en NSA. „Een keuze linksaf en de brug af”, reageerde een verbaasde anonieme oud-inlichtingenfunctionaris tegenover de politieke nieuwswebsite Politico.

Gabbard heeft geen ervaring in de spionnenwereld. In plaats daarvan bekommert de politica zich al jaren om het Amerikaanse militaire buitenlandbeleid. Kritiek op Amerikaans interventionisme in het buitenland is haar stokpaardje, vooral als het om Rusland gaat. Ze doet regelmatig uitspraken – sinds 2022 als terugkerende gast bij Fox News – die slecht vallen bij zowel Democraten als Republikeinen. Zo zei ze dat Rusland Oekraïne niet zou zijn binnengevallen als de NAVO Oekraïnes deelname aan het militaire verband zou hebben uitgesloten.

Gabbard zegt dat ze haar scepsis over het Amerikaanse interventionisme dankt aan haar tijd als militair. Ze was luitenant-kolonel in de Hawaii Army National Guard en werd uitgezonden naar Irak en Koeweit.

Haar uitspraken doen vooral denken aan die van Russische en Chinese staatsmedia: zo herhaalde ze op sociale media de ongegronde bewering dat de VS „geheime bio-laboratoria” in Oekraïne zouden hebben gefinancierd. Het Amerikaanse magazine The Atlantic noemt Gabbard vanwege dit soort beweringen een „Poetin-apologist” en haar nominatie een risico voor de nationale veiligheid.

Tulsi Gabbard (midden) en Donald Trump tijdens een campagne-evenement in Georgia.

Foto Carlos Barria/Reuters

In haar rol als Congres-afgevaardigde sprak ze in 2017 met de Syrische dictator Bashar Assad, ondanks de verbroken diplomatieke banden tussen Syrië en de Verenigde Staten. Niet de VS maar de „Syrische bevolking” moet „zelf zijn toekomst bepalen”, zei ze na het gesprek – al had Assad een aantal jaar ervoor een vreedzame burgerrechtenbeweging de kop ingedrukt. Of Gabbard banden met het Kremlin onderhoudt, is niet duidelijk.

Elitaire kliek

De 43-jarige Gabbard zat acht jaar namens de Democraten in het Huis van Afgevaardigden. In 2020 stelde ze zich kort kandidaat voor de presidentsverkiezingen. Twee jaar later stapte ze uit de Democratische partij, die volgens haar gedomineerd zou zijn door „een elitaire kliek van oorlogsstokers” en „woke” ideologen. Sindsdien heeft ze een draai richting Donald Trump gemaakt.

https://x.com/TulsiGabbard/status/1579788950696185859

Trump en Gabbard kennen elkaar persoonlijk: ze stoomde Trump klaar voor het presidentiele debat tegen Kamala Harris, vanwege haar eigen succes tegen Harris bij een Democratisch voorverkiezingendebat in 2019. Ze voerde daarnaast campagne voor Trump in swing states en Democratische ‘blauwe’ staten.

De Poetinvriendelijke houding van Gabbard lijkt Trump welgevallig, want Trump wantrouwt de CIA en andere veiligheidsdiensten. Volgens hem zouden die zijn relatie met Poetin onterecht in twijfel trekken, beslissingen in zijn eerdere regeerperiode in de weg hebben gezeten en zouden de diensten zijn terugkeer in het Witte Huis hebben willen voorkomen. Trump zei in 2023 al dat hij de inlichtingendiensten wil gaan hervormen.


Wantrouwen in Spanje door wisselende cijfers over aantal slachtoffers door overstromingen

Een dodental dat daalt in plaats van stijgt. Cijfers die stagneren terwijl er nog steeds lichamen worden gevonden. Het is een mysterie dat de inwoners van Valencia bezighoudt na de verwoestende overstromingen van twee weken geleden. Het dodental staat nu officieel op 216, maar dat lag eerder hoger. En waar eerder 1.900 mensen werden vermist, zijn er nu nog maar 23 vermisten. Hoe is dat mogelijk, vragen Spanjaarden zich af.

Na de overstromingen in de regio Valencia werd al snel duidelijk dat de schade enorm was. Omdat de noodwaarschuwing van de overheid te laat kwam, waren op het moment van de overstromingen nog veel mensen buiten. In de eerste paar uur werden al snel lichamen gevonden en waren er elke uur updates over het stijgende aantal slachtoffers. Die aantallen bleken echter niet altijd accuraat. Drie verschillende instanties deelden informatie over de gevonden lichamen, terwijl er wettelijk gezien maar één instantie die taak heeft: het Centro de Integración de Datos (CID). Dat is een nationale organisatie met forensische experts en specialisten die slachtoffers identificeren.

Deze organisatie was echter niet meteen actief en dus nam de regionale crisisdienst Cecopi de eerste paar dagen de taak op zich. Toen op vrijdag 1 november het CID zich met de telling ging bemoeien ontstond de eerste verwarring. De nationale dienst had het over 162 doden, terwijl de regionale crisisdienst 202 doden meldde. In de dagen die volgden werd de verwarring groter, omdat het aantal doden bij de twee organisaties sterk uiteen liep.

Lees ook

over de politieke strijd rond de overstromingen

De Spaanse koning Felipe (boven) en koningin Letizia (linksonder) werden zondag in Paiporta bekogeld met modder bij een bezoek aan het rampgebied. Foto’s MANAURE QUINTERO/AFP, Reuters

Manier van tellen

Het CID begon pas met het officieel tellen van de doden nadat de lichamen daadwerkelijk waren opgehaald en geregistreerd, terwijl de andere instanties informatie gaven die alleen gebaseerd was op de locaties van de lichamen of meldingen van de politie.

Een woordvoerder van de Generalitat Valenciana, het regionale bestuur, zei dat hun cijfers gebaseerd waren op meldingen van de politie. Aanvankelijk werden veel lichamen door drones of de politie ontdekt, maar pas later werden ze officieel geregistreerd. Dit zorgde ervoor dat de cijfers snel stegen, maar later stagneerden of werden teruggedraaid omdat er bijvoorbeeld sprake was van ‘vals alarm’.

Ook het aantal vermisten zorgt voor de nodige verwarring. In de eerste dagen werd gesproken over bijna tweeduizend vermisten. Volgens de 112-centrale zijn er veel vermisten opgegeven die daarna niet meer zijn afgemeld. Hierdoor ontstond lange tijd de angst dat het dodental enorm zou toenemen. Maar het CID besloot op 5 november alleen nog meldingen te tellen die persoonlijk door familieleden zijn gedaan.

Wantrouwen

Dit zorgde er voor dat er een geruchtenmolen op gang kwam die voeding gaf aan complottheorieën. Sommige inwoners geloofden dat de overheid ‘bewust’ rommelde met de cijfers en dat er in werkelijkheid veel meer doden zijn dan gemeld. Die geruchten werden versterkt toen een week na de ramp óók de landelijke regering van premier Pedro Sánchez cijfers begon te delen die afweken van de organisatie die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het tellen van slachtoffers. Minister van Transport Óscar Puente zei dat hij niet verantwoordelijk is voor de cijfers, maar bleef op platform X wel continu updates geven. En dus had Valencia naast de chaotische coördinatie bij de hulpverlening, ook een informatieprobleem.

Lees ook

deze reportage over de woede in Valencia

Burgers steken zelf de handen uit de mouwen om de met modder en rotzooi bezaaide straten schoon te krijgen.

Volgens critici is de chaos ontstaan omdat het CID een redelijk nieuwe organisatie is die niet veel ervaring heeft met rampen. De organisatie is vijftien jaar geleden opgericht door de regering en had tot nu toe te maken met twee rampen: een treinramp in Santiago de Compostella in 2013, met tachtig doden, en een crash van een F16-straaljager in Albacete in 2015, met elf doden.


Europese Commissie legt Meta boete op van bijna 800 miljoen vanwege machtsmisbruik

De Europese Commissie heeft Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram, een boete opgelegd van 797,72 miljoen euro. Meta zou zich schuldig hebben gemaakt aan machtsmisbruik bij het promoten van het eigen Marketplace, een online doorverkoopplatform. Dat meldt de Europese Commissie donderdag in een persbericht.

Marketplace is oorspronkelijk een separaat platform van Facebook, maar Meta heeft de verkoopsite tegen de EU-regels in gekoppeld aan Facebook. Daardoor komen Facebookgebruikers geregeld in aanraking met het doorverkoopplatform – of ze het nou willen of niet – en kunnen ze tevens automatisch toegang krijgen. Daardoor heeft Marketplace een „aanzienlijk” distributievoordeel, waar concurrenten niet aan kunnen tippen.

Meta zou ook niet eerlijk omgaan met concurrenten van Marketplace – zoals eBay en het Nederlandse Marktplaats – die advertenties plaatsten op Facebook en Instagram. Zo werden de gebruikersdata die de advertenties van concurrenten van Marketplace opleverden, gebruikt om Marketplace beter in de markt te zetten.

Afschrikwekkend signaal

De Commissie wil dat Meta een einde maakt aan de stafbare gedragingen. Bij het bepalen van de hoogte van de boete is rekening gehouden met de ernst van de zaak, de omzet van Marketplace en de totale omzet van het kapitaalkrachtige Meta, om een voldoende afschrikwekkend signaal af te geven.

Marktdominantie is niet per se onwettig volgens de EU-regels, maar bedrijven met een machtspositie hebben een speciale verantwoordelijkheid om hun machtspositie op de markt niet te misbruiken door de concurrentie te beperken, stelt de markttoezichthouder. Dat laatste is nu wel voorgevallen volgens de Commissie.