De Oekraïense president Volodymyr Zelensky wil er alles aan doen om in 2025 via diplomatieke weg een einde te maken aan de oorlog met Rusland. Dat zei hij zaterdagochtend in een interview met een Oekraïense radiozender. Voorheen hield Zelensky de mogelijkheid van onderhandelingen met het Kremlin steeds af.
Zelensky was zaterdag in de studio ter ere van het honderdjarig bestaan van de radiozender. Tijdens het interview sprak hij onder meer over de aankomende winter, de steun vanuit de Verenigde Staten, en de mogelijkheid tot onderhandelingen met Poetin.
Aankomende woensdag is het precies duizend dagen geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. De situatie in het oosten van het land is op dit moment „moeilijk”, erkende Zelensky. Zaterdagochtend vroeg maakte het Russische leger bekend dat het twee dorpen in de regio Donetsk had veroverd.
Wel is Oekraïne komende winter volgens Zelensky „beter dan wanneer dan ook sinds het begin van de oorlog” voorbereid op Russische aanvallen op zijn telecommunicatie- en energie-infrastructuur. Toch moeten Oekraïense burgers zich ook de aankomende winter voorbereiden op het uitvallen van stroom, televisie of internet, aldus de president.
Goed gesprek
Ook besprak Zelensky de winst van Republikein Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De aankomend president van de Verenigde Staten wil stoppen met de wapenleveranties aan het land en beweert het conflict na zijn officiële aantreden „binnen één dag” te zullen beëindigen. In de tussentijd heeft vertrekkend president Joe Biden toegezegd vóór de machtswissel zoveel mogelijk wapens aan Oekraïne te leveren.
Over hoe het daarna verder moet, was Zelensky niet heel duidelijk. Trump ziet Oekraïne het liefst aan de onderhandeltafel; in het interview met de radio zei Zelensky dat onderhandelingen mogelijk waren, „op voorwaarde dat Oekraïne niet alleen tegenover Rusland staat”.
Volgens de Oekraïense president is Vladimir Poetin immers „niet geïnteresseerd in vrede”, maar wil de Russische president vooral onderhandelen omdat hij daarmee uit zijn diplomatieke isolement kan komen.
Toch zegt Zelensky vertrouwen te hebben dat Trumps terugkeer in het Witte Huis ertoe zal leiden dat er een spoedig einde aan de oorlog komt. In september zouden de twee volgens Zelensky al „een goed gesprek” hebben gehad; de Oekraïense president wil nu zo snel mogelijk opnieuw met zijn aanstaande ambtsgenoot in gesprek. Dat kan alleen pas wel nadat Trump op 20 januari 2025 officieel is ingezworen.
Liveblog Oorlog in Oekraïne
‘EU bevraagt China over gebruik Chinese drones door Russische leger’
In Yerseke en Middelharnis is zaterdag onrust ontstaan rond de komst van actiegroep Kick Out Zwarte Piet (KOZP). Bij lokale Sinterklaasintochten hadden zich tegendemontranten verzameld die de activisten bekogelden. De politie heeft op beide plekken aanhoudingen verricht, meldt persbureau ANP.
In het Zeeuwse Yerseke protesteerden ongeveer twintig actievoerders van KOZP tegen de aanwezigheid van zwart geschminkte pieten. Een groep van ongeveer honderd mensen probeerde de demonstratie te verstoren met het gooien van eieren, stenen en vuurwerk, verklaart de politie in een persbericht.
Er zijn in vier mensen aangehouden voor het verstoren van de openbare orde, onder wie een 14-jarige jongen uit het Zeeuwse dorp. Al vooraf was volgens de politie duidelijk dat een groep mensen de KOZP-demonstratie wilde verstoren, waardoor er veel agenten op de been waren. De gemeente Reimerswaal heeft een noodbevel afgegeven.
Signalen
Ook in het Zuid-Hollandse Middelharnis moest de politie ingrijpen. Tegendemonstranten gooiden met eieren en appels. Een woordvoerder van de politie laat tegenover ANP weten dat zeker vier tegendemonstranten zijn aangehouden voor kleine feiten, zoals baldadigheid.
De leden van KOZP riepen onder meer „Middelharnis schaam je” en „weg met Zwarte Piet”. Ook KOZP-voorman Jerry Afriyie bevond zich onder de demonstranten. Een paar dagen geleden zei de gemeente Goeree-Overflakkee signalen te hebben gekregen dat tegenstanders van KOZP het protest wilden verstoren.
De landelijke Sinterklaasintocht in Vianen is zaterdag zonder problemen verlopen. Op het evenement kwamen zo’n 25.000 bezoekers af, 20.000 meer dan de gemeente had verwacht. Volgens een woordvoerster van de gemeente was de sfeer tijdens de intocht goed en vonden er geen demonstraties plaats.
Het raakte op een gegeven moment wel „echt vol” rond de plek waar de boot van Sinterklaas aanmeerde, maar delen van de route hoefde niet te worden afgesloten. „We kijken terug op een fantastische intocht, het is allemaal heel goed verlopen”, aldus de woordvoerster tegen ANP.
Bij een brand op een kraamafdeling in de stad Jhansi, in het noorden van India, zijn vrijdagnacht zeker tien pasgeboren kinderen omgekomen. Dat meldt de Hindustan Times. Nog zeventien kinderen raakten gewond.
De brand ontstond volgens lokale media rond 22.30 uur lokale tijd (18.00 Nederlandse tijd) op de intensive care van de kraamafdeling van het Maharani Laxmibai Medical College. Op de afdeling, die slechts 18 bedden heeft, verbleven volgens plaatsvervangend minister Brijesh Pathak in totaal 49 kinderen.
Volgens lokale autoriteiten zou de brand zijn veroorzaakt door kortsluiting en zich vervolgens snel over de zuurstofrijke afdeling hebben verspreid. Volgens CNN waren op de kraamafdeling rookmelders aanwezig, maar ging het alarm niet af. Hulp zou daardoor pas op gang zijn gekomen nadat ziekenhuismedewerkers zagen dat er brand was.
Hartverscheurend
Het is de tweede keer in een half jaar tijd dat in India brand uitbreekt op een kraamafdeling. Bij een vergelijkbaar incident in een privéziekenhuis in Delhi kwamen in mei zes baby’s om. En in 2021 stierven tien baby’s door brand in een kraamafdeling in de westelijke provincie Maharashtra. Ook die brand was veroorzaakt door kortsluiting.
Minister-president Narendra Modi spreekt in een bericht op X van een „hartverscheurend” ongeluk en spreekt zijn condoleances uit voor de nabestaanden. De lokale overheid heeft aangekondigd dat de families van de omgekomen kinderen ieder een schadevergoeding van 500.000 roepies (zo’n 5.600 euro) zullen ontvangen.
Na jaren met financiële en organisatorische groei, gaat Ajax fors snijden in de organisatie. Door de slechte sportieve prestaties en mindere transferresultaten in de afgelopen jaren is de clubleiding gedwongen de operationele kosten omlaag te brengen. De verwachting is dat minimaal 20 procent van het personeelsbestand wordt geschrapt – er werken zo’n vijfhonderd mensen bij de club. De sanering raakt vrijwel alle afdelingen – van de jeugdopleiding en de scouting tot het eerste elftal en commerciële zaken. Dit zeggen Ajax-bestuurders tegen NRC.
In een reactie bevestigt een woordvoerder van Ajax donderdag dat de club kijkt naar manieren om „structureel kosten te besparen.” Maar het is „veel te voorbarig om in te gaan op vragen hierover”. Op 17 oktober is het personeel geïnformeerd over ophanden zijnde bezuinigingen, laat de woordvoerder weten, die verder „wil benadrukken dat de continuïteit van de organisatie, zelfs bij een scenario zonder Europees voetbal, voldoende is gewaarborgd”.
In opdracht van de raad van commissarissen stelde financieel directeur Susan Lenderink in de afgelopen maanden een herstelplan op. Volgens betrokkenen zijn per afdeling de bezuinigingsdoelstellingen inmiddels min of meer duidelijk, de precieze invulling wordt op dit moment uitgewerkt.
Het uitgangspunt is dat Ajax de komende jaren met een fundamenteel kleinere organisatie gaat werken. Mede door het sportieve én economische succes in de periode 2019-2022 is het personeelsbestand flink gegroeid. De afgelopen vijf jaar steeg het aantal fte met honderd naar 474 dit jaar.
„Nu moeten de toeters en bellen eraf”, zegt een bestuurder, die evenals andere betrokkenen spreekt op voorwaarde van anonimiteit. Er is nog geen duidelijk streefcijfer, maar bronnen gaan uit van een krimp naar 300 tot 350 voltijdsbanen.
Rode cijfers
Over het afgelopen boekjaar leed Ajax een relatief klein netto verlies van 9,8 miljoen euro op een omzet van 152 miljoen, bleek uit het in september gepubliceerde jaarverslag. Het mislopen van de lucratieve Champions League (twee jaar op rij) en twee dramatische transferzomers zijn belangrijke oorzaken voor de rode cijfers. Op het eerste oog leken de financiële resultaten mee te vallen, zeker afgezet tegen het robuuste eigen vermogen van 226 miljoen.
Maar het was vooral dankzij de inkomsten uit de transfers van onder anderen Jurriën Timber, Edson Álvarez en Mohammed Kudus dat Ajax een veel groter verlies kon afwenden – het operationele tekort bedroeg afgelopen jaar bijna 40 miljoen euro.
De clubleiding ziet dat dit bedrijfsmodel niet langer houdbaar is. De koers was de afgelopen jaren gericht op (internationale) expansie, een begroting die uitging van Champions League-deelname en waarde-ontwikkeling van talentvolle spelers die uiteindelijk voor tientallen miljoenen worden verkocht.
Door de uitspraak in de zaak van Lassana Diarra bestaan er binnen Ajax flinke zorgen over de toekom-stige winstgevendheid van de transfermarkt. Het Europees Hof van Justitie oordeelde in oktober dat transferregels van wereldvoetbalbond FIFA, die het spelers de facto onmogelijk maken hun contract op te zeggen, in strijd zijn met het vrije verkeer van werknemers en de vrije mededinging tussen clubs. Wat de precieze gevolgen zijn is nog niet duidelijk, maar zeker is dat het fundament onder het transfersysteem wankelt. Juist Ajax is als opleidingsclub sterk afhankelijk van de inkomsten uit transfers.
Bestuurders vragen zich daarom af of Ajax in de toekomst nog wel in staat is om spelers voor hoge bedragen te verkopen – transfersommen van 40 miljoen euro of meer waren tot voor kort gebruikelijk. En dat terwijl de liquiditeit in de markt vóór de Diarra-uitspraak al minder was. Afgelopen transferzomer gaven clubs wereldwijd 10 procent minder uit in vergelijking met een jaar eerder, berekende het Internationale Centrum voor Sportstudies in Zwitserland. De gevolgen daarvan werden gevoeld bij Ajax, dat moeilijk spelers wist te verkopen.
Die ontwikkelingen dwingen Ajax tot een meer „duurzame” en „rationale” strategie, zoals betrokkenen het noemen. Het salarisbudget – het salarishuis van de selectie – wordt aanzienlijk versoberd. Ajax betaalde zijn spelers afgelopen seizoen opgeteld ruim 62 miljoen euro, wat al 12,5 procent minder was dan het seizoen ervoor, maar nog altijd meer dan andere Nederlandse clubs. Het streven is om dit nog verder af te bouwen – richting 40 miljoen euro, zegt een ingewijde. De hoogte van het salarisbudget is in het profvoetbal een belangrijke indicator voor sportief succes.
Koerswijziging
De besparingsoperatie raakt het transferbeleid van technisch directeur Alex Kroes. Hij moet zich richten op ‘goedkopere’ spelers die bereid zijn voor lagere salarissen te tekenen, een koerswijziging die afgelopen zomer al is ingezet. Het is volgens een betrokkene uitgesloten dat Ajax in de komende jaren spelers van 15 miljoen euro of meer koopt.
Tegelijkertijd zal Kroes volgende zomer voor minimaal tientallen miljoenen spelers moeten verkopen om een zwaar financieel verlies af te wenden. Dat betekent dat het moeilijk wordt een goed bod op bijvoorbeeld de talentvolle Jorrel Hato (18) af te slaan – de verdediger heeft volgens transfermarkt.nl een marktwaarde van 30 miljoen.
Een probleem is dat diverse kernspelers, zoals Jordan Henderson (34) en Steven Berghuis (32), door hun relatief hoge leeftijd weinig restwaarde hebben. Extra complicerende factor is dat zij hoge salarissen hebben, die nog zijn afgesloten in de vette jaren.
Een relatief kleine afdeling als de scouting zal anders te werk moeten gaan om geld te besparen. Doel is om reizen slimmer te plannen, zodat scouts niet continu op pad zijn.
Om live-scouting (het ter plekke beoordelen van spelers) effectiever te maken, wordt in de voorbereiding meer gebruik gemaakt van video-scouting. Ook op commerciële afdelingen én in de jeugdopleiding moeten de kosten omlaag.
De geplande bezuinigingen verhogen de druk op de club die sportief weliswaar enigszins is opgekrabbeld, maar bestuurlijk nog altijd wankel is. Financieel directeur Lenderink kondigde onlangs haar vertrek aan per uiterlijk 1 maart, een beslissing die volgens ingewijden los staat van de besparingen. Commercieel directeur Menno Geelen is algemeen directeur ad interim sinds het ontslag dit voorjaar van Alex Kroes, vanwege een aandelenaffaire. Kroes keerde later terug als technisch directeur, maar zonder tekenbevoegdheid. Marijn Beuker, directeur voetbalzaken, is nog geen jaar in dienst van Ajax.
Gebrekkig toezicht
Op de achtergrond speelt bovendien een strijd tussen de raad van commissarissen (rvc) en de amateurvereniging Ajax, die met 73 procent van de aandelen grote invloed kan uitoefenen op de beursgenoteerde voetbalclub. De vereniging verweet de commissarissen de voorbije jaren onder meer gebrekkig toezicht op transferbeleid en financiën. Stemmingmakerij, vindt de rvc, het is juist het activisme van de vereniging dat de club zo moeilijk bestuurbaar maakt. Drie commissarissen maakten vorig voorjaar bekend op te stappen, terwijl ook oudgedienden Leo van Wijk en Michael van Praag, iets meer dan een jaar geleden ingevlogen om een vorige bestuurscrisis te beslechten, er genoeg van hebben.
Drie vervangers zijn inmiddels gevonden, zij worden in principe benoemd op de aandeelhoudersvergadering op 16 december. Over de opvolger van rvc-voorzitter Van Praag is niettemin gesteggel ontstaan. De vereniging schoof eerder Diederik Karsten, oud-topman van kabelbedrijf Liberty Global, naar voren als ideale kandidaat. Maar de commissarissen vinden hem ongeschikt. Hij zou niet de visionair zijn die Ajax kan helpen bij het ontwikkelen van een nieuwe bedrijfsstrategie in financieel zwaardere omstandigheden.
Op de Azerbeidzjaanse televisie lijkt president Ilham Aliyev een groot natuurliefhebber. In een promotiefilmpje voor de VN-klimaattop die nu in het land plaatsvindt, zie je de president en zijn echtgenote (tevens vice-president) gehuld in legerkleding door het ongerepte Kaukasusgebergte trekken. Ze wassen hun handen in een heldere bergbeek en poseren naast rivieren. In weer een ander shot knuffelt autocraat Aliyev een boom. De beelden wisselen elkaar af op volksmuziek; een koor roept om de zoveel tellen ‘Azerbeeeiiidzjan!’.
Maar wie de hoofdstad Bakoe uitrijdt, ziet binnen tien minuten waar de macht van de Aliyevs werkelijk op gebouwd is. Aan de randen van de stad staan overal jaknikkers. Deze olievelden behoren tot de eerste ter wereld: al in 1846 begon het Russische Rijk hier met boren en tegen 1900 produceerde wat tegenwoordig Azerbeidzjan is bijna de helft van alle olie ter wereld. Daarnaast beschikt Azerbeidzjan over grote gasvelden in de Kaspische Zee.
Aliyev kwam in 2003 aan de macht na de dood van zijn vader, die ook in de Sovjettijd al president was. Zijn regime staat geen vrije verkiezingen toe, snoert kritische journalisten de mond en laat tegenstanders opsluiten en martelen. Ondertussen gebruikt Aliyev de opbrengsten uit de olie- en gasindustrie, die hij sterk uitbreidde, om een corrupte zakenelite aan zich te binden, zich van stabiliteit te verzekeren en megalomane bouwprojecten uit te voeren. Bijna de helft van Azerbeidzjans economie en meer dan 90 procent van diens export bestaat tegenwoordig uit fossiele brandstoffen.
Welkom, kortom, in het gastland van de 29ste VN-klimaatconferentie. Een jaar na de vorige ‘COP’ (Conference of Parties) in Dubai is het ook dit jaar weer aan een autoritair geregeerde gas- en oliestaat om de belangrijkste jaarlijkse internationale onderhandelingen over het tegengaan van de opwarming van de aarde in goede banen te leiden. Daarbij is het voornaamste agendapunt dit keer het mobiliseren van extra financiering om ontwikkelingslanden te helpen bij hun klimaatbeleid.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Jaknikkers in Bakoe zijn het symbool van de olierijkdom van Azerbeidzjan.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Jaknikkers in Bakoe zijn het symbool van de olierijkdom van Azerbeidzjan.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/15174550/remove_image_metadata_088e4bac7c3fdcfcd343d0b0122ce5ea_673775ed46108.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/gastheer-vn-klimaattop-knuffelt-een-boom-maar-blijft-gas-en-olie-exporteren.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/0HMiwPlQ9MoB-eSijRFHEPNh50M=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/15174550/remove_image_metadata_088e4bac7c3fdcfcd343d0b0122ce5ea_673775ed46108.jpg 1920w”>Jaknikkers in Bakoe zijn het symbool van de olierijkdom van Azerbeidzjan.
Aartsvijanden
Dat de top uitgerekend in Bakoe belandde, zit als volgt. Volgens VN-regels roteert het voorzitterschap van de COP ieder jaar over vijf mondiale regio’s. Dit jaar was de ‘Oost-Europese’ regio aan de beurt: de voormalige Sovjet-Unie minus Centraal-Aziatische staten. Omdat de oostelijke EU-lidstaten en Rusland elkaar boycotten vanwege de oorlog in Oekraïne, en andere landen te weinig capaciteit hadden, bleven aartsvijanden Armenië en Azerbeidzjan eind vorig jaar als mogelijke gastlanden over.
Die herfst had Azerbeidzjan net de betwiste regio Nagorno-Karabach aangevallen, waarna honderdduizend Armeniërs op de vlucht sloegen. In december sloten de twee landen een deal: in ruil voor de vrijlating van 32 Armeense krijgsgevangenen liet Armenië twee Azerbeidzjaanse gevangenen vrij en ging het ermee akkoord dat Bakoe de COP29 zou organiseren.
Aliyevs regime noemt de klimaatconferentie daarom de ‘COP van vrede’. Critici benadrukken juist dat Bakoe de top gebruikt om zich internationaal op de kaart te zetten terwijl het regime in het veroverde Nagorno-Karabach bezig is Armeens erfgoed uit te wissen. Daarnaast klinkt er veel kritiek op het feit dat Azerbeidzjan als nauw bondgenoot van Israël ruim 40 procent van Israëls olie-importen levert en daarmee de Israëlische oorlogsmachine in Gaza en Libanon in stand houdt.
Maar de circa vijftigduizend mensen die voor de COP29 naar Bakoe vlogen (de landsgrenzen zijn gesloten sinds de coronapandemie, dus vliegen is de enige optie), zien doorgaans niets van de donkere kanten van dit regime. Ze komen aan op het brandschone Heyder Aliyev Airport, een sterk staaltje futuristische architectuur vernoemd naar Ilhams vader, en worden naar elektrische shuttlebussen geleid die hen naar hun hotel of het conferentieterrein brengen. Op de bussen staat de tekst: ‘Laten we ons verenigen voor een groene wereld!’
De top vindt plaats in een gigantisch overdekt complex rondom het Olympisch Stadion van Bakoe. Overal staan vriendelijk lachende vrijwilligers in mintgroene hesjes die hun hulp aanbieden, maar vaak niet het antwoord op vragen weten. Daarnaast is overal in de stad politie aanwezig en hangen er op vrijwel elke straathoek camera’s. Wanneer je als journalist buiten het COP-terrein je werk probeert te doen, bekruipt je al snel het gevoel dat je gevolgd wordt door agenten in burger.
Ondertussen doet de binnenlandse pers, die onder staatscontrole staat, trouw verslag van de prestaties van Aliyev. „De wereld verenigd in Bakoe!”, opende de krant Azerbaycan afgelopen woensdag. Op de voorpagina staat een grote foto van Aliyev die de plenaire zaal van de COP toespreekt. Pagina’s 2 en 3 borduren voort op hetzelfde thema, zonder tekst, maar mét 78 kleine fotootjes van Aliyevs ontmoetingen met regeringsleiders en andere prominente gasten.
Rode telefooncel
Ook andere landen grijpen de COP aan voor zelfpromotie. De overdekte hal met ‘landenpaviljoens’ op het COP-terrein heeft meer weg van een meubelbeurs dan van een klimaatconferentie. De Britten hebben een karakteristieke rode telefooncel neergezet, bij de Turken kun je op de foto met een man met tulband in Ottomaans tenue, de Chinezen delen gratis biografieën uit van Xi Jinping.
„Het COP-proces lijkt aan de buitenkant soms op een circus”, zegt Ruth Townend, expert klimaatdiplomatie verbonden aan de Britse denktank Chatham House. „Maar binnen de onderhandelkamers kan wel degelijk voortgang geboekt worden. Het is daarom belangrijk om ook weer niet té ver door te schieten in cynisme, want deze VN-klimaattoppen zijn ondanks al hun gebreken onze enige en beste kans om een klimaatcatastrofe te voorkomen – en tijd om het proces anders in te richten is er simpelweg niet.”
De rol die een gastland speelt doet ertoe, benadrukt Townend. De voorzitter heeft gezag en ruimte om partijen bij elkaar te brengen en op heikele punten doorbraken te forceren. „Maar vooralsnog lijkt Azerbeidzjan die rol niet heel proactief in te nemen”, zegt de analist telefonisch. Het helpt daarbij niet dat Azerbeidzjan geen politieke cultuur heeft waarin vrij debat plaatsvindt. Het land telt volgens mensenrechtenorganisaties momenteel driehonderd politieke gevangenen. Afgelopen jaar werden zes journalisten gevangen gezet die onderzoek deden naar vervuiling door een goudmijn.
Op twee vlakken zou Azerbeidzjan wél een constructieve rol kunnen spelen, stelt Townend. Enerzijds heeft het land goede banden met de landen in het mondiale zuiden waar de klimaatfinanciering overwegend naartoe moet. Anderzijds brengt Azerbeidzjans positie als olie en gasstaat naast overduidelijke nadelen ook voordelen. „Azerbeidzjan begrijpt de dilemma’s van de energietransitie maar al te goed en bevindt zich daardoor in een goede positie om hierover het gesprek aan te gaan met landen die eveneens afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Maar dan moet het land wel echt gecommitteerd zijn aan die transitie.”
Bakoe wil uitstralen dat dit zo is. De promofilm in Azerbeidzjans eigen landenpaviljoen toont zwart-witbeelden van een donker ‘verleden’ vol gas en olie en schakelt dan over naar kleurrijke shots van zonnepanelen en windmolens. Gevraagd er iets meer over te vertellen, reageert een vrijwilliger nerveus. Dat moet ze checken bij haar manager, die op haar beurt ook weer toestemming blijkt te moeten vragen. „We kunnen toch wel iets zeggen?”, oppert een derde vrouw nog. „Nee, ze schieten echt in paniek”, zegt de manager.
Geschenk van God
President Aliyev kan wel vrijuit praten over wat hij Azerbeidzjaans „groene agenda” noemt. In zijn openingsspeech op de klimaattop vertelt hij onder meer over de aanleg van nieuwe zonnecentrales en windmolenparken door bedrijven uit Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Groot Brittannië. Deze komen deels in het „bevrijde” Nagorno-Karabach te staan, zegt hij opgewekt.
Maar investeringen in groene energie betekenen niet dat Bakoe van fossiele brandstoffen af wil. Het land is juist van plan om de groene energie te gebruiken voor binnenlandse behoeftes zodat het nóg meer olie en gas kan exporteren, zo liet Aliyev doorschemeren in een toespraak op de ‘klimaatdialoog’-bijeenkomst in Rusland dit voorjaar. De president noemde olie en gas daar een ‘geschenk van God’ – en herhaalde die uitspraak afgelopen week bij de opening van de COP.
Het is dan ook niet ondenkbaar dat in de achterkamers van de COP29 gesproken wordt over deals in fossiele brandstoffen. De bestuursvoorzitter van de conferentie, Elnur Soltanov, tevens bestuurslid van Azerbeidzjaans olie- en gasstaatsbedrijf Socar, deed in de aanloop naar de top zelfs pogingen om zulke deals vooraf te organiseren, berichtte de BBC aan de vooravond van de COP. Dat blijkt uit een gelekte opname van een videogesprek tussen Soltanov en de non-gouvernementele organisatie Global Witness, die zich voordeed als een geïnteresseerde investeerder uit Hong Kong die de COP wel zou willen sponsoren als er ook wat aan te verdienen viel.
Straatscenes van Bakoe tijdens de COP29.
Foto’s: NRC
„Fake news!”, reageerde Aliyev in zijn openingstoespraak afgelopen dinsdag, waarin hij sprak van een „gecoördineerde lastercampagne” door „westerse fake news-media en zogenaamd onafhankelijke ngo’s”. Een dag later haalde Aliyev uit naar Frankrijk en Nederland, die hij beschuldigde van „neokolonialisme” in hun „zogenaamde overzeese gebieden” in de Caribische Zee en de Stille Oceaan. Deze kleine eilanden zijn extra kwetsbaar voor klimaatverandering, aldus Aliyev, „maar de stemmen van deze gemeenschappen worden vaak bruut onderdrukt door de regimes”.
Frankrijk en Nederland verwierpen de uitspraken in felle bewoordingen. Parijs besloot zelfs dat de Franse klimaatminister komende week niet naar de COP komt. De hoogste diplomaat van de EU, Josep Borrell, schreef op X dat „deze onacceptabele statements de vitale klimaatdoelen van de conferentie en de geloofwaardigheid van Azerbeidzjans COP29-voorzittersschap dreigen te ondermijnen”.
Maar hoe hypocriet uitspraken over onderdrukking door een autocraat als Aliyev ook zijn, op andere punten raakte de president wel degelijk een gevoelige snaar. Zo zei hij in zijn openingstoespraak dat wie Azerbeidzjan een ‘petroleumstaat’ noemt er goed aan doet te bedenken dat de Verenigde Staten nog altijd de grootste producent van olie en gas ter wereld zijn (en dat is vóór de komst van president Trump). En wie Bakoe beticht van het uitbreiden van de gasproductie, moet niet vergeten dat de Europese Unie hierom gevraagd heeft, in een poging alternatieven te vinden voor Russisch gas.
„Helaas zijn dubbele standaarden, politieke hypocrisie en de gewoonte om andere landen de les te lezen in sommige westerse landen een soort modus operandi geworden”, besloot Aliyev zijn openingstoespraak van de VN-klimaattop. Het klimaat heeft weinig aan dit soort uitspraken, maar ze doen het goed in een tijd dat het Westen veel morele autoriteit verloren heeft. Terwijl westerse leiders gepikeerd voor zich uit staarden, ontvingen veel andere wereldleiders Aliyevs slotwoorden met daverend applaus.
Zelfs als je, zoals Melissa Rein Lively, meerdere avonden per week in Mar-a-Lago mag aanschuiven voor het diner, is niet gezegd dat Donald Trump jou óók kent. Vorige week dinsdag, verkiezingsavond, had de Amerikaanse echter geluk, vertelt ze, nippend van haar dirty-martini. „Ik zat daar en voelde opeens een handje op mijn jurk. Ik schrok een beetje, want zoveel kinderen lopen er niet rond in Mar-a-Lago.” Het bleek de vierjarige X te zijn, een van Elon Musks twaalf kinderen.
Het bood de 39-jarige eigenaresse van een ‘anti-woke’ pr-bureau uit Arizona een unieke kans op contact met de rijkste man op aarde – en daarmee op haar droombaan. Ze wil niets liever dan Witte Huis-woordvoerder worden. De Tesla-topman is intensief betrokken bij de vorming van Trump-II. „Later zag ik Musk weer, hij herkende me en gaf me een high-five. De volgende dag sms’te hij me dat we moeten praten. Eigenlijk heb ik de baan al, zij weten het zelf alleen nog niet.”
Mar-a-Lago, een exclusieve club in miljonairsenclave West Palm Beach, met in een afgesloten gedeelte de privéverblijven van de familie-Trump, doet weer dienst als tweede Witte Huis. Tijdens zijn eerste presidentstermijn – 2017-2021 – bracht Trump 142 dagen door op het smalle schiereiland voor de Atlantische kust van immer zonnig zuid-Florida. Nadat hij het presidentschap kwijt was, maakte de in New York geboren Trump er zijn permanente verblijfsplaats van. Voor eenieder met ambitie in zijn Make America Great Again-beweging is Mar-a-Lago een bedevaartsoord.
Als NRC haar sms’t, stelt Melissa Lively voor af te spreken in de cocktailbar van vijfsterrenhotel The Breakers. Voor wie geen lid is van Mar-a-Lago is dat nu de beste plek om te netwerken in Trump world. Lively huurt er een suite sinds de dag voor de verkiezingen. Rijke vrienden en klanten die wel lid zijn, loodsen haar Mar-a-Lago binnen. „Vergeet Washington. Vergeet New York. Vergeet Hollywood. Dit is nu het fucking centrum van het universum. Dit is de grootste politieke banenmarkt ter wereld. Het is House of Cardson steroïds.”
Amerikaanse media smullen van de baantjesjacht rond het ‘Winter White House’, ‘MAGA Mecca’ en ‘Musk-a-Lago’. „TMZ zou zijn kantoor in Hollywood moeten opdoeken en er hier een openen”, adviseert Lively de de belangrijkste Amerikaanse site voor entertainmentnieuws . Naar eigen zeggen wist zij vorig weekend al dat Tulsi Gabbard en Matt Gaetz geselecteerd waren voor hoge posten – respectievelijk directeur van de inlichtingendiensten en minister van Justitie. „Ze zaten zaterdag een tafel achter me en de stemming was uitgelaten. Ik denk dat ze het toen al hadden gehoord van Trump en Musk.”
De keuze voor Gaetz en Gabbard zond schokgolven door Washington. Beiden zijn het best te omschrijven als MAGA-influencers. Politiek is voor hen bovenal een bron van trumpistische content voor hun sociale media. Trump lijkt hen en veel andere kandidaatbewindspersonen vooral te hebben geselecteerd op hun talent te provoceren – zowel de Democraten als van wat nog rest van het oude Republikeinse partijestablishment. Ophef is geen bezwaar, integendeel, het is het doel.
Lees ook
Trumps voordrachten sturen aan op confrontatie met Republikeinse partijgenoten in de Senaat
Desserts met bladgoud
Trump leerde die les als zakenman en het leverde hem de winst op in twee van zijn drie presidentsraces, zegt privé-detective Jose Lambiet. Als roddeljournalist werkte hij eerder deze eeuw in West Palm Beach voor verscheidene schandaalkranten en hij had in die rol veel te stellen met Trump. „Ik had zijn mobiele nummer en hij nam bijna altijd op, ook als hij op de golfbaan stond. Hij belde zelf ook vaak met primeurtjes. Al zette hij dan soms een andere stem op, om me zogenaamd een anonieme tip te geven.”
Trump, zegt Lambiet, „is absoluut een waardeloze zakenman, maar op pr-gebied is hij een genie”. Beter dan al zijn politieke tegenstanders, volgt hij de oude reclamewijsheid dat elke publiciteit goede publiciteit is. „Daardoor won hij ook nu weer, hoewel hij minder mensen had die zich inspanden voor zijn campagne dan [Kamala] Harris, en ook minder geld in kas. Deze man is al decennia zijn eigen one-manshow.”
Matt Gaetz en Robert F. Kennedy zijn te gast bij een gala van het America First Policy Institute op Mar-a-Lago.
Foto’s Carlos Barria/Reuters
Voordat Trump president werd, kwam Lambiet bijna wekelijks in Mar-a-Lago. Hij was geen lid, maar stond op een gastenlijst waardoor hij toch werd binnengelaten. „Trump belde me eens om te vertellen dat Oprah Winfrey haar verjaardag op zijn resort vierde. Hij zou zorgen dat ik via een achterdeur binnenkwam.” Binnen bleek hij de enige witte persoon in de feestzaal. „Ik viel natuurlijk enorm op. Trump trapte me er na een paar uur persoonlijk met veel bombarie uit, maar ik vond het niet erg: ik had m’n verhaal.”
Na Trumps verkiezingswinst van 2016 gingen de achterdeurtjes van Mar-a-Lago dicht. En sinds de twee aanslagen deze zomer op Trumps leven en de ontdekking van een Iraans moordcomplot, is de beveiliging verder opgeschroefd. Al kilometers voordat de crèmekleurige gebouwen opdoemen, staan op kruispunten politiewagens. Op het water voor het resort patrouilleert een speedboot met een machinegeweer op het voordek. Op het getrimde gazon trippelt een politierobothond.
Trump serveert de Amerikaanse kiezers stront, maar ze vreten het omdat er wat goud op zit
Lambiet kwam er altijd graag, maar niet om te eten. „Dat heeft me altijd verbijsterd: leden betalen 20.000 dollar per jaar [plus een borgsom van 1 miljoen als inschrijfgeld, red.] om waardeloos voedsel geserveerd te krijgen. Een salade vooraf en als hoofdgerecht een hamburger of aardappelen, groente en vlees.”
Trump maakte dat echter goed bij het dessert. „Meestal iets met veel chocola erin en – dat is weer zijn genialiteit – een paar snippertjes bladgoud erop.” Omdat mensen de laatste gang onthouden, gingen ze toch tevreden naar huis. „Trump doet nu weer precies hetzelfde bij de Amerikaanse kiezer. Hij serveert ze stront, maar ze vreten het omdat er wat goud op zit.” Inmiddels schijnt het eten overigens beter te zijn.
Agenten van de Secret Service, robothonden en de kustwacht worden ingezet voor de beveiliging van Mar-A-Lago.
Foto’s Julia Demaree Nikhinson, Chip Somodevilla, Carlos Barria, Joe Raedle
Een lastige buurman
Mar-a-Lago is voor Trump, die zes keer failliet ging, cruciaal om de schijn van succes op te houden. Hij kocht het terrein in de zuidpunt van het eiland in 1985 als privéwoning. Toen zijn casino’s in Atlantic City omvielen, liet hij in 1993 de oude gebouwen en de meeste palmbomen plat bulldozeren. Het maakt zijn relatie met buren gespannen. Er zijn rechtszaken aangespannen, bijvoorbeeld over de contractuele toezegging dat hij zelf niet permanent op het resort zou wonen. Het gemeentebestuur laat toe dat Trump die afspraak al jaren aan zijn laars lapt.
Direct omwonenden zaten niet op zijn komst te wachten, vertelt Laura Johnston. Ze woont anderhalve kilometer bij Trump vandaan en is telg van een zogeheten ‘pioniersfamilie’. „Mijn betovergrootouders kwamen hier in 1893. Er was toen nog niet eens een brug, het was overal jungle. Mensen kwamen hier om hun hangmat op te hangen, te zwemmen, te jagen. Nu komen er mensen die niet eens willen dat hun haar nat wordt. Maar goed, alles wordt protseriger in Amerika.”
Trumps relatie met een aantal buren is gespannen: tegen afspraken in ging hij zelf permanent wonen op zijn resort
Het eiland heeft nu drie bruggen. De middelste daarvan en een deel van verkeersader South Ocean Boulevard gaan (deels) dicht als Trump thuis is. „Dat splijt het eiland in tweeën, waardoor je tot twintig minuten moet omrijden”, zegt Johnston. „Deze week nog kwam ik bijna te laat op een zakelijke afspraak omdat ik vast dreigde te lopen in het verkeer. Toen heb ik rechtsomkeert gemaakt en heb ik de fiets gepakt. Maar daar is het hier eigenlijk te warm voor.”
Het verkeer van het stadje bestaat voor een deel uit Corvettes, Porsches en Bentleys. De boulevard langs zee is een kilometerslange rij miljoenenvilla’s, veelal omzoomd met hoge heggen, maar met vrij zicht op de oceaan. Hun eigenaren claimen de stranden aan de overkant van de weg ook graag als privéterrein, door de toegang met hekjes af te sluiten.
De wet van Florida is echter duidelijk: de vloedlijn is publiek bezit. Wie vanaf het kleine stukje openbaar gemeentestrand van downtown naar de branding loopt, kan drie kilometer doorlopen tot het strand van Mar-a-Lago. Onderweg kom je alleen agenten op quads tegen. Ze groeten gemoedelijk: de heer des huizes is die ochtend net naar Washington vertrokken voor een onderhoud met president Joe Biden.
Johnston koestert niet de illusie dat Trump vaker weg zal zijn als hij weer president is. Tijdens zijn eerste termijn kwam hij al veel weekenden over – zeker in de winter. „En staatshoofden komen natuurlijk ook liever naar West Palm Beach dan naar Washington. Wie niet?”, zegt Johnston. Ze zit zelf in het vastgoed en ziet niet dat huizenprijzen lijden onder de verkeeschaos – een vrees van sommige inwoners. „Vastgoed aan het strand blijft altijd veel waard en voor sommigen zal Trumps nabijheid juist een premium zijn.”
‘Laat ze mij maar haten’
In hotel The Breakers is het netwerken ondertussen nog in volle gang. Hé, daar loopt Chris Christie de hotellobby in, de ex-gouverneur van New Jersey die brak met de president en dit voorjaar meedeed aan de Republikeinse voorverkiezingen als dé anti-Trump-kandidaat – en kansloos verloor. Bij de lift wordt hem gevraagd wat hij hier doet. „O, ik moet een praatje houden voor een politiek actiecomité”, antwoordt hij.
De vragensteller maakt zich kenbaar als topambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij geeft zijn naam, maar wil die niet in NRC. „Ik werd al onder Trump-I benoemd. Onder Biden hebben ze tevergeefs geprobeerd me eruit te werken.” Nu zijn oude baas terugkeert, kan hij weer uit het verdomhoekje komen. „Dit is nu wel de plek waar het gebeurt, ja.”
Als MAGA-influencer ging Lively twee keer viraal. In 2020 toen ze stampij maakte over een rek met mondkapjes in een supermarkt en vorig jaar, toen ze een selfie nam met nationaal infectieziekte-expert Anthony Fauci en snel haar middelvinger opstak. Ze heeft gehoord dat Trump daar hard om moest lachen.
Selfies met Robert F. Kennedy en op een terras in Mar-a-Lago.
Foto’s privéarchief Melissa Rein Lively
Ze erkent dat de concurrentie pittig is: andere namen die rondgaan zijn bekender. Zoals die van Trumps mediagenieke advocaat Alina Habba, die zijn New Yorkse civiele smaadzaak verloor. Lively: „Hij wil geen losers.” En Kari Lake, een trumpista en ex-journalist uit Arizona. „Zij was mijn mentor. Ze mag mijn plaatsvervanger worden.”
Deze week gaf Lively al interviews aan persbureau Bloomberg, de Britse omroep BBC, Vanity Fair, The Washington Post en The Wall Street Journal. „Zo kunnen Musk en Trump zien hoe goed ik ben met de pers.” In één zo’n artikel, van Politico, mocht een Republikeinse politiek strateeg anoniem klagen hoe „met Gucci-behangen oplichters” nu naar baantjes hengelen. Lively: „Ja, ik heb een Gucci-koffer, laat ze mij maar lekker haten.”
Want dat is de belangrijkste les die Trump haar leerde, en die de president nu toepast in zijn personeelsbeleid. „We delen de theorie dat juist de haters je beroemd maken. Al die mensen die zich krijsend over hem opwinden, juist díe tillen hem elke keer weer omhoog. Dat is echt wat hem weer in het Witte Huis heeft doen belanden.”
Vooralsnog is sociaal-democraat Olaf Scholz kanselier, en wat hem betreft blijft hij dat ook nog een aantal jaar ná de Bondsdagverkiezingen in februari 2025. Hij legt zich er natuurlijk niet zomaar bij neer dat hij de kortst-zittende kanselier van de Bondsrepubliek sinds de jaren zestig dreigt te worden. Maar zijn uitgangspositie is op zijn zachtst gezegd onvoordelig. Sinds vorige week, toen de regering op initiatief van de kanselier viel, stelt Scholz dan ook alles in het werk om het tij in zijn voordeel te keren. Voor Scholz is het alles of niets.
Na de val van het kabinet vorige week kwam de SPD deze week met oppositiepartij CDU/CSU overeen dat de nieuwe verkiezingen op 23 februari zullen plaatsvinden, dus over ruim drie maanden. Volgens de peilingen ligt het speelveld er nu als volgt bij: de CDU/CSU onder leiding van Friedrich Merz staat ruim op voorsprong met 33 procent, gevolgd door de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (18 procent), daarachter komt de SPD van Olaf Scholz met 16 procent.
De regering-Scholz was buitengewoon impopulair; kort voor de val was 85 procent van de kiezers ontevreden met het werk van de zogenaamde stoplicht-coalitie. De andere twee coalitiepartijen staan er nog miserabeler voor: de Groenen staan op 12 procent, de liberale FDP moet vrezen voor het voortbestaan van de fractie in de Bondsdag, omdat de partij niet of maar net de kiesdrempel van 5 procent lijkt te halen.
Maar ondanks zijn eigen impopulariteit en die van zijn regering heeft Scholz het duel met Merz nog niet opgegeven. In een interview zondagavond bij de ARD, waar Scholz met roodomrande ogen een enigszins aangeslagen indruk maakte, zei hij dat hij de voorsprong van Merz van 17 procentpunten van een „zeer inhaalbare omvang” vindt. De klok loopt.
Vlucht naar voren
Vorige week, enkele uren nadat Donald Trump in de VS officieel was herkozen, zette Scholz met het ontslag van zijn minister van Financiën Christian Lindner (FDP) zelf een punt achter de coalitie. De breuk van de stoplicht-constellatie zat er al maanden aan te komen: na een uitspraak van de hoogste rechter vorig jaar november over een begrotingstruc ontbrak het de coalitie aan geld, en de drie partijen kregen de begroting voor 2025 niet rond. Toch was de verwachting dat FDP-voorzitter Lindner uiteindelijk de coalitie zou opblazen, en dat Scholz en zijn vicekanselier Robert Habeck (Groenen) er alles aan zouden doen om de regering tot de reguliere verkiezingsdatum in september 2025 overeind te houden.
Lees ook
Duits topeconoom: ‘De relatie tussen politiek en economie in Duitsland is ongezond’
Maar Scholz, die moet hebben gedacht dat het uiteenvallen van zijn coalitie slechter op hemzelf zou afstralen als het initiatief daarvoor van een ander kwam, koos de vlucht naar voren. Hij ontsloeg Lindner en hield vervolgens een emotionele toespraak waarin hij Lindner „egoïstisch” en „onbetrouwbaar” noemde. Nadien werd Scholz in zijn eigen fractie met een minuten lange staande ovatie ontvangen: de sociaal-democraten waren voor het eerst in lange tijd tevreden met hun kanselier, die eindelijk had afgerekend met de in hun ogen veel te weinig sociale minister van Financiën.
Scholz ziet in dat zijn vaak betweterige optreden van de laatste drie jaar hem niet helpt
Het optreden van Scholz was ook afgezien van de harde afrekening met Lindner opmerkelijk. Scholz toonde emotie, was blijkbaar woedend en teleurgesteld. Dat is nogal zeldzaam voor de man die ook in de drie jaar in het Kanzleramt altijd de „Scholzomat” bleef, de enigszins roboteske, droge en uitgestreken politicus die begin jaren ’00 zijn intrede deed in de Berlijnse politiek en destijds zijn bijnaam kreeg.
Meer welwillend wordt Scholz’ aard ook wel ‘hanseatisch’ genoemd, naar de inwoners van de Noord-Duits Hanzesteden – in Scholz’ geval Hamburg – die nu eenmaal nuchter en pragmatisch zijn. Zo zag Scholz ook zichzelf graag in de afgelopen drie jaar: een kanselier die op de achtergrond de problemen op de meest rationele manier oplost, het gesprek tussen de coalitiepartners modereert, en het pas nodig vindt om te communiceren als hij een resultaat kan presenteren. Probleem was alleen dat er in de loop van de drie jaar steeds minder overeenstemming was, er nauwelijks meer nieuwe compromissen werden gevonden, en coalitiepartners Lindner en Habeck steeds in het openbaar hun onenigheden uitvochten.
Na zijn uitbarsting tegen Lindner oogstte Scholz behalve verbazing ook veel hoon toen bleek dat hij zijn filippica van een teleprompter had voorgedragen. Een criticus in de Frankfurter Allgemeine Zeitung, die Scholz ook de „zwakste kanselier in de geschiedenis van de Bondsrepubliek” noemde, concludeerde dat „de woede slechts was gespeeld”. Een journalist van Der Spiegel stelde dat Scholz een „politieke bijna-dood-ervaring nodig heeft” om emoties te kunnen tonen, emoties die de kanselier niet kon laten zien, aldus de verslaggever, toen bijvoorbeeld Vladimir Poetin ziekenhuizen liet bombarderen.
Foto’s: FILIP SINGER & CLEMENS BILAN/EP
Gespeeld of authentiek, Scholz heeft ingezien dat zijn al te boekhoudkundige en vaak betweterige optreden hem niet aan een nieuwe termijn als kanselier zullen helpen, en gooit het over een andere boeg. Ook in een toespraak in de Bondsdag op woensdag deed Scholz bevlogen en betrokken, bijvoorbeeld toen hij het had over schoolreisjes die niet meer betaald kunnen worden. In Berlijn mochten scholen dit najaar gezinnen met te weinig financiële middelen niet meer tegemoet komen in de financiering van schoolreisjes, omdat de scholen zelf geen geld hebben. Volgens Scholz kunnen dergelijke gaten niet worden gevuld ten koste van de steun aan Oekraïne of andersom.
Scholz’ nadruk op de Duitse hulp aan Oekraïne is opmerkelijk, omdat aanvankelijk voor 2025 slechts de helft van het bedrag van 2024 was begroot (van 8 miljard naar 4 miljard euro). Sinds de herverkiezing van Trump acht Scholz dat blijkbaar niet meer genoeg, en hij noemde de weigering van Lindner om de ‘Schuldenbremse’ (die nieuwe schulden op de begroting streng beperkt) op te schorten met het oog op Oekraïne als reden voor het ontslag van Lindner.
Oekraïnehulp
SPD-Bondsdaglid Michael Roth zegt hierover: „Het is bitter, maar we hebben de termijn van Biden niet genoeg gebruikt om op defensiegebied volwassen te worden. Ondanks de enorme investeringen in onze defensie sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn we op dit moment afhankelijker van de Amerikaanse verdediging dan in Trumps eerste termijn.” Roth, die binnen de SPD één van de belangrijkste pleitbezorgers voor Oekraïne-hulp is, vervolgt: „De grote investeringen die we nodig hebben om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de veiligheid van ons continent, zijn zonder een hervorming van de ‘Schuldenbremse’ amper haalbaar.”
Maar in de fractie van Roth zitten ook veel SPD’ers die het liever over diplomatieke inspanningen hebben dan over wapenleveranties. Dat maakt de Oekraïne-hulp een precaire kwestie voor Scholz. Want niet alleen de kiezers zijn niet onder de indruk van Scholz’ werk als kanselier, ook binnen de SPD is er discussie of de struikelende Scholz niet toch nog moet worden vervangen door een andere lijsttrekker.
„Het rommelt in de partij”, erkende ook SPD-fractievoorzitter Rolf Mützenich deze week bij omroep ZDF. Volgens Mützenich moet Scholz voor 23 februari nog meer van hemzelf laten zien, namelijk „competentie, ervaring en integriteit”. Ook SPD-voorzitter Lars Klingbeil toonde zich nog niet tevreden met de kanselier zoals het grote publiek hem kent. Scholz zou zich van zijn „strijdlustige” kant moeten laten zien, zei hij in dagblad Rheinische Post.
Veel SPD’ers denken dat met Pistorius ook van Merz kan worden gewonnen
Fnuikend voor Scholz is dat hij tot de minst populaire politici in Berlijn behoort, terwijl zijn partijgenoot en minister van Defensie Boris Pistorius al maandenlang en met ruime afstand de meest geliefde politicus van Duitsland is. Veel SPD’ers vermoeden dat de partij met een lijsttrekker als Scholz flink zal verliezen, terwijl met iemand als Pistorius mogelijk ook Merz nog voorbij kan worden gestreefd. Twee SPD’ers in Hamburg postten deze week een bericht op Instagram waarin ze Scholz oproepen om zich terug te trekken, omdat hij met zijn lijsttrekkerschap de sociaal-democratie zou schaden.
Lees ook
De Duitse Defensieminister Boris Pistorius zit prima op ‘de schietstoel’
Ook andere SPD’ers uitten zich voorzichtig over een mogelijke lijsttrekkerswissel. Of de discussie daarover luider wordt en er een dynamiek ontstaat waarin Scholz dan uiteindelijk niet meer kan aanblijven, zal afhangen van de stemming in de komende weken. Als de peilingen voor de SPD zo slecht blijven zullen meer sociaal-democraten zich roeren. De beslissing over het lijsttrekkerschap zal vermoedelijk begin van het nieuwe jaar vallen.
Het nadeel van Pistorius is dat hij erg populair is onder kiezers, maar dat hij voor veel SPD’ers te veel de nieuwe Duitse defensiekoers belichaamt. Pistorius spreekt er onomwonden over dat Duitsland „fit” moet worden om oorlog te voeren, en is fel voorstander van meer wapenleveranties voor Oekraïne, wat hem door veel SPD’ers niet in dank wordt afgenomen.
Scholz was ook nooit bijzonder populair binnen zijn SPD. Toen hij zich, in zijn tijd als minister van Financiën onder Angela Merkel, kandidaat stelde als partijvoorzitter, werd hij roemloos verslagen door twee onbekende tegenstrevers. Hij werd in de verkiezingen van 2021 lijsttrekker omdat hij als minister relatief veel bestuurservaring had en omdat kiezers zijn gezicht kenden.
Ook in 2021 leek Scholz lange tijd kansloos tegen de kandidaten van de CDU/CSU en de Groenen. Drie maanden voor de verkiezingen lag Scholz nog met zo’n 12 procentpunten achter de lijsttrekker van de CDU, Armin Laschet. Maar Laschet blunderde. De goedlachse, cigarillo-rokende Merkel-adept werd gefilmd terwijl hij daags na de watersnood in het Ahrtal grapjes maakte met hulpverleners terwijl Bondspresident Frank-Walter Steinmeier een ernstige toespraak hield. Laschet daalde rap in de peilingen, en Scholz hoefde eigenlijk alleen maar af te wachten om uiteindelijk nipt te komen bovendrijven.
Vermoedelijk hoopt Scholz nu weer op een dergelijk scenario. Voor zijn grillige en opvliegende tegenstander Merz zal het niet zo eenvoudig zijn om drie maanden lang geen schandaaltjes te veroorzaken. Zo zorgde hij een jaar geleden voor ophef toen hij beweerde dat uitgeprocedeerde asielzoekers „bij de tandarts zitten en zich een nieuw gebit laten aanmeten, terwijl de Duitse burger geen afspraak kan krijgen”. Voor veel gematigde CDU’ers was dat onverteerbaar. Als Scholz’ strategie van de gedaanteverwisseling geen zoden aan de dijk zet, kan hij altijd nog hopen op een zelfdestructieve manoeuvre van Merz.
De politie heeft een 16-jarige verdachte aangehouden op verdenking van het gooien van een explosief naar een tram maandag op plein ’40-’45 in Amsterdam-West. Dat meldt de politie. Door het explosief vloog de tram, die leeg was, in brand. Niemand raakte gewond.
De jongen wordt er ook van verdacht betrokken te zijn geweest bij een explosie bij een school in Amsterdam-West op dezelfde avond. De verdachte is in hechtenis genomen en wordt verhoord door de politie. Hij kon worden opgepakt aan de hand van camerabeelden en video’s op sociale media. Volgens de politie is hij afkomstig uit Amsterdam.
De politie meldt dat twee andere verdachten zich daarnaast op donderdag en vrijdag hebben aangegeven. Hun foto’s werden eerder geblurd vertoond op politie.nl en in het programma Opsporing Verzocht.
De politie is nog op zoek naar drie andere verdachten en zal vanavond om 20.30 uur beelden publiceren waar de vermoedelijke daders herkenbaar op te zien zijn. „Meer arrestaties zullen volgen”, aldus de politie.
Noodverordening
In Amsterdam gold vanaf vorige week vrijdag tot gisteren een noodverordening. Die maatregel werd genomen vanwege de ongeregeldheden die uitbraken rond de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Israëliërs werden in de daaropvolgende nacht op verschillende plekken in de stad aangevallen. Eerder hadden Maccabi-supporters onder meer een taxi vernield en Palestijnse vlaggen vernietigd en anti-islamitische liederen gezongen.
Maandag braken er rellen uit op Plein ’40-’45 in Amsterdam Nieuw-West. De ME werd daarbij ingezet en een groep mensen richtte vernielingen aan en gooide onder meer met zwaar vuurwerk naar auto’s.
De noodverordening verliep gistermiddag 12.00 uur. Wel blijft Amsterdam tot maandag een ‘veiligheidsrisicogebied’, wat betekent dat de politie mensen preventief mag fouilleren.
Liveblog Onrust in Amsterdam
Geen demonstranten meer in hechtenis na verboden pro-Palestijnse demonstratie
Nee, niet negentien seconden. Negentig. „Nine-zero”, voegt de chauffeur er voor de duidelijkheid aan toe. „Zo lang mag je je handen van het stuur laten, terwijl de auto zelf rijdt. Soms wel minuten achter elkaar.”
Op eigen houtje voegt de oranje SUV in op een drukke vierbaansweg langs de Huawei Campus in Shenzen. De chauffeur vermaakt zich ondertussen met het dashboard – een beeldscherm over de volle breedte van de auto.
Ter vergelijking: in Europa beginnen rijassistenten meestal al na een paar seconden te piepen als je even niet oplet. Maar China geeft de zelfrijdende technologie ruim baan, en bedrijven als Huawei springen daarop in.
In een paar jaar tijd stampte de Chinese techreus ‘intelligente’ auto’s uit de grond. Huawei produceert zelf geen voertuigen, maar ontwikkelt hardware en software waarmee auto’s bijna autonoom kunnen rijden. Autofabrikanten uit China als BYD, Geely en het kersverse merk AITO (Adding Intelligence To Auto) rijden rond met dit systeem, dat Huawei Inside heet.
Je kunt de slimme auto’s in het straatbeeld herkennen aan de pukkel boven de voorruit; daarin huist de lidar, één van de 27 sensoren waarmee de auto andere verkeersdeelnemers waarneemt en zichzelf ertussendoor loodst. Veilig? De Huawei-software rijdt in ieder geval minder agressief dan de gemiddelde Chinese bestuurder, in de chaotische ochtendspits in Shenzhen.
Huawei omarmt de automarkt omdat het nieuwe inkomstenbronnen nodig heeft sinds het getroffen wordt door Amerikaanse sancties. Het Chinese techbedrijf (omzet 92 miljard euro, 207.000 werknemers) is een verlengstuk van de Chinese communistische partij, vinden de VS, en is daarom niet te vertrouwen. „Huawei moet kapot”, zei een van Trumps toenmalige veiligheidsadviseurs in 2020 tegen NRC.
Dat gebeurde niet. Huawei is bezig aan een comeback, al zegt het dat liever niet hardop. Dan dreigen nog strengere sancties, bovenop de importtarieven die de nieuwe regering-Trump voor China voorbereidt.
NRC reisde naar Shenzhen en Shanghai om te kijken hoe Huawei de techoorlog doorstaat en sprak met medewerkers en ex-medewerkers. Zij willen niet met hun naam in de krant, maar schetsen wel het beeld van een bedrijf dat zichzelf opnieuw probeert uit te vinden – koste wat kost.
In de ban
Huawei, in 1987 opgericht door de nu 80-jarige Ren Zhengfei, is wereldwijd de grootste leverancier van netwerkapparatuur. Het was ook een toonaangevende telefoonproducent, die bijna Apple van de troon stootte. Totdat de techoorlog uitbrak; in 2019 plaatste de eerste regering-Trump Huawei op de Entity List, een lijst met Chinese bedrijven die zonder vergunning geen Amerikaanse technologie mogen kopen. De exportmaatregel is getroffen om te voorkomen dat Huawei geavanceerde chips in handen krijgt. Het mag die chips sinds 2020 ook niet meer laten maken in Taiwan, bij de toonaangevende fabrieken van TSMC.
Sommige westerse landen haalden Huaweis apparatuur uit de kern van het netwerk. Ze zijn bang voor cyberspionage of sabotage van cruciale mobiele infrastructuur (roepnaam: 5G). Huawei spreekt die verdenkingen steevast tegen en stelt dat het als private onderneming geen banden heeft met de Chinese staat.
In Nederland schroefde T-Mobile (tegenwoordig Odido) de Huawei-spullen uit het mobiele net. KPN gebruikt het Chinese merk nog wel voor zijn zendmasten. Andere Europese landen, zoals Duitsland, zijn terughoudender met ‘ontchinezen’ en ook buiten de westerse invloedssfeer bleef Huawei doorgroeien. Het kreeg ook meer opdrachten in thuisland China. Vijf jaar nadat Trump de techoorlog heeft ontketend, is Huawei nog altijd groter dan concurrenten Ericsson en Nokia.
De grootste klap kreeg Huawei te verwerken in de smartphonemarkt. Omdat Google zijn Android-besturingssysteem niet langer mocht leveren, werden Huaweis telefoons onbruikbaar en kelderde het marktaandeel. In 2021 viel de bedrijfsomzet in één klap terug met 30 procent. Dit dwong Huawei over te schakelen op een eigen besturingssysteem, Harmony OS, waarvan de nieuwste versie (Next) geen enkel spoortje Android meer bevat.
Harmony OS is nu de drijvende kracht achter Huaweis autosoftware en belandt bovendien in laptops, als alternatief voor Windows. Deze samensmelting van voertuig, telefoon en computer is een vernieuwing die de Amerikaanse sancties eerder hebben versneld dan vertraagd.
Vliegende tank
Zodra de VS Huawei op de korrel namen, hield Ren Zhengfei op zijn eigen manier de moed erin. Hij vond op internet een afbeelding van een aan flarden geschoten Russisch jachtvliegtuig, dat toch in de lucht blijft. Al komt het plaatje vermoedelijk uit een videospel, de doorzeefde Ilyushin IL-2 (‘de vliegende tank’) werd het symbool voor Huaweis onverzettelijkheid. De illustratie belandde in een boekje vol Ren-citaten en kwam in posterformaat in de kantoren in Shenzhen te hangen. „Helden worden gesmeed, niet geboren”, luidde de ondertitel. „Dit was Rens manier om te zeggen: we liggen onder vuur, maar we overleven dit. Het kan wel zijn dat je wat meer moet overwerken”, legt een Huawei-medewerker uit.
Een ander plaatje dat rouleerde, toonde een balletdanseres die op haar tenen een loodzware dansoefening uitvoert. Geen schoonheid zonder pijn, was de boodschap.
Voor de Huawei-werknemers is de pijngrens opgerekt en ze maken lange werkdagen. Enigszins overdreven: de maatstaf is niet ‘996’ – van 9 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds, zes dagen per week – maar ‘007’: je bent 24 uur per dag beschikbaar, elke dag. Een manager: „Dit bedrijf beloont mensen niet snel omdat ze briljant zijn of veel expertise hebben. Het gaat erom hoe hard je werkt en hoeveel pijn je kunt lijden. Je kijkt dus niet neer op iemand die ’s middags om vier uur in slaap valt boven zijn bureau, want je weet dat die persoon de vorige nacht belachelijk lang heeft doorgewerkt.”
Het toonbeeld van opoffering is Meng Wanzhou, financieel directeur en dochter van Ren. Zij werd eind 2018 in Canada gearresteerd op verdenking van schending van de Amerikaanse sancties tegen Iran en zat duizend dagen opgesloten. In haar eigen huis weliswaar, maar die ervaring was traumatisch genoeg om haar „bijna heilig te verklaren”, aldus een medewerker.
Trekpleister
Huawei wil pracht en praal uitstralen. In de pompeuze ontvangsthallen – veel marmer en kroonluchters – in Shenzhen worden bezoekende klanten, op weg naar de lunch, verwelkomd door een levende jukebox van vier volksmuzikanten. Dankzij strakke logistiek kunnen er acht privégroepen tegelijk aan tafel, en krijgt toch iedereen zijn eigen muzikaal welkom.
De meest in het oog springende plek is de Ox Horn-campus in Dongguan, op een uurtje rijden van Shenzhen. Daar zijn Huaweis onderzoeksafdelingen gehuisvest in een park vol replica’s van Europese steden en universiteiten. Er rijdt een Zwitsers treintje langs Duitse kastelen, Franse bibliotheken en een nagebouwde versie van de Vrijheidsbrug in Boedapest.
In een koffiehoek zitten jonge Huawei-medewerkers achter hun laptops te overleggen tussen schilderijen met blozende vrouwen in dirndl, dansend in een alpenwei. Maar deze campus is meer dan Europese kitsch. Dit is Ren Zhengfeis ode aan het oude continent: als student architectuur leerde hij de klassieke bouwstijlen waarderen.
Al werken ze in een toeristische trekpleister – waar een kraampje zelfs ijs verkoopt in de vorm van een van de kastelen – Huaweis onderzoekers in Dongguan staan onder hoogspanning om nieuwe producten op te leveren en alternatieven te vinden voor Amerikaanse componenten. Huawei steekt een kwart van zijn omzet in onderzoek en ontwikkeling (Research & Development); eerder bedroeg dit R&D-budget zo’n 15 procent.
Deze cijfers krijg je meteen voorgeschoteld, op enorme schermen, zodra je de ontvangstruimte van R&D-gebouw betreedt. Daar wandel je langs Huaweis uitpuilende productportfolio, van mijnbouwrobots tot dataopslag in (kunstmatig) DNA-materiaal. „In één gram DNA zou je wel 220 miljoen films in hoge kwaliteit kunnen opslaan”, weet een Huawei-medewerker. Het is nog pril onderzoek, voegt hij eraan toe.
ICT-infrastructuur en radioantennes blijven de voornaamste inkomstenbron – 5G is inmiddels opgewaardeerd naar ‘5.5G’ – maar het bedrijf verkoopt alles waar het stempel ‘connectiviteit’ op past: clouddiensten, digitale energie (de koppeling tussen laadpalen, batterijen en omvormers voor zonnepanelen) en kunstmatige intelligentie.
Huaweis AI-model, Pangu, is vernoemd naar een goddelijk wezen dat volgens de Chinese mythologie de aarde schiep. „Pangu is bedoeld voor bedrijven en industrieën die efficiënter willen werken. We gebruiken het niet om er gedichtjes mee te schrijven”, zegt een Huawei-medewerker, met een sneer naar ChatGPT.
Onder de neus
Chips blijven de achilleshiel van Huawei. Produceren bij TSMC mag niet, en door de exportrestricties ontberen Chinese chipfabrikanten de modernste lithografiemachines van ASML, die met extreem ultraviolet licht (EUV) werken. Deze apparaten – ze worden alleen in Veldhoven gemaakt – zijn nodig om extra fijnmazige patronen af te drukken, onmisbaar als je krachtige AI-chips of processors voor smartphones wilt maken.
Toch slaagde Huaweis dochterbedrijf HiSilicon erin een eigen 5G-chip te produceren, die vorig jaar augustus in een telefoon opdook. De processor van de Mate 60 Pro bleek gefabriceerd met 7-nanometertechniek (een nanometer is een miljoenste van een millimeter). Ter vergelijking: TSMC maakt EUV-chips op basis van een 3-nanometerprocedé, die meer transistors bevatten en daardoor meer rekenkracht bieden.
Maar ook met de wat minder geavanceerde DUV-machines van ASML kom je een eind, bewees Huawei. Samen met de Chinese chipfabrikant SMIC perfectioneert het een techniek die het chippatroon in meer stappen aanbrengt en zo extra gedetailleerde structuren creëert. Herhaal je dit proces, dan is in theorie zelfs 3 nanometer haalbaar. In dat geval gaat deze multipatterning-methode echter met zoveel fouten gepaard dat er weinig goede chips overblijven en de productie onbetaalbaar wordt.
Het nieuws over Huaweis eigen 5G-chip kwam naar buiten tijdens een bezoek van de Amerikaanse handelsminister Gina Raimondo aan China, en het leidde tot grote ophef in Washington. Het was zeker niet de bedoeling Raimondo onder de neus te wrijven dat haar maatregelen tegen China niet werken, bezweren Huawei-medewerkers. De strategie is juist om onder de radar van de Amerikanen te blijven.
Eigen chipontwerpen
De eigen 5G-chip moest de telecomklanten geruststellen: een bewijs dat Huawei zichzelf kan bedruipen en niet langer afhankelijk is van de chips die het voor de sancties wist te hamsteren. Zo kan het antenneversterkers en netwerkapparatuur blijven leveren.
Maar zo transparant als Huawei probeert te zijn over zijn netwerksoftware – westerse inlichtingdiensten krijgen alle toegang tot de code, om te bewijzen dat er geen ‘achterdeurtjes’ ingebouwd zijn – zo terughoudend is het bedrijf over de eigen chipontwerpen. Elke vooruitgang die het bedrijf deelt, roept nieuwe sancties op. Een manager: „We waren zelf ook verrast door het nieuws over de chip. Holy shit, wat is dit, dachten we. Daarna hield iedereen zich muisstil.”
Bij Huawei werken afdelingen wel vaker langs elkaar heen, is zijn ervaring. „Vanuit de hogere regionen komen wat algemene richtlijnen en Chinese wijsheden. Daar moet je dan zelf invulling aan geven.”
Huaweis 5G-chip loopt qua fabricagemethode een paar jaar achter, maar de Mate-telefoon won wel terrein op de Chinese smartphonemarkt. Het jongste pronkstuk is de Mate XT, die je in drie delen kunt uitklappen tot een flinterdun 10-inchscherm. Het toestel voelt toch stevig aan, net als het prijskaartje: vanaf 2.550 euro. Mogelijk komen deze Harmony-toestellen ook in Europa op de markt. „Ze zijn in China niet aan te slepen”, zegt een Huawei-medewerkster, „want geen enkele fabrikant maakt zo’n apparaat.” Tegelijkertijd bladert ze van een afstandje door TikTok-filmpjes: de telefoon reageert op haar handgebaren.
Kunstmatige intelligentie
Smartphones zijn leuk voor consumenten, de echte groeimarkt voor techbedrijven is kunstmatige intelligentie. Chinese bedrijven als Baidu en Alibaba zitten te springen om rekenkracht voor hun datacenters, om hun AI-modellen fijn te slijpen.
Huawei bouwt de Ascend AI-chip als alternatief voor de populaire Amerikaanse Nvidia-producten en gebruikt daarvoor ook de multipatterning-techniek. Waarschijnlijk door de vele onbruikbare chips bij dit proces leunen Huaweis producten nog niet volledig op fabricage in China. Het Canadese onderzoeksbureau Techinsights vond componenten in een Ascend-chip die uit een TSMC-fabriek leken te komen – sinds 2020 verboden terrein voor Huawei.
Huawei ontkent dat het na de sancties nog chips bij TSMC heeft laten produceren. Wellicht gaat het om oude voorraad, maar volgens Reuters zou een andere Chinese chipontwerper, Sophgo, als tussenpersoon gediend kunnen hebben. Zo’n constructie staan de Amerikaanse exportregels ook niet toe.
De ophef hierover heeft meteen gevolgen. TSMC staakt deze week de levering van alle geavanceerde AI-chips voor Chinese bedrijven. Daarmee loopt het vooruit op nog strengere chiprestricties die de VS willen invoeren, nog voordat Donald Trump opnieuw president wordt.
Grand opening
Een meer zelfstandige Chinese halfgeleiderindustrie, dat was het doel van Xi Jinpings Made in China-plan uit 2015. Voor de VS was het een van de aanleidingen om de ‘techoorlog’ te beginnen en China knipt zich nog sneller los van westerse toeleveranciers. Huawei zou het liefst zijn wereldwijde toeleveranciersketen in stand houden, onder meer met 27 onderzoekscentra en 13.000 werknemers in Europa. Maar door de geopolitieke druk van de VS komen de commerciële belangen van het bedrijf parallel te liggen met die van de Chinese overheid.
Huawei speelt daarom een sleutelrol in die speurtocht naar een ‘ontwestersde’ productieketen voor chips. Via Huaweis Hubble-investeringsfonds, in het leven geroepen net voordat de sanctiemaatregelen ingingen, steekt het bedrijf geld in AI-start-ups, chipbedrijven en technologie voor chipproductie. Het bouwde ook een nieuw onderzoekscentrum bij de stad Suzhou, ten westen van Shanghai, omdat de bestaande huisvesting uitpuilde. Tussen de meren en de rijstvelden verrees het 1,4 miljard dollar kostende Lianqiu Lake R&D Center. Het is een megacomplex, een mini-stad die straks 35.000 onderzoekers huisvest.
Aan ingenieurs en technisch talent heeft China geen gebrek; in 2020 rondden bijvoorbeeld 3,6 miljoen Chinese studenten een technische opleiding af. Ter vergelijking: in de VS waren het er 820.000.
De vlag met „Grand Opening” wappert nog bij de zuidelijke entree. Die is bewaakt, want anders dan de campussen in Shenzhen en Dongguan is Lianqiu Lake hermetisch afgesloten voor de buitenwereld. Langs de Huawei Avenue staat een politiebusje met camera’s op het dak, om pottenkijkers af te schrikken.
Het ziet er nu nog verlaten uit, maar Lianqiu Lake wordt Huaweis grootste onderzoekscentrum, met een oppervlakte van duizend hectare. Belangrijke partners zitten – voor Chinese begrippen – om de hoek: de meest geavanceerde fabrieken van SMIC staan in Shanghai, en chipmachinemakers als SMEE en AMEC hebben er hun hoofdkantoor. De Financial Times berichtte datHuawei, samen met andere chipbedrijven, meer invloed gekregenhebben om overheidsgeld naar strategische onderzoeksprojecten te dirigeren. In het verleden ging veel Chinese staatssteun verloren door corruptie en steun aan onrendabele chipfabrieken. Het moet doelgerichter, besefte Beijing.
ASML staat op de to-do-list
China’s to-do-list is geen geheim: Huawei ontwikkelt eigen ontwerpsoftware voor chips, want die programmatuur komt nu nog hoofdzakelijk van Amerikaanse bedrijven. Een andere afhankelijkheid waar Huawei vanaf wil is de instructieset; de verzameling codes waarmee je een processor opdrachten kunt geven. De meest gebruikte varianten, x86 (van de pc’s met ‘Intel Inside’) en ARM (uit je telefoon), vallen onder exportrestricties. Vandaar dat Huawei veel energie steekt in de openbronversie RISC-V, die tot teleurstelling van Amerikaanse politici niet onder de exportregels valt.
Maar China’s grootste bottleneck is het gemis van de meest geavanceerde lithografiemachines – zoals ASML die in Veldhoven maakt. Het is het enige chipgereedschap dat nog niet vervangen kan worden door Chinese alternatieven.
Dat kun je bijvoorbeeld zien in de chipfabriek van Fujian Jinhua, die voor Huawei werkt aan geheugen voor AI-chips. Daar geldt sinds 2018 een verbod op inzet van Amerikaanse apparatuur. De laatste westerse chipmachines die er draaien, zijn lithografiesystemen van ASML.
Amerikaanse analisten vermoeden dat Huawei samen met SMEE, de Chinese concurrent van ASML, een volledig ‘lokale’ productielijn probeert te ontwikkelen, die chippatronen van 28 of 14 nanometer oplevert. Qua technologie ligt SMEE zo’n tien jaar achter op ASML. De exportrestricties dwingen Chinese fabrikanten echter alternatieven te onderzoeken die ze anders links zouden laten liggen.
China concentreert zich vooralsnog op oudere chiptechnologie, in combinatie met het verbinden van meerdere chip-onderdelen tot één krachtige processor. Maar de aanval op ASML’s monopolie in EUV-machines is ingezet. Uit patentaanvragen blijkt dat zowel SMEE als Huawei werkt aan EUV-lithografie.
Het kostte ASML meer dan vijftien jaar om de complexe EUV-machine enigszins werkend te krijgen. Het is een samenspel van bruut geweld (de lichtbron) en atomaire precisie (spiegels en snel bewegende onderdelen) en concurrenten haakten af omdat ze de techniek te moeilijk vonden. Maar China heeft diepe zakken en gebruikt alle middelen om meer informatie te krijgen; in 2022 nam een Chinese oud-medewerker van ASML bedrijfsgeheimen mee en werkte na zijn vertrek enige tijd bij Huawei.
Sindsdien heeft ASML zijn interne beveiliging opgeschroefd. Knowhow laat zich echter lastig inkapselen. In de chipsector draait het om kennis en ervaring en die verdwijnt zodra iemand van baan verandert. Dat hoort bij het spel, vinden ze bij ASML: de enige remedie is zelf sneller te innoveren.
Een vondst in het laboratorium of een EUV-patent levert niet zomaar een machine op, laat staan rendabele chipproductie. Vooral het optische systeem, dat het Duitse Zeiss alleen aan ASML levert, is een struikelblok. Maar Chinese onderzoekers denken dat ze EUV onder de knie kunnen krijgen, dit decennium of het volgende. Het doel van het Lianqiu-megalab is helder: hier wil Huawei zijn eigen technologie ontwikkelen om niet langer afhankelijk te zijn van de allermodernste chips uit de VS.
Als dat lukt, draait straks heel China op Huawei Inside.
De Franse rechter heeft vrijdag bepaald dat de 73-jarige Libanese activist Georges Abdallah op 6 december de gevangenis mag verlaten, mits hij voor altijd van Frans grondgebied verdwijnt. De pro-Palestijnse en communistische actievoerder zit veertig jaar vast voor medeplichtigheid aan moord, maar ontkent zelf alle betrokkenheid. Het Franse antiterrorismeparket (Pnat) heeft aangekondigd in beroep te gaan tegen de uitspraak. Het vonnis volgde na het elfde verzoek om voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat meldt Radio France Internationale.
Abdallah, een voormalig leraar en lid van het Libanees Nationaal Weerstandsfront (LNRF), zit sinds 1986 vast in de gevangenis van Lannemezan in het zuidwesten van Frankrijk. Hij wordt beschouwd als Europa’s langstzittende ‘politiek gevangene’.
Ondanks het beroep noemt de advocaat van Abdallah het vonnis „een politieke en juridische overwinning.” Hij verwacht dat het Hof van Beroep hetzelfde standpunt zal innemen als de rechtbank. „Het is een doodvonnis als ze dat niet doen”, zegt hij.
CIA en Mossad
Georges Abdallah werd in 1984 gearresteerd voor wapenbezit en het gebruik van valse documenten. In de Parijse woning van de Libanese activist werden wapens gevonden die in 1982 waren gebruikt bij de moord op CIA-agent Charles Ray en Mossad-lid Israëliër Yacov Barsimantov. De geheim agenten deden zich voor als diplomaten.
Vanwege de wapenvondst werd Abdallah veroordeeld tot levenslang. Sinds 1999 worden alle verzoeken van Abdallah om voorwaardelijk vrijgelaten te worden afgewezen, omdat hij nooit spijt heeft betuigd voor de door hem ontkende aantijgingen.
Critici vinden de zaak omstreden. Zo bekende de eerste advocaat van Abdallah een maand na de veroordeling dat hij een mol was voor de Franse inlichtingendienst, maar werd het proces nooit herzien. Ook de Verenigde Staten zouden de vrijlating dwarszitten.
Symbool van verzet
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2021 dat levenslange gevangenisstraffen, waarbij voorwaardelijke vrijlating pas mogelijk is na veertig jaar, onverenigbaar zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Sinds veertien jaar komen duizenden sympathisanten van Abdallah elk jaar samen voor de gevangenispoorten in Lannemezan om de vrijlating van de activist te eisen. Ook wordt er tijdens pro-Palestijnse protesten steun betuigd aan Abdallah.