Werknemers van de Heineken-brouwerijen in Zoeterwoude en Den Bosch leggen komende woensdag 24 uur lang het werk neer, omdat Heineken niet is ingegaan op een ultimatum van vakbonden FNV en CNV dat maandagmiddag om 17.00 uur afliep. Ook kantoorpersoneel van Heineken gaat komende woensdag staken.
Dat melden bestuurders van FNV en CNV maandagmiddag na vragen van NRC. Een woordvoerder van Heineken bevestigt dat de brouwer niet is ingegaan op het ultimatum dat de bonden afgelopen week hadden gesteld. De brouwer en de betrokken vakbonden hebben maandagmiddag tijdens een overleg afspraken gemaakt over de veiligheidsaspecten rond het stilleggen van de brouwerijen. In totaal werken ongeveer 3.700 mensen bij de Nederlandse afdelingen van Heineken.
Volgens Nurettin Altundal, bestuurder bij FNV Voedingsindustrie, wil het personeel met de 24-uursstaking van woensdag „een krachtig signaal afgeven” over het uitblijven van een cao voor komend jaar. Als een nieuwe cao uitblijft, volgen in de komende weken mogelijk meer acties.
De vakbonden FNV en CNV beëindigden in oktober de onderhandelingen met Heineken over een nieuwe cao. FNV eist voor werknemers per 1 januari 2025 een loonsverhoging van 7 procent, plus een automatische koopkrachtcompensatie. Heineken wil niet verder gaan dan 3,2 procent loonsverhoging, plus nog eens 2,3 procent verhoging per 2026.
Het is de bedoeling de brouwerijen woensdag helemaal plat te leggen
„Veel te weinig”, noemt FNV-bestuurder Altundal dat. „De afgelopen jaren zijn de lonen van werknemers wel gestegen, maar minder dan de inflatie. Onze leden hebben daarom vrijwel unaniem aangegeven dat we nu een ultimatum moesten stellen.” De actiebereidheid onder de circa achthonderd FNV-leden is volgens Altundal groot. „Het is de bedoeling de brouwerijen woensdag helemaal plat te leggen.”
Loonkloof
CNV-bestuurder Mirjam van Leussen noemt het loonbod „inderdaad te laag”. Al zijn de eisen die CNV stelt net iets anders: een loonsverhoging van 5 procent per 1 januari, meer transparantie over de loonkloof tussen mannen en vrouwen en goede afspraken over de inzet van uitzendkrachten.
„Voor ons ligt het net iets breder, maar we zijn hoe dan ook solidair met elkaar”, zegt Van Leussen. „Heineken zal over de brug moeten komen. Wat het bedrijf tot nu toe op tafel heeft gelegd, is ver onder de maat.”
Wat ons betreft waren we nog volop in gesprek
Heineken heeft de vakbonden op maandagmiddag laten weten niet op hun ultimatum in te gaan, zegt een woordvoerder van het bedrijf. „We betreuren het dat FNV en CNV zeggen te zijn ‘uitonderhandeld’. Om er samen uit te komen, moet je blijven praten. Wat ons betreft waren we nog volop in gesprek.” Heineken zegt tijdens de cao-onderhandelingen meermaals hogere biedingen te hebben gedaan, „zonder tegenbeweging” van de vakbonden.
De brouwer roept de werknemers ook op tot „realiteitszin”, aldus de woordvoerder. De biermarkt staat volgens Heineken onder druk en de productie- en distributiekosten van bier stijgen. Heineken zegt bovendien de afgelopen jaren wél loonsverhogingen boven het inflatiepercentage te hebben doorgevoerd.
Het lozen van afvalwater op rivieren zorgt voor een toename van de uitstoot van het broeikasgas methaan. Dat blijkt uit metingen in de Linge en de Kromme Rijn, door onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hun resultaten zijn 15 november gepubliceerd in Science of the total environment.
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan, moet de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen naar nul. Daarvoor is het nodig dat landen de bronnen van uitstoot goed in beeld hebben. Voor methaan gelden in Nederland als belangrijkste bronnen: de landbouw (met name rundvee), en vuilstortplaatsen (die hebben hun uitstoot sinds 1990 met de helft teruggebracht).
De afgelopen jaren heeft Nijmeegs onderzoek ook sloten in beeld gebracht als serieuze methaanbron. In Nederland hebben die een opgetelde lengte van 330.000 kilometer. De afvoer van voedingsstoffen vanaf akkers (via mest en kunstmest) stimuleert de groei van algen in aangrenzende sloten. Als de algen sterven zakken ze naar de bodem, waar bepaalde micro-organismen ze omzetten. Hetzelfde gebeurt met plantenresten (bijvoorbeeld gesnoeide oevervegetatie) die naar de slootbodem zijn gezakt. Bij dat afbraakproces komt methaan vrij.
Lozingspunt
Nu hebben Nijmeegse onderzoekers de eerste metingen uitgevoerd in rivieren. In de Linge (op 11 en 12 september 2023) en de Kromme Rijn (15 september 2023) maten ze de uitstoot van broeikasgassen CO2, methaan en lachgas. Dat deden ze op punten waar rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) hun afvalwater op de rivier lozen, en op elke 500 meter verderop benedenstrooms, tot twee kilometer van de RWZI.
RWZI’s halen voedingsstoffen uit het bij hun aangevoerde afvalwater, „maar lang niet alles”, zegt Ida Peterse, microbioloog aan de Radboud Universiteit en eerste auteur van het artikel. Het water dat ze vervolgens lozen voldoet wel aan de norm, maar kan nog steeds relatief veel nutriënten bevatten, waardoor algengroei wordt bevorderd. Bovendien vormen zich tijdens de verschillende zuiveringsprocessen bij de RWZI ook broeikasgassen. „Die kunnen meekomen en in de rivier belanden”, zegt Peterse.
Wat de onderzoekers met name opviel is dat de uitstoot van methaan vanaf een lozingspunt toenam naarmate ze verder benedenstrooms maten. In de Kromme Rijn lag de piek op één kilometer van dat punt. In de Linge, waar ze bij vijf RWZI’s maten, op twee kilometer. De gemeten uitstoot van methaan was er gemiddeld vijf keer hoger dan bij het lozingspunt.
Post
Hugo Denier van der Gon, die bij TNO onderzoek doet naar luchtkwaliteit en broeikasgassen, noemt het „een gedegen processtudie”. Het onderzoek onderschrijft dat uitstoot van broeikasgassen in rivieren daadwerkelijk plaatsvindt. „Het is dus reëel om deze post in de inventarisatie op te nemen”, zegt Denier van der Gon, die niet bij het onderzoek betrokken was. De vraag is nog wel hoe groot die post is op de totale Nederlandse methaanuitstoot. Om dat preciezer in beeld te krijgen, is er meer onderzoek nodig, zegt Peterse.
De Atacms-raket is misschien too little too late om de oorlog in Oekraïne beslissend te kunnen beïnvloeden. Maar het onverwachte besluit van de Amerikaanse regering om Kyiv alsnog toestemming te geven om er doelen mee in Rusland aan te vallen, is voor Oekraïne militair een opmerkelijke opsteker.
Met het bereik van 300 kilometer van de Atacms – voluit Army Tactical Missile System – kan Oekraïne doelwitten aanvallen die eerst buiten vuurbereik lagen. Zoals kostbare wapensystemen, logistieke knooppunten, vliegvelden, munitie- en brandstofdepots, troepenconcentraties en bruggen en spoorlijnen.
Vooralsnog mag Oekraïne de raket alleen inzetten in de regio Koersk, die het sinds augustus deels heeft bezet en waar Russische en Noord-Koreaanse troepen in de tegenaanval zijn. Volgens bronnen van The New York Times kan Washington toestemming geven de Atacms-raket ook buiten Koersk in te zetten. Vooruitlopend op het besluit heeft Rusland al in september vliegtuigen verder in zijn achterland gestationeerd.
Atacms-aanvallen kunnen een offensief helpen vertragen, Rusland hinderen bij de logistiek door kritische infrastructuur te vernietigen en het dwingen tot het nemen van extra veiligheids- of verdedigingsmaatregelen. Ook is het een psychologisch wapen, dat het moreel aan Russische zijde kan ondermijnen en het idee van kwetsbaarheid kan vergroten. Niet voor niets reageerde Rusland op het besluit door het een „provocatie” en een „escalatie” te noemen.
Nazaat van V2
De Atacms is een ballistische raket tegen gronddoelen en zo een verre nazaat van de V2-raket die nazi-Duitsland aan het eind van de Tweede Wereldoorlog inzette. Tijdens de Koude Oorlog, rond 1980, ontstond aan Amerikaanse zijde de behoefte aan conventioneel ‘tactisch’ wapen tegen doelwitten ver achter de frontlinies, omdat planners rekening hielden met een strijd die niet van meet af aan met louter nucleaire middelen zou worden uitgevochten. Al was er eerst ook een Atacms-variant met een kernkop.
In totaal zijn er 3.700 gebouwd; de huidige producent is Lockheed Martin en de stuksprijs lag voor de eeuwwisseling net onder de 1 miljoen dollar. Behalve bij de VS is de Atacms onder meer in dienst bij de strijdkrachten van Australië, Zuid-Korea, Polen, Griekenland en Turkije.
De Atacms is voor het eerst in een conflict ingezet tijdens de Golfoorlog van 1991, toen er in totaal 32 werden afgevuurd, en nog eens tijdens de invasie van Irak in 2003, toen er 450 werden afgevuurd. Oekraïne kreeg vorig jaar de beschikking over de raket en heeft die tot nu toe voornamelijk ingezet tegen vliegbases op en bij de door Rusland bezette Krim.
Geluidssnelheid
De Atacms wordt aangedreven door vaste brandstof en bereikt zijn doel met een snelheid van ruim drie keer de geluidssnelheid (Mach 3). Met een lengte van vier meter, een doorsnee van 61 centimeter en een ‘startgewicht’ van 1.600 kilo, kan hij snel gelanceerd worden vanuit mobiele installaties, zoals Himars- en MLRS-voertuigen, die zich vervolgens ook weer snel uit de voeten kunnen maken (‘shoot and scoot’).
De raket wordt naar zijn doel geleid via zogeheten traagheidsnavigatie (INS), gebaseerd op het meten van relatieve bewegingen, waarbij gps voor extra nauwkeurigheid zorgt. Het is niet precies bekend welke van de vele varianten Atacms Oekraïne heeft gekregen, noch hoeveel. Aangenomen wordt dat het gaat om oudere versies die in de VS in aanmerking kwamen voor vernieuwing.
De Atacms kan uitgerust worden met verschillende typen springkoppen, waaronder een hoog-explosieve lading of een kop met zogeheten sub- of clustermunities. Die laatste ontploft in de lucht boven het doelwit en verspreidt honderden afzonderlijke zogeheten bomblets. Vooral militairen in open veld en ongepantserde voertuigen zijn daarvoor zeer kwetsbaar. Ook raketten met een korter bereik kunnen met clustermunitie worden uitgerust. Het wereldwijde verbod op de inzet van clustermunitie wordt door Rusland noch Oekraïne nageleefd, zoals herhaaldelijk op dronebeelden te zien is geweest.
Op het stadhuisplein in het hart van Saigon wijst het standbeeld van Ho Chi Minh de weg. Zijn vinger wijst echter niet naar de klasseloze maatschappij, maar naar showrooms van Cartier, Chanel en Rolex. Het tafereel roept onmiddellijk de vraag op of de Vietnamese roerganger zo’n uitstalling van rijkdom wel voor ogen had. Sinds het staatskapitalisme in 1986 zijn intrede deed, is voor een groot deel van de huidige generatie een luxe lifestyle het ideaal. Zo maakt een Saigonees stel iets verderop, voor het majestueuze koloniale operagebouw, in een blinkende sportauto trouwfoto’s. De fotograaf zorgt ervoor dat de Louis Vuitton-winkel op de achtergrond op alle foto’s goed te zien is.
In sleuteljaar 1986 besloot de Communistische Partij dat Vietnam net als China de weg van een Opendeurpolitiek zou inslaan (in Vietnam Doi Moi genoemd). Van de een op de andere dag was het ondernemerschap niet meer verboden, maar werd het toegejuicht. Het land wilde transformeren naar een bruisende, ondernemende natie. Vietnam exporteert inmiddels elektronica, textiel en landbouwproducten zoals rijst en koffie. Technologische bedrijven als Foxconn en Samsung hebben grote industrieparken in het land. Vietnamezen zelf hebben steeds meer te besteden.
Hoewel ook Vietnam gevoelig zou zijn voor de hogere importtarieven die de Amerikaanse president Trump wil instellen, is de verwachting dat de Vietnamese economische groei – zij het langzamer – zal doorzetten. De afgelopen jaren verplaatsten veel westerse bedrijven, waaronder Nederlandse, hun productie uit China naar een politiek neutraler en – vooralsnog – economisch vrijer Vietnam. De Communistische Partij zal er alles aan doen om dit te faciliteren.
Anticorruptie-campagne
Tegelijkertijd wil de Partij haar ijzeren greep op het land behouden. Het land bungelt op indexen van persvrijheid en vrije meningsuiting onderaan. Kritiek op de Partij is uitgesloten. Om corruptie de kop in te drukken en het monopolie op de macht te behouden, startte de recent overleden partijleider Trong in 2017 een nietsontziende anticorruptie-campagne. In april werd vastgoedmagnaat Truong My Lan voor fraude ter dood veroordeeld.
Hoe is het om een bedrijf op te zetten in dit autocratische klimaat? Waar lopen mensen tegenaan? NRC sprak met drie Vietnamese ondernemers, die zo open mogelijk hun ervaringen deelden.
zonnepanelenondernemer Tran Tuan-Anh (39) is geboren in 1985, een jaar voor de transitie. Hij herinnert zich de armoede in die eerste jaren goed. „De Doi Moi begon met de introductie van een nieuw bankbiljet,” vertelt hij op de bovenverdieping van een hippe, in industriële stijl ontworpen koffietent in Ho Chi Minh-stad, zoals Saigon sinds 1976 genoemd wordt. De ingreep leidde in eerste instantie tot een koersval. Pas vanaf de jaren negentig trok de economie aan, nadat in 1994 de Verenigde Staten hun naoorlogse handelsembargo ophieven. „Vanaf mijn tiende werd het leven een stuk welvarender,” vertelt Tran.
Zijn ouders werkten als ingenieurs voor het staatselektriciteitsbedrijf. „Er waren destijds twee keuzes. Je werkte als boer op het land of voor een staatsbedrijf.” Mensen met ambitie hoopten dat ze door de staat werden geselecteerd voor een wetenschappelijke opleiding. „Veel mensen werden naar universiteiten in de Sovjet-Unie gestuurd. Ook uit mijn familie.” Als de barista de koffie op tafel zet, pauzeert hij voor de zekerheid even. Je weet immers nooit wie meeluistert. Het is een ingebakken reflex die veel Vietnamezen hebben als ze over mogelijke gevoelige onderwerpen praten. Als de barista weer naar beneden loopt, vervolgt Tran zijn verhaal.
Gefocust op studie
Zoals veel Vietnamezen uit zijn generatie werd hij van jongs af aan door zijn ouders aangemoedigd om hard te studeren. Met behulp van een studiebeurs volgde hij een opleiding in Economie en Management aan de Universiteit van Oxford. Tijd voor lummelen was er niet. „Omdat ik was opgegroeid in armoede, keek ik niet heel veel om me heen. Ik was volledig gefocust op mijn studie. Achteraf gezien misschien te veel.” Na het afronden van zijn proefschrift deed Tran in Silicon Valley werkervaring op, waarna hij aan de slag ging als investeerder van start-ups.
In 2022 verhuisde hij, als de ervaren, open kosmopoliet die hij nu is, terug naar Vietnam. „Ik wilde investeren in Vietnamese duurzame bedrijven. Maar omdat die er nog niet waren, ben ik er zelf een gestart. De overheid richt zich op zonne-energie, dus ik besloot om kleinschalig te beginnen met handel in zonnepanelen voor stadsdaken.” Omdat de alternatieve energiesector een belangrijk pijler is van het Vietnamese economische beleid, kan hij naar eigen zeggen vrij opereren.
De Partij wil er alles aan doen om economische voorspoed te creëren, daarvoor is stabiliteit nodig
Tran accepteert dat Vietnam geen democratie is, zoals in het Westen. „Vietnam heeft geen tijd gehad om van onderop een democratie te ontwikkelen, zoals Frankrijk. We gingen van een eeuwenoud feodale, koloniale heerschappij naar een razendsnel geïmplementeerd communistisch systeem. En nu wil de partij er alles aan doen om economische voorspoed te creëren. Daarvoor is stabiliteit nodig.”
De zonnepanelenondernemer hoopt dat Vietnam zich zal ontwikkelen in de richting van het Singaporese systeem en niet de kant van China opgaat. Singapore is ook geen democratie, maar in deze stadsstaat is de controle op de burgers minder extreem dan in de Chinese grootmacht.
Drie talen leren
Duurzaamheidsconsultant Chi Nguyen (33) heeft haar opleiding eveneens in Europa gevolgd, ze behaalde haar master in Toerisme en Management in Italië. Het duizelt haar nog bij de gedachte aan alle uren die ze in haar studie stopte. „Het was een drietalige universiteit. Om de lessen te volgen, moest ik drie talen leren!” De energieke Nguyen is gewend om kennis in haar hoofd te stampen. Ze was in Vietnam gedrild in vakken als wiskunde, maar het kritisch bevragen van informatie stond minder centraal. „Mijn Europese studiegenoten hadden overal een mening over en durfden die te uiten.”
Haar arbeidsethos kwam voort uit de drang om de armoede achter zich te laten. „Mijn moeder vertelde over de honger die ze had in de tijd voor Doi Moi.” Na haar studie verhuisde Nguyen naar Amsterdam, waar ze enkele jaren werkte als manager voor een Japans bedrijf. Ze ontmoette Tom Bosschaert, de oprichter van het Nederlandse duurzaamheidsbedrijf Except en besloot in 2020 om een Vietnamese tak van het adviesbureau op te richten. „Duurzaam ondernemerschap was in Vietnam nog een volledig onbekend begrip. Mijn moeder zei: ‘Duurzaamheid? Wat is dat in hemelsnaam?’”
Bewustzijn creëren over duurzaam ondernemen is een lastige opgaaf in de eenpartijstaat. Wetgeving is op dit gebied nog onduidelijk en kritiek op het Partijbeleid, bijvoorbeeld door milieuschandalen aan de kaak te stellen, wordt hard afgestraft. In het bijzonder als je machtige personen van de Partij tegen je in het harnas jaagt of voor een democratisch stelsel pleit. Sinds augustus zijn negen activisten die zich uitspraken tegen misstanden veroordeeld. Mensenrechtenactivist Phan Van Bach protesteerde bijvoorbeeld tegen lozing van giftig afval en kreeg in september vijf jaar celstraf.
Als we de komende tien jaar geen goed duurzaamheidsplan hebben, worden we een vuilnisbelt
Om niet als activist gezien te worden, presenteert Nguyen zich nadrukkelijk als ondernemer. Na een lastige start („In Vietnam moet je de juiste mensen kennen”) wist ze naam voor zichzelf te maken. Zoals veel start-up ondernemers houdt ze kantoor vanuit de verschillende co-werkplaatsen die Ho Chi Minh-stad inmiddels rijk is. De werknemers komen er samen als ze een vergadering hebben. De nomadische aanpak bevalt goed. Het is duurzaam, het scheelt kantoorkosten, er is goede koffie en in de pauzes kun je netwerken met andere ondernemers, aldus Nguyen. Met een team van zes medewerkers adviseert ze Vietnamese bedrijven over verduurzaming van hun productie.
Bijna contract getekend
Twee jaar geleden sloot ze bijna een miljoenencontract met een grote vastgoedondernemer. Een droom leek uit te komen. „Maar op de dag dat we het contract zouden tekenen, kwam de tegenpartij niet opdagen. Bleek dat de eigenares voor ondervraging naar Hanoi was gesommeerd.” Het was Truong My Lan, de vrouw die eerder dit jaar wegens corruptie ter dood is veroordeeld. In Vietnam, waar de Partij alles bepaalt, vinden dergelijke processen achter gesloten deuren plaats. En dat geeft spanning. „Ik heb enorm geluk gehad dat ik nog niet had getekend. Ik heb een hele tijd aan niemand durven zeggen, dat ik bijna met haar in zee was gegaan.”
Nguyen is door de ervaring nog voorzichtiger geworden, maar niet minder vastberaden. Ze blijft laveren tussen de restricties en hoopt dat de overheid de komende jaren duurzaamheid als kerntaak zal zien. „Vietnam is plan B voor bedrijven die China verlaten en wij produceren – en vervuilen – daardoor steeds meer. Als we de komende tien jaar geen goed duurzaamheidsplan hebben, worden we een vuilnisbelt.”
Geheim handeltje
In hoofdstad Hanoi is de Partij nooit ver weg. In elke straat wappert de rode vlag met gele ster en hamer en sikkel. ’s Ochtends galmen mededelingen van het communistische buurtcomité door de luidsprekers. Evenals Tran en Chi Nguyen wordt Diep Thi Hoang Bui (37) gedreven door idealen. Haar ondernemersbloed komt van haar grootmoeder, die in de tijd dat private ondernemingen verboden waren in het geheim haar eigen handeltje in kolen had. Behendig wist ze inmenging van de Partij te ontlopen. „Ze was een doorgewinterde handelaar,” vertelt Bui in de kantine van de co-werkplaats waar ze kantoor houdt. Achter haar dutten twee jonge werknemers in een zitzak.
Net als haar oma en moeder is Bui goed met cijfers. Na haar studie Financiën aan de Nationale Universiteit in Hanoi, werkte ze twee jaar voor de Vietnamese afdeling van de Deutsche Bank. Maar het bloed kroop waar het – anders dan in de tijd van haar oma – nu wel gaan kan. Ook zij startte een bedrijf. „Ik nam ontslag en begon mijn eigen bakkerij.” Ze lacht. „Na twee dagen wist ik al dat ik me had verkeken. Ik eet liever dan ik bak.” Na deze eerste poging volgde een handel in meubels uit China. „Maar ik heb niets met spullen. Ik ben minimalist.”
Goed onderwijs is belangrijk: de overheid steunt ondernemingen zoals de mijne
Bui verschoof haar aandacht naar technologie en probeerde een gezondheidsapp te ontwikkelen. „Ik wilde een zinvolle bijdrage leveren aan de Vietnamese maatschappij.” Maar ook dat ging moeizaam. „In die tijd, zo rond 2012, was de kennis van programmeren nog niet op het niveau waar die nu is.” In haar zoektocht naar mensen met de juiste kennis kwam ze haar man Toan tegen, die als programmeur voor een gamebedrijf werkte. „Hij had een app gemaakt die gesproken woord simultaan in tekst vertaalt.”
De tool is de basis voor hun bedrijf E-joy geworden, een online systeem om de Engelse taal te leren. Bui vond Vietnamese investeerders en E-joy groeide uit tot een winstgevend bedrijf. Ze kwam daarbij geen tegenwerking van de overheid tegen. Integendeel, vertelt ze, enigszins verbaasd over de vraag. „Goed onderwijs is belangrijk. De overheid steunt ondernemingen zoals de mijne. Ik kreeg ook steun tijdens de coronacrisis.”
Internet is niet vrij
Hoewel veel mensen de beperkingen weten te omzeilen, bijvoorbeeld via een veilige VPN-verbinding , is het internet in Vietnam afgeschermd. Het aanbod wordt gecensureerd en de overheid grijpt in als ze uitingen op sociale media als subversief beoordeelt. Zo werd in september een 17-jarige scholier door de politie op het matje geroepen, omdat hij zich op Facebook had beklaagd over de controle van de Partij over het lesmateriaal. Hij schreef dat hij niet kon wachten om in het buitenland te studeren. Op zijn Facebookpagina zijn inmiddels excuses voor zijn uitspraken gepubliceerd.
Heeft Bui het gevoel dat er genoeg ruimte is voor zelfontplooiing? „Jazeker, maar je moet natuurlijk geen dingen doen of zeggen die de maatschappij schade kunnen toebrengen of onrust kunnen veroorzaken.” Vietnam is nog in ontwikkeling, stelt ze. „We moeten niet zomaar het westerse model volgen. Het is belangrijk om onze eigen identiteit te ontdekken. Ik heb bijvoorbeeld nooit geleerd hoe ons schrift is ontstaan. Onze taal heeft zich vermengd met Franse en Chinese elementen. Dat is niet erg, dat is nu ook een deel van ons.”
Lees ook
Vietnam wil laten zien dat het niet kiest tussen de grootmachten
Uit het niets stonden de Russen vorige week ineens in de buitenwijken van Koepjansk. Met een bliksemaanval verraste een compagnie met een tank, enkele infanteriegevechtsvoertuigen en een mijnopruimingsmachine de verdedigers van het frontstadje in de regio Charkiv.
Om de verwarring te vergroten, hadden sommige Russische aanvallers zich in een Oekraïens uniform gestoken. Ruim vier kilometer terrein hadden ze overbrugd voordat ze werden tegengehouden. De Russische aanval werd nog dezelfde dag afgeslagen, volgens de Oekraïense legerwoordvoerder Andri Kovalev, maar het incident toonde aan hoe snel de opmars kan gaan aan de vooravond van de derde oorlogswinter in Oekraïne.
Duizend dagen na het begin van de massale Russische inval zijn er voor de Oekraïners nauwelijks lichtpuntjes te vinden in de oorlog. Bijna overal langs de frontlijn zijn de Russen in het offensief, met name in de Donbas. Van Voehledar in het zuiden tot Koepjansk in het noorden: de frontlijn schuift over een breedte van zo’n tweehonderd kilometer steeds verder naar het westen. Hier is de Oekraïense strategie al een jaar lang tijd winnen, langzaam terugtrekken en ondertussen zoveel mogelijk schade toebrengen aan Russische troepen en materieel.
Ondanks lichte verbeteringen aan Oekraïense kant, en ondanks kolossale verliezen aan Russische zijde, heeft Moskou nog altijd een overmacht als het gaat om mankracht, materieel en munitie. Door de aanhoudende Russische druk lijkt de val van belangrijke Oekraïense knooppunten als Tsjasiv Jar, Toretsk en Pokrovsk slechts een kwestie van tijd.
Uitgerekte frontlinies
Mogelijkheden tot een Oekraïens tegenoffensief, zoals in de zomer van 2023, lijken lang vervlogen, al verraste Kyiv in augustus met een inval in de Russische regio Koersk. Maar sommige militaire analisten betwijfelen of dat de positie van Oekraïne heeft versterkt; elite-eenheden die actief zijn in Koersk, kunnen niet worden ingezet in de Donbas. Bovendien zijn de Oekraïense posities verder uitgedund doordat de frontlijn langer is geworden.
Met dat sombere verloop van de afgelopen twaalf maanden sijpelt langzaam ook de Oekraïense hoop weg dat de Russische indringers – in elk geval op afzienbare termijn – nog kunnen worden teruggedrongen tot buiten de officiële landsgrenzen, van de Krim in het zuiden tot Charkiv in het noorden.
Mobilisatie werd steeds meer gezien als een enkele reis, waarbij de militaire dienst alleen kon worden beëindigd door te sterven of invalide te raken.
Ondanks de grote hoeveelheden wapens en munitie die Oekraïne van zijn bondgenoten krijgt, slaagt Kyiv er maar niet in de oostelijke frontlinie te stabiliseren. Een tekort aan manschappen voor de Oekraïense strijdkrachten is een belangrijke oorzaak, schreef de Oekraïense militaire analist Oleksandr Danyljoek recent voor het Royal United Services Institute (RUSI), een Britse defensiedenktank. In 2022 en 2023 konden gesneuvelde en gewonde Oekraïense militairen nog worden vervangen dankzij een constante mobilisatie van gemotiveerde rekruten, eind vorig jaar stokte dat proces.
Militaire dienst als enkele reis
Volgens Danyljoek daalde na het mislukte zomeroffensief het besef in dat de oorlog jaren kon gaan duren. „Mobilisatie werd steeds meer gezien als een enkele reis, waarbij de militaire dienst alleen kon worden beëindigd door te sterven of invalide te raken.” Na twee jaar oorlog werd de militaire dienst steeds meer „beschouwd als slavernij, en niet als een tijdelijke, zij het zeer zware, plicht”.
De Oekraïense regering wachtte vervolgens nog maanden met een nieuwe mobilisatiewet, waardoor vrijwel alle Oekraïense fronteenheden met ernstige tekorten kampen. „Kyiv moet zijn disfunctionele systeem voor rekrutering en militaire training verbeteren”, schreef de Britse oorlogsanalist Jack Watling van RUSI in oktober.
Cynisch genoeg verliezen de Russen vermoedelijk veel meer militairen op het slagveld – op dit moment ruim 1.500 man per dag. Maar de Russische bevolking is ruim vier keer zo groot en mede door enorme salarisverhogingen in het leger blijven tot nu toe voldoende rekruten zich aanmelden om de doden, gewonden en vermisten te vervangen.
Asymmetrische oorlog
Een andere oorzaak van de benarde Oekraïense positie is de asymmetrie. Terwijl Moskou alles wat los en vast zit bombardeert en bestookt in Oekraïne, waaronder talloze burgerdoelen en de elektriciteitsvoorziening, hebben de Oekraïense strijdkrachten tal van beperkingen opgelegd gekregen van hun westerse bondgenoten. Zo mocht Oekraïne tot afgelopen zondag met geavanceerde westerse raketten als de ATACMS geen militaire doelen aanvallen op Russische bodem. Gevechtsvliegtuigen, vliegvelden, munitiedepots, commandoposten, luchtverdediging en raketinstallaties in Rusland bleven daardoor nagenoeg onaantastbaar. Als gevolg van die vrijheid kon de Russische luchtmacht vrijwel ongehinderd aanvallen uitvoeren op Oekraïense posities aan het front, die in veel gevallen simpelweg kapot werden gebombardeerd. Vechten met één hand op de rug, noem Kyiv dat al maanden.
Zondag willigde de Amerikaanse president Biden het Oekraïense verzoek om die beperking op te heffen eindelijk in, maar de vraag is hoe effectief Kyiv nu nog kan zijn. Moskou heeft zich bijna een jaar voorbereid op dit scenario; veel potentiële doelwitten zullen zijn verplaatst. De verwachting dat Bidens instemming het verloop van de oorlog ineens zal veranderen, lijkt daarom onrealistisch.
Lees ook
Biden gaat overstag: Oekraïne mag doelen in Rusland aanvallen met westerse langeafstandsraketten
Welke positie de bondgenoten van Oekraïne de komende tijd innemen, lijkt belangrijker te zijn. Blijven zij Kyiv steunen met regelmatige pakketten van munitie en wapens, of beseffen zij dat Oekraïne alleen een echte kans heeft Rusland te verslaan als het land veel meer wapens krijgt dan nu het geval is?
Westen is te afwachtend
Volgens militair analist Watling van RUSI begint de tijd te dringen voor het Westen. „Als de internationale bondgenoten van Oekraïne wachten op veranderingen die buiten hun controle liggen voordat zij actie ondernemen, zoals zij nu lijken te doen, vergroten zij de kans op falen”, schreef hij vorige maand.
De komende maanden zullen cruciaal zijn voor het verdere verloop van de oorlog, zo is de verwachting. Op 20 januari keert Donald Trump terug in het Witte Huis – en zowel Moskou als Kyiv zal er alles aan doen om de eigen positie zo sterk mogelijk te maken voor die machtswisseling. Wat Trump voor hen in petto heeft, is ongewis. Maar niemand twijfelt eraan het de oorlog kan doen kantelen.
Nederland was bijna een jaar lang vogelgriepvrij, maar in een biologisch leghennenbedrijf in het Gelderse Putten is het virus weer ontdekt. Om verdere verspreiding te voorkomen gaat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de circa 23.000 kippen van het bedrijf ruimen. Dat meldt de Rijksoverheid maandag. De laatste uitbraak dateert van vorig jaar december.
Vogelgriep is net als het coronavirus een zoönose, een ziekte die zowel dieren als mensen kan treffen. Overigens worden kippen van het merendeel van de honderd varianten niet meer ziek. Vooral wilde vogels (als zwanen, ganzen en eenden) nemen het virus mee naar Nederland en dragen het virus bijvoorbeeld over via poep of veren. Het eten van eieren van besmette vogels is voor mensen niet gevaarlijk.
De uitbraak komt niet als een verrassing voor BBB-minister Femke Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur). „Dat dit vroeg of laat zou gebeuren, wisten we, maar het blijft ingrijpend”, schrijft ze op haar X-kanaal. „Ik kan mij voorstellen dat dit een zware klap is voor de betrokken pluimveehouder. We nemen passende maatregelen en houden de situatie nauwlettend in de gaten.”
Screening
De NVWA gaat de dertien pluimveebedrijven die in een zone van drie kilometer van de plek van de uitbraak liggen, klinisch screenen. Vervolgens zal de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) de betreffende boerderijen monitoren. Zo worden er bijvoorbeeld monsters van kadavers onderzocht en blijft de dienst contact houden met de bedrijven.
De 58 pluimveebedrijven die in een straal van tien kilometer liggen, mogen van de overheid geen „pluimvee en broed- en consumptie-eieren” vervoeren. Ook mag er geen mest van vogels en gebruikt strooisel worden afgevoerd. Bedrijven die naast vogels ook ander vee hebben, mogen ook niet de mest en het strooisel van andere dieren en dierlijke producten afvoeren.
Lees ook
Een virus dat er nooit echt onder te krijgen is
LTO
De genoemde lokale maatregelen moeten verspreiding van de vogelgriep naar andere delen van het land voorkomen. Verder moet pluimvee in de buurt van Putten worden opgesloten in een hok en moeten hobbykippen worden afgeschermd, om de kans op contact tussen wilde besmette vogels en gehouden vogels te verkleinen. De NVWA gaat ook na of er producten of pluimvee van en naar de Puttense boerderij zijn vervoerd in de periode vóór de melding.
Boerenorganisatie LTO roept op tot een „onmiddellijke” landelijke ophokplicht, zo reageerde de organisatie maandagmiddag na bekendmaking van het nieuws uit Putten. „We zitten vanwege de vogeltrek in een risicovolle periode en zien ook besmettingen in omringende landen.”
Het is aannemelijk dat Gom van Strien, PVV-senator en verkenner die naar voren werd geschoven door Geert Wilders, jarenlang „bewust verhuld” heeft dat hij als bestuurder van een dochteronderneming van Universiteit Utrecht en UMC Utrecht zaken deed met een bedrijf van zijn vrouw. Via deze „constructie” wist hij een „eigen belang” te krijgen in een spin-offbedrijf van de universiteit.
Dat staat in een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een civiele zaak tussen Utrecht Holdings, de dochteronderneming van universiteit en ziekenhuis, en Oscar S. die Van Strien in 2009 opvolgde als bestuurder bij Utrecht Holdings. Samen met Van Strien zou S. de universiteit voor miljoenen hebben benadeeld. Het arrest gaat ook uitgebreid in op de rol van Van Strien.
Na de verkiezingswinst van de PVV in november vorig jaar wees Geert Wilders Van Strien aan als verkenner voor een nieuw kabinet. Kort daarna onthuldeNRC dat Utrecht Holdings bij het OM aangifte van oplichting en omkoping had gedaan tegen Gom van Strien, zijn opvolger en een ex-werknemer van Utrecht Holdings. Van Strien stapte na de onthulling op als verkenner, maar bleef aan als vicevoorzitter van de PVV-senaatsfractie.
Twee miljoen euro
Het draait om het spin-offbedrijf Nodens BV waarin de aandelen van twee biomedische ondernemingen zaten. Na forensisch onderzoek ontdekte Utrecht Holdings in 2022 dat Van Strien en diens opvolger de aandelen Nodens in handen hadden gespeeld van een externe onderneming, Hereswint Investments BV. Van Hereswint hadden hun beider echtgenotes ieder 32 procent van de aandelen toebedeeld. De andere aandeelhouders waren een oud-buurman (en vriend) van Van Strien, en diens zus. Hereswint zou tussen 2006 en 2018 zo’n twee miljoen euro aan dividendbetalingen van Nodens hebben ontvangen.
Wie de aandeelhouders van Hereswint waren, werd door Van Strien en zijn opvolger jarenlang verborgen gehouden voor de universiteit maar ook voor de fiscus en de ING Bank, blijkt uit correspondentie en e-mails die geciteerd worden in het arrest. Volgens het hof is „voldoende aannemelijk” dat het aandeelhouderschap van de echtgenotes „niet bekend is gemaakt, maar zelfs bewust verhuld”.
Het hof stelt vast dat Van Strien, toen nog bestuurder van Utrecht Holdings, persoonlijk zijn buurman instrueerde over de oprichting van Hereswint. De buurman moest de onderneming alleen op zijn naam zetten, met een bankrekening alleen op zijn naam. Volgens het hof was afgesproken dat onmiddellijk na de oprichting een deel van de aandelen naar de echtgenotes zou gaan. Hun aandeelhouderschap werd „bewust” onder de 33,3 procent gehouden zodat de fiscus niet bij hun echtgenotes zou uitkomen, blijkt uit e-mails. „Dat duidt erop”, schrijft het hof, dat Van Strien en zijn opvolger „geen extra belangstelling wilden voor hun betrokkenheid bij Hereswint.”
Verborgen houden
Volgens het hof zijn er „voldoende aanwijzingen” dat Van Strien en zijn opvolger hun band met Hereswint „verborgen” wilden houden. Daarbij wordt verwezen naar een e-mail uit oktober 2015 waarin Van Strien zich zorgen maakt omdat de ING Bank bij het openen van een bankrekening vraagt wie de aandeelhouders zijn. Van Strien schrijft aan de buurman: „Dit is inderdaad wel verontrustend. (…) Ik neem aan dat je een andere bank probeert?”
Nadat Van Strien en zijn opvolger de zeggenschap over Nodens in handen gespeeld hadden van Hereswint, werd dit spin-offbedrijf van het universiteitsterrein de Uithof verhuisd naar het thuisadres van de buurman. Dat gebeurde, volgens een e-mail van de buurman aan Van Strien „om het verband (uit het verleden) met de UU minder duidelijk te laten zijn”. Van Strien vond dat prima en hij schrijft terug: „Vroeger had je nog wel eens beleidsambtenaren en holdingdirecteuren die bij de KvK alle bedrijven in de Uithof inventariseerden.”
De buitenwereld mocht niet weten dat ze aan de touwtjes trokken bij Hereswint, maar het hof beschrijft hoe Van Strien, zijn opvolger en de buurman het voor het zeggen hebben. Zo staat in het arrest dat Van Strien in een e-mail op 20 mei 2015 aan zijn opvolger schrijft over „onze investering”, niet die van de echtgenotes.
Ze sturen elkaar e-mails met daarin verzoeken om de jaarverslagen en jaarrekeningen vast te stellen. In een van die e-mails, van 12 januari 2022, schrijft de buurman aan onder meer Van Strien: „Deze mail heb je niet ontvangen, dus weggooien!”
Nadat hij vorig jaar was opgestapt als verkenner, sprak Van Strien in De Telegraaf over een „politieke afrekening”. Volgens hem had hij voor zijn activiteiten als bestuurder van Utrecht Holdings toestemming van de raad van commissarissen. Het hof stelt dat „onvoldoende gebleken” is dat de raad van commissarissen via Van Strien op de hoogte was.
Civiele procedure
Van de rechtbank Gelderland kreeg Utrecht Holdings eerder al toestemming om stukken (zowel digitale en niet-digitale) van de opvolger van Van Strien in beslag te nemen, als bewijs. Het hof bekrachtigt met dit arrest het vonnis van de rechtbank. Utrecht Holdings is van plan om in nieuwe rechtszaken de schade te verhalen op Van Strien en zijn opvolger, meldt het hof. Utrecht Holdings zelf zegt „geen inhoudelijke mededelingen over de zaak” te doen.
Na de aangifte van Utrecht Holdings is het OM een strafrechtelijk onderzoek begonnen. Opsporingsdienst FIOD doorzocht in mei dit jaar de woning van senator Van Strien in het Limburgse Arcen en nam gegevens in beslag.
De Australische voormalig radiopresentator Alan Jones (83) is maandag opgepakt in Sydney vanwege beschuldigingen van het misbruiken van meerdere mannen. Dat schrijven Australische media. In bijna twintig jaar tijd zou de invloedrijke oud-presentator acht jonge mannen hebben aangerand, van wie de jongste 17 jaar oud was.
Jones is gearresteerd voor in totaal 24 vermeende misdrijven, die tussen 2001 en 2019 zouden hebben plaatsgevonden. Hij zou de acht mannen allemaal persoonlijk hebben gekend, en zeker één persoon zou bij hem in dienst zijn geweest. De politiecommissaris van de deelstaat Nieuw-Zuid-Wales laat weten dat de arrestatie het gevolg is van een „langdurig en grondig onderzoek”. Jones zelf heeft tot nu toe alle beschuldigingen ontkend.
De arrestatie, die volgt op een publicatie van The Sydney Morning Herald uit 2023 over vermeend misbruik van Jones, maakt veel los in Australië. De conservatieve Jones was daar decennialang een spraakmakende persoonlijkheid. Veertig jaar lang presenteerde hij radioshows, waaronder de populaire ontbijtshow van Sydney op radio 2GB, het grootste radiostations van Australië.
Grenzen opzoeken
Hij stond bekend om zijn grappen waarmee hij de randen opzocht, en die, volgens velen, regelmatig overschreed. Zo zei hij in 2019 dat premier Scott Morrison de toenmalig premier van Nieuw-Zeeland Jacinda Ardern „een sok door de strot” moest duwen, na haar kritiek op Australisch klimaatbeleid.
Ook voor zijn radiocarrière genoot Jones al bekendheid. Zo was hij drie jaar lang speechschrijver voor de voormalige premier Malcolm Fraser. Bovendien leidde hij tussen 1984 en 1988 als bondscoach het Australische rugbyteam.
Toen Jones maandagmiddag het politiestation op borgtocht weer verliet, negeerde hij vragen van tientallen journalisten. Alleen zijn advocaat liet weten dat Jones alle beschuldigingen ontkent. Naar verwachting moet Jones op 18 december voor de rechter verschijnen.
Het staken van Russische gasleveringen aan Oostenrijk zaterdag, na een dispuut over betalingen, heeft andere Europese landen ertoe gebracht juist méér Russisch gas in te kopen. Dat schrijft persbureau Reuters.
Het wegvallen van de 17 miljoen kubieke meter gas die Oostenrijk dagelijks ontving van Gazprom heeft volgens Reuters niet geleid tot een vermindering van de totale Russische gasexport naar Europa, die 42 miljoen kubieke meter bedraagt.
Welke landen het onverkochte Oostenrijkse gas dan zullen afnemen, is niet bekendgemaakt. Naast Oostenrijk kopen ook Slowakije, Tsjechië en Hongarije nog steeds Russisch gas in grote hoeveelheden. Italië en Servië nemen kleinere volumes af. Tot de grote Russische aanval op Oekraïne in februari 2022 was Gazprom de grootste gasleverancier aan Europese landen. Noorwegen, Qatar en de Verenigde Staten hebben dat marktaandeel intussen grotendeels overgenomen.
Daarop steeg de prijs voor Europees gas donderdag naar het hoogste niveau van dit jaar. Dat valt samen met de komst van lagere temperaturen en grotere vraag naar gas voor verwarming. Russisch gas blijft relatief goedkoop.
‘Energie als wapen’
„Het is geen verrassing dat [president] Poetin en zijn handlangers energie opnieuw als wapen gebruiken”, zei de Oostenrijkse minister van Buitenlandse zaken, Alexander Schallenberg, in een reactie. Het besluit om de kraan dicht te draaien „omdat de uitkomst van de arbitrage [Gazprom] niet aanstaat”, toont dat „overeenkomsten alleen geldig zijn zolang ze in de politieke calculaties van het Kremlin passen”.
Schallenberg noemde de Oostenrijkse energievoorziening „veilig” en de gasreserves zouden nagenoeg volledig op peil zijn. Oostenrijk en Slowakije kregen hun gas nog steeds via een pijplijn door Oekraïne, een van twee routes voor Russisch gas naar Europa. Die zogeheten transit-overeenkomst loopt eind dit jaar af, heeft Oekraïne besloten.
Wenen heeft eerder dit jaar al bekendgemaakt te zoeken naar mogelijkheden om minder afhankelijk te zijn van Russische gasimporten. Slowakije heeft intussen een contract gesloten met Azerbeidzjan voor de levering van gas in het komende jaar, meldt de Financial Times.
Lees ook
Duitse politici reageren terughoudend op nieuws over Nord Stream en Zelensky
Uitkeringsinstantie UWV heeft opnieuw fouten gemaakt bij het al dan niet verstrekken van uitkeringen. Dit keer gaat het over de Wajong-uitkering, aan jongeren met een langdurige ziekte of handicap. Dat heeft een woordvoerder van het UWV maandag bevestigd nadat het AD en EenVandaag een onderzoek publiceerden naar nieuwe problemen bij het UWV.
Uit een interne steekproef blijkt dat slechts 58 procent van 110 onderzochte beoordelingen van Wajong-aanvragen kloppend is. Bij een op de tien gevallen ging dit met zekerheid mis, Mogelijk gaat het om een grotere groep die een verkeerd bedrag heeft ontvangen. Bij het UWV werd de kwaliteit van de beoordelingen al in 2017 als „matig” en „kommer en kwel” omschreven, schrijven het AD en EenVandaag op basis van opgevraagde interne documenten. Zo gaf de uitkeringsinstantie in een rapport toe dat „met enige regelmaat” fouten worden gemaakt.
Bij het toekennen van een Wajong-uitkering beslist het UWV of een persoon de rest van diens leven wel of niet kan blijven werken. Op dit moment hebben zo’n 246.000 Nederlanders een Wajong-uitkering. Mogelijk hebben duizenden kwetsbare jongeren door fouten van het UWV geen of een verkeerde uitkering ontvangen, stellen het AD en EenVandaag.
Financiële gevolgen
Wat de financiële gevolgen van de gemaakte fouten zijn, kan het UWV niet zeggen. Een woordvoerder ziet ondanks de fouten geen aanleiding voor grote gevolgen: „Een beoordeling van een verzekeringsarts kan niet adequaat zijn, maar dat hoeft niks over de uiteindelijke beoordeling van een Wajong-aanvraag te zeggen”, aldus de UWV-woordvoerder.
De afgelopen tijd lag de focus op het terugdringen van „de enorme achterstanden” in het beoordelen van aanvragen, zegt het UWV. Daardoor hebben er minder kwaliteitscontroles plaatsgevonden. „We hadden liever handen aan het bed.”
Kamerbrief over eerdere fouten
De problemen bij de Wajong komen bovenop de in september geopenbaarde misstanden met de WIA, een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor mensen die langer dan twee jaar ziek zijn en deels of helemaal niet meer kunnen werken. Tienduizenden mensen zouden mogelijk een te hoge of te lage uitkering hebben ontvangen, bleek toen uit onderzoek van AD.
Later deze week stuurt minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) een brief naar de Tweede Kamer over hoe de problemen bij het UWV opgelost moeten worden. Daarin gaat het vooral over de WIA. Het UWV zegt de Wajong-problemen eerst te onderzoeken, alvorens ze bij de minister te melden en met een oplossing te komen.
Lees ook
Als je te ziek bent om te werken, kun je een WIA-uitkering krijgen. Althans, op papier