Nog altijd onzekerheid voor bewoners van het aardbevingsgebied, het herstel van hun huizen gaat te traag

Wie niet beter weet, zou denken dat de wijk Opwierde in het Groningse Appingedam een nieuwbouwwijk is. Straten vol nieuwe huizen. Kale voortuinen. Vrachtwagens en busjes van bouw- en klusbedrijven rijden af en aan. Overal zijn bouwvakkers aan het werk. Maar een leegstaande, oude flat aan de achterkant van de nieuwe straat laat zien dat hier iets anders aan de hand is. In Opwierde is de versterkingsoperatie in het gaswinningsgebied in alle fasen te zien. Huizen die door de jarenlange gaswinning onveilig zijn verklaard, worden vervangen door nieuwe woningen.

En zo kan het dat in de straat nieuwe huizen bijna klaar zijn voor oplevering, terwijl de flat erachter klaar is voor de sloop. De volgende straat bestaat uit leegstaande huizen aan de ene kant, en huizen die nog wel worden bewoond ertegenover. Een van die bewoners is Coba Senneker (65). Ze woont hier sinds 2013, met haar man en haar zoon. Haar dochter woont verderop in de straat. Sinds 2023 weet ze dat ook haar huis gesloopt wordt. Wanneer? Dat is de grote vraag. Ze weet nog steeds niet op welke datum ze haar huis uit moet, wanneer ze kan terugkeren, en waarnaartoe. Wat doe je eraan? Senneker gooit haar handen de lucht in. „Ik probeer er niet te veel aan te denken.”

In de wijk Opwierde in Appingedam worden oude huizen gesloopt en nieuwe woningen gebouwd. Dit geeft veel onzekerheid bij de bewoners.

Foto’s Kees van de Veen

Schadeherstel

Deze dinsdag is de eerste Staat van Groningen en Noord-Drenthe verschenen. Het rapport gaat over de voortgang van het herstel en de resultaten van de investeringen in Groningen en Noord-Drenthe. Het jaarlijks uitbrengen van het rapport is een van de vijftig maatregelen van Nij Begun, de reactie van het vorige kabinet op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning.

Het rapport gaat dit jaar voornamelijk over het schadeherstel en de versterking van woningen. De makers, drie onderzoeksbureaus, noemen dit eerste rapport een „lichte versie”, omdat het kabinetsbeleid nog niet volledig is uitgewerkt en de doelstellingen nog niet allemaal zijn vastgesteld. 

De onderzoekers concluderen dat er „verbeteringen zijn doorgevoerd in het uitvoeren van de versterkingsoperatie die inmiddels tot enige versnelling van de versterking leiden”, maar zeggen ook dat de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), de uitvoeringsinstantie die verantwoordelijk is voor de versterking, nog niet alle doelen haalt. Zo had de NCG de opdracht om in 2024 alle 877 resterende adressen die nog niet beoordeeld waren, te beoordelen. Dat is voor 423 adressen gelukt.

Vorige week waarschuwde het Staatstoezicht op de Mijnen dat de versterkingsoperatie mogelijk tot 2034 duurt. Het huidige tempo ligt te laag om streefjaar 2028 te halen. De NCG gaf vorig jaar al aan dat 2028 niet haalbaar was, en verwacht tussen 2030 en 2032 klaar te zijn.  

Lees ook

Het ‘Nij begun’ voor Groningen na de gaswinning loopt stroef

Een gesloten gaswinningslocatie van de NAM, in Siddeburen.

Dinsdag verscheen ook het jaarlijkse onderzoeksrapport Gronings Perspectief uit. Daarin meten onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het Nivel sinds 2016 de impact van de gaswinningsproblematiek op bewoners. Schade aan woningen door de gaswinning heeft nog steeds invloed op de gezondheid, de ervaren veiligheid en het vertrouwen van inwoners.

De nieuwste metingen laten zien dat de verslechtering hiervan sinds 2023 niet doorzet. Dat komt mogelijk door de voortgang in de schade-afhandeling en de compensatieregelingen. Daarnaast is er een „licht herstel in het vertrouwen in de Rijksoverheid, gemeente en provincie”. Wel zijn bewoners „overwegend negatief” over het huidige kabinet en is hun vertrouwen in de afhandeling van schade en versterking van de woning sinds de komst van dit kabinet gedaald.


Erika Kramer heeft een schilderij gemaakt van de woning waar ze al 31 jaar in woont.
Boven: Coba en Patrick Senneker weten al sinds 2023 dat hun huis gesloopt gaat worden, maar weten nog niet wanneer.
Foto Kees van de Veen

Spookstad

In Opwierde willen bewoners vooral duidelijkheid. Erika Kramer (59) hoorde in 2017 voor het eerst dat haar huis versterkt moet worden. „Het is al twee keer uitgesteld. Het frustreert dat het zo lang duurt. Maar zo gaat het gaat nu eenmaal.” In de hal hangt een schilderijtje van de woning dat Kramer heeft gemaakt. Het is net af. Een herinnering aan het huis waar ze al 31 jaar in woont en dat er straks niet meer is.

Coba Senneker is eraan toe om haar huis te verruilen voor een van de tijdelijke woningen. „Het is hier net een spookstad, met al die lege huizen. Ik begin me er ook aan te ergeren dat het hier één grote bouwplaats is. Soms trilt het in huis door al het bouwverkeer.” Liever vandaag dan morgen gaat ze het huis uit. Van Nij Begun merkt ze niets. „Het gaat niet sneller.”

Twee straten verderop woont Cees Jongsma (72) in een van de nieuwe huizen, die hij huurt van een woningcorporatie. Hij woonde 37 jaar in zijn vorige huis, voordat het werd gesloopt. Hij zou als de nieuwe woningen klaar waren, op een andere plek terugkeren. Dat weigerde hij. Zijn schuurtje, waar hij kippen en duiven houdt, en de oude boom wilde hij per se behouden. Het heeft hem een „flinke strijd”, gekost, maar hij kreeg het voor elkaar. „Ik ben nu de enige in de straat met een oude boom in de voortuin.” Hij is blij dat het allemaal achter de rug is. „Het is voor mij nu weer zoals het was. Ik kan mijn gang weer gaan. Het woont hier prima prachtig.” 

Foto Kees van de Veen


OM verdenkt man uit Woudenberg van jarenlang misbruik oppaskinderen

Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt een 55-jarige man uit Woudenberg ervan jarenlang oppaskinderen te hebben misbruikt. Het gaat om zeker vijf kinderen, al vermoedt het OM dat er meer slachtoffers zijn. Dat hebben officieren van justitie dinsdag gezegd tijdens de rechtszaak van de verdachte, Richard van B., in Utrecht.

Van den B. zou zeker vijf zeer jonge oppaskinderen uit twee gezinnen van vrienden en familie „ernstig en langdurig” seksueel hebben misbruikt. Naar mogelijk misbruik van een kind uit een ander gezin loopt nog onderzoek. Volgens het OM werden de kinderen gedrogeerd met GHB en een ander „lustopwekkend middel” om het misbruik te vergemakkelijken.

De 33-jarige Evertje van E., de vriendin van Van den B, wordt ervan verdacht te hebben geholpen bij het misbruik. Zij zou zich als oppas hebben aangeboden. Het stel werd eerder dit jaar aangehouden. Ze waren dinsdag allebei afwezig in de rechtszaal.

Het misbruik van zeker twee meisjes is volgens het OM vastgelegd. In de woning van de verdachten zouden „in alle kamers camera’s” hangen. Een deel van het bewijs moet komen uit chatgesprekken tussen de verdachten. Hiernaar loopt nog onderzoek. Van E. heeft „behoorlijk belastend verklaard” over haar vriend, zeiden de aanklagers.

Om zicht te krijgen op „de dynamiek” tussen beide verdachten wil het OM dat ze allebei voor een persoonlijkheidsonderzoek worden geobserveerd in het Pieter Baan Centrum, waar verdachten van ernstige delicten worden onderzocht door gedragsdeskundigen.


IJsland doodt voor tweede jaar op rij geen walvissen: ‘Het is een uitstervende industrie’

Dat IJsland voor het tweede jaar op rij geen walvissen doodt, onderstreept dat de walvisvangst „een uitstervende industrie” is. Dat zegt de Ierse walviskenner Pádraig Whooley in reactie op het besluit van Hvalur, het laatste commerciële walvisvaartbedrijf van IJsland, om zijn vier schepen dit zomerseizoen opnieuw niet te laten uitvaren.

Hvalur-eigenaar Kristján Loftsson (82) zei dat door IJsland gedode walvissen in Japan, zijn grootste afzetmarkt, door economische omstandigheden niet langer rendabel waren. Hvalur kreeg vorig jaar een vergunning om vanaf het komende seizoen, van juni tot september, gedurende vijf jaar walvissen te doden in IJslandse wateren. Voor dit jaar zou het gaan om 209 vinvissen en 217 dwergvinvissen (minke whale). Andere soorten, zoals bultruggen, zijn ook door IJsland beschermd.

De vijfjarige vergunning riep zowel in IJsland als daarbuiten veel kritiek op, omdat de regering daarmee de publieke opinie zou negeren. Volgens een peiling in 2024 vindt een meerderheid van de IJslanders dat het imago van het land lijdt onder de walvisjacht en eten IJslanders zelf nauwelijks walvisvlees.

Unieke littekens

„Het staken van de jacht is goed nieuws voor de populatie als geheel”, zegt Pádraig Whooley, hoofd waarnemingen van de Irish Whale and Dolphin Group (IWDG), een ngo van wetenschappers en natuurbeschermers die al decennia individueel herkenbare walvissen registreert, onder meer aan de hand van de unieke littekens op hun staarten. „IJslandse walvissen bestaan niet, omdat walvissen jaarlijks enorme afstanden afleggen over de oceanen. Geen walvissen doden komt walvispopulaties ten goede”, aldus Whooley.

Vorig jaar verleende de toenmalige IJslandse minister voor visserijzaken, Svandís Svavarsdóttir, Hvalur pas één dag voor de seizoensopening een vangstvergunning. Volgens Loftsson was het toen te laat om nog te beginnen met de walvisvangst. In 2020 staakte IP-Utgerd, destijds het tweede IJslandse walvisbedrijf, permanent zijn activiteiten, eveneens op economische gronden. Door de coronapandemie zou de vraag naar walvisvlees te ver zijn gedaald, aldus het bedrijf.

In 2023 werd de walvisvangst door IJsland enige tijd stilgelegd, omdat de methode om de dieren te beschieten met een harpoen, voorzien van een explosieve kop, te veel dierenleed zou veroorzaken. Na het harpoeneren kon het nog uren duren voordat het dier stierf.

Wetenschappelijke doeleinden

IJsland, Noorwegen en Japan zijn de enige landen waar commerciële walvisvangst in hun eigen zogeheten Exclusieve Economische Zone (EEZ) is toegestaan, als je de traditionele jacht op grienden door vissers van de Faeröer-eilanden niet meerekent.

Sinds 1986 is er een internationaal vangstverbod voor walvissen van kracht, maar in 2019 besloot Japan de International Whaling Commission (IWC) te verlaten en commercieel te gaan jagen. Overigens is Japan ook daarvoor nooit helemaal gestopt en rechtvaardigde het walvisvangst met het argument dat het om wetenschappelijke doeleinden ging.

Een schip met toeristen vaart door de Eyjafjördur-fjord om walvissen te spotten.

Vinvissen behoren tot de grootste zoogdieren op aarde en gelden nog steeds als zeer kwetsbare populatie die nog lang niet is hersteld van de intensieve jacht. Dwergvinvissen gelden niet als een bedreigde soort.

Walvissafari

Volgens Pádraig Whooley onderschrijft het besluit van Hvalur eens te meer „het cliché dat een levende walvis vele malen meer waard is dan een dode walvis”. IJslander eten in overgrote meerderheid zelf geen walvisvlees, terwijl ‘walvissafari’s’ voor toeristen er juist een belangrijke bron van inkomsten zijn.

Volgens de Verenigde Naties komen er jaarlijks zo’n 350.000 toeristen naar IJsland om de dieren te bekijken – bijna net zoveel als de totale bevolking van IJsland. Dat diezelfde toeristen soms ook benieuwd zijn naar de smaak van walvisvlees, noemt Whooley „ironisch”. In Reykjavik zijn er restaurants die zowel rauwe als geroosterde walvis op het menu hebben staan.

Peter Reijnders, emeritus hoogleraar ‘ecologie en beheer van zeezoogdieren’ aan Wageningen University & Research en oud-adviseur van de Nederlandse IWC-delegatie, zei eerder tegen NRC dat de vraag naar walvisvlees al jaren afneemt en dat „de walvismarkt alleen nog [bestaat] omdat walvisvaarders sterk gesubsidieerd worden”.

Overheidssubidie aan Japanse walvisvaarders maakte het vlees van Hvalur nog minder concurrerend. Ook ondervindt het bedrijf tegenwerking van transporteurs die het omstreden vlees niet willen vervoeren of overslaan. In de Europese Unie is het illegaal om walvisvlees te verhandelen of te eten.

Nederland heeft tot 1964 aan – eveneens gesubsidieerde – walvisvaart gedaan. Het had daartoe een fabrieks- en moederschip (voor kleinere walvisjagers) in dienst, de Willem Barentsz II. De walvissen werden bejaagd om hun traan en om vismeel van hun vlees te maken. In 1964 werd het schip, mét het Nederlandse quotum, aan Japan verkocht.

Lees ook

Lees ook: IJslands laatste walvisvaarder wil niet stoppen

Een van de schepen van Hvalur, het enige IJslandse bedrijf dat nog op de walvis jaagt, sleept twee vinvissen in de Hvalfjörður, de Walvissenfjord.


RIVM waarschuwt geen eieren van hobby-kippen meer te eten, groot risico op overmatige inname PFAS

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) raadt af nog langer eieren van hobby-kippen te eten vanwege kans op „overmatige inname van PFAS”. Het RIVM heeft het advies, dat voor heel Nederland geldt, dinsdag bekendgemaakt. Het RIVM adviseert voortaan eieren in een winkel of op de markt te kopen.

Op zestig plekken in Nederland heeft het RIVM ‘hobby-eieren’ onderzocht op de hoeveelheid PFAS, een verzamelnaam voor duizenden chemische stoffen, die in de eieren zat. Daaruit blijkt dat op 31 plekken, verspreid over vrijwel alle provincies, de maximale PFAS-inname door het eten van minder dan één ei per week al wordt overschreden. Op tien locaties kunnen mensen maximaal een ei in de week eten en op vijf plekken ligt de veilige inname op twee eieren per week.

Eieren eten is lang niet de enige manier om PFAS binnen te krijgen, benadrukt het RIVM. Chemische stoffen kunnen in andere voeding en drinkwater zitten.

Kanker en voorplantingsproblemen

Onder de verzamelnaam PFAS (staat voor per- en polyfluoralkylstoffen) vallen zesduizend door de mens gemaakte stoffen die met name bij industriële productieprocessen vrijkomen. Ze komen voor in allerlei producten, zoals regenkleding, pannen met een anti-aanbaklaag, blusschuim, medische apparatuur en elektronica.

De chemische stoffen worden niet goed afgebroken door natuurlijke processen. Zo hopen ze zich op in de omgeving van fabrieken. Via blootstelling aan de stoffen – via de bodem, de lucht en het oppervlaktewater – worden kleine hoeveelheden aangetroffen in het bloed van mensen. De stoffen worden in verband gebracht met onder meer schade aan het immuunsysteem, kanker en voortplantingsproblemen.

Al eerder kregen bewoners van Dordrecht het advies geen eieren van hobbykippen te eten vanwege verhoogde concentraties PFAS die waren gemeten rond de chemische fabriek Chemours. Ook gold een dergelijk advies in de buurt van Leeuwarden.

Lees ook

Gevaarlijk veel PFAS in eieren van hobbykippen in de buurt van chemiefabriek Chemours, onderzocht NRC in 2023

Enkele kippen op kinderboerderij de Bolderhoeve in Sliedrecht.


Plasticrecyclers willen geen leningen, maar betere regels

Elf faillissementen, en nog eens drie bedrijven die uit Nederland dreigen te vertrekken of de machines hebben stilgezet. Dat is de stand van zaken na ruim een jaar kaalslag in de recycling van afvalplastic. Al met al, zo becijfert de Vereniging Afvalbedrijven, valt ongeveer een derde van de capaciteit van de sector in Nederland weg. Terwijl gebruik van een kilo gerecycled plastic wel 1 tot 2,5 kilo aan broeikasgassen scheelt.

De zaken staan er dus beroerd voor, en de reddingsboei die staatssecretaris Chris Jansen (PVV, Milieu) toewerpt, stemt recyclers niet optimistischer. Hij wil bedrijven leningen aanbieden om niet failliet te gaan. Maar die gaan „de problemen niet oplossen”, aldus Jeroen Stein van de Vereniging Afvalbedrijven. „Waar de sector behoefte aan heeft, is een gezonde bedrijfsvoering. Niet méér schulden.”

Healix is een van die plasticrecyclers in zwaar weer. Het Maastrichtse bedrijf verwerkt afgedankte touwen en netten uit visserij en landbouw, maar sinds december staan zijn machines stil. Oprichter Marcel Alberts is „teleurgesteld” over het aanbod van Jansen. „Veel recyclers zijn al tot hun nek gefinancierd.” Een lening erbij noemt hij „geen reddingsboei, maar een molensteen”.

In december nam de Tweede Kamer een motie van Volt aan die opriep plasticrecyclers financieel te ondersteunen. Dat wil Jansen nu doen via kredieten, want hij vindt subsidiëring van de noodlijdende sector „een kostbare zaak”. Ook omdat „het onduidelijk is hoelang deze situatie nog zal aanhouden”. Daarnaast wijst hij op Europese regels die financiële ondersteuning van bedrijven door de staat bemoeilijken.

De leningen zouden voor een paar jaar moeten worden verstrekt. „Het bedrijf moet in de kern wel levensvatbaar zijn”, schrijft Jansen. Het kabinet schat hiermee vijf tot tien bedrijven te kunnen helpen.

Alberts van Healix wijst erop dat recyclingbedrijven vaak zelf al leningen hebben afgesloten; toen ze begonnen hebben ze geld van investeerders gekregen, soms zelfs van familie en vrienden. Extra leningen gaan volgens hem niet helpen. „Wij hebben vooral behoefte aan wet- en regelgeving waardoor wij kunnen concurreren met nieuw plastic. Twee, drie jaar geleden was nieuw plastic twee keer zo duur als nu en liepen de zaken nog prima.”

Rekmiddel

Ook topman Jan Lenstra van recycler Veolia denkt niet dat leningen zijn sector gaan helpen. „Het is een rekmiddel. Het probleem is dat nieuw plastic te goedkoop is. Dat lossen we niet op met leningen.”

Zijn fabriek in het Twentse Vroomshoop draait nu een „aanzienlijk lagere” productie. Ze maakt van oude boterkuipjes en ketchupflessen nieuwe grondstof, die wordt gebruikt voor producten van doppen tot stofzuigers. De fabriek draait nu quitte. Dat ze niet verlieslatend is, dankt ze vooral aan klanten die bereid zijn iets meer te betalen voor een duurzaam product.

De recyclingmarkt heeft last van lage prijzen van nieuw plastic, dat in grote hoeveelheden wordt geïmporteerd uit met name Azië. Concurreren is voor de recyclers extra lastig door hoge energieprijzen en personeelskosten. „We vrezen bovendien dat de concurrentie uit China nog heviger wordt door de [Amerikaanse] importheffingen”, zegt Stein. „Scheepsladingen plastic dat voor dat voor de Verenigde Staten is geproduceerd” dreigen daardoor „onze kant” uit te komen.”

De Vereniging Afvalbedrijven pleit voor nieuwe wet- en regelgeving. Onder de huidige economische omstandigheden heeft de sector zo’n 100 miljoen euro per jaar nodig om overeind te blijven, schat de branche.

„Het mooiste zou zijn als de vervuiler betaalt”, zegt Alberts. „Bijvoorbeeld met een CO2-heffing op nieuw plastic, of een verplichting om gerecycled plastic te gebruiken.”

Over zo’n ‘bijmengverplichting’ van gerecycled plastic bij de productie van nieuwe verpakkingen wordt al jaren gepraat. Het vorige kabinet wilde al in 2027 een landelijke bijmengverplichting invoeren, maar onduidelijk is of de PVV-staatssecretaris dat doorzet. De Europese Unie heeft plannen in 2030 een bijmengverplichting in te voeren. „Maar”, zegt Lenstra, „wie leeft er dan nog om dat gerecyclede plastic te maken?”

Chemische recycling

Een alternatief voor de gangbare mechanische plasticrecycling, chemische recycling, zit al helemaal in zwaar weer. Uit onderzoek van adviesbureau Rebel Group blijkt dat er vorig jaar nauwelijks chemische recycling plaatsvond in Nederland. Anders dan bij mechanische – versnipperen en versmelten – wordt plastic bij chemische recycling afgebroken tot op de ‘bouwstenen’, waardoor het weer een soort olie wordt. Dat heeft als voordeel dat het eindproduct heel schoon is, waardoor het bijvoorbeeld als voedselverpakking gebruikt mag worden. Bij mechanische recycling mag dat meestal niet.

Werd in 2022 nog 20 kiloton plastic chemisch gerecycled, in 2024 was dat nog maar 0,6 kiloton, aldus Rebel Group. De ‘kunststofketen’ had als doel in 2030 550 kiloton chemisch te recyclen. Dat lijkt nu onhaalbaar. Voor het onderzoek benaderde bedrijven noemen financiering een belangrijk „knelpunt”.

Blue Cycle is een van de bedrijven in chemische recycling die vorig jaar failliet zijn gegaan. Eric Witvoet, voormalig interim-directeur: „Als je moet concurreren tegen Chinees materiaal dat beneden de Europese kostprijs wordt geleverd, houdt het op een gegeven moment op. Terwijl we deze techniek en initiatieven moeten koesteren. Anders verdwijnen ze naar het buitenland.”

Lenstra van Veolia merkt daarnaast dat innovatie tot stilstand komt door de huidige marktomstandigheden. „Eigenlijk willen wij de marketingafdelingen van fabrikanten nog verder tegemoetkomen. We zouden bijvoorbeeld een heel zuivere witte kleur kunnen leveren uit gerecycled materiaal, door nog meer op kleur te gaan scheiden.”

Dat zit er voorlopig niet in. „We kunnen wel een beter product maken tegen hogere kosten, maar dat heeft weinig zin als we het niet kunnen verkopen.”


Halfjaar cel voor ondernemer en realityster Peter Gillis om belastingfraude via vakantieparken

Ondernemer en televisiefiguur Peter Gillis is veroordeeld tot een jaar cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Dat heeft de rechtbank in Den Bosch dinsdag bepaald. Gillis stond terecht voor jarenlange belastingfraude via zijn bedrijf Oostappen Groep Vakantieparken. Hij was „de allesbepalende en aansturende kracht achter de fraude”, aldus de rechter. De rechter stelt dat Gillis, die in februari beweerde zijn vakantieparken te hebben verkocht, conservatief geschat voor ruim een half miljoen euro aan belasting heeft ontdoken.

Gillis werd bekend van de nog altijd lopende realityserie Familie Gillis: Massa is Kassa op SBS6. Hij hield geen correcte administratie bij, voorzag de Belastingdienst van onjuiste gegevens en deed zijn belastingaangifte niet op tijd. „Het bedrijf pleegde onder zijn leiding belastingfraude door ten minste vijf jaar lang bewust een geldstroom buiten de administratie te houden”, oordeelt de rechtbank.

De Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) ontdekte dat het bedrijf tussen januari 2014 en mei 2019 verhuur voor permanente bewoning buiten het reserverings- en boekingssysteem hield en contant liet afrekenen. Deze huurders werden niet geregistreerd of de registratie werd achteraf vernietigd. Ook de urenregistratie en urenbriefjes van „buitenlandse Europese medewerkers” werden vernietigd. Zo werd jarenlang „bewust een geldstroom buiten de administratie gehouden”.

Mede omdat hij nooit eerder is veroordeeld voor belastingfraude, krijgt Gillis geen beroepsverbod opgelegd. De uitspraak valt iets lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie. Dat had achttien maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk, geëist.

Ook de betrokkenheid van Gillis’ dochter en ex-vrouw acht de rechter bewezen. Zij krijgen een voorwaardelijke celstraf van zes maanden en een taakstraf van respectievelijk 240 uur en 180 uur opgelegd. Het bedrijf van Gillis krijgt een voorwaardelijke geldboete van 250.000 euro. De bijna 250.000 euro aan contanten die tijdens het onderzoek in beslag is genomen, krijgt het bedrijf niet terug.

Lees ook

Terwijl z’n bedrijf afbrokkelt, rijst de realityster Peter Gillis

Peter Gillis met zijn vriendin  voorafgaand aan een kort geding tegen zijn ex, begin  vorige maand.


Arjen Veurink nieuwe bondscoach Oranjevrouwen

Arjen Veurink is de nieuwe bondscoach van het Nederlandse vrouwenelftal. Veurink volgt Andries Jonker op, die na het Europees kampioenschap (EK) van deze zomer afscheid neemt. De 38-jarige Veurink tekent een contract tot 2029, zo heeft de KNVB dinsdag bekendgemaakt.

Veurink komt over van de Engelse voetbalbond. Daar assisteerde hij Sarina Wiegman, die eerder bondscoach was bij de Nederlandse vrouwen. Ook toen was Veurink assistent. Het duo won zowel met Engeland (2022) als Nederland (2017) de Europese titel. Tussen 2012 en 2016 was Veurink hoofdtrainer van de vrouwen van FC Twente, waarmee hij viermaal landskampioen werd.

Begin dit jaar maakte de KNVB bekend het contract van de huidige bondscoach Jonker niet te verlengen. De voetbalbond hield zich, tot irritatie van de trainer zelf, op de vlakte over de reden van zijn naderende vertrek. Wel mag Jonker het elftal blijven leiden tijdens het EK, dat in juli wordt gehouden in Zwitserland. Jonker was sinds 2022 bondscoach.

Lees ook

Oranje wil zich niet laten afleiden door toestand om vertrek bondscoach Jonker

Bondscoach Andries Jonker tijdens de training na afloop van zijn persconferentie afgelopen maandag in Zeist.


Geen weigerknop, maar wel cookies plaatsen? Dat wordt een boete

De aanpak van foute cookiebanners wordt harder. Nederlandse bedrijven die hun gebruikers geen duidelijke ‘weigerknop’ aanbieden, lopen een grotere kans op een boete dan voorheen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft extra mensen en een ‘bot’ op de handhaving gezet. Voorzitter Aleid Wolfsen: „Het wordt nu menens.”

Cookies en cookiebanners die gebruikers misleiden door het heel complex te maken om cookies te weigeren, zijn onderwerpen waarover de AP wekelijks boze telefoontjes en mailtjes van burgers binnenkrijgt. In 2024 ruim tweehonderd. „Het is een omvangrijk probleem en we hebben het idee dat de trucs en volgmethoden geraffineerder worden”, vertelt AP-voorzitter Wolfen telefonisch.

Die ergernissen en problemen zijn er al heel lang. Cookies werden ruim 25 jaar geleden uitgevonden. Nederland heeft sinds 2011 een wet die strenge eisen aan het gebruik ervan stelt. En sinds zeven jaar is er bovendien de Europese privacywet AVG met aanvullende consumentenbescherming.

Woud aan misleidende banners

In reactie op de wetten stopten bedrijven niet met het online volgen van gebruikers, zoals de bedoeling was, maar kwamen ze met een woud aan misleidende banners om toestemming te krijgen voor het plaatsen van cookies en voor het doorverkopen van gegevens. Consumenten werden zo moe van de pop-ups dat ze die in de regel gedachteloos wegklikken.

Lees ook

dit verhaal over de 25-ste verjaardag van het cookie en hoe ze werken

Hoe het internet een geheugen kreeg

Het lukt de AP en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) – die samen verantwoordelijk zijn – tot nu toe amper om de wet te handhaven. Pas in 2024 zijn door de AP voor het eerst boetes opgelegd (voor Kruidvat en Coolblue) vanwege het tracken van mensen zonder ze daar helder over te informeren en ze daarvoor zelf te laten kiezen.

„Het had eerder de aandacht moeten krijgen”, zegt Wolfsen. Dat dit niet gebeurde, komt volgens hem door een tekort aan middelen en mensen. „Nu schalen we echt op.” De AP heeft de minister van Economische zaken op 26 maart in samenspraak met de ACM voorgesteld het toezicht alleen nog bij de Autoriteit Persoonsgegevens te beleggen.

Het budget van de AP is per 2025 verhoogd van 45,2 miljoen naar 49 miljoen per jaar. In september 2023 kreeg de privacytoezichthouder bovendien voor drie jaar een half miljoen extra per jaar, speciaal voor de strijd tegen volgsoftware en misleidende cookiebanners. Dat bedrag is onder meer gebruikt om de voorlichting aan bedrijven te verbeteren over hoe het wél moet.

‘Volgen als vanzelfsprekendheid’

Een van de boodschappen van de AP is dat een cookiebanner niet nodig is als een bedrijf zijn bezoekers niet profileert en blijft volgen. Louter statistieken bijhouden mag ook zonder banner. Het lijkt in de loop der jaren echter een soort vanzelfsprekendheid geworden om bij iedere website maar volgsystemen aan te leggen.

„Het gebeurt ook naïef en onnadenkend”, zegt Wolfsen: „En dat moet echt stoppen. Als je een winkel uitloopt, vind je het ook niet normaal om bij de uitgang te worden gevraagd welke producten je allemaal hebt overwogen en à propos, wie is uw partner? Bedrijven moeten zich afvragen of ze op zo’n manier online hun geld willen verdienen.”

Inmiddels heeft de AP met het extra geld ook een bot gebouwd die stelselmatig de banners controleert van tienduizend in Nederland gevestigde bedrijven. Die bot scant geautomatiseerd de instellingen van de cookiebanners. Daarop moet het net zo gemakkelijk zijn om cookies te weigeren als om die toe te staan. De vinkjes voor toestemming mogen niet vooraf zijn aangevinkt. De bot controleert ook wat voor cookies worden geplaatst en of dat al gebeurt voordat daarvoor toestemming is gegeven.

Tracking cookies blijven volgen

De grootste boosdoeners zijn de zogeheten tracking cookies. Die worden gebruikt om websitebezoekers te volgen terwijl ze surfen, dus niet alleen op de website waar ze op dat moment zijn, maar ook daarna. Die cookies worden gebruikt om profielen op te stellen en bijvoorbeeld gepersonaliseerde advertenties of aanbiedingen te tonen.

Dat lijkt misschien onschuldig, zegt Wolfsen, maar is dat niet. „Dat soort profielen kunnen ook gebruikt worden voor politieke targeting tijdens campagnes. Ze kunnen worden gekocht door buitenlandse inlichtingendiensten. Of bedrijven gaan selectief om met aanbiedingen. Die geven ze bijvoorbeeld niet aan mensen met bepaalde profielen of uit bepaalde postcodegebieden. Het kan tot uitsluiting leiden.”

Bedrijven met misleidende cookiebanners krijgen eerst een brief met een waarschuwing. De eerste vijftig gaan deze week de deur uit. Volgende maand de volgende vijftig. De bedrijven en organisaties krijgen drie maanden om hun cookiebeleid binnen de wet te brengen. Doen ze dat niet, dan start een formeel onderzoek, gericht op het opleggen van een boete. Die kan oplopen tot maximaal 4 procent van de jaaromzet van een bedrijf.


Rode Kruis staakt voedselhulp in groot vluchtelingenkamp Soedan

Door het aanhoudende geweld in Soedan heeft het Rode Kruis besloten om acht noodkeukens te sluiten in het vluchtelingenkamp Zamzam in Darfoer. Dat heeft de hulporganisatie dinsdag in een verklaring bekend gemaakt. In dat kamp wonen ongeveer 700.000 mensen, van wie zo’n 13.000 iedere dag bij de acht keukens van het Rode Kruis twee warme maaltijden haalden. Volgens Derk Segaar, het hoofd van van internationale hulp bij het Rode Kruis is het „levensgevaarlijk” in het vluchtelingenkamp en heerst er „hongersnood”.

Afgelopen weekend heeft de paramilitaire groep Rapid Support Forces (RSF) honderden mensen gedood in het vluchtelingenkamp Zamzam en Abu Shorouk, een nabijgelegen stad. Het exacte aantal is niet duidelijk, maar een woordvoerder van de Verenigde Naties (VN) spreekt over 400 doden in een interview met de BBC. Volgens de VN waren tenminste negen humanitaire hulpverleners het slachtoffer. Op zondag liet de RSF weten het vluchtelingenkamp „bevrijd” te hebben. Dit betekent dat het kamp nu in handen is van de paramilitaire groep RSF.

Een woordvoerder van het Rode Kruis liet dinsdagochtend aan NRC weten de keukens zo snel mogelijk weer te willen openen. „We zijn daar niet weg”, aldus de woordvoerder, die benadrukte dat het Rode Kruis ook in het kamp is voor andere zaken zoals medische hulp. Volgens hem maakt het voor het Rode Kruis niet uit wie het vluchtelingenkamp in handen heeft. „Er is geweld en dat betekent dat we even ons werk niet kunnen doen.” Wanneer de keukens weer open kunnen en hoe de huidige situatie nu is, blijft vooralsnog onduidelijk. „Het gebied kampt met veel problemen, waaronder communicatieblackouts”, aldus de woordvoerder.

Lees ook

Opnieuw honderden burgerdoden in een van grootste moordpartijen in Darfur tot nu toe

Een geïmproviseerde bunker die door burgers is gegraven in El-Fasher dient als schuilplaats voor het geweld tussen de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF) en het Soedanese leger en geallieerde milities.


Aantal vluchtelingen met betaald werk de laatste jaren toegenomen

Des te langer vluchtelingen met een verblijfsvergunning in Nederland zijn, des te minder zij afhankelijk zijn van een uitkering omdat ze een baan hebben gevonden. Voor deze groep statushouders geldt dat 85 procent in 2014 nog zonder inkomen zat of afhankelijk waren van een uitkering. Bijna tien jaar later, in 2023 had bijna de helft van hen werk als belangrijkste inkomstenbron. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Uit de CBS-cijfers, die sinds 2017 zijn verzameld in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken, blijkt verder dat vluchtelingen die recent een verblijfsvergunning ontvingen, sneller aan een baan raakten dan de groep die langer geleden een verblijfsstatus kreeg. Dat betekent dat statushouders dus steeds sneller en makkelijker een baan vinden.

De onderzochte groep bestaat uit 280.000 asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen tussen 2014 en 2024. Het grootste deel van die groep komt uit Syrië (157.000), gevolgd door Eritrea (37.000) en in minder kleine aantallen uit landen als Irak, Jemen, Turkije en Afghanistan. Oekraïense vluchtelingen zijn niet meegenomen in het onderzoek. Oekraïners hebben, in tegenstelling tot bovenstaande groepen, geen werkvergunning nodig en komen daardoor relatief sneller en makkelijker aan een baan.

In Nederland is het zo dat niet-Oekraïense asielzoekers pas mogen werken nadat hun asielprocedure tenminste zes maanden in behandeling is. Werkgevers moeten daarvoor een vergunning aanvragen bij uitkeringsinstantie UWV, wat het voor veel vluchtelingen bemoeilijkt snel aan het werk te raken. Het is niet te verwachten dat die regels snel vereenvoudigd worden: veel rechtse partijen in de Tweede Kamer zijn bang dat het veel extra nieuwe vluchtelingen aantrekt.

Uit een studie van SEO Economisch Onderzoek bleek vorige maand dat als alle asielmigranten onder dezelfde voorwaarden als Oekraïners mogen werken en dus onbelemmerd toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, dat de Nederlandse schatkist miljarden extra oplevert. De overheid kan dan besparen op uitkeringen en incasseert tegelijkertijd meer inkomsten uit loonbelasting en btw.

Lees ook

Vrij werken voor asielzoeker levert Nederland volgens nieuwe studie miljarden op

Vluchtelingen bij de bushalte van de pendelbus tussen het asielzoekerscentrum in Ter Apel en station Emmen.