Wie niet beter weet, zou denken dat de wijk Opwierde in het Groningse Appingedam een nieuwbouwwijk is. Straten vol nieuwe huizen. Kale voortuinen. Vrachtwagens en busjes van bouw- en klusbedrijven rijden af en aan. Overal zijn bouwvakkers aan het werk. Maar een leegstaande, oude flat aan de achterkant van de nieuwe straat laat zien dat hier iets anders aan de hand is. In Opwierde is de versterkingsoperatie in het gaswinningsgebied in alle fasen te zien. Huizen die door de jarenlange gaswinning onveilig zijn verklaard, worden vervangen door nieuwe woningen.
En zo kan het dat in de straat nieuwe huizen bijna klaar zijn voor oplevering, terwijl de flat erachter klaar is voor de sloop. De volgende straat bestaat uit leegstaande huizen aan de ene kant, en huizen die nog wel worden bewoond ertegenover. Een van die bewoners is Coba Senneker (65). Ze woont hier sinds 2013, met haar man en haar zoon. Haar dochter woont verderop in de straat. Sinds 2023 weet ze dat ook haar huis gesloopt wordt. Wanneer? Dat is de grote vraag. Ze weet nog steeds niet op welke datum ze haar huis uit moet, wanneer ze kan terugkeren, en waarnaartoe. Wat doe je eraan? Senneker gooit haar handen de lucht in. „Ik probeer er niet te veel aan te denken.”



Foto’s Kees van de Veen
Schadeherstel
Deze dinsdag is de eerste Staat van Groningen en Noord-Drenthe verschenen. Het rapport gaat over de voortgang van het herstel en de resultaten van de investeringen in Groningen en Noord-Drenthe. Het jaarlijks uitbrengen van het rapport is een van de vijftig maatregelen van Nij Begun, de reactie van het vorige kabinet op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning.
Het rapport gaat dit jaar voornamelijk over het schadeherstel en de versterking van woningen. De makers, drie onderzoeksbureaus, noemen dit eerste rapport een „lichte versie”, omdat het kabinetsbeleid nog niet volledig is uitgewerkt en de doelstellingen nog niet allemaal zijn vastgesteld.
De onderzoekers concluderen dat er „verbeteringen zijn doorgevoerd in het uitvoeren van de versterkingsoperatie die inmiddels tot enige versnelling van de versterking leiden”, maar zeggen ook dat de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), de uitvoeringsinstantie die verantwoordelijk is voor de versterking, nog niet alle doelen haalt. Zo had de NCG de opdracht om in 2024 alle 877 resterende adressen die nog niet beoordeeld waren, te beoordelen. Dat is voor 423 adressen gelukt.
Vorige week waarschuwde het Staatstoezicht op de Mijnen dat de versterkingsoperatie mogelijk tot 2034 duurt. Het huidige tempo ligt te laag om streefjaar 2028 te halen. De NCG gaf vorig jaar al aan dat 2028 niet haalbaar was, en verwacht tussen 2030 en 2032 klaar te zijn.
Lees ook
Het ‘Nij begun’ voor Groningen na de gaswinning loopt stroef
Dinsdag verscheen ook het jaarlijkse onderzoeksrapport Gronings Perspectief uit. Daarin meten onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het Nivel sinds 2016 de impact van de gaswinningsproblematiek op bewoners. Schade aan woningen door de gaswinning heeft nog steeds invloed op de gezondheid, de ervaren veiligheid en het vertrouwen van inwoners.
De nieuwste metingen laten zien dat de verslechtering hiervan sinds 2023 niet doorzet. Dat komt mogelijk door de voortgang in de schade-afhandeling en de compensatieregelingen. Daarnaast is er een „licht herstel in het vertrouwen in de Rijksoverheid, gemeente en provincie”. Wel zijn bewoners „overwegend negatief” over het huidige kabinet en is hun vertrouwen in de afhandeling van schade en versterking van de woning sinds de komst van dit kabinet gedaald.




Spookstad
In Opwierde willen bewoners vooral duidelijkheid. Erika Kramer (59) hoorde in 2017 voor het eerst dat haar huis versterkt moet worden. „Het is al twee keer uitgesteld. Het frustreert dat het zo lang duurt. Maar zo gaat het gaat nu eenmaal.” In de hal hangt een schilderijtje van de woning dat Kramer heeft gemaakt. Het is net af. Een herinnering aan het huis waar ze al 31 jaar in woont en dat er straks niet meer is.
Coba Senneker is eraan toe om haar huis te verruilen voor een van de tijdelijke woningen. „Het is hier net een spookstad, met al die lege huizen. Ik begin me er ook aan te ergeren dat het hier één grote bouwplaats is. Soms trilt het in huis door al het bouwverkeer.” Liever vandaag dan morgen gaat ze het huis uit. Van Nij Begun merkt ze niets. „Het gaat niet sneller.”
Twee straten verderop woont Cees Jongsma (72) in een van de nieuwe huizen, die hij huurt van een woningcorporatie. Hij woonde 37 jaar in zijn vorige huis, voordat het werd gesloopt. Hij zou als de nieuwe woningen klaar waren, op een andere plek terugkeren. Dat weigerde hij. Zijn schuurtje, waar hij kippen en duiven houdt, en de oude boom wilde hij per se behouden. Het heeft hem een „flinke strijd”, gekost, maar hij kreeg het voor elkaar. „Ik ben nu de enige in de straat met een oude boom in de voortuin.” Hij is blij dat het allemaal achter de rug is. „Het is voor mij nu weer zoals het was. Ik kan mijn gang weer gaan. Het woont hier prima prachtig.”

