Terwijl de oorlog in Oekraïne escaleert, hamert Zelensky op een ‘rechtvaardige vrede’

Duizend dagen na het begin van de grootschalige Russische invasie in Oekraïne gaat het internationale gesprek over de oorlog twee kanten op. Met de komst van Noord-Koreaanse militairen naar het front heeft de oorlog een nieuwe, onheilspellende mondiale dimensie gekregen. Tegelijk heeft de verkiezing van Donald Trump geleid tot gesprekken – voor en achter de schermen – over mogelijke onderhandelingen en vredesscenario’s.

De Oekraïense president Zelensky markeerde de duizendste oorlogsdag onder andere met een korte videoboodschap voor het Europees Parlement. Hij herhaalde zijn hoop dat de oorlog in 2025 tot een einde komt, maar waarschuwde dat Vladimir Poetin niet uit zichzelf vrede zal sluiten, maar tot een „rechtvaardige vrede” moet worden gedwongen. De afgelopen tijd neemt de druk op Kyiv om te onderhandelen toe, al heeft Rusland ongeveer 20 procent van het Oekraïense grondgebied bezet.

In zijn korte toespraak waarschuwde Zelensky ook dat de Noord-Korea méér militairen naar Rusland zou kunnen sturen. „Poetin heeft nu 11.000 Noord-Koreaanse militairen naar de Oekraïense grens gebracht, dat kunnen er 100.000 worden.”

‘Directe bedreiging’

Met de komst van Noord-Koreaanse militairen is het besef doorgedrongen dat Poetins oorlog vertakkingen heeft gekregen in de Indo-Pacific. Deelname van Noord-Korea werpt ook opnieuw vragen op over de rol van Iran en China. ,,Het gruwelijke feit is dat vier landen samenwerken”, zei NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte, al is ook hem niet altijd helemaal duidelijk hoe de coördinatie verloopt. Rutte nam dinsdag deel aan een vergadering van Europese ministers van defensie waar werd gesproken over mogelijkheden de steun aan Oekraïne uit te breiden.

De steun die Poetin ontvangt is niet gratis, onderstreepte Rutte tegenover journalisten. „Poetin moet daar voor betalen. Bijvoorbeeld door Noord-Korea rakettechnologie te leveren. Dat is een directe bedreiging, niet alleen voor ons, maar ook voor Zuid-Korea, voor Japan en zelfs voor het vasteland van de Verenigde Staten. Rusland compenseert Iran met geld, geld dat ten goede komt aan de Iraanse bondgenoten in het Midden Oosten en Iran in staat stelt te doen wat het doet. Er is dus een mondiaal effect.”

Rutte liet zich niet strikken voor bespiegelingen over onderhandelingen. „Laten we de ogen op bal houden”, zei hij. „We moeten geconcentreerd blijven en er alles aan doen om door te gaan Oekraïne te steunen zodat Oekraïne in staat is dat gevecht te voeren. En alle speculaties over wat daarna: er is maar één instantie die kan beslissen over onderhandelingen en dat is de huidige regering in Kyiv.”

Rutte vertelde de ministers dat de Europese defensie-industrie een impuls moet krijgen en dat Europese landen zich voorbereiden op defensie-uitgaven die hoger liggen dan de huidige NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product.

Lees ook

Duizend dagen oorlog in Oekraïne in vijf grafieken en twee kaarten

Oekraïners schuilen onder een verwoeste brug terwijl ze proberen de rivier de Irpin over te steken aan de rand van Kyiv, op 5 maart 2022.

Bufferzone

Over eventuele onderhandelingen wordt sinds de Amerikaanse verkiezingen honderduit gespeculeerd. Trumps beoogd vice-president JD Vance heeft geopperd de gevechten te bevriezen, langs de bestandslijn een bufferzone in te richten en Oekraïne voorlopig niet toe te laten tot de NAVO. Dergelijke scenario’s liggen moeilijk in Kyiv.

„We zullen onze soevereiniteit, onze veiligheid of de toekomst van Oekraïne niet verhandelen”, zei Zelensky dinsdag tijdens een toespraak voor het parlement in Kyiv. „We zullen het Oekraïense recht op zijn grondgebied niet opgeven. We zullen ook rationeel de rechten van onze staat garanderen. We moeten wijs handelen.”

Ook al zijn de plannen van de nieuwe Amerikaanse regering nog uiterst vaag, inmiddels is er in Europa een gesprek opgang gekomen over een Europese rol bij een bestand. Zo zei de Estse minister van Buitenlandse Zaken Margus Tsahkna tegen de Financial Times dat Europa bereid moet zijn om militairen in Oekraïne te stationeren ter ondersteuning van een vredesplan van Trump. Langs een eventuele bufferzone zou internationale vredesmacht gestationeerd moeten worden. In de VS is ook al geopperd dat Europa dat voor haar rekening moet nemen.

Eén variant is dat Oekraïne gesteund wordt door een coalition of the willing, onder aanvoering van Polen en de Joint Expeditionary Force, waartoe ook Nederland behoort. De JEF is een defensie-samenwerking van landen in Noord-Europa onder leiding van het VK, dat voorop liep in de militaire steun voor Oekraïne. Volgens Tsahkna zouden zich ook Frankrijk en Duitsland bij zo’n coalitie moeten aansluiten.

Atacms

Intussen escaleert de oorlog. Volgens nog onbevestigde Russische berichten zou Oekraïne een aantal Amerikaanse langeafstandsraketten hebben afgevuurd op doelen in Rusland. Rusland claimde dinsdag dat het vijf van de zes supersone kruisraketten had neergehaald in de regio Bryansk.

De inzet van langeafstandswapens in Rusland was lang een vurige wens van Oekraïne, maar werd door Biden uit vrees voor escalatie tegengehouden. Poetin beantwoordde mediaberichten over de vrijgave van de wapens met een aanpassing van de Russische nucleaire strategie. Formeel kan nu ook een aanval met conventionele wapens op Rusland een aanleiding zijn om nucleaire wapens in te zetten. Eerder kon dat ook al, maar alleen als het voortbestaan van Rusland in het geding was.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock (Groenen) zei dat ze zich door Russisch nucleaire ‘dreigementen’ niet liet intimideren. „Poetin speelt met onze angst. Daar is hij niet 1.000 dagen geleden mee begonnen, maar in 2014. Duitsland maakte toen de fout zich te laten intimideren door die angst.”

Baerbock was in Warschau waar ministers van een aantal grote Europese landen overeenkwamen dat Europa als het gaat om de eigen veiligheid „groot moet handelen en denken”.

Lees ook

‘Er zijn genoeg signalen om hoopvol te zijn over wat Trump voor Oekraïne kan betekenen’

Oleksandr Karasevych, ambassadeur van Oekraïne in Nederland.


Welk merk blijft overeind: SNS, ASN of Regiobank? Moederbedrijf Volksbank gaat kiezen

Zoals verwacht gaat het mes in de Volksbank, moederbedrijf van onder meer SNS en ASN. De komende jaren verdwijnen tot 750 voltijdbanen, 15 procent van het totale aantal banen, bij de vierde bank van Nederland. Ook wordt een deel van de zeshonderd vestigingen gesloten en wordt er gekozen voor één merk, in plaats van de huidige vijf. De Volksbank wil met de reorganisatie jaarlijks 70 miljoen euro besparen. Dat maakte de staatsbank deze dinsdag bekend, nadat deze zomer al een „vereenvoudiging” van het bedrijfsmodel was aangekondigd.

Welk van de merken wordt gekozen, wordt volgende maand bekendgemaakt. De komende weken doet de bank hiervoor marktonderzoek om te kijken of SNS, ASN, Regiobank of hypotheekmerk BLG Wonen „het meeste enthousiasme” opwekt onder klanten en medewerkers, aldus de dit voorjaar aangetreden bestuursvoorzitter Roland Boekhout in een toelichting aan de pers.

Het overkoepelende merk de Volksbank, pas in 2016 geïntroduceerd, wordt sowieso geschrapt, aldus Boekhout. Vanwege afspraken met de Duitse Volksbank mogen onder die vlag geen commerciële activiteiten worden ontplooid. „Daardoor ontbeert het merk ziel.” Ook wordt er niet gekozen voor een nieuw merk. Dat is wel overwogen, maar is financieel niet haalbaar. „Onze huidige merken zijn wat dat betreft te veel waard.”

Maar niet zo veel waard dat ze niet geschrapt kunnen worden. Volgens Boekhout is de organisatie van de bank nu complex, mede doordat er vijf merken worden gevoerd. „Alle vijf hebben aandacht nodig. Moeten onderhouden worden, moeten gecommuniceerd worden. Dat is een arbeidsintensieve en daarmee ook kostbare aangelegenheid.”

Door voor één merk te kiezen, hoeft er niet meer intern te worden onderhandeld over welk merk het grootste deel van het marketingbudget krijgt of meer geld voor productontwikkeling. Het grootste deel van de 700 tot 750 te schrappen banen zullen op die gebieden verdwijnen, zei Boekhout tijdens de toelichting.

Landelijke dekking

Een deel van de kostenbesparing van 70 miljoen euro moet worden bereikt door het aantal vestigingen te verkleinen. Dochters SNS en Regiobank hebben samen zeshonderd vestigingen in Nederland (ASN en BLG Wonen hebben zelf geen vestigingen). Boekhout: „Dat is wel heel erg veel. Vestigingen moeten wel geld opbrengen.” Hoeveel filialen gesloten gaan worden, wordt in het eerste kwartaal besloten in overleg met de franchisenemers die de SNS- en Regiobank-vestigingen uitbaten.

De bank wil wel een landelijke dekking houden. „Dat blijft een essentieel onderdeel van onze propositie. We gaan niet naar twintig kantoren, dat kan ik wel zeggen.” Daarmee zou de bank zich kunnen blijven onderscheiden van de andere grootbanken die veel vestigingen hebben gesloten afgelopen jaren: van de 850 bankfilialen die er nog zijn in Nederland is nu 75 procent van SNS en Regiobank.

Volgens Boekhout moet de reorganisatie er óók voor zorgen dat er meer ruimte is om te investeren in digitalisering, zodat het uiteindelijk gekozen merk een simpele, betrouwbare app krijgt. „Vandaag de dag slaan maar weinig klanten het digitale kanaal over. Maar daarnaast is het zo dat klanten het enorm waarderen dat ze een mens van vlees en bloed in de ogen kunnen kijken. De uitdaging is om een model te vinden om dat op een economisch verantwoorde manier te kunnen doen.”

Marktconform rendement

De reorganisatie, waarvan het raamwerk nu voor advies voorligt aan de Ondernemingsraad van de bank, moeten binnen drie jaar zijn afgerond. Gedwongen ontslagen worden daarbij niet uitgesloten. De beoogde besparingen moeten volgens Boekhout ervoor zorgen dat de bank een „marktconform rendement” gaat opleveren „vanwege de wens van onze aandeelhouder om te privatiseren, dat moge duidelijk zijn.”

Die aandeelhouder is voor honderd procent de Nederlandse staat. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) kondigde begin oktober aan ernaar te streven om de bank binnen enkele jaren te verkopen aan een strategische investeerder – de voorkeursoptie van de bank zelf – of om de bank naar de beurs te brengen. De afgelopen jaren werd de Volksbank daar nog niet klaar voor geacht, mede omdat het rendement op het kapitaal (return on equity, ROE) jarenlang niet boven de gezond geachte 10 procent uitkwam – ondanks eerdere reorganisaties.

Lees ook

Nu de rentes in recordtempo oplopen, profiteert juist de Volksbank hiervan

Het Volksbank-hoofdkantoor in Utrecht. De eigenaar van de bankmerken ASN, SNS en Regiobank en hypotheekverstrekker BLG Wonen boekte over 2023 een winst van 431 miljoen euro. Dat is ruim een verdubbeling ten opzichte van de 191 miljoen euro een jaar eerder.

De vraag is of met de voorgestelde „simpele” organisatie dat rendement van meer dan 10 procent wel structureel gehaald gaat worden. Als de 70 miljoen euro aan besparingen wordt gehaald, worden die in ieder geval de komende jaren „opgegeten”, doordat de Volksbank meer geld kwijt is aan het inhalen van achterstanden in het screenen van klanten en transacties op witwassen en op het gebied van risicomanagement.

Voor het inlopen van die achterstanden moet de bank namelijk veel externe medewerkers inhuren. Boekhout: „Dat is ongemakkelijk en duur.” Op de langere termijn zorgen de strenge eisen van de toezichthouder op deze dossiers sowieso voor hogere vaste kosten. „Dit wordt gewoon onderdeel van ons dagelijks leven.”

De Volksbank moet de „eigen broek” kunnen ophouden om haar duurzame en maatschappelijke karakter te behouden

Boekhout wil dan ook niet beloven dat de huidige reorganisatie de laatste is, juist omdat de bank de „eigen broek” moet kunnen ophouden om haar duurzame en maatschappelijke karakter te kunnen behouden. De Volksbank zegt al een aantal jaar in gelijke mate te streven naar klant- en medewerkerstevredenheid en naar maatschappelijk en economisch rendement. „Als wij een bank zijn die meer belooft dan alleen maar ROE, dan willen we dat ook zo zeker mogelijk stellen voor de toekomst. Hebben we daar zekerheden op? Nee. Maar als er over drie jaar een strategische investeerder komt, dan willen wij het stadium hebben bereikt dat die zegt: dat is een bank die wij absoluut willen hebben met kenmerken die zo aantrekkelijk zijn dat wij daar de topprijs voor willen betalen. Dan zullen ze die kenmerken ook niet om zeep willen brengen.”


Anarchie in Gaza neemt toe: hoe VN-hulp in handen van gewapende bendes valt

Door de toenemende anarchie in de Gazastrook en de talrijke obstakels die Israël volgens internationale hulporganisaties opwerpt, wordt het steeds moeilijker nog humanitaire hulp te verlenen aan ruim twee miljoen Gazanen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, waardoor de meeste burgers uiteindelijk nog minder eten krijgen dan voorheen en gewapende bendes hun gang kunnen gaan.

Een nieuw dieptepunt werd afgelopen zaterdag bereikt, toen gemaskerde mannen een VN-konvooi van 109 vrachtwagens met voedselhulp tot stoppen dwongen door hun banden lek te schieten en vervolgens te plunderden. Slechts elf van de trucks bereikten hun bestemming volgens VN-hulporganisatie UNRWA. Sommige chauffeurs werden beschoten en raakten gewond.

Het konvooi had pas een half uur van tevoren toestemming van Israël gekregen om te vertrekken langs een ongebruikelijke route, via de zuidelijke grenspost Kerem Shalom. Eenmaal binnen de Gazastrook werd het overvallen. „Dit illustreert hoe ernstig de uitdagingen zijn bij het brengen van hulp naar het zuiden en midden van Gaza”, aldus UNRWA-noodhulpmedewerker Louise Wateridge tegenover persbureau Reuters.

Over de identiteit van de overvallers is nog weinig duidelijk. Via televisiezender Al Aqsa liet een zegsman van het door Hamas gecontroleerde ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat Hamas-veiligheidspersoneel ruim twintig van de gewapende overvallers zou hebben gedood. Israël daarentegen wees maandag met de beschuldigende vinger naar Hamas zelf.

Bestuurlijk vacuüm

Door de aanhoudende oorlog en de zware verliezen die het Israëlische leger Hamas heeft toegebracht, is er in grote delen van de Gazastrook een bestuurlijk vacuüm ontstaan. De vroeger aanwezige politie van Hamas is goeddeels verdwenen en Israël heeft dit gat niet opgevuld.

Juist deze maandag maakte de Israëlische premier Netanyahu bekend dat hij opdracht heeft gegeven een plan op te stellen hoe ook de restanten van het civiele bestuur van Hamas kunnen worden opgeruimd. Faciliteiten voor voedseldistributie en andere hulpgoederen van Hamas dienen wat Netanyahu betreft eveneens te worden verwoest, want de premier wil tot elke prijs voorkomen dat voedsel in handen van de Hamasstrijders valt. Dat Gazaanse burgers van zulke acties de dupe kunnen worden, lijkt Israël niet te deren.

Bij gebrek aan een gezaghebbende overheid hebben criminele bendes goeddeels vrij spel en wordt het voor hulporganisaties als UNRWA steeds moeilijker de hulp van buiten de Gazastrook ordelijk onder de burgerbevolking te verdelen. Een probleem is ook dat Israël UNRWA de hulp niet met eigen vrachtwagens naar binnen laat rijden. Die moeten lokaal worden gehuurd. Bovendien mag UNRWA geen eigen gewapende bewakers met de konvooien meesturen.

In een toespraak tot de Algemene Vergadering van de VN vorige week legde UNRWA-chef Philippe Lazzarini uit dat UNRWA zelf ook de dupe is van Israëls acties. Al 243 medewerkers van de organisatie zijn in de Gaza-oorlog gedood. Twee derde deel van de UNRWA-gebouwen en -faciliteiten is verwoest of beschadigd.

De meeste Gazanen zijn afhankelijk van VN-hulp. Volgens artsen en hulpverleners zijn veel inwoners inmiddels door de uitblijvende hulp ondervoed geraakt en dreigt er een acute hongersnood, met name in het noorden van de Gazastrook. Volgens noodhulpmedewerker Wateridge is de situatie zo wanhopig dat burgers soms met elkaar in gevecht raken over een zak meel.

Ondanks een Amerikaans ultimatum aan Israël om meer humanitaire hulp toe te laten, droogde de totale hulpstroom in oktober alleen maar verder op. Israël wijst echter naar de hulporganisaties die niet in staat zouden zijn de hulp in de Gazastrook fatsoenlijk te distribueren.

Lees ook

Israël liet nog minder hulp toe in Noord-Gaza, ondanks het ultimatum van de VS

De verwoesting na een bombardement op Jabalia op 10 november 2024. In Jabalia was woensdag voor zover bekend nog geen hulp gearriveerd.  Foto Omar Al-Qattaa/AFP

Buitengesloten

UNRWA, de belangrijkste hulporganisatie voor de Palestijnen op het gebied van voedsel, onderwijs en volksgezondheid, lijkt intussen zelf al binnen enkele maanden te worden buitengesloten door een nieuwe wet die de Knesset, het Israëlische parlement, eind oktober aannam. Die bepaalt dat UNRWA geen hulp aan de Palestijnen in de bezette gebieden meer mag verlenen. De Israëliërs verwijten UNRWA samen te spannen met Hamas, omdat enkele personeelsleden zouden hebben meegewerkt aan de grote aanval van Hamas op Zuid-Israël in oktober 2023.

„Het risico van de ineenstorting van de Organisatie bedreigt de levens en toekomst van individuen en gemeenschappen, de stabiliteit van de regio en de integriteit van ons multilaterale systeem”, hield Lazzarini zijn toehoorders bij de VN voor. Voor zover bekend heeft Israël nog nauwelijks voorbereidingen getroffen voor de hulpverlening na het eventuele vertrek van UNRWA.

Lees ook

Genocide- en antisemitisme-expert Amos Goldberg: ‘In Gaza is een genocide gaande’

Amos Goldberg, hoogleraar Holocaust-geschiedenis. Foto Samar Hazboun


Vrijspraak voor twee verdachten van liquidatie crimineel Lucas Boom in 2015 bij schoolplein

Twee verdachten van de liquidatie van crimineel Lucas Boom bij een schoolplein in Zaandam in 2015 zijn dinsdag vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie had een levenslange gevangenisstraf geëist tegen Qio C. en 16,5 jaar tegen Genaro L., maar de rechtbank Amsterdam ziet onvoldoende bewijs voor een veroordeling. De twee verdachten hebben altijd ontkend.

De destijds 43-jarige Boom werd in juni 2015 voor de ogen van tientallen kinderen neergeschoten, nadat hij zijn zoontje naar school had gebracht. Er werden 38 kogels op hem afgevuurd door mannen met automatische wapens.

Volgens het OM was C. een van de schutters en heeft L. verkenningen uitgevoerd. De rechtbank ziet wel aanwijzingen voor hun mogelijke betrokkenheid, maar te weinig bewijs voor een veroordeling.

Lees ook deze reportage uit 2015

Taktaktaktaktak, hoorden ze in Zaandam

Een kat loopt op de plek waar Amsterdammer Lucas Boom gisteren werd geliquideerd,  de J. Kruijverstraat in Zaandam. Foto Olaf Kraak / ANP

„De rechtbank kan niet vaststellen dat de twee mannen ten tijde van de dood van Boom op de plaats delict waren”, staat in een toelichting op de uitspraak. „Ook kan de rechtbank aan de hand van de kentekenregistraties en de telefoongegevens niet vaststellen dat er voorverkenningen door de twee zijn verricht”.

Anonieme getuige

Een anonieme bedreigde getuige die door de rechtbank betrouwbaar wordt geacht heeft een verklaring afgelegd over de rol van de verdachten, maar die kan niet als bewijs worden gebruikt omdat er onvoldoende andere bewijsmiddelen zijn ter ondersteuning.

De twee verdachten werden in 2015 al aangehouden voor betrokkenheid bij de liquidatie, maar destijds kwam het niet tot een strafzaak. Het onderzoek werd in 2021, na de verklaring van de nieuwe anonieme getuige, heropend. Een derde verdachte in de zaak werd eerder ook vrijgesproken.

Qio C. en Genaro L. hebben wel respectievelijk 20 jaar en 13,5 jaar celstraf gekregen voor de mislukte moordaanslag op de Amsterdamse crimineel Peter ‚Pjotr’ R. in Diemen in november 2015.


Voormalig staatssecretaris Idsinga keert terug als Tweede Kamerlid

Voormalig staatssecretaris Folkert Idsinga komt terug als Tweede Kamerlid voor Nieuw Sociaal Contract. Dat bevestigt hij telefonisch, op de dag dat twee andere Kamerleden van NSC vertrekken. Idsinga zegt dat partijleider Pieter Omtzigt en interim fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven hem hebben gevraagd om terug te komen.

Folkert Idsinga was staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in het huidige kabinet, maar vertrok na vragen over zijn aandelenportefeuille. De Tweede Kamer wilde, met steun van coalitiepartij PVV, dat hij die openbaar maakte. Dat de PVV dat van hem vroeg, terwijl hij zich aan de transparantieregels hield, vond hij onverteerbaar. Waarna Idsinga vertrok.

Wilders vermoedde dat de steun van de PVV niet de échte reden was dat Idsinga vertrok. Als hij „ballen” had gehad, dan was hij met de Kamer in debat gegaan, vond Wilders. Idsinga reageerde daarop met een inmiddels verdwenen bericht op X: „Als je een beetje ballen hebt, zeg je sorry dat ik je voor de bus hebt gegooid.” Hij vervolgde: „You picked the wrong guy, Geert.

Lees ook

Dat ‘powerwoman’ Achahbar als enige opstapte, verbaast Marokkaanse Nederlanders niets: ‘Racisme aankaarten is heel gevaarlijk’

Nora Achahbar bij haar vertrek als staatssecretaris van Financiën.

Portefeuille

Wat kan Geert Wilders nu verwachten? Daar wil Idsinga niet op ingaan. Hij wil „vooruitkijken” en „gewoon” zijn „werk doen als Kamerlid”. Het is nog niet besloten welke portefeuille Idsinga krijgt in de fractie. In ieder geval wordt het geen fiscaliteit, zegt hij. „Ik wil mijn opvolger niet voor de voeten lopen.”

Dat deze dinsdag twee Kamerleden van NSC vertrokken en dat NSC-staatssecretaris Toeslagen en Douane Nora Achahbar vrijdag ook uit het kabinet stapte, maakt het „niet gemakkelijker” om terug te keren naar de Tweede Kamer, zegt Idsinga. Wat hij daarmee bedoelt, wil hij „voor nu” niet verder toelichten.

Lees ook

Overheidsfinanciën zijn nieuw voor hem. Toch draagt NSC ‘selfmade miljonair’ Tjebbe van Oostenbruggen voor als nieuwe staatssecretaris

In de korte tijd dat Tjebbe van Oostenbruggen Kamerlid was, werd hij een centrale figuur in NSC.


Voor de financiering van klimaat­beleid kunnen ontwikkelings­landen niet zonder rijke landen

Met een stevige verklaring over „de noodzaak van diepe, snelle en aanhoudende verminderingen van broeikasgasemissies” hebben de G20-landen vanuit Rio de Janeiro, waar ze vergaderen, gedaan wat van hen werd verlangd: een impuls geven om de moeizame onderhandelingen op de klimaattop in Bakoe vlot te trekken. De G20, de twintig rijkste landen van de wereld, zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 85 procent van de mondiale uitstoot van broeikasgassen.

De landen „benadrukken de noodzaak van meer internationale samenwerking en [financiële] steun” voor het mondiale klimaatbeleid. Ze noemen expliciet het belang van klimaathulp aan landen die niet de middelen hebben om hun uitstoot terug te dringen en zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. „We beloven onze steun aan het COP29-voorzitterschap en zetten ons in voor succesvolle onderhandelingen in Bakoe”, aldus de verklaring.

Een opgeluchte Simon Stiell, voorzitter van het klimaatbureau van de Verenigde Naties, zei dinsdag in Bakoe dat de G20-leiders een duidelijke boodschap hebben gezonden naar hun onderhandelaars: verlaat Bakoe niet zonder financiële afspraken, dat is in het belang van alle landen.

Ontwikkelingslanden

De financiering van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden vormt het hete hangijzer van de onderhandelingen in Bakoe. Rijke landen betalen daarvoor nu jaarlijks rond de 100 miljard dollar – vaak overigens in de vorm van leningen of via ontwikkelingsbanken. De meeste deskundigen zijn het erover eens dat in de komende jaren ten minste het tienvoudige nodig zal zijn.

De grote vraag is wie dat gaat betalen. Europa dringt erop aan dat ook landen als China en Saoedi-Arabië een bijdrage leveren, ook al hoeven ze dat formeel niet omdat ze – ondanks hun rijkdom – in het klimaatverdrag nog steeds worden beschouwd als ontwikkelingsland.

Eurocommissaris Wopke Hoekstra (Klimaat), die in Bakoe namens de EU onderhandelt, zei in een gesprek met NRC en de NOS dat Europa zeker een leidende rol wil blijven spelen, maar „dat het niet zo kan zijn dat Europa als enige hier meer blijft doen dan z’n fair share”. „Europa is verantwoordelijk voor zo’n 6 procent van de wereldwijde emissies, 94 procent wordt door anderen veroorzaakt. […] Ik vind dat we wel mogen verwachten van landen die daar ook de financiële ruimte voor hebben, vanuit de Golf, maar ook een land als China, om bij te dragen.”

Lees ook

Alles wat je moet weten op het klimaatdebat te doorgronden

Alles wat je moet weten om het klimaatdebat te doorgronden

Ontwikkelingslanden zal het uiteindelijk een zorg zijn van wie ze het geld ontvangen, als er maar wordt betaald. Zonder hulp kunnen ze de overstap naar een duurzame, groene economie niet maken. En zonder die overstap kunnen de mondiale klimaatdoelen onmogelijk worden gehaald. Dat erkent ook Hoekstra: „Klimaatverandering discrimineert niet. Het maakt uiteindelijk niet uit waar CO2 de lucht in wordt gepompt, als het elders gebeurt hebben we nog steeds een probleem.”

NRC ging op de klimaattop in Bakoe langs bij vier ontwikkelingslanden waar klimaatverandering grote gevolgen heeft: Irak, Pakistan, Samoa en Brazilië, en sprak met delegatieleden over klimaatverandering in hun land en wat hun land hoopt te bereiken op deze klimaattop.

IrakEcoloog Neam Nabeel Alqaseer: ‘Toen ‘Parijs’ getekend werd, zaten wij met IS’

„Wat we in Irak van klimaatverandering merken?” Neam Nabeel Alqaseer, een ecoloog die voor het Iraakse ministerie van Milieuzaken werkt, schiet in de lach. „Heel simpel. Als je ’s zomers de deur uit loopt, is het nu al meer dan vijftig graden.”

De opwarming van de aarde verloopt niet overal even snel. Stijgt de temperatuur in Europa met twee graden, dan bedraagt die stijging in Irak al snel vijf graden, vertelt Alqaseer, die de lijst desastreuze gevolgen afloopt. Verwoestijning leidt tot zandstormen en verwoest landbouwgrond; boeren trekken massaal naar de steden, maar vinden er vaak geen werk; en de beroemde Iraakse moerassen, met hun unieke ecosystemen en werelderfgoed, drogen in rap tempo op.

Toch stond klimaatverandering lange tijd niet hoog op de Iraakse politieke agenda, verzucht de ecoloog. „Toen het Akkoord van Parijs getekend werd, zaten wij met Islamitische Staat. Dat jullie in het Westen meer de kans krijgen je zorgen te maken om klimaatverandering, is ook een luxe.”

Bovendien is Irak notoir corrupt. Beleidsmakers danken hun baan vaak aan connecties in plaats van aan kennis. Dat heeft ook invloed op klimaatbeleid, erkent Alqaseer, al ziet ze wel verbetering. „De laatste twee jaar is de regering serieuzer aan de slag gegaan met klimaatbeleid. En de jonge generatie geeft me hoop. Zij zien echt hoe ernstig de situatie is.”

Maar het fundamentele probleem blijft dat Irak draait op olie. Meer dan 90 procent van de staatskas is afkomstig uit de oliesector. De overheid mag dan wel samen met (westerse) bedrijven pogingen doen die industrie schoner te maken, de verslaving en afhankelijkheid zijn daarmee niet opgelost. „Uiteindelijk moet ook de vraag omlaag”, zegt de ecoloog. „En er zullen enorme investeringen gedaan moeten worden om onze economie anders in te richten.”

In tegenstelling tot steenrijke oliestaten als Saoedi-Arabië heeft het veel armere Irak daar niet de middelen voor. Rijkere landen moeten dan ook meebetalen aan de transitie, vindt Alqaseer. „Dat is ook in jullie belang”, zegt ze. „Klimaatverandering gaat de hele wereld aan. En als de verwoestijning hier verder doorzet, zullen onze klimaatvluchtelingen ook naar Europa komen.”

BraziliëAdvocaat Rodrigo Sluminsky: ‘We hebben veel geld nodig om ons aan te passen’

Het Amazoneregenwoud in Brazilië is een zogeheten sink, een koolstofput: een plek die CO2 uit de atmosfeer haalt en daarmee de opwarming van de aarde vertraagt. Maar sinds de jaren zeventig is al 20 procent van het regenwoud verloren gegaan, met name door illegale houtkap. Die ontbossing bedreigt niet alleen de Amazone zelf, maar heel de planeet.

„Daarom staan we hier”, zegt Rodrigo Sluminsky, een Braziliaanse advocaat verbonden aan La Clima, een Latijns-Amerikaans netwerk van juristen dat zich inzet voor scherpere klimaatwetgeving. Hij staat voor het Brazilië-paviljoen op de COP, waar net een panel is begonnen over ontbossing. „We proberen fondsen uit de private sector aan te trekken voor de bescherming van onze bossen.”

Sinds president Luiz Inácio ‘Lula’ da Silva vorig jaar de verkiezingen tegen zijn extreemrechtse voorganger Jair Bolsanaro won, probeert Brazilië weer een ambitieuzer klimaatbeleid te voeren. Zo is de ontbossingsgraad in het land in 2023 gehalveerd ten opzichte van het jaar daarvoor en organiseert Brazilië volgend jaar de COP30 in Belém, de grootste stad in het Amazoneregenwoud.

Maar Brazilië staat voor veel grotere uitdagingen dan veel landen in het mondiale noorden, benadrukt Sluminsky. „Vergeet niet dat Brazilië 25 keer zo groot is als Duitsland”, zegt de advocaat. Brazilië mag dan wel rijker zijn dan veel andere landen in het mondiale zuiden, maar die rijkdom zit in de steden. „Daarbuiten liggen arme en afgelegen gebieden die extra kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. De infrastructuur is er enorm verouderd en er is veel geld nodig om ons aan te passen aan klimaatverandering.”

Dat geld zal deels uit het Westen moeten komen, vindt Sluminsky. „Als je van Brazilië vraagt om ineens enorme fondsen op te hoesten, kan dit ertoe leiden dat meer bos gekapt wordt, en dat moeten we juist voorkomen”, zegt hij. Bovendien gaat klimaatfinanciering ook over ‘klimaatgerechtigheid’, benadrukt de advocaat: het mondiale Noorden heeft historisch gezien meer bijgedragen aan het probleem, dus moet het meer bijdragen aan de oplossing.

SamoaOceanenexpert Olive Vaai: ‘De ondergang staat voor de deur’

Om de COP29 te kunnen bijwonen, heeft Olive Vaai vijf vluchten moeten nemen. Vanaf haar eiland Samoa in de Stille Oceaan vloog ze achtereenvolgens naar de Fiji-eilanden, Hongkong, Bangkok, Doha en uiteindelijk naar Bakoe. „God mag weten hoeveel CO2 we hebben uitgestoten om hier te zijn”, zegt de expert op het gebied van oceaanbeleid verontschuldigend. „Nu maar hopen dat er naar ons geluisterd zal worden.”

Samoa (200.000 inwoners) is momenteel voorzitter van de Alliance of Small Island States, een verbond van 39 kleine eilandstaten. Deze eilanden worden ook wel de kanarie in de kolenmijn van klimaatverandering genoemd, want door de stijgende zeespiegel dreigen veel van hen de komende decennia deels of zelfs volledig te worden opgeslokt door de oceaan.

Neem bijvoorbeeld Tuvalu, een buureiland van Samoa. „Ze zijn al begonnen een digitaal archief van het eiland aan te leggen voor wanneer het er niet meer is”, zegt Vaai. „De ondergang staat echt voor de deur. Voor de COP26 drie jaar geleden stuurde hun minister van Justitie een videoboodschap waarin hij tot zijn knieën in de oceaan stond.”

De eilanden werken aan tal van maatregelen om zich voor te bereiden op het klimaat van de toekomst. Denk aan het verhogen van land, de aanleg van alarmsystemen om te waarschuwen voor tropische stormen en de bescherming van grondwatervoorraden tegen verzilting. Het geld daarvoor kunnen de ministaten niet zelf ophoesten.

Maar volgens Vaai dringt de urgentie nog niet genoeg door in de rest van de wereld. „Veel rijkere landen nemen nog steeds de tijd om over ieder detail en iedere cent heen te gaan, terwijl wij zo meteen weer terugkeren en ons afvragen hoe lang ons huis nog overeind blijft staan. Voor ons is het ‘do or die-moment’ allang aangebroken.”

PakistanWoordvoerder Muhammad Saleem: ‘Gewassen verschroeien voor ze kunnen opbloeien’

Pakistan staat in de top tien van landen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, vertelt Muhammad Saleem, woordvoerder van het Pakistaanse ministerie van Klimaatverandering. „Maar we zijn verantwoordelijk voor slechts 1 procent van de mondiale uitstoot aan broeikasgassen. Ziedaar de onrechtvaardigheid.”

Pakistans kwetsbaarheid hangt samen met een sterke afhankelijkheid van de landbouw. Bijna 70 procent van alle export in Pakistan komt van landbouwproducten en bijna 40 procent van de beroepsbevolking werkt in deze sector. „Maar boeren hebben het moeilijk omdat de zomers steeds langer duren en de dagen steeds heter worden”, zegt Saleem. „De zomer eet de lente op, gewassen verschroeien nog voordat ze kunnen opbloeien.”

Bovendien zorgen hittegolven ervoor dat de gletsjers in de bergen in Pakistan smelten. Dit draagt bij aan gigantische overstromingen, zoals in de zomer en het najaar van 2022, toen bijna een derde van het land (ruim zes keer het oppervlak van Nederland) onderliep. De ramp kostte aan 1.700 mensen het leven, verwoestte twee miljoen woningen en deed acht miljoen mensen op de vlucht slaan. Totale schade: ruim 30 miljard dollar.

„Pakistan heeft dringend meer klimaatfinanciering nodig”, zegt Saleem. Hij vindt dat Europa meer geld op tafel moet leggen, maar benadrukt ook dat de Europeanen al heel veel voor Pakistan gedaan hebben. Dat geldt veel minder voor bijvoorbeeld China. „Zij hebben veel middelen en kennis die ons van pas zouden kunnen komen”, zegt Saleem. „Bovendien zijn ze de grootste vervuiler ter wereld. Het wordt tijd dat China verantwoordelijkheid neemt.”

Datzelfde geldt wat Saleem betreft ook voor steenrijke olielanden als Saoedi-Arabië, waarmee Pakistan historisch sterke banden onderhoudt. Maar of Pakistan zijn bondgenoot bij deze COP29 onder druk zal zetten? Saleem glimlacht. „Pakistan is een kritische vriend, maar we gaan een land als Saoedi-Arabië natuurlijk niet de les zitten lezen. Ze zijn een belangrijke bondgenoot en wereldwijd invloedrijk. Klimaatonderhandelingen zijn ook politiek.”


NSC-Kamerleden Zeedijk en Hertzberger stappen op na onrust in Amsterdam en vertrek Achahbar

NSC-Kamerleden Femke Zeedijk en Rosanne Hertzberger hebben hun Kamerlidmaatschap per direct neergelegd. Dat heeft waarnemend NSC-leider Nicolien van Vroonhoven dinsdag bekendgemaakt in Den Haag. Zeedijk en Hertzberger stoppen vanwege de onrust die afgelopen week ontstond naar aanleiding van de rellen in Amsterdam en het daaruit voortvloeiende vertrek van partijgenoot en staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen en Douane).

Afgelopen vrijdag stapte Achahbar op vanwege de discussie in het kabinet over antisemitisme. Tijdens een eerdere ministerraad zouden bewindslieden racistische uitspraken hebben gedaan. Een kabinetscrisis volgde, en andere NSC-bewindslieden zouden hebben overwogen om Achahbars voorbeeld te volgen. De partijleiders van de vier coalitiepartijen sloten in het Catshuis aan bij de ministerraad. Uiteindelijk werd de crisis bezworen en bleven de andere NSC-ministers en staatssecretarissen aan.

Voor Hertzberger maakte het vertrek van Achahbar duidelijk dat „het kabinet ernstig uit de hand loopt”. Ze waarschuwde, zo zegt ze dinsdag, al langer voor de risico’s die een samenwerking met de PVV met zich mee zouden brengen. Ze zegt wel dat die samenwerking „onvermijdelijk” was, gezien de verkiezingsuitslag van afgelopen jaar.

Zeedijk was voor haar Kamerlidmaatschap onder meer  (vervangend) raadslid voor D66 in de gemeente Geldorp-Mierlo. Ook werkte ze als adviseur voor ASML. Hertzberger had tussen 2009 en 2023 een vaste column in NRC. Daarnaast is ze microbioloog en schrijver.


Braziliaans armoedeplan aangenomen bij G20-top

Dat de Braziliaanse president Luiz Inacio ‘Lula’ da Silva, deze week gastheer van de G20 in Rio de Janeiro, het evenement in zijn land ook zou willen inzetten voor een stevige sociale agenda was de verwachting. In aanloop naar de G20 ging een gedurfd voorstel rond. Zo komt er als het aan Lula ligt een speciale belasting voor duizenden superrijke miljardairs op deze wereld.

Dit hangt samen met het tijdens de top gelanceerde plan van Lula: een ‘internationale alliantie voor wereldwijde honger en armoedebestrijding’. Dit voorstel waar inmiddels 81 landen hun handtekening onder plaatsten, waarvan achttien van de negentien G20 landen, moet meehelpen in de strijd tegen ongelijkheid, armoede en honger in de wereld. Met deze alliantie wil Lula tot 2030 honderden miljoenen mensen uit lage en middeninkomenslanden steunen, en onder meer voor 150 miljoen kinderen schoolmaaltijden verstrekken.

Het enige G20 land dat aanvankelijk niet wilde tekenen is buurland Argentinië, dat sinds vorig jaar wordt geregeerd door de ultrarechtse president Javier Milei. 

Gespannen relatie

Bij aankomst, maandagochtend lokale tijd, viel de koele begroeting tussen Lula en Milei al op. Behalve een zakelijke handdruk voor Milei en diens zus Karina — die de facto als first lady fungeert tijdens officiële gelegenheden en buitenlandse reizen — bleef Lula zeer formeel. Heel anders was de begroting van Lula met andere leiders zoals de Franse premier Macron, minister-president Modi van India of de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum, die allemaal op een warme omhelzing met veel enthousiasme en vrolijkheid van Lula konden rekenen. De Braziliaanse analist Míriam Leitão die het G20-spektakel duidt voor de Braziliaanse TV zender GLOBO vroeg zich bezorgd af of Lula en Milei het met zoveel kilheid wel ,,zouden redden’’ deze top, die — zo voegde ze er aan toe — ,,voor hen gelukkig maar twee dagen duurt’’.

In Latijns-Amerika is de gespannen relatie tussen de twee buurlanden — ontstaan nadat er in Argentinië onder leiding van Milei een ultrarechts regime aan de macht kwam — bron van speculaties. Er is veel handel over en weer en een intensief personenverkeer. Van spanningen tussen de twee landen was onder de vorige linkse regering geen sprake. Maar Milei heeft weinig op met de linkse Lula, die hij eerder al uitschold voor communist en crimineel. Met ex-president Bolsonaro daarentegen kan Milei lezen en schrijven: onlangs was de eigenzinnige Argentijnse leider op een conservatief congres in Brazilië waar ook Bolsonaro aanwezig was en waar de twee innig en uitbundig samen werden gefotografeerd.

Milei is tevens dik bevriend met Elon Musk en de aanstaande Amerikaanse president Trump, terwijl Musk juist in Brazilië — zeker bij Lula — zeer omstreden. Eerder dit jaar waren er oplopende spanningen rondom de sluiting van X in Brazilië vanwege de verspreiding van desinformatie via accounts van ultrarechtse Bolsonaristas; aanhangers van Bolsonaro.

,,Honger en armoede is het ultieme symbool van onze collectieve tragedie. Het is een plaag die de mensheid te schande maakt’’, aldus Lula in het Museum van Moderne kunst in Rio (MAR), waar de leiders van de G20 — de grootste economieën ter wereld — deze dagen vergaderen.

Eerlijke verdeling welvaart

Lula, die zelf opgegroeide in armoede en als kind honger kende, voert al jaren een strijd voor een eerlijkere verdeling van de welvaart in Brazilië, een van de meest ongelijke landen ter wereld. Nog altijd wordt de sociaaldemocraat geprezen voor zijn verdienste tijdens zijn eerste regeerperiode (2003-2011), toen dankzij sociale programma’s van zijn regering zo’n veertig miljoen Brazilianen uit de armoede opklommen richting de middenklasse. ,,Het is onacceptabel dat de wereld 6 miljard ton voedsel produceert en dat er toch nog honderden miljoenen mensen ondervoed zijn’’, zei Lula, waarbij hij zich specifiek richtte tot wereldleiders zoals de Amerikaanse president Biden en de Chinese president Xi.

Hoewel Lula de G20 inzet om onderwerpen zoals armoedebestrijding en klimaat te adresseren, is er ook een andere realiteit die boven deze internationale vergadering hangt. Internationaal spelen nogal wat zaken waar de G20 leden zwaar verdeeld over zijn zoals de oorlog in Oekraïne, Gaza en de economische macht van China, waar de VS vooral bang voor is. Bovendien neemt Biden afscheid en hangt de komst van Trump als nieuwe realiteit boven deze G20 waartoe iedereen zich zal moeten verhouden. ,,Je ziet allerlei bilaterale gesprekken die gevoerd worden, en hoogstwaarschijnlijk echoot de naam van Trump overal in door’’, aldus analist Míriam Leitão.

Voorafgaand aan de top bezocht scheidend president Biden als eerste zittende Amerikaanse leider de Amazone. Hij vloog boven het door brand en droogte verwoeste bos, en ontmoette inheemse groepen. Met deze reis wil Biden ook het statement maken dat zijn regering in elk geval wel het belang van klimaatproblematiek en behoud van de Amazone inziet. Vorig jaar maakte de VS al bekend het Amazonefonds voor het behoud van dit tropische regenwoud te steunen met vijfhonderd miljoen Amerikaanse dollar, waarvan inmiddels honderd miljoen is gestort. Door zelf te gaan kijken in de Amazone wil Biden zijn nalatenschap rondom het onderwerp klimaat bestendigen: de kans is groot dat als Trump in januari officieel aantreedt de VS uit het klimaatverdrag van Parijs stapt. De angst is dat er ook voor het Amazonefonds onder Trump geen Amerikaanse geld meer komt.

Belasting voor miljardairs

Minder enthousiast is Amerika voor het plan van Lula om een groep van extreemrijke miljardairs een jaarlijkse belasting van twee procent te laten betalen over hun inkomsten en vermogen. Het zou gaan om een wereldwijde groep van bijna drieduizend extreem vermogende mensen, die gezamenlijk een geschat kapitaal hebben van bijna 14 biljoen Amerikaanse dollar. Het afgelopen jaar vergaderden G20 ministers van Financiën al in Rio over dit ambitieuze plan, om uit die belastingheffing de ongelijkheid aan te pakken, en hiermee landen en mensen in grote armoede en met klimaatproblematiek te steunen. Zowel vanuit de VS maar ook vanuit Duitsland klonk al hevig verzet. Terwijl G20 landen als Spanje, Brazilië en Frankrijk juist enthousiast zijn over het plan.

In de slotverklaring hebben de landen na veel debat toch besloten om zich samen voor deze zaken in te zetten. Zelfs Milie heeft getekend, nadat hij zich in een aanvullende brief distantieert van een aantal zaken in de overeenkomst. Maar omdat hij het proces voor de andere landen niet wil belemmeren, heeft hij toch zijn handtekening gezet, ook voor Lula’s armoedeplan.


CPB: Beknelde huishoudens vooral gebaat bij bouw kleinere woningen

Beknelde huishoudens, oftewel huishoudens met een middeninkomen die in een woning wonen die te duur is, hebben baat bij de bouw van meer woningen. Wat voor woningen dat zijn, doet er niet heel veel toe, maar gezien de beperkt beschikbare bouwgrond in Nederland kunnen beleidsbepalers beter inzetten op kleinere woningen dan grote woningen. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB).

In het onderzoek richt het CPB zich op zowel de koopsector als de vrije huursector. De groep onderzochte huishoudens heeft een inkomen dat te hoog is voor sociale huur, maar te laag voor een woning die betaalbaar voor ze is. Het gaat in Nederland om pakweg 63.000 huishoudens.

Om deze groep huishoudens perspectief te bieden, moeten vooral meer woningen gebouwd worden. Daarbij doet het er niet toe wat voor soort woningen het zijn, schrijft het CPB, en kan dus beter ingezet worden op kleinere woningen om de beschikbare bouwgrond in Nederland optimaal te benutten. Willen beleidsmakers alsnog grote woningen bouwen, dan is er logischerwijs meer bouwgrond nodig.

Lees ook

Nederland heeft voldoende ruimte voor woningbouw, vinden de experts. ‘Wees eens wat flexibeler’

Containerwoningen aan de rand van de Utrechtse wijk Leidsche Rijn.

Ideale scenario

In het ideale scenario worden echter zowel meer grote als kleine woningen gebouwd. Grotere woningen kunnen dan zorgen voor een doorstroming vanwege een daling van prijzen op de huizenmarkt, waar kleinere woningen beknelde huishoudens een snelle optie bieden om direct in te trekken.

Het gevaar bestaat, volgens het CPB, dat als enkel wordt ingezet op de bouw van grotere woningen er ‘omgekeerde doorstroming’ ontstaat, waarbij hogere inkomens naar deze woningen verhuizen om kosten te besparen. Bij een combinatie van woningen, zowel groot als klein, zijn er juist meer opties voor beknelde huishoudens.

Toenemende woningnood

Rapporten van het CPB, een wetenschapsinstituut dat onafhankelijk van de regering opereert, hebben veel gewicht in de besluitvorming in Den Haag. Het onderzoek komt niet ongelegen voor het kabinet: eerder dit jaar werd nog bekend dat het tekort aan woningen in 2024 is toegenomen met zo’n 11.000 woningen, waar het totale tekort uitkwam op 401.000 woningen. De beknelde huishoudens die werden geanalyseerd in het onderzoek van het CPB maakten geen deel uit van dat cijfer: men keek alleen naar mensen die nog geen woning hebben, zoals starters.

Het kabinet streeft naar een woningtekort in Nederland van maximaal 2 procent, momenteel is dat bijna 5 procent. Gemiddeld hoopt het kabinet zo’n 100.000 woningen per jaar te bouwen, iets wat door een gebrek aan personeel, bouwmateriaal en strenge regels rond de uitstoot van stikstof niet altijd lukt. Hoeveel van de geplande woningen aansluiten bij behoeften van beknelde huishoudens, zoals aangestipt door het CPB, is niet bekend.


Scheidend EU-Buitenlandchef Josep Borrell: staak de politieke dialoog tussen de EU en Israël

Europa moet sneller beslissingen nemen en eensgezinder optreden, anders wordt het als geopolitieke speler nooit serieus genomen. Met die goede raad en wat politieke eigengereidheid nam EU-Buitenlandchef Josep Borrell maandag afscheid van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken.

De wereld, zei Borrell, bevindt zich in een overgangsfase waarin ontwikkelingen steeds sneller de verkeerde kant opgaan. Er woeden oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, er zijn spanningen in de Zuid-Chinese Zee en er komt een nieuwe Amerikaanse regering die op deze brandhaarden moet reageren.

„Aan het begin van mijn mandaat heb ik gezegd dat we de taal van de macht moeten leren. Om die taal te spreken moet je eerst een eenheid vormen. Als je niet één bent, kun je geen macht tonen”, zei Borrell. „Je kunt niet doen alsof je een geopolitieke macht bent als het dagen, weken of maanden duurt voordat je handelt.” Borrell wordt, waarschijnlijk op 1 december, afgelost door de Estse oud-premier Kaja Kallas.

„Gebeurtenissen wachten niet op je”, waarschuwde hij zijn collega’s. „Rusland stopt niet met de oorlog omdat jullie erover nadenken”.

Geen woorden

Aan uitdagingen voor Europa geen gebrek. Met de verkiezing van Donald Trump komt een transactionele president aan de macht die Europa zal dwingen meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen veiligheid. Rusland heeft net met een zware luchtaanval geantwoord op pleidooien voor een staakt-het-vuren. Israël luistert niet naar internationale kritiek op de Gaza-oorlog.

„Ik heb geen woorden meer voor de oorlog in het Midden-Oosten”, zei Borrell. Volgens de VN zijn er 44.000 mensen vermoord in Gaza. Het hele gebied is vernield, zei Borrell. Zeventig procent van de dodelijke slachtoffers zijn vrouwen of kinderen. De situatie in Gaza is „apocalyptisch”.

De Spaanse sociaal-democraat was niet van plan om zonder een beetje controverse afscheid te nemen. Een paar dagen voor zijn laatste vergadering stuurde hij nog snel een voorstel naar de EU-hoofdsteden: laten we de politieke dialoog met Israël opschorten.

Als je niet één bent, kun je geen macht tonen

Josep Borrell
EU-Buitenlandchef

„Na een jaar waarin de Israëlische autoriteiten pleidooien over het respecteren van internationaal recht in de Gaza-oorlog niet hebben beantwoord, kunnen we niet op de gebruikelijke voet verder gaan”, schreef hij later op zijn blog. Daarom stelde hij voor de politieke dialoog tussen de EU en Israël tijdelijk te staken en de import van goederen uit de illegaal bezette gebieden te verbieden.

De pro-Israëlische hoofdsteden wisten niet hoe ze het hadden. Ze namen het voorstel niet serieus, maar zagen het als een politieke zet van Borrell die op zijn laatste vergadering nog één keer het gesprek wilde sturen. Het was meer voor zijn eigen belang dan gericht op het zoeken naar eenheid over een controversieel onderwerp, aldus critici.

Hopeloos verdeeld

De EU is traditioneel hopeloos verdeeld over Israël. Spanje en Ierland kiezen in de oorlog sneller de kant van de Palestijnen, Nederland en Duitsland zijn voorzichtig met kritiek op Israël. Spanje lobbyde eerder bij andere Europese landen om ook de Palestijnse staat te erkennen. Ierland maakte zich er sterk voor de import van goederen uit de bezette gebieden te staken.

De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, veegde Borells voorstel maandagochtend bij aankomst in Brussel snel van tafel. Borrell heeft maandenlang gepleit voor dialoog met Israël „en maakt nu een draai van 180 graden. Ik begrijp dat niet helemaal. We moeten de deur openhouden.”

Minder controversieel dan zijn Israël-initiatief is Borells inzet voor Oekraïne. Hij sprak zich al snel na de grootschalige inval uit voor Europese wapensteun. Inmiddels heeft de EU voor 45 miljard euro aan wapens geleverd en 75.000 Oekraïense soldagen opgeleid. De EU-steun komt neer op 2 euro per EU-burger per week. „De vrijheid van Oekraïne en de veiligheid van Europa zijn toch meer waard dan de prijs van een kop koffie per week”, stelde Borrell maandag in een blog over een recente trip naar Oekraïne, getiteld ‘Laatste nachttrein naar Kyiv’. Tijdens zijn laatste vergadering verliet af en toe een minister de zaal om even verderop alvast kennis te maken met beoogd opvolger Kallas.

Lees ook

‘Rusland moet zijn laatste koloniale oorlog verliezen’, zegt beoogd buitenlandchef van de EU in Brusselse hoorzitting

Beoogd buitenlandchef  Kaja Kallas dinsdagmorgen tijdens een hoorzitting.  Foto Johanna Geron / Johanna Geron