Alvast verzet van omroepen tegen komend hervormingsplan minister

Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Media, NSC) presenteert vrijdag aan het kabinet zijn langverwachte brief over de hervorming van de publieke omroep. Maar nog voordat de inkt droog is, stuiten zijn plannen al op verzet. Bruins wil de dertien omroepen samenvoegen in een handvol omroephuizen, wat moet leiden tot meer efficiëntie en minder kosten. Sommige omroepen verzetten zich echter tegen samenvoeging met bepaalde andere omroepen.

Wat precies in Bruins’ brief staat, wordt vrijdag na de ministerraad pas bekend. Maar het is al maanden duidelijk welke kant het op gaat. Dit kabinet heeft de ambitie om het publieke omroepbestel flink op de schop te nemen. In het hoofdlijnenakkoord dat de coalitiepartijen in mei 2024 presenteerden, stond dat de publieke omroep zal worden hervormd en vanaf 2026 jaarlijks 100 miljoen euro zal inleveren. De details bleven lang vaag. Omdat de uitwerking van de plannen zo lang op zich liet wachten, kwam de VVD in november met een eigen plan om te publieke omroep toekomstbestendig te maken.

Het VVD-plan schetst een nieuwe organisatiestructuur om het publieke omroepbestel centralistischer, efficiënter, en goedkoper te maken. De dertien (aspirant-)omroepen moeten worden samengevoegd tot vijf omroephuizen. Eén omroephuis moet worden gevormd door de taakomroepen NOS en NTR. Eén door de NPO, die moet veranderen van een spelverdeler in een facilitator en op gelijke voet komt te staan met de andere productiehuizen. En de andere drie moeten voortborduren op de eerdere fusie tussen omroepen in 2014, en moeten elk een maatschappelijke stroming vertegenwoordigen.

Angst voor verwateren

Het meest voor de hand ligt om de omroepen onder te verdelen in een conservatief, een progressief, en een confessioneel omroephuis. Maar dat plan stuit volgens betrokkenen op weerstand van de EO en de VPRO, die vrezen dat hun identiteit en geluid in die constellatie zal verwateren. Als omroep die de orthodoxe stroming binnen het protestantisme vertegenwoordigt, wil de EO niet samengaan met de half katholieke KRO-NCRV (de EO splitste zich in 1967 af van de eveneens protestantse NCRV). En de progressieve VPRO wil niet samen met BNNVARA uit angst overschaduwd te worden door zijn grotere broer. De EO en de VPRO, die bij de vorige fusieronde bewust zelfstandig bleven, willen niet reageren op vragen voordat Bruins’ brief bekend is.

Het lijkt er niet op dat de nieuwe organisatiestructuur van de publieke omroep tot in de kleinste details is uitgewerkt in Bruins’ brief. Zoals het exacte aantal omroephuizen en welke omroepen samen moeten gaan. Sommige coalitiepartijen vrezen dat er door het verzet van de EO en de VPRO te veel omroephuizen zullen komen, waardoor er te weinig winst wordt geboekt qua efficiëntie en kostenbesparingen. Want de samenwerking tussen omroepen moet leiden tot een vermindering van de kosten voor zaken als marketing, personeelszaken, fondsenwerving en bestuurders. Dat moet ook een deel van de 100 miljoen euro aan bezuinigingen dekken, anders gaat het mogelijk ten koste van de programma’s.

MAX Magazine de grootste

Een ander belangrijk onderdeel van Bruins’ plannen is om het zogeheten ledencriterium los te laten– om in het bestel te blijven moet een omroep minstens 100.000 leden hebben. Bruins vindt dit criterium „niet langer houdbaar” omdat er steeds minder mensen lid zijn van een vereniging en „duurzame verbindingen uit het verleden minder hecht zijn geworden en loyaliteiten steeds sneller ingewisseld worden voor anderen”, zo citeerde het AD deze week uit een uitgelekte conceptversie van Bruins’ brief. Bruins wil ook van het criterium af omdat de ledenwerving elke vijf jaar tot „veel onrust” leidt bij omroepen.

Maar daar hebben sommige omroepen moeite mee. Zo zegt Jan Slagter van Omroep Max, de grootste omroep in Hilversum, dat hij zijn 433.000 leden niet „zo maar aan de kant kan zetten. Max Magazine is het grootste weekblad van Nederland.” Ook de EO hoopt dat de structuur van omroepverenigingen met een sterke eigen identiteit in de omroephuizen overeind blijft. Want dat is volgens de omroep de enige manier om de externe pluriformiteit te waarborgen. Maar de minister lijkt juist af te willen stappen van die externe pluriformiteit, zo schreef het AD op basis van de conceptbrief.

Dit houdt in dat er in de toekomst geen nieuwe omroepen meer zullen toetreden tot het bestel. Om te zorgen dat de maatschappelijke veelstemmigheid wel blijft doorklinken in het stelsel, wil Bruins een „wettelijke gezamenlijke opdracht” formuleren, die de omroephuizen verplicht om de „in de samenleving levende geluiden, behoeften en perspectieven in het aanbod te vertalen”. De pluriformiteit moet voortaan dus intern georganiseerd worden, in plaats van extern met omroepverenigingen. En dat was juist wat het Nederlandse publieke bestel uniek maakte.


Tv-recensie | ‘Oek’, zo communiceren lepelaars met elkaar – daar kunnen politici nog wat van leren

Sinagote leek me een echte levensgenieter. Al minstens tien jaar volgde ze voor het koud werd dezelfde route naar het zuiden. Een blauwe lijn toonde haar tocht op een landkaart: langs de Nederlandse en Belgische kust, dan even landen in Le Havre. „Na een korte stop vliegt ze verder”, klonk de voice-over, „en passeert ze de Unesco werelderfgoedlocatie van Mont Saint-Michel”.

Het scherm vulde zich met sprookjesachtige beelden van het Normandische getijdeneiland en de bijbehorende historische abdij. Als ze voorbij die toeristische trekpleister was, landde Sinagote in Séné – de gemeente waar ze naar vernoemd was. Daar deed ze zich tegoed aan brakwatersteurgarnalen. De meeste lepelaars vlogen nog een heleboel kilometers door naar Afrika: een lange, intenstieve tocht. Maar Sinagote niet. Sinagote overwinterde aan de Franse westkust.

De lepelaar in een roerige wereld (EO) was niet de meest enerverende documentaire denkbaar, maar bood wel een fijne, rustgevende afwisseling voor kijkers die woensdag even behoefte hadden aan iets anders dan Haagse debatten. Een gezonde afwisseling, zou ik ook wel durven zeggen. Er zit toch een grens aan het aantal keren dat je je premier kunt horen zeggen dat het meest recente kabinetsconflict „in de boezem van het kabinet is opgelost” voor je definitief doordraait (ik weet niet welke spindoctor die zin heeft bedacht, maar ik zou ’m gauw ontslaan).

Voor mij kwam die grens woensdag in een schrikbarend hoog tempo dichterbij, dus ik was erg dankbaar voor de lepelaars. En heel nieuwsgierig hoe zij hun roerige tijden doorkwamen, ook al zagen die er wat anders uit dan de onze. De witte vogels met hun kenmerkende lepelvormige snavels stierven in de jaren zeventig bijna uit „door vergiftiging met pesticiden, biotoopverlies en de jacht”. En dan waren er in Nederland ook nog eens steeds meer vossen om voor op te passen. Maar de Waddeneilanden bleken uiteindelijk een veilige broedplaats, en de lepelaar lepelde moedig voorwaarts. Uitsterven ligt inmiddels niet meer op de loer. Gelukkig maar, want daarom waren er nu veel mooie beelden beschikbaar van Sinagote die van haar welverdiende Franse vakantie genoot.

Scheuren

Wie na die beelden plaatsvervangend uitgerust op NPO 2 bleef hangen, werd even later door Nieuwsuur (NOS) weer met de neus op de eigen roerige tijden gedrukt. Toen Arjan Noorlander de weinig verrassende constatering deed dat „er toch scheuren beginnen te komen in het kabinet-Schoof” was ik al klaar om de tv uit te doen, maar het vervolg op die zin was toch wel frappant: „Waar je dat vooral aan merkt, is dat wij toch vrij makkelijk in gesprek kwamen met een flink aantal ministers vanuit het kabinet die wilden vertellen dat dat inderdaad het geval is.” Toch maar even blijven luisteren.

De politieke redactie had een rondgang gemaakt langs betrokkenen bij het kabinet en geanonimiseerde uitspraken van 25 bewindspersonen verzameld. Het leverde een item op vol quotes als „Ik was verbaasd dat ook bij BBB en PVV geen idee bestond hoe je politiek zaken voor elkaar moest krijgen”, „Femke pleegt obstructie”, „Schoof is geen natuurlijk leider” en „De sfeer is nu echt verzuurd”. En toch zat het kabinet er aan het eind van de dag nog steeds.

Het stak schril af bij wat ik eerder op de avond tussen de lepelaars had zien gebeuren. „Oek”, had Sinagote bij het naderen van de herfst tegen haar metgezellen gezegd, en dat betekende dat ze klaar was om te vertrekken. Het was een zacht geluidje, haar snavel ging er amper bij open, maar meer volume was er niet nodig om met de andere lepelaars te communiceren. Het overleg was snel gepleegd. Ze sloegen hun vleugels uit en zetten koers naar het zuiden. Als je een lepelaar bent voel je zelf ook wel aan wanneer het tijd is om te gaan.


Omzet tv-streaming voor het eerst meer dan 1 miljard euro, Netflix verreweg de grootste dienst

De opbrengsten van betaalde streamingdiensten voor series, films en televisie zijn in 2024 met maar liefst 21 procent gegroeid. De jaaromzet van de sector kwam voor het eerst uit boven de 1 miljard euro. Dit stelt marktonderzoeker Telecompaper in zijn kwartaalrapport over de telecommarkt, dat is gebaseerd op een combinatie van bedrijfsrapporten, gegevens uit een consumentenpanel, en schattingen. Deze cijfers laten volgens Telecompaper een duidelijke verschuiving zien in het kijkgedrag van lineaire televisie naar streamen.

Netflix bleef in 2024 met afstand de populairste streamingsdienst in Nederland, met een marktaandeel van 15 procent, berekende Telecompaper, en de jaaromzet van het bedrijf steeg naar 427 miljoen euro. Andere streamers zijn flink kleiner: het Zweedse Viaplay, dat het vooral moet hebben van sportuitzendingen, had een marktaandeel van ruim 5 procent. Videoland, eigendom van RTL Nederland, volgde met een kleine 5 procent marktaandeel. En Disney+ sloot de rij met een aandeel van een kleine 4 procent.

Prijsverhogingen

Gezamenlijk hebben de streamingdiensten zo’n 36 procent van de markt in handen, berekende de marktonderzoeker. Dat is nog altijd minder dan traditionele lineaire televisie, die nog altijd de hoofdmoot vormt van de videoconsumptie. Deze manier van films, sport of series kijken was goed voor 1,2 miljard euro omzet en een marktaandeel van 42 procent. Dat de gezamenlijke jaaromzet van de streamingdiensten in 2024 zo sterk is gegroeid komt volgens Telecompaper voornamelijk door hun significante prijsverhogingen.

Lees ook

Dit zijn de beste series van het moment

Stephen Graham in de serie 'Adolescence'.


Tv-recensie | In talkshows wordt aan de lopende band ‘de grens nu écht bereikt’, nu weer met Faber

Het was zo’n vraag waarvan ik hem niet zelf had durven stellen, dus toen ze er dinsdag spontaan over begon was dat een meevaller. Het antwoord kwam opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw, telkens even ongevraagd, steeds in exact dezelfde bewoordingen. En daarom kan ik hier nu met zekerheid opschrijven: Marjolein Faber is géén stempelmachine.

Trouwe fans van het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer hoorden de Asiel- en Migratieminister die nieuwe mantra ’s middags al introduceren, maar voor wie het had gemist had de redactie van Eva (AvroTros) ’s avonds een mooie stempelmachinecompilatie gemaakt. Daarin beantwoordde Faber vragen van Kamerleden over haar weigering om te tekenen voor lintjes voor COA-medewerkers met de woorden: „Als ik iets niet wil tekenen, dan teken ik het niet.” En met de mededeling dat ze „geen stempelmachine” is, dus. Bij Eva vonden CU-leider Mirjam Bikker en DD6-leider Rob Jetten dat het nou wel héél gek werd allemaal, bij Bar Laat (BNNVARA) zou CDA-leider Henri Bontenbal de boel weer onfatsoenlijk komen vinden. Nu was écht de grens bereikt.

Je zou denken dat je inmiddels een telescoop nodig hebt om die grens nog ergens ver achter ons te zien liggen, maar misschien was er inmiddels een nieuwe gevonden. Kijkend naar talkshows met politici en duiders bekruipt me geregeld het gevoel dat er nog veel grenzen in het vooruitzicht liggen; veel tafels vol verontwaardigde mensen; veel pogingen om daarna weer ‘op de inhoud te focussen’ en te roeien met de riemen die je hebt, doorpeddelend naar de volgende grens.

Dat unheimliche gevoel was dinsdagavond misschien extra sterk omdat ik ’s middags al (mea culpa) Ongehoord Nieuws (ON!) had gekeken – een even ongezonde als verslavende gewoonte. Een soort alternatief voor roken. De nicotine zit ’m in uitspraken als: „Assad was zeker geen perfecte democraat” (door terugkerende gast Filip Dewinter), en: „Laat je niet verleiden door de serene zang van Frans Timmersmans” (door presentator Tom de Nooijer). Deze dinsdag werd de presentatie verzorgd door Raisa Blommestijn, wier trademark het is om ieder item op zichzelf te betrekken en dan te zeggen: wat vervelend dat het nu over mij moet gaan.

Nu kondigde ze vanuit de studio een item aan over de steekpartij op de Dam. „Afgelopen weekend werd Amsterdam opgeschrikt door een mesaanslag”, zei Blommestijn, waarna ze overschakelde naar de verslaggever ter plaatse: Raisa Blommestijn. In het weekend had ze namelijk ook alvast zelf een reportage gemaakt. „Ik sta hier nu in Amsterdam”, zei verslaggever Blommestijn. Er volgden wat door ON gemaakte beelden van de Dam, afgewisseld met van andere omroepen geleende duidingen en voxpopjes. Toen terug naar presentator Blommestijn in de studio. Van Blommestijn naar Blommestijn en weer terug naar Blommestijn. Op dat punt van de dag was mijn brein al dermate gebroken dat het stempelmachineverhaal me niet eens meer verbaasde. Raisa Blommestijn bestaat in meervoud, Marjolein Faber is wél beleid en géén stempelmachine. Je doet het er maar mee.

Sesamstraat

Toen het tijd was voor Bar Laat wist ik dat ik zou accepteren wat er ook maar komen ging. Daar zat Paul Haenen, die ik ooit leerde kennen als de stem van Bert in Sesamstraat, tussen Bontenbal en politiek verslaggever Elodie Verweij. Als ik mijn ogen dichtdeed kon ik weer even de gele pop horen praten die ik vaak heb gemist. „Er blijkt toch ook dat er in het Kabinet veel ruzie en wantrouwen is, al heel lang.” Het leek hem tijd voor een verlossing „uit deze lijdensweg”. Wie moest er dan verlost worden, vroeg Pauw: Faber? Of het hele kabinet? „Het hele kabinet”, zei Bert. „En ik ben intussen ook wel benieuwd hoe een stempelmachine eruitziet.” Ik zou nog steeds elke avond naar hem kunnen luisteren.


Was het racisme van Reve wel zo ironisch bedoeld?

De grote schrijver Gerard Reve was bij leven de lieveling van progressief Nederland. Zijn existentialistische debuutroman De Avonden werd vlak na de Tweede Wereldoorlog als een bevrijding ervaren. In de jaren zestig groeide hij uit tot boegbeeld van de protestgeneratie doordat hij in de brievenboeken Op Weg Naar Het Einde en Nader Tot U onomwonden en persoonlijk schreef over homoseksualiteit, seks, depressie en drankzucht.

Maar Reve (1923-2006) zelf was helemaal niet zo links. Vanaf de jaren zeventig uitte hij geregeld conservatieve en racistische denkbeelden die hem nu eerder in de radicaal-rechtse hoek zouden plaatsen. Zijn linkse fans kozen ervoor dat goeddeels te negeren of met de mantel der liefde te bedekken.

In Wat Blijft, een podcast over overleden beroemdheden, buigt Botte Jellema zich over deze kwestie, samen met journalisten en columnisten Aleid Truijens, Christiaan Weijts en Nynke de Jong. De podcast is van omroep Human dus bekijken ze Reve ook als humanist – een verfrissende invalshoek. De schrijver was weliswaar een onverdraagzame katholiek maar hij is toch opgenomen in de Humanistische Canon van de omroep. Dat heeft hij te danken aan zijn betekenis voor de emancipatie van gays, voor de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst.

Relletjes

Maar daar staat dus dat racisme tegenover. De podcast noemt drie relletjes uit Reves oeuvre. In De Taal der Liefde (1972) pleitte hij voor de onafhankelijkheid van Suriname en de Antillen opdat zwarte Nederlanders dan terug naar het „Takki Takki Oerwoud” gestuurd konden worden. Op de Nacht van de Poëzie 1975 in Kortrijk droeg hij het gedicht ‘Voor eigen erf’ voor: „Gooi al dat zwarte tuig er uit:/ Ons land voor ons!/ Op, naar de Blanke Macht!” In een interview met Boudewijn Büch in Het Parool in 1983 sprak hij zich nogmaals ruw uit tegen de immigratie van „mensen van overzee”.

Die uitingen wekten toentertijd wel degelijk verontwaardiging, maar die ging weer snel voorbij en had geen noemenswaardige invloed op de statuur van Reve. Dat kwam doordat zijn progressieve bewonderaars ze niet serieus namen. Het was een grap, ironie, het was niet letterlijk zo bedoeld, zeiden ze. Truijens zegt in de podcast: „We dachten: ja maar, dat meent-ie niet, hoor. Iemand die emotioneel zo wijs was, kon nooit op zo’n domme manier racist zijn. Alsof alleen hele domme mensen racistisch kunnen zijn.”

Reve hield van pesten, provoceren, en hij zette zich af tegen zijn communistische jeugd: „Hij vervloekte alles wat maar een beetje links was.” Hij zou discriminerende dingen roepen om progressief Nederland op de kast te jagen en zo publiciteit te krijgen. In het geval van de Nacht van de Poëzie klopte dat laatste redelijk: Reve belde vooraf met de pers met het ‘nieuws’ dat hij een gedicht zou voordragen „van uiterst rechtse, fascistische en racistische aard”. De Nacht van de Poëzie raakte prompt uitverkocht.

Maar meende hij niet wat hij zei? De podcast laat een ruzie horen, achteraf in de kleedkamer, tussen Reve en de Surinaamse advocaat André Haakmat. De schrijver formuleerde anders altijd zorgvuldig, met een diepe, trage stem, en vaak eindigend met een kwinkslag. Maar hier hoor je hem met een hoge stem, boos en slordig formulerend tegen Surinamers tekeer gaan. Niet in de podcast genoemd, maar na het geruchtmakende interview van 1983 stuurde hij verder ingezonden brieven naar het Algemeen Dagblad en Het Parool waarin hij zijn standpunt serieus toelichtte: migratie was een ramp. Hij vond dat zwarte mensen minder capaciteiten hadden dan witte, dat ze daarom altijd zouden verliezen van witte mensen, en daarom beter gescheiden konden leven.

„Het is toch te gek dat links Nederland zit te klappen voor expliciet racistische verhalen”, zei Büch na zijn interview met Reve

Symbolen

De podcast probeert Reves ironie te duiden. Christiaan Weijts betreurt het dat het hanteren van ironie en het gebruik van symbolen tegenwoordig niet meer begrepen zou worden: „Je berooft de taal van een paar registers.” Reve noemde dat „de ketterij van de letterlijkheid” en „symboolblindheid”. Onbenoemd blijft is dat Reve ironie meestal niet hanteerde in de nauwe betekenis: het omgekeerde zeggen van wat je meent. In plaats daarvan voorzag hij vaker zijn diepste, meest oprechte gevoelens van een luchtige, geestige, beschermlaag. Zo wist je nooit of hij serieus was of niet.

„Het is toch te gek dat links Nederland zit te klappen voor expliciet racistische verhalen”, zei Büch na zijn interview met Reve. In de aflevering die Andere Tijden in 2003 wijdde aan Reves vreemdelingenhaat namen diverse kenners het nog voor hem op. Hoe kan dat? Provoceren was een van de geliefde strijdmiddelen van de protestgeneratie. En „alles mogen zeggen” was een van de doelen. Zij zette zich af tegen een tijd waarin van alles taboe was.

Nederland was in de jaren zeventig en tachtig verder redelijk links en overtuigd antiracistisch – wat overigens geenszins betekende dat racisme niet voorkwam. Vluchtelingen en andere migranten, zo was de heersende opinie, moest je verwelkomend tegemoet treden. Reves opmerkingen vielen zo ver buiten de intellectuele orde, dat ze bijna automatisch niet serieus genomen werden. Daarbij komt de neiging van veel witte Nederlanders om racisme liever weg te relativeren dan als zodanig te benoemen. Het is zo’n zware term, hè.

Nu behoren afkeer van migranten, en het verzet daartegen, tot het nationale debat. Reves ‘grappen’ wegen dan zwaarder. Het beroep op ironie wordt ook niet meer zo makkelijk geslikt. Weijts legt in de podcast een verband met radicaal-rechtse politici en opiniemakers die zich ook graag verschuilen achter ironie en humor als ze worden aangesproken op hun uitingen. Wat vaak over de Amerikaanse president Trump wordt gezegd, geldt ook bij Reve als devies: je moet hem niet letterlijk nemen maar wel serieus.


Romantiek, gastronomie en natuurschoon in een geïdealiseerd Italië

Verslag van een vrijdagavond. 19.58 uur: „Toch maar even journaal kijken?” 20.10 uur: „God, wat een ellende: Gaza, Libanon, aardbeving, Faber”, zegt de partner, „zet de tv maar uit tot Gardeners’ World begint op de BBC.”

21.00 uur: Gardeners’ World, het onthaastende tuinprogramma met Monty Don en zijn trouwe hond Ned. Altijd prettig positief over de helende kracht van tuinieren, de natuur en het belang van gemeenschapszin. Heerlijke televisie, een oase van rust in een dolgedraaide wereld.

22.00 uur: „Nieuwsuur inhalen?”

22.20 uur: de opname van Nieuwsuur wordt afgezet en Netflix gestart. Het algoritme tovert La dolce villa tevoorschijn. Blijkbaar is die eind februari toegevoegde film heel populair. Even het begin kijken. Hé, het camerawerk is van de (deels) in de VS woonachtige Nederlandse cameraman Theo van de Sande. Grappig, nog even verder kijken, hoewel het heel voorspelbaar lijkt te worden.

23.55 uur: het chagrijn van het begin van de avond, met al die rampspoed in het nieuws, is verdwenen.

La dolce villa gaat over een Amerikaan die naar Italië reist om te beletten dat zijn dochter voor 1 euro een vervallen huis in Toscane koopt. Zo’n klushuis is veel werk, en de cynische vader vermoedt dat het een zwendel is van de plaatselijke burgemeester. Dat blijkt een knappe vrouw te zijn en schoorvoetend stemt de vader in om toch naar huizen te kijken. De eerste drie worden afgekeurd, maar het vierde huis heeft potentie.

Het is een schitterend gelegen oude villa, met prachtig uitzicht en tuin met potentie. De eigenaar is net overleden, dus de ‘dolce villa’ is nog in redelijke staat. Vader stemt vooral in om zijn dochter gelukkig te maken maar ziet overal beren op de weg. Ondertussen is duidelijk dat zowel hij als de burgemeester hun echtgenoot/echtgenote verloren zijn, wat verwachtingen wekt bij de kijker. Verwachtingen die gebaseerd zijn op andere films in dit genre: opknaphuishuis kopen in het buitenland en ondanks ingebakken vooroordelen verliefd worden op een andere cultuur en knappe buitenlander. Deze ‘vreemdeling in een vreemd land’ – verhalen spelen zich meestal af in zonovergoten mediterrane landen af als Italië en Frankrijk, denk Under the Tuscan Sun en A Good Year.

Zoals het hoort bij dit soort luchtige films, baadt cameraman Van de Sande (Het meisje met het rode haar, Van de koele meren des doods, De aanslag en veel Amerikaanse producties) alles in warm licht en schijnt de zon altijd. Prachtige shots van paradijselijk Toscane (cipressen, kronkelende wegen, pittoreske dorpen) en lekker eten zorgen voor een vakantiegevoel. De plot ontvouwt zich helaas iets te veel zoals verwacht, de acteurs zijn van het tweede garnituur en de slapstickmomenten zijn slecht getimed. Ook valt het op dat er vrijwel geen auto’s te zien zijn: dit is in alle opzichten een geïdealiseerd Italië. Toch is het een vrij plezierige film, die naast alle romantiek, gastronomie en natuurschoon benadrukt dat iedereen te allen tijde kan veranderen. La dolce villa is absoluut geen meesterwerk, maar zeer welkom escapisme voor nieuwsmijders die al te somber worden van de toestand in de wereld.

Postscript

Zondagochtend 10 uur: de partner kijkt op websites met Italiaanse 1 euro-huizen, de vakantie naar Italië is al geboekt.


In ‘The Studio’ is Hollywood geen droomfabriek, maar een abattoir waar dromen worden geslacht

Hollywood dat de draak steekt met Hollywood: het levert hits en zeperds op. Recentelijk vooral zeperds: denk aan actiekomedie The Fall Guy, een ode aan de stuntman met Ryan Gosling die niemand echt interesseerde. Of aan Babylon, een uitzinnige, maar jammerlijk geflopte satire op Hollywood in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Of serie The Franchise op HBO Max, over het maken van een superheldenfilm.

The Franchise nam iets op de hak dat op zichzelf al ridicuul is: superhelden in spandex. De hectische, cynische en fatalistische toon reflecteert mogelijk Hollywoods huidige gemoedstoestand: een verweerd, panikerend filmbastion onder druk van streaming, staking, bosbrand, AI, Trump en afstervende verdienmodellen.

Ook in Apple’s serie The Studio is Hollywood geen droomfabriek, eerder een abattoir waar dromen worden geslacht en uitgebeend. Ook hier wint geld altijd van goede smaak. Toch is het gezien de eerste vijf afleveringen – woensdag zet Apple TV+ er weer twee online – balsem op de gekwelde ziel van de filmindustrie.

Seth Rogen blijkt eens te meer een kanjer in ‘cringe‘.

In tranen

Acteur-schrijver-producer Seth Rogen vertelt dat een filmbons hem in tranen belde omdat hij zichzelf, geheel ten onrechte, zag als inspiratie voor de hoofdpersoon van ‘The Studio’: studiobaas Matt Remick. Rogen doseert azijn en suiker slim in deze geestige, bij flarden hilarische serie over een grote filmstudio in Los Angeles. ‘Executives’ of ‘suits’ met wier opportunisme, inhaligheid en wansmaak Hollywoodkomedies doorgaans de draak steken, zijn in The Studio eerder beklagenswaardig en eenzaam in hun kolossale villa’s met zwembad.

Remick krijgt in de serie de leiding over de in een kitscherige Azteken-tempel gehuisveste studio Continental als haaibaai Patty Leigh (Catherine O’ Hara) na een serie filmfiasco’s het veld ruimt – van haar is hij nog lang niet af. Rogen, zelf al ruim twintig jaar op de top van Hollywoods apenrots, speelt Remick als een liefhebber die hoogstaande films ambieert en ‘auteur-vriendelijk’ wil zijn. Het is hem alleen niet gegund. „Ik ging hier ooit aan de slag omdat ik van films hou, nu is het mijn taak ze te ruïneren”, zucht hij op zeker moment – Rogen hoorde dat ooit zelf van de huidige baas van 20th Century toen die hem dwong met het oog op de leeftijdskeuring de pittigste grappen uit een scenario te verwijderen.

Studiobaas Remick is een ‘pleaser’ die oprecht treurt over de rotzooi die hij maakt, waardeloos is in slechtnieuwsgesprekken en zijn paniek dempt met zelfbedrog. Hij waant zich een ‘mensenmens’ en vergeet steeds dat ze niet hem willen, maar iets ván hem willen. Algemeen directeur Griffin Mill (Bryan Cranston) waardeert de enthousiaste filmkneus Remick vermoedelijk vooral om zijn buigzame ruggengraat, maar ondervraagt hem bij de sollicitatie argwanend: klopt het gerucht dat hij ‘arty-farty’ is en kunstfilms wil maken?

Welnee, natuurlijk niet! Matt Remick moet zijn neus voor ‘the bottom line’ (lees: winst) bewijzen door een blockbusterfilm rond frisdrankmerk Kool-Aid te verzinnen, liefst een hitfilm van het kaliber Barbie. Even droomt Remick kunst en commercie te verenigen als zijn idool Martin Scorsese met een project van 250 miljoen dollar komt over Jonestown, waar sekteleider Jim Jones in 1978 ruim negenhonderd volgelingen dwong vergif te drinken. De sarcastische term ‘drinking the Kool-Aid’ verwijst naar die gruwel: Remick besluit Scorsese’s film te realiseren onder de titel Kool-Aid. Een weinig plausibel plot, maar The Studio komt ermee weg omdat de rest zo hilarisch is: Remick camoufleert zijn blunder als een machiavellistisch manoeuvre, reduceert daarmee Scorsese tot een jammerend hoopje ellende en verzekert zich zo van de diepe minachting van de ‘creatieven’ en filmsterren naar wier goedkeuring hij hengelt: Charlize Theron, Steve Buscemi.

Ook in ‘The Studio’ wint geld altijd van goede smaak.

Cameo’s

Qua gastoptredens en cameo’s van sterren kan The Studio zich meten met Ricky Gervais’ legendarische serie Extras. De gasten hebben altijd een functie; zo is er een aflevering waarin Remick met hulp van acteur Anthony Mackie regisseur Ron Howard moet overhalen een afschuwelijke en ellenlange scène uit een film te knippen die verder perfect is. Voor Howard blijkt die scène evenwel zeer persoonlijk te zijn. En Howard is een enorme ploert, ondanks zijn reputatie van ‘aardigste man van Hollywood’. Wie vertelt hem dat de scène niet deugt?

The Studio toont Hollywood als plek waar gedrag intens berekenend is en relaties extreem persoonlijk zijn; alles ligt zo delicaat dat communicatie onmogelijk indirect is. Uiteraard put The Studio humor uit de hypocriete cultuur van pluimstrijken en de onstilbare honger naar bevestiging, schouderklopjes en prijzen. Gefleem dat met alle stress en fragiele ego’s zomaar omslaat in lachwekkend gekrijs en gescheld.

Neem aflevering ‘The Oner’, waar het kersverse studiohoofd Matt Remick er beslist bij wil zijn als regisseur Sarah Polley rond zonsondergang in ‘magisch licht’ een ingewikkelde ‘long take’ opneemt. Niemand wil de baas op de set, maar niemand durft nee te zeggen terwijl iedereen weet dat Remick enorm in de weg gaat lopen – al verrast de schaal van de verwoestingen die hij aanricht alsnog. Na zo’n catastrofe rijdt de studiobaas dan in zijn vintage cabrio snel weg met zijn sidekick, feestbeest en veelsnuiver Sal Saperstein (Ike Barinholtz). ‘In denial’: dat had erger gekund toch?

Seth Rogen blijkt eens te meer een kanjer in ‘cringe’ die zich graag in gênante situaties manoeuvreert en dan onze sympathie wint door dapper voort te ploeteren. The Studio is een spitse en grappige show met een scherp oog voor slapstick: een ongelukkig geworpen sandwich kan zomaar een filmset verwoesten. Venijnig wordt het niet: onder het groteske en verwende gedrag en de pathetische intriges schemeren altijd kwetsbare ego’s door.

Door zo geestig en overtuigend aan te tonen dat het huidige Hollywood niet in staat is iets van blijvende waarde te produceren, bewijst zedenschets The Studio tegelijk het tegendeel. Apple TV+ zet zijn ‘winning streak’ met deze serie voort. Met films wil het nog steeds niet zo lukken, qua series staat het op nummer één.


Tv-recensie | Tips voor mensen die hopen al swipend De Liefde te vinden – ook handig bij het zappen

Slecht nieuws voor de swipende medemens: datingapps hebben niet het beste met je voor. Of je dat echt ‘nieuws’ kunt noemen valt overigens te betwijfelen, want over het verdienmodel van apps als Tinder en Happn is al het nodige gezegd. Toch was het aangenaam dat Radar (AvroTros) er maandag een item aan besteedde, al was het maar om Antoinette Hertsenberg de woorden „Van Grindr tot Tinder, van Bumble tot Lexa” te horen zeggen. Ze legde ook de basisprincipes van datingapps uit, „voor degenen die er geen ervaring mee hebben”. Dat heb ik altijd een jaloersmakend deel van de bevolking gevonden. Mensen die nooit in de hoogtijdagen van Tinder openingszinnen als „Ik zou wel Nutella van je lichaam willen eten” op hun mobiel hebben zien verschijnen*. Prijs jezelf gelukkig.

Hoe dan ook: aan het minder gelukkige deel van de bevolking had Radar gevraagd een enquête in te vullen over hun ervaringen met datingapps. De ruim 3.600 deelnemers kozen twee gevoelens die het swipen bij ze losmaakte. 43 procent voelde zich hoopvol en 10 procent blij; daar tussenin zat vooral veel negativiteit. 30 procent voelde zich teleurgesteld, 14 onzeker en 12 gefrustreerd. Begrijpelijk: het ís ook onplezierig om een eindeloze stoet profielen aan je voorbij te zien trekken die de ijsbreker „Swipe mij naar rechts, als…” allemaal aanvullen met „jeblieft”. Dat stemt een mens somber.

Toch is het moeilijk zo’n app op te geven: het algoritme is erop gericht je aan het swipen te houden. Klinisch psycholoog Elisabeth Timmermans vergeleek het graag met een spel kaarten en gooide voor de vorm een half pakje op de grond. Eerst een deel naar rechts: „Vind ik leuk, vind ik leuk….” Toen naar links: „Vind ik niet leuk, vind ik niet leuk… Maar je krijgt natuurlijk het idee: er zijn heel veel kaarten. Dus het wekt de illusie dat we oneindig lang verder kunnen swipen.”

Probeer dat toch maar niet te doen, zei universitair hoofddocent sociale psychologie Tila Pronk. Volgens Pronk beoordelen datingappgebruikers gemiddeld 140 profielen per sessie. Een stuk of tien is beter, en die moet je dan heel rustig bekijken. En ze had nóg een tip voor mensen die toch hopen al swipend De Liefde te vinden: „We zien dat mensen heel snel op zoek gaan naar afknappers. Probeer ook eens stil te staan bij de dingen die je wél aanspreken aan een foto of profiel.”

Strijders

Nu moet ik bekennen dat ik bij het zappen (wat toch neerkomt op swipen met een afstandsbediening) niet altijd deze sympathieke methode toepas. Na twee of drie flinke aknappers in een programma is de volgende zender nooit ver weg. Maar nu besloot ik, à la Pronk, te blijven speuren naar aspecten die me wél aanspraken. Om het extra uitdagend te maken koos ik voor de eerste aflevering van Strijders (AvroTros), een spin-off van Kamp Van Koningsbrugge. Over dat laatste programma, waarin deelnemers „de loodzware Special Forces training ondergaan”, zal ik verder niks onaardigs zeggen omdat ik eerder al eens heb geschreven dat het me zo op de zenuwen werkte dat ik aardappels naar mijn tv wilde gooien.

Over Strijders, waarin de kandidaten meedoen aan „een ultiem militair kampioenschap”, zal ik ook niks onaardigs zeggen, want ik zou me niet focussen op afknappers. Ik zwijg daarom over de pompende muziek, Van Koningsbrugges onaanvaardbare metamorfose van De Lama’s-man naar machoman en de verstikkende walm van militaire propaganda. Ik had oog voor wat ik wél leuk vond: een man die op slippers kwam opdagen voor zijn militaire training. Helaas mocht hij niet mee naar de volgende ronde. Misschien zegt dat genoeg.

*Wat me hier nog het meest aan stoort: in dit scenario eet maar één iemand Nutella, en ik ben het duidelijk niet. Volstrekt egoïstisch voorstel. Do better.


Op YouTube strijden progressieve influencers tegen het ‘Trump-regime’ en de ‘traditionele’ Democraten

‘Paniek verzwelgt Trump en zijn regime op deze zondag.” Een licht grijzende man met bril kijkt indringend in de camera, elk woord spuugt hij vurig uit. Het filmpje van MeidasTouch op YouTube toont vervolgens drie campagne-emails van Trumps team die moeten bewijzen: „Dit Trump-regime is ziek, misselijkmakend!”

Presentator Ben Meiselas en zijn broers Jordan en Brett zijn met hun podcast en YouTube-kanaal MeidasTouch sinds de presidentscampagne van 2024 continu aanwezig op de voorpagina van politiek YouTube. In harde abonnee-cijfers komen ze nog niet in de buurt van de Trump-vriendelijke podcaster Joe Rogan. MeidasTouch telt 4,5 miljoen abonnees, Rogan 19,5 miljoen. Toch werd de podcast in februari vaker gedownload dan die van Rogan, aldus marktonderzoeker Podscribe. Het succes is vermoedelijk deels te danken aan een agressieve mediastrategie, waarbij kleine stukjes van elke podcast worden opgeknipt en elders gedeeld worden. Niet alleen op YouTube, maar bijvoorbeeld ook via het X-account van MeidasTouch-medewerker Acyn Torabi.

Toch lijkt er meer aan de hand op de progressieve flank van de Amerikaanse mediawereld. De opkomst van Donald Trump voedt nu al tien jaar een netwerk aan onafhankelijke YouTube-kanalen en podcasts die zijn gericht op verzet tegen de Amerikaanse president. Toenemend zijn ze kritisch op de mainstream media, en op wat sommige YouTubers spottend de establishment Democrats noemen, de traditionele Democraten. Die leven in een wereld die niet meer bestaat, vinden de YouTubers: een tijd waarin je ervan kon uitgaan dat de tegenpartij in essentie redelijk was.

Hard tegen hard

In filmpjes met schreeuwende koppen willen ze laten zien hoe het wél moet: ‘De rechtsorde kan Trump-supporters NIETS SCHELEN’ (The David Pakman Show, 3 miljoen abonnees) en over de Democratische fractieleider in de senaat: „Chuck Schumer Is Een Ramp’ (The Majority Report, 1,7 miljoen abonnees). Hard tegen hard, snel, veel en furieus. Ze kanaliseren de woede die veel progressieven in de Verenigde Staten voelen.

Zeker Schumer is sinds zijn beslissing om met de Republikeinen mee te stemmen over een budgetwet een populair doelwit. ‘WTF? Chuck Schumer gaat DOOR DE KNIEËN voor de Republikeinse Partij’, kopt een video van MeidasTouch. „Als je stemt voor deze wet, dan ben je medeplichtig”, fulmineert Ben Meiselas. „Ik wil dat jullie weten waar ik sta.”

Zo hard ging het er niet aan toe in de begindagen van de nieuwe Amerikaanse progressieve media. Het was zelfs ronduit gemoedelijk te noemen. Sport- en popcultuursite The Ringer nodigde in 2016 drie voormalige speechschrijvers van Barack Obama uit – Jon Favreau, Jon Lovett en Tommy Vietor – om in de aanloop naar de presidentsverkiezingen een wekelijkse insiderpodcast te maken over politiek nieuws. Niemand had verwacht dat Trump zou winnen. Luisteraars van Keepin’ It 1600 maakten live mee hoe de drie mannen langzaamaan in elkaar stortten tijdens de verkiezingsnacht. Na enkele maanden bezinning verlieten de drie ‘podbros’ The Ringer en begonnen ze een eigen progressief medianetwerk, Crooked Media.

Hun podcast Pod Save America is inmiddels de blauwdruk voor progressief podcastend Amerika, en de mannen hebben grote politieke invloed. Gemoedelijk zijn ze niet meer. Ze veroorzaakten ophef door zich afgelopen jaar uit te spreken tegen de kandidaatstelling van Joe Biden. Toen het campagneteam van Kamala Harris later wilde uitleggen waarom het mis was gegaan, kozen ze niet voor een grote krant of televisiezender, maar voor de tafel van Favreau, Lovett en Vietor.

Kruisbestuiving

In hun kielzog neemt sinds 2017 het aantal progressieve podcasts en YouTube-kanalen rap toe. Met voor elk wat wils. Terwijl Crooked Media poogt het licht-progressieve midden te bereiken, richt The Bulwark (1,1 miljoen abonnees) zich op de verloren ex-Republikeinse kiezer die klaar is met Trump. De populaire livestreamer Hasan Piker (1,5 miljoen abonnees) donderpreekt vanuit socialistische hoek. Liever een soort talkshowformat met bellers? De zachtspottende Sam Seder van The Majority Report (1,7 miljoen abonnees) timmert al sinds 2010 aan de weg. Voor wie Ben Meiselas te ver gaat, is er het vriendelijke, jeugdige gezicht van Brian Tyler Cohen (4 miljoen abonnees).

Allemaal zagen ze de afgelopen maanden een stijging in het aantal abonnees. Volgens The New York Times nam het aantal luisteraars van Pod Save America met 70 procent toe. Cohen en MeidasTouch krijgen er wekelijks tienduizenden abonnees bij. De broers Meiselas hebben met de inkomsten inmiddels een team van twaalf mensen kunnen aannemen.

De banden tussen de grote kanalen worden steeds meer aangehaald. Brian Tyler Cohen neemt regelmatig video’s op met Tommy Vietor van Pod Save America, ex-Republikein Tim Miller van The Bulwark laat zich graag uitnodigen als gastspreker. De kruisbestuiving wordt steeds duidelijker: het ooit hyperbeschaafde Pod Save America gooit nu geregeld strijdbare fragmenten uit hun podcasts op YouTube.

Daarmee wordt deze stroming steeds zichtbaarder, ook voor Republikeinen én de partijprominenten die de podcasters graag bekritiseren. Elon Musk viel Hasan Piker afgelopen week publiekelijk aan op X. Een aantal moedige Democratische politici zijn inmiddels ook buiten Pod Save America regelmatig te horen in podcasts en video’s.

Nieuwe wind

Ze zien in de YouTubers juist een nieuwe wind, die ze graag najagen. De Democratische senatoren Chris Murphy (72.000 abonees) en Adam Schiff (182.000 abonees) richtten hun eigen YouTube-kanaal opnieuw in en volgen nu de Meiselas-lijn. In een stroom boze video’s met titels als ‘Komt Donald Trump er alweer mee weg?’ en ‘Schiff onthult Trump’s meest recente afschuwelijke plan’ spreekt Schiff vanuit zijn kantoor in Washington het publiek toe. Het populaire lagerhuislid Alexandria Ocasio-Cortez is al jaren een strijdbare aanwezigheid op TikTok en Instagram (8,9 miljoen volgers). Samen met de eveneens populaire senator Bernie Sanders reist ze het land door voor zeer goed bezochte protest-evenementen. Democraten als senator Cory Booker (26.000 abonnees) en de onafhankelijke senator Angus King (99 abonnees), die een meer gematigde koers kiezen, zien juist dat hun video’s laag in het algoritme stranden.

De vraag blijft of dit het begin is van een nieuwe beweging binnen de Democratische Partij, misschien zelfs een wederopstanding van de progressieve politiek, of dat het vooral blijft bij stoom afblazen. Zelf zijn de influencers sceptisch. Livestreamer Hasan Piker kreeg kort na de presidentsverkiezingen CNN over de vloer – ze wilden weten of hij de ‘Joe Rogan van links’ zou kunnen worden. „Ik denk niet dat de Democratische Partij zich uit deze crisis kan podcasten”, verzucht Piker in het item. „Joe Rogan stond jaren geleden achter Bernie Sanders. Ga gewoon kijken waarom we hem verloren hebben.”


‘The Voice’ keert terug op televisie, met veel maatregelen om wangedrag te voorkomen

Drie jaar na de ondergang van The Voice wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag, komt de talentenshow terug op de televisie. Omroep RTL en producent ITV maakten maandag de nieuwe jury en presentatoren bekend. De eerste uitzending vindt begin volgend jaar plaats. Ook de kindervariant The Voice Kids keert terug. Opvallend was de presentatie van een dik pakket met maatregelen die moeten voorkomen dat kandidaten slachtoffer worden van seksueel wangedrag of machtsmisbruik.

Chantal Janzen en Edson da Graça presenteren The Voice of Holland. De nieuwe coaches zijn Ilse De Lange, Willie Wartaal, Dinand Woesthoff, Suzan & Freek. The Voice Kids keert ook terug. Dat wordt gepresenteerd door Jamai Loman en Quinty Misiedjan. De kindercoaches zijn Claude, Ilse de Lange, Flemming en Emma Heesters.

Van hen zaten Janzen, De Lange en Loman eerder bij The Voice. De rest is nieuw. RTL en ITV benadrukken dat ook de leiding achter de schermen nieuw is. De nieuwe eindredacteur, productieleider, regisseur en producent moeten „een frisse start” waarborgen.

Speciale app

Om herhaling te voorkomen presenteren ITV en RTL „extra maatregelen voor een veilige werkomgeving”. De talenten zijn fysiek én online nooit alleen met coaches of medewerkers. Alle contacten vinden plaats in aanwezigheid van anderen, of via een speciale app. Berichten kunnen worden ingezien en kunnen niet worden verwijderd. De coaches worden vooraf gescreend. Coaches en presentatoren krijgen een verplichte „awareness-traning”. De geheimhoudingsplicht in de contracten van de deelnemers geldt niet langer voor grensoverschrijdend gedrag. Zogeheten „programmacoaches” gaan de veiligheid van de talenten in de gaten houden. Talenten kunnen grensoverschrijdend gedrag melden bij vertrouwenspersonen en bij extra meldpunten.

Begin 2022 bracht het programma BOOS meerdere gevallen van grensoverschrijdend gedrag aan het licht bij de talentenshow. Dit had grote gevolgen. Het openbaar ministerie stelde een onderzoek in tegen de muzikaal leider, de regisseur, en de juryleden Marco Borsato en Ali B.. Van hen werd alleen de laatste veroordeeld, voor verkrachtingen die door het schandaal ook aan het licht kwamen maar die niets met The Voice te maken hadden.

In Hilversum zorgde de kwestie op termijn voor een aardverschuiving, zeker sinds het rapport van de commissie-Van Rijn over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep. Diverse andere schandalen kwamen aan het licht, verschillende kopstukken moesten vertrekken. Ook in de rest van de samenleving kwam grensoverschrijdend gedrag, al dan niet seksueel, hoog op de agenda te staan. In 2022 werd Mariëtte Hamer aangesteld als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. In juni 2024 werd de nieuwe Wet seksuele misdrijven aangenomen, met ruimere definities.