Tv-recensie | Pieterbaas geeft een ruk naar rechts aan het stuurwiel, en alle Nederlanders krijgen wat ze willen hebben

Terwijl het kabinet-Schoof afgelopen week zijn lelijke gezicht liet zien, kwam het Sinterklaasjournaal (NPO 3) met een mooie parodie op PVV-leider Geert Wilders en de onveilige relatie met zijn premier. Omdat Sinterklaas lijdt aan een nog onopgehelderde ziekte, heeft de Hoofdpiet de leiding overgenomen. Hij gaat het heel anders doen: alle Nederlanders krijgen alles wat ze hebben willen. „Hoe dan?” vraagt presentatrice Merel Westrik bezorgd. Overigens heeft ene Marjolein een verlanglijst ingediend die zelfs de Hoofdpiet te gortig is. Haar pakjes heef hij zo lang „in de ijskast” gezet.

Hoofdpiet heeft een nieuweling aan het roer van de stoomboot gezet: Pieterbaas. We hebben hem niet eerder gezien, maar Pieterbaas was er altijd al, zegt hij. Werkte vooral op de achtergrond, luisterde mensen af via de schoorsteen. Pieterbaas mag zijn eigen koers varen, belooft Hoofdpiet, hij geeft hem alleen een kaart „op hoofdlijnen”. De nieuwe stuurman geeft meteen een „ruk naar rechts” aan het stuurwiel.

Als de nieuwe koers langs allerlei dichte bruggen blijkt te voeren, die de stoomboot flink ophouden, begint Hoofdpiet zijn eigen stuurman af te vallen: „Gewoon slappe hap”, zegt hij. „Nu hebben wij een groot probleem.” En: „Als ik de roerganger was geweest, dan hadden we dat probleem allang opgelost.” Het huilen staat Pieterbaas nader dan het lachen als hij piept: „Ja maar ik doe het voor de eerste keer.”

Anders dan in Den Haag Vandaag loopt het in het Sinterklaasjournaal altijd goed af, dus maakte Sinterklaas zaterdag toch gewoon zijn feestelijke intocht in Nederland. Helaas ontbreekt dit jaar wegens ziekte het geliefde boegbeeld Dieuwertje Blok. Haar vervanger Merel Westrik is een overtuigende lookalike die Bloks bezorgde blikken en stembuigingen uitstekend imiteert.

Een waardige erfgenaam

Nu de VPRO het gouden jubileum van Van Kooten en De Bie viert, klinkt steeds weer vraag wie nu eigenlijk de opvolgers zijn van het satirische duo. Even tot hier en Arjen Lubach worden vaak genoemd, maar ik denk dat het Sinterklaasjournaal met zijn milde, speelse satire ook een waardige erfgenaam is.

Zondag werd het eerste jubileumprogramma uitgezonden, Van Kooten en De Bie: Vijftig jaar Simplisties Verbond, op NPO 3, de zender voor de oudere jongeren. Later deze maand begint een tiendelige reeks waarin deskundigen inzoomen op deelaspecten van het rijke oeuvre. Net als in eerdere compilaties lijkt de link naar de actualiteit het voornaamste criterium. De Geilneef tracht zijn grensoverschrijdende gedrag te beheersen door een knoop in zijn geval te laten leggen. De Positivo’s, die ooit ‘Onze god is de beste’ zongen, proberen islam en christendom samen te brengen in de ‘chrislam’. Humor slijt snel, televisie ook, dus niet alles blijft overeind – meer dan een nostalgische glimlach zit er meestal niet in.

Zoals altijd is het duo Jacobse en Van Es het hoogtepunt; de vrije jongens die reeds rond 1980 de voorafschaduwing waren van het rechts-radicaal populisme waar we nu mee zitten. Dit keer is hun Grand Prix de Binnenhof te zien: met een Amerikaanse cabrio scheuren ze luid toeterend door het Haagse machtscentrum.

Ook nog altijd sterk zijn Gé en Arie Temming, twee oudere broers die wat hulpeloos in het leven staan. Aries kunstgebit is gebroken en nu heeft hij een nieuwe nodig. Maar valse tanden zijn net uit het ziekenfonds gegooid – een weemoedige kritiek op de bezuinigen in de zorg die de arme mensen altijd hard treffen. En mijn eerste hardop-lach van de avond als Arie per ongeluk zijn gebit in de vijver gooit, met het voer voor de eendjes.


Actueel, snel – en pro-Palestijns. ‘Cestmocro: de Banksy van de media, niemand weet wie het is’

Toen het populaire Instagramaccount Cestmocro deze week onder vuur kwam, deed het kanaal zelf daar in zijn karakteristieke stijl verslag van. BBB-leider Caroline van der Plas had op X gepleit voor een verbod van „haatzaaiende platforms zoals #CestMocro”.

Cestmocro brengt nieuwsberichten altijd in een opeenvolging van foto’s, met een grote kop. Nu meldde het: „Van der Plas wil Cestmocro verbieden. Ze vergeet echter dat we in Nederland wonen en niet in Israël”.

De volgende foto’s tonen screenshots van de Grondwet en van twee Wikipediapagina’s, over de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid. De laatste foto toont een tweet: „Dit is het dodelijkste jaar voor journalisten in de geschiedenis en volgens onderzoek van CPJ [Committee to Protect Journalists, red.] doodt Israël bewust journalisten in Gaza.” Het bericht heeft 80.000 likes en bijna vierduizend reacties.

Cestmocro is een van de populairste nieuwskanalen voor jongeren. Met 1,1 miljoen volgers is het even groot als NOS Stories en in de leeftijdsgroep 13-24 jaar heeft het zelfs meer volgers. Veel voorkomende thema’s zijn (wereld-)politiek, rampen, gender, islam, influencers, en voetbal. Die populariteit dankt Cestmocro aan de snelle berichtgeving en de vaak tabloid-achtige koppen. Die succesformule werkt goed bij jongeren, die hun nieuws immers niet meer van tv en kranten halen, maar van sociale media op hun telefoon.

Maar anders dan NOS Stories is Cestmocro geen professioneel nieuwsmedium. Het kanaal haalt veel berichten van sites als NOS en RTL-nieuws, en neemt ook berichten over die rondgaan op sociale media en berichten uit roddelbladen. Niet bekend is wie de eigenaar of maker(s) van Cestmocro zijn – ondanks pogingen van media, waaronder NRC, om dat te achterhalen.

De snelheid waarmee het account de (ingekorte) berichten plaatst, gaat soms ten koste van de nuance en de feitelijkheid. Onder de berichten staan vaak haatreacties. Zo verspreidde Cestmocro vorig jaar ongefundeerde beweringen en misleidende beelden over lessen relationele en seksuele vorming van kenniscentrum Rutgers. Dit leidde tot oproepen tot geweld tegen Rutgers-medewerkers.

Het Commissariaat voor de Media stelt in een recent rapport dat jongeren qua betrouwbaarheid een duidelijk verschil zien tussen Cestmocro en NOS. Verreweg het merendeel van de ondervraagde jongeren gebruikt naast Cestmocro ook gevestigde nieuwskanalen als NOS en RTL.

Jongeren hebben meer vertrouwen in professionele nieuwsorganisaties. Dat geldt ook voor de meeste jongeren met een biculturele of migratieachtergrond, maar het percentage dat NOS vertrouwt is in die groep wel lager dan bij jongeren als geheel (68 procent tegenover 85 procent). Voor 44 procent van hen geldt Cestmocro als betrouwbare nieuwsbron, tegen 33 procent bij de hele groep.

Sinds het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas besteedt Cestmocro hier veel aandacht aan. Vaak kiest het voor het Palestijnse perspectief. Berichten krijgen veel reacties van gelijkgestemden.

Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) deed eind oktober vorig jaar aangifte tegen de eigenaar van CestMocro en verschillende gebruikers die zich antisemitisch op het platform hadden uitgelaten. Het CIDI noemde de pagina een „broeinest voor antisemitisme”. Het Openbaar Ministerie seponeerde de zaak.

Woensdag richtte Van der Plas zich in de Tweede Kamer op zowel het account en als reacties onder de berichten van Cestmocro, „dat vol staat met antisemitische uitingen die niet worden gemodereerd”. Cestmocro reageerde in een bericht dat bepaalde woorden en zinnen wel degelijk automatisch worden geblokkeerd. We „proberen zo veel mogelijk actief te modereren”. Het account stelt dat het onmogelijk is iedere haatreactie te verwijderen – en wijst daarbij op racistische reacties onder tweets van Van der Plas zelf.

Minister Van Weel (Justitie, NSC) zei een verbod van Cestmocro mogelijk te achten, als tenminste sprake is van strafbare feiten. Sommige juristen zijn evenwel heel kritisch over het voorstel. Aan de NOS vertelden experts dat een dergelijk verbod neigt naar censuur en dat een verbod in theorie zou kunnen, maar erg uitzonderlijk en disproportioneel zou zijn.

Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm, gespecialiseerd in informatierecht, plaatst vraagtekens bij de juridische haalbaarheid van het voorstel. „Maatregelen tegen accounts moeten doelgericht en proportioneel zijn”, zegt hij tegen NRC. „Een heel account verwijderen op basis van de reacties is op zich niet voldoende grond. En al helemaal als blijkt dat de eigenaar reacties wel verwijdert, zie ik dit voorstel niet standhouden. Het is een draconische maatregel die de vrijheid van meningsuiting zou beperken.”

Thomas Bruning, secretaris van journalistenvakbond NVJ, zegt dat het voorstel duidt op een fundamenteel probleem. „De politiek gaat hier op de stoel van de rechter zitten en Van der Plas bepleit eigenlijk censuur. Als je kanalen wil gaan verbieden heb je echt geen oog voor waar een rechtsstaat voor staat. Wel is het echt problematisch dat we niet weten wie achter het account zit, ze zijn namelijk nu helemaal niet aanspreekbaar. Niemand weet wie het is, het is de Banksy van de media.”

Cestmocro is alweer overgegaan tot de orde van de dag. „Enkele gevechten tijdens wedstrijd Frankrijk-Israël”, aldus een grote kop op vrijdag. De beelden tonen een bijna leeg voetbalstadion en enkele incidenten op de tribune. Op laatste foto een jongen met een Palestijnse vlag.


Schrijnende verhalen over ongehuwd moederschap en een verpletterende serie over de IRA – Dit zijn de mediatips van dit weekend

Ongehuwd moederschap

In de jaren zestig en zeventig is ongehuwd zwanger zijn in Nederland een groot taboe. Duizenden meisjes en vrouwen houden hun zwangerschap daarom geheim en baren in afzondering hun kind. Door omstandigheden gedwongen, doen ze afstand van hun baby. De kleintjes komen terecht in tehuizen en gaan daarna naar adoptieouders die vaak al lang op een kindje hebben gewacht. Alles opgelost, denkt men. Maar zo gemakkelijk blijkt het meestal niet. Het verleden blijft schrijnen, tot op de dag van vandaag. In aflevering 1 (‘Het grote geheim’) van de vierdelige serie Dossier Afgestaan vertellen moeders hartverscheurende verhalen. Om te voorkomen dat er een band ontstaat, wordt de baby tijdens de bevalling uit het zicht gehouden en daarna zo snel mogelijk naar een aparte afdeling gebracht. Vrijwel direct na de bevalling gaan de moeders weer terug naar hun school of opleiding. Over het kind mag niet meer gesproken worden.

André Waardenburg

Sterke serie over de ‘Troubles’

Say Nothing is een verpletterende dramaserie die zich afspeelt tijdens de Troubles, een eufemisme voor de burgeroorlog in Noord-Ierland. De serie, die vier decennia beslaat en op feiten gebaseerd is, begint in 1972 met de ontvoering van alleenstaande moeder Jean McConville. Daarna richt het verhaal zich op de zussen Dolours en Marian Price. Dat zij zich aan zouden sluiten bij de gewelddadige strijd van de IRA, was min of meer onvermijdelijk. In hun ouderlijk huis in Belfast zat onder de eettafel een geweer verstopt voor het geval Britse soldaten het huis zouden binnenvallen. Hun eerste missie: het overvallen van een bank, verkleed als katholieke nonnen. Daarna worden de opdrachten steeds heftiger. Say Nothing maakt duidelijk wat jarenlange strijd en geweld met de mens kan doen.

Anke Meijer

Klassiek Japans rollenspel

Hardnekkige geruchten beweren dat nieuwe Dragon Quest-games in Japan niet op werkdagen mogen verschijnen, omdat teveel mensen dan zouden spijbelen om hem te spelen. Zo allesbepalend is deze rollenspelreeks in de jaren tachtig geweest, die definieerde hoe toekomstige genregenoten er uit kwamen te zien. Dragon Quest kwam pas vrij laat naar Europa, waardoor de remake van deel drie voor velen de eerste kans is om deze game te spelen. Het is een klassiek rollenspel: als in een sprookje ben jij de held die het koninkrijk moet redden van de ondergang. Een visuele stijl die oud met nieuw mixt en een paar slimme aanpassingen aan de spelformule maken dit zelfs in 2024 nog een warm bad voor rpg-fans, al moet je geen moderne innovaties of een diepgravend verhaal verwachten.

Bastiaan Vroegop

De duizend beste evergreens

Wat de Top 2000 voor Radio 2 is is de Evergreen Top 1000 voor Radio 5. Het is een door de luisteraars samengestelde lijst die hun smaak weerspiegelt. Hier, anders dan in de Top 2000, geen Bohemian Rhapsody van Queen op 1, sterker nog, het nummer staat niet in de Top 10. Wel twee songs van de Cats, Lea en Scarlet Ribbons. De Volendamse band doet het heel goed bij de Radio 5-luisteraars, The Cats leveren 29 nummers, The Beatles, De Rolling Stones en Abba moeten het met minder doen.

Het oudste nummer dat we gaan horen is ‘We’ll Meet Again’ van Vera Lynn uit 1941 en het nieuwste ‘Engelbewaarder’ van Marco Schuitmaker uit 2023. Wat de volgorde van de top 10 zal zijn, waarin ook oa ‘Avond’ van Boudewijn de Groot, ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld en ‘Du’ van Peter Maffay staan, maakt deejay Erik de Zwart op vrijdag tussen 20 en 21 uur bekend.

Vincent Bijlo


Botsing tussen mensheid en kunstmatige intelligentie

Een botsing tussen de mensheid en een nieuw soort intelligentie, zo beschrijft Michael Safi, journalist van The Guardian, de afgelopen jaren. Een voorbode van een nieuw tijdperk, waarin kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol zal spelen. In de zevendelige serie Black Box portretteert en onderzoekt Safi het begin van dit nieuwe tijdperk: de eerste menselijke ontmoetingen met een zelfdenkende technologie waarvan de makers geen idee hebben wat die eigenlijk precies denkt. Na een inzichtelijke aflevering over het ontstaan van AI volgen verhalen over criminaliteit, liefde, gezondheidszorg en menselijk contact. Soms geven die reden tot zorg, op andere momenten juist reden tot hoop, maar bovenal zijn ze zorgvuldig onderzocht en goed verteld.


Een warme deken voor als de wereld je ontglipt

Er zijn weken waarin de wereld aan je vingers ontglipt en je behoefte hebt aan een warme deken. De afgelopen week vond ik die in de podcast Loket voor het leven van dagblad Trouw. Elke aflevering vertellen steeds twee mensen over hun persoonlijke zoektocht naar antwoorden op een grote of kleine levensvraag. Hoe zorg ik dat ik niet door de mand val? Hoe weet ik of ik een kind wil? Hoe erg is het als ik doorsnee ben? De concrete, invoelbare verhalen zijn mooi met elkaar versneden en worden begeleid door steeds een andere filosoof die op de centrale vraag reflecteert. Als luisteraar meander je mee met de vertelling, terwijl je nadenkt over wat het betekent om nu mens te zijn. Een podcast die diep graaft en warm aanvoelt. En die sterk doet denken aan de VPRO-klassieker Het leven, een gebruiksaanwijzing.


Levenvragen waarmee iedereen worstelt

Elke aflevering van Het leven, een gebruiksaanwijzing (2016) begint met de doorgerookte, warme stem van de 85-jarige Margot de Boer. „Ik heb alles al een keer meegemaakt, dus ze hebben mij gevraagd dit programma te presenteren.” Met een persoonlijke anekdote of ontboezeming introduceert ze steeds een andere vraag waarmee we allemaal wel eens worstelen. Hoe je stem te vinden? Hoe erbij te horen? Hoe te doen alsof er niets aan de hand is? Wat volgt zijn audiokunstwerkjes gemaakt door de crème de la crème van de Nederlandse radiomakerij. „Verschillende verhalen van mensen die elkaar niet kennen, maar op de een of andere manier met hetzelfde probleem worstelen,” zo vat De Boer het samen. Toen ik deze klassieker jaren geleden ontdekte, viel ik als een blok voor verhalende audio. Nu dagblad Trouw acht jaar later op deze schatkamer lijkt voort te borduren , is het tijd om ook het origineel opnieuw te beluisteren.


Kan een medewerker van de NCTV tegelijk hoogleraar onderzoeksjournalistiek worden?

Het beloven afwisselende werkweken te worden voor oud-journalist Nikki Sterkenburg. Drie dagen per week werkt ze als ambtenaar in de wereld van terreurbestrijding, cybersecurity en nationale veiligheid. De andere twee dagen gaat ze, per 1 december, aan de slag in de wereld van de onderzoeksjournalistiek.

Zijn die twee rollen wel in één persoon met elkaar te verenigen? Over die vraag is felle verdeeldheid ontstaan binnen de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ), die het initiatief heeft genomen voor de nieuwe leerstoel Onderzoeksjournalistiek, waarop Sterkenburg onlangs is benoemd als bijzonder hoogleraar in deeltijd. Bij de NCTV is ze plaatsvervangend hoofd Analyse Nationale Veiligheid.

In een protestbrief aan het bestuur van de VVOJ maken 19 ervaren onderzoeksjournalisten „principieel bezwaar” tegen de benoeming van Sterkenburg. De twee functies zouden „onverenigbaar” zijn. Ze spreken van „botsende belangen”. De brief is ondertekend door journalisten van NRC, Nieuwsuur, NOS, Het Financieele Dagblad, de Volkskrant, RTL Nieuws, Argos en Follow the Money (FTM) en Vrij Nederland.

„De leerstoel”, stellen de journalisten, „is gericht op onderzoek en het opleiden in de onderzoeksjournalistiek, waar het in de kern draait om de vinger achter de macht te krijgen. Een hoge functie bij de NCTV, onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, is in dat licht niet te combineren met een dergelijke leerstoel.”

Ook andere onderzoeksjournalisten noemen de benoeming onbegrijpelijk, hoeveel waardering ze ook uitspreken voor Sterkenburg. Ze werkte vijf jaar als journalist voor Elsevier Weekblad en schreef een veelgeprezen boek, Maar dat mag je niet zeggen, over ‘de nieuwe generatie radicaal- en extreemrechts in Nederland’, zoals de ondertitel luidt. Dat boek is een journalistieke versie van het proefschrift waarop ze promoveerde.

Harm Ede Botje, verslaggever bij het platform Follow the Money (FTM), schreef op X: „Prima om te werken voor de NCTV maar dan niet ook hoogleraar Journalistiek. Voelt ongemakkelijk en dus niet doen.” Siem Eikelenboom, die naast zijn werk voor FTM aan de Universiteit van Amsterdam beginnende onderzoeksjournalisten begeleidt, zegt: „Ik was stomverbaasd toen ik van de benoeming hoorde. Dit kán niet. Elke schijn van een verbinding tussen journalistiek en inlichtingendiensten, of een dienst als de NCTV, moet vermeden worden.”

Sterkenburg weerspreekt de argumenten van de journalisten. „De NCTV is géén inlichtingendienst, we hebben ook niet de bevoegdheden van een inlichtingendienst. De NCTV vergaart zelf geen inlichtingen, maar brengt verschillende informatiebronnen bij elkaar, weegt die en maakt er een beeld van voor de coördinatie van wat kan worden gedaan om de dreiging tegen te gaan. Ik ben ook géén topambtenaar, ik ben gewoon deel van het middle management.”

Het steekt Sterkenburg dat haar wetenschappelijke onafhankelijkheid in twijfel wordt getrokken. Ze benadrukt dat ze als hoogleraar geen onderzoeksjournalistiek gaat bedrijven, maar vooral wetenschappelijk onderzoek gaat doen naar „de methoden, vertelvormen en de maatschappelijke impact van onderzoeksjournalistiek”.

Daarnaast is er één vak Onderzoeksjournalistiek voor masterstudenten, dat zij samen met gastdocenten zal geven. Dat haar studenten en promovendi door haar functie bij de NCTV niet onafhankelijk zouden kunnen werken, spreekt ze tegen. „Als ik een deel van mijn tijd niet bij de NCTV zou werken maar onderzoeksjournalist zou zijn, zou ik dan ook het verwijt krijgen dat ik als slager het eigen vlees keur, of m’n positie zou gebruiken om onderzoek te doen naar concurrenten?”

Evert de Vos, voorzitter van de VVOJ, benadrukt dat de wetenschappelijke onafhankelijkheid van Sterkenburg gegarandeerd is, ook door de NCTV. Het idee dat via Sterkenburg en de NCTV „de overheid meekijkt” bij onderzoeksjournalistiek werk, noemt hij „onwaarachtig”. Vrijdag en zaterdag houdt de VVOJ, die zo’n 800 leden heeft, haar jaarvergadering, met Sterkenburg als een van de sprekers.

Hieronder de protestbrief tegen de benoeming van Nikki Sterkenburg:


Hein moet de doden helpen met het oplossen van hun aardse problemen

Als Hein de vakantie doorbrengt op de begraafplaats van zijn opa, ontdekt hij tot zijn schrik dat hij geesten kan zien. Recent overledenen die nog geen zielenrust kunnen vinden, vragen de jongen om hulp. De vermoorde motorbendeleider, de soulzanger die een glitterbol op haar hoofd kreeg, de banketbakker die stikt in zijn oliebol – Hein helpt de doden met hun onafgemaakte zaken.

Hein is de traditionele kinderserie die de VPRO maakt voor het einde van het jaar. Doorgaans zijn dat kerstseries – regisseur Anna van der Heide maakte eerder Rudy’s Grote Kersthow en Vrolijke Kerst – maar deze speelt zich af in de zomer. Ondanks de morbide setting is Hein geenszins eng. Iedere aflevering begint met een sterfgeval, de overledenen komen naar het uitvaartcentrum, en dan moet Hein (Brandon River Coene) aan de bak. Met kunst- en-vliegwerk moet hij vervolgens relaties tussen doden en nabestaanden lijmen. Vaak gaat het om de verstoorde relatie tussen ouders en kinderen, ook in Heins eigen familie. Verder kwakkelt opa (Bert Luppes) stiekem met zijn gezondheid en staat het voortbestaan van het kerkhof op het spel.

Dit is dan wel geen kerstserie, maar de mooie, warme menselijke gevoelens die daarin de boventoon voeren, zijn wel aanwezig. Hein en zijn doden leren samen belangrijke levenslessen over liefde, empathie en andere zaken die je over het hoofd ziet als je te veel druk bent met leven. Ondertussen krijgt Hein een mooie band met een nieuw vriendinnetje, zijn opa en zijn afwezige vader.

Mooie serie, bijzonder onderwerp, knap dat de dood hier niet eng is, maar onlosmakelijk verbonden met het leven. Zoals liefde en rouw bij elkaar horen. Een extra attractie van Hein is dat de doden worden gespeeld door bekende acteurs. In de spannendste aflevering speelt Frank Lammers de motorclubleider die na zijn dood ontdekt dat zijn maat mooie gevoelens voor hem koesterde. Georgina Verbaan speelt een eenzaam kattenvrouwtje. Pierre Bokma is de zeventiende-eeuwse koopman die uit zijn praalgraf geschut dreigt te worden.

Nazmiye Oral heeft een bijzondere, gelaagde rol: als overleden echtgenote wordt ze gek van haar man die iedere dag bij haar graf komt treuren. Hein moet een nieuwe vrouw voor hem vinden, maar als dat per ongeluk lukt, wordt de dode echtgenote jaloers en gaat ze de nieuwe relatie saboteren.

Niets menselijks is de doden vreemd, waardoor Hein ook een mooie serie is voor volwassenen.


‘Say Nothing’ is een verpletterende serie over de ‘Troubles’

‘Het is een beetje als verliefd worden”, zegt Dolours Price in de nieuwe dramaserie Say Nothing over haar tijd bij de terreurbeweging IRA tijdens de Troubles, de Noord-Ierse burgeroorlog (eind jaren 60 tot 1998). „Eerst is het allemaal vreselijk opwindend. Maar dan verandert het. En aan het einde heb je zo veel verschrikkelijke dingen gedaan, dat er geen enkele manier is om het nog goed te maken.”

Dolours Price, in de Disney+-serie gespeeld door actrice Maxine Peake, was begin jaren zeventig de eerste vrouw die zich aansloot bij de gewapende strijd van de IRA. Een paar jaar later was ze, als jonge twintiger, het brein achter de autobommen die tweehonderd mensen verwondden in Londen in 1973.

Na haar arrestatie in Engeland ging ze samen met haar jongere zus Marian in hongerstaking, net zo lang tot de zussen hun straf mochten uitzitten in een vrouwengevangenis in Noord-Ierland.

Say Nothing, dat gebaseerd is op de gelijknamige bestseller van journalist Patrick Radden Keefe, vertelt het verhaal van Price zoals ze het zelf vertelde aan een oud-collega van de IRA die de geschiedenis van de Troubles wilde vastleggen. Tegelijkertijd gaat de serie, net als het boek, ook over de ontvoering van Jean McConville, een alleenstaande moeder van tien kinderen die op een avond in december 1972 door gewapende IRA-leden uit haar flat in Belfast werd meegenomen, of „gearresteerd” zoals de IRA-leden het noemden, en nooit meer levend is teruggezien.

McConville werd ervan verdacht informatie over haar buren, veelal actief betrokken bij de IRA, te verklikken aan de Britten. Iets waarvan nooit bewijs is gevonden.

Indrukwekkend

Het zijn twee verhalen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en samen een indrukwekkend beeld schetsen van de impact die de jaren van onrust en geweld op de mensen van Noord-Ierland hebben gehad. Aan welke kant van de strijd ze ook stonden.

De serie begint bij die gruwelijke ontvoering van McConville (Judith Roddy), daarna richt de serie zich op de zussen Price. Dolours en Marian, zo toont de serie, groeiden niet op met sprookjes over feeën en elfjes, maar met de sterke verhalen die hun vader, ook een IRA-lid, zijn dochters vertelde over zijn ontsnapping uit de gevangenis. In hun ouderlijk huis in Belfast zat onder de eettafel waarop ze als kinderen hun kleurplaten maakten, een geweer verstopt voor het geval de Britse soldaten het huis zouden binnenvallen. En als tienjarige fantaseerde Dolours al over de manier waarop ze aan haar einde zou willen komen. „Een vuurpeloton leek me vreselijk romantisch”, onthult ze als jongvolwassene (op dat moment gespeeld door Lola Petticrew) aan een collega IRA-lid.

Dat de Price-zussen zich aan zouden sluiten bij de gewelddadige strijd tegen de aanwezigheid van de Britse soldaten in Noord-Ierland, was dus min of meer onvermijdelijk. Wanneer in augustus van 1971 de Britten willekeurig mannen in de katholieke delen van Belfast beginnen te arresteren op ‘verdenking van betrekkingen tot de IRA’, weet Dolours de leiders van een lokale factie, Gerry Adams (Josh Finan) en Brendan Hughes (gespeeld door de altijd sterke Anthony Boyle), te overtuigen dat vrouwen meer kunnen betekenen in de oorlog dan enkel „theezetten en verband rollen”. Want wat heeft de IRA aan verband en kopjes thee als alle strijders in Brits gevangenschap zitten?

Foto Rob Youngson/FX.

Dolours’ en Marians eerste missie is een bank overvallen, de meest gebruikte manier waarop de IRA in die tijd z’n kas spekt. De twee zussen besluiten zichzelf voor de gelegenheid te verkleden als katholieke nonnen. Dat dit die begindagen van de verliefdheid zijn waar Dolours later aan refereert, benadrukt de serie met de opzwepende muziek die aanzwelt wanneer de zussen nadien lachend door de straten van Belfast rennen. Hun habijt wapperend achter zich aan. Dat de zussen slechts een paar schamele tientjes wisten buit te maken, mag de pret duidelijk niet drukken. En wanneer de Britse telex vervolgens de woorden ‘Bankoverval. Andersonstown. Verdachten zijn vrouwelijk’, uitspuwt, is het onmogelijk ook niet een beetje opwinding te voelen. Niet in de laatste plaats omdat Petticrew de jonge Dolours speelt met een aanstekelijk enthousiasme, een bewonderenswaardige koppigheid en een levenslustige twinkeling in haar ogen.

Grijs gebied

De verkleedpartijtjes maken alleen snel plaats voor opdrachten die niet alleen gevaarlijker zijn maar ook in een moreel grijs gebied komen. Want niet alleen de Britten of protestanten, maar ook de eigen mensen – zoals Jean McConville – bij wie getwijfeld wordt aan de loyaliteit, worden door de IRA gezien als een vijand waarmee moet worden afgerekend.

Het zijn deze geesten uit het verleden die Dolours op middelbare leeftijd, nadat de wapens zijn neergelegd, niet meer van zich af kan schudden. Zeker wanneer haar oude baas Adams, op dat moment de politiek leider van Sinn Féin, akkoord gaat met een vredesplan dat in de ogen van zijn oud-collega-strijders neerkomt op een overgave aan de vijand. „In het noorden is dat idee van het einde van de oorlog een soort zelfopgelegd vagevuur”, zegt de oudere Dolours, die haar pijn probeert te bedwingen met alcohol en pijnstillers. „Maar als ik had geweten dat het meer dan twintig jaar op zich zou laten wachten, had ik nooit een wapen opgepakt.”

Say Nothing is een ijzersterke serie die verpletterend duidelijk maakt wat jarenlange strijd en geweld met de mens kan doen. Hoe het levens verpest en mensen, buren zelfs, recht tegenover elkaar zet. Het veroorzaakt pijn die nooit meer weggaat en leidt tot schuldgevoel dat de rest van het leven meegetorst moet worden. Dat het daarnaast allemaal voor niks is, in een oorlog wint uiteindelijk niemand, maakt het enkel schrijnender. Want, om met de woorden van Dolours Price te spreken, achteraf is er geen enkele manier om het nog goed te maken.


De les van fantasygame Dragon Age: zorg goed voor elkaar

Genocide, slavernij, religieuze intolerantie: het is maar een greep uit de thema’s die het Canadese gamebedrijf BioWare de afgelopen twintig jaar verkende in haar geliefde rollenspellen. Lang gold BioWare als een van de meest progressieve gamestudio’s ter wereld. Zeker ook op het identitaire vlak: met Jade Empire (2005) werd BioWare de eerste grote gamemaker die spelers de keuze gaf om een romance aan te gaan met een personage van hetzelfde geslacht. In hitseries Mass Effect en Dragon Age borduurde het bedrijf hier op verder.

Het legde het bedrijf tot begin jaren tien geen windeieren. Maar de invloed van het moederbedrijf, gamegigant Electronic Arts, liet zich steeds meer gelden. Mass Effect Andromeda (2017) was een rommeltje, Anthem (2019) een gefaalde poging om een onlinegametrend na te jagen. Nu rust de last van het voortbestaan van dit game-icoon op de schouders van hun nieuwe spel, Dragon Age: The Veilguard.

Ideeën voor deze game verdwenen in de tien jaar sinds de laatste Dragon Age, Inquisition (2014), meermaals in de prullenbak. Het zou een aardse heist-game worden over criminelen die een overval plegen, of nee, een grote onlinegame, of nee, toch weer iets anders. Zo’n voorgeschiedenis levert doorgaans rommelige spellen op, vol onafgemaakte brokjes oude trends. Een lot dat je BioWare niet zou toewensen.

Het goede nieuws: BioWare weet ondanks die bagage hier een schappelijke game te maken. De randjes van de brokjes zijn zichtbaar maar komen netjes bij elkaar. Meestal, althans: je kan je afvragen waar sommige ontwerpen vandaan komen, die veel te vrolijk ogen voor zo’n zware serie als Dragon Age. Al is de vormgeving van de wereld zelf nog altijd indrukwekkend, met prachtig ontworpen steden in het voor de serie nog nooit eerder verkende noorden van het continent Thedas. BioWare put inspiratie uit Venetië, Byzantium en Parijs op het hoogtepunt van hun macht en giet er een plens magie overheen, om die vervolgens in goed begrensde gebieden te serveren aan de speler.

Bevredigende explosies

Gelukkig is dit gewoon een leuke game om te spelen, met een fijn doch versimpeld vechtsysteem met sterke focus. Je bent niet meer bezig met het micromanagen van teamleden, de nadruk ligt op jouw personage en jouw reflexen. Je snelt over het slagveld, probeert op de juiste momenten klappen toe te dienen en gebruikt je teamleden voor combinaties van aanvallen die tot bevredigende explosies kunnen leiden.

Eigenlijk is dat meteen de enige grote verandering: de oude BioWare-formule – verhaal en personages staan voorop – is terug van weggeweest. The Veilguard volgt op het verhaal van Inquisition, dat eindigde met de openbaring dat de vriendelijke elf Solas eigenlijk een oude godheid is. Ooit scheidde hij per ongeluk de magische en de ‘echte’ wereld van elkaar. Hij wil die fout ongedaan maken, met apocalyptische gevolgen. Wij spelen nu Rook, die Solas in de eerste uren weet tegen te houden maar per ongeluk twee andere kwaadaardige elfse godheden vrijlaat.

Volgens goed BioWariaans gebruik moeten we als Rook teamleden verzamelen en de wereld om ons heen voorbereiden op de oorlog die komen gaat. Het spel speelt daarbij ruiterlijk leentjebuur bij het door bijna alle gamers geliefde Mass Effect 2 (2010): je moet je team écht goed leren kennen, anders eindigt de game in mineur.

Het valt en staat bij het schrijfwerk. BioWare had ooit het beste team schrijvers in de game-industrie, maar veel zijn vertrokken. Vooral in de eerste uren is Veilguard vaak plat, meer bezig met het bijpraten van de gamer dan het inkleuren van nieuwe verhalen. Gaandeweg glipt deze kramp uit de game. Het is moeilijk om niet te houden van personages als de koppige dwerg Harding, die ontdekt dat haar volk vroeger ook magie had, of de oudere doodsmagiër Emmrich die zijn eigen sterfelijkheid in de ogen moet kijken. Ze zoeken jou op voor advies, maar ook elkaar; het loont om na elke missie terug te keren naar de thuisbasis, om te kijken of je teamgenoten weer in een hoekje zitten te keuvelen met elkaar.

Het is in die keuvelgesprekjes over culturele en persoonlijke verschillen en overeenkomsten dat je de oude diepgang van Dragon Age terughoort. Maar BioWare lijkt banger dan vroeger om te schuren. Veel grote moeilijke keuzes zijn er niet: de belangrijkste vindt vroeg plaats, wanneer je moet kiezen welke stad je wil redden. Kies je ervoor om de macht te beschermen, of de onschuldige burgers?

Empathie en acceptatie

Van een Dragon Age-game verwacht je dilemma’s, die spelers dwingen om te reflecteren op hun waarden binnen en buiten de spelwereld. Ze ontbreken hier vaak, net als diepe discussies over religie (zoals in Inquisition) of slavernij (Dragon Age 2). Bovendien mist er continuïteit: in vorige games uit de reeks werd de wereld aangekleed met je verhaalkeuzes uit eerdere delen, maar hier is dat miniem. Thedas voelt kleiner.

Waar wil BioWare het dan wél over hebben? Over zelfontwikkeling, empathie en acceptatie. Vrijwel al je personages worstelen met vragen over persoonlijke identiteit, over hun plek in de wereld. Heeft het zin om te blijven vechten voor een gemeenschap die verloren lijkt, vraagt detective Neve; drakenjager Taash worstelt met hun genderidentiteit en complexe positie als migrantenkind.

Het is duidelijk dat de makers van BioWare moeite hebben met het veranderende politieke klimaat, met de toenemende vijandigheid tegenover diversiteit. Hun antwoord: luister goed en zorg voor elkaar. Lovenswaardig. Toch bekruipt soms het gevoel dat BioWare in alle goede bedoelingen net te graag les wil geven over hoe het hoort: soms is Veilguard openlijk didactief, in plaats van amuserend.

En toch, als de credits rollen, voelt het als zeuren in de marge. Met The Veilguard heeft BioWare een prima en bij vlagen emotionele game afgeleverd, die – zo mogen we hopen – de toekomst van een uniek gamebedrijf veilig stelt.