Liberté, Égalité, Fraternité. Vrijheid, gelijkheid, broederschap. De hoofden van koning Lodewijk XVI en zijn echtgenote Marie-Antoinette onder de guillotine.
Maar hoe zat het écht met die fameuze omwenteling? Wie waren de aanstichters, de ophitsers, en de kopstukken? Wat gebeurde er daar in Frankrijk en waarom – en welke gevolgen van die revolutie zijn vandaag de dag nog altijd merkbaar?
In drie seizoenen brengt de Vlaamse journalist Johan Op de Beeck de geschiedenis tot leven. Dankzij de muziek en de geluidseffecten is het bij vlagen eerder een hoorspel dan een podcast.
Op de Beeck vertelt zo beeldend dat je er als luisteraar daadwerkelijk bij lijkt te zijn. De bestorming van de Bastille, de slachtpartij op de Champ-de-Mars, de omsingeling van Versailles worden door zijn verteltalent minstens zo spannend als de gemiddelde misdaadpodcast – zelfs al is de afloop van deze historische true crime al bekend.
Op het eerste gezicht lijken de onderwerpen van Things Fell Apart opvallend divers: het coronavirus, de bestorming van het Capitool, homorechten en abortus. Maar wat ze gemeen hebben is dat ze stuk voor stuk verbonden zijn met culture wars, met felle strijd tussen verschillende sociale groepen.
De Britse journalist Jon Ronson (bekend van zijn boek The Psychopath Test, waarin hij de dunne scheidslijn tussen gezondheid en gekte onderzoekt) gaat elke aflevering in gesprek met diverse hoofdrolspelers van verschillende zijden van het strijdtoneel. Met zijn zalvende stem interviewt hij vaccinontwikkelaars en antivaxers, transactivisten en transfoben – Ronson is wars van polarisatie, hij veroordeelt niet maar laat de luisteraar z’n eigen conclusies trekken. Scherpzinnig, diepgravend en bij vlagen onthutsend. Inclusief bonusaflevering met de beroemde documentairemaker Louis Theroux.
In regenachtig Chicago wordt officier van justitie Carolyn Polhemus vermoord. Haar eigen collega’s moeten nu op zoek naar de dader, terwijl ze stuk voor stuk zeer betrokken zijn. Dat blijkt geen garantie voor een ordentelijke rechtsgang. De succesrijke officier Rusty Sabich krijgt de zaak toegewezen maar hij blijkt het meest betrokken van allemaal: hij was niet alleen haar compagnon in veel zaken, ze hadden ook een geheime relatie, wat zijn vijanden bij het openbaar ministerie dankbaar aangrijpen om hem van openbaar aanklager om te vormen tot hoofdverdachte.
De serie Presumed Innocent (Apple TV+) is een wat conventioneel opgezette juridische thriller dat het vooral moet hebben van de broeierige sfeer, de spannende wendingen en de sterke hoofdrollen, in het bijzonder Jake Gyllenhaal als Rusty en Ruth Negga als zijn trouwe echtgenote. Verder is Peter Sarsgaard (Shattered Glass, Jackie) een fijne schurk. Hij is trouwens de zwager van Gyllenhaal in het echte leven.
De serie is gemaakt door David E. Kelley die al vanaf de jaren tachtig rechtbankseries maakt, als Ally McBeal, The Practice en Boston Legal. Recht, politiek en persoonlijke relaties zijn daarin altijd sterk verweven. Voor de streamingdiensten maakte hij Big Little Lies, Anatomy of a Scandal, Love & Death – stijlvolle misdaadseries met grote filmsterren die hiervoor de overstap naar televisie maken, net als Gyllenhaal, die bekend is van Brokeback Mountain, Donny Darko, Nightcrawler.
Presumed Innocent is een boek van Scott Turow dat in 1990 al werd verfilmd met Harrison Ford in de hoofdrol. Leuk om te vergelijken. De plot is aangepast, de corruptielijn is er bijvoorbeeld uit, het gezinsleven van Rusty krijgt een grotere rol, en de serie is vrouwvriendelijker. De versie van 1990 was een mannenfilm. Het slachtoffer was een corrupte femme fatale die met de machtige mannen van haar kantoor sliep om hogerop te komen. De film zei nog nét niet over haar dood: eigen schuld, dikke bult. In de nieuwe serie is ze een vrouw die niets heeft misdaan. De witte mannen zijn in de serie vervangen door zwarte vrouwen – althans in de bijrollen – wat een andere sfeer geeft.
En de hoofdrolspeler in de serie, Jake Gyllenhaal, is een heel andere dan Harrison Ford in het origineel. Rusty was in de film nog een ietwat naïeve held die dapper strijd tegen een rechtsdwaling. Gyllenhaal is een kleerkast met een verbeten trek rond zijn mond, die vrij laag in zijn gezicht zit. Rusty’s intimiderende agressie is doorlopend voelbaar.
Road House
Gyllenhaal zet een intense, gevaarlijke rol neer, zoals wel vaker in zijn filmcarrière, van de getergde man in een instortend huis die zo opgaat in zijn gevecht om zijn bestaan dat hij bijna geen tijd heeft voor schuld, zelfbeschouwing of herstel van de beschadigde banden met zijn dierbaren. De acteur vertelde aan de Hollywood Reporter dat hij gedurende de opnames ook niet wist of Rusty het wel of niet had gedaan. Dat hij nogal gespierd is voor een officier van justitie een huisvader, was per ongeluk: hij kweekte spieren voor zijn nieuwe actiefilm Road House, waarin hij een UFC-vechter en een uitsmijter speelt. Serieleider Kelly bedacht dat Rusty een thuisgym heeft om de stress en agressie van zich af te zweten.
Gaandeweg gaat ook de kijker steeds minder in Rusty’s onschuld geloven. Ook omdat de kijker wordt gevoed met steeds meer incrimerende feiten over de beklaagde aanklager. Je zou bijna nog gaan denken dat Rusty in de slot aflevering (die ook voor journalisten nog niet beschikbaar is) alsnog als dader uit de bus komt. Wat natuurlijk niet kan volgens de conventies van het genre. Of toch?
NRC, Algemeen Dagblad en NOS zijn samen met 78 andere Europese nieuwssites vanaf deze dinsdag niet meer bereikbaar in Rusland. Dat maakte het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken bekend. De maatregel is een reactie op een uitzend- dan wel publicatieverbod voor vier Russische media in Europa, waartoe de Europese Raad vorige maand besloot. Deze maatregel werd dinsdag effectief.
In veel gevallen gaat het om de publieke omroepen, waaronder RAI (Italië) en RTVE (Spanje), en een aantal krantentitels en andere nieuwssites. Deze zouden „systematisch desinformatie verspreiden” over de voortgang van de „speciale militaire operatie”, de Russische propagandaterm voor de oorlog die Vladimir Poetins bewind voert tegen Oekraïne. „Als de blokkade van Russische media wordt opgeheven, zal Rusland overwegen de toegang tot genoemde media weer mogelijk te maken.”
Doorgeefluik
De vier geblokkeerde Kremlin-gelieerde media zijn staatspersbureau RIA Novosti, de kranten Rossiyskaya Gazeta en Izvestia en Voice of Europe, een platform dat jaren een doorgeefluik was voor pro-Russische propaganda en eerder dit jaar door de Tsjechische geheime dienst werd ontmanteld.
Kort na de inval van Oekraïne in februari 2022 besloot de Europese Commissie om uitzendingen van Russia Today en Sputnik in de EU te blokkeren. Direct daarop werd al de toegang tot bijvoorbeeld internationale media als BBC, Deutsche Welle en Radio Free Europe geblokkeerd in Rusland. Telecomwaakhond Roskomnadzor heeft ook Facebook, Twitter en TikTok afgeschermd van de bevolking.
M.m.v. Wilmer Heck
Lees ook
Omstreden pro-Russische website Voice of Europe was ook podium voor FVD-prominenten
Het ziekenhuis waar we rondlopen heeft betere tijden gekend. De vloer heeft slijtageplekken, de muren zitten vol vlekken. Ook de lift naar de tweede verdieping doet het niet, al is dat geen bewijs van verloedering, maar een teken dat we op de set van een tv-serie lopen. „De deuren doen het wel”, vertelt seriemaker Carlos Montero met een glimlach. Hij leidt journalisten langs patiëntenkamers, een apotheek en de receptie. Montero: „Het bouwen van deze set duurde zes maanden. Toen het klaar was, vond ik het er nog te schoon uitzien.” De serie, getiteld Respira, moet de achteruitgang van gezondheidszorg tonen, daarom liet hij de set groezeliger maken.
Het is even schakelen als we de set zonder daglicht verlaten en weer buiten staan op een zonnig en modern terrein in Tres Cantos, een voorstad ten noorden van Madrid. De opnames van Respira vinden plaats op de zogenoemde ‘production hub’ die Netflix hier vijf jaar geleden opende. Voor het bedrijf, met 270 miljoen abonnees verreweg de wereldwijde marktleider onder de streamingdiensten, is dit de grootste opnamelocatie in de Europese Unie. Dankzij het succes van Spaanse titels als La Casa de Papel en Élite heeft Netflix het aantal producties in Spanje de afgelopen jaren flink opgeschroefd.
NRC bezocht Tres Cantos halverwege juni op uitnodiging van het bedrijf, samen met een kleine groep journalisten uit andere landen (NRC betaalde de reis en het verblijf zelf). Als je door het ietwat slaperige stadje zelf loopt, een paar kilometer van de studio’s, springt vooral de onopvallendheid van deze plek in het oog. Er zijn veel bedrijven gevestigd, veelal in de (bio)tech. Maar een andere industrie drukt inmiddels een stevige stempel op de omgeving. Als je via de snelweg aan komt rijden, staat er een bord met Madrid Content City.
Tres Cantos is een ‘contentstad’ geworden, een plek waar films en series het volledige productieproces kunnen doorlopen. Het Netflix-terrein heeft sinds een uitbreiding in 2022 een oppervlakte van 22.000 vierkante meter, met tien grote studio’s en twee gebouwen voor post-productie waar onder meer dertig montageruimtes inzitten. Sinds kort zit het lokale kantoor, met afdelingen voor marketing en communicatie, hier ook. Alles op één plek, een Spaanse versie van Hollywood.
Altijd bezet
Tijdens de rondleiding langs verschillende sets en post-productie-ruimtes lopen de Amerikaanse Larry Tanz (hoofd content Europa, Midden-Oosten en Afrika) en de Mexicaanse Diego Ávalos (hoofd content van onder meer Spanje en Portugal) mee. Beide mannen werken al bijna tien jaar aan niet-Engelstalige producties voor de streamingdienst. Volgens Ávalos zijn de tien studio’s eigenlijk altijd bezet. Niet dat er overal wordt gefilmd. De opnames van Respira zijn bijvoorbeeld afgerond, het nepziekenhuis staat in ruststand te wachten tot de lancering van het eerste seizoen. Pas als dat voldoende kijkers trekt, filmen ze verder. Ávalos verwacht weer een hit: „Carlos is het tweede seizoen nu al aan het schrijven.” Eerder was Montero verantwoordelijk voor de tienerthrillerserie Élite, waar eind juli het achtste en laatste seizoen van verschijnt.
Wat is dé les is die Tanz en Ávalos in al die tijd hebben geleerd? „Dat onze abonnees houden van authentieke, lokale verhalen”, zegt Tanz. Geen verrassend antwoord als je vaker over de internationale aanpak van het van oorsprong Amerikaanse Netflix hebt gelezen. Maar het is het fundament van alles wat ze doen, benadrukt Tanz. „Het gaat daarbij niet alleen om gevestigde makers, we moeten ook nadenken over het ontwikkelen van talent. We moeten tientallen jaren in de toekomst kijken zodat we blijven groeien. En ik denk dat deze locatie een fysieke manifestatie van die missie is.”
Dat Netflix dit complex in Spanje heeft gebouwd, heeft naast het gunstige weer, ook een financiële reden. Tanz, die zelf grotendeels werkt vanuit het Europese Netflix-hoofdkantoor in Amsterdam, vertelde in eerdere interviews dat het land een „flexibele en vriendelijke” plek is op zakelijk vlak. Het Madrid Film Office liet eerder in het FDweten dat sommige producties in Spanje 30 procent minder belasting betalen dan in andere EU-landen.
Netflix geeft geen aantal, maar op basis van aankondigen zullen in 2024 zo’n 20 Spaanse titels worden gelanceerd. Netflix is niet alleen: veel grote streamingdiensten investeren en filmen in het land.
De studio’s in Tres Cantos worden vrijwel alleen voor Spaanse Netflix-producties gebruikt, het is niet de bedoeling om internationale producties uit andere landen weg te lokken. Soms komen er wel crews uit andere landen: recent is de Britse serie Kaos hier gefilmd, met de Amerikaanse ster Jeff Goldblum als een moderne versie van oppergod Zeus. Naast de moderne faciliteiten zullen de Spaanse landschappen meegespeeld hebben bij de keuze om hier te filmen.
Luxe bunker
Netflix wijst graag op de technologie die makers tot hun beschikking hebben in de Spaanse studio’s. Tijdens de tour is dat vooral te zien bij opnames van The Fall Out Shelter, de nieuwste productie van Casa de Papel-bedenker Álex Pina. De serie, over miljardairs die zich verschansen in een luxe bunker aan de vooravond van een Derde Wereldoorlog, is grotendeels nog in nevelen gehuld. Wel is tijdens de tour te zien hoe bij de opnames gebruikt wordt gemaakt van achtergronden die via ledpanelen meteen in de studio worden geprojecteerd. Daardoor is het niet nodig om met green screens te werken waar later beelden op worden geplakt. Crew en acteurs zien meteen hun omgeving en kunnen daar op inspelen. Maar in Tres Cantos zijn er ook traditionele filmsets; zo komen we langs een ‘luxe villa’ met grote doeken waarop het achtergrondlandschap staat.
Hoewel er veel op sets wordt gefilmd, blijven echte locatieopnames ook belangrijk. Ook voor Respira was de mogelijkheid om gemakkelijk buiten de studio’s te filmen van belang. Zo’n 20 procent van de serie is opgenomen op locatie in Sevilla, de stad waar de serie zich afspeelt. Voor Madrid levert Tres Cantos dus stadspromotie op. Veel fans van Casa de Papel willen bijvoorbeeld het drukke Plaza de Callao, waar zich een beroemde scène afspeelt, in het echt zien. Alleen al in Madrid zijn in 2023 volgens het Madrid Film Office 41 films en 55 series gefilmd.
Hollywood minder relevant
Na afloop van de rondleiding praten we verder met Tanz en Ávalos over de stand van zaken op internationaal gebied voor Netflix. Ávalos zit bij Netflix sinds de eerste niet-Engelstalige serie Club de Cuervos uit 2015. „Wanneer makers zien dat hun verhalen uit hun eigen omgeving wereldwijd impact hebben, dan raak ik ontroerd.”
Dat klinkt wat theatraal, maar Tanz en Ávalos lijken echt overtuigd van de boodschap die de Europese Netflix-top vaak herhaalt en die ze ook met deze tour wilden illustreren: de dominante positie van Hollywood is voorbij, Europese makers kunnen hier doen wat eerder alleen daar leek te kunnen. Ávalos: „Hollywood domineerde vele decennia. Dat was een kwestie van distributie, met creativiteit had dat niet te maken. En dat hebben wij opgelost. Je hoeft je werk niet naar het Engels te vertalen of Amerikaanse acteurs in te huren. Je kunt verhalen uit de eigen gemeenschap vertellen, maar wel met de middelen die je in Hollywood zou hebben.”
Tanz: „Wat Hollywood heeft dat wij niet hebben? Dat weet ik niet eigenlijk. Bovendien zijn we als wereldwijd opererend bedrijf in staat om kennis en middelen te delen.” Ávalos: „De cameraman van Casa de Papel vertelde dat Spanje in het verleden vier jaar achterliep op de VS qua techniek. Die achterstand is helemaal verdwenen.” Tanz: „We weten ook dat onze abonnees nog steeds houden van verhalen uit Hollywood. Maar iemand in Polen kijkt tegenwoordig ook naar dingen uit Frankrijk en Spanje. In sommige landen, zoals de VS, keek het publiek helemaal niet naar dingen uit andere landen. Dat is nu echt anders.”
De Italiaanse Fabio Zaffagnini heeft een droom: de band Foo Fighters laten optreden in het slaperige Italiaanse plaatsje Cesena. Maar hoe krijgt hij de wereldberoemde rockband zover? Hij besluit hen een ode te brengen, en trommelt duizend muzikanten op. In de documentaireWe Are The Thousand legt regisseur Anita Rivaroli vast hoe Zaffagnini zijn droom verwezenlijkt. Hoe komt hij aan geld en aan zoveel muzikanten? Een oproep op YouTube levert een stroom van reacties op van zangers, gitaristen en drummers; de meesten zijn amateurmuzikant. Wanneer uiteindelijk duizend Italiaanse muzikanten samenkomen, beleven ze een massaal saamhorigheidsgevoel dat onherroepelijk overslaat op de kijker: ze spelen in perfecte harmonie het nummer ‘Learn to Fly’ van de Foo Fighters. Na een dag samen repeteren is de muziekvideo klaar. Deze gaat al snel viral en dat zorgt ervoor dat Fabio’s droom werkelijkheid wordt.
André Waardenburg
De erfenis van het Stax-label
De vierdelige documentaire Stax: Soulsville, U.S.A. (HBO Max) vertelt het opmerkelijke verhaal van het Zuidelijke platenlabel dat in zijn korte bestaan van grote hoogte in diepe dalen stortte. Veel hoofdrolspelers komen aan het woord, deels op archiefbeelden wegens overlijden, afgewisseld met heerlijke beelden van zwart Memphis in de jaren zestig en zeventig. De nadruk ligt op de economische en de maatschappelijk kant, minder op de muzikale. Hoogtepunt is als Otis Redding tijdens het Monterey popfestival in 1967 met zijn strakke pak, korte haar en gospel-achtig showmanschap alle slonzige hippieacts in de schaduw stelt en voor het eerst een groot wit publiek bereikt. Het Wattstax-festival (1972, het „zwarte Woodstock”) dient in de documentaire als apotheose van Stax.
Wilfred Takken
Het mysterie omarmen
Ze zijn er te weinig: games die een gevoel van mysterie en onwetendheid omarmen en vertrouwen op de creativiteit van de gamer. Maar gelukkig is er Elden Ring: Shadow of the Erdtree. Net zoals de opvolger van die andere grote ‘zo-hoort-het-dus-game’, Breath of the Wild, is Shadow of the Erdtree niet per se vernieuwend. Maar hoe verbeter je ook een game die in de kern al zo sterk is als Elden Ring? Vooral door wat irritaties en frictie weg te poetsen. Het is ‘maar’ een uitbreiding van een bestaande game. Toch voelt Shadow of the Erdtree als een welkome hap zuurstof. Na twee jaar werk is daarom een fijne en tegelijk pijnlijke herinnering: zo ziet een game eruit als de maker wél tijd krijgt om te groeien.
Len Maessen
Achter Oranje aan
3FM-dj’s Barend van Deelen en Wijnand Speelman waren ooit een vast duo op 3FM. Tegenwoordig presenteert Speelman de ochtendshow. Vorige week won hij een speciale vermelding tijdens de uitreiking van de Zilveren Reissmicrofoon. Van Deelen is ’s middags op de zender te horen. Het leek de heren een goed idee om tijdens het Europees kampioenschap voetbal hun shows samen te voegen en vanuit Duitsland uit te zenden. Ze rijden met een camper achter Oranje aan en daar stoppen ze pas mee als het Nederlands elftal is uitgeschakeld. We horen journalisten, voetballers, oud-voetballers, supporters en wie ze nog meer tegenkomen. Ze doen de Reeperbahn in Hamburg aan, ze zijn te gast in Wolfsburg bij de officiële Nederlandse delegatie, ze staan naast het stadion in Berlijn waar het Nederlands elftal speelt. Overal waar Oranje is, zijn Barend en Wijnand.
Vincent Bijlo
Lees ook
Op zoek naar iets anders? Kijk hier voor alle cultuurtips
De populistische premier Robert Fico, die met enkele tussenpozen sinds 2006 aan de macht is in Slowakije, heeft een moeizame relatie met de pers. In 2018 trad hij af na grote publieke woede over de moord op onderzoeksjournalist Ján Kuciak, die de banden tussen zijn regering en de Italiaanse maffia had blootgelegd. Na de verrassende zege van zijn partij Smer bij de verkiezingen van vorig jaar werd Fico opnieuw premier. Al snel opende hij de aanval op de pers. Zo verbood hij vier media de toegang tot het overheidsgebouw, en bestempelde ze als „vijandige media” en „onwelkome gasten”. Ook wil hij een controversiële wet invoeren die hem verregaande controle geeft over de publieke omroep.
De 71-jarige schutter die Fico vorige maand op klaarlichte dag neerschoot tijdens een bezoek aan een mijnstadje, noemde die wet als een van de redenen voor zijn daad. De premier raakte zwaar gewond, maar overleefde de aanslag. Het werk van Slowaakse journalisten is sindsdien nog moeilijker dan het al was. De hoofdredacteur van het onafhankelijke dagblad Denník N, een van de „vijandige media”, wordt overspoeld door bedreigingen van lezers en beschuldigingen van Fico’s politieke bondgenoten. „Vanaf de eerste dag hebben sommige politici van de regeringscoalitie gezegd dat bepaalde media, waaronder Denník N, verantwoordelijk zijn voor de aanval”, verklaarde hij tegen het door de Amerikaanse regering verzorgde radiostation Voice of America.
Analisten vrezen dat de aanslag leidt tot beknotting van de vrije pers in Slowakije, zoals ook in andere Midden-Europese landen is gebeurd. „Fico kopieert eenvoudigweg het draaiboek van de Hongaarse premier Viktor Orbán en de Poolse oud-premier Jaroslaw Kaczynski”, zegt de Poolse jurist Jakub Jaraczewski, onderzoeker voor Democracy Reporting International, een in Berlijn gevestigde ngo die werkt aan het bevorderen van de democratie en de rechtsstaat wereldwijd. „Ik werk veel met journalisten die zich bezighouden met verwante onderwerpen, vooral in Midden-Europa. Persvrijheid is een belangrijk aspect van een goed functionerende democratie en rechtsstaat.”
Maar de persvrijheid staat juist onder druk, in heel Europa. In haar jaarlijkse Media Freedom Report somt de mensenrechtenorganisatie Civil Liberties Union for Europe (Liberties) de oorzaken op: bedreigingen van de onafhankelijkheid en de financiering van publieke media, een hoge concentratie van media-eigendom, beperkingen van de vrijheid van meningsuiting en censuur, en wijdverbreide gevallen van bedreiging, intimidatie en geweld tegen journalisten. De problemen zijn het grootst in Midden-Europa, waar de vrije pers om historische redenen al niet sterk ontwikkeld was en in sommige landen nu op zijn laatste benen loopt na jaren van populistische regeringen.
Volgens Jaraczewski is het medialandschap in veel Midden-Europese landen kwetsbaarder voor politieke beïnvloeding. Want na de val van de Berlijnse Muur in 1989 erfden ze de omvangrijke mediaconglomeraten die de staat had opgebouwd in de communistische tijd. „Dit was politiek gezien een aantrekkelijke prijs”, zegt Jaraczewski. „Sinds 1989 gebruikten alle regeringen de staatsmedia voor hun eigen politieke doeleinden, de een subtieler dan de andere. Er was wel sprake van pluralisme, en de oppositie kreeg ook zendtijd. Maar het feit dat zo’n belangrijk onderdeel van het medialandschap in handen is van de overheid lokt alleen maar problemen uit. Dat is de kern van het probleem.”
Spreekbuis van radicaal-rechts
Terwijl radicaal-rechtse partijen in West-Europa aan de poort van de macht rammelen, vormen die in veel Midden-Europese al jaren de regering. Dit heeft geleid tot erosie van de rechtsstaat, inclusief de persvrijheid. Orbán heeft de publieke omroep in Hongarije veranderd in een spreekbuis van zijn radicaal-rechtse partij Fidesz. Veel commerciële media zijn overgenomen door bedrijven uit de kliek rond Orbán. Het gevolg is dat 80 procent van de media onder controle staat van Fidesz. Tijdens de lokale verkiezingen in 2019 werden er audio-opnamen gelekt van redacteuren van de publieke omroep die verslaggevers instrueerden om Fidesz in hun berichtgeving te bevoordelen.
In Polen gebeurde iets soortgelijks in de acht jaar dat Kaczynski aan de macht was. Hij veranderde de publieke omroep in een propagandakanaal van zijn radicaal-rechtse partij PiS. „Eenzijdige berichtgeving is al in strijd met de Poolse grondwet, die bepaalt dat de staatsmedia onafhankelijk moeten zijn en alle partijen zendtijd moeten geven”, zegt Jaraczewski. „Maar nog veel erger was dat de publieke omroep werd gebruikt om politieke tegenstanders aan te vallen en zwart te maken. In aanloop naar de verkiezingen van oktober vorig jaar haalde de publieke omroep alles uit de kast om de regerende partij te steunen. PiS kreeg 80 procent zendtijd, de oppositie 20 procent.”
Het mocht niet baten. De rechts-liberale Burgercoalitie (KO) won de verkiezingen en Donald Tusk werd premier. Maar de regering van Kaczynski had talloze obstakels opgeworpen om te voorkomen dat de nieuwe regering de controle over de publieke media zou overnemen. Zo had ze een nieuwe toezichthouder opgericht uitsluitend voor de staatsmedia, en veel loyale aanhangers benoemd in het bestuur. „Maar de nieuwe regering wist toch de controle terug te krijgen door meedogenloos te zijn en creatieve juridische oplossingen te gebruiken”, zegt Jaraczewski. „Dit konden ze doen omdat ze weten dat hun kiezers het prima vinden dat de publieke omroep niet langer een propagandamachine is.”
Onafhankelijkheid verankerd
Het Poolse voorbeeld laat zien hoe moeilijk het is om de politisering van de publieke media terug te draaien. Staat sommige West-Europese landen hetzelfde te wachten nu radicaal-rechtse partijen op de drempel van de macht staan of al aan de macht zijn? Volgens Jaraczewski is de onafhankelijkheid van de staatsmedia in West-Europese landen beter verankerd, om te voorkomen dat ze speelbal worden van politici. „De mediastructuur in andere landen, waaronder Nederland, blijkt de onafhankelijkheid van staatsmedia beter te beschermen”, zegt hij. „Terwijl de verleiding voor politici in voormalige communistische landen om die mediaconglomeraten voor eigen doeleinden te gebruiken simpelweg te groot is.”
Toch zijn er ook overeenkomsten. Net als hun tegenhangers in Midden-Europa beschuldigen radicaal-rechtse partijen in Duitsland en andere West-Europese landen de publieke media ervan te worden gedomineerd door een linkse, stedelijke elite, die geen oog zou hebben voor gewone burgers die in achterstandswijken en plattelandsgebieden wonen. De radicaal-rechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) is al jaren verwikkeld in een woordenstrijd met de publieke omroep, die de partij stelselmatig zou negeren. De partij stapte zelfs naar de rechter om meer zendtijd te eisen. De AfD wil de verplichte financiële bijdrage van elk huishouden beëindigen en van de publieke omroep betaal-tv maken.
Bezuinigen
Ook in andere West-Europese landen staan regeringen onder druk van (radicaal-)rechts om te snijden in de publieke omroep. De Britse Conservatieven hebben de afgelopen jaren fors gekort op de begroting van de BBC, waardoor er minder ruimte is voor reportages en onderzoeksjournalistiek bij het iconische actualiteitenprogramma Newsnight.
Ook het nieuwe Nederlandse kabinet, onder aanvoering van de radicaal-rechtse PVV, gaat 100 miljoen euro bezuinigen op de publieke omroep. De PVV wil de NPO het liefst „opdoeken”, maar moest water bij de wijn doen. Met oud-presentator Reinette Klever als PVV-minister heeft de radicaal-rechtse omroep Ongehoord Nederland wel een direct lijntje naar het kabinet.
„De vraag is hoe regeringen die worden geleid door radicaal-rechtse partij, zoals in Nederland, zich zullen opstellen tegen de media”, zegt Jaraczewski. „Zetten ze hun radicalere ideeën in de ijskast om kiezers in het midden aan te spreken? Dan zullen ze de media niet snel aanvallen omdat dit kan worden gezien als antidemocratisch. Of zullen ze radicaliseren? We zagen recent bij een medewerker van een AfD-Europarlementariër [die verdacht wordt van spionage voor China, red.] hoe open radicaal-rechts staat voor buitenlandse beïnvloeding, vooral door Rusland en China. Ze zijn een aantrekkelijke partner om de EU te ondermijnen. Om dit bloot te leggen is journalistiek onderzoek essentieel.”
Tegen de achtergrond van toenemende aanvallen op de persvrijheid, en de opmars van radicaal-rechtse partijen in Europa, groeide de afgelopen jaren het besef in Brussel dat de EU niet genoeg doet om journalisten te beschermen. Daarom kwam de Europese Commissie met wetgeving zoals de Journalisten Veiligheidsrichtlijn, de anti-SLAPP-richtlijn en de Europese Mediavrijheidswet. Maar het ontbreekt de EU aan middelen om recalcitrante lidstaten die de persvrijheid met voeten treden in het gareel te houden, schreef de ngo Committee to Protect Journalists. „Het onvermogen van de EU om de uitdagingen aan te pakken heeft niet alleen gevolgen voor journalisten in de lidstaten, maar ondermijnt ook het vermogen van de EU om persvrijheid buiten haar grenzen te verdedigen.”
Jaraczewski vindt het Europese medialandschap over het algemeen nog steeds gezond. Maar hij waarschuwt voor het gevaar van toenemende polarisatie, aangewakkerd door sociale mediabedrijven en kunstmatige intelligentie. „Dit wordt onvoldoende geadresseerd, zowel door de lidstaten als de EU. Natuurlijk zijn er initiatieven geweest, maar die waren tot nu toe sterk gericht op private media. Wat natuurlijk belangrijk is. Maar er is te weinig inzicht in de ernst van het probleem in Midden- en Oost-Europa, wat terugkomt op verschillen in het medialandschap. Ik denk dat er in Brussel en de Europese hoofdsteden te weinig besef is hoe gevaarlijk de huidige tijd is voor de media.”
Het staat bekend als een van de meest winderige plekken op de wereld. Dat hoor je terug in de snel vervagende stemmen en achtergrondgalmen. Come by Chance speelt zich af in een aantal dorpen op het Canadese eiland Newfoundland. Kleine gemeenschappen met een grote sociale controle: families kennen elkaar al generaties lang en priesters dwongen er lange tijd een avondklok af. De mensen zijn er gehard door het gure weer, het ruwe landschap op hoge kliffen en het zware werk op boorplatformen. Dat het decor óók belangrijk is voor een medium zónder beeld, maakt deze podcast wel duidelijk. De ruige soberheid is sfeerbepalend in Come by Chance, een sterk verhaal over hoe verschillende families worstelen met een allesveranderende ontdekking: dat hun kinderen bij de geboorte verwisseld werden.
Hein Wijffels wil aandacht vragen voor gezinnen met een autistisch kind, maar ook zijn burn-out verwerken, zijn relatie verbeteren en zijn onbezonnenheid terugvinden. Zijn vrouw Valerie en podcastmaker Kenneth Berth rijden met de auto mee.
Al op de eerste dag staat Hein gefrustreerd naast de weg. Hij krijgt zijn lekke band niet geplakt. „Laat me met rust”, snauwt hij naar Valerie, die hem probeert te helpen. Vroeger was hij een geduldige man, vertelt Valerie aan Kenneth. „Maar dat stukje is hij verloren.”
Zoon Louis-Henri (12) heeft autisme en een mentale beperking, en de impact van die diagnose wordt elke aflevering duidelijker. Het vele zorgen valt zwaar, het uitzicht dat deze zorg een leven lang zal duren ook – evenals de kosten die daarvoor nodig zijn. Wanneer Louis-Henri boos is gaat hij door het lint. Er komen zelden vrienden bij het gezin over de vloer. „We zijn tot de conclusie gekomen dat we dat, zoals het nu is, niet meer aan kunnen.”
De podcast had zeker wat korter gekund, maar verder is de uitvoering van Tot aan de maan en terug bijna perfect. Opjagende, repetitieve muziek en geluiden van voorbijgaand verkeer ondersteunen de scènes op de fiets, maar er zijn ook scènes waarin Hein en Valerie terugblikken of juist vooruitkijken. We horen hoe Valerie haar geduld even verliest als Louis-Henri uit frustratie in Heins gezicht slaat. Hein geeft toe dat hij vader-zoon-gesprekken mist, omdat de momenten waarop hij en Louis-Henri elkaar écht begrijpen zo zeldzaam zijn. Wanneer hij zich afvraagt of hij de diagnose ooit zal kunnen aanvaarden, hoor je een eerlijkheid die even zeldzaam is.
Het invloedrijke platenlabel Stax Record, thuis van soulzangers als Otis Redding, heeft een atypisch scheppingsverhaal. De witte bankbediende Estelle Axton nam in 1959 een extra hypotheek op haar huis omdat haar broer, amateur-violist Jim Stewart, graag een opnamestudio wilde beginnen in Memphis (Tennessee). Ze vestigden zich in een oude bioscoop middenin een zwarte buurt. Dat is al opmerkelijk want het Zuiden van de VS was gesegregeerd in die tijd.
Omdat de zus er ook een gezellige platenzaak bij opende, werd Stax een hangplek voor jonge zwarte musici. Broer en zus besloten van de witte country over te stappen op de zwarte rhythm & blues, een dansgenre dat zich begin jaren zestig ontwikkelde tot soul en de oversteek maakte naar een groot wit publiek.
De vierdelige documentaire Stax: Soulsville, U.S.A. (HBO Max) vertelt het opmerkelijke verhaal van het Zuidelijke platenlabel dat in zijn korte bestaan van grote hoogte in diepe dalen stortte. Veel hoofdrolspelers komen aan het woord, deels op archiefbeelden wegens overlijden, afgewisseld met heerlijke beelden van zwart Memphis in de jaren zestig en zeventig. De nadruk ligt op de economische en de maatschappelijk kant, minder op de muzikale. Hoogtepunt is als Otis Redding tijdens het Monterey popfestival in 1967 met zijn strakke pak, korte haar en gospel-achtig showmanschap alle slonzige hippieacts in de schaduw stelt en voor het eerst een groot wit publiek bereikt.
Otis Redding stort neer
Opmerkelijk aan Stax is dat het een geïntegreerd bedrijf was. Zo was de leiding en de vaste begeleidingsband Booker T & The MGs voor de helft wit. Waarom werd dat getolereerd in het racistische Zuiden? Organist Booker T Jones vertelt dat dit ook niet vanzelf ging, en dat de burgerrechtenbeweging van de jaren zestig, en de gewelddadige racistische reactie hierop, wel degelijk een wig dreven in zijn band en in het bedrijf. „De relatie die we hadden in de studio bestond buiten niet.” Witte gitarist Steve Cropper, een van de pilaren van Stax, toont nog steeds weinig begrip.
De zwart-witverhouding bij Stax krijgt vooral een knauw nadat Martin Luther King, leider van de zwarte beweging in 1968 vlakbij de studio werd vermoord, in het Lorraine Motel, een favoriet verzamelpunt van de Stax-artiesten. Hierna braken rellen uit in Memphis en elders. De moord was een grote slag voor de zwarte gemeenschap die droomde van een gelijke wereld.
Rond die tijd stond Stax voor de eerste keer aan de rand van de afgrond: de belangrijkste ster Otis Redding kwam eind 1967 om bij een vliegtuigongeluk, twee dagen nadat hij zijn grootste hit opnam: ‘Sitting on the Dock of the Bay’. Stax brak daarna met het grote platenlabel Atlantic. Niet alleen zaten ze nu zonder distributeur, ze zaten helemaal zonder muziek want Atlantic bleek eigenaar te zijn van alle uitgebrachte Stax-opnames. Eigenaar Stewart had het contract niet gelezen.
Hierna volgde een wonderbaarlijke wederopstanding. Zwarte marketingman Al Bell nam het heft in handen en bracht in één jaar maar liefst 27 albums en dertig singles uit. In deze creatieve explosie kwam een nieuwe ster bovendrijven. Isaac Hayes was al componist en producer voor Stax, nu kwam hij met zijn eigen album: Hot Buttered Soul. Hayes maakte ellenlange, somptueus georkestreerde ballads. Hij kreeg een Oscar voor zijn soundtrack voor de Blaxploitation-film Shaft.
De muziek van Stax veranderde ook. De studio onderscheidde zich in de jaren zestig van grootsteedse broer Motown doordat het geluid ruiger, hoekiger en traditioneler was. Meer geworteld in de blues dan in de pop. Begeleidingsband Booker T & The MGs, die op alle platen speelde, zorgde ervoor dat de Southern soul onmiddellijk herkenbaar was. Na de herstart sloot Stax meer aan bij de opkomende modes van de funk en de psychedelische soul.
Met Bell als baas verdween ook het witte aandeel in het bedrijf: Booker T & the MGs vertrokken, de witte oprichters vertrokken. Stax werd de vertolker van de zwarte emancipatie, culminerend in het Wattstax-festival in Los Angeles van 1972 waarmee Bell steun en geld gaf aan de bevolking van de arme wijk Watts, die bij de rellen van 1968 deels in de as werd gelegd. Het „zwarte Woodstock” dient in de documentaire als apotheose van Stax en van de zwarte trots.
Eind 1975 volgde de ondergang, na een geschil met distributeur CBS. Dit keer niet door een ongunstig contract, maar juist door een te gunstig contract waar CBS onderuit wilde. Toen Bell zich verzette, hield CBS de Stax-platen vast zodat die nergens meer te krijgen waren. Ook de tegoeden werden bevroren. Te midden van dit geschil daagde de plaatselijke bank, waar Stax een paar miljoen had geleend, Bell voor het gerecht wegens fraude. Bell werd vrijgesproken, maar Stax ging failliet.
Wat is de oorzaak van die plotse ondergang? Kapitalisme, is het berustende antwoord van Bell. Het grote bedrijf probeert het kleine bedrijf op te kopen. Als dat niet lukt zal de grote proberen de kleine te vernietigen. Zo gaat dat. Racisme, zegt Deanie Parker, oprichter van het latere Stax-museum: de witte bedrijven konden het zwarte succes niet verdragen.
Kan natuurlijk allebei. Zeker in de VS gaan kapitalisme en racisme hand in hand. Er werd daar in Memphis hoe dan ook iets moois en belangrijks kapot gemaakt. Wat rest zijn de tientallen aanstekelijke danshits en hartverscheurende ballads die uit de studio kwamen.