Hoewel kritiek op adoptie uit het buitenland van alle tijden is, zwol die de afgelopen jaren aan. Sinds mei 2024 kun je in Nederland geen nieuwe procedure meer starten om een kind uit het buitenland te adopteren. Die veranderde kijk op het onderwerp was voor moeder Annemieke Figee reden om aan te kloppen bij podcastmaker Maarten Dallinga. Zij adopteerde met haar man twee kinderen – inmiddels tieners – uit Zuid-Afrika. Zou Dallinga haar kunnen helpen om uit te zoeken of ze destijds wel voldoende oog had gehad voor alle kanten van buitenlandse adoptie?
Het levert een gelaagde en (over)volle zoektocht op, waarin Figee zichzelf diep in de ziel kijkt. Wat vooral bijblijft is hoe gevoelig en ingewikkeld het debat rond adoptie is – al is het maar omdat dat in de serie vaak wordt gezegd. Hoewel een indrukwekkend scala aan sprekers aan het woord komt, delven soms de verhalen van geadopteerde mensen zelf ietwat het onderspit. In de bonusaflevering blijkt dat de makers dit zelf achteraf ook jammer vinden. Het maakt de podcast niet minder de moeite waard.
De waanzinnige belofte begint met de wanhopige verhalen van een aantal ouders. Hun zonen van rond de twintig jaar verliezen zich totaal in het mysterieuze bedrijf IM Mastery Academy, waarmee ze via sociale media in contact zijn gekomen. Ze lijken niet meer op zichzelf en keren zich af van hun vrienden en familie. Het bedrijf komt uit de Verenigde Staten en biedt over de hele wereld cursussen aan op het gebied van zelfontwikkeling en geld verdienen, maar heeft – zo vertellen podcastmakers Lies Jansen en Renée van Heteren – verdacht veel weg van een piramidespel. Wat is dit voor een organisatie? Wat drijft de jongeren in haar armen? En wat zegt dit verhaal over het huidige digitale tijdperk? Dat zoeken Jansen en Van Heteren uit in deze podcast vol gouden bergen, valse beloftes en de zoektocht naar succes en zingeving.
Facebook-gebruikers die ineens automatisch de pagina van de Amerikaanse vicepresident J.D. Vance volgen. Instagram-posts van een prominente Amerikaanse aanbieder van abortussen die worden gecensureerd. Zoekresultaten voor hashtags als #Democrats, #Biden en #Kamala die worden verborgen. En dat in de week dat Donald Trump voor de tweede keer werd beëdigd tot president, in de aanwezigheid van Meta-topman Mark Zuckerberg en andere techmoguls. Dat kon toch haast geen toeval zijn?
Deze voorbeelden gingen de afgelopen dagen rond op sociale media. Veel mensen, met name in de progressieve hoek, zien ze als bewijs van politieke partijdigheid van het Amerikaanse technologiebedrijf Meta, eigenaar van Facebook en Instagram. Het komt immers vlak na Zuckerbergs aankondiging dat Meta stopt met de samenwerking met factcheckers, en de moderatie van misinformatie en haat op zijn sociale platformen flink terugschroeft. Dit werd alom uitgelegd als een poging in het gevlij te komen bij Trump.
Toch is niet duidelijk of de recente voorbeelden werkelijk het gevolg zijn van toenemende censuur op Facebook en Instagram in de nasleep van Trumps terugkeer in het Witte Huis. Daarvoor hebben buitenstaanders te weinig inzicht in de afstelling van Meta’s algoritmes. Het bedrijf zelf houdt vol dat er van politieke partijdigheid geen sprake is. Volgens Meta was het verbergen van de Democratische zoekresultaten het gevolg van een technisch mankement dat ook andere hashtags heeft getroffen, waaronder Republikeinse.
Andere voorbeelden van vermeende vooringenomenheid ontkende Meta ook. „Mensen werden niet automatisch gedwongen om een van de officiële Facebook- of Instagram-accounts van de president, vicepresident of first lady te volgen”, schreef woordvoerder Andy Stone op X. „Die accounts worden beheerd door het Witte Huis, dus als er een nieuwe regering aantreedt, verandert de inhoud van die pagina’s. Dit is dezelfde procedure die we tijdens de laatste presidentiële overgangsperiode hebben gevolgd.”
Lees ook
Factcheckers over hun werk nu Meta het wil opheffen: ‘Wat wij doen is het tegenovergestelde van censuur’
Ook het censureren van content over het recht op abortus lijkt niet van doen te hebben met Trumps terugkeer in het Witte Huis. Want sinds het Hooggerechtshof in 2022 het landelijke recht op abortus schrapte, verwijderen grote socialemediaplatforms, zoals Facebook, Instagram en TikTok, veel meer abortus-gerelateerde content. „Gevallen waarin zulke content werd verwijderd, zijn vaak niet goed onderbouwd of lijken een verkeerde toepassing van de richtlijnen”, schreef Amnesty International vorig jaar in een rapport.
Het verwijderen van bepaalde (politieke) content is niets nieuws voor Meta, zegt Lotje Beek, beleidsadviseur van Bits of Freedom, een organisatie die zich inzet voor digitale burgerrechten. Ze wijst niet alleen op abortus-gerelateerde content, maar bijvoorbeeld ook op pro-Palestijnse posts, waarvan het bereik door Meta flink werd ingeperkt na de uitbraak van de Gaza-oorlog. „Het is op zich logisch dat Meta bepaalt wat wel en niet is toegestaan op zijn platformen. Het probleem is dat censuur altijd groepen tegen de schenen schopt, en vooral kwetsbare groepen treft.”
De recente ophef over de vermeende politieke partijdigheid van Meta lijkt dan ook vooral voort te komen uit zorgen over de oligarchie van techmoguls die zich begint af te tekenen rond Trump. Dit wil niet zeggen dat de zorgen onterecht zijn. „De recente gebeurtenissen laten zien hoe politiek de socialemediaplatformen zijn”, zegt Beek. „Want ze hebben grote invloed op het maatschappelijke debat. De socialemediabedrijven hebben steeds gezegd dat ze slechts een neutraal doorgeefluik zijn. Maar dat valt steeds moeilijker vol te houden.”
Israël stuurt dit jaar een overlevende van de Hamas-aanval van 7 oktober 2023 naar het Eurovisie Songfestival. In mei zal de 24-jarige Yuval Raphael het land vertegenwoordigen in het Zwitserse Basel.
Dat de zangeres een directe link heeft met die aanslagen, is opmerkelijk gezien de problemen die het Eurovisie Songfestival vorig jaar ondervond door de deelname van Israël. Buiten het festivalterrein waren iedere dag demonstraties tegen Israël wegens diens bloedige militaire campagne in Gaza. Op het festival zelf waren steeds conflicten rond de Israëlische delegatie. De Israëlische zangeres Eden Golan werd tijdens haar optredens begroet met boegeroep, maar dat werd eruit gemixt in de tv-registratie. Organisator EBU streeft ernaar om de zangwedstrijd apolitiek te houden.
Yuval Raphael overleefde de aanslag van Hamasstrijders op het Nova dancefestival. Tijdens de aanval raakte ze gewond en verborg zich acht uur lang onder de lichamen van overledenen in een schuilbunker langs de weg. Van de veertig mensen in de bunker werden er 29 doodgeschoten. Hamas vermoordde die dag zo’n twaalfhonderd Israëlische burgers en ontvoerde 250 mensen. Uit wraak begon Israël zijn campagne tegen Gaza, waarbij het Israëlische leger ruim 40.000 Palestijnse burgers doodde. Momenteel is er een wapenstilstand in Gaza.
Voorbereid op boegeroep
Over de deelname van Israël aan het Songfestival zei de woordvoerder van EBU desgevraagd in december: „We begrijpen de zorgen en diep gevoelde meningen over het conflict in het Midden-Oosten, en we zijn niet immuun voor het wereldnieuws, maar onze rol is om te waarborgen dat het festival verbinding, diversiteit en inclusiviteit blijft uitdragen via de muziek.”
Yuval Raphael uit Raänana studeerde theater en Arabisch, vervulde haar dienstplicht bij een militaire controlepost in Jeruzalem, en luistert graag naar Led Zeppelin, Beyoncé en Céline Dion. Ze begon een jaar geleden haar loopbaan als zangeres. De artiest verdiende haar plaats op het Songfestival door woensdagavond de Israëlische tv-talentenshow Hakogav Haba (Rijzende Ster) te winnen. Ze zong een ballad-versie van Abba’s ‘Dancing Queen’ en droeg deze op aan de „engelen” die door Hamas waren vermoord. In het tv-programma zei ze: „Ik wil het verhaal van het land vertellen, niet als slachtoffer, maar vanuit een positie van kracht. Zodat ik krachtig zal staan als ik geconfronteerd wordt met het boegeroep van het publiek, dat zeker zal komen.”
Tijs van den Brink is een SGP’er, zegt hij meteen aan het begin zijn gesprek met NRC in het kantoor van de EO. Niet de politieke SGP, zeker niet, zijn politieke keuze houdt hij strikt geheim, maar zijn leven draait om sport, geloof en politiek.
Dit interview gaat vooral over die laatste twee. Volgend jaar zit Van den Brink dertig jaar bij die omroep. Hij brak door bij het grotere publiek met Knevel & Van den Brink, presenteerde daarna onder meer Op1 en maakt nu tv-programma’s als Adieu God? en God, Jesus, Trump!. Met oud-spindokter Raymond Mens (VVD) en Julia Wouters (PvdA) maakt hij de politieke podcast De Spindoctors. Sinds september heeft hij zijn eigen talkshow Dit is Tijs.
Wat vind je leuker om over te praten: Dick Schoof of Jezus?
Lachend: „Jezus. Van Dick Schoof weten we weinig. Van Jezus weet ik veel meer.”
En om te interviewen?
„Jezus. Ik heb wel wat vragen.”
Wat geloof je van het verhaal van Jezus?
„Ik geloof dat Jezus de zoon van God is, dat hij is gekruisigd, opgestaan is uit de dood. Ik kan wel op onderdelen gaan morrelen aan dat verhaal, maar ik vind dat hoogmoedig.”
Dat gaat wel door je hoofd?
„Ik heb die neiging. Ik heb net een column geschreven over de almacht van God en dat we voor de veelomvattendheid van God een ander woord moeten bedenken. Het woord almacht is niet bedacht om te zeggen dat God nu die stoel kan veranderen in een hobbelpaard of dat hij plotsklaps kanker kan laten verdwijnen. Als ik een eed af moet leggen, zou ik zeggen: zo waarlijk helpe mij God. Ik vind het interessant om aan dat soort onderwerpen te duwen en te trekken. Maar het bouwwerk wil ik laten staan.”
Dat is een bewuste keuze.
„Ja. Ik heb gezien dat mijn voorgeslacht daar wel bij gevaren is en dat ik daar zelf ook wel bij vaar.”
Wat verlies je als je een andere keuze maakt?
„Stel dat ik zou schrappen dat Jezus echt is opgestaan. Veel mensen zeggen dat dat symbolisch is. Ik ben bang dat dan het hele bouwwerkje in elkaar stort en dat ik niks overhoud. Dat dan de kracht die het geloof mij en de samenleving geeft wordt uitgehold. Ik kies er voor om niet elk jaar een nieuwe versie uit te vinden.”
Uit wat voor gezin kom je?
„Hervormd. Mijn vader is op latere leeftijd dominee geworden. Mijn moeder was huisvrouw. Ik denk dat ze bezorgd waren over de christelijke zuil, die werd te vrijzinnig. Raakte je dan niet de kern van het geloof kwijt? Maar ik denk dat ze ook niet precies wisten hoe ze daarin moesten manoeuvreren. Het was niet arm vroeger, wel eenvoudig, geloof was dominant aanwezig.”
Ging je daarin mee?
„Ja. Totdat ik naar een reformatorische middelbare school moest, dat vond ik niet leuk. Mijn zussen moesten daar een rokje aan. Dat wilden ze niet en ik vond het maar niets dat ze dat moesten. Tussen mijn achttiende en 22ste had ik ook vragen over het kwaad in de wereld. Daar kwam ik niet uit. Toen heb ik tegen mezelf gezegd: die vragen zijn er, en die kunnen als een berg je weg versperren. Je kan ook af en toe om die berg heen lopen. Daarachter is God, daar is Jezus die zich door ons mensen laat kennen.”
Hoe merk je dat?
„Als je de knipselkrant hebt gelezen, ben je vaker het verhaal tegengekomen van mijn operatie. Maar ik ben zelf een beetje klaar met dat verhaal.”
Foto Lars van den Brink
Het is een mooi verhaal.
„Goed, ik moet het ook gewoon omarmen. Ik had als kind een beenlengteverschil, rond mijn 21ste ben ik daarvoor geopereerd. De avond daarvoor was ik heel gespannen. Kom ik hier wel levend uit? Toen ben ik gaan bidden en heb ik een soort licht of engel gezien. Die gaf me het diepe gevoel dat het goed zou komen.
„En recent. Mijn vader was een tobber, ook over zijn eigen zaligheid, vooral aan het einde. Zodra je zei: het komt goed met mij, dan was je verdacht, want voor je het weet ging je met een ingebeelde Jezus naar de hel. Maar in zijn begrafenisdienst kwam deze tekst langs: ‘U bent verlost, God heeft u wel gedaan’. Ik wil het geen bewijs noemen, maar op dat moment ervoer ik: God heeft gezien wie papa was, met al zijn strubbelingen, en het is goed gekomen.”
Van den Brink schiet vol. „Sorry. Mijn vader is vorig jaar overleden, dus dat is nog heel vers.”
Ben je veel bezig met goed of fout? Je bent bijvoorbeeld pro-life, maar ben je eigenlijk ook anti-abortus?
„Ik kan me niet voorstellen dat mijn vrouw en ik daar ooit toe zouden besluiten. Tegelijkertijd weet ik dat sommige mensen in ingewikkelde omstandigheden zitten. Daarover wil ik niet oordelen. Dat is weer wat anders dan het gemak waarmee er nu soms over gesproken wordt. Leven is beschermenswaardig. Abortus is een dilemma en ik vind dat het dat altijd moet zijn.”
Euthanasie?
„Poeh, dat vind ik lastiger. Over dit soort onderwerpen gaat mijn talkshow ook. We houden elkaar nu heel lang in leven, waardoor we ook veel lijden over ons heen halen. Tegelijkertijd geldt ook hier voor mij: leven is heilig, zo lang mogelijk afblijven.”
Had jij dertig jaar geleden een ander antwoord hierop?
„Dertig jaar geleden had ik vermoedelijk alleen gezegd dat ik tegen allebei was.”
Is jouw toon veranderd als journalist?
„Daar heeft Klaas de Vries een belangrijke rol in gespeeld. Die was eerst PvdA-minister, werd Kamerlid en had toen opeens andere meningen. Ik had een interview voorbereid met tien punten waarop hij van mening was veranderd en heb hem een uur lang daarop bevraagd. De volgende dag schreef hij op zijn weblog: ‘Ik had een interview met Tijs van den Brink, die ervoer mijn antwoorden als een hinderlijke onderbreking van zijn vragen’. Dat heeft me aan het denken gezet. Ik had natuurlijk na drie keer moeten zeggen van: Meneer de Vries, ik kan langer doorgaan, maar wat is hier een hand? Dus dat strenge, dat had ik heel erg aan het begin. Er zijn zelfs mensen geweest die niet meer door mij geïnterviewd wilden worden.”
Wie?
„Ik ga die namen niet noemen, want ik wil sommigen nog steeds interviewen.”
Jaren geleden had je voor een radio-interview het hele beleid van minister Aart-Jan de Geus doorgerekend.
„Die wil inderdaad niet meer door mij geïnterviewd worden. Ik kreeg zelfs een officiële brief thuis. Het verhaal gaat dat het hele kabinet zich niet meer door mij wilde laten interviewen, maar dat toenmalige premier Balkenende dat heeft tegengehouden. Ik weet niet of dat klopt. Maar ik vind nog steeds dat een minister kritisch bevraagd moet kunnen worden over zijn beleid.”
Wat vind je van empathisch interviewen?
„Dat is niet mijn eerste talent. Ik denk dat Adieu God? me daarin heeft veranderd. Ik was eerst niet enthousiast over dat programma, ik hou meer van vecht-interviews. Maar als het over God gaat, is dat niet vruchtbaar, je komt niet dieper in iemands hart. Ik heb hard moeten werken om dat te kunnen. Als iemand huilt, dan ik kan niet mee huilen, maar ik luister wel nu met open blik naar iedereen.”
Is je rol door opkomst van het populisme veranderd?
„Niet fundamenteel. Mijn taak is om te bevragen, wie, wat, waar, waarom, niet om bijvoorbeeld populisme te bestrijden.”
Ben jij een objectieve journalist?
„Ik ben geen lid van een partij. Ik vertel aan niemand op wie ik stem.”
Je vrouw weet het ook niet?
„Ik zou het nu best kunnen vertellen. Het is een restant uit de tijd dat ik nog iets fanatieker was op dit punt. Ik wil niet dat een politicus denkt een thuiswedstrijd te kunnen spelen. Maar ik vind wel dat je vanuit je eigen levensovertuiging mag interviewen.”
Maak je je zorgen over de democratie?
„Ik weet dat niet zo goed. Ik vind dat in Europa mensen daar te alarmistisch over zijn. Democratie zou bijvoorbeeld in Amerika op het stembiljet hebben gestaan, hoorden we vaak. Dat denk ik niet.”
Twee weken na het interview, twee dagen na de inauguratie van Donald Trump wil hij wel nog toevoegen: „Ik vind het spannend wat er in Amerika gebeurt. Ik ben van nature optimistisch: het loopt wel los denk ik vaak. Aan het eind van de vorige Trump-periode liep het echter niet los, Trump weigerde de uitslag te erkennen. Afschuwelijk vond ik dat. Tegelijkertijd verzekerden Amerikanen mij dat hun democratie dit echt aankan. Ook Democraten die ik sprak waren minder alarmistisch dan veel Europeanen.”
In de podcast Haagse Zaken zeiden politicologen dat ook de media van asiel een politiek onderwerp hebben gemaakt. Hebben media die invloed?
„Het is me te eenvoudig. We hebben in de verkiezingstijd juist heel lang gezocht naar wat het thema was. Eerst leek dat het klimaat, daarna bestaanszekerheid, uiteindelijk bleek het migratie. Kiezers renden in de laatste paar dagen voor de verkiezingen naar Wilders toe. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ik daar grip op had.”
Julia Wouters zei: Tijs ziet niet zo goed de machtsstructuren. In Spindoctors vertelde jij dat je een appje had gekregen van Joost Eerdmans omdat PSV had gewonnen en jij voor PSV bent, en jij vond dat enkel een vriendelijk appje.
„Menselijkheid bestaat hè? Ik wil gewoon niet cynisch worden. Toen ik corona had, kreeg ik ook een appje van Jan Paternotte. Ik ging hem echt niet anders interviewen de keer daarna.”
In de podcast Spindoctors gaat het ook geregeld over de vraag of je Julia Wouters wel helemaal uit laat praten. NRC deed met de Erasmus Universiteit ooit onderzoek naar Op1. Over hoeveel vrouwen er bij jullie aan tafel zaten en hoe vaak jullie hen onderbraken. De EO scoorde vrij matig.
„Navraag bij de universitair begeleider van dat onderzoek leerde dat het aantal onderzochte EO-uitzendingen te klein was om een uitspraak over te kunnen doen. Ik vind dat ik vrouwen op dezelfde manier moet interviewen als mannen, maar ik ben niet overtuigd dat ik dat niet doe. Mijn meest voor de hand liggende verklaring zou zijn dat vrouwen iets associatiever denken en dus ook zo formuleren. Misschien interrumpeer ik daardoor vaker. Al snap ik dat sommige mensen dit ook seksistisch vinden.”
Bert Huisjes, de baas van Op1, eiste dat in de WNL-uitzendingen politici van de VVD en het CDA vriendelijker werden bevraagd dan die van andere partijen.
„Ik heb ook een tijdje samen met WNL gepresenteerd. Toen ben ik er wel scherp op geweest dat we dat niet gingen doen.”
Want was dat toen al duidelijk?
„Ik kende de verhalen dat Bert dat soms wel wilde ja, maar ik heb Sven Kockelmann daar niet op kunnen betrappen. In uitzendingen van de EO was daar überhaupt geen sprake van. Maar als ze dat bij WNL wel deden, was dat echt niet goed.”
Heb je liever dat er 200.000 mensen naar jouw talkshow kijken en dat je geen lichte onderwerpen hoeft te doen of dat er 800.000 mensen kijken en dat je dat wel moet doen?
„Ik ben zo blij dat ik het nooit meer over het Songfestival hoef te hebben. In die week van het Songfestival in Nederland hebben we Op1 op locatie gemaakt en heb ik echt gesmeekt: hoef ik niet te komen? Ik zou best 800.000 willen mensen bereiken, maar met een puur journalistiek programma haal je dat niet. Ik wil nu met een goed journalistiek programma een paar honderdduizend mensen bereiken.”
In de talkshow geef je bij aanvang steeds kort jouw eigen mening. Waarom?
„Ik denk dat het werkt om het vertrouwen in de journalistiek te herstellen. Dat duidelijk wordt waarom ik doe wat ik doe. Bij het debat over ontwikkelingswerk heb ik in de camera gezegd: persoonlijk ben ik heel erg tegen bezuinigingen, maar ik ga mijn uiterste best doen om onze gast die voor is fair te behandelen. Tegen die VVD’er heb ik gezegd, als ik dat niet doe, zeg het dan tegen me.”
Heeft het ook te maken met dat mensen jou zo beter leren kennen?
„Dat is niet per se heel interessant, toch?”
Ik had van jou het beeld van een wat strenge, norse man. Je blijkt genuanceerder en humoristischer te zijn.
Hij lacht hard. „Mensen zeggen altijd, je bent in het echt veel leuker dan op televisie. Maar ik zit daar niet zo mee.”
Misschien kijken er meer mensen als ze je een leuk mens vinden.
„Dat zou kunnen, maar ik hoef niet populair te worden. Ik wil mijn werk goed doen, mensen van informatie voorzien en hen helpen in hun denken. Als ze me streng vinden, is dat maar zo.”
Wil je nog de politiek in?
„Hoop ik het? Ja. Omdat ik spijt heb als ik op mijn sterfbed lig en het niet geprobeerd heb. Ik wil weten hoe het daar gaat. Want ik kijk er natuurlijk altijd van de buitenkant naar.”
Wat moet er beter in het land?
„Als ik dat vertel, dan ga je kijken bij welk partijprogramma daarbij hoort.”
Wil je echt wat veranderen of is het puur interesse?
„Een mengelmoes. Ik vind dat Nederland bestuurd moet worden door mensen die hart hebben voor het land. Maar het is ook gewoon nieuwsgierigheid. Daar ga ik niet vromer over doen dan ik ben.”
Bij welke partij wil jij je aansluiten?
„Soms denk ik dat ik het weet en dan zie ik weer iemand van die partij en denk ik: ik wil er niet mee gezien worden.”
Je stemt wel altijd op dezelfde partij?
„Ik heb niet altijd op dezelfde partij gestemd.”
Je hebt twintig seconden overwogen om bij NSC te gaan, zei je.
„Het had ook bij een andere partij gekund. Ik denk dat ik me bij drie à vier partijen zou kunnen aansluiten. Maar, stel, ik schrijf een sollicitatiebrief in maart. In september wordt de kieslijst bekend gemaakt. Hoe moet ik in de tussentijd geloofwaardig een politicus van die partij interviewen? Als partijen hun sollicitatieprocedure zouden inkorten, zou ik de stap wagen.”
Heeft de keuze voor de politiek ook te maken met je geloof? Moet het zinvol zijn?
„Ik zou inderdaad heel graag voetbal- of wielerjournalist zijn, maar dat zou alleen voor de lol en de ontspanning zijn.”
Heb je nog een droom?
Snel: „Nee. Nou, Prinses Beatrix interviewen over haar geloof. Dat lijkt me fantastisch.”
Hoe lang zou het ongeveer duren voordat zo’n plastic PEZ-snoephoudertje vergaat? Zo’n rechthoekig buisje met het hoofd van een stripfiguur waarin precies een rolletje snoepjes past, die je er dan één voor één kunt uitklikken? Het is een vraag die in mijn achterhoofd zeurt sinds zo’n snoephouder opdook in de tweede aflevering van de post-apocalyptische serie Silo. Hoe kwam het daar in die ondergrondse bunker? En vooral: hoe lang lag het daar al?
Silo is een nieuw bewijs dat Apple TV+ momenteel de toonaangevende series heeft. Denk maar aan de overweldigende ontvangst voor het tweede seizoen van Severance vorige week. Naar Netflix ga je voor de veelheid, naar Apple TV+ voor de kwaliteit die ontstaat als makers creatieve vrijheid krijgen. Vijf jaar nadat de streamingdienst zijn intrede deed, behaalden Apple-producties vorig jaar een recordaantal van 72 nominaties bij de Emmy Awards, de belangrijkste prijzen van de Amerikaanse televisie-industrie.
Op dezelfde dag dat Severance 2 begon, werd het tweede seizoen van Silo afgesloten met een cliffhanger van jewelste. Tijd om de serie te bingen en op zoek te gaan naar clues. Niet alleen wat betreft het eendje bovenop dat PEZ-houdertje, al is dat wel een voorbeeld voor hoe ingenieus de world building en het production design van deze serie de plot naar een hoger niveau tillen.
Silo is om meer redenen een opmerkelijke serie, over een samenleving van ongeveer tienduizend mensen in een ondergrondse stad van 144 verdiepingen. Ze is gebaseerd op de boekenreeks die de Amerikaanse schrijver Hugh Howey sinds 2011 uitgaf in eigen beheer. Mensen leven ondergronds, buiten zou het te gevaarlijk zijn. Daarbij moet je onvermijdelijk ook denken aan totalitair bestuurde samenlevingen die mensen tegen alle prijs binnen wíllen houden. Dat heeft natuurlijk met macht te maken. Die is in handen van een burgemeester, een rechter, een sheriff en het hoofd van de IT-afdeling. Aha. Nog een aanwijzing. Ze hebben computers, maar die zijn eruit als bakbeesten uit de jaren zeventig. Net als veel van de artefacten en verboden relieken trouwens: het is alsof de wereld ergens halverwege de vorige eeuw is stil komen te staan.
Beeld Apple TV+
Ondergrondse plantenkassen
Wanneer het verhaal zich afspeelt, is niet meteen duidelijk. Er is sprake van een voortijd, en van een opstand die 140 jaar eerder is neergeslagen. De serie begint met een flashback, maar geeft de toeschouwer zelden meer voorkennis van de personages. Er is door de architecten van de silo goed nagedacht over heel veel praktische zaken, zoveel is duidelijk. Dit is niet zomaar een schuilkelder uit de Koude Oorlog. Al in de tweede aflevering zien we plantenkassen en koeienstallen, er wordt gesproken over mijnen en helemaal onder op voedselketen ontmoeten we de mecaniciens die een immense generator aan de praat houden en allerhande apparatuur repareren.
Dat kunnen allemaal hints zijn. Wat betreft de plot is de serie een gigantische escape-room. Alles doet ertoe, zelfs de openingstitels waarin de silo wordt voorgesteld als een boor, een slakkenhuis, een trapgat en een dna-slinger.
Uit de herrie in de buik van deze verticale Ark van Noach komt hoofdpersoon Juliette, een onverschrokken en koppige monteur, die pas kan nadenken als haar handen iets te repareren hebben. Ze schopt het tot sheriff nadat de vorige vrijwillig naar buiten is gegaan. Dat is ook al zo’n gek ritueel. Mensen mogen naar buiten als ze dat willen. Ze moeten het alleen nadrukkelijk zeggen. Vanaf dat moment is er geen weg meer terug: ze staan buiten de bescherming van de wet. Dan worden ze in een soort ruimtepakken gehesen, hun broekspijpen en mouwen dichtgeplakt met zilverkleurig tape. Met een stukje staalwol worden ze geacht de lens van een soort periscoop schoon te poetsen. Maar zien de bewoners op hun schermen wel hetzelfde als wat deze verstotenen zien?
Paulus de Boskabouter
Silo is niet zozeer speculatief waar het futuristische vindingen aangaat, maar door de bloedspannende wat-als-scenario’s die de verhaallijn presenteert. Heel erg vergelijkbaar met Severance overigens, maar dan niet op psychologisch, maar op sociaal gebied. Door het hoofd van de IT-afdeling aan de trias politica toe te voegen, en de mogelijkheid dat de hoofden van de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht hun eigen opvolgers (‘schaduw’) mogen kiezen, ontstaat een speelveld om te ontdekken wat er gebeurt als de machten elkaar niet controleren en in evenwicht houden.
De IT-afdeling staat misschien voor kennis, en misschien voor informatie, en dus ook voor desinformatie. Tim Robbins als hoofd Bernard speelt zijn rol als een vriendelijke Paulus de Boskabouter, een oudere leraar, een vaderfiguur van wie het nog maar te bezien valt of hij is te vertrouwen.
Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat er in de voortijd sprake is geweest van een technologische wipe-out, heeft het iets verontrustend en geruststellend dat de mensen die echt iets kunnen, weten te overleven. En hoe strijdig dat is met de in een ‘Pact’ neergeslagen wens van de stichters om het verleden, en daarmee de kennis en ervaring, uit te wissen. Kennis is niet alleen macht, het is ook de grootst mogelijke vorm van verzet, lijkt Silo te leren.
Een stoel die door de studio vliegt, een man die een paard op de mond zoent, zussen die met dezelfde man seks hebben gehad en ter plekke op de vuist gaan: het waren in de jaren negentig beelden die je dwongen om je vinger van de zapknop te halen. Even stoppen, even kijken naar die krullenbol met de ronde glazen, die met opgeheven kin zijn oordeel kwam vellen over zijn gasten (of waren het slachtoffers?). Misschien blèrde je zelfs mee met het publiek: „Jerry! Jerry! Jerry!”
De kreet was gekunsteld en vooraf verzonnen, blijkt uit de tweedelige Netflix-documentaire Jerry Springer: Fights, Camera, Action. Jerry Springer, een onopvallende verschijning, moest een zweem van beroemdheid meekrijgen, vond producent Richard Dominick. Dus kreeg het publiek elke aflevering het bevel om mee te schreeuwen – totdat de kreet zo verankerd was in de geesten van de kijkers thuis dat het vanzelf gebeurde. Het was waarschijnlijk de meest onschuldige manipulatie die de makers van The Jerry Springer Show inzetten om hun doel te bereiken: een talkshow die beter bekeken werd dan die van Oprah Winfrey.
De overleden Springer – vóór zijn tijd als talkshowhost ook advocaat, journalist, en burgemeester van de stad Cincinnati – kan zijn zegje niet meer doen. In hoeverre stond hij achter zijn eigen programmering? We zullen het nooit weten. Maar de producenten die hem naar de absolute top van de kijkcijferlijsten catapulteerden zijn er nog wel.
Sommigen schamen zich – één producent kreeg een zenuwinzinking, pakte zijn boeltje en verdween wekenlang. Opvallend veel van de ex-medewerkers die regisseur Luke Sewell spreekt, kijken echter met trots terug op hun werk. Gewetensbezwaar? Dat zat je bij Jerry alleen maar in de weg.
Hoe meer drama hoe beter
De documentaire vliegt razendsnel door het prille begin van de show, in eerste instantie een tam regionaal interviewprogramma. Toen het een landelijk programma werd, kon de vlakke, schijnbaar integere Springer qua kijkcijfers niet opboksen tegen de talkshowgoden. Richard Dominick, toen bekend om zijn aangedikte koppen voor roddelbladen (‘Man met twee hoofden zingt in stereo’), werd ingevlogen om de boel te redden. Een goede aflevering van de Jerry Springer Show moest óók interessant zijn met het geluid uit, stelde hij. Hoe meer drama, hoe beter.
Jachtgebied: de zogenoemde ‘Springer Driehoek’, het zeer arme gebied tussen de staten Tennessee, Georgia en Ohio. Jachtmethode: een telefoonlijn die lokale burgers konden gebruiken om over hun problemen te bellen. ‘Jerry’, dachten de bellers, zou vast hun problemen kunnen oplossen. Dominick en zijn team lieten ze graag in de waan. Met limousines en gratis alcohol werd de prooi naar binnen gelokt. Om daar met psychologische trucjes vakkundig te worden afgeschoten.
Dat een realityshow zijn argeloze gasten over de rand probeert te jagen, is geen nieuws meer. Zeker niet voor een show uit die periode. Toch zijn de verhalen nog altijd ontluisterend. Gasten werden aangespoord dronken te worden, vervolgens om vijf uur uit bed gewipt, en de huid volgescholden door producenten tot ze opgefokt het podium op stormden. Entertainment gegarandeerd.
Goud voor de producenten, een drama voor deelnemers. Toen een jaloerse, woedende gast zijn ex vermoordde, net nadat zijn aflevering op televisie is geweest, vertrok Jerry Springer ineens naar Jamaica. Toeval? „Nou ja, we hebben uiteindelijk geen dagvaarding van de politie ontvangen”, mompelt ex-producent Toby Yoshimura, de man die later een zenuwinzinking zou krijgen.
Hoeveel druk mag je op mensen zetten in de naam van entertainment? Wat is er geoorloofd voor hoge kijkcijfers? Het antwoord van Richard Dominick is glashelder. Minder duidelijk wordt de impact van de Jerry Springer Show op de vele gasten wier levens misbruikt werden voor ‘goede televisie’. Alleen de zoon van moordslachtoffer Nancy Campbell-Panitz mag, met vochtige ogen, de diepte in over de nasleep. „Ik ben het hele midden van mijn leven verloren aan deze situatie”, zegt hij. „Ik vertrouw mensen niet meer.”
Veertig minuten televisie die twintig jaar van een mensenleven verpulveren: dat is de nalatenschap van Jerry Springer.
Uiteindelijk was het best een normale dag. Er was wat gaande in Amerika, dat wisten we wel. Maar die hele fanfare doen ze daar elke vier jaar, en de man die deze keer de hoofdrol speelde had het al een keertje eerder gedaan. Toen vonden we dat nog best zorgelijk. Nu niet echt meer. Nu snapten we beter in wat voor context je al zijn grootse uitspraken moest plaatsen. Daarbij: de vorige termijn hadden we toch ook overleefd?
Dat leek maandag zo’n beetje de teneur op tv rond Donald Trumps inauguratie. De NOS-livestream zag ruimte voor een bespreking van Melania’s hoedje (die wierp een schaduw over haar halve gezicht: symbolisch?), en bij Eva (AvroTros) kwam Jort Kelder weer de stem der radicale redelijkheid vertolken. Hij had alvast naar de samenstelling van Trumps kabinet gekeken. „Je leest: allemaal idioten, extremisten… valt ook wel mee”, suste hij alwetend. „Er zitten ook een paar heule slimme jongens in. Ook een zwarte meneer. Ook een gay minister van Financiën. Ook een vrouwelijke stafchef.” Wat een weldaad. Dan maakt het in één keer niet meer uit wie je zoal wil uitzetten of bij de pussy wil grabben. Praise be!
Dat kalme, best gewone verloop van de inauguratie kwam heel gelegen, want tot mijn schaamte bleek ik een dag eerder twee gevierde tv-formats door elkaar te hebben gehaald: waar ik eerder zei naar The Floor te hebben gekeken, bedoelde ik The Jump. En nu er maandag toch niks bijzonders gebeurde, had ik mooi tijd voor een uitgebreidere blik op beide programma’s. Ter compensatie. Hierbij mijn conclusies:
Zowel The Floor als The Jump is een RTL-kennisquiz waarin de vloer een cruciale rol speelt – maar wel om verschillende redenen. Deelnemers aan The Floor kiezen een luikje op de vloer waarvan zij denken dat er een feitje op staat dat klopt. Als de stelling klopt blijft het luikje dicht, maar klopt-ie niet, dan opent het luikje onder de voeten van de deelnemer, die in een onheilspellende mist verdwijnt en tot onbekende dieptes door de vloer valt om niet terug te keren. Zo viel zondag een vrouw door dwars door de stelling: „Een etmaal duurt in totaal twaalf uur.” „Dat was niet goed”, besloot presentator Marieke Elsinga onverbiddelijk, terwijl de teamgenoten van de door de vloer opgeslokte vrouw zwetend toekeken.
Bij The Floor staan de deelnemers intussen ieder op een zelfgekozen kenniscategorie. De een weet alles over topo, de ander over broodbeleg. Doel is om zo veel mogelijk categorieën en dus een zo groot mogelijk deel van de vloer te veroveren in kennisduels. Het gebrek aan The Jump-achtige sensatie wordt gecompenseerd door uitstekende vooraf opgenomen oneliners. De broodbelegkandidaat zegt bijvoorbeeld: „Ik noem mezelf een Bossche bol: ik ben rond, ongezond, maar wel lekker.” Ook geeft het ongekend veel voldoening om te kijken naar een spelronde die ‘Hoe heet dit gerecht?’ heet, heel groot een hamburger in je scherm te zien verschijnen en dan een man zeer ernstig „hamburger” te horen zeggen.
Musk
Na die verdere verdieping in vloergerelateerde spelshows zag ik het staartje van Bar Laat (BNNVARA). Sophie Hilbrand toonde een viraal filmpje: Elon Musk (rijkste man ter wereld, baas van X en Trumps nieuwe minister van Overheidsefficiëntie) stak na een speech zijn rechterarm gestrekt in de lucht, wijzend in de richting van het jaar 1940. „Wat zien we hier nou weer?”, vroeg Hilbrand aan Amerikanist Kenneth Manusama. „Het doet wat vrezen als een witte Zuid-Afrikaan zo doet”, zei hij. „Maar goed – laten we er niet al te veel conclusies aan verbinden. Het is een ondoordachte beweging.”
Die ondoordachte beweging maakte Musk maandag twee keer op een rij. Zelf was ik wel geneigd daar een conclusie aan te verbinden. Die conclusie was, in één woord: ‘Hitlergroet’. Maar blijkbaar was het geen dag voor conclusies. We hadden nog vier jaar aan normale dagen te gaan.
Even leek het erop dat 170 miljoen Amerikanen hun favoriete videoapp zouden moeten missen. TikTok ging op zondag even op zwart, om vervolgens “na beloften door President Donald Trump” weer uit de as te herrijzen. Volgens de Amerikaanse wet moet het platform van het Chinese bedrijf Bytedance verkocht worden aan een partij in de Verenigde Staten, om zo de staatsveiligheid te waarborgen. Wordt dat uitgesteld of afgesteld?
In de aanloop naar het ‘TikTok-verbod’ reageerden veel Amerikanen laconiek, zelfs rebels. Demonstratief ‘vluchtten’ zo’n miljoen Amerikanen afgelopen week naar de Chinese app RedNote – liever de Chinezen dan onze eigen overheid, was de teneur. Dat past perfect in het huidige online tijdsbeeld, waarbij al dan niet substantiële volksverhuizingen op de sociale media aan de orde van de dag zijn. Vaak om een statement te maken, bijvoorbeeld in de nasleep van de aankoop van X (née Twitter) door Elon Musk, of de recente aankondiging dat de moderatie van kwetsende teksten op Instagram wordt teruggeschroefd.
Tot nog toe slaagde geen enkel ‘alternatief’ sociale medium erin om concurrerend te worden. Wat zijn de alternatieven?
Sociale media-gebruikers zijn op zoek naar alternatieven voor de grote platforms. Foto Dieuwertje Bravenboer
De grote alternatieven
Waarom lukt het maar niet om de omvang van een Instagram of TikTok te bereiken? De belangrijkste verklaring is het netwerkeffect: waar kan je heen als al je vrienden op je oorspronkelijke app blijven? Waar vind je een soortgelijk publiek? De grote bedrijven spelen daarop in door functies van elkaar over te nemen. Zo kopieerde Instagram ‘Stories’ van Snapchat. Zo hopen ze gebruikers gevangen te houden in het eigen ecosysteem.
Instagram Threads (Meta)
Instagram lanceerde Threads kort na de aankoop van X door Elon Musk. De app biedt vrijwel hetzelfde als X: je deelt korte berichten van maximaal vijfhonderd karakters. Veel X-gebruikers vertrokken de afgelopen twee jaar naar Threads, onder andere om het betere moderatiebeleid. Al maakt Zuckerberg daar nu mogelijk een einde aan.
Verder is Threads direct verbonden met Instagram, wat de app snel veel gebruikers opleverde: inmiddels staat de teller op 300 miljoen maandelijkse gebruikers, ongeveer de helft van die van X. Maar dat is mogelijk een vertekend beeld, juist omdat het zo gemakkelijk is om via Instagram een Threads-account aan te maken. Het aantal dagelijkse gebruikers is lager: 100 versus 250 miljoen op X.
YouTube Shorts (Google)
Sinds de komst van TikTok zetten veel sociale media-apps ook in op korte filmpjes. Zowel Shorts van YouTube als Reels van Instagram zijn succesvol, met elk zo’n 2 miljard kijkers per maand. Shorts kent geen eigen app, maar is ingebed in YouTube zelf. Vaak gebruiken YouTubers de korte filmpjes om kijkers naar hun langere video’s te lokken. Het algoritme werkt anders dan ‘gewoon’ YouTube: Shorts schotelt je een eindeloze stroom filmpjes voor, je kan blijven scrollen.
Telegram en andere berichten-apps
De meeste berichtenapps (Snapchat, WhatsApp, Signal, Viber) spelen ook leentjebuur bij de grote sociale mediaplatformen. De Stories-functie, waarop je tijdelijk foto’s en video’s kan delen met je volgers, zit in vrijwel elke berichtenapp. Ook bieden apps als Snapchat, Telegram en WhatsApp de mogelijkheid om berichten in groepen te delen. De veiligheid van deze apps varieert: zo gebruikt Telegram niet standaard versleuteling voor je berichten, terwijl Signal bekend staat om zijn strikte privacyinstellingen. Als sociaal medium zijn ze niet ideaal: het is lastig om nieuwe content te vinden, er is geen algoritme.
RedNote (Xiaohongshu)
Lang onbekend in het westen, maar het Chinese Xiaohongshu (RedNote of ‘Het rode boekje’) is in de Verenigde Staten in opmars sinds het TikTok-verbod. De app lijkt op Instagram, met een stroom filmpjes en afbeeldingen waar je doorheen kan swipen. Hoewel het platform voornamelijk is gericht op Chinese gebruikers, kun je de app ook in het Engels gebruiken. Wel moeten de 300 miljoen maandelijkse gebruikers van het platform zich aan de Chinese censuurregels houden. De vraag is of de cultuurbarrière westerse gebruikers teveel wordt.
Foto Dieuwertje Bravenboer
De kleine alternatieven
Voor gebruikers die de grote sociale mediabedrijven willen mijden, is het lastig een goede uitwijkmogelijkheid te vinden. De afgelopen jaren rezen nieuwe sociale media-apps als paddenstoelen uit de grond. Het zijn doorgaans bedrijven met sterke principes – maar betrekkelijk weinig gebruikers.
BlueSky (BlueSky)
BlueSky werd mede-opgezet door Twitter-bedenker Jack Dorsey en was bedoeld als alternatieve vorm van Twitter die gebruikers meer macht zou geven. BlueSky (25 miljoen gebruikers) oogt dan ook erg als Twitter en is vrijwel hetzelfde in het gebruik. Dorsey is inmiddels vertrokken na onenigheid over de koers. Het platform heeft de reputatie progressief te zijn in verhouding tot X en Threads. De groei lijkt af te nemen.
BeReal (Voodoo)
De Franse foto-app BeReal werd in 2020 gelanceerd als alternatief voor Instagram zonder visuele filters. Eens per dag vraagt de app je om een foto te maken – van zowel jezelf als je omgeving. Die deel je vervolgens met je vrienden. BeReal leefde op in 2022, maar zakte daarna in, vermoedelijk om de wat beperkte gimmick. BeReal telt 23 miljoen maandelijkse gebruikers.
Pixelfed (Daniel Supernault)
Instagram-alternatief Pixelfed is een ‘decentraal sociale medium’: iedereen kan zelf een onafhankelijke Pixelfed-server aanmaken of zich aansluiten bij een server naar keuze. Op de eigen server kun je zelf de regels bepalen. De grootste, Pixelfed.social, heeft 200.000 gebruikers. De decentrale constructie maakt Pixelfed voor een nieuwkomer lastig te doorgronden.
Mastodon (Mastodon)
Mastodon is een X-alternatief dat net als Pixelfed decentraal is opgezet. Ook hier geldt dat iedereen zijn eigen Mastodon-server kan opzetten, die naar wens verbonden kan worden aan andere servers – waaronder ook die van Pixelfed. Het nadeel is hetzelfde: voor een gemiddelde internetburger is het lastig te begrijpen.
Tumblr (Automattic/ WordPress)
Bloggingplatform Tumblr is een stuk ouder dan de meeste apps op deze lijst. In 2013 zat Tumblr op zijn hoogtepunt, inmiddels is het minder relevant. Toch blijft de site verrassend actief, met nog steeds zo’n 191 miljoen maandelijkse bezoekers, aldus marktonderzoeker DemandSage. Tumblr is een alles-in-één app: je kan er foto’s, teksten en video’s delen, en de site staat bekend om zijn hechte gemeenschappen rond series, films en identiteit.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Anders sociaal
De invloed van sociale media als Instagram is inmiddels zo groot dat ze de basis van het internet lijken te vormen. De spuit van het algoritme gaat aan, het publiek deint mee. Toch zijn platformen met kleinere, meer afgesloten online gemeenschappen in opkomst. Het zijn plekken waar gelijkgestemde gebruikers spreken over gedeelde interesses, zonder dat meteen het hele internet meedoet.
Discord (Discord)
Chatapp Discord werd ontwikkeld om gamers te helpen om met elkaar te coördineren tijdens het gamen. Inmiddels gebruiken 196 miljoen mensen maandelijks Discord, verdeeld over 28.000 servers rond een diverse waaier aan thema’s. Ze worden beheerd door gebruikers en bestaan uit tekst-, video- en audiochatkanalen. Het is gebruiksvriendelijker dan Mastodon. Zo is het gemakkelijk om tussen servers te schakelen via de app.
Reddit (Advance/ Tencent)
Ook Reddit bestaat al bijzonder lang: de site werd in 2005 opgezet voor brede discussies. Inmiddels is het uitgegroeid tot één van de meestbezochte sites op internet, met 500 miljoen maandelijkse bezoekers en 3 miljoen subpagina’s over alles, van politiek tot obscure sciencefictionseries. Ideaal als discussieplatform, maar voor de nieuwkomer oogt het gedesorganiseerd.
Substack en Medium (Substack, Medium)
De ouderwetse blog is al een tijd weer in opkomst. Zowel Substack (35 miljoen abonnees) als Medium (100 miljoen maandelijkse gebruikers) geven ruimte aan auteurs om lange lappen tekst te schrijven en die via mail en site naar de gebruikers te krijgen. Meestal zijn er mogelijkheden voor reageren en discussiëren waardoor levendige gemeenschappen kunnen ontstaan. Toch zijn dit vooral zendplatforms.
Twitch (Amazon)
Twitch is een livestreamingplatform, van origine gericht op gamers. Inmiddels zijn ook praatstreams erg in trek, waarin influencers kletsen over politiek en het dagelijks leven. Bij elke stream hoort een chatbox. Twitch groeit nog altijd, met zo’n 140 miljoen maandelijkse gebruikers, waarvan 30 miljoen in Europa. Een fijn platform voor wie op een druilerige middag wil luisteren naar een bekende stem, en eventueel wil meekletsen.
Ik denk dat niemand Rick Nieman heeft uitgelegd dat hij WNL op Zondag presenteert. Iemand is een experiment à la The Truman Show met hem aangegaan, waarbij die arme man elke zondag gewoon een fijn onderonsje met VVD-vrienden denkt te hebben, terwijl heimelijk de camera’s draaien. Ja: dat is wat ik denk.
Vergezocht? Misschien. Maar ik weiger te geloven dat iemand die zich ervan bewust is dat hij politici en invloedrijke zakenmensen interviewt, zich zo zeldzaam onderdanig opstelt als Rick Nieman. Zondag vormde in dat opzicht een nieuw dieptepunt. Onder meer minister van Financiën Eelco Heinen en Tata Steel-ceo Hans van den Berg waren te gast in de studio. Met die eerste keek Nieman naar een korte compilatie van klachten van andere regeringspartijen, die meenden dat de VVD-minister de hand te veel op de knip houdt, of zelfs het land kapot dreigt te bezuinigen.
„Even voor de goede orde”, zei Nieman, plaatsvervangend verontwaardigd: „Dit zijn uw coalitiegenoten, hè!” „Ja! En ik zou zeggen: je kan me ook bellen”, zei Heinen. „Kijken we hier dan naar politiek, met andere woorden? Een beetje campagne-achtige politiek?”, vroeg Nieman. „Dat iedereen via de media z’n boodschap verspreidt, terwijl u zegt: we zouden ook gewoon koffie kunnen drinken, dan komen we er misschien wel uit?” Een antwoord was haast niet meer nodig.
Hee, en die Omtzigt – die beweerde nu dus dat er jaarlijks geld overbleef. Klopte dat? Nee, dat lag genuanceerder. Prima. Volgende vraag: „Omtzigt liep weg van de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord een tijdje terug, omdat hij vond dat er niet genoeg op de overheidsbezuiningen werd gelet… ik zie al een klein glimlachje om uw mond”, zei Nieman, die zelf meegrijnsde. „En nu zegt hij ineens: ‘We houden heel veel geld over’! Naar welke Omtzigt moeten we nou luisteren, denkt u?” Tsjah, dat vond Heinen ook wel een beetje dubbel. Hij probeerde nu in ieder geval „de rust te bewaren”. Even later kopte de site van WNL: „Minister van Financiën Eelco Heinen: ‘Kapot bezuinigen wil niemand”. Vo!
Waar het kabinet wel op wil bezuinigen, is de overheid, vervolgde Nieman. Dat gaf hem mooi de gelegenheid om een filmpje te laten zien dat de Argentijnse president Javier Milei (die van de kettingzaag) opnam in zijn verkiezingscampagne. Daarin rukt hij woest briefjes van een prikbord. Op ieder briefje staat een ministerie dat hij wil opheffen. Het ministerie van Cultuur? „Weg!” Milieu? „Weg!” Onderwijs? „Indoctrinatie! Weg ermee!” „Ohh!”, deed Nieman. „Droomt u daar ook wel eens van, om voor zo’n bord te staan en te zeggen: daar kunnen we best zonder, al die gekkigheid?” Nou, vond Heinen, die Argentijnse overheid was ook veel te groot geweest, dus de kettingzaagpresident had best een punt. „En het gaat redelijk goed”, zei Nieman. Hoewel – „Er komen ook een hoop mensen in armoede terecht in Argentinië, wat natuurlijk helemaal niet de bedoeling is.” Maar goed: wie zou Heinen allemaal willen wegbezuinigen?
Om het nare gevoel weg te spoelen keek ik ’s avonds naar The Floor (RTL), een spelshow waarin deelnemers moeten bepalen welke stelling correct is. De stellingen staan geschreven op vakjes in de vloer. Springen ze in het verkeerde vakje, dan zakken ze door de vloer. Maar zelfs de gilletjes van vallende kandidaten boden weinig afleiding meer. Mijn gedachtes dwaalden telkens weer af naar Rick Nieman en zijn interview met de Tata Steel-ceo. Dat gesprek was hij als volgt begonnen: „We gaan het zo over alle maatschappelijke kritiek hebben, maar… het lijkt me zo cóól om door die fabriek te lopen en dat smeltende, kolkende staal te zien!”
Vertel Nieman maar niet dat de camera’s al die tijd draaiden. Als ik hem was, liet ik spontaan een luikje onder me opengaan. Door de vloer gezakt van schaamte.