Schrijfster Sana Valiulina (Estland, 1964) is zondag de tweede Zomergast. Jelle Brandt Corstius interviewt Valiulina over haar favoriete televisieavond. Zij prijkt met haar romans Kinderen van Brezjnev (2014) en De boekhouder en de overste (2022) op de must-read lijstjes om Rusland en de oorlog in Oekraïne beter te begrijpen. Valiulina groeit op in Tallinn, de hoofdstad van Estland, waar ze thuis in eerste instantie Ests en Tataars spreekt. Maar omdat Russisch de voertaal is op school in de Sovjet-Unie, maakt ze zich al snel ook die taal eigen. Op haar zeventiende gaat ze naar Moskou om daar Noorse taal- en letterkunde te gaan studeren. Nog voor de val van de Muur vertrekt ze in 1989 voor de liefde naar Nederland, naar Amsterdam. Hier werkt ze als vertaler en geeft ze Russische les, maar ze begint ook met schrijven in het Nederlands.
André Waardenburg
Slimme en complexe topserie
De Oscarwinnende actrice Natalie Portman (Black Swan) speelt voor het eerst in een tv-serie. In de ambitieuze misdaadthrillerLady in the Lake speelt ze een huisvrouw die in de jaren zestig, na de vermissing van een jong meisje, besluit om onderzoeksjournalist te worden. Daarnaast speelt de dood van de barvrouw Cleo Sherwood (Moses Ingram) een grote rol in het verhaal. Het complexe en gelaagde personage van Portman is een van de beste rollen van haar carrière. Maar hoe goed, leep en geslepen ze ook is, Moses Ingram, bekend van uit Obi-Wan Kenobi, steelt pas echt de show. Dit is slimme televisie op z’n best. Gebaseerd op het boek van Laura Lippman. Debuterend showrunner Alma Har’el kreeg van Lippman toestemming het boek naar haar hand te zetten.
Dana Linssen
Gelaagd literair scifi-epos
Een besmettelijke ziekte vreet zich een weg door de mensheid. Tóch willen middelbare scholieren hun eindexamenfeest houden, met tragische gevolgen. Ja: 1000xRESIST is aan het begin van de coronapandemie bedacht. Maar deze verhalende game van de hand van Aziatisch-Canadese theater-, muziek- en filmmakers gaat over veel meer. In de verre toekomst blikken de ondergedoken klonen van het enige meisje dat overleefde terug op haar leven. Allemaal lijken ze op haar, allemaal zijn ze toch net iets anders. Als kloon Watcher proberen we zingeving te vinden in herinneringen aan de zware jeugd van deze oermoeder, dromend over een veilige toekomst. Maker Sunset Visitor weeft een fascinerend literair tapijt vol intergenerationeel trauma, migrantenervaringen, politiek en identiteitskwesties.
Len Maessen
RadiOlympia
De omroepen slaan de handen ineen voor een totaalprogramma over de Olympische Spelen 2024. Live radio vanuit Parijs met sportverslagen, nieuws, interviews en updates over de Spelen.
Daartussendoor uiteraard ook al het reguliere nieuws uit binnen- en buitenland. Als er even niets te verslaan is vanuit Parijs hoor je de RadiOlympiatoer door Nederland. Presentatoren Jo van Egmond (PowNed, Thomas van Groningen (WNL) en Hans van der Steeg (EO) verdiepen zich samen met topsporters, coaches, oud-Olympiërs en aanstormend talent elke dag in een andere Olympische sport. Handboogschieten staat bijvoorbeeld centraal in Horst, windfoilen op Almere Strand, boksen in Breda en breaking, dat is breakdance, in Den Haag. Amateursporters en luisteraars zullen worden aangemoedigd om mee te sporten en alle prangende vragen omtrent de sport van de dag kunnen aan kenners worden gesteld. Presentatie in Parijs wordt o.a. verzorgd door Jurgen van den Berg, Ghislaine Plag, Fleur Wallenburg en Eline de Zeeuw.
Vincent Bijlo
Lees ook
Op zoek naar iets anders? Kijk hier voor alle cultuurtips
‘Mijn team bestaat omdat gamers tegen ons zeiden: ik voel me niet gezien in jullie games.” Amanda Hawthorne van Electronic Arts klinkt rustig via de videoverbinding. Ze kiest haar woorden voorzichtig – zoals je eigenlijk wel verwacht van het hoofd ‘Inclusieve Taal’ van een van de grote gamegiganten.
De verantwoordelijkheid voor inclusieve taalkeuzes was lang verspreid door het bedrijf, zonder echte ‘eigenaar’, zoals bij de meeste gamemakers. Mensen deden het er een beetje bij. Maar in een tijd waarin de doelgroep van games zo breed is geworden, gaat dat eigenlijk niet meer; er is te véél om aan te denken. Het moet gestructeerder.
Diversity, equity and inclusion (diversiteit, evenredigheid en inclusie) zijn belangrijke termen geworden in de game-industrie – maar óók controversiële. Waar in de jaren negentig nog aan een soort ‘standaardgamer’ – jong, man, Westers – werd gedacht, is de doelgroep ‘gamers’ nu zowat ‘de wereldbevolking’. Marktonderzoekers als Newzoo schatten de totale gamemarkt – niet alleen de honderden miljoenen ‘core gamers’ die grote actiespellen spelen, maar ook bijvoorbeeld gamers op smartphone – inmiddels op 2 tot 3 miljard mensen wereldwijd. Ongeveer de helft van alle gamers is vrouw; de gemiddelde leeftijd van de gamer ligt al meer dan tien jaar boven de dertig. Dat vereist andere gameverhalen en andere gamepersonages.
En dát krijgt weer weerwoord: sommige van de oude ‘standaardgamers’ vinden dat er te veel verandert, en dat dat de kwaliteit van de games niet ten goede komt. Ze geloven dat consultancybureaus gamemakers zouden dwingen om zwarte en/of vrouwelijke personages in hun games op te nemen en pridevlaggen in hun werelden op te hangen.
Zitten consultancybureaus echt achter de toenemende diversiteit in gameverhalen? Dat is niet aannemelijk. Wie de industrie volgt, weet dat de grote gamemakers al jaren geleden deze weg insloegen, met de totstandkoming van posities als die van Hawthorne als gevolg. Zeker haar werkgever, Electronic Arts, profileerde zich al vroeg met diverse games, met naast schiet- en sportspellen ook gameseries als The Sims (2000) en Dragon Age (2009), die zich richten op relatief brede doelgroepen en geliefd zijn onder vrouwen en queer personen. Meer diversiteit past bij EAs strategie.
Niet meer opgeplakt
„Bij gameverhalen dacht de industrie vroeger niet na over inclusiviteit, over gender, over de verscheidenheid aan leeftijden en achtergronden en beperkingen van de mensen die onze games spelen”, zegt Hawthorne. Gebeurde het wel, dan kwam de gedachte vaak te laat, waardoor diversiteit ‘er op geplakt’ voelde.
Die tijd is voorbij, zegt producer Ben Walke, die voor Electronic Arts werkte aan de futuristische schietgame Battlefront 2042. „Als we pas aan het einde van de ontwikkelingsfase gaan nadenken over diversiteit, dan hebben we nauwelijks meer tijd om betekenisvolle aanpassingen te maken.”
Zo hadden we de tijd om te onderzoeken hoe zo’n prothese er in een sciencefictionwereld uit zou zien
Eerst vormt zijn team „een helder beeld van wie een gamepersonage is”. Neem Rasheed Zain, een personage dat hij hielp ontwikkelen als deel van een update voor Battlefield. Bij het ontwerpen van zo’n personage wordt er breed nagedacht: wat wordt er tegelijkertijd uitgebracht, zoals bijvoorbeeld een nieuw gebied voor de game? Kan het personage daarbij aansluiten? Wat ontbreekt er nog in het spel? Battlefield 2024 heeft vier soorten gevechtsstijlen – je moet niet te veel personages in één stijl hebben. Maar ook de achtergronden moeten gevarieerd blijven: Battlefield had al personages uit Mexico, Rusland, Zuid-Korea en verschillende Europese landen.
„Met Zain wilden we een positief Arabisch personage neerzetten, dat vanwege zijn beenprotheses nog een extra dimensie van inclusiviteit met zich meebracht”, zegt Walke. Al in een vroeg stadium werd besloten dat Zain die beenprothese zou krijgen – zo „hadden we de tijd om te onderzoeken hoe zo’n prothese er in een sciencefictionwereld uit zou zien”.
Ondertussen houdt het team van Walke contact met mensen als Amanda Hawthorne. Zij moet ervoor zorgen dat zo’n personage in 45 talen wordt vertaald. „Engels inclusief maken is één ding. Daar hebben we bijvoorbeeld voornaamwoorden voor non-binaire personen. Maar hoe ga je om met een taal waarin je dat niet hebt?” zegt Hawthorne. Inmiddels heeft haar team zo’n 31 naslagwerken in verschillende talen opgesteld. Het gaat niet alleen om adviezen over genderkwesties, maar ook „frases die misschien racistisch kunnen overkomen, of als leeftijds- of godsdienstdiscriminatie”. Vertaal je een game van het Engels in het Spaans, dan wil je niet per ongeluk een Spaans spreekwoord gebruiken dat als discriminerend wordt ervaren.
Games voor iedereen
Voor grote organisaties als EA heeft zo’n intern team zin: je kunt over een grote groep verschillende games verschillende diversiteitsproblemen oplossen. Voor kleinere gamemakers ligt het lastiger. Een puzzelgame met slechts één personage hoeft misschien niks te doen met voornaamwoorden, maar die moet wél speelbaar zijn voor iemand met een beperking.
Bij Microsoft is er daarom een hoofd ‘Games voor Iedereen’, Katy Jo Wright, die interne en externe gamebedrijven helpt om games voor de Xbox-spelcomputers inclusiever te maken. Wright kampt zelf met de ziekte van Lyme en heeft daarom vaker last van een energietekort. „Ik vind het belangrijk om daar open over te zijn, om mensen toestemming te geven om niet elke dag 100 procent te hoeven geven”, zei ze daarover in een artikel van Microsoft. „Dat is het menselijke element: we worstelen allemaal wel met iets.” Daar moet meer begrip voor komen, vindt ze – ook in games.
Wat dat níet betekent, is studio’s dwingen om zaken mee te nemen die niet bij een game passen. „Elk gameproject heeft iets anders nodig”, zegt Wright in een videogesprek. Ze somt even later een paar belangrijke vragen op: „Je vraagt eerst: welke ervaring wil je neerzetten met je game? Niet alles is voor iedereen, en dat moet je ook niet willen. Maar als eenmaal vast staat wat die ervaring is, dan kun je vragen: heeft een game genoeg opties die ook toegankelijk zijn voor mensen met een beperking? Kunnen ze die ook gemakkelijk vinden? Voelt die game überhaupt relevant voor ze? We zijn een Amerikaans bedrijf, maar er zijn drie miljard gamers op aarde, lang niet allemaal Amerikanen.”
‘Niets over ons zonder ons’
Xbox was de eerste grote spelcomputerfabrikant die een speciale gamecontroller verkocht voor mensen die bijvoorbeeld hun handen of voeten niet goed kunnen gebruiken. Het motto van het ontwerpteam, zegt Wright, was ‘niets over ons zonder ons’. Mensen met een beperking werden betrokken bij de ontwikkeling van het apparaat, wat een controller opleverde die op veel verschillende manieren te gebruiken is. Naderhand richtte Wrights team een platform op waarop externe gamemakers worden gekoppeld aan ervaringsdeskundigen. Ook liggen er uitgebreide handleidingen.
Aan de softwarekant is Sony (PlayStation) dé grote concurrent. Hun game The Last of Us Part II (2020) was een mijlpaal voor de industrie. Slim gebruik van geluid en andere trucjes zorgden ervoor dat ook blinde gamers het actiespel konden uitspelen. Het was één van de eerste grote games die opende met een lijst instellingen waarin je kon aangeven wat voor hulp je nodig had – lange tijd moesten gamers met een beperking zich eerst door voorfilmpjes en gamemenu’s worstelen. Zeker voor blinden en slechtzienden was dat lastig.
De aanpak van The Last of Us is snel normaal geworden, ook bij de concurrentie. Zelf wordt Katy Jo Wright vaak verrast, zegt ze. Enthousiast noemt ze de game The Vale: Shadow of the Crown van de kleine gamemaker Falling Squirrel. „Daarin is de hoofdpersoon blind. Ik zei: wow, dus er zijn nul beelden? Nul, zei de maker. Het is alleen maar audio.” Als ziende speler zie je alleen stofjes door een zwart beeld dwarrelen. Met het pookje van je controller kun je echter wel rondlopen. Zo hoor je bijvoorbeeld de wieken van een molen bewegen; hoe dichter je bij de molen komt, hoe harder het geluid klinkt.
Wright „zag een kans om empathie te ontwikkelen bij spelers die normaal zouden denken: hoe kun je nu gamen als je blind bent?”, zegt ze. „Nou, Falling Squirrel bewees dat als je maar scherp nadenkt over je audiogebruik, dat je zomaar een fascinerende game kunt neerzetten die je laat merken hoe het is om blind te zijn.”
Lees ook
‘Kijk meer vanuit data naar diversiteit en inclusie in tech’
Het tempo blijft laag, in vijf langgerekte afleveringen. We horen zelfs een museumvoorlichter die de makers verzoekt hun vraag nog even op de email te zetten. En toch. Uiteindelijk weten de makers de gevierde ‘meestervervalser’ wel effectief te ontmaskeren.
Natuurlijk, iedereen kon bedenken dat de kwalificatie ‘meestervervalser’ nergens op slaat. Is hij een ‘meester’ dan kent niemand zijn naam en hangen er vervalsingen in toonaangevende musea. Geert Jan Jansen is bekend en van hem hangen geen schilderijen in musea. Toch kan hij al decennialang op kritiekloze pers rekenen, onder anderen van amusementsjournalisten als Ivo Niehe, Matthijs van Nieuwskerk en Rik Felderhof. De laatste is opvallend eerlijk over zijn kritiekloze houding: het publiek wil een lekker verhaal, waarheid is niet belangrijk.
En wat is waar? Dat Jansen niet eens vervalsingen maakt, werken in stijl van beroemde kunstenaars. Hij produceert kopieën, geschilderd in China. De journalist Bert Voskuil toonde dat al eens aan. Deze podcast weet het demasqué hopelijk verder te verspreiden.
Soms laat een podcast horen hoeveel mogelijkheden het medium eigenlijk biedt. Bijvoorbeeld met een sterke verpodcasting van een boek. In Oorlog in het paradijs doen Arco Gnocchi (bekend van de podcast Pak Schaal en Alle Geschiedenis Ooit) en historica Anne-Lot Hoek dit met haar boekDe strijd om Bali. Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950 uit 2021. Een jaar later kwamen zij met deze vier afleveringen. Die bieden een mix van gesprek, interview en voorgelezen tekst, plus opnames die Hoek maakte tijdens haar onderzoek op een paradijselijke eiland met een bloedige koloniale geschiedenis. Het werkt.
Op een gegeven moment zegt een van de twee vrouwelijke hoofdpersonages uit de soms bijna surrealistische misdaadserie Lady in the Lake tegen de ander: „Als jij mijn verhaal vertelt, dan zul jij uiteindelijk ook degene zijn die me heeft vermoord.”
De nieuwsgierigheid is geprikkeld, maar wat ze precies bedoelt, moet hier verder natuurlijk een beetje cryptisch blijven, want wie dat zegt en waarom wordt pas tegen het einde van de zevendelige serie duidelijk. Laten we zeggen dat Lady in the Lake in z’n door de film noir beïnvloedde voice-over geweldig gebruik maakt van het principe van de onbetrouwbare verteller.
Gelukkig is er nog veel meer te jubelen over het seriedebuut van Natalie Portman, die als de Joodse huisvrouw Maddie Schwartz in het Baltimore van 1966 haar gezin verlaat en carrière maakt als misdaadjournalist. Dat complexe en gelaagde personage is namelijk een van de beste rollen van haar carrière, een mix tussen Jackie (2016) en May December van vorig jaar. Maar hoe goed, leep en geslepen ze ook is, Moses Ingram, bekend van The Queen’s Gambit en uit de miniserie Obi-Wan Kenobi steelt pas echt de show. Haar ongrijpbare en dappere Cleo Johnson werkt overdag als levende etalagepop, is ’s avonds boekhouder voor een malafide gokbaas en tussendoor campagnemedewerker van Myrtle Summer die hoopt de eerste Afro-Amerikaanse senator van de staat te worden. Alles om haar kinderen een betere toekomst te geven.
De levens van de beide vrouwen kruisen elkaar in het echt slechts een keer, maar door de vernuftige parallelmontage van de serie worden ze alter ego’s, dubbelgangers en gesprekspartners van elkaar.
Mantelpakje
Het begint allemaal als Maddie tijdens een Halloweenparade te lang aan de kant van de weg blijft staan, en daardoor de laatste is die de 11-jarige Tessie Fine ziet voordat het meisje een winkel voor tropische vissen in glipt en haar noodlot tegemoet gaat. Als ze opkijkt, ziet ze dat het klapstuk dat ze net bij de slager heeft gehaald een bloedvlek op haar gele mantelpakje heeft gemaakt. Als dat geen voorteken is.
Maar dan ontdekt ze in de etalage van een warenhuis een vergelijkbaar geel ensemble op het lichaam van Cleo die daar als levende paspop werkzaam is. Ze loopt de winkel in. Koopt de outfit, verwisselt haar kleren, heeft een flashback van ander bloed op gele stof: haar gewelddadige ontmaagding op de bank bij een man die duidelijk ouder is dan zij. En zo loop alles door elkaar: haar herinneringen, de verdwijning van Tessie, bloed op geel textiel. Maar al die tijd ziet ze één ding niet: de vrouw die het gele pakje draagt waarin zij zich even later naar huis haast om het klapstuk in de oven te schuiven. Maddie heeft een hoop aan haar hoofd, maar ook het privilege om als een kip zonder kop rond te lopen.
Lady in the Lake is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Laura Lippman uit 2019 die zich weer door twee waargebeurde moordzaken uit de jaren zestig in Baltimore liet inspireren. Debuterend showrunner Alma Har’el is bekend van talloze innovatieve videoclips, onder andere voor de IJslandse postrockers van Sigur Ros en de Amerikaanse indierockband Beirut, en Shia LaBeoufs semi-autobiografische Honey Boy (2019). Ze kreeg van Lippman toestemming het boek naar haar hand te zetten. Dat resulteerde onder andere in een bewerking van het einde. Maar het gaf haar vooral de vrijheid om het whodunitverhaal om te toveren in een magisch-realistische cultuurgeschiedenis waarin duidelijk haar visueel inventieve handschrift zichtbaar is.
Lynchiaans
In de eerste twee afleveringen die sinds afgelopen week online staan, neemt Har’el alle ruimte om de belangrijkste hoofdpersonen en thema’s te introduceren. Tegelijkertijd kapselt ze de toeschouwer in een web van verhalen in, waarin dromen, bijgeloof en herinneringen het geheel een David Lynchiaanse touch geven. Maddie schildert ze als een zelfstandige vrouw die net iets té geëmancipeerd en seksueel actief is voor het Joodse milieu waar ze uit komt. Je moet natuurlijk meteen aan The Marvelous Mrs. Maisel (2017-2023) denken, maar Har’el is een tandje scherper. De obstakels die Maddie moet overwinnen om zelfstandig te kunnen zijn, zijn peanuts vergeleken met de pogingen van Cleo om een eigen leven op te bouwen. Ze lijken misschien op elkaar, gelijkwaardig zijn ze nog lang niet.
Een van de auteurs die meeschreef aan de scenario’s is Har’els partner en stand-upcomedian Byron Bowers, voor wie ze het personage Slappy Johnson bedacht, de echtgenoot van Cleo. Je voelt aan alles dat Har’el en Bowers, maar bijvoorbeeld ook Ingram die familie in Baltimore heeft, geleefde ervaring meebrengen. Ze ontrafelen de argwaan tussen de Joodse en de Afro-Amerikaanse gemeenschap met liefde en precisie. Na zeven afleveringen moet je wel concluderen dat het echte mysterie van de serie de zoektocht van beide vrouwen naar zichzelf is.
Lady in the Lake is in alles een verhaal vol verdubbelingen: twee vrouwen, twee milieus, twee vermissingen, twee moorden, twee slachtoffers en ja, dan ook twee heldinnen (al blijkt dat pas in de laatste aflevering). En dan zijn er door de flashbacks naar de jaren veertig ook nog twee tijdlijnen. Dat is in het begin misschien verwarrend. Maar aan het einde vallen alle puzzelstukjes op hun plaats.
Dit is slimme televisie op z’n best, die qua gelaagdheid de afgelopen jaren alleen doet denken aan het even grillige en geniale Irma Vep (2022). Maar het roept door Baltimore natuurlijk ook de vergelijking met de labyrintische politieserie The Wire (2002-2008) op. Misschien niet helemaal toevallig, want Lippman is de echtgenote van Wire-bedenker David Simon. De moord op de 11-jarige Jessie mag dan wel het startpunt lijken, uiteindelijk gaat Lady in the Lake over een kruispunt in de geschiedenis, tegen de achtergrond van de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging en de Vietnamoorlog, over een gesegregeerde maatschappij, waarin klasse, institutioneel racisme en antisemitisme, misogynie en seksisme de levens van Maddie en Cleo bepalen.
De foto’s waren al metershoog op gebouwen in New York geplakt en de video was het internet al over gegaan toen Adidas afgelopen vrijdag besloot de campagne voor de nieuwe SL72-sneaker terug te trekken. Het ging om een vernieuwde versie van een schoen die voor het eerst tijdens de Olympische Spelen in München in 1972 gelanceerd werd, het jaar waarin een Palestijnse terreurgroep twee leden van het Israëlische team doodschoot. Nog eens negen Israëlische atleten en een Duitse politieagent werden omgebracht tijdens een mislukte bevrijdingsactie.
Meteen na de lancering van de campagne kwam er kritiek vanuit Israël. „Raad eens wie het gezicht van de campagne is?” schreef het officiële account van de staat (@israel) op X, voorheen Twitter. „Bella Hadid, een half-Palestijns model dat in het verleden antisemitisme heeft verspreid en tot geweld tegen Israëliërs en Joden heeft opgeroepen.” Nog geen 24 uur later kwam Adidas met excuses en werd de campagne uit de lucht gehaald.
Bella Hadid (27) is een supermodel dat in 2017, toen ze net twintig was, voor het eerst gefotografeerd werd bij een pro-Palestijns protest. Sindsdien gebruikt ze haar Instagram-account met ruim 61 miljoen volgers om haar steun voor Palestina uit te spreken. Sinds Hamas’ terreuroperatie van 7 oktober post ze vrijwel elke dag updates over Gaza en maakte ze – samen met haar zus Gigi Hadid – een miljoen dollar over aan vier hulporganisaties die zich inzetten voor gezinnen in Gaza. In mei werd ze tijdens het filmfestival in Cannes gefotografeerd in een jurk gemaakt van een keffiyeh, een Palestijnse sjaal. Haar activisme heeft haar onder pro-Palestijnse activisten de bijnaam „princess of Nazareth” opgeleverd.
Overigens is nergens bewijs te vinden dat Hadid „oproept tot geweld tegen Israëliërs en Joden”, zoals @israel beweert. Ze veroordeelt in haar berichten op Instagram geweld uit zowel Israëlische als Palestijnse hoek. Wel beticht ze Israël van kolonisatie, apartheid en sinds de huidige Gaza-oorlog van genocide.
Consequent
Ze is een van de weinige beroemdheden die zich al jaren consequent pro-Palestijns uitspreken. Zeker voor een model is dat opvallend; die beroepsgroep is namelijk notoir onuitgesproken. Hun meest lucratieve opdrachtgevers zijn grote bedrijven die geen enkele vorm van controverse rond hun uithangborden dulden. Hadid heeft niettemin 35 Vogue-covers en campagnes voor modehuizen als Dior, Calvin Klein en Versace op haar naam staan. Wel is ze dit jaar in – voor haar doen – weinig campagnes te zien: naast Adidas en haar eigen parfummerk, is ze alleen het gezicht van het Franse modehuis Saint Laurent.
Hadid is de middelste dochter van de Nederlandse Yolanda Hadid – een voormalig model dat vooral bekend werd door haar deelname aan realityprogramma The Real Housewives of Beverly Hills – en Mohamed Hadid, een Palestijnse vastgoedontwikkelaar die luxe hotels en villa’s bouwt in Los Angeles. Hij werd geboren in Nazareth in 1948, het jaar van de Nakba, toen rond de stichting van de staat Israël honderdduizenden Palestijnen verdreven werden. Op Instagram beschreef hij in 2015 hoe zijn familie toen hij negen dagen oud was het huis moest afstaan aan een Joods gezin, aan wie de familie onderdak had geboden toen zij als vluchtelingen uit Polen naar Israël waren gekomen. „Ze waren twee jaar lang onze gasten totdat ze ons tot vluchtelingen maakten en ons uit ons eigen huis schopten.”
De familie Hadid vluchtte naar Syrïe en woonde achtereenvolgens in Tunesië en Griekenland. Mohamed verhuisde op zijn veertiende naar de VS. Bella, die voluit Isabella Khair Hadid heet en vernoemd is naar haar Palestijnse oma Khairiah Hadid, werd geboren in Washington DC, maar groeide op in het Californische Santa Barbara en Malibu. Yolanda en Mohamed scheidden in 2000.
Bella’s oudere zus Gigi (77 miljoen volgers op instagram), eveneens succesvol model, staat ook bekend als pro-Palestijns, zij het in minder harde bewoordingen. Broertje Anwar (7 miljoen volgers), die af en toe modellenklussen doet maar focust op zijn beginnende rockband Oswald, is net zo uitgesproken als Bella.
In 2021 verscheen in de zaterdageditie van The New York Times een paginagrote advertentie waarin Bella, Gigi en popster Dua Lipa – destijds hun schoonzus – werden bestempeld als „mega-influencers” die „Israël hebben beschuldigd van etnische zuiveringen”. De advertentie werd betaald door The World Values Network, van de orthodoxe rabbijn Jacob Shmuel Boteach.
Adidas is niet de eerste opdrachtgever die Bella Hadid kwijt is geraakt . Namen noemt ze niet, maar in 2022 gaf ze in de podcast van de Libisch-Amerikaanse journalist Noor Tagouri al aan dat „veel bedrijven” niet meer met haar wilden werken. „Er zijn zelfs vrienden die me compleet hebben laten vallen.”
Hadids activisme van de afgelopen jaren kan Adidas onmogelijk zijn ontgaan. Het Duitse bedrijf houdt het er in zijn statements op dat alle „verbanden met tragische historische gebeurtenissen volledig onbedoeld zijn”. Toen de advocaten van Hadid na het terugtrekken van de campagne volgens meerdere (roddel)websites dreigden met gerechtelijke stappen, volgde een tweede statement waarin Adidas ook excuses aanbood aan haar en de andere gezichten van de campagne, waaronder rapper A$AP Nast en voetballer Jules Koundé, voor „eventuele negatieve gevolgen”.
Feitjes komen tot je, of je dat nu wil of niet. In alle vormen en maten, via elke denkbare weg: je leest eens een lekker achtergrondstuk over bultrugwalvissen in de krant, hoort de laatste Taylor Swift-update van die ene enthousiaste collega of spot een nieuwe baktip op de achterkant van je pak paneermeel. Een deel van die kennis blijft ergens in het geheugen hangen – soms scherp en concreet, soms verhaspeld tot een net-niet-kloppende versie van wat het ooit was, als vage restjes schoolboekenkennis uit de tweede klas.
Toch zijn er knappe koppen die al die feiten onthouden en altijd (tot op het frustrerende af) de juiste algemene kennis paraat hebben. Voor die categorie mensen bestaat een speciaal programma. En nu ben ik toch benieuwd: wat weet ú eigenlijk van… De slimste mens (KRO-NCRV)?
Dat het moeilijke materie is voor vergeetachtige kijkers, misschien (ding!)? Dat het afgelopen maandag weer is begonnen (ding!)? En dat dit het laatste seizoen is met presentator Philip Freriks en eenmansjury Maarten van Rossem, en Freriks opvolger Herman van der Zandt alvast meedoet als deelnemer (ding-ding-ding!)?
Die laatste mocht zich maandag de slimste van de dag noemen, want hij won met grote afstand van zijn tegenspelers: zangeres Fay Lovsky en TikTokker Appie Mussa. Het was ook haast een oneerlijke strijd. Van der Zandt presenteerde jarenlang de bluf- en kennisquiz Met het mes op tafel (MAX) – die weet wel hoe je feitjes vergaart, en hoe je die ondanks alle druk stoïcijns in de strijd gooit. Aan hem kun je het overlaten om met een strak gezicht de kenmerken van een kaassoufflé op te noemen, wat hij dan ook met verve deed.
In de studio was het toch wel een stuk moeilijker dan voor kijkers die thuis op de bank meededen, benadrukte Van der Zandt nadat hij en zijn medekandidaten hadden geworsteld om op de naam van advocaat Inez Weski te komen, tot Mussa uiteindelijk het verlossende antwoord leverde. Maar voor sommige kijkers – voor déze kijker, zal ik eerlijk zeggen – zijn juist díé momenten het aangenaamst om naar te kijken: ook de scherpsten der scherpsten vergeten wel eens of Inez nou Westen, Watski of Weski heet, of überhaupt waar ze haar nu precies van kennen. Dat biedt een piepklein beetje troost als je zelf het type bent dat zich vier keer kan voorstellen aan dezelfde persoon, telkens even overtuigd dat je elkaar niet eerder hebt ontmoet.
Brompot
Geef die verstrooide kijker ook wat. Maak niet de persoon die zich koeltjes door de eerste aflevering heen werkt tot de volgende presentator – kies voor die rol de eerste persoon die huiswaarts keert. Dáár valt mee te praten. In dit geval was dat Mussa, en dat zou een uitstekende keus zijn geweest: herkenbaar (tijdens de laatste ronde: „Ik ga dood hier joh”), sympathiek (tegen Lovsky, toen ze nét aan van hem gewonnen had: „Fantástisch gedaan, echt waar”) en ad rem (bij zijn snelle vertrek: „TikToks zijn ook altijd kort, dus ik ben het gewend”). En dan is hij ook nog goedlachs genoeg om als tegenhanger te kunnen dienen voor welke brompot Maarten van Rossem dan ook moge vervangen.
Maar de kaarten zijn natuurlijk al geschud. Van der Zandt staat in 2025 op Freriks plek. Dat hij door was naar de tweede aflevering was overigens ook al algemene kennis: in vooraf gedeelde fragmenten had Van der Zandt twee verschillende outfits aan, merkten niet zo spoilerschuwe RTL Boulevard-presentatoren zondag op, om de kijker vervolgens zelf z’n conclusies te laten trekken. Sommige Sommige feitjes komen tot je – of je nou wil of niet.
<dmt-util-bar article="4860486" headline="Wat weet u eigen van… De slimste mens ?” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/07/23/wat-weet-u-eigen-van-de-slimste-mens-a4860486″>
Amper voorstelbaar nu, maar in 2015 wandelde Reed Hastings nog over de redactie van NRC Handelsblad. Nederland was een pioniersland voor zijn Netflix, dus hield hij in een vergaderhok een informeel praatje met redacteuren. Het gesprek ging onder meer over internetpiraterij en makkelijk in- en uit je abonnement kunnen stappen. De concurrentie op de markt van de streamingdiensten vergeleek hij – heel Nederlands – met de meent; de gemeenschappelijke weide waarop koeien van verschillende boeren staan, met risico op overbegrazing.
Die Hastings (63) probeerde eerder deze maand de geschiedenis een duwtje te geven, toen hij pleitte voor vervanging van Joe Biden door een „energieke leider van de Democratische partij”. Hij was de eerste belangrijke partijdonor die dit openlijk deed. Aanleiding was het voor zijn partij desastreus verlopen debat tussen Biden en Donald Trump. Afgelopen zondag, een week na de mislukte moordaanslag op Trump, eindigde het interne partijverzet van een steeds grotere groep Democraten met de beslissing van de president zich niet herkiesbaar te stellen.
Hastings liep voorop in dat verzet. Hij zei dat Biden „in ontkenning leeft wat betreft zijn mentale staat”. Gemeten in geld zijn hij en zijn partner Patty Quillin met ongeveer 20 miljoen dollar (18 miljoen euro) in totaal zeker niet de grootste donor voor de Democraten. Ter vergelijking: Reid Hoffman, LinkedIn-oprichter en tot het eind pro-Biden, heeft een vergelijkbaar bedrag gedoneerd alleen al in de afgelopen anderhalf jaar. Peter Thiel is een tech-ondernemer die de Republikeinen steunt. Hij doneerde 20 miljoen dollar aan kandidaten bij de midterm-verkiezingen in 2022.
Hastings leiderschapstijl kreeg bekendheid met de ‘keeper’-test van Netflix: welke werknemer zou je per se willen behouden als een concurrerend bedrijf aan diegene trekt? Wie is dus een ‘keeper’? En wie zou je eigenlijk gewoon laten gaan? „Adequate prestaties verdienen een royale ontslagvergoeding”, is een bekend Hastings-aforisme. Het Netflix-beleidsdocument waar dit onder meer in stond, kreeg in de techwereld een haast mythische status. Facebook-topvrouw Sheryl Sandberg noemde het „waarschijnlijk een van de belangrijkste documenten die ooit door Silicon Valley is voortgebracht”.
Als afgestuurd informaticus aan Stanford richtte hij een softwarebedrijf op in de ontbolsterende IT-wereld, begin jaren negentig. Kort na de verkoop daarvan verliet hij dit bedrijf om in 1997 een postorderbedrijf op te richten waarmee je via internet dvd’s kon huren. In 2007 begon dit bedrijf, Netflix, films en series over het internet te ‘streamen’ waarmee hij het tijdperk inluidde van ‘on demand’ kijkerservaring. Netflix ging „de concurrentie aan met slaap”: zo verslavend dat je blijft kijken.
Hastings kent naar eigen zeggen geen vrees voor het onbekende. Als een keuze voor het een of het ander niet per se fataal kan uitpakken, hakt hij snel de knoop door. „Ik ben overal goed mee weggekomen”, zei hij onlangs in een interview. Hij doceerde wiskunde in Swaziland, uitgezonden door het Vredeskorps. Reizen deed hij liftend met naar eigen zeggen tien dollar op zak. Altijd bekommerde hij zich om onderwijs. Begin deze eeuw zat hij in de Californische Onderwijsraad en werd hij voorgedragen voor herverkiezing door (Republikeins) gouverneur Arnold Schwarzenegger.
Donatie Newsom
Hij doneert vooral aan Californische campagnes, zoals 7 miljoen dollar voor de voormalig burgemeester van Los Angeles bij diens gooi naar het gouverneurschap. Hij verloor van partijgenoot Gavin Newsom. Hastings stortte ook in de kas van de campagne die moest voorkomen dat Newsom in een tussentijds referendum moest aftreden, in 2021. De Democratische belofte, ook genoemd als mogelijke presidentskandidaat, hield de steun van Californiërs – een zogeheten recall werd voorkomen.
Hastings had zich tot maandagmiddag (Amerikaanse tijd) niet achter vice-president Kamala Harris geschaard. Hij spoorde op X Democraten aan voor een „swing state winnaar” te gaan, iemand die genoeg stemmen kan binnenhalen in de zwaarbevochten industriestaten Michigan en Pennsylvania, maar ook de zuidelijke staten Georgia en Arizona. Een voor de hand liggende suggestie: daar worden verkiezingen gewonnen. Mogelijk doelt hij op Josh Shapiro, gouverneur van Pennsylvania.
Als CEO bouwde Hastings in 25 jaar een streamingdienst op die nog steeds groeit in een verzadigde videomarkt, met inmiddels ruim 275 miljoen abonnees wereldwijd. De kwartaalcijfers van Netflix lieten vorige week een winstpercentage van bijna 30 procent zien; de kwartaalomzet is jaar-op-jaar met ruim 1,5 miljard dollar toegenomen. Hastings, tegenwoordig voorzitter van Netflix’ raad van toezicht, ziet het van een afstandje gebeuren: hij investeert tegenwoordig voornamelijk tijd en geld in zijn ski-resort in Utah.
De doorbraak van de kokosnoot in de Amerikaanse verkiezingscampagne zat er al even aan te komen. Maar zondag was het dan echt zover.
Kort na de bekendmaking van president Biden dat hij afziet van een tweede termijn, zwol op sociale media een golf berichten, plaatjes, filmpjes en grappen aan met het woord ‘coconut tree’, of de afbeelding van een kokospalm of kokosnoot. En het ging allemaal óók over Kamala Harris – en over haar uitspraak: „Denk je dat je net uit een kokosboom bent gevallen?”
Geen wonder dat op Google het aantal vragen wat hier in hemelsnaam mee werd bedoeld, snel omhoog schoot. Harris bracht de boom ter sprake in het voorjaar van 2023 tijdens een praatje over beter onderwijs en economische kansen voor hispanics. Daarin legde ze uit dat omgeving een belangrijke rol speelt in wie iemand is. „Je bestaat in een context.” Of zoals haar moeder pleegde te zeggen: denk je dat je net uit een kokosboom bent gevallen? Meteen na de anekdote barst Harris uit in een wat onhandige, schelle lach.
Rampzalig verkiezingsdebat
Sinds het voor president Biden rampzalig verlopen verkiezingsdebat op 27 juni grepen aanhangers van Harris het filmpje met die uitspraak aan om de vicepresident op sociale media wat meer onder de aandacht te brengen. Ze hadden gemerkt dat de mix van de absurd klinkende uitspraak, met de vreemde lach, op sociale media veel potentieel had – en dus kon helpen om de kansen van Harris als kandidaat voor de Democratische nominatie een vrolijke impuls te geven.
Op X werd al gesproken van Operatie Kokosnoot. Gebruikers monteerden er muziekjes onder, combineerden het filmpje met andere grappige beelden van Harris, zoals een filmpje waarin ze, tussen een telefoontje van het Witte Huis en de opname van een tv-interview door, druk gebarend uitlegt hoe je voor Thanksgiving een kalkoen het beste klaar kan maken en met saus en kruiden moet insmeren (‘lather that baby up’). Inmiddels ook een hit.
De politieke inhoud van dergelijke ‘memes’ mag klein zijn, ze kunnen effectief zijn als middel om jongere kiezers in hun eigen beeldtaal vertrouwd te maken met Harris. Ook de oudere generatie haakte zondag overigens snel in, zoals de senator Brian Schatz uit Hawaii. Op X deelde hij een foto van zichzelf, hoog in een kokospalm geklommen om een koksnoot te plukken, met de tekst: Mevrouw de vice-president, we staan klaar om u te helpen.
Het campagneteam kan op sociale media met Harris duidelijk beter uit de voeten dan met de bejaarde Biden. Daarbij helpt dat een zekere schutterigheid, zeker als het met een lach of ironie gebeurt, voor ‘Gen Z’ op TikTok, Insta en X, geen probleem hoeft te zijn – of zelfs voor authenticiteit kan staan.
Als Biden zich met een populaire popster had geïdentificeerd had dat makkelijk tenenkrommend kunnen zijn. Maar toen team-Harris zondag de header van het eigen X-account in dezelfde stijl liet opmaken als het populaire nieuwe album Brat van zangeres Charli XCX sloeg dat meteen aan. De limoen-groene achtergrond, het sobere lettertype: voor de insiders en fans van Charli XCX was meteen duidelijk waar @KamalaHQ naar wilde verwijzen. Voor de fijnproevers afgemaakt met een verwijzing naar de kokosboom, met het motto: ‘Voorziet in context.’
Toen de zangeres (3,6 miljoen volgers) op X ook nog reageerde met „Kamala IS brat” (maandagmiddag 18 miljoen keer bekeken) kon Harris hopen dat ze bij de jonge generatie was aangekomen.
Lees ook
Kamala Harris neemt veel ervaring mee, maar moet een grote achterstand inhalen
Altijd leuk om de presentator van het Achtjournaal (NPO1) overvallen te zien worden door het nieuws. Een klein kwartier voor uitzending meldde de Amerikaanse president Joe Biden op X dat hij zich terugtrok uit de verkiezingen. Presentatrice Annechien Steenhuizen moest half improviseren en half van een A4’tje voorlezen. Het verliep wat rommelig, zeker wat beeldregie betreft, maar correspondent Marieke de Vries kon per telefoon eerste hulp verstrekken. Geheel onverwacht was Bidens stap niet. Het journaal schakelde dus snel over op een klaarliggende video van Bidens leukste bloopers.
VVD-politicus Eric van der Burg kon als eerste Zomergast van het jaar op NPO2 meteen commentaar geven. De oud-staatssecretaris was duidelijk over de kansen van Bidens opvolger: „Dit is vechten tegen de bierkaai. Ik vrees voor de Democraten dat het een gelopen race is.” Hij glunderde erbij. Dat verwarde me – ook voor de buitenlandwoordvoerder van de VVD lijkt me een machtsovername door Trump een serieus probleem. Maar in de drie uren die Zomergasten duurde, bleek dat het hoofd van Van der Burg altijd op glunderen staat.
Zomergasten had ook een opvolgingskwestie. Na beschuldigingen van vrouwenmishandeling moest presentator Theo Maassen zich in mei terugtrekken, waarna Adriaan van Dis als zijn vervanger werd aangesteld. De 77-jarige schrijver moest zich echter ook terugtrekken, om gezondheidsredenen, dus werkt het VPRO-interviewprogramma dit seizoen met een wisselende poule veteranen. De eerste presentator was zondag Peter van Ingen. Hij is 74 jaar maar zijn bloopers bleven beperkt tot het verwarren van de overleden kinderboekenschrijver Tonke Dragt met haar springlevende collega Imme Dros.
Eric van der Burg noemde zichzelf een flapuit en stuiterballetje. Volgens hem werd hij daarom soms onterecht als oppervlakkig gezien. Dat oordeel bleek over de hele avond hangen. Hij kwam sympathiek en enthousiast over, met zijn rode blosjes, maar hij was niet boeiend genoeg voor een drie uur durend tv-interview. Zijn keuzefragmenten uit films als De schippers van de Kameleon, Legally Blonde, Hersenschimmen en Les Misérables waren niet interessant en hij had er verder ook niet veel over te melden. Wat wél interessant aan hem is, zijn asielbeleid, werd nauwelijks behandeld – hij wilde het niet over politiek hebben.
Stotterende agitatie
Met zijn documentaire-fragmenten profileerde hij zijn sociale gezicht. Hij zei gevormd te zijn door de Molukse schoolkaping van 1977 en de vliegtuigramp in de Bijlmer in 1992, waar hij als stadsdeelbestuurder bij betrokken was. Toen had hij besloten: „Ik ga er zijn voor de mensen zonder stem.” De overheid moest volgens hem opkomen voor de mensen die dat zelf niet kunnen. Niet alleen bij presentator Peter van Ingen begon zich toen steeds meer de vraag op te dringen: wat doet deze sociaal bevlogen man in godsnaam in de VVD? Van der Burg zag het probleem niet. Volgens hem was de VVD er ook altijd geweest voor de zwakkeren in de samenleving. „Wij zijn een volkspartij.”
Ze zouden het niet over politiek hebben, maar nu moest interviewer Van Ingen toch wel ingrijpen. Hij verpakte het elegant in een wat-ging-er-door-u-heen-vraag, maar hij vroeg het toch: waarom steunt een sociaalliberaal als Van der Burg het huidige radicaalrechtse kabinet dat onder meer van plan is om diens asielbeleid bij het vuil te zetten? Van der Burg gaf niet echt antwoord, maar je zag aan zijn stotterende agitatie dat hij in ieder geval moeite had met de huidige regering. Van Ingen ging er verder niet dieper op in. Dit blijkt een terugkerend probleem met politici als gasten in tv-amusement: er is geen ruimte voor doorzagen.
Van der Burg bleek wel een echte VVD’er in zijn optimistische, rooskleurige kijk op de samenleving: „Gaaf land!” Zonder met zijn ogen te knipperen zei hij over de ontvangst van asielzoekers: „De Nederlandse samenleving heeft zich op veel punten van zijn beste kanten laten zien”. Hij ontkende dat de overheid zijn zorgtaken had verzaakt, zoals Van Ingen stelde, onder meer verwijzend naar de Toeslagenaffaire. Optimisme en hoop zijn goed, maar problemen ontkennen niet. Zeker voor wie als gewezen bewindsman medeverantwoordelijk is voor die problemen. Van der Burg stond erop positief te eindigen: morgen wordt beter dan vandaag. Laten we het hopen.