Geschiedenispodcasts zijn populair. Ook hier, maar eigenlijk alleen in het Nederlands en Engels. Dit terwijl de oerversie wel eens Duits zou kunnen zijn. WDR’s Zeitzeichen loopt al sinds 1972, terwijl BBC’s In Our Time van 1998 is en The Rest is History piepjong: 2020. De Duitse is ijzersterk en geloof me, na een paar van de honderden afleveringen heb je het Duits (weer?) onder de knie. Ze zijn altijd kort, rond een kwartier, en altijd met uitstekend pratende kenners, soms wel vijf in één van de dagelijkse afleveringen. De montage is scherp, de muziek prettig, de onderwerpen extreem veelzijdig. Afgelopen maand alleen al ging het over de Weense koffiecultuur, een dochter van Karl Marx en meester Eckhart „ooit verketterd, nog altijd gelezen”. En geen misverstand, de onderwerpen komen niet alleen uit het Duitse taalgebied. Zo herinner ik me een geweldige aflevering over een Portugese hofdame, Ines de Castro, in 1355 vermoord en toch koningin geworden. Postuum. Hoe? Luister maar.
Opeens was er, begin dit jaar, een nieuwe aflevering. De vorige verscheen in 2022 en wellicht is het hierna weer een paar jaar stil. Dus nu is het moment om MakersRadio de lucht in te steken. Want sommige aflveringen zijn bijzonder boeiend.
Niet de nieuwste overigens, over onderzoek naar het zogenoemde placebo-effect. Wel die over het complot-denken van theatermaker George van Houts (#9) of die (#13) waarin het verhaal van twee vervalsingen toont hoe veranderlijk onze kunstwaardering is. En hoewel de voice-over soms wat lodderig klinkt, is de montage vaak origineel, ondermeer met geïnterviewden die elkaars zinnen afmaken. Bovendien – en dat werkt bijzonder goed – biedt de reeks een beeld van een stad, aangezien iedere aflevering een link heeft met Leiden, via kunst, wetenschap of geschiedenis.
Op 2 februari 2024 zit Willemijn Francissen, mediadirecteur van de omroep NTR, in de talkshow Sophie & Jeroen. Daar reageert ze voor het eerst op het net verschenen rapport van de commissie-Van Rijn over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep. De NTR komt er in het rapport niet best vanaf. Medewerkers zijn negatiever over hun ervaringen dan de rest van de publieke omroep. Ze melden intimidatie, vernedering, discriminatie, bedreiging en pestgedrag. Wat vooral opvalt is dat ze zulke slechte cijfers geven aan hun ervaringen met de directie. En in bijna alle gesprekken met de commissie hebben ze het over het tekortschieten van hun leidinggevenden.
Presentator Sophie Hilbrand merkt op dat een van de problemen volgens het rapport is dat leidinggevenden bij de publieke omroep vaak succesvolle programmamakers zijn die niet per se uitblinken als het gaat om leiderschapskwaliteiten. Ze vraagt Francissen wat zij vindt van die kritiek – ook die is immers binnen enkele jaren opgeklommen van freelance televisiemaker tot mediadirecteur in de tweekoppige NTR-directie. De NTR maakt programma’s als Nieuwsuur, Klokhuis, Andere Tijden en Het Sinterklaasjournaal.
„Die kritiek is heel terecht”, antwoordt Francissen. „Het feit dat je een goed programma kan maken […] betekent nog niet dat je weet hoe je een team moet aansturen. Dat kun je wellicht deels de mensen aanrekenen die op die posities zitten. Maar ik vind vooral dat de organisaties waarbinnen die mensen doorgroeien, ervoor moeten zorgen dat die daarbij begeleid worden. En leren wat leiderschap is.”
Medewerkers en oud-medewerkers van de NTR horen het met stijgende verbazing aan, zeggen ze later tegen NRC. Want de afgelopen jaren was er grote bestuurlijke onrust binnen de omroep, die heeft geleid tot het (onvrijwillige) vertrek van een flink aantal medewerkers. Dit is, volgens de (oud-)medewerkers die NRC sprak, deels te herleiden tot een omstreden reorganisatie in 2019 en 2020, en deels tot een gedateerde benadering van minderheden. Ze beschrijven een werkcultuur waarin ze op hun hoede zijn en zich niet durven uit te spreken. Dat is voor hen niet los te zien van het leiderschap van Francissen. En in de uitzending van Sophie & Jeroen neemt ze daar geen verantwoordelijkheid voor.
Het vormt de opmaat voor een jaar van grote interne onrust binnen de NTR. Een deel van de medewerkers vindt dat er na het rapport-Van Rijn te weinig verandert. Ze sturen een brandbrief naar de staatssecretaris van Media en Cultuur met het verzoek in te grijpen. Onder politieke druk stelt de raad van toezicht een extern onderzoek in naar de reorganisatie van 2019 en 2020 en de huidige werkcultuur. Om hier ruimte voor te maken treedt Francissen in juli tijdelijk terug. Maar vlak voor haar terugkeer op 1 december stapt de hele raad van toezicht onverwachts op nadat het externe onderzoeksbureau melding maakt van „een aanzienlijk aantal meldingen van serieuze aard” over Francissen. De raad concludeert dat ze „onvoldoende in beeld had wat er binnen de NTR speelde en nog speelt”.
Willemijn Francissen (links) in de talkshow ‘Sophie & Jeroen’. Beeld BNNVARA
Van het papier af
Het is inmiddels een jaar geleden dat het rapport-Van Rijn het Mediapark op zijn grondvesten doet schudden. Politici en mensen in de mediasector reageren destijds eensgezind: er is een brede cultuuromslag nodig bij de publieke omroep. In de maanden daarna stellen alle omroepen een plan van aanpak op om de sociale veiligheid en de werkcultuur te verbeteren. Maar de ene omroep is verder dan de andere, schrijft Mariëtte Hamer, regeringscommissaris voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, in november in een voortgangsrapportage aan minister Eppo Bruins (NSC) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. „De plannen moeten nu echt van het papier af komen.”
Waarom laat de cultuuromslag in Hilversum zo lang op zich wachten?
Allereerst is een cultuurverandering iets van de lange adem. Dat de ene omroep verder is dan de andere, komt deels doordat sommige omroepen al een begin hadden gemaakt met het verbeteren van de sociale veiligheid (BNNVARA en de NOS), terwijl bij andere de problemen pas naar buiten komen na het rapport-Van Rijn. De omroepen in die laatste categorie (NTR en WNL) werden overigens al genoemd in het rapport omdat medewerkers zulke lage cijfers gaven aan hun ervaringen met de directie – volgens de commissie een belangrijke voorspeller van grensoverschrijdend gedrag.
Francissen is niet de enige omroepbestuurder die in de nasleep van het rapport het veld ruimt. Ook bij andere omroepen volgt een verlate bijltjesdag. Vaak na publicaties in de media, die in de meeste gevallen leiden tot het instellen van externe vervolgonderzoeken naar specifieke personen: NPO-directeur video Remco van Leen, NOS-directeur Gerard Timmer, WNL-baas Bert Huisjes, en Ongehoord Nederland-oprichter Arnold Karskens.
De artikelen beginnen vaak bij omroepmedewerkers die boos zijn dat de bestuurders die afwisten van de misstanden, of er zelf verantwoordelijk voor waren, bleven zitten. Ze besluiten de verandering dan maar af te dwingen via de pers. Het gevolg is dat sommige omroepen het afgelopen jaar erg met zichzelf bezig zijn geweest, net op het moment dat het omroepbestel voor ingrijpende bezuinigingen en hervormingen staat. En de voortdurende onrust draagt bij aan het slechte imago van de publieke omroep.
Berechting in de media
Oudgediende Eric Eljon, die in zijn lange carrière in Hilversum onder meer directeur van het productiebedrijf van SBS en commissaris bij het Commissariaat voor de Media was, ziet het met lede ogen aan. Hij snapt dat de commissie-Van Rijn geen namen wilde noemen in haar rapport. Maar hij vindt het onbegrijpelijk dat er vanuit de politiek geen discrete pogingen zijn ondernomen om van de meest problematische bestuurders af te komen. „Als je een cultuurverandering wilt doorvoeren, dan moet je ingrijpen”, zegt Eljon. „Dan moet je echt een aantal voorbeelden stellen. Dat is nergens gebeurd.”
In plaats daarvan ontstond er een soort ‘trial by media’, waar Eljon grote moeite mee heeft. Want dat vindt hij een vorm van willekeur. De bestuurders om wie het gaat – Van Leen, Timmer, Huisjes, Francissen – kent hij persoonlijk. Maar hij kan niet beoordelen hoe ze functioneerden. „Als er artikelen verschijnen, kun je niet weten met welke motieven omroepmedewerkers naar de pers zijn gestapt”, zegt hij. „Als bestuurder maak je niet alleen vrienden. Er staan in Hilversum nog wel wat rekeningen open hier en daar. Nu is een aantal mensen behoorlijk beschadigd geraakt. Terecht of niet, de manier waarop was niet goed. Dat had voorkomen moeten worden.”
Neem Remco van Leen. Na zijn benoeming tot directeur video eind 2023 krijgt NPO-voorzitter Frederiek Leeflang een e-mail met een melding van grensoverschrijdend gedrag in de tijd dat Van Leen bij de TROS werkte (2003-2014). Maar ze doet er aanvankelijk niets mee. Totdat roddelkoningin Yvonne Coldeweijer na de publicatie van het rapport-Van Rijn het gerucht deelt dat NRC onderzoek doet naar Van Leen. Prompt legt hij tijdelijk zijn functie neer om ruimte te maken voor een extern onderzoek. Hoewel de NPO in november meldt dat „de feiten van het onderzoek” zijn terugkeer niet in de weg staan, kiest Van Leen er zelf voor de publieke omroep te verlaten.
Waarop deze gang van zaken is gebaseerd blijft onduidelijk, het onderzoeksrapport is niet openbaar gemaakt. Wat Van Leen niet zal hebben geholpen is dat velen in Hilversum hem zagen als een exponent van de oude werkcultuur en dat hij een moeizame relatie had met Leeflang. Hij wil zelf niet reageren en verwijst naar zijn persverklaring van november: „Het was geen eenvoudige keuze omdat de NPO en vooral ook mijn naaste collega’s mij zeer na aan het hart liggen. Maar de tijd schrijdt voort en ik kies er nu voor om mijn carrière elders te vervolgen.”
Grote schoonmaak
Eljon wil niet ingaan op specifieke personen (Van Leen werkte enkele jaren als directeur content voor SBS). Hij publiceerde vorig jaar samen met Bart in ’t Hout, voormalig algemeen directeur van SBS Broadcasting (het bedrijf achter SBS6, Net5 en Veronica), het bij vlagen onthullende boekje #MeToo bestond nog niet. Daarin beschrijven ze hoe het er achter de schermen aan toegaat in de omroepwereld – de leuke kanten, maar ook de ego’s en de misstanden – zonder namen te noemen. „Dat vonden we niet chic.”
In het boek zijn Eljon en In ’t Hout zeer kritisch op de wijze waarop, met name in Den Haag, gevolg is gegeven aan het rapport-Van Rijn. „Hoe kan, om eens een voorbeeld te noemen, de nodige cultuuromslag succesvol worden volbracht onder leiding van bestuurders die niet alleen verantwoordelijk waren voor alle misstanden, maar daarvan ook volledig op de hoogte waren?”, schrijven ze.
Ook Joop Daalmeijer, voormalig programmamaker, omroepdirecteur en voorzitter van de Raad voor Cultuur, vindt dat er bestuurlijk te weinig met het rapport-Van Rijn is gebeurd. „Alleen de raad van toezicht van de NTR is opgestapt”, zegt hij. „Maar dat had weinig te maken met het rapport van Rijn, en meer met algeheel bestuurlijk onvermogen. En Gerard Timmer is natuurlijk opgestapt bij de NOS, mede vanwege zijn voorgeschiedenis bij BNNVARA. Maar bij BNNVARA zelf, waar toch een hoop gebeurd is, zit iedereen nog gewoon op zijn stoel. Dat vind ik buitengewoon merkwaardig. Bestuurders moeten ook zelfreflectie hebben.”
Het probleem is, zegt Daalmeijer, dat Den Haag helemaal niets te zeggen heeft over de bestuurders en de raden van toezicht van omroepen. Dus moesten de omroepen zelf met een plan van aanpak komen. Bij de opstelling en de uitvoering daarvan spelen toezichthouders, zoals de raden van toezicht van de omroepen, een belangrijk rol. Dat vraagt om een pro-actieve houding, terwijl de raden van toezicht traditioneel juist op afstand staan en slechts een paar keer per jaar vergaderen met de directie. Ook op dit vlak is de ene omroep verder dan de andere. Sommige raden van toezicht stellen zich volgens regeringscommissaris Hamer pro-actief op, terwijl andere een „afwachtende houding” hebben en zelf ook „minder urgentie voelen bij het onderwerp”.
Wat niet helpt is dat de raden van toezicht van de omroepen grotendeels bestaan uit mensen zonder noemenswaardige praktijkervaring bij de publieke omroep. Vaak zijn het politici in de herfst van hun carrière. Het is een systeem van coöptatie, zegt Daalmeijer, waarbij de leden van de raad zelf nieuwe leden kiezen. „Als er een vacature is, dan gaan ze eerst te rade in hun eigen netwerk”, zegt Daalmeijer. „Het zijn erg gesloten circuits. En als je vier keer per jaar bijeen komt, dan kun je als raad van toezicht toch niet weten wat er in een organisatie speelt?”
Ruggengraat van paraffine
Waar dit toe kan leiden, bleek bij de rechtse omroep WNL, waar de raad van toezicht grotendeels uit VVD’ers bestaat. Toen 25 medewerkers, onder wie enkele presentatrices, WNL-baas Huisjes in het AD beschuldigden van wanbestuur, bleef de raad van toezicht aanvankelijk achter hem staan. Maar de kritiek die daarop volgde was zo groot, dat de raad zich genoodzaakt zag terug te krabbelen. Na een extern onderzoek concludeerde de raad dat Huisjes niet verder kon als hoofdredacteur, maar wel een tweede kans verdiende als bestuurder. Opnieuw was er intern verzet. Huisjes besloot een maand later alsnog te vertrekken bij WNL.
Eljon vindt het „heel raar” dat de raad van toezicht eerst achter Huisjes bleef staan, maar hem als een baksteen liet vallen toen de druk te groot werd. Aan dit soort „bestuurlijk opportunisme” heeft hij een bloedhekel. „Ik begrijp wel dat het zo werkt voor bestuurders, zegt hij. „Als er een artikel verschijnt in de media, dan is hun reflex al snel: we gaan de beklaagde niet beschermen want dan kunnen we zelf beschadigd raken. Maar als je vindt dat iemand onterecht wordt beschuldigd, dan moet je als bestuurder ook je rug recht houden. Een vriend van mij noemt dat ‘een ruggengraat van paraffine’.”
De aanstaande bezuinigingen op en hervorming van de publieke omroep dragen ook al niet bij aan een veilige werkomgeving. Het Mediapark is een verzameling koninkrijkjes en iedereen probeert nu zijn eigen territorium te beschermen. Het ontbreekt volgens critici vooral aan een gevoel van urgentie in Hilversum en Den Haag. Want de publieke omroep dreigt de strijd te verliezen van buitenlandse platformen zoals YouTube en Netflix. „De omroepen lopen Den Haag plat om te lobbyen voor hun voortbestaan, zeker nu er wordt nagedacht over een nieuw bestel”, zegt Daalmeijer. „Je struikelt over de omroepbestuurders, die allemaal vasthouden aan de beroemde externe pluriformiteit. Dat heb ik ook lang volgehouden, maar ik zie het niet meer. De identiteit van omroepen is zo verwaterd dat we ons de vraag moeten stellen of we nog met dit systeem door moeten gaan. Is het niet gewoon vastgelopen?”
NRC heeft niet onrechtmatig gehandeld, toen het in de zomer van 2023 enkele artikelen publiceerde over het lozen van gevaarlijke stoffen in de Maas door het bedrijf Claessen Tankcleaning Venlo. Dat heeft de rechter woensdag bepaald in een rechtszaak die Claessen en bestuurder Michel Claessen tegen de krant hadden aangespannen.
Claessen had geëist dat NRC verplicht zou worden drie artikelen te verwijderen van de website nrc.nl. Behalve over de lozingen gingen de stukken ook over arbeidsomstandigheden en -ongevallen bij het werken met gevaarlijke stoffen. Bovendien eiste Claessen, een bedrijf dat tankauto’s reinigt, dat NRC de schade zou vergoeden die het door de publicaties geleden zegt te hebben.
Maar de rechtbank Amsterdam ging daarin niet mee. In haar vonnis stelt de rechter dat zij een afweging moest maken „tussen de vrijheid van meningsuiting van NRC en het rechtop eer en goede naam van Claessen”. NRC heeft onderbouwd dat „haar uitingen voldoende steun vinden in bewijsmateriaal dat zij toen voorhanden had”. En dus mocht de krant „concluderen dat Claessen benzeen in de Maas loost en er meerdere arbeidsongevallen hebben plaatsgevonden bij Claessen”.
Een enkel punt had NRC „wellicht genuanceerder kunnen opschrijven, maar dit maakt de publicaties niet onrechtmatig”, aldus de rechter. De krant had Claessen om wederhoor gevraagd, „maar door daar niet op in te gaan heeft hij zichzelf de kans ontnomen om mogelijk onjuiste suggesties te corrigeren”.
De rechter verduidelijkt dat „niet pas over de feiten gepubliceerd zou mogen worden als deze min of meer onomstotelijk vast zijn komen te staan. Dat zou immers betekenen dat de nieuwsvoorziening en het commentaar op nieuws in de media voor een belangrijk deel onmogelijk zou worden.”
De advocaat van Claessen zegt dat hij en zijn cliënt het vonnis bestuderen en nog niet besloten hebben of ze in hoger beroep gaan.
Hoeveel levens heeft Dexter Morgan? Hoewel het personage al eens is gestorven, net als de serie zelf, is Dexter dit jaar levendiger dan ooit – bijna twintig jaar na de eerste aflevering komen er twee nieuwe Dexter-series uit.
De gelikte serie, met een duivels charmante Michael C. Hall als seriemoordenaar die criminelen uit de weg ruimt, begon in 2006 en wist met een mix van duistere humor, suspense en bloed meteen kijkers aan zich te binden. Dexter bleef tot aan het bloedstollende einde van het vierde seizoen goed en showrunner (serieleider) Clyde Phillips zag dit als een uitgelezen moment om te stoppen op het hoogtepunt.
Maar de hogere machten wilden de hitserie niet loslaten. In zijn voortzetting raakte Dexter snel over zijn houdbaarheidsdatum en werd de serie steeds meer een karikatuur van zichzelf. Deze aftakeling culmineerde in het erbarmelijke slot van seizoen acht – Dexter belandde op elke lijst van allerslechtste eindafleveringen ooit.
Enig eerherstel kwam in 2021 met Dexter: New Blood, een tiendelige miniserie over een oudere Dexter die in een afgelegen dorpje probeert te schuilen voor zijn verleden en duistere lusten. Phillips keerde terug als showrunner met de missie om „mensen weer van Dexter te laten houden”. Of dat lukte? New Blood blies nieuw leven in het personage om vervolgens – spoilers – te eindigen met Dexter die door zijn zoon wordt neergeschoten. Doodbloedend in de sneeuw accepteert hij vredig zijn lot. Volgens sommige fans had de serie het nu voor elkaar gekregen twee keer vreselijk slecht te eindigen.
No rest for the wicked
Wie dacht dat het daarmee klaar was, onderschat de onstilbare honger van streamers naar herkenbare titels om hun portefeuille mee uit te breiden. Zo kan het gebeuren dat een uitgerangeerde seriemoordenaar als Dexter een hele waaier aan nieuwe series krijgt, beginnend met Dexter: Original Sin. Hoe dan? Deze nieuwe serie begint met Dexter die niet dood maar zwaargewond wordt afgevoerd en op de operatietafel letterlijk zijn leven voor zich voorbij ziet flitsen.
Dat is de brug naar 1991, de periode dat twintiger Dexter zijn eerste stappen als seriemoordenaar zet en waarin deze prequel zich voornamelijk afspeelt. Daarnaast is er een tweede verhaallijn, over de periode waarin agent Harry Morgan de moeder van Dexter als informant strikt, die in flashbacks wordt verteld.
Original Sin kiest ervoor vervreemde Dexter-fans in te pakken met zo veel mogelijk herkenning. We zijn weer terug in het vertrouwde Miami, op het moment dat Dexter als stagiair bij de politie op de forensische afdeling begint. Daar treffen we ook jongere versies aan van vrijwel alle collega’s met wie Dexter later zal werken. Die zijn knap gecast en de nieuwe acteurs hebben duidelijk hun best gedaan de oorspronkelijke acteurs minutieus te imiteren. Uitblinker is Molly Brown als Dexters chronisch vloekende zus Debra, wier grote bek verbloemt dat ze worstelt om als jongste in een moeilijk (mannen)gezin haar plek te vinden.
Lees ook
Series, films, ze kunnen niet bloederig genoeg: waarom kijken we zo graag naar seriemoordenaars?
In de oorspronkelijke serie speelde Michael C. Hall in flashbacks schaamteloos zijn jongere zelf door een slechte pruik op te zetten. Hall, intussen 53 jaar, is in deze serie vervangen door de Ierse acteur Patrick Gibson. De serie eert deze grap door hem ook met een afzichtelijke mat door het leven te laten gaan voordat hij naar de kapper mag. Noem het Dexter-humor en die spat weer van het scherm. Hall spreekt wel nog steeds Dexters interne monologen in, wat zorgt voor fijne continuïteit.
Ook in dit seizoen lopen er weer moordenaars rond die opgeruimd moeten worden, maar het draait om het ontkiemen van Dexters bloeddorst. Een sleutelrol ligt hier voor zijn adoptievader Harry Morgan (Christian Slater), die Dexter wil leren zijn moordlustige driften te beheersen. We leren meer over Harry’s dubieuze motivatie zich zo te bekommeren om Dexter. Daarvoor haalt Original Sin Harry aardig door het slijk en de gesjeesde Christian Slater staat nog ver af van de gravitas waarmee acteur James Remar gestalte gaf aan het geweten van Dexter in de originele serie.
Voor kijkers die weten wat komen gaat, zit de spanning vooral in twee zwaarden van Damocles die boven de plot hangen: het traumatische moment uit Dexters kinderjaren dat hem in een monster zal veranderen en het noodlottige besef van Harry Morgan dat hij dit beest niet heeft kunnen temmen.
Bestaansrecht
Dankzij vlot camerawerk en montage oogt de serie als vanouds. De kenmerkende soundtrack is ook terug, al wordt deze iets te vaak vervangen door nummers die kijkers eraan moeten herinneren dat dit écht de jaren negentig zijn. Technisch zit het dus goed. Maar de serie stuit op een fundamenteler probleem waarmee prequels vaker kampen: wat voegt hij toe?
Dexters coming of age wordt in de oorspronkelijke serie al uitgediept, evenals hoe hij gedoemd is te eindigen. De hoogtepunten uit deze beginperiode zijn al verteld en de details die Original Sin invult zijn overbodig. Bovendien gaat de serie snel voorbij aan sleutelmomenten, zoals zijn eerste moord en Harry Morgans twijfel om hem hiervoor groen licht te geven.
Patrick Gibson groeit per aflevering in zijn rol als sociaal stuntelend roofdier. Al is hij eerder aandoenlijk dan dat je de kriebels van hem krijgt, deels omdat hij niet de ruimte krijgt echt vreemd te zijn. Een gemiste kans, want juist met deze periode zou de serie de enorme afstand die Dexter tot anderen voelt kunnen verkennen.
Een herhaling van zetten dus. Wie daar tevreden mee is, kan zijn borst natmaken. Later dit jaar volgt namelijk Dexter: Resurrection, dat een direct vervolg is op New Blood en de herrezen Dexter volgt in het nu. Een spin-off over het vroegere leven van de Trinity Killer, Dexters nemesis in het sublieme vierde seizoen, is ook al in ontwikkeling. Zo zijn er straks evenveel Dexter-series als van CSI: Crime Scene Investigation. Overdreven? De première van Original Sin trok in de VS meer dan twee miljoen kijkers. Dexter is pas aan het opwarmen.
Van Hannibal Lecter tot Jack the Ripper, en van Bob uit Twin Peaks tot bloedsporenanalist Dexter, die deze week terugkeert voor een derde serie: seriemoordenaars zijn geliefde monsters. Geen mens staat verder af van de doorsnee seriekijker die braaf op de bank zit en geen vlieg kwaad doet, zou je denken. Waarom zijn ze dan toch populair?
Juist omdat het monsters zijn, is het eenvoudige antwoord. Scary fun! Kijkers willen zich opwinden en dat lukt beter met een schurk dan met een held. De seriemoordenaar is daarbij een exotische extra large schurk. In een gewone misdaadserie moet de detective één moord oplossen. Daar is verder geen haast bij want die is toch al gepleegd. Maar de seriemoordenaar gaat door, dus de detective moet harder rennen om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Verder doodt de seriemoordenaar willekeurige passanten, dus ook jij kan het slachtoffer worden. Een stuk enger en spannender dus.
Meer nog dan de enkelvoudige moordenaar heeft de seriemoordenaar kleurrijke en buitengewone eigenschappen. Lange tijd blijven ze de detective te slim af, of ze spelen een spelletje met haar door bijvoorbeeld aanwijzingen achter te laten op de plaats delict. Dat kleurrijke kan hem ook zitten in de creativiteit waarmee ze moorden en verminken. Zo maakt Hannibal in The Silence of the Lambs van een moordpartij een dramatisch uitgelichte kruisigingsscène, en laat John Doe in Se7en (1995) zijn slachtoffers de zeven doodzonden uitbeelden.
Van verhalen over helden die goede daden verrichten leren we niets. Juist geconfronteerd met het kwaad – veilig weggestopt achter het tv-scherm – kunnen we definiëren wat onze moraal is. Wie in de ogen van het monster kijkt, kijkt ook een beetje in de eigen ziel. „Men wordt niet verlicht door zich figuren van licht voor te stellen, maar door zich bewust te worden van de duisternis”, schreef de Zwitserse psychiater Carl Jung.
Doorgaans zijn seriemoordenaars perverse zonderlingen met gruwelkelders maar je hebt er ook die juist geestig, slim, verfijnd zijn. Mannen van goede smaak als Hannibal en Dexter. Met dit type kun je soms een heel eind meekomen, niet in hun daden, wel in hun drijfveren. Dexter is een wreker – hij vermoordt andere seriemoordenaars. Boekverkoper Joe uit You (2018-2025) handelt uit jaloezie, zijn slachtoffers zijn vooral liefdesrivalen die wij toch al eikels vonden. Seriemoordenaars koesteren een wrok tegen de wereld. Ze zijn bijvoorbeeld slecht behandeld in hun jeugd. Die wrok is herkenbaar. Dat een ander hem omzet in wraak, kan voor de kijker bevrijdend voelen.
De seriemoordenaar kan een beroemdheid worden, een media darling die zich boven de wet plaatst. Ze zijn sterren, dus ze zijn niet gebonden aan de moraal van de gewone stervelingen – als moderne versies van Nietzsches Übermensch. De gesjeesde student Raskolnikov in Dostojevski’s roman Misdaad en Straf (dertig keer verfilmd) meent dat Grote Mannen mogen doden op hun weg naar het licht. Verder dan een dubbele bijlmoord komt hij overigens niet, dus hij blijft een kleine speler.
Lees ook
Seriemoordenaar Dexter is een franchise geworden: hij moordt rustig verder
De film Natural Born Killers (1994) laat zien hoe een aantrekkelijk liefdeskoppel op moordtocht de nieuwsmedia naar zijn hand zet. Echte seriemoordenaars als Ted Bundy en Jeffrey Dahmer (beiden herhaaldelijk onderwerp van films en series) kregen een schare begripvolle aanbidders die geloofden in hun onschuld, of die hun daden vergaven. Hibristofilie heet dit fenomeen. Doordat hij wet en gezag tart, kan de seriemoordenaar een soort rebel en volksheld worden. In Joker (2019) wordt de superschurk na een tv-optreden bevrijd door relschoppers die hem als hun held zien. Joker danst voor hen op een politieauto terwijl hij met bloed een lachende mond op zijn gezicht tekent.
Se7en kwam dertig jaar geleden uit, en draait daarom weer in de bioscoop.
Zonder veel ruchtbaarheid en marketing staat er opeens een nieuwe serie van de befaamde Japanse cineast en Gouden Palm-winnaar Hirokazu Kore-eda (Shoplifters) op Netflix. Al het pr-geweld ging begin januari blijkbaar naar het nieuwe seizoen van Squid Game. Asura is de tweede Netflix-serie van Kore-eda, na het fijnzinnigeThe Makanai: Cooking for the Maiko House.
Het even fijnzinnige Asura is de remake van een Japanse serie uit 1979, tevens het jaar waarin Kore-eda, specialist in het maken van films over (alternatieve) families, zijn hervertelling situeert. De zevendelige serie gaat over vier zussen, van binnenvetter tot extravert, die erachter komen dat hun vader een buitenechtelijke verhouding heeft. Ze reageren er elk op hun eigen manier op, maar komen ook veel samen om erover te praten. Want weet hun moeder er van? En heeft hun vader nou wel of niet een kind bij zijn minnares verwekt?
De scènes waarin de zussen samen zijn behoren tot de beste van de serie. Zelden heeft een filmmaker zo subtiel de onderlinge verhoudingen van vier zussen geschetst. Ze hebben veel lol, plagen elkaar, hebben zelf ook zo hun geheimen maar altijd is hun diepe onderlinge band voelbaar. Naast hun vreemdgaande vader spelen andere mannen een bescheiden rol, waarbij de echtgenoot van Makiko de belangrijkste is. Hij vertegenwoordigt de gemiddelde Japanse man anno 1979, het tijdperk waarin het heel normaal is dat mannen vreemdgaan. Hij verdedigt steevast zijn schoonvader en wil hem zelfs in huis nemen, mocht dat nodig zijn.
Behoedzaam
Asura is een kalme serie waarin het drama heel klein, soms bijna onzichtbaar is gehouden. De dood van een personage wordt bijvoorbeeld zelfs helemaal niet getoond. Een behoedzame benadering die de hele serie typeert. Een goed voorbeeld is Makiko, de zus aan wie Kore-eda de meeste aandacht schenkt. Als zij erachter komt dat haar echtgenoot ook vreemdgaat, reageert ze nauwelijks. Er volgt geen confrontatie, ze blijft doorgaan met de voorbereiding van het diner voor haar man en hun twee tieners. En dan eindigt de aflevering. In de volgende aflevering zien we haar in een buurtsupermarkt. De camera volgt haar terwijl ze door de halve winkel loopt, qua handeling gebeurt er ogenschijnlijk niets. Ze blijft staan bij een rek met ingeblikt fruit dat ze aandachtig bestudeert. In het volgende shot loopt een winkelbediende achter haar aan die vraagt of hij in haar tas mag kijken. De kijker moet zelf concluderen dat Makiko blijkbaar iets gestolen heeft, de diefstal zelf wordt niet getoond. Wél het vervolg: als ze in het kantoor van de winkel, met twee blikken fruit zichtbaar op tafel, wacht op de komst van de politie breekt ze en begint ze steeds emotioneler te vertellen over haar overspelige echtgenoot. Grote emoties waar de mannen die haar ondervragen geen raad mee weten. De aardige winkeleigenaar laat haar zelfs gaan, hij is even empathisch als Kore-eda voor alle zussen. De scène laat zien dat Makiko wel degelijk onthutst is over haar overspelige man, de diefstal was uit woede/verdriet/frustratie – de kijker mag zelf bepalen hoe haar stelen te interpreteren.
Het is een schitterende scène die illustratief is voor de ingehouden aanpak van Kore-eda. Het gaat hem niet om de (grote) gebeurtenissen in de levens van de vrouwen, maar om de (mogelijke) nasleep ervan. Emoties lijken afwezig maar details verraden de gevoelens van de zussen, die soms van binnen koken maar dat niet tonen.
Dat niet tonen of uitspreken van gevoelens levert wel weer fraaie momenten op, zoals de scène waarin Takiko haar aanbidder niet binnen laat. Ze voelt zich lelijk en begrijpt niet wat hij eigenlijk in haar ziet. Toch pakt ze door de deuropening zachtjes zijn hand vast. Een prachtige, hartverscheurende scène waar de serie vol mee zit.
Een mysterieuze vrouw belt aan bij de flat, Julian doet open maar ziet niemand op de galerij. Dan zwenkt de camera naar rechts en staat daar Katja Schuurman verstopt achter een muurtje!
Het zoemt al een tijdje rond, maar dinsdagavond zal actrice Katja Schuurman dan toch echt terugkeren in Goede Tijden Slechte Tijden (GTST). Dinsdagavond komt ze alleen nog belletje trekken, woensdag bestelt ze een fles wijn (een pinot noir van Vigne de Clos Monmartre) en donderdag is dan eindelijk het weerzien met haar oude geliefde Julian Verduyn (Cas Jansen). Ze komt hem een „mooi groot geheim” vertellen en zal dan weer vertrekken.
Katja Schuurman (Bunnik, 1975) werd in 1994 plotseling wereldberoemd in Nederland toen ze een vaste waarde werd in de dagelijkse soap van RTL. Nog steeds is zij de beroemdste actrice uit de serie, al heeft ze inmiddels vele andere rollen gespeeld, onder meer in Costa!, de Theo van Gogh-film Interview, en de thriller Nieuwe Buren. Zij speelde in GTST de rol van de aanminnige Jessica Harmsen. In 1999 vond ze het welletjes, haar personage reed de serie uit, achterop de motor van Julian, met een lila sjaal wapperend uit haar rode rugtas. Ze gingen samen op wereldreis om nooit meer terug te keren.
Cas Jansen als Julian en Katja Schuurman als Jessica. Foto RTL.
Julian keerde eind 2019 terug in de serie. Onlangs vertelde hij in de serie dat Jessica hem in Parijs had laten zitten voor een Fransman. En nu, 25 jaar later, wordt hij herenigd met Jessica. Schuurman licht toe: „Ik ben wel vaker gevraagd, en ik dacht niet dat ik het ooit zou doen. Het lag al zo ver achter me. Maar ik ben met Babette van Veen een dansfeest vol humor en verrassingen aan het organiseren, het Grote Ademnood Discobal, 8 november in Afas Live. Toen ik foto’s uit die tijd terugkeek, kwam alles weer bovendrijven.”
Linda, Roos en Jessica
Samen met twee andere GTST-actrices vormde Schuurman in de jaren negentig het zangtrio Linda, Roos en Jessica, dat zes hits scoorde, met als grootste ‘Ademnood’. Een van de drie, Guusje Nederhorst, is jong overleden. Maar met Van Veen zal Schuurman op het Grote Ademnood Discobal de hits van weleer zingen. „‘Ademnood’ heeft een langere adem dan ik dacht. Het staat in de top-4 van meest aangevraagde nummers in karaokebars. Ik ziet het lied ook geregeld terugkeren op de socials, in bijvoorbeeld een fanfare-versie, een rapversie, of met een accordeon.”
Hoe kijkt Schuurman terug op haar tijd in GTST? „De plotselinge beroemdheid was overweldigend. Ik was zo jong, negentien, ik kom uit een VPRO-gezin dus mijn vader zei: ‘als je dat gaat doen, kom je het huis niet meer in’. Ik beloofde hem één jaar GTST te doen en dan mijn studie politicologie weer op te pakken.”
De actrice vond vooral de omslag moeilijk van „gewoon Katja uit Bunnik” naar de beroemdheid Katja Schuurman van wie iedereen wat vond. „En dat in een tijd waarin ik zélf nog moest uitvinden wie ik eigenlijk was. Veel mensen waren extreem positief – waardoor ik dacht: ‘nou nou, dat is ook weer overdreven’ – en anderen dachten: ‘jong meisje, ziet er sexy uit, zal wel geen inhoud hebben.’ Ik probeerde dat dan recht te zetten – ‘ho ho, wacht even, ik zal het even uitleggen’ – wat natuurlijk niet lukte.”
Schuurman keert terug in een stuk gezapiger Meerdijk dan het dorp wat ze 25 jaar geleden verliet. In de jaren negentig werd ze nog dagenlang opgesloten in Ludo’s paardenstal en moest ze een hartoperatie ondergaan na een schorpioenbeet, waarna ze het donorhart kreeg van haar ex-vriend die toevallig net was verongelukt. Haar geliefde Julian was een incestkind dat per ongeluk met zijn halfzus sliep, een zelfmoordpoging deed, en wilde trouwen met een Roemeense sekswerker om haar aan een verblijfsvergunning te helpen, maar ze werd op de bruiloft doodgeschoten door haar pooier.
Nu bevat de serie meer alledaagse problemen, herkenbaar voor de kijkers. GTST is nog altijd een belangrijke vaste waarde voor zender RTL4, maar de kijkcijfers lopen al jaren geleidelijk terug. Volgens kijkcijferonderzoeker NMO keken in 2002 nog gemiddeld 1,7 miljoen mensen, vorig jaar waren dat er nog 877.000. De betalende kijkers van Videoland zijn hierin niet meegeteld. Dit seizoen zitten de kijkcijfers weer in de lift, richting de één miljoen. Alledaagsheid is daarbij een belangrijke kernwaarde.
Jessica’s oude vlam Julian is de belichaming hiervan. De hunk van weleer is inmiddels een opa op een flatje, herstellende van zijn eerste hartaanval, en mopperend over de vuilniszakken op de galerij. Schuurman: „Is hij al opa? Dat wist ik niet. Ik deed laatst mee aan een GTST-quiz maar ik scoorde matig. Ik was ook vergeten dat ik een nieuw hart had gekregen.”
GTST, maandag tot en met donderdag RTL4, 20.00 uur. En Videoland.
Kekius Maximus (2024-2024) is niet meer. De monnik overleed op het extreem hoge 94ste level in de game Path of Exile 2, na uren trouwe besturing door techtopman en supergamer Elon Musk.
Althans, aldus Musk zelf, die de afgelopen maanden uitgebreid over de game tweette. Met zijn personages stond Musk hoog in de ranglijsten van het spel, in de top-10 zelfs. Maar zijn normaliter trouwe gamer-achterban had kritische vragen. Hoe vond hij de tijd om tijdens een presidentiële transitie zoveel te gamen? En waarom snapte hij in zijn video’s over het spel zo duidelijk niets van wat er om hem heen gebeurde? Op sociale media vloeide de hoon uit vele vingers: kijk hoe Elon Musk, het genie van Tesla en SpaceX, niet eens weet hoe hij een toverdrank moet drinken.
„No way dat hij zelf die ranglijsten gehaald heeft”, zegt de Nederlandse muzikant en hartstochtelijk Path of Exile-speler Juri Meijer via de telefoon. Path of Exile is een fantasyspel, waarin je een personage speelt dat in kerkers op zoek gaat naar vijanden en schatten. Wordt je personage gedood, dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen. „Veel mensen knappen af op Path of Exile 2 omdat je er zoveel tijd in moet stoppen, ook in de voorbereiding. Om je personage aan te maken moet je honderden keuzes maken, en voordat je in de competitieve ‘endgame’-fase bent, level 65, ben je vijftig uur verder. Die man heeft drie bedrijven!”
‘Man van het gamervolk’
Musk kon de afgelopen jaren rekenen op de steun van conservatieve gamers op zijn platform X. Met zeer technische discussies over spellen, hun ontwerp en techniek probeerde hij zich voor te doen als ‘man van het gamervolk’. Maar influencers aan die kant van het gamerspectrum keren zich nu tegen hem. Zo bespotte de zeer invloedrijke gamestreamer Zack Hoyt (Asmongold, 3 miljoen volgers) hem in meerdere video’s. Musk was een „account-booster”, zei Hoyt: iemand die andere gamers inhuurt om als zijn personages te spelen, zodat ze zo sterk mogelijk worden.
Path of Exile 2 is maar een spelletje. Toch lijkt Musk zichtbaar gekrenkt. Hij viel Hoyt aan op X en lekte privégesprekken met hem. Musks ex, de Canadese zangeres en muzikant Claire Elise Boucher, beter bekend als Grimes, stuurde een bericht de wereld in waarin ze zijn gameprestaties prees. „Ik heb het met mijn eigen ogen gezien.”
Afgelopen week gaf Musk schoorvoetend toe dat hij spelers in Azië betaalt om zijn gamepersonages zo hoog mogelijk in de toplijsten te krijgen. „Iedereen doet het”, schreef Musk aan YouTuber NikoWrex, die toestemming kreeg om de informatie te delen. „Anders kun je niet winnen.”
Juri Meijer vindt het onzin: Musk moet gewoon van de ranglijst worden gehaald. „Mensen nemen deze game serieus, hij zet nu spelers in de zeik die er honderden uren insteken.”
Path of Exile 2. Grinding Gear Games
Conservatieve gamers
Waarom vindt een van de machtigste mannen ter wereld het zo belangrijk om te scoren in een nichegame? „Hij wil cool gevonden worden”, denkt Meijer.
Het is niet raar dat zo’n prominent figuur op rechts inspeelt op de interesses van deze doelgroep. Althans, niet in de Verenigde Staten. Ruim tien jaar geleden, in 2014, begon daar ‘Gamergate’, een beweging van boze gamers, veelal wit en man, die meenden dat vrouwen en minderheden stelselmatig werden voorgetrokken door gamejournalisten. De beweging breidde zich snel uit naar kritiek op games die te veel diversiteit zouden bevatten – bijvoorbeeld een spel met een zwart hoofdpersonage of een vrouwelijk personage dat er ‘te mannelijk’ uitziet.
In reconstructies over de opkomst van Donald Trump als politiek figuur wordt Gamergate vaak aangewezen als leerschool. Het was de eerste keer dat boze jonge mannen zo nadrukkelijk online tekeer gingen tegen diversiteit, en hun gedachtegoed zo efficiënt wisten te verspreiden onder leeftijdsgenoten. Ironie, memes en boze YouTube-tirades waren hun wapens.
En Twitter (nu X), waar tijdens Gamergate een eigen cultuur van conservatieve, anti-woke gamers ontstond.
Trumpiaanse politici in de Verenigde Staten spelen nog altijd gretig in op dit ressentiment. Het is geen toeval dat Trump in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2024 de populaire podcasts van gamers als Theo Von en Adin Ross aandeed: daar zit zijn jonge achterban.
Hip rechts
Ook voor Musk heeft die jonge achterban waarde: deze gamers zijn deel van het nieuwe hippe rechts, dat alles van technologie en het internet weet. Maar hij is geen opportunistische nieuwkomer – hij heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij een gamer is. Zijn eerste gamesgerelateerde tweet dateert uit 2012, waarin hij de spellen BioShock en Fallout: New Vegas roemt – games over rijke industrialisten die wanhopig grip proberen te houden op de post-apocalyptische wereld die ze zelf gecreëerd hebben. In de omgang met gamers op Twitter stuitte hij de afgelopen jaren steeds meer op Gamergate-gedachtegoed, en raakte hij bevriend met conservatieve game-influencers als Ian Miles Cheong.
Wanneer blockbustergame Elden Ring in 2022 het hele gamende internet in zijn greep houdt, snelt ook Musk naar Twitter om trots zijn personage te laten zien. Kenners lachten hem uit om zijn rare keuzes. Het is vermoedelijk een deuk in zijn ego geweest: zijn imago als techgoeroe die natúúrlijk net als alle hippe techjongens veel games speelt, werd in twijfel getrokken. Een jaar later staat Musk ineens hoog in de ranglijsten van de game Diablo 4. Hij tweet er eindeloos over. Zie? Hij is écht goed in games.
Alleen: Musks aanpak heeft averechts gewerkt. Juist het valsspelen – en het zo nadrukkelijk, bijna dwangmatig opscheppen over gamevaardigheden die hij niet heeft – ligt gevoelig. Elons imago heeft zo een nog grotere deuk opgelopen bij precies die gamers die hij zo graag wilde imponeren.
„Waar is deze knakker naar op zoek?” vraagt Juri Meijer zich af. „Treurig.”
Tachtig jaar geleden werd concentratiekamp Auschwitz bevrijd. De NOS komt overdag met een rechtstreeks verslag vanuit het Wertheimpark in Amsterdam op NPO 1 en ’s avonds met een uitzending op NPO 2 vanuit het nabijgelegen Holocaust Museum. De uitzendingen worden gepresenteerd door Rob Trip. De rechtstreekse uitzending begint met de stille tocht van het Amsterdamse stadhuis naar het Wertheimpark. Ook is er aandacht voor het voorlezen in Kamp Westerbork van de meer dan 100.000 namen van Nederlandse Joden, Sinti en Roma die slachtoffer werden van de Holocaust. Bij het Spiegelmonument ‘Nooit meer Auschwitz’ van Jan Wolkers worden kransen gelegd en toespraken gehouden, in aanwezigheid van Holocaust-overlevenden en nabestaanden. Onder de sprekers zijn de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en voorzitter Jacques Grishaver van het Nederlands Auschwitz Comité.
André Waardenburg
Ondergrondse Ark van Noach
De intrigerende sciencefictionserie Silo gaat over een samenleving in een ondergrondse stad van 144 verdiepingen. Zo’n tienduizend mensen leven in deze verticale Ark van Noach omdat het buiten te gevaarlijk zou zijn. Daarbij denk je al snel aan totalitair bestuurde samenlevingen die mensen tegen alle prijs binnen wíllen houden. Dat heeft natuurlijk met macht te maken. Die is in handen van een burgemeester, een rechter, een sheriff en het hoofd van de IT-afdeling. Hoofdpersoon Juliette (Rebecca Ferguson) een onverschrokken en koppige monteur, die pas kan nadenken als haar handen iets te repareren hebben. Zij heeft het geschopt tot sheriff. Het tweede seizoen van de serie is vanaf nu helemaal te zien, vervolgseizoenen zijn in de maak. Ook met Rashida Jones, David Oyelowo en Tim Robbins.
Dana Linssen
Vanaf de geboorte gevangen
In de verre toekomst is een celstraf niet langer juridisch opgelegd, maar iets dat een bevolkingsklasse bij de geboorte al meekrijgt. Jij bent onderdeel van deze minderheid, met een gevangenisstraf van één miljoen jaar in een futuristische inrichting. Je mag niet zitten en zelfs niet meer dan vijf stappen achter elkaar zetten zonder dat je straf wordt verhoogd. De enige manier om zulke privileges te bemachtigen is door levensgevaarlijke missies uit te voeren. Freedom Wars verscheen in 2014 voor de zakspelcomputer van PlayStation, maar is nu vernieuwd voor moderne platformen. Het is vooral een actiegame: door monsters te verslaan krijg je betere uitrusting en kun je nieuwe uitdagingen te lijf. Houd dat lang genoeg vol, en wie weet doorbreek je uiteindelijk de cyclus van het trieste gevangenisleven.
Bastiaan Vroegop
Compositie voor Amsterdam
Live vanuit het Concertgebouw Amsterdam: het Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor met Stanislav Kochanovsky als dirigent. Met deze zaterdag ‘Labyrinth’ van componist Peter-Jan Wagemans (een wereldpremière). Wagemans schreef deze driedelige compositie voor de viering van 750 jaar stadsrechten van Amsterdam. Hij baseert zich in de muziek op de regels van het liedje ‘Aan de Amsterdamse grachten’. Een jongen bezoekt met zijn ouders zijn oma in Amsterdam, gaat de kamer uit en begint te zwerven door een omgeving die vreemder en betovender is dan alles dat hij tot nu toe heeft meegemaakt. Verder speelt het orkest ‘Symfonie in d’ van Anton Bruckner, ook wel de nulde symfonie genoemd. Hij schreef het werk na zijn eerste symfonie, maar was er zo onzeker over dat hij het werk niet nummerde. Tegenwoordig beoordelen liefhebbers van zijn muziek deze symfonie veel positiever.