Het dramatische vertrek van de populaire Poolse sopraan Malgosia werd breed uitgemeten in de vierde week van B&B Vol Liefde (RTL4). Ze werd verliefd op kasteelheer Albert in Spanje, deelde het bed met hem – kijk, zijn pakje sigaretten lag nog op het nachtkastje! – maar hij verloor zijn interesse toen nieuwe kandidate Joyce zich meldde. Op haar laatste avond schoffeerde Albert de doortastende diva doordat hij haar opera-aria’s wilde laten zingen op een jazzavond. Gekwetst liep ze weg.
Malgosia was populair bij de kijkers, ondanks, of misschien juist dankzij haar criminele verleden. Vorige week bevestigde de omroep, na vragen van RTL Boulevard, dat Malgosia in de gevangenis had gezeten. Wat ze had misdaan vertelde RTL er niet bij. Ook niet hoe ze door de screening was gekomen.
De Belgische versie van het programma heeft ook per ongeluk een ex-gedetineerde in de cast. De Nederlandse b&b-houder Jelmont zou volgens Het Laatste Nieuws als fysiotherapeut een beroepsverbod en gevangenisstraf hebben gekregen wegens ontucht met twee cliënten. En hij lag al zo slecht in het programma. Twee gevluchte dates noemden hem „een grove boer, die hen geen aandacht gaf en vaak dronken was”. „Gedegouteerd” verlieten zij het pand, aldus Het Laatste Nieuws.
Reality-tv kent wel meer controverses rond deelnemers die een strafblad hebben of die zich misdragen. Maar die schandalen vinden meestal plaats in een andere hoek van het genre, in programma’s als Temptation Island en Big Brother die trachten het slechtste in de mens naar boven te halen. Een gemoedelijke datingshow als B&B Vol Liefde kan ook niet zonder sociaal onaangepaste types, maar het draait om de schutterige, oprechte zoektocht naar vriendschap en genegenheid van min of meer sympathieke personages.
Cruciale raad
Albert, de hotelier die Malgosia dumpte, had het al verbruid bij de kijker toen hij onthulde dat hij zijn geslacht ‘Sjaak’ noemde. Ook Marcel, liefdeskandidaat van b&b-houder Mirjam in Zuid-Afrika, kreeg veel haat op X. De kokkin Thapsi gaf hem in de keuken cruciale raad: hij moest minder over zichzelf praten en meer vragen naar Mirjams leven. Tot verbijstering van de kijkers sloeg hij deze wijze raad in de wind. Na een desastreuze sushi-avond is hij nu op weg naar de uitgang. Veel over zichzelf praten en weinig belangstelling tonen voor de ander is een kwaal die meer mannelijke kandidaten hebben in B&B Vol Liefde. Daarbuiten trouwens ook. Zo zij wij mannen opgevoed, vrees ik. Dat krijg je er moeilijk uit.
De oude hippie Thijz lijkt nu ook te dalen in de populariteitspoll door de horkerige wijze waarop hij zijn liefdeskandidaten wegstuurt van zijn achenebbisj natuurcamping. Deze week ergerde hij zich dood aan de enige overgeblevene Mariël. Eerst kibbelden ze over het schoonmaken van de wc. Mariël vond de dweil te smerig, Thijz vond dat gezeur. „Zwijg! Vrouw!” zei hij achter haar rug om tegen de camera. Later wilde hij haar schilderen maar ze vond het koud in zijn atelier en vroeg of hij de houtkachel kon aansteken. Nog meer gezeur, vond hij. Ook meende hij dat ze niet goed stilzat bij het poseren.
Donderdag gooide hij Mariël eruit. ’s Avonds hadden ze een meningsverschil gehad over de wereldproblematiek, aldus de voice-over. Verder kregen we niet te horen of te zien waar dat over ging; een opvallend hiaat in een programma waarin juist alle botsinkjes breed uitgemeten worden. Volgens de podcast Reality Check is Thijz een antivaxxer. De makers vermoeden dat hij ook andere wappie-denkbeelden onder de leden heeft. Wellicht ging de ruzie daarover.
Thijz bleef alleen achter met zijn boezemvriend Ruben, een ronde kabouter met een lange baard en net zo’n gele rooksnor als de campingbaas. Die vriendschap zag er zo vredig en hecht uit dat er eigenlijk geen vrouw tussen paste.
De podcast This is not a drill, eerder bekend onder de al even alarmerende titel Doomsday Watch, onderzoekt ontwikkelingen die de mondiale stabiliteit bedreigen. We horen bekende verhalen: radicalisering in Europa en de Verenigde Staten, geopolitieke dreiging vanuit Rusland en China, democratieën die worstelen met technologieën waarmee desinformatie verspreid wordt.
Maar er is ook ruimte voor minder zichtbare verhalen, zoals de recente coups in Oost- en Centraal-Afrikaanse landen zoals Mali, Guinee en Soedan. Hoe bestendigen autocraten hier hun macht, en waar liggen de kansen voor democratie?
Met zijn fijne, licht-Schotse accent schetst voormalig BBC-News presentator Gavin Esler in elke aflevering de contouren van een dreiging op het wereldtoneel. Daarna spreekt hij erover met correspondenten, onderzoekers, vooraanstaande politici, ambtenaren of medewerkers van mondiale instituties. Hij is kritisch, doortastend en doelgericht; een doorgewinterde interviewer.
Het nieuws heeft de podcast enigszins ingehaald. Het had De Co-Med Crisis goed gedaan om te kunnen openen met de ontwikkeling dat de huisartsenpraktijk Co-Med, na een veelvoud aan misstanden en gebrekkige zorgverlening, gaat sluiten.
Er scheelt meer aan deze podcast. De muziek is vaak niet dienend aan het verhaal, eerder overheersend en afleidend. En de voice-over van EenVandaag-journalist Paul Schram is veel te nadrukkelijk verontwaardigd – de ernst van de situatie wordt al goed duidelijk uit de betogen van geïnterviewden.
Maar journalistiek gezien is het een interessant verhaal. Schram volgt de wantoestanden rondom de huisartsenzorgketen namelijk al jaren. Gedupeerden komen aan het woord, artsen, (oud)-medewerkers, Co-Med-oprichter Guy Vroemen zelf en, bijna nog interessanter, zijn voormalig zakenpartners. Zij onthullen een verontrustend verleden.
„Eerlijk zeggen: geloofde je haar, of dacht je dat ze deed alsof?” Podcastmaker Dan Taberski (9/12, Missing Richard Simmons) windt er geen doekjes om. Hij spreekt een aantal oud-leerlingen, inmiddels volwassenen, die op dezelfde middelbare school in het stadje LeRoy in de staat New York zaten, toen een grote groep meisjes dezelfde onverklaarbare symptomen – spasmes, stotteren, schijnbaar oncontroleerbare hoge keelgeluiden – begonnen te vertonen. De zaak werd groots uitgelicht in de media. Was dit massahysterie? Of was er meer aan de hand?
Taberski’s vreemde uitstapjes – rebelse tieners die hun haar met limonade-siroop verfden, de vele grappen, zoals het steeds terugkerend gesteggel over de uitspraak van LeRoy, en de waanzinnige strijkmuziek: de sfeer in deze podcast is ijzersterk. Maar ook de onderliggende thema’s zijn fascinerend. Kunnen groepen mensen gezamenlijk een emotie ervaren? En natuurlijk de vraag: zit het tussen je oren, of bestaat het echt – is daar überhaupt een onderscheid tussen te maken?
Uiteindelijk gaat Hysterical vooral over de menselijke neiging om op alles een antwoord te willen vinden, zelfs als die behoefte in de weg staat van een verzoening.
Toen Melanie Mitchell in 1990 promoveerde als computerwetenschapper, kreeg ze het advies om in sollicitatiebrieven vooral niet de term kunstmatige intelligentie te laten vallen. De wereld was teleurgesteld in deze technologie, die niet aan de verwachtingen had voldaan. Anno 2024 is de situatie 180 graden gedraaid. „Wie ik ook ontmoet: ze willen mijn mening over AI horen. Als ik mijn haar laat knippen bijvoorbeeld, en de kapper vraagt wat ik voor werk doe. Iedereen heeft wel van ChatGPT gehoord en heeft nu een mening over AI.”
Daarbij spelen nieuwsmedia een grote rol, zegt Mitchell, die destijds stug doorging met AI-onderzoek en uiteindelijk hoogleraar werd. „Elke keer dat er een grote bewering over AI gedaan wordt, springen de media er bovenop en vergroten ze het uit. Twee jaar geleden was er een ontwikkelaar bij Google die na een gesprek met een van Googles chatbots besloot dat het systeem bewustzijn had. De media gingen los, terwijl het maar één Google-medewerker was die zijn mening gaf. Een mening waar praktisch elke AI-expert het mee oneens was.”
Zo ook Mitchell, die er in een reactie bij CNN fijntjes op wees dat de wetenschap er nog niet eens uit is wat bewustzijn is. Niet lang daarna besloot ze het proactiever te gaan opnemen tegen beweringen over AI. Ze startte op het platform Substack een nieuwsbrief annex weblog, die inmiddels ruim 18.000 abonnees heeft. Haar eerste casus was een reeks nieuwskoppen over hoe de chatbot ChatGPT van ontwikkelaar OpenAI zou zijn ‘geslaagd’ voor onder andere artsexamens. Experimenten die ook in Nederland het nieuws haalden. Mitchell concludeerde dat in alle gevallen sprake was van overdrijving (zie inzet).
Roeping
Melanie Mitchell vertaalt AI-ontwikkelingen al langer naar een algemeen publiek. In haar meest recente boek Artificial Intelligence: A guide for thinking humans legt ze AI verrassend eenvoudig uit. Zo veegt ze de zweem van magie en interessantdoenerij rond de technologie weg: AI is al fascinerend genoeg van zichzelf. Hoewel het boek uit 2019 stamt, riep The New York Times het begin dit jaar uit tot een van de vijf beste boeken over AI.
Mitchell ervaarde kunstmatige intelligentie als haar roeping toen ze als jonge leraar wiskunde in de jaren tachtig het boek Gödel, Escher, Bach van de beroemde computerwetenschapper Douglas Hofstadter las. Ze ritselde bij Hofstadter – die ook veel AI-techneuten inspireerde die nu bij Google of Meta werken – een promotieplek. In 2014 ontstond er een meningsverschil tussen Mitchell en haar toenmalige leermeester. Na het horen van een door AI gecreëerd muziekstuk was Hofstadter bang geworden dat AI de mens spoedig zou gaan evenaren. Mitchell geloofde daar nooit in, maar voelt zich nu gedwongen haar standpunt te heroverwegen.
Haar boek was haar manier om haar gedachten te ordenen. En dat sterkte haar juist. „Ik heb sindsdien nog meer dan eerst het idee dat we nog altijd ver weg zijn van kunstmatige intelligentie op menselijk niveau. En Hofstadter denkt nog steeds dat we er wel eens dichtbij zouden kunnen zijn. We mailen er nog altijd over heen en weer. En geen van beiden overtuigt de ander ooit, haha.”
Is het niet verwarrend voor het publiek dat AI-deskundigen het vaak met elkaar oneens zijn? Mitchell erkent dat, maar ziet het ook als onvermijdelijk. „We zitten in een fase waarin we nog niet de antwoorden op elke vraag hebben.”
Wetenschappers
Ondertussen kijken journalisten juist naar de wetenschap voor duidelijkheid. Lekker concreet is dan de statistiek dat de helft van de AI-onderzoekers de kans dat AI de mensheid zal doen uitsterven op ongeveer 10 procent schat. Mitchell nam het wijdverspreide verhaal onder de loep en stelde vast dat het achterliggende onderzoek verkeerd is begrepen (zie inzet).
Dat laatste is een patroon, vertelt Mitchell. Journalisten nemen of krijgen vaak niet de tijd om de wetenschappelijke papers achter ogenschijnlijk spannende vaststellingen te lezen. Ze proeft de haast in hun mails. „Kan ik u bevragen over dit onderwerp? Mijn deadline is vanmiddag. Of ze sturen me een lange paper en vragen: Kunt u uiterlijk morgenochtend commentaar geven? Nou, nee, dat kan ik niet.”
„Journalisten willen geen slappe citaten, van: In zekere zin, maar het hangt af van je definitie – je weet wel, al dat soort gezwam. Ze willen liever scherpe, overtuigde citaten. Dat levert een beter verhaal op, maar is niet representatief.”
Nu wordt het journalisten ook niet makkelijk gemaakt. „Bedrijven als Google, Meta en OpenAI publiceren resultaten van hun onderzoeken als concept-artikelen die geen beoordeling door vakgenoten hebben ondergaan, maar wel worden overgenomen als feiten. Terwijl het meer een soort persberichten zijn, die er uitzien als wetenschappelijke papers. Het is absoluut moeilijk voor de media om uit te vogelen wat betrouwbaar is.”
Het ging vorig jaar mis toen media berichtten dat GPT4, ook van OpenAI, op eigen houtje een beveiligingstest had omzeild door deze tegen betaling door een freelancer te laten oplossen. „The New York Times berichtte daarover, The New Yorker, andere respectabele media. En het was allemaal gebaseerd op een soort samenvatting, geschreven door de mensen van OpenAI.” In werkelijkheid deed de bot weinig uit eigen beweging: de onderzoekers instrueerden hem vrij precies wat hij moest doen.
Belangen
Onbedoeld dienen journalisten zo de AI-industrie, waar indrukwekkende verhalen de weg plaveien naar grote winsten. AI-wetenschappers hoeven zeker niet te bedelen om subsidie. Maar de verwachtingen kunnen zich snel tegen je keren, weet Mitchell. Wanneer de resultaten tegenvallen, kan de geldstroom opdrogen. „We hebben dat door de hele geschiedenis van AI-onderzoek gezien. Door te veel optimisme of overdreven beloftes over waartoe deze systemen in staat zullen zijn, ontstaan AI-winters.”
Het jaar 1990, toen Mitchell haar anti-AI-advies kreeg, viel in zo’n AI-winter. Op dit moment is het weer lente. Volgens Mitchell gaat het om een cyclus met fases van vijf à tien jaar – wat zou betekenen dat de bubbel binnenkort weer barst.
Het scheppen van te hoge verwachtingen komt ook in andere wetenschappelijke disciplines voor, erkent ze. „Maar omdat het publiek zo geïnteresseerd is in AI, omdat het zo’n cultureel fenomeen is geworden, heeft het een veel grotere impact wanneer je die gigantische beloftes doet.”
Algemene intelligentie
Vaak wordt daarbij op één specifieke mijlpaal gefocust. „In de jaren vijftig en zestig klonk het: wanneer een computer kan schaken als een grootmeester, is dat een teken dat we artificial general intelligence (‘algehele’ kunstmatige intelligentie, red.) hebben. Dan is die schaakcomputer er, en dan blijkt dat toch niet zo.
Of neem ChatGPT, dat in een gesprek soms moeilijk van een mens te onderscheiden is. „Dat vereist toch zeker algehele intelligentie, was het idee.” Inmiddels weten we beter: ChatGPT kan goed praten, maar kan ook heel veel niet wat mensen wél kunnen. „Het blijkt extreem complex om menselijke intelligentie na te bootsen, complexer dan we lang dachten.”
Bespiegelingen die snel vergeten zijn wanneer er spannend nieuws rondgaat. Zoals recent de bewering dat chatbots eindelijk zouden slagen voor de Turingtest, waarbij een machine in een gesprek niet meer kan worden onderscheiden van een mens. Mitchell meent dat de test meestal niet wordt uitgevoerd zoals computerpionier Alan Turing hem bedoelde. Ze heeft al een factcheck in de maak. Ze weet dat er zoals altijd mensen zullen zijn die haar te sceptisch vinden. Maar, verzekert ze: „Scepsis vind ik mijn wetenschappelijke plicht.
„En ik zie mezelf niet alléén als scepticus, want bepaalde dingen vind ik heel interessant en opwindend. Ik vind het vreemd om het AI-veld in twee kampen te verdelen, dat van de AI-optimisten en dat van de AI-sceptici. We moeten allemáál een zekere scepsis hebben, want er gaan heel extreme beweringen rond, en elke keer moeten we de zaken heel precies onderzoeken.”
Tijdens de volksopstand in Bangladesh klom een demonstrant op een standbeeld om met een bijl in te hakken op het hoofd. Alleen de brillenpoot brak, verder haalden de bijlslagen niet veel uit. Het standbeeld is van Sheik Mujib, de vereerde vader des vaderlands. Maar hij was ook de vader van Sjeik Hasina, de gehate premier die maandag het land ontvluchtte, dus werd zijn standbeeld meegenomen in de volkswoede.
Het deed denken aan het beeld van de Iraakse president Saddam Hoessein dat werd neergehaald na diens val, of de Lenin-beelden die sneuvelden na de val van de Sovjet-Unie. Standbeelden dienen om nationale helden te eren, maar als de wind draait, worden ze gretig van hun sokkel getrokken.
In de VPRO-reeks Ministerie van standbeelden (NPO 3) gaan komiek Mo Hersi en historicus Manon Portos Minetti langs beelden waarmee iets aan de hand is, bijvoorbeeld omdat de held genocidale neigingen had. Ze beginnen in Hoorn bij het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Sinds de Black Lives Matter-beweging van 2020 klinkt steeds luider de roep om het standbeeld weg te halen, als ongewenst koloniaal symbool.
Dit is een NPO 3-documentaire, en die moeten snel en flitsend zijn, dus erg lang blijft Hersi niet in Hoorn. Fluks schakelt hij naar een geel-wit beeld van een sombere puber. Dit reizende standbeeld vraagt aandacht voor de geestelijke nood van jongeren. Op iedere nieuwe standplaats wordt het beeld bedolven onder de bloemen, kaarsen en foto’s van kinderen die ten onder gingen aan geestesziektes.
Hersi zei in de Volkskrant dat hij niet gelooft in het neerhalen van omstreden beelden als dat van Coen. Hij steekt liever zijn energie in het creëren van nieuwe standbeelden, bij voorkeur van vrouwen en helden van kleur, die er ook op dit gebied bekaaid vanaf komen. Zo was Hersi de stuwende kracht achter een nieuw standbeeld in Almere voor de Curaçaose zwemkampioen Enith Brigitha. Ze was de eerste zwarte vrouw van Nederland die een olympische medaille won en de eerste die een standbeeld kreeg.
Ik hoop dat ze in de komende afleveringen ook het standbeeld behandelen van Michael Jackson dat een tijdje bij de McDonald’s in het Brabantse Best stond. Sinds de popzanger in 2019 postuum werd ontmaskerd als pedofiel staat het gevaarte ergens te verpieteren in een loods.
In de documentaire Hitsville – de geboorte van Motown (herhaling, NPO 2) zien we Jackson aan het begin van zijn carrière. Het negenjarige kind doet in 1968 auditie bij het toonaangevende soullabel. De stem, de danspassen; alles ziet er dan al moeiteloos virtuoos uit.
Sterke documentaire waar ik enorm van heb genoten. Oprichter Berry Gordy, inmiddels 94 jaar, opent met een verhaal over zijn eerste krantenwijk. Hij verkocht een zwarte krant maar besloot hem in een witte buurt te slijten. Met succes. Toen hij echter de volgende dag met zijn broertje terugkwam, verkochten ze niets. Les: „Eén zwart kind is schattig, twee zijn een bedreiging voor de buurt.”
Wat hij met Motown deed was ongeveer hetzelfde: zwarte soulzangers oppoetsen zodat ze acceptabel waren voor de witte markt. Dat zat niet alleen in de gepolijste, swingende sound, maar ook in de keurige kleding en in de lessen die de artiesten kregen in houding, spraak en etiquette. Zwarte muzieksterren waren er al sinds de jaren twintig, maar die moesten doorgaans voor witte bazen werken. Motown was het eerste miljoenenbedrijf dat in zwarte handen was.
Hebben Berry Gordy en zijn sterren al een standbeeld? Motown- zanger Marvin Gaye heeft er al twee. Eén in Washington en één in de Belgische badplaats Oostende. Nu maar hopen dat zijn reputatie bestendiger is dan die van Jackson, Lenin en Coen. Anders zal ook hij op een dag van zijn voetstuk vallen.
Nederland is verknocht aan kneuterige, langzame en no-nonsense realityseries als B&B Vol Liefde, maar datingshows op internationale streamingdiensten kunnen daar bijna niet verder vanaf staan. Meestal worden daar extraverte, schaarsgeklede persoonlijkheden bij elkaar gebracht met schreeuwerige televisie als gevolg. Het rustige Japanse The Boyfriend op Netflix valt daarom extra op tussen die drukke internationale datingshows. Daarnaast is het ook de allereerste romantische realityshow uit Japan die gaat over mensen die op hetzelfde geslacht vallen.
Acht bi- en homoseksuele mannen tussen de 20 en 40 jaar wonen tijdelijk in hetzelfde huis en werken samen in een kleine koffietruck. De een zoekt zo een vriendschap, terwijl de ander hoopt op een relatie met een gelijkgestemde. De 34-jarige ontwerper Taeheon is voor zijn familie nog niet uit de kast en ziet het programma vooral als een kans om te laten zien wie hij is.
Om de voornamelijk introverte mannen te leren makkelijker contact te leggen, wijst de productie dagelijks een deelnemer aan om vanuit de truck koffie en koekjes te verkopen. Diegene kiest wie hij meeneemt door een naambordje om te draaien. Maar ook bij de door de programmamakers geplande dates hoeven de deelnemers elkaar niet letterlijk uit te vragen. De deelnemers stoppen een briefje met hun eigen naam en die van een andere deelnemer in een pot en wanneer twee deelnemers elkaars naam hebben opgeschreven, gaan ze bijvoorbeeld samen naar de dierentuin.
Acceptatie
Met de mooi gefilmde serie hopen de makers op een bredere acceptatie van lhbtq+’ers in Japan. Om de onwetendheid over homoseksualiteit en het ‘vreemde’ ervan weg te nemen, wordt voornamelijk het doodnormale karakter van de mannen benadrukt. 29-jarige IT-medewerker Alan vertelt tijdens een barbecue dat hij verandering van de buitenwereld wil bewerkstelligen door zichzelf te zijn: „Als ik ’s ochtends wakker word, zie ik mezelf als iemand die wereld rondom me kan beïnvloeden. Ik kies ervoor te geloven dat de wereld waarin ik leef vol liefde is.”
The Boyfriend blijft daarbij luchtig en verrassend kuis. Seks bestaat enkel als een knipoog. „Ik hou van grote billen!”, roept Alan na zijn betoog. „Ze worden groter als je er wat in steekt.” Maar de vriendschap tussen de mannen blijkt minstens zo belangrijk als de mogelijke liefde. Door met gelijken op te trekken, leren de deelnemers over de verschillende manieren om openlijk een jonge queer man in Japan te zijn.
De deelnemers kunnen er ook elk moment voor kiezen naar huis te gaan. Zoals 36-jarige gogoboy (danser in een gayclub) Usak, die vertrekt nadat hij een huisgenoot vertelde gevoelens voor hem te hebben. Hoewel die gevoelens niet wederzijds bleken, heeft de verlegen Usak zijn doel voor het programma, namelijk zijn gevoelens voor een andere jongen te durven verwoorden, wel bereikt. Met iedereen in tranen benadrukt hij hoe uniek The Boyfriend is: „Ik denk dat er dingen zijn die we alleen kunt zeggen omdat we hier zijn. Ik hoop dat jullie deze kans zullen koesteren.”
De serie krijgt extra dynamiek door de vijf aanwezige commentatoren, waaronder dragqueen Durian Lollobrigida die de collega’s die niet uit de lhbtq+-gemeenschap komen tekst en uitleg geeft over de gebruiken binnen de gemeenschap. Na een gesprek over hoe lastig het is om uit de kast te komen, legt Lollobrigida uit: „Onze seksualiteit gaat niet noodzakelijk over seks, maar over onze identiteit. Je vertelt iemand wie je bent, en als ze je zo aanvaarden, kan dat zelfbevestiging geven.”
Wel trapt The Boyfriend in dezelfde val waarin bijvoorbeeld het Nederlandse Prince Charming op Videoland ook tuimelt. De mannen zijn stuk voor stuk behoorlijk gespierd. Maar het is misschien niet realistisch om te verwachten dat één seizoen álle barrières doorbreekt. Zeker omdat er ook hoge kijkcijfers gehaald moeten worden in de hoop op een vervolg.
Het Amerikaanse persbureau Bloomberg News heeft zijn excuses aangeboden voor de voortijdige publicatie van een artikel over de grote, internationale gevangenenruil die vorige week plaatsvond. De verschijning van het stuk had de uitwisseling van de gevangenen, onder wie Wall Street Journal-journalist Evan Gershkovich, in gevaar kunnen brengen, schreef Bloomberg-hoofdredacteur John Micklethwait maandag in een memo aan zijn redactie.
„Hoewel ons artikel gelukkig geen verschil maakte, was het een duidelijke schending van onze redactionele richtlijnen”, erkende Micklethwait. Tegen een aantal betrokkenen zijn „disciplinaire maatregelen” genomen, voegde hij daaraan toe. Bloomberg belooft te onderzoeken hoe de fout gemaakt kon worden.
Het artikel, dat de vrijlating meldde van Gershkovich en de eveneens Amerikaanse Paul Whelan, werd donderdagochtend online gepubliceerd, toen de beide mannen nog onder Russische bewaking in een vliegtuig onderweg waren naar de Turkse hoofdstad Ankara, waar de uitwisseling pas zou plaatsvinden. Het Witte Huis had aan een aantal publicaties, waaronder Bloomberg, onder embargo bevestigd dat de uitwisseling aan de gang was. Afgesproken was dat ze pas zouden publiceren na een officiële bevestiging van de regering dat de operatie geslaagd was.
Niet alleen brak Bloomberg dat embargo, het persbureau meldde de vrijlating al voor die een feit was. Micklethwait heeft per brief zijn verontschuldigingen aangeboden aan alle vrijgelaten gevangenen, en ook aan The Wall Street Journal. „Gezien hun onvermoeibare inspanningen om hun verslaggever vrij te krijgen, was dit duidelijk een verhaal waarmee zij voorop hoorden te lopen.”
Eén van der twee auteurs van het stuk, die inmiddels ontslagen zou zijn, schreef op X dat ze in nauw overleg met haar chefs had gehandeld en dat verslaggevers niet besluiten wanneer een stuk wordt gepubliceerd.
Pogroms in dertig Britse steden tegen moslims en asielzoekers. „Racistisch geweld” van „boze mensen” weet het Jeugdjournaal. „Extreemrechts geweld” voegen het Achtuurjournaal en RTL Nieuws eraan toe. Dat deze nieuwsbulletins zeggen waar het op staat is eigenlijk normaal, maar tegenwoordig is dat toch een opluchting.
De Volkskrant gaf de schuld aan „het broeierige zomerweer’’ en aan „de emoties en frustraties” over „de schaduwzijden van de multiculturele samenleving”. De Telegraaf maakte een video waarin de krant de schuld gaf aan de „gebrekkige integratie van migranten”. PowNews liet de racistische JA21-politicus Annabel Nanninga aan het woord die het Europese migratiebeleid de schuld gaf: „die immigratie moet stoppen”. En: „De islamitische gangs doen dit net zo goed.” Witte media vermijden liever het woord ‘racisme’ – zelfs als de neonazi’s door de straten trekken – en geven bij voorkeur de schuld aan de slachtoffers.
Sinds Ongehoord Nederland (ON) in het publieke bestel kwam, geldt omroep PowNed als gematigd. Maar een blik op het YouTubekanaal laat zien dat deze publieke omroep veel gevaarlijker is dan ON. PowNed brengt zijn seksisme en racisme namelijk veel aantrekkelijker. Hoe ontstaat racistisch geweld zoals dat in het Verenigd Koninkrijk? Mede doordat rechtse politici en aan hen gelieerde publieke omroepen een hetze voeren tegen migranten. Dat is het probleem, niet migratie.
Maanlanding
Hoe zou Ongehoord Nieuws, dat met zomerstop is, het nieuws hebben behandeld? Raisa Blommestijn had ongetwijfeld ook de schuld gegeven aan de slachtoffers, die zij niet ziet als mensen, maar als „negroïde primaten”. Wegens haar racistische X-berichten was zij vertrokken bij de omroep, maar dit weekeinde kwam ze weer terug. In een paleisrevolutie heeft de raad van toezicht oprichter Arnold Karskens uit het raam geduwd en de gewipte Blommestijn met gejuich weer binnengehaald.
Een brandbrief van werknemers aan de raad van toezicht, en het antwoord hierop van Karskens, kwamen op straat te liggen. De details waren om van te smullen. Zo zou Karskens van plan zijn om het tijdschrift De Arnold op de markt te brengen. Ook zou hij een verbod hebben uitgevaardigd om tijdens de lunch over de maanlanding van 1969 te praten.
Het conflict tussen Karskens en Blommestijn is ook wonderschoon. Karskens droeg de presentatrice op om meer te lachen, wat bemoeilijkt werd omdat haar lippen zouden zijn volgespoten. Ze mocht van hem ook geen bril dragen. Hierdoor kon ze de autocue niet lezen en moest ze haar teksten uit het hoofd leren. Karskens veranderde die steeds waarna ze weer opnieuw moest beginnen.
Waarom mocht Blommestijn geen bril op? „Wat jongens niet willen/ Zijn meisjes met brillen”, dichtte Dorothy Parker. Maar ja, twee derde van de Nederlandse vrouwen draagt weleens een bril. Zou dat een taboe zijn op tv? Tijd voor een avondje turven van brillende vrouwen.
Bij het beachvolleybal op de Olympische Spelen droegen de Oranjevrouwen zonnebrillen, maar die zetten ze tijdens het interview in hun haar. Het voedselprogramma Alles op tafel had een eierspecialist met een bril. B&B Vol Liefde had de zeventigjarige Anja die een zeeman aan de haak wil slaan („Ik heb absoluut geen lichamelijke afkeer van hem”) In MAX Vakantieman telde ik drie vrouwen met brillen – één gedupeerde en twee deskundigen. Tientallen vrouwen in beeld, in totaal slechts zeven met een bril.
Mannen met brillen kwamen veel vaker voor. Maar voor mannen hebben omroepbazen als Karskens hele andere maatstaven. Mannen op tv mogen ook gerust oud worden, ongeschoren en onderuitgezakt, en ze worden minder vaak onderbroken.
Na een week van radicaal-rechtse demonstraties, rellen, plunderingen en straatgevechten tussen rivaliserende groepen demonstranten en de politie in verschillende Britse steden, geven veel politici de stortvloed aan desinformatie op sociale media de schuld van het geweld. Sinds het nieuws van vorige week maandag uit de kustplaats Southport, waar drie meisjes werden doodgestoken door een jongen uit de buurt, zijn sociale media overspoeld met nepnieuws dat de dader een migrant en een moslim zou zijn. Patrick Hurley, parlementslid voor de regerende Labour-partij uit Southport, zei dat de rellen die later uitbraken bij een moskee ontstonden door deze „leugens en propaganda”.
Het nepnieuws verspreidde zich als een veenbrand over sociale media. In de 24 uur na de steekpartij in Southport hadden sociale media posts die beweerden dat de dader een migrant en een moslim was maar liefst 27 miljoen ‘impressies’, berekende de Britse onderzoeker Marc Owen Jones, auteur van het boek ‘Digital Authoritarianism in the Middle East: Deception, Disinformation and Social Media’. „Een impressie betekent dat mensen deze posts in hun tijdlijn voorbij zagen komen, niet noodzakelijkerwijs dat ze erop geklikt hebben”, zegt Jones aan de telefoon vanuit Doha, waar hij les geeft aan de Hamid bin Khalifa Universiteit. Hij spreekt van een „perfecte desinformatiestorm”.
Dit heeft volgens Jones diverse oorzaken. „Het is belangrijk om te beseffen dat dit niet in een vacuüm gebeurt”, zegt hij. Zo onthulde hij vorige maand een omvangrijke sociale media campagne, met name in Europa, voor de verspreiding van radicaal-rechtse boodschappen over immigratie, de islam en Israëls oorlog in Gaza. Content hierover op sociale media, die werd verspreid en gepromoot met geld van onduidelijke herkomst, zou zeker 50 miljoen mensen hebben bereikt via Facebook, X, YouTube, Telegram en TikTok. Volgens een voorzichtige schatting heeft de politieke campagne alleen al op Facebook tussen de 100.000 en 240.000 dollar aan advertenties uitgegeven.
„Er was dus al van alles gaande, inclusief de oorlog in Gaza, wat de polarisatie in de samenleving had aangewakkerd in de periode voor de dodelijk steekpartij”, zegt Jones. „De brandstof was de afgelopen maanden als het ware al gemorst, en de steekpartij in Southport vormde slechts de lont in het kruitvat. Het had niet hoeven gebeuren. Maar door het gerucht dat de dader een moslimmigrant was, was het welhaast onvermijdelijk dat deze tragische gebeurtenis leidde tot een golf van desinformatie.”
Een andere belangrijke factor vormden de vele radicaal-rechtse politici en opiniemakers die de steekpartij aangrepen om hun anti-immigratieboodschap te verspreiden. „Illegale migrant steekt zes kleine meisjes neer. Word wakker”, deelde de oud-kickbokser en influencer Andrew Tate met zijn 10 miljoen volgers op X. Ook parlementariër Nigel Farage, drijvende kracht achter de Brexit, liet van zich horen. Nadat de politie tegen de gewoonte in de naam van de verdachte had bekendgemaakt, kenelijk om een eind te maken aan de giftige online geruchtenstroom, plaatste Farage een video op X waarin in hij zich afvroeg „of de waarheid voor ons wordt achtergehouden”.
De grootste agitator was Tommy Robinson, voormalig leider van de radicaal-rechtse English Defense League, die nauwe banden onderhoudt met netwerken in Rusland die desinformatie verspreiden. Vanuit Cyprus voerde hij afgelopen week een intensieve campagne op sociale media waarmee hij begrip toonde voor de betogers. Dit kon hij doen dankzij Elon Musk. In 2018 werd Robinson verbannen van Twitter vanwege ‘haatzaaien’. Maar na de overname van het platform door zijn geestverwant Musk werd het account van Robinson weer toegelaten.
Lees ook
Gewelddadige rellen zijn eerste grote test voor het leiderschap van premier Keir Starmer
Behalve door radicaal-rechtse politici en opiniemakers werd de desinformatie ook grif gedeeld door allerlei schimmige nieuwsaccounts op sociale media. Het invloedrijkste account was Channel3Now, dat banden lijkt te hebben met de Russische defensie- en IT-sector. „Wie zit daarachter”, vraagt Jones zich af. „Wordt het account betaald voor die propaganda? Wordt het gerund door een staat? Of is het gewoon iemand die invloed op sociale media probeert te krijgen door een crisis uit te buiten? Het is vaak onmogelijk om daar achter te komen.”
Toch vindt Jones het te makkelijk om het geweld van afgelopen week af te schuiven op sociale media. Want het was nooit zo uit de hand gelopen als politici het nieuws niet hadden gebruikt voor hun eigen agenda. „Gewone mensen werden echt niet ineens gewelddadig door enkele valse berichten op sociale media”, zegt hij. „Het waren vooral aanhangers van de English Defense League, die zochten naar een aanleiding om te rellen.”