Makers ‘Rings of Power’: ‘Je moet Tolkien niet verfilmen als je het niet kunt betalen. Dan wordt het genant’

Charlie Vickers hoeft niet meer te liegen. Tijdens de vele promotie-interviews voor het eerste seizoen van The Rings of Power kon de Australische acteur niet vertellen welk personage hij werkelijk vertolkt in de fantasyserie die zich afspeelt in de wereld van J. R. R. Tolkiens The Lord of the Rings. Dus nee, hij was niet Halbrand, de man die aan het begin van het eerste seizoen de machtige elf Galadriel van de verdrinkingsdood wist te redden.

Aan het einde van het eerste seizoen werd duidelijk dat deze figuur slechts een vermomming was. Vickers speelt Sauron, de ultieme slechterik in het verhaal. „Het is verfrissend om deze keer over het personage te kunnen spreken”, vertelt hij tijdens videogesprekken met enkele cast- en crewleden van de serie. „Ik had veel onderzoek naar Sauron gedaan, maar kon daarover niks delen. Ik speelde zogenaamd een gewone dorpeling.”

De plannen van Sauron om de door elfen, dwergen en mensen bevolkte fantasiewereld Midden-Aarde te onderwerpen, staan op de voorgrond in het nieuwe, tweede seizoen van The Rings of Power. De serie speelt zich af duizenden jaren voor de gebeurtenissen uit The Lord of the Rings, en vertelt hoe Sauron de Ringen van Macht smeedde, waaronder die Ene om allen te regeren en in duisternis te binden.

Rondom het eerste seizoen van The Rings of Power ging het vaak over de hooggespannen verwachtingen. Niet alleen omdat de Lord of the Rings-boeken eerder met veel succes waren verfilmd door de Nieuw-Zeelandse regisseur Peter Jackson, maar ook omdat de serie van Amazons streamingdient Prime Video de duurste ooit zou kunnen worden.

De kosten kunnen oplopen tot een miljard dollar als de vijf geplande seizoenen daadwerkelijk gemaakt worden. Acteur Charles Edwards (de elf Celebrimbor) droogjes: „Je kunt zo’n serie niet maken zonder er wat geld tegenaan te gooien. Je moet geen Tolkien doen als je het niet kunt betalen. Dan wordt het genant.”

Charlie Vickers als Sauron en Charles Edwards als Celebrimbor.
Ben Rothstein / Prime Video

Reacties

Amazon nam een grote gok door twee onbekende makers, de Amerikanen J. D. Payne en Patrick McKay, in te huren als showrunners, de creatieve leiders van de serie. Maar het bedrijf was tevreden met het resultaat; er keken volgens een persbericht 100 miljoen mensen. Verder bezorgde geen andere serie de dienst Prime zo veel nieuwe abonnees. Payne zegt zelf ook blij te zijn met de reacties op de eerste reeks. En zelfs met sommige kritiek. „Mensen doken vol in de materie. We houden van discussie, we zijn blij dat mensen erop reageren. Met dit tweede seizoen kunnen we meteen in hoog tempo verder: de introductie is achter de rug.”

Toch blijft de schaduw van de films over de serie hangen, weet ook Payne. „Patrick en ik zijn groot bewonderaars van die films. Maar we willen niet dat onze serie drijft op nostalgie. Die moet op zichzelf staan en niet aanvoelen als zomaar een spin-off of puur iets wat alleen fans willen zien. Het moet anders voelen. Als zijn films de moderne tijd zijn, dan speelt onze serie in het oude Rome.”

Het oorspronkelijke idee voor de serie komt uit de proloog van de eerste Jackson-film (The Fellowship of the Ring) waarin de ‘magische ringen’, de Ringen van Macht, kort worden geïntroduceerd: drie ringen voor de elfen, zeven voor de dwergen, negen voor mensen. Sauron smeedt in het geheim de Ene Ring. Die proloog is gebaseerd op ‘aanhangsels’ die Tolkien schreef bij The Return of the King. Payne: „We zeiden: als we van die vijf minuten proloog nou een serie van vijftig uur zouden kunnen maken. Hoe zou dat eruitzien? Wie zijn dan die elven? Waarom wilden ze die ringen? Hoe haalde Sauron ze over om die te maken?”

Robert Aramayo als en Morfydd Clark als Galadriel.
Ben Rothstein / Prime Video

Grimmiger

Een verhaal dus over de opkomst van het ultieme kwaad. De toon is grimmiger dan het eerste seizoen. „Tolkiens werk is geboren in een van de meest duistere momenten van de twintigste eeuw, de Eerste Wereldoorlog.” Dat had invloed op de schrijver, zegt Payne daarover. „Maar er zal altijd een klein lichtstraaltje door de duisternis schijnen. Dat is onderdeel van wat Tolkien zo speciaal maakt. De basis van Midden-Aarde is optimistisch. Het voedt de ziel. Maar niet op een goedkope manier.”

Charlotte Brändström, de regisseur van de meeste afleveringen dit seizoen, vult aan: „Het is een kwestie van balanceren. Dat doe je ook tijdens de montage, in die zin ben je eigenlijk constant aan het herschrijven.” De scripts voor het tweede seizoen waren al af voordat het eerste te zien was. Wel kon er tijdens het filmen en de montage ingesprongen worden op de feedback van kijkers. „De grootste les: hoe dichter je bij Tolkien blijft, hoe beter”, aldus de showrunner. „De uitdaging is alleen dat zijn verbeelding zo groot was. Of je nu een film van drie uur hebt of een serie van vijftig uur, het is alsof je een oceaan in een badkuip probeert te proppen. Hoe diep je ook in Tolkien duikt, er zit altijd nog een laag onder. Wij moeten wel zorgen dat elke verhaallijn ook op een basisniveau werkt.”
De serie moet werken voor fans en reguliere kijkers. Hoe pakken ze dat aan? „Je moet zorgen dat elke aflevering een bepaalde hoeveelheid ingrediënten heeft. Het moet een bevredigende Tolkien-ervaring zijn. Soms is dat een groot episch avontuur, een veldslag of iets met bijzondere wezens. En soms draait het om paleisintriges.” De opnames vonden ditmaal plaats in Engeland in plaats van Nieuw-Zeeland, waar het eerste seizoen en ook de films zijn geschoten. Vickers vond dit fijn: „Tijdens het eerste seizoen waren we ver van huis, tijdens de pandemie ook nog. In Engeland keerden we terug naar onze normale levens. In die zin voelde het meer ‘gewoon’ als werk.” Amazon heeft veel geïnvesteerd in studioruimte voor meerdere producties. De erven van Tolkien, die regelmatig overleggen met de makers, hadden een voorkeur voor deze plek omdat de schrijver er woonde. Payne: „We zijn nu in de bossen en velden die Tolkien van inspiratie voorzagen. Dus op een bepaalde manier is Midden-Aarde weer thuis.” Fans van de Nieuw-Zeelandse natuur zullen het land nog terugzien: er zijn veel shots van landschappen gemaakt die in latere seizoenen nog gebruikt zullen worden.

The Rings of Power seizoen 2: vanaf donderdag 29 augustus op Prime Video.

Lees ook

Echte Tolkienfans kun je eigenlijk niet tevreden houden met ‘The Rings of Power’

Morfydd Clark als de elf Galadriel in de serie ‘The Rings of Power’.


Tv-recensie | Imponerende Zomergast Pierre Bokma legt verbanden tussen afgewezen worden en omarmen

‘Het werk van een recensent is in veel opzichten eenvoudig. We riskeren weinig maar stellen ons boven degenen wier werk en persoon wij beoordelen.” De zinnen komen van de recensent Anton Ego uit de Pixar film Ratatouille, waar acteur Pierre Bokma zijn Zomergasten-avond zo goed als mee afsloot. De hele avond had hij met Hanneke Groenteman verbanden gelegd tussen instinct en bewustzijn, afgewezen worden en omarmen, was hij persoonlijk geweest om die deur ook te sluiten en was hij genuanceerd over een zich vernieuwende wereld. „Ik wil niet afgeserveerd worden als de witte man, dat vind ik vervelend”, zei hij terwijl daar eigenlijk niet veel reden voor was.

Maar met dit fragment over de recensent kwam opeens de boze Bokma naar boven. Elke recensent moest hier maar eens goed naar kijken. „Want?” vroeg Groenteman. „Het fenomeen recensent is opgeklopt”, legde Bokma uit. Ze wisten vaak van toeten nog blazen, foeterde hij verder. Afgeschaft hoefden recensies niet, want „recensies zijn oké, als ze er maar duidelijk bij staat: dít is míjn mening.” Het leek even alsof de boze witte man toch om de hoek kwam kijken die er de populistische opvatting op nahield dat recensenten weinig weten en niet goed kijken. Tenminste, zo kwam dat op mij over.

De afsluitende avond van de reeks Zomergasten die wat ongemakkelijk en vol bewondering begon met een emotionele Groenteman die zelf had bepleit dat de avond zou aftrappen met een fragment met Bokma’s vertolking van David Cohen in de tv-serie De Joodse Raad, was – wat mij betreft – boeiend. Dat kwam vooral door de rode draad over het instinct en het bewustzijn, en de daaruit voortkomende behoefte geaccepteerd te worden.

Wilders

Zolang het instinct en het bewustzijn elkaar niet begrepen, ontstond er haat en egocentrisme bleek uit een fragment van de bioloog Jeremy Griffith. „Haat is het grote probleem. We haatten Rutte en nu zitten we met Wilders”, aldus Bokma. Godfried Bomans, die zijn broer opzocht in het klooster, vatte het geheel goed samen in een prachtig fragment: „Ik geloof dat ieder mens de opdracht heeft het bewustzijn zo groot mogelijk te maken”. Bokma had het zelf kunnen zeggen.

Het zoeken naar beweegredenen waarom je iets doet, bleek de behoefte door je ouders geaccepteerd te worden. We Need to Talk About Kevin, de verfilming van de roman van Lionel Shriver, toonde hoe Kevin er alles aan doet om zijn moeder te kwetsen. Je moest oog houden voor de smeekbede van het kind om te zien dat hij lijdt, aldus Bokma. Hij koppelde Kevin aan zijn eigen jeugd, waarin hij niet geaccepteerd werd door de moeder van zijn pleegmoeder. Afgestaan door zijn biologische moeder die 17 was toen ze Pierre Bokma op de wereld zette, menig pleeggezin versleten hebbend vanaf zijn derde en pas rust en regelmaat vindend in het leger, herkende Bokma veel in de kleine Kevin. Hij sloeg zijn pleegmoeder gade en zag haar kwetsuur als een overwinning. Als kind dat er niet bij hoorde kon dat: „Je hebt aan niemand verantwoording af te leggen, omdat je ze niet kent.” Het pleegkind wordt een doler, die niet van nature verbonden was aan een vast gezin of vastomlijnde opvoeding.

Afgewezen zijn kwam zo meermaals terug. Dat bleek uit de verhalen over pleeggezinnen, over de toneelschool („Jasje, dasje dan hoorde je er niet bij”), bij Ivo van Hove die mensen kon bewonderen, maar geen „warmte kon geven, en wie niet bij de hofhouding hoorde stond in de vrieskou” en zelfs voor Trump kon hij medelijden opbrengen: „Zijn moeder heeft ooit gezegd laat die gek nooit aan de macht komen, zijn vader haatte hem. Hij is altijd bezig om zijn ouders te imponeren, omdat ze hem weggegooid hebben.” Ik denk – voor wat het waard is als recensent – dat Pierre Bokma veel mensen met deze aflevering Zomergasten heeft geïmponeerd.


<dmt-util-bar article="4863726" headline="Imponerende Zomergast Pierre Bokma legt verbanden tussen afgewezen worden en omarmen ” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/08/26/imponerende-zomergast-pierre-bokma-legt-verbanden-tussen-afgewezen-worden-en-omarmen-a4863726″>

Een leuke tweede helft van je leven, hoe krijg je dat voor elkaar?

Interviewster Liesbeth Staats is vijftig en begint aan de, hoopt ze, tweede helft van haar leven. Hoe leid je dat deel van je leven een beetje leuk en slim? Ze vraagt het aan vrouwen die al een eindje op weg zijn.

We horen onder anderen Hella de Jonge, Catherine Keyl, Mensje van Keulen, Yvonne Kroonenberg, Trudy Dehue en Jetty Mathurin, die op haar veertigste het roer omgooide. Ze verliet haar gezin om haar droom waar te maken: cabaretier worden.

Staats gaat snel de diepte in, ze is zeer goed voorbereid, weet veel van de vrouw in kwestie en luistert zonder te oordelen. De gesprekken van ongeveer een uur geven een zeer levendig beeld van de gast.

We kunnen, vindt Staats, wel wat oral female history gebruiken van mensen die uit een enorm reservoir van wijsheid kunnen tappen. Dat kunnen we zeker. Deze podcast is ook voor mannen zeer de moeite waard.


Verhalen over een mysterieuze villa in Amsterdam

Journalist Floor Noppen wist wel dat er grote huizen aan de Amsterdamse Overtoom staan, maar iets van de omvang van Villa Betty, op nummer 241, dat had ze nooit verwacht. Het huis is 1.200 vierkante meter groot, het heeft een tuin van meer dan een hectare. Het is zo’n huis waarvan je denkt: iemand heeft het ergens buiten de stad tussen duim en wijsvinger opgepakt en hier neergezet.

De villa spreekt tot de verbeelding, heeft in de hoofden van sommige Amsterdammers mythische proporties aangenomen. Wie Betty was, dat weet Noppens. Betty was Clara Betty von Hunteln, echtgenote van tabakshandelaar Eduard Lehmann die de villa in 1900 kocht. Maar hoe het leven in en rond de villa eruit zag? Er kwamen kunstenaars en hooggeplaatste personen over de vloer, tot Prins Hendrik, echtgenoot van Koningin Wilhelmina aan toe. Maar verder… En hoe ging het na de dood van Lehmann in 1933?

Noppens ontmoet Betty’s buurman Kees, die vanuit zijn raam de villa tientallen jaren kon observeren en een zwak voor Betty ontwikkelde, die het volk, en dus ook de buren, op afstand hield.

Kees zag het gebeuren, dat Betty, op de dag dat ze 100 werd, 5 mei 1980, door Lehmann’s Duitse familie uit de villa gegooid werd. Lehmann was namelijk niet in gemeenschap van goederen met Betty getrouwd, maar zij genoot na zijn dood het zogenaamde vruchtgebruik. Op haar honderdste verjaardag, was daarin bedongen, zou het huis weer toevallen aan de familie. Wie verzint zo’n regel en wie gaat ervan uit dat zijn vrouw honderd wordt? Op deze vragen, en op de vraag hoe Kees dat eigenlijk allemaal weet probeert Doppen antwoorden te vinden en ze wil uiteraard dolgraag de villa zelf ook wel eens van binnen zien.


Drakenschedels en optimisme op grote gamebeurs in Keulen

„Ben je klaar met de demo?” Een serieuze jongeman wacht gamers en journalisten op bij de uitgang van de stand voor de aankomende actiegame Crimson Desert. Hoe speelde het weg? Waren er frustratiepunten? Hier in Keulen, op de eerste dag van de kolossale gamebeurs Gamescom, is de game voor het eerst speelbaar voor consumenten – de makers willen alle feedback opzuigen die ze maar kunnen krijgen. Gamescom, die jaarlijks wordt gehouden in de Keulse jaarbeurs, is immers de allergrootste gamebeurs ter wereld, waar gamers vanuit de hele wereld naar toe reizen om de nieuwste spellen uit te proberen voordat ze in de winkel liggen.

Feedback verzamelen, hype creëren, nieuwe spelers binnenhengelen met gratis bonuskaarten als je een stand binnenloopt: het zijn maar een handvol redenen waarom game-makers jaarlijks naar Keulen afreizen. Met imposante, soms ronduit theatrale stands wedijveren bedrijven als Xbox en Ubsioft om de aandacht van de gamer – overal op de beursvloer vind je drakenschedels, torenhoge standbeelden van gamepersonages, soms zelfs gigantische tractors.

Achter gesloten deuren wordt er driftig genetwerkt. De game-industrie is nog altijd niet bekomen van de harde financiële klappen van het post-lockdowntijdperk – de hogere rentes en de gamers die hun spelcomputers laten staan om weer naar de kroeg te gaan, speelden de industrie parten. Maar er keert een licht optimisme terug. Al krijgt dat sporadisch nog een knak: zo kondigde gamebedrijf Bungie enkele weken geleden aan een groot deel van het personeel op straat te zetten.

Game-ontwikkelaars kijken liever vooruit. De zalen met kleine makers zitten vol; van een sluimerend tekort aan meer creatieve, experimentele spellen lijkt nog geen sprake. Al zal de cynicus constateren dat het ook hier niet ongewoon meer is om op trends te jagen, soms op het vervelende af.

Bezoekers bij de stand van de game ‘Dragon Ball – Sparking! Zero’.
Foto Ina Fassbender/AFP

Voor de organisatie van de beurs was het lang aanpoten. Vóór de lockdowns bezochten zo’n 350.000 mensen het evenement per jaar. Maar in de eerste edities sinds 2019 viel het bezoek tegen. Hoofdconcurrent E3, de prestigieuze beurs in Los Angeles, is gesneuveld nu veel grote gamebedrijven hun hypemomenten liever digitaal organiseren. Gamescom moet het nog altijd doen zonder oude, beproefde headliners als Electronic Arts (bekend van zijn sportgames), Nintendo en PlayStation.

Toch ogen de zalen minder leeg dit jaar, het aanbod is diverser. Crimson Desert, van het wat kleinere Zuid-Koreaanse Pearl Abyss, staat gebroederlijk naast grote jongens als het Franse Ubisoft (Assassin’s Creed), 2K (Civilization, Grand Theft Auto) en Bandai Namco (recente megahit Elden Ring). Met schreeuwende advertenties voor de nieuwe ‘Gamescom latam’-beurs in São Paulo wil de organisatie bovendien benadrukken dat Gamescom mondiaal met een opmars bezig is.

Rijen en zwaardgevechten

Van onbezette stukken beursvloer is dit jaar geen sprake meer. Zelfs op de eerste dag – traditioneel staat de Keulse jaarbeurs dan alleen open voor pers en gamebedrijven – stonden er rijen voor een demoplek van het spel Monster Hunter Wilds. Wie zich tussentijds verveelde, kon kijken naar de echte zwaardgevechten tussen acteurs op de stand van het middeleeuwse Kingdom Come Deliverance 2.

Ook Xbox was weer prominent aanwezig, met een glansrol voor de nieuwe Indiana Jones-game. Nochtans lukt het maker MachineGames om de sfeer van een Indiana Jones-film sterk neer te zetten: in de eerste minuten van de videopresentatie steelt een perfect nagemaakte Harrison Ford een beeldje uit een tempel en moet het vervolgens op een rennen zetten. Maar het Xbox-aanbod blijkt net zo gevarieerd als de rest van Gamescom 2024. De muzikale verhaalgame Dustborn stond in de stand tegenover het kleurrijke vechtspel King of Meat. Achter gesloten deuren pronkte de gamegigant met het schattige Winter Burrow, waarin je als muis probeert het huis van je grootmoeder op te knappen, en Clair Obscur, een schilderachtig rollenspel dat plaatsvindt tijdens de Franse Belle Epoque.

Minder spannend was het traditionele openingsevenement, Opening Night Live, waar nieuwe spellen worden aangekondigd. Het bleek een parade van veelal voorspelbare games, met weinig ruimte voor echte verrassingen. Slechts twee momenten veroorzaakten reuring: de aankondiging van Secret Level, een tv-serie met verhalen uit een enorme selectie games, en de onverwachte verschijning van de omstreden gamemaker Peter Molyneux. Molyneux staat bekend om zijn grote beloftes over bijna magische gamefuncties die hij nooit waar kon maken. Na zijn laatste flop in 2013 – en een catastrofaal interview waarin hem werd gevraagd of hij zichzelf zag als pathologische leugenaar – wordt hij doodgezwegen.

Tot hij dus dinsdagavond opeens op een van de grootste podiums in de gamewereld verscheen. Sociale media schoten vol geïrriteerde grappen. „Hij heeft al duizenden kansen gehad”, schreef de prominente gamejournalist Nathan Grayson achteraf op zijn platform Aftermath. „We hóeven dit niet te blijven ‘Molydeuxen’.” Ja, voor elke gamemaker ligt de feedback deze week voor het oprapen.

Gamescon in Keulen is nog tot en met zondag te bezoeken.


Tv-recensie | Verpletterd door de schuldenindustrie en jaloers op mensen die doodgaan

Toen bij schuldenaar Ellen gas, water en licht werden afgesloten, ging ze iedere avond met haar kinderen Monopoly spelen, bij kaarslicht. „De jongens vonden het heerlijk.” Lekker met stapels monopoliegeld schuiven en elkaar met aanzwellende vorderingen van het bord proberen te vegen. Ellen is een van de hoofdpersonen van de documentaire Schuld en Boete (2Doc, N PO2).

Regisseur Nan Rosens en Albert Klein Haneveld laten hierin zien hoe mensen verpletterd worden door de schuldenindustrie. Incassobureaus nemen schulden over en gooien er een heleboel geld bovenop, zodat een kleine schuld kan veranderen in een allesverpletterende schuld. Dat zorgt bij de schuldenaren voor angst, schaamte, eenzaamheid. „Je stikt erin.” Schuldenaar Jurrien vertelt dat hij ooit naar een uitvaart ging en staande bij de kist „stikjaloers” werd op degene die erin lag: „Want die had eindelijk rust gevonden”.

Hulpverleners stellen in Schuld en Boete verbeteringen voor: sneller ingrijpen, een verbod op aanlokkelijke aanbiedingen van online winkels, zoals de mogelijkheid later of op termijn te betalen. Een rem op de wonderbaarlijke schuldvermenigvuldiging door de incassobureaus zou ook helpen. Op zich is dit een goede documentaire, die het probleem helder uiteenzet en de menselijke kant goed belicht. Maar het verhaal is eigenlijk al vrij vaak verteld, bijvoorbeeld in de bekroonde reeks Schuldig uit 2016. De website van 2Doc telt maar liefs tien documentaires over dit onderwerp. Schuld en boete eindigt overigens positief, in de zin dat alle geportretteerden zijn uit de schulden gekomen. Jurrien is helaas overleden.

Dictator

The Corridors of Power (NPO 2) beleefde woensdag zijn ontknoping. De achtdelige internationale documentairereeks over het Amerikaanse interventiebeleid van de laatste dertig jaar zou eindigen met een algemene conclusie. Maar eerst moest nog de Syrische burgeroorlog worden besproken. De halve regering-Obama schuift aan er om te vertellen waarom de VS niet of nauwelijks ingrepen in Syrië. Zoals de commentaarstem van Meryl Streep stelt: in Irak, Afghanistan en Libië hadden de VS de dictator ten val gebracht en chaos en burgeroorlog achtergelaten. Dat wilde president Obama niet nog een keer. Maar ja, zo stond hij er wel zwak op. En de prijs was hoog: veel doden en verwoesting, verlies van geloofwaardigheid, en de VS lieten Rusland in Syrië zijn gang gaan. De documentaire knoopt de afzijdigheid van de VS zelfs aan de weerzin tegen migranten en moslims in Europa, de opkomst van extreem-rechts en de destabilisering van de democratische staten. Voert wat ver.

Wederom is het uitgangspunt van de regisseur dat de VS wél had moeten ingrijpen. Wederom zitten de geïnterviewde Amerikaanse oud-ministers en oud-stafleden in het defensief en vertellen hoe erg ze het vonden om die duizenden foto’s van doodgemartelde mensen op hun bureau te krijgen, zonder dat ze er iets aan konden doen.

Ik had gehoopt dat de vele kopstukken die Dror Moreh sprak met een afrondende conclusie zouden komen, een blik op de toekomst. Maar in plaats daarvan houdt de regisseur vlak voor het einde een eigen pleidooi, met de stem van Meryl Streep. Volgens hem moeten de VS hun leidersrol weer oppakken, de Veiligheidsraad reanimeren (China en Rusland eruit? Einde van het vetorecht?) en consequent militair gaan ingrijpen bij grove schendingen van mensenrechten. Misschien is Moreh wel de laatste persoon op aarde die nog gelooft in de Nieuwe Wereldorde van oud-president Bush senior. Het is wat flauw om te zeggen, dit is immers een geschiedenisreeks, maar The Corridors of Power voelt daardoor naïef en gedateerd.


Hoe het taboeloze ‘Humo’ in een mediastorm rond een omstreden column belandde

De dochter van keizer Augustus, Julia. Haar koos Bart De Wever, leider van Belgiës grootste partij N-VA, drie weken geleden als zijn favoriete one-night-stand in een rubriek waarin weekblad Humo bekende Vlamingen vraagt naar hun ‘hemel en hel op aarde’. Een aantal pagina’s verderop maakten tekenaars Kamagurka en Herr Seele een nieuwe versie van een schilderij waarop Picasso zijn muzen verbeeldt. Ze tekenden twee vrouwen die hand in hand over een olympische finishlijn rennen. Elders in het blad stond de maandelijkse column van Arnon Grunberg. Het zou, na 25 jaar, zijn laatste blijken.

De Humo van de week daarop werd namelijk wereldnieuws. Herman Brusselmans, al decennia columnist bij het tijdschrift, schreef daarin:

„Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z’n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m’n eigen zoontje Roman is, en de moeder m’n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen. Je moet er natuurlijk altijd bij denken: niet iedere Jood is een moorddadige rotzak, en om die gedachte vorm te geven maak ik me een voorstelling van een bejaarde Joodse man die door mijn eigen straat schuifelt, gekleed in een afgewassen hemd, een nepkatoenen broek en oude sandalen, en ik heb medelijden met hem en krijg bijna tranen in de ogen, maar even daarna wens ik hem naar de hel, en ja, dat is een stemmingswisseling.”

Mediastorm

De column ontketende een mediastorm. De Israëlische ambassadeur in België reageerde verontwaardigd op de geweldsfantasie van Brusselmans en de Joodse organisatie European Jewish Association diende een klacht in wegens „aanzetten tot moord”. Tientallen media, tot de Amerikaanse nieuwszender CNN aan toe, berichtten over de kwestie.

Brusselmans, die in Vlaanderen bekendstaat om zijn grove, satirische schrijfstijl, reageerde tegenover omroep VRT dat de aanklacht „van de pot gerukt” is. „Als je geliefden iets wordt aangedaan ben je doordrongen van totale woede. Het beeld van een puntig mes, is een overdrachtelijk beeld van allerlei manieren om wraak te nemen.”

Ook een geschrokken adjunct-hoofdredacteur van Humo verzekerde dat Brusselmans het „overduidelijk niet letterlijk” bedoelde. Daags nadien haalde hij de column toch offline, omdat het „nooit de bedoeling was geweest de Joodse gemeenschap te kwetsen”.

Een week na het verschijnen van de column was de storm nog allerminst gaan liggen. Het Forum der Joodse Organisaties kondigde aan ook naar de rechter te stappen, net als mensenrechtenorganisatie Unia. Het parket van Oost-Vlaanderen onderzoekt momenteel of Brusselmans de Belgische antiracismewet heeft overtreden en heeft aangezet tot haat tegen een bevolkingsgroep.

Ontslag Grunberg

In De Standaard vergeleek Arnon Grunberg de column met een nazilied uit de jaren dertig waarin wordt opgeroepen om „jodenbloed te laten spatten”. Humo’s adjunct-hoofdredacteur reageerde ontstemd dat Grunberg de kwestie wel „heel persoonlijk” opnam. Waarna Grunberg zijn ontslag indiende: „Er is een ondergrens en die is bereikt”. Opnieuw volgden tientallen artikelen, in een praatprogramma op SBS6 duidden showbizzfiguren als Albert Verlinde en Jack van Gelder de ophef.

In De Standaard spraken ook Humo-prominenten zich uit. „Herman heeft zijn huiswerk niet heeft gemaakt”, stelde Kamagurka. „Door alle Joodse mensen over een kam te scheren en zo’n gewelddadige taal te gebruiken heeft hij een grens overschreden”, zei columnist Delphine Lecompte.

Lees ook

Het gaat over taal, totdat het over geweld gaat

Het gaat over taal, totdat het over geweld gaat

Lezers van Humo zijn verdeeld, zo bleek deze week uit een reeks lezersbrieven die het blad publiceerde. Het ging daarin van „duidelijk satire” tot „doodeng”. Een lezer met Joodse wortels: „Ik ben ook vader, ik snap je. Mijn vader voelt echter uitzinnige pijn en angst. Hij heeft geen boodschap aan dat er een feitelijke en een literaire taal bestaan, en dat bij de laatste taalvorm het geoorloofd is zoiets te zeggen. Het is voor hem geen troost dat jouw column als satirisch en literair moet worden gelezen.”

De adjunct-hoofdredacteur van Humo ontving ondertussen een doodsbedreiging: „We komen voor jou en je baby.” Daarop reageerde de Vlaamse Vereniging van Journalisten dat „de intimidatie van de pers moet stoppen”. De vereniging bekritiseert ook de mogelijke klacht van Joodse organisaties tegen Humo en uitgever DPG Media. Woensdag werd bekend dat Brusselmans dit weekend „vanwege het dreigende klimaat rond zijn persoon” niet zal zetelen in de jury van de wedstrijd Mister Gay Belgium.

Hoezeer het blad worstelt met alle aandacht, toont het uitgebreide artikel dat Humo enkele dagen geleden over de affaire publiceerde. De hoofdredactie spreekt in dat artikel over „niet de meest briljante passage uit het oeuvre van Brusselmans”. Het heeft de impact van de column „niet zo goed ingeschat”. Ook was het onverstandig de column offline te halen: „op die manier hebben we zelf verhinderd dat iedereen kennis kon nemen van de cruciale context”. Met de grootste „verwarring” omtrent de verkeerd begrepen column is volgens de redactie gezaaid „door handelaars in meningen door een twintigtal woorden uit hun context te isoleren en op sociale media rond te pompen”. De hoofdredactie ziet af van een interview met NRC „tot een rechter uitspraak heeft gedaan”.

Literaire spitsvondigheid

Hoe kon het zover komen? Daarvoor moeten we terug naar het katholieke Vlaanderen van de jaren zeventig en tachtig, dat langzamer ontzuilde dan Nederland. Humo werd het lijfblad voor Belgen die de ontzuiling niet snel genoeg vonden gaan. „Geestelijke vrijheid op de katholieke kerk en de christendemocratische partij winnen door je literair, spitsvondig uit te drukken, zonder taboes”, is wat Humo destijds groot en invloedrijk maakte, vertelt de Belgische literatuurwetenschapper Geert Buelens (Universiteit Utrecht). „Humo keek op naar Nederlanders als Freek de Jonge en Van Kooten en De Bie”. Het blad wilde een soort VPRO in drukvorm zijn, al voegde het ook succesvol commerciële ingrediënten toe – roemrucht is een jaren tachtig-cover met als titel ‘LESBISCHE NONNEN’. In die traditie stonden, gesteund door Humo, Vlaamse schrijvers als Tom Lanoye en Herman Brusselmans op.

„Een heilige vrije meningsuiting, zeker als het literair verwoord is”, werd volgens Buelens het handelsmerk van de Humo-subcultuur waarmee hij zelf ook opgroeide. Dat Humo verbouwereerd is over de Brusselmans-ophef, toont volgens Buelens dat het blad reageert vanuit de subcultuur die het eigenhandig creëerde. „Je kan misschien wel alles zeggen, maar het is de vraag of je dat altijd moet willen. Spitsvondigheid of durf als vrijbrief om alles te beweren is vandaag niet langer een vanzelfsprekend progressief standpunt.”

Politiek blijft stil

Ondanks de internationale mediastorm bleef het vanuit de Belgische politiek opvallend stil over de column van Brusselmans. Van de politieke partijen liet enkel de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) van zich horen, een Vlaams-nationalistische conservatief-liberale partij die goede banden onderhoudt met de joodse gemeenschap van Antwerpen. „Het is gevaarlijk en niet slim om een ganse bevolkingsgroep te viseren als die er niet voor verantwoordelijk zijn”, schreef Michael Freilich, N-VA-Kamerlid en voormalig hoofdredacteur van het magazine Joods Actueel, op LinkedIn.

„België is net zo verdeeld over Gaza als andere landen”, zegt politicoloog Carl Devos (Universiteit Gent). „Maar de regering nam snel een gewaardeerde middenpositie in door te stellen dat ze opkomt voor alle slachtoffers van het conflict.” De regering vergaderde in mei over erkenning van de Palestijnse staat, maar stelde dat besluit uit. Intussen maakte de Universiteit Gent wel bekend de banden met Israëlische universiteiten te verbreken.

Dat de Belgische politiek druk onderhandelt over een nieuwe regering, verklaart de stilte rondom Brusselmans deels ook. „De formatie zit in een kleine crisis”, zegt Devos. „En mensen zijn meer bezig met de ongezien harde besparingen die er wellicht aankomen.”

Ook gewenning over de stijl Brusselmans speelt een rol, stelt Humo-columnist Heleen Debruyne in De Standaard. Met zinsneden als „meisjes hebben tenminste een kut waarin je eens fors je eigen vuist kunt proppen” stuurt Brusselmans al jaren „vrouwonvriendelijke en seksistische satire de wereld in waar kennelijk altijd plaats voor is”.

Maar, schrijft Debruyne, „een lokaal blad en een internationaal gezien obscure auteur zijn nu verstrikt geraakt in een internationale hetze, in de mallemolen van de wereldpolitiek. Op basis van één deelzin die steeds geciteerd wordt.”


De wilde strijd om een chimpansee in ‘Chimp Crazy’

Het beste voor Tonka. Dat zou de Nederlandse titel kunnen zijn voor de vierdelige HBO-documentaire Chimp Crazy. De Amerikaanse apenliefhebber Tonia Haddix en de dierenrechtenclub PETA willen allebei dat de chimpansee Tonka het goed heeft. Maar Haddix vindt dat de grote mannetjesaap het beste af is bij de andere apen bij haar thuis. Terwijl PETA bij de rechter bedingt dat Tonka, een gepensioneerde Hollywoodster, naar de apenopvang moet, vrij op een eiland tussen soortgenoten.

Na een rechtszaak worden zes chimpansees van Haddix weggevoerd, maar uitgerekend Tonka ontbreekt. Het gevecht om de verdwenen aap is de rode draad van de documentaire.

Met Chimp Crazy borduurt regisseur Eric Goode voort op het grote succes van Tiger King, zijn aantrekkelijke reeks over Amerikaanse tijgerhouders. Veel van de ingrediënten zijn hetzelfde: excentrieke Amerikanen aan de rand van de samenleving tonen weinig liefde voor wet en regelgeving, en des te meer voor hun exotische dieren die ze in privédierentuinen houden.

De tijgers en chimpansees zijn schattig en lucratief als ze klein zijn. Je ziet ze op feestjes, in speelfilms en reclames. Maar als ze groter groeien, worden ze onhandelbaar en slijten ze de rest van hun leven achter tralies. Exotische dieren horen niet in gevangenschap – dat is slecht voor ze. En het is ook gevaarlijk. Getuige bijvoorbeeld het alarmerende 911-telefoontje in Chimp Crazy met: „Hij heeft haar gezicht eraf gescheurd!”

Beter dan Tiger King

De vorm van Chimp Crazy is strakker dan die van Tiger King: Goode concentreert zich voornamelijk op één aap en één eigenaar in duidelijk afgebakende episodes. De hoofdpersoon is sympathieker. Haddix is geen boef, je kunt veel begrip voor haar opbrengen. Tonka is haar kind dat nooit uit huis gaat, ze kan hem niet loslaten. Volgens haar echte zoon heeft ze iemand nodig om voor te zorgen, iemand die haar nodig heeft.

Chimp Crazy is ook wat interessanter dan Tiger King omdat je veel beter kunt meeleven met chimpansees dan met tijgers. Ze lijken erg op mensen, daarom houden monkey moms als Haddix ze ook graag in hun huis. Des te aangrijpender dat de intelligente dieren eenzaam en verveeld wegkwijnen in kooien.

Het verhaal van Haddix en Tonka wordt zo nu en dan onderbroken door kortere verhalen die spectaculair slecht afgelopen. De apenoppas die haar gezicht als een oorlogsinvalide achter een sluier moet verbergen, zal ik niet licht vergeten. Omdat die bijverhalen ook gaan over monkey moms met opgroeiende chimpansees dienen ze om de ernst van het hoofdverhaal te onderstrepen: het is écht heel belangrijk dat Tonka uit huis wordt geplaatst.

Het klassenverschil tussen de dierenactivisten en de diereneigenaren wordt maximaal uitgebuit. De slanke PETA-mensen dragen kantoorkleding in gedempte kleuren en zitten in smaakvolle, stadse interieurs. Alles wat ze zeggen is weloverwogen, rationeel en afstandelijk.

De zonnebankbruine Haddix heeft juist geen enkel filter tussen wat ze voelt en wat ze zegt. Ze draagt hoogblonde pruiken, gebruikt veel make-up en plastische chirurgie, draag felgekleurd kleding, praat plat. Ze is hartelijk en gastvrij en „ze handelt vanuit haar gevoel”, zoals haar enigszins verwaarloosde zoon zegt („Apen gingen altijd voor”). Met haar vreemde mengeling van emotionele openhartigheid en leugenachtigheid is zij de ideale hoofdpersoon voor een wilde freakshow als deze.

Een andere reden waarom je makkelijk mee kunt leven met Haddix: ze wordt vreselijk belazerd door de filmmaker. Sinds Tiger King wil geen enkele handelaar in exotische dieren nog werken met regisseur Eric Goode. Dus zette hij voor de nieuwe film een nepregisseur in om toch bij haar in de buurt te komen. Deze nepregisseur is een circusklant, bekend met de handel in exotische dieren. Haddix laat hem volledig toe in haar leven, niet wetend dat ze een adder aan de borst koestert.

Eerst kun je nog denken: ja maar dat is voor het hogere maatschappelijke doel van dierenwelzijn. Maar ook dat is op het laatst niet meer vol te houden. Niet Tonia Haddix maar de documentairemaker zelf blijkt de grootste schurk.

Over de handel in exotische dieren en de bestrijding daarvan komen we wederom weinig te weten. Dit is ook geen journalistieke documentaire. Dit is amusement dat een extra lading krijgt door het dubieuze handelen van de maker. En door de tragiek van een moeder van wie het kind wordt afgenomen, hoe terecht dat ook is.


Tv-recensie | Euthanasie of ook het laatste deel van het leven meemaken?

Naast B&B vol liefde kunnen de reality-liefhebbers zich sinds maandag laven aan iedere dag een aflevering van Een Huis Vol (NPO 1). Kun je bij B&B vol liefde nog geregeld in elkaar krimpen van plaatsvervangende schaamte, in Een huis vol is er gegarandeerd werkelijk niets aan de hand. Je volgt gewoon het alledaagse leven van vier grote gezinnen.

Er moet voor zo’n realityserie natuurlijk wel wat gebeuren dus maakten de families maandag uitjes. De familie Blom in Bodegraven (7 kinderen) heeft een uitje dat alleen papa leuk vindt. Hij mag voor zijn veertigste verjaardag op het orgel van de Sint-Jan in Den Bosch spelen. De kinderen laten duidelijk merken dat ze dit kapot saai en lawaaiïg vinden. De familie Cudogham uit Amsterdam (7 kinderen) gaat zoon Jazz helpen met zijn nieuwe huis. Hier zien we voor het eerst wat wringen: de zoon wil het huis graag naar eigen smaak inrichten, maar dit is het voormalige ouderlijke huis van zijn moeder die dus alles bij het oude wil laten. „We zien wel”, probeert ze nog, als laatste bod. „Nee, we zien niet!” zegt de vader streng.

Zeer herkenbare huiselijke tafereeltjes, met dat verschil dat de woonkamers tot de nok toe gevuld zijn met kinderen. Het ziet er ontzettend gezellig uit, zoveel kinderen, best een aantrekkelijk idee, en tegelijkertijd moet je er niet aan dénken.

Een huis vol verwelkomt dit achttiende seizoen een nieuwe familie: Samira en Ali Bakhcha en hun acht kinderen. Samira runt het gezin als een militaire operatie. Vader zingzegt verzen uit de Koran voor het slapen gaan, wat dan weer mooi rijmt met de roomse vader Blom die de kinderen verhalen vertelt uit de Bijbel.

Ouder worden

Fijn, zoveel nieuw leven op tv. Vaker gaat het op tv over ouder worden. Adelheid Roosen en Hugo Borst maken sinds 2018 samen programma’s over dementie. In het nieuwe seizoen van Roosen & Borst (NPO 2) onderzoeken ze euthanasie, met aangrijpende portretten van mensen die voor die keuze staan. Hugo Borst wil graag euthanasie als hij ooit dement zou worden. Adelheid Roosen wil juist geen euthanasie, ze wil het hele leven meemaken, ook dat laatste deel.

Ze bezoeken twee mensen die ongeveer die posities spiegelen. De 75-jarige actrice Chrisje Comvalius heeft het aan haar hart en heeft alzheimer. We zien haar achterop de scooter bij haar zoon naar een concert van haar vriendin Meral Polat gaan. Grijze dreadlocks, bijzondere vrouw. Omdat ze nog zo vol leven lijkt, en zo welbespraakt is, valt haar aftakeling niet meteen op. Dat doet haar verdriet, ze zou willen dat die duidelijker was: „Ik wordt gewoon niet geloofd.” Dat is ook belangrijk omdat ze artsen ervan moet overtuigen dat ze ondraaglijk lijdt. Ze heeft haast want, zo zegt Borst: „Alzheimer houdt geen rekening met procedures.” Inmiddels is de actrice overleden.

Adelheid Roosen gaat langs bij Roel. Die heeft Lewy body-dementie wat onder meer inhoudt dat hij angstaanjagende hallucinaties heeft. Roel zou misschien wel dood willen, maar dat ligt in Gods handen. Hij is gereformeerd. Hij helpt mee met de paarden van zijn vriend Jan. Zijn dochter brengt hem naar de lege kerk om naar het orgel te luisteren. Maar dat grijpt hem zo aan dat hij wegloopt. De woorden komen er soms wat vreemd uit bij Roel, tot geluk van Roosen die er poëzie in ziet.

Hugo Borst komt met een merkwaardig maar mooi bruggetje: „Wat de kerk is voor Roel, is het Expertisecentrum Euthanasie voor Chrisje: houvast en hopelijk gemoedsrust.” Om Roosen van het nut van euthanasie te overtuigen, schildert Borst voor haar een angstaanjagend beeld van wat haar te wachten staat in „de hel” van de dementie-afdeling. Hij biedt aan om samen uit het leven te stappen, als de tijd daar is. Dat vindt ze dan wel weer gezellig klinken.


VPRO’s Zomergasten loopt dit seizoen uit op ‘kijkcijfernachtmerrie’

‘Zomergasten is nog steeds het gesprek bij de koffieautomaat op maandagochtend”, zei oud-presentator Peter van Ingen vorig jaar in Het Parool. Dit jaar is dat echter om een andere reden dan voorheen: de kijkcijfers zijn dramatisch slecht. Reden om je bij die koffieautomaat af te vragen: wat is er aan de hand met Zomergasten? Heeft het drie uur durende interviewprogramma, het kroonjuweel van de VPRO, zijn beste tijd gehad?

De eerste aflevering dit seizoen (met Eric van der Burg) haalde nog 400.000 kijkers, maar de tweede (Sana Valiulina) zakte naar 177.000 – een laagterecord in het 36-jarige bestaan van Zomergasten. Dat record werd een week later (Sakir Khader) meteen verbroken: 148.000. Afgelopen zondag (Garrie van Pinxteren) haalde het tv-programma slechts 145.000 kijkers (exclusief uitgesteld kijken). Kijkcijferanalist Tina Nijkamp sprak in haar Instagram-rubriek van een kijkcijfernachtmerrie: „Dat is echt heel erg. Dat is bijna niks.”

Niets aan de hand, zei de NPO-woordvoerder in De Telegraaf: het waren de Olympische Spelen. Die trokken de afgelopen zondagavonden zo’n anderhalf miljoen kijkers waardoor er voor Zomergasten weinig overbleef. Dat klopt op zich, maar de Olympische Spelen worden iedere vier jaar gehouden en de vorige edities daarvan zorgden wel voor lagere kijkcijfers bij Zomergasten, maar niet voor een dramatische leegloop zoals dit jaar. Ook een andere genoemde externe oorzaak, het late, mooie zomerweer waardoor de kijkers liever in de tuin bleven zitten, zorgde in vorige jaren niet voor zo’n terugval.

Bovendien waren er naast de anderhalf miljoen sportkijkers nog altijd twee miljoen mensen die naar andere programma’s zaten te kijken. Maar die keken nog liever naar herhalingen dan naar Zomergasten. De herhalingen van Ik Vertrek (NPO3), Kopen zonder kijken (RTL5), Wie van de drie (SBS6) en de detective Vera (RTL8) scoorden allemaal aanzienlijk beter.

Noodeditie

Een verklaring voor de lage kijkcijfers van Zomergasten die meer hout snijdt: dit seizoen is min of meer een noodeditie. In maart besloot de reactie niet verder te gaan met presentator Theo Maassen na de beschuldiging dat hij zijn vrouw zou mishandelen. Oud-presentator Adriaan van Dis werd als invaller gevraagd – hij presenteerde het programma eerder, van 1999 tot 2002. Maar Van Dis moest eind juni wegens zijn gezondheid afzeggen. Te elfder ure zette de redactie een poule in van oud-presentatoren die om de beurt een aflevering leiden.

Dit gebrek aan een vast, aansprekend gezicht zou een reden voor de kijkers kunnen zijn om af te haken, zo blijkt uit een rondgang langs tv-recensenten. Hassan Bahara , tv-recensent van de Volkskrant: „Dit is duidelijk een noodsprong – redden wat er te redden valt – en dat voelt de kijker.” Zonder vaste presentator mist het programma focus, vindt hij. „De presentator van Zomergasten is normaal iemand naar wie je uitkijkt.”

Noodgreep

Maaike Bos, tv-recensent van Trouw, vindt het onbegrijpelijk dat de VPRO geen betere vervanging voor Maassen kon vinden: „Van Dis was al een noodgreep, hij is de grootmeester, maar eigenlijk al wat oud. Hoe zit het met de talent-ontwikkeling bij de VPRO?” Voor Bos is Zomergasten op zijn best als er gaandeweg een bijzondere verbinding ontstaat tussen gast en interviewer. „Dat werkt het beste als je een vaste interviewer hebt, en als er gasten zitten met wie hij of zij een fascinatie heeft.” Dat gaat met deze invallers moeizamer.

Dit lopende seizoen zou te lijden hebben onder weinig aansprekende, onbekende gasten. Bahara van de Volkskrant: „Dit is geen gastenlijst waar je stijl van achterover slaat. Ik kan me voorstellen dat veel kijkers denken: wie is dit? Ga ik daar mijn zomeravond mee doorbrengen?” Angela de Jong, tv-recensent van het AD: „Als Adriaan van Dis er had gezeten, had het ook niet uitgemaakt dat de gasten niet bekend zijn. Van Dis is sowieso aangenaam om naar te kijken, met zijn maniertjes en hoffelijkheid, en uit zijn eerdere interviews blijkt dat hij een door hemzelf uitgekozen gast interessant voor ons kan maken.”

Eerdere seizoenen bevatten geregeld klinkende namen die ook buiten het VPRO-publiek bekend waren. Youp van ’t Hek, Louis van Gaal en Mark Rutte trokken ooit hoge kijkcijfers. De grote schrijvers Mulisch, Wolkers, Claus en Grunberg schoven aan, en sterren als Carice van Houten, Linda de Mol, Katja Schuurman. De VPRO wil niet zeggen of het uitnodigen van goeddeels onbekende gasten nieuw beleid is. Wel dat de huidige gastenlijst nog samen met Adriaan van Dis werd samengesteld.

Yasmina Aboutaleb, ook tv-recensent van de Volkskrant, stelt dat de gastenlijst veel verrassender en boeiender zou kunnen zijn. Ze ziet vooral een probleem bij de gasten met een migratieachtergrond. Aboutaleb: „Elk seizoen heeft het seizoen één gast van kleur, hoogstens twee. Dat voelt altijd als moeten en het zijn altijd moeizame gesprekken.” Dat zag Aboutaleb onder meer dit seizoen bij het interview van Joris Luyendijk met de Palestijns-Nederlandse documentairemaker Sakir Khader. „De gasten komen vaak niet uit de verf, de interviewer vindt het ongemakkelijk. Ik zeg niet dat mensen van kleur alleen geïnterviewd kunnen worden door mensen van kleur, maar een interviewer met wat meer inlevingsvermogen en kennis zou beter zijn.”

Lees ook

Het fascinerende ongemak van Joris Luyendijk in gesprek met Zomergast Sakir Khader

„Moeilijk hè”, glimlachte Sakir Khader soms geruststellend tegen interviewer Joris Luyendijk.

In Zomergasten is het van oudsher balanceren tussen de persoonlijke ontboezemingen van de gast enerzijds en de uitweiding over diens vakgebied anderzijds. Deze editie zou de nadruk volgens de recensenten te zeer liggen op de vakgebieden, die ook nog deprimerend zouden zijn: oorlogen in Gaza en Oekraïne, onderdrukking in China. Maaike Bos van Trouw constateert bijvoorbeeld bij de uitzending met China-correspondent Garrie van Pinxteren dat het twee uur lang over China ging voordat het interview bij de persoonlijke fascinatie van de geïnterviewde aankwam. „Misschien ligt het aan onze veranderde kijkverwachting: vroeger hadden we daar meer geduld voor.”

Beperkt publiek

De kijkcijfers van Zomergasten waren in het verleden altijd opvallend consistent: gemiddeld een half miljoen kijkers per uitzending. Gezien de kijkcijferinflatie (er kijken steeds minder mensen tv) was dat in feite een gestage stijging. Een half miljoen is netjes voor een tv-programma dat zich expliciet richt op een beperkt publiek: de hoogopgeleide ‘creatieve klasse’. Een programma dat bovendien een vorm heeft die veel toewijding eist: een drie uur durend interview met één persoon aan de hand van door hem gekozen tv-fragmenten. „Zomergasten is per definitie niet ontworpen om hoge kijkcijfers te scoren”, zei Van Ingen vorig jaar tegen Het Parool.

Zomergasten werd in 1988 bedacht door VPRO-regisseur Krijn ter Braak. Geplaagd door geldgebrek zocht de kleine omroep naar goedkope zomeravondvulling. Het idee: een bekende en boeiende gast zou zijn ideale tv-avond samenstellen. Eén gratis gast vier uur lang laten kletsen was spotgoedkope televisie. Eerste interviewer Peter van Ingen was toch al in dienst bij de omroep, dus die kostte niets. De gast werd aangemoedigd om vooral VPRO-fragmenten te kiezen om de kosten verder te drukken.

Later werden de fragmenten steeds minder belangrijk – de aanschaf van de uitzendrechten werd te duur en te ingewikkeld – en kreeg het interview eromheen de overhand. Zomergasten groeide uit tot een tv-instituut dat geregeld memorabele avonden voortbracht. Toenmalig VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali toonde in het programma haar anti-islam-video Submission die leidde tot de moord op regisseur Theo van Gogh. De Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan gaf voor zijn dood in 2017 zijn afscheidsinterview aan Janine Abbring, die hiervoor werd bekroond met de Sonja Barend Award. Interviewer Joris Luyendijk botste over de islam met schrijver Leon de Winter. Journalist Ischa Meijer zat interviewer Van Ingen te jennen. Vlaamse schrijver Kristien Hemmerechts toonde een vrouw die zich bevredigde met een vacuümpomp. Wetenschapper Robbert Dijkgraaf ontwaarde filosofische dieptes in Spongebob.

Instituut

Angela de Jong van het AD mist die Zomergasten van weleer: „Het was altijd al een hele zit, maar vroeger liet de gast echt zijn leukste televisiefragmenten zien: ‘Jongens, toen was ik drie en keek ik naar De Bereboot’. Zo kreeg je inzicht in de belangrijke rol die televisie speelt in een mensenleven. Nu zijn de tv-fragmenten nog slechts illustraties bij een vooraf bedacht college.”

Zomergasten blijft voor de meeste tv-recensenten nog steeds overeind staan als ‘instituut’. Bahara: „Een verhaal vertellen aan de hand van tv-fragmenten – dat blijft een gouden formule.” Aboutaleb: „Elk jaar begin ik me in juni al af te vragen: wie zullen de gasten dit jaar zijn? Wanneer wordt het eindelijk bekendgemaakt?”

Nu zijn de fragmenten nog slechts illustraties bij een vooraf bedacht college

Angela de Jong

De VPRO zegt desgevraagd met analyseren liever te willen wachten tot de huidige reeks is afgelopen. Deze zondag komt mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld aan de beurt en de reeks sluit de week daarop af met acteur Pierre Bokma. Hoofdredacteur Willem van Zeeland wil wel benadrukken dat de impact van het programma nog steeds groot is. „Het interview met Sakir Khader heeft ontzettend veel losgemaakt. De opgeknipte quotes eruit zijn veel gedeeld op sociale media. Het is zeker geen dooie boel.”

<dmt-util-bar article="4862968" headline="VPRO’s Zomergasten loopt dit seizoen uit op ‘kijkcijfernachtmerrie’ ” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/08/16/vpros-zomergasten-loopt-dit-seizoen-uit-op-kijkcijfernachtmerrie-a4862968″>