Een monster-game en een Nederlandse comedyserie over mannelijkheid: dit zijn de mediatips van het weekend

Gigantisch monsteravontuur

Het Japanse fenomeen Monster Hunter brak in 2018 internationaal door met Monster Hunter World, dat maar liefst 28 miljoen keer werd verkocht. Het nieuwe Wilds strijkt de ooit aparte gamereeks nog verder glad, om zo veel mogelijk nieuwe spelers te lokken. Waar je vroeger menu’s vol teksten moest lezen om de game te leren begrijpen, leert dit nieuwe deel je alles spelenderwijs terwijl een verhaal als in een avonturengame zich ontvouwt. De kern is verder hetzelfde: je jaagt op gigantische monsters, alleen of samen met andere spelers. Je krijgt betere uitrusting, maar je échte voortgang schuilt in je eigen vaardigheid. Hoe beter je in de game wordt, hoe beter je het tegen moeilijkere monsters kunt opnemen. Monsters die tientallen uren van je tijd kunnen opslokken in de laatste fase van het spel.

Getipt door: Bastiaan Vroegop

Worstelen met mannelijkheid

In de nieuwe Nederlandse Netflix-serie Haantjes spelen Jeroen Spitzenberger, Waldemar Torenstra, André Dongelmans en Benja Bruijning een viertal hechte vrienden die moeite hebben om zich aan te passen aan een veranderende wereld. Hoe moeten ze omgaan met hun mannelijkheid? En hoe moeten ze omgaan met hun geliefden en hun werk? „Heb je een lul, dan ben je de lul”, vat een van de personages het samen. Andere rollen zijn er voor onder anderen Jennifer Hoffman en Jelka van Houten. Haantjes is een comedy die werd geschreven door Richard Kemper (bekend van het cabaret- en muziekduo Veldhuis & Kemper) en Luuk van Bemmelen (De regels van Floor).

Getipt door: Thijs Schrik

Concerten op zondag

In het Zondagochtendconcert op radiozender NPO Klassiek presenteert Saskia Voorbach elke week rechtstreeks vanuit het Concertgebouw in Amsterdam toegankelijke klassieke muziek. Deze zondag is het Antwerp Symphony Orchestra te gast, met dirigent Ivor Bolton en sopraan Chen Reiss. Te horen zijn onder meer: de ouverture uit ‘La clemenza di Tito’ en ’Symfonie nr.41’ van Mozart. Later op zondag, vanaf 14.00, volgt het Zondagmiddagconcert, gepresenteerd door Selma van Dijk. We horen het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Philippe Herreweghe, met violiste Isabella Faust. Dit is een herhaling van het concert dat werd gegeven op 22 november 2018 in de grote zaal van het Concertgebouw. De luisteraar krijgt werk te horen van Schubert en Beethoven.

Getipt door: Vincent Bijlo

Nieuwe Tegenlicht-docu

Het programma Tegenlicht blijft dit jaar nog op tv en houdt dan, per 2026, op te bestaan. Elke eerste zondagavond van de maand is een documentaire te zien, maar de titel leeft ook online via een podcast en via met ‘meet-ups’ rond uitzendingen. Het programma stelt in de nieuwe uitzending de vraag: waarom kijkt de wereld weg als het over de mensenrechtenschendingen in Gaza gaat? Voor de aflevering ‘De kunst van het wegkijken’ volgde Tegenlicht een half jaar lang Nederlanders die zich uitspreken. Zoals rijksambtenaren die wekelijks protesteren en de consequenties hiervan aanvaarden – van ontslag en procesvoering tot de Hoge Raad aan toe. Met onder anderen Liesbeth Zegveld, Alma Mustafić, Berber van der Woude, Angélique Eijpe en Jan Pronk.

Getipt door: André Waardenburg


Gruwelijk geweld en meer: wat als jouw Instagram-algoritme op hol slaat?

„Ik zag een filmpje van een vrouw die naakt over straat aan het rennen was en schreeuwde om hulp. Eerst moest ik lachen, maar het bleek om beelden van sekshandel te gaan”, zegt Instagram-gebruiker Em Reijmer (24). „Ik zag een video van een man die helemaal kapot werd getrapt door een olifant”, zegt Joost Frijters (26). En Daniël Klok (31) windt er geen doekjes om: „Ik kreeg beelden van twee vrouwen die elkaar teringhard sloegen.” Alle drie waren ze woensdagavond aan het scrollen door het sociale media-platform Instagram. Ze werden overspoeld met extreem gruwelijke ‘reels’ (korte filmpjes). Er waren verkrachtingen en moorden te zien. Ze vroegen zich allemaal af wat er met hun algoritme aan de hand was.

Wereldwijd waren er urenlang ongecensureerde video’s te zien. Volgens techbedrijf Meta, het moederbedrijf van Instagram, Facebook en WhatsApp, was er een „technische fout” gemaakt die tot de verspreiding van verontrustende content heeft geleid. Zelfs een instelling in de applicatie die ervoor moet zorgen dat dit soort content gefilterd wordt deed het niet, aldus Instagram-gebruikers. Nadat de gebruikers het probleem op andere sociale media hadden gedeeld heeft Meta het probleem opgelost en excuses aangeboden voor de fout.

Het onverwachts voorgeschoteld krijgen van gruwelijke beelden zorgt voor een schrikeffect, zegt trauma-specialist Kaz de Jong. „Als je niet voorbereid bent, word je direct geconfronteerd met gevoelens van angst, walging en afschuw. Dat is niet gezond.” De Jong ondersteunt onder meer journalisten die voor hun werk naar oorlogsbeelden kijken. „Onverwachte, extreme beelden kunnen in het geheugen gegrift worden. Zo kan iemand het beeld herbeleven. Dat kan enorm destabiliserend zijn.”

Stoppen

Het incident volgt na de aankondiging in januari van topman Mark Zuckerbergs dat het het moderatiebeleid van Meta wordt aanpast. Het bedrijf wil naar eigen zeggen „censuur verminderen” en „vrije meningsuiting bevorderen”. Op de site van het bedrijf staat dat meer dan 15.000 moderatoren expliciete beelden beoordelen. Ook maken ze gebruik van interne technologie, waaronder kunstmatige intelligentie, om berichten met gevoelige inhoud te verwijderen. Het is vooralsnog niet bekend of het incident voortkwam uit een technische fout of dat het een menselijke ingreep was.

De Instagram-gebruikers die NRC sprak, viel het op dat dezelfde filmpjes die ze te zien kregen door accounts van echte mensen waren geplaatst. Volgens hen waren het geen botaccounts. Ook waren de mensen die reageerden in de comments net zo verbaasd als zijzelf. „Als die shit niet constant wordt gemodereerd, dan ga ik overwegen die hele app eruit te knallen”, zegt Klok.

Lees ook

Weg van TikTok, X of Insta – waar kun je heen?

Weg van TikTok, X of Insta  - waar  kun je heen?

Het eerste filmpje met „buitensporig” geweld zag hij om zes uur in de avond. Rond die tijd zijn veel kinderen nog niet naar bed. De kans bestaat dus dat zij de gruwelijke beelden ook hebben gezien. De Jong heeft advies voor ouders: „Ga met je kind in gesprek als die iets heftigs heeft gezien. Plaats de desbetreffende beelden in een breder perspectief. Zeg dat oorlog slecht is en dat het mensen kapot maakt. Maar vertel ook dat mensen het overleven en er sterker uitkomen. Zo leer je ook waar je kind precies bang of angstig voor is. Straf je kind vooral niet als ze zulke beelden op hun scherm hebben gezien. De kans bestaat dan dat ze er de volgende niet over vertellen.”

Foto Camiel Mudde

Verdoofd

Reijmer zat rond één uur ‘s nachts te scrollen door diens persoonlijke ‘reels-pagina’. „Een paar dagen eerder zag ik hetzelfde filmpje, waarin mensen op elkaar aan het schieten waren.” Het deed Reijmer niet zo veel. „Ik schrok van mijn eigen reactie. Het voelde alsof ik verdoofd raakte om mezelf te beschermen.” Joost had precies hetzelfde reactie. Hij zag ook filmpjes van liquidaties. „Op een gegeven moment vroeg ik me af waarom ik nog aan het scrollen was.” De beelden maakten hem juist nieuwsgierig. Volgens hem hadden de beelden minder impact op hem dan beelden in het journaal. „Op Instagram zie je tussendoor nog memes om je gedachten af te leiden.”

Traumaspecialist De Jong noemt de aanslag op de Twin Towers in New York als voorbeeld. De mensen die destijds voortdurend naar de televisie aan het kijken waren zijn getraumatiseerd geraakt op basis van beelden van de ramp. Dit terwijl ze er zelf niet bij waren. „Een posttraumatische stressstoornis kan dus ook ontstaan door filmpjes en verhalen. Dit komt doordat mensen een intens inlevingsvermogen hebben.”

Volgens De Jong is het daarom belangrijk om van tevoren altijd een waarschuwing te geven voor extreme beelden. „Dan zijn mensen voorbereid en hebben ze zichzelf gewapend.” Volgens hem laat het Instagram-incident zien hoe essentieel het is dat er moderatoren en filters zijn. Een tip die De Jong geeft aan professionals die dagelijks nare beelden bekijken, kan ook voor anderen werken: „Zet in de avond je telefoon uit en kijk naar Bambi of een vergelijkbare film. Zo neem je jezelf in bescherming.”


Podimo wil hét platform zijn voor podcasts: ‘We richten ons volledig op lokale content’

Amper vijf jaar na zijn lancering heeft het Deense mediabedrijf Podimo een belangrijke mijlpaal bereikt: 1 miljoen betalende luisteraars. Het onderstreept de snelle internationale groei van het bedrijf, dat behalve in Denemarken ook podcasts en audioboeken aanbiedt in Duitsland, Nederland, Noorwegen, Finland, Spanje en Mexico. Het bereiken van 1 miljoen betalende luisteraars bewijst volgens directeur Morten Strunge de kracht van Podimo’s lokale aanpak. „Door te investeren in lokale content en in de relatie met lokale makers creëren we een uniek platform”, zegt hij in een interview met NRC.

Nederland speelt een belangrijke rol in de groeistrategie van Podimo. Het bedrijf nam de afgelopen jaren de Nederlandse podcastbedrijven Dag en Nacht Media en Tonny Media over, waardoor het nu een grote speler is op de Nederlandse markt (hoeveel luisteraars ze precies hebben in Nederland wil Strunge niet zeggen). Ze bieden podcasts aan van populaire makers als presentator Jort Kelder (De Snobcast), columnist Sander Schimmelpenninck (De Zelfspodcast), influencer Monica Geuze (Geuze en Gorgels), en het media- en techduo Alexander Klöpping en Ernst-Jan Pfauth (POM).

Dit soort podcasts, die grotendeels draaien om de persoonlijkheid van de makers, zijn onontbeerlijk voor Podimo’s groei, zegt Strunge (38) via een videoverbinding vanuit het hoofdkantoor in Kopenhagen. „Makers die al een naam en een publiek hebben opgebouwd op sociale media, zijn een belangrijke motor voor onze groei. Als ze een show lanceren, dan brengen ze veel nieuwe luisteraars naar ons platform. Maar je hebt wel een stabiel aanbod van hoge kwaliteit content nodig, anders behoud je die luisteraars niet. Ons groeivliegwiel is dus in hoge mate creatief .”

Maar hoe haal je mensen over om te betalen als er ook zo veel podcasts gratis te beluisteren zijn? Makers raken vaak luisteraars kwijt als hun content achter een betaalmuur verdwijnt. Dat ziet Strunge ook. Daarom heeft Podimo een model ontwikkeld om luisteraars geleidelijk richting een abonnement te dirigeren. „We zagen dat dit in Nederland goed werkte met de content van Dag en Nacht Media en Tonny Media. We zorgden dat die breed beschikbaar was op mondiale platforms als Spotify, Apple, en YouTube, zodat het makkelijker was om een ​​publiek te vinden en op te bouwen voordat we ze verleiden tot een abonnement.”

U gaat prat op de lokale aanpak van Podimo. Wat behelst die precies?

„Mensen luisteren liever naar podcasts in hun eigen taal. Dat komt niet door een gebrek aan Engelstalige content. Integendeel, die is binnen handbereik. Maar veel mensen luisteren nu eenmaal liever naar podcasts in hun eigen taal. Enerzijds worden er meer onderwerpen besproken die relevant voor hen zijn. Maar het is ook een intiemere luisterervaring. Dus richten we ons volledig op lokale content.”

„Op die manier kunnen we ons ook onderscheiden van platforms als Spotify en Apple, die eveneens (gratis) podcasts aanbieden en een wereldwijd bereik hebben. Maar die staan veel verder af van de podcastmakers, terwijl wij in elke markt een studio hebben en samenwerken met lokale makers. We praten met ze, we maken samen content, en we bewerken en vermarkten die ook. We hebben een volledig pakket aan diensten op lokaal niveau.”

„Podimo kan niet profiteren van Engelstalige content die in alle markten aftrek vindt. Maar we zien wel steeds vaker dat vertaalde content ook in andere landen aanslaat. Gescripte content, zoals Deense true crime podcasts, kunnen we bijvoorbeeld één op één vertalen. Een andere manier om de grens over te gaan, is door het ontwikkelen van succesvolle formats die we in andere landen kunnen kopiëren. Zoals Endemol deed met het format van het tv-programma Big Brother. Dus er zijn zeker mogelijkheden tot schaalvergroting. Maar een deel van onze content zal alleen beschikbaar zijn in Denemarken of in Nederland.”

Om vanuit Denemarken uit te breiden naar andere Scandinavische landen, Nederland en Duitsland klinkt logisch. Maar waarom koos u voor Spanje en Latijns-Amerika?

„Onze uitbreiding naar Spanje was erg gedreven door kansen op de markt. Want de consumptie van podcasts is de afgelopen jaren geëxplodeerd in Spanje. In Mexico ligt het aantal mensen dat podcasts luistert zelfs nog hoger (36 miljoen in 2024). De bereidheid om te betalen is duidelijk lager in Spanje en Mexico vergeleken met Noord-Europese markten, maar daar staat de omvang van het publiek tegenover. Met Spaanstalige content kun je in principe een groot deel van Latijns-Amerika bereiken.”

„Vanuit Spanje was het logisch om naar Mexico te gaan vanwege de schaalvoordelen wat betreft content, distributie, partnerschap, en mediaovereenkomsten. We werken in Spanje samen met mediabedrijf Grupo Prisa, dat ook actief is in Latijns-Amerika. We zien we nu al dat 40 procent van onze nieuwe abonnees in Mexico woont. Dat biedt op de langere termijn wellicht ook mogelijkheden om voet aan de grond te krijgen in de VS.”

Podimo werkt in Spanje samen met een groot mediabedrijf. Hoe ziet dat partnerschap er precies uit? En hoe zit het met samenwerkingen in andere landen?

„Grupo Prisa is eigenaar van de landelijke krant El Pais en El Pais Audio, het grootste radiostation, en een van de grootste podcasts en eigenaren van intellectueel eigendom in Spanje. We produceren samen content, en we bundelen onze producten. Als je een abonnement neemt op El Pais, krijg je tegen een gereduceerde prijs ook toegang tot Podimo. En je kunt op Podimo naar de podcasts van El Pais luisteren zonder advertenties. Het is dus een partnerschap met meerdere lagen, dat we elders hopen te kopiëren.”

„In Denemarken werken we samen met TV2, het grootste tv-netwerk, waarmee we samen een dagelijks nieuwsformat en andere shows produceren . Ook op Nederlandse markt zien we kansen in samenwerking met mediabedrijven die al journalistieke content maken en daarmee een groot publiek bereiken. Dat is belangrijk voor ons omdat we content willen produceren met dezelfde frequentie als andere media. Daartegenover staat dat Podimo die mediabedrijven helpt om hun journalistieke content te verspreiden onder een groter publiek en te zorgen dat ze er ook geld aan kunnen verdienen.”

Moeten we de overname van het Nederlandse Tonny Media, mede opgericht door Sander Schimmelpenninck, ook in dit licht zien?

„Tonny Media heeft een geweldig team dat in korte tijd veel heeft bereikt. En het bedrijf past goed bij de andere productiestudio’s van Podimo. Sommige zijn meer gericht op documentaires. Tonny Media maakt vooral podcasts die draaien om de persoonlijkheid van de maker. Je kunt ons vergelijken met een platenlabel zoals Universal Music, waar sublabels onder hangen die zich richten op diverse soorten muziek. We willen een thuishaven zijn voor alle makers, daarom hebben we verschillende podcaststudio’s.”

„Door de overname van Dag en Nacht Media en Tonny Media hebben we een grotere schaal, waardoor het voor adverteerders aantrekkelijker wordt om met ons samen te werken. Wij denken dat dit de grootste horde is die we als modern mediabedrijf moeten nemen. Als we willen concurreren met radio en televisie dan hebben we een groot bereik nodig. Als het makkelijker wordt om aanzienlijke advertentiebudgetten te distribueren, dan zijn we een aantrekkelijkere partner voor adverteerders en reclamebureaus.”

Hoe staat de advertentiemarkt voor podcasts er eigenlijk voor?

„De advertentiemarkt voor podcasts groeit op dit moment snel. We verdienen in Nederland ongeveer evenveel aan advertenties als aan abonnementen. Onze verwachting is dat de groei op beide fronten de komende tijd doorzet. Advertentie-inkomsten hebben veel te maken met schaal. En we zien dat adverteerders meer prioriteit beginnen te geven aan middelgrote mediabedrijven. Dus daar valt nog veel groei te behalen. Met ons model laten we zien dat we zowel onze inkomsten uit abonnementen als onze advertentie-inkomsten kunnen laten groeien. Hierdoor zorgen we voor een gezond ecosysteem waar uiteindelijk de hele sector van profiteert.”


Magistraal verteld verhaal over een dramatische Poolse familiegeschiedenis

Onlangs werd de Vlaamse journalist Evelien Rutten door de Stichting Verhalende Journalistiek benoemd tot Meesterverteller. Terecht. Roadtrip naar Auschwitz is een magistraal verteld verhaal over een dramatische Poolse familiegeschiedenis. Rutten stapte daarvoor in de auto en vroeg haar tienerdochter Hera en de zussen van haar overleden Poolse moeder – tante Misha en tante Wanda – om haar te vergezellen. De grootouders van Rutten zaten in een concentratiekamp, maar bouwden uiteindelijk na de Tweede Wereldoorlog een schijnbaar normaal bestaan op in België.

Het verhaal ontvouwt zich op de plekken die de vier op hun roadtrip aandoen, maar ook vanuit archieven, dagboeken van de moeder van Rutten én tijdens intieme gesprekken die de drie generaties in de auto met elkaar voeren. In een goede familieroman voel je dat de specifieke lotgevallen waarover je leest, staan voor iets veel groters. Zo ook in de vertelling van Rutten. Al vanaf de eerste scène, een gesprekje tussen Rutten en Hera over wat ‘babcia’ (oma) en ‘dziadzia’ (opa) betekenen, is duidelijk dat je als luisteraar in goede handen bent.


Hoe werkt doorzettingsvermogen?

‘Niet aan Pasje denken, niet aan Pasje denken.’ Dat was het mantra van Anette toen zij in 1992 met een gebroken heup en een grote beenwond moest overleven in de Vietnamese jungle. Pasje was de bijnaam van haar geliefde. En het vliegtuig waarin ze met hem had gezeten was gecrasht. Alleen Annette overleefde de ramp en werd pas na acht dagen teruggevonden. Hoe houd je zoiets vol? NRC-redacteur Carlijn Vis en Humberto Tan spraken zes ‘doorzetters’ om die vraag te beantwoorden. Wat is doorzettingsvermogen precies? En hoe werkt het? Ze stellen die vragen ook aan een filosoof, een psychiater, een neurowetenschapper en een familietherapeut. Tijdens de eerste aflevering was ik even sceptisch over die keuze: vragen ze nu aan een filosoof om uit te leggen wat Annette heeft meegemaakt? Maar die scepsis verdween al snel. De verhalen en de bespiegelingen van de experts worden namelijk knap samengebracht. En ik zat met natte ogen op mijn fiets.


Oscar-presentator Conan O’Brien is niet bang voor chaos en ongemak

Grote Amerikaanse prijzengala’s duren bijna altijd te lang, weet ook de presentator van de Oscars dit jaar: Conan O’Brien (1963). Toen O’Brien in 2006 de Emmy’s presenteerde, nam hij dan ook geen halve maatregelen. Hij opende met de opmerking dat de uitreiking absoluut binnen de tijdslimiet moest blijven. Om dat kracht bij te zetten werd de geliefde komiek Bob Newhart (1929) in een grote glazen tank „met genoeg zuurstof voor drie uur” het podium opgereden. „Dames en heren, het is heel simpel: als de Emmy’s één seconde langer duren dan drie uur, dan sterft Bob Newhart”, zei O’Brien. „Houd die speeches kort. Het leven van meneer Newhart ligt in uw handen.” Gedurende de uitzending werd er af en toe geschakeld naar een panikerende Newhart terwijl een klok in beeld aangaf hoe lang hij nog zuurstof had. Newhart overleefde de avond en stierf pas in 2024, op 94-jarige leeftijd.

Deze Emmy-grap is typisch Conan O’Brien: cartoonesk, absurd en ongemakkelijk. Bijna dertig jaar lang was dat de stijl van de talkshows die hij op verschillende grote tv-zenders presenteerde. Hij wist zich te onderscheiden door het strakke format van de Amerikaanse avondtalkshow te ontregelen. Interviews met beroemdheden waren minder slijmerig dan bij collega’s en grappen en sketches waren minder op actualiteit en politiek gericht. Toen er door tv-bazen geklaagd werd dat zijn programma te grof was, introduceerde zijn programma Late Night with Conan O’Brien een nieuw personage: Masturbating Bear, een man in een berenpak die opeens kon verschijnen om (masturberend) de uitzending te verstoren.

Ongemakshumor, zijn specialiteit, zal vrijwel zeker een belangrijk onderdeel van het 97ste Oscargala worden. De 61-jarige presentator spaart zichzelf nooit en maakt van zichzelf graag een zo treurig mogelijke figuur op het podium of tijdens een reportage. „Ik vind het leuk om een vreemde eend in de bijt te zijn, iemand die er niet bij past”, vertelde O’Brien in 2024 tegen vakblad The Hollywood Reporter. „Ik sprak iemand die naar mijn huid en mijn sproeten keek en zei: ‘Ben je ziek?’ Dat soort situaties vind ik amusant.” Hij is graag zelf de punchline. Tijdens de Oscars komt dat van pas: Hollywoodsterren worden liever niet keihard aangepakt door de presentator.

‘The Simpsons’

O’Briens interesse voor komedie begon tijdens zijn studie geschiedenis en literatuur op de universiteit Harvard, waar hij redacteur was van het gerenommeerde satirische studentenblad The Harvard Lampoon. Na zijn studie kreeg hij verschillende schrijfklussen voor tv-programma’s. Zijn doorbraak in de comedywereld kwam in 1988, toen hij sketchschrijver werd voor variétéprogramma Saturday Night Live (SNL). Daar vormde hij een schrijfduo met Greg Daniels, die later de Amerikaanse The Office zou maken.

Na drie jaar SNL kwam O’Brien terecht bij een ander tv-instituut: The Simpsons. De animatiesitcom was op dat moment een popculturele sensatie en creatief op een hoogtepunt. O’Brien schreef afleveringen die behoren tot de beste uit de serie. Zoals ‘Marge vs the Monorail’: een parodie op musical The Music Man, waarin een zingende en dansende oplichter de inwoners van stadje Springfield een defecte trein aansmeert. De signatuur van O’Brien was duidelijk te zien: humor op de grens van intellectueel en kinderlijk dwaas. „Er was nog nooit zoiets gedaan”, zei Simpsons-producent Josh Weinstein tegen de site Vice. Hij vindt het de beste aflevering in de geschiedenis van televisie: „Er zaten zoveel verschillende komische lagen in.”

Late Night

Hoewel O’Brien nooit van plan was zelf op televisie te verschijnen, werd hij in 1933 door Saturday Night Live-producent Lorne Michaels gevraagd om presentator te worden van de talkshow Late Night op de zender NBC. Hij volgde daarmee David Letterman op, een geestverwant van O’Brien die zijn liefde voor ontregelen deelde.

Het dagelijkse programma werd pas om half 1 ’s nachts uitgezonden, na de meer traditionele talkshow The Tonight Show. Door het extra late tijdstip was er meer ruimte voor experiment. Niet dat er geen druk was: de eerste jaren dacht O’Brien dat hij elk moment ontslagen kon worden. Hij sorteerde voor op de kritiek door na zijn eerste aflevering een ingezonden brief naar The New York Times te sturen met de kop ‘O’Brien Flops!’ „Ik was niet onder de indruk”, schreef O’Brien over zichzelf. Critici deelden zijn mening. Pas na drie jaar veranderde dat, en vond O’Brien zijn publiek: jonge mensen, veel studenten, voor wie zijn spannende, onvoorspelbare begin nog altijd culttelevisie is. Die eerste show vormde naar hun zeggen ook de humor van komieken als Bill Hader, John Mulaney en Nikki Glaser.

De zelfspot bleef, ook toen O’Brien onderdeel werd van harde zenderpolitiek en in 2010 vertrok bij NBC. Hij kreeg een nieuwe talkshow op zender TBS. Daarin bewoog hij steeds meer mee met het veranderende medialandschap door zijn shows op te knippen in korte fragmenten voor YouTube. Het werd de blauwdruk voor veel moderne talkshows.

In 2021 stopte O’Brien als talkshowpresentator. Het medium voelde ouderwets, zei hij. In plaats daarvan legde hij zich toe op de podcast Conan O’Brien Needs a Friend en het komische reisprogramma Conan O’Brien Must Go voor streamingdienst HBO Max. Voor dat laatste bezoekt hij luisteraars van zijn podcast in andere landen: Argentinië, Noorwegen, Thailand en Ierland. In de introductie van het programma beschrijft de beroemde Duitse regisseur Werner Herzog hem in een voice-over als „clown met doffe oogjes” En: „Ooit was hij een trotse talkshowpresentator. Door een veranderd ecosysteem is hij naar een harder klimaat gedreven: de wekelijkse podcast.” Op 23 maart krijgt O’Brien de Mark Twain Prize for American Humor wegens zijn „immense nalatenschap”.

Maar eerst nog de Oscars: een berucht moeilijke presentatieklus. O’Briens toon zal waarschijnlijk iets ingetogener zijn dan het publiek van hem gewend is, mede omdat de Hollywood-gemeenschap de verwoestende natuurbranden die Los Angeles in januari teisterden nog aan het verwerken is. En hoewel hij niet veel aan politieke humor doet, zal hij op zijn minst ook moeten verwijzen naar de verdeeldheid en onrust in de VS sinds de inauguratie van Donald Trump. Zelf zegt hij in een interview: „Het is een lastige show en een lastige tijd. Ik ga mijn best doen. Als het niet lukt, zul je me nooit meer zien.”


‘AI-pulp’ maakt het internet nog smoezeliger

Zoek bij Google op afbeeldingen van een ‘beautiful girl’, en de eerste vrouwen die je te zien krijgt zijn door AI gegenereerd. Scroll door Facebook en je komt vroeg of laat bevreemdende beelden tegen van dieren bestaand uit croissants of een vrouw die een twaalfling heeft gekregen. En op TikTok kun je huiveren bij AI-filmpjes waarin ‘misvormde’ mensen worden tentoongesteld.

In het Engels staat dit fenomeen bekend als AI slop, vrij vertaald: AI-pulp. Waar kunst en media die op een verantwoorde en transparante manier met AI gemaakt zijn waardevol kunnen zijn, is AI-pulp in principe onwenselijk. Het misleidt, irriteert of wekt weerzin op.

En kan bovendien schadelijk zijn, zegt Siri Beerends, AI-onderzoeker bij de Universiteit van Twente en het technologie-kritische collectief Setup. Zo zijn de AI-vrouwen die je aantreft op Google puntgaaf afgestemd op klassieke schoonheidsidealen: lichte huid, slank, grote ogen. AI-tools als Midjourney en ChatGPT zijn getraind met (westerse) trainingsdata en maken daar sociaal wenselijke „eenheidsworst” van, zegt Beerends. „De gepolijste esthetiek die generatieve AI typeert, vormt je blik op de werkelijkheid. Vergelijk het met hoe jongeren die veel porno hebben gezien, niet meer weten hoe normale geslachtsdelen eruitzien.”

Vervorming

Vervorming van de werkelijkheid is een rode draad bij AI-pulp. Zo ging een foto van een kleurrijk, glanzend pauwenkuiken viraal, terwijl die in het echt heel gewoontjes grijsbruin zijn. Een fictief restaurant dat door AI gegenereerde gerechten post – een schoen van croissantdeeg, iemand? – verzamelde 113.000 Instagram-volgers. Nog surrealistischer zijn de uit garnalen bestaande Jezus-figuren die vorig jaar viraal gingen op Facebook. Pagina’s die met AI-pulp de aandacht trekken verdienen geld door bezoekers door te sturen naar clickbaitsites vol advertenties, of naar schimmige webshops waarin de afbeeldingen van de aangeboden producten met AI gegenereerd zijn, en het dus maar de vraag is of je iets ontvangt en hoe dat er dan uitziet.

Behalve om er aan te verdienen, wordt AI-pulp ook gebruikt om de gebruiker te beïnvloeden, zegt Felienne Hermans, hoogleraar Vakdidactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit. Denk aan door AI gegenereerde, stereotyperende beelden van asielzoekers. „Bij ieder verhaal dat we willen vertellen, kunnen we nu een plaatje maken dat dit verhaal ondersteunt. Als je het ziet in plaats van alleen leest wordt iets gelijk ‘echter’.” Dat maakt internetgebruik vermoeiend, zegt Hermans. „Het feit dat je overal aan moet twijfelen is een grote last.”

Anders dan spam

Is het niet van alle tijden dat het internet geplaagd wordt door ongewenste of lage-kwaliteit inhoud, van met photoshop getructe foto’s tot kitscherige homepages vol glitters knipperende gifjes? „Het nieuwe van AI is de schaal en het gemak waarmee je het kan maken. Niet iedereen kan photoshoppen en áls je het kan, kun je geen duizenden beelden op een dag maken”, zegt Hermans. Daarentegen kan iedereen uit de voeten met eenvoudige en gratis te gebruiken programma’s als ChatGPT.

„Vroeger was er natuurlijk ook veel internetrommel”, vult Beerends aan. „Denk aan mensen die heel lange, saaie blogs schreven over wat ze wat ze beleefden.” Maar het was wel door mensen gemaakt, en liet iets van menselijke diversiteit zien, iets van ons. Het was van lage kwaliteit, maar met generatieve AI krijgt alles dezelfde sóórt lage kwaliteit.”

Pulp met aantrekkingskracht

Wat voor de een pulp is, hangt bij de ander boven de bank. Op de Marktplaats-achtige website Etsy verkoopt iemand posters met door AI-gegenereerde dieren op pocketformaat: van een olifantje dat in een handpalm past tot een axolotl die een parasolletje vasthoudt. Unheimisch in al zijn onrealistische schattigheid – toch werden er al zo’n tweeduizend posters verkocht.

AI-gegenereerde beelden

Beeld: Faithful op Facebook

En AI-vrouwen mogen dan fata morgana’s zijn, voor sommige gebruikers lijkt dat juist de aantrekkingskracht. Op ledenplatforms als OnlyFans onthullen AI-naaktmodellen voor een paar euro per maand hun door de computer gegenereerde lijven met rondingen waar zelfs pornosterren niet aan kunnen tippen.

Zo bezien houdt generatieve AI ons als mensen een spiegel voor, zegt Beerends. „Hoe AI-beelden eruitzien reflecteert onze dominante cultuur, waarin we het fijn vinden om de imperfecties te retoucheren.”

Big Tech

Op sociale media als Facebook en Instagram krijgt AI-pulp ruim baan. Ceo Mark Zuckerberg streeft met zijn platformen naar een „hele nieuwe categorie van content, die door AI is gegenereerd of samengevat”. Zuckerberg is groot fan van AI en likete onlangs een van broden gemaakt paard op een Facebookpagina die in AI-pulp is gespecialiseerd. Techwebsite 404media ontdekte dat deze pagina met ruim een miljoen volgers ook beelden van gemutileerde kinderen verspreidde. Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat Facebooks algoritmes dit soort pagina’s actief ‘aanraden’ aan gebruikers. Op TikTok gaan AI-beelden rond van misvormde mensen die als attractie worden tentoongesteld. De filmpjes krijgen duizenden likes – al is de vraag in hoeverre die van door AI gegenereerde profielen afkomstig zijn.

Het verbaast hoogleraar Hermans niet dat AI-pulp gedijt op sociale media. „Facebook wil geen goed product maken – Facebook wil iets maken waar jij verslaafd aan raakt. Hun enige parameter is hoeveel tijd je er doorbrengt.” Of AI-pulp nou gestileerd en schattig is of juist afstotelijk: zolang het de gebruiker gebiologeerd aan zijn scherm kluistert, kunnen techplatforms diegene meer advertenties tonen. AI-pulp moet dan ook begrepen worden door een economische lens, zegt Hermans. „Het is deel van de aandachtseconomie. Als je tien weblogs door ChatGPT laat schrijven, krijg je meer clicks dan wanneer je drie maanden aan een diepgravend artikel werkt.”

Lees ook

Protest tegen eerste grote Christie’s-veiling van AI-kunst

Holly Herndon en Mat Dryhurst, Embedding Study 1 en Embedding Study 2. Deze werken zijn deel van de veiling met een verwachte opbrengst van 70.000 tot 90.000 dollar.

Kentering

Siri Beerends denkt dat de ergernis over AI-pulp een kentering kan veroorzaken in het denken over AI. „Ik zag laatst een reclamebureau adverteren met: wij gebruiken geen AI. En iemand die boven zijn LinkedIn-bijdrage schreef: ‘Ik heb deze tekst zelf geschreven.’ Er is een bepaalde irritatie.”

Die irritatie kan toenemen als de output van AI-modellen slechter wordt. Deze modellen worden getraind met openbare data. Als daar steeds meer pulp tussen zit, wordt de kwaliteit van de output ook weer lager: een vicieuze cirkel.

Hoe wij over technologie denken, verandert voortdurend, zegt Beerends. „Voorheen was je een gekkie als je niet op sociale media zat. Nu gaat het over sociale media in termen van polarisatie, verslaving, dat het ‘toxisch’ is. Ik ben benieuwd of we over generatieve AI ook steeds negatiever gaan denken.”


Minister Bruins in gesprek met toezichthouder NPO over werkcultuur onder voorzitter Leeflang

Minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (NSC) gaat in gesprek met de raad van toezicht van de NPO naar aanleiding van klachten over vermeend grensoverschrijdend gedrag door NPO-voorzitter Frederieke Leeflang. Dit bevestigt een woordvoerder van het ministerie aan NRC. De minister zegt in een verklaring bezorgd te zijn over de meldingen. „Het is belangrijk dat duidelijk wordt wat hier aan de hand is.”

Aanleiding is een verhaal over de werkcultuur bij de NPO dat het AD en Investico vorige week publiceerden. Daarin doen tientallen (oud-)medewerkers hun beklag over de volgens hen harde bestuursstijl van Leeflang, die voorzitter is van het centrale bestuur van de publieke omroep. Ze spreken van intimidatie, verbaal geweld en onvoorspelbaar gedrag, die zouden leiden tot een onveilig werkklimaat. De raad van toezicht zou via de ondernemingsraad en een externe vertrouwenspersoon meerdere klachten over Leeflang hebben ontvangen.

Een opmerkelijk detail in het artikel is een brandbrief van Paul Doop, die als lid van de raad van bestuur van de NPO (2019-2024) jarenlang samenwerkte met Leeflang. In een brief aan de raad van toezicht houdt hij Leeflang verantwoordelijk voor een „angstcultuur” bij de NPO. Tegenspraak zou door haar niet gewaardeerd worden, en haar opstelling zou de sfeer van achterdocht en wantrouwen voeden. Hij verwijst in zijn brief naar de klachten bij de ondernemingsraad. Tjibbe Joustra, voorzitter van de raad van toezicht, besprak de klachten met Leeflang maar ondernam geen actie.

Volgens Leeflang zijn de klachten over haar bestuursstijl ongegrond en komen ze voort uit het feit dat ze de bezem door de organisatie haalt en een eind probeert te maken aan de onveilige werkcultuur. Ze werd op 1 januari 2022 benoemd tot voorzitter van de NPO. Twee jaar later publiceerde de commissie Van Rijn haar kritische rapport over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep. Daarin viel de NPO op omdat medewerkers relatief lage cijfers gaven aan hun ervaring met de directie. Vijf van de zeven directeuren zijn tijdens Leeflangs voorzitterschap vervangen.

In het AD verdedigde Leeflang zich tegen de aantijgingen. Volgens haar zijn er geen officiële klachten ingediend, en heeft de raad van toezicht de brandbrief van Doop ook niet met haar besproken. „We krijgen allemaal signalen”, zegt ze. „Het zou raar zijn als mij dat, in deze positie, niet zou overkomen. Dit is professioneel. Dit is volwassen worden. Bovendien is het vandaag de dag wel zo dat als je mensen aanspreekt op hun functioneren, heel snel de veiligheidskaart wordt getrokken. Dat is ook niet de kant die we op moeten.”

Leeflangs bestuursstijl heeft onmiskenbaar tot wrevel geleid op het Mediapark. Een van haar grootste critici is Omroep MAX-baas Jan Slagter , die in reactie op het rapport-Van Rijn de omvang en ernst van het gemelde gedrag leek te minimaliseren. Hij benadrukt nu het belang van de sociale veiligheid. „Ik krijg heel veel appjes van mensen die bang ook nare ervaringen met haar hebben gehad en die dit niet op camera durven te zeggen”, zei Slagter tegen RTL Boulevard. Hij pleit voor een extern onderzoek naar Leeflang. „Als we deze meldingen niet serieus nemen, dan is het hek van de dam en wordt Hilversum alleen maar onveiliger.”


Publieke omroepen kiezen meer voor eigen producties

Joop van den Ende sloeg vorige week alarm. In een paginagrote advertentie in diverse kranten waarschuwde de tv-producent tegen de macht van Amerikaanse techbedrijven zoals Meta, Amazon, en X van Elon Musk. Volgens hem doet de Nederlandse politiek te weinig om de Nederlandse mediasector te beschermen. Hij noemde de komende bezuinigingen van ruim 160 miljoen euro op de publieke omroep en de voorgenomen fusie tussen de commerciële omroep RTL en de krantenuitgever DPG. Die bezuiniging moet van tafel, en die fusie moet doorgaan, vindt Van den Ende.

De advertentie weerspiegelt de grote zorgen die leven onder de pakweg zestig commerciële productiebedrijven die tv-programma’s maken voor de omroepen – de zogenoemde buitenproducenten. Zij vrezen kind van de rekening te worden bij de komende bezuinigingsronde. De publieke omroepen moeten voor 1 april een lijst inleveren met programma’s die moeten verdwijnen. En productiebedrijven vermoeden dat dit vooral programma’s zullen zijn die de omroepen niet zelf maken. Irene van den Brekel van Human Factor TV: „De producenten staat enorm onder druk. De publieke omroepen moeten drastisch bezuinigen én ze moeten veel freelancers in vaste dienst nemen, dus de angst is dat ze de bezuinigingen op de buitenproducenten gaan afwentelen.”

Sommigen merken al dat omroepen terughoudender zijn in het bestellen van nieuwe programma’s: „Sinds een maand of twee staat alles on hold omdat niemand weet wat er gaat gebeuren”, zegt Iris Lammertsma, eigenaar van productiebedrijf Witfilm (Hokwerda’s Kind, Dance or Die) en voorzitter van de NAPA, een belangenclub van audiovisuele producenten. „Veel buitenproducenten hebben het altijd al moeilijk gehad, maar nu nemen de omroepen echt weinig tot geen nieuwe projecten meer aan. Dit komt bovenop de bredere trend dat producenten voor meer artistieke documentaires en speelfilms bijna niet meer bij de omroepen terecht kunnen. Er is steeds minder ruimte voor kunst en meer artistieke projecten.”

Heel Holland Bakt

Wie is de Mol, Heel Holland Bakt, Even tot hier: volgens belangenclub de Vereniging van Nederlandse Content Producenten (NCP) worden de populairste tv-programma’s in Hilversum gemaakt door externe productiebedrijven. Sinds de opkomst van de commerciële zenders eind jaren tachtig is het gebruikelijk dat omroepen veel programma’s niet zelf maken, maar dit uitbesteden. Joop van den Ende was in de jaren zeventig de eerste buitenproducent. Hij is nu op de achtergrond aanwezig in het bedrijf van zijn dochter, Medialane (Even tot hier, Eva). John de Mol en Joop van den Ende zijn de bekendste buitenproducenten. Samen schiepen de twee het internationale productiebedrijf Endemol, bekend van onder andere Big Brother.

Deelnemers van ‘Heel Holland Bakt’. Beeld Beeld MAX/Elvin Boer

„Het zou onverstandig zijn om de rekening bij de producenten neer te leggen, want die zijn een belangrijke creatieve pijler onder het bestel”, zegt Nelsje Musch-Elzinga, directeur van de NCP. Volgens de NPO, het centrale bestuur van de publieke omroep, wordt maar liefst 40 procent van het programmabudget van de publieke omroep door buitenproducenten gemaakt. Zijzelf schatten dat nog hoger. Musch-Elzinga: „In 2023 ontvingen buitenproducenten maar een kwart van het totale programmabudget van de NPO, terwijl ze daarvoor 60 tot 80 procent marktaandeel leverden. Acht van de tien best bekeken programma’s werden door buitenproducenten gemaakt – los van nieuws, sport en evenementen.”

De productiebedrijven vinden dat er sprake is van een ongelijk speelveld tussen henzelf en de omroepen omdat ze in feite met hun opdrachtgevers concurreren. Die maken immers zelf ook programma’s. „Dit maakt de situatie voor producenten erg complex”, zegt Musch-Elzinga. „En het ongelijke speelveld wordt versterkt doordat de omroepen wegens de bezuinigingen vrezen voor hun toekomst. Hierdoor kiezen ze meer en meer voor eigen producties. Ik hoor van alle producenten dat de deur van omroepen vaker dicht is wat betreft nieuwe programma’s.”

Lees ook

Publieke omroepen gaan voor 2026 al ruim 20 miljoen euro bezuinigen

Presentatoren Eva Jinek, Herman van der Zandt en Carrie ten Napel in 2024 tijdens de seizoensopening van de NPO.

Kleine producenten

Volgens Musch-Elzinga zullen alle producenten in meer of mindere mate door de bezuinigingen worden geraakt, zowel kleine producenten als Human Factor (Lubach, Plakshot) als grote spelers zoals Endemol Shine (All You Need is Love, Miljoenenjacht). „Het voeren van een gezonde bedrijfsvoering wordt op deze manier erg lastig en in sommige gevallen wellicht zelfs onmogelijk”, zegt Musch-Elzinga. „Ik ken geen bedrijven bij wie het water al aan de lippen staat. Maar het zou me niks verbazen dat als de bezuinigingen worden doorgezet, sommige producenten het erg moeilijk gaan krijgen.”

Wat bijdraagt aan de nijpende situatie van kleine producenten is dat het NPO-fonds, waarmee de publieke omroep fictie, documentaires en talentontwikkeling stimuleert, anders is ingericht, waardoor grofweg nog maar de helft van het aantal documentaires gefinancierd kan worden. „Er werden ongeveer vierentwintig documentaires per jaar gefinancierd door het fonds, en dat zijn er nu nog maar twaalf”, vertelt Lammertsma. „Want de productiekosten zijn hoger geworden door inflatie en andere factoren, terwijl het totale budget van het fonds hetzelfde is gebleven. Dus ze kunnen met hetzelfde geld gewoon minder films financieren. En dat heeft grote invloed op de kleinere documentaireproducenten, die afhankelijk zijn van het fonds.”

Waarom maken omroepen niet zelf hun programma’s? „Buitenproducenten zijn creatiever, efficiënter en flexibeler”, zegt Musch-Elzinga van NCP. „Dit is de kern van wie en wat ze zijn.” Vincent ter Voert van Vincent TV (Chateau Meiland, Mr. Frank Visser, Vriendenloterij Miljonairs) wijst erop dat buitenproducenten vaak een specialisatie hebben die de omroepen niet hebben. In zijn geval is dat reality: „Producenten komen met ideeën die omroepen niet hebben. Bij reality moet je veel tijd en aandacht investeren in het casten en onderhouden van talenten. Dit kan een omroep niet altijd zelf.”

Rik van de Westelaken in ‘Wie is de Mol?’ Beeld Joy Hansson / AvroTros

Verplichte Nederlandse producties

Los van deze beweegredenen zijn omroepen ook wettelijk verplicht om minstens een kwart van hun programma’s bij productiebedrijven te bestellen. Zo wil de regering „het creatieve, diverse en innovatieve potentieel van deze sector” beter benutten. Daar is vorig jaar een wet bijgekomen die streamingdiensten als Netflix verplicht om 5 procent van hun omzet in Nederlandse producten te steken. Daarmee zouden de buitenproducenten 45 miljoen euro meer omzet moeten krijgen.

Hier staat een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 2019 tegenover. Daarin staat dat programma’s van buitenproducenten duurder zijn dan wat de omroepen zelf maken – iets wat zij zelf fel bestrijden. Wat buitenproducenten werkelijk kosten, houden ze liever voor zichzelf, zo bleek uit een artikel in Vrij Nederland uit 2022. Dat doen ze mede omdat de omroepen ook hun concurrenten zijn. Uitgaande van de 40 procent van het NPO-programmabudget zou er 330 miljoen euro per jaar naar de buitenproducenten gaan – alleen van de publieke omroep. Argumenten tegen die financiële geheimhouding zijn dat het om publiek geld gaat, waarvan je de correcte besteding moet kunnen controleren, en dat bijvoorbeeld ster-presentatoren zich aan controle op hun salaris kunnen onttrekken door zich via buitenproducenten te laten uitbetalen – de zogenoemde U-bochtconstructie.

Bij deze wettelijke regelingen om de Nederlandse audiovisuele sector te ondersteunen, zoals de verplichte 5 procent Nederlandse producties op Netflix, moet worden aangetekend dat de grote Nederlandse productiebedrijven na diverse fusies veelal in buitenlandse handen zijn. Tim Vloothuis van Every Media (Anne Frank Video Diary, Het verhaal van Floor): „In zo’n competitieve markt is consolidatie logisch.” Zo is het Franse Banijay eigenaar van onder meer Endemol Shine en NL Film (Penoza, Costa). Het Britse Fremantle heeft Blue Circle (Heel Holland Bakt, B&B Vol Liefde). Daarnaast heb je de Britse ITV Studios (Oogappels) en het Amerikaanse Warner Bros ITVP (First Dates).

Musch-Elzinga van de NCP betreurt het dat er door de bezuinigingen meer frictie dreigt te ontstaan tussen omroepen en buitenproducenten: „We moeten het toch samen doen.”


Jelle Brandt Corstius in Oekraïne en sterk MeToo-drama: dit zijn de mediatips van het weekend

Partizanen en deserteurs

Toen Poetin in 2022 zijn leger opdracht gaf Oekraïne binnen te vallen, nam correspondent en Ruslandkenner Jelle Brandt Corstius afscheid van Rusland. Zijn nieuwe liefde werd Oekraïne, een uitgestrekt gebied met een bevolking van 44 miljoen mensen. Toch kennen velen het land en haar inwoners nauwelijks. In de reeks Van Moskou tot Maidan verkent hij het land tijdens het derde jaar van de oorlog. In de eerste aflevering (‘Vechten of vluchten’) gaat Brandt Corstius op onderzoek uit in Oekraïne, waar het steeds lastiger wordt om mannen te vinden voor het leger. Hij loopt mee op patrouille langs de grens met Roemenië, op zoek naar deserteurs. In de Karpaten spreekt hij verstokte partizanen die bereid zijn tot de laatste man door te vechten.

Andre Waardenburg

MeToo-drama op de Zuidas

Net op het moment dat advocaat Anouk op haar Zuidas-kantoor wordt bevorderd tot de jongste kandidaat-partner ooit, stuurt haar oud-hoogleraar Hartkamp een dubbelzinnig cadeautje wat ondubbelzinnig aan iedereen duidelijk moet maken: zij is van mij. Anouk had als studente een relatie met Hartman. Ze dacht dat ze dat achter zich had gelaten, maar nu Hartman onder vuur komt te liggen wegens seksueel overschrijdend gedrag, begint het verleden haar in te halen. Sterk aan De F*ckulteit is dat ze genuanceerd inzicht geeft in een MeToo-zaak zonder moreel ambigu te worden. Julia Akkermans draagt de serie – je ziet haar langzaam instorten achter de façade van de harde advocaat. Fedja van Huêt pakt iedereen in: doorgaans charmant flamboyant, maar op uitkiende momenten ook keihard en meedogenloos.

Wilfred Takken

Genuanceerd fantasyspel

De afgezant van een keizer reist naar een afgelegen en ongetemd hoekje van de wereld, om onderzoek te doen naar een verschrikkelijke plaag. Maar de inwoners zitten helemaal niet te wachten op inmenging van een ver staatshoofd. Wat doe je? Dat is de centrale vraag van fantasygame Avowed, een actierollenspel van de hand van de geroemde rollenspelstudio Obsidian. Het centrale dilemma komt terug in kleine en grote verhalen, terwijl je met zwaard, strijdknots of toverstaf in de hand de onherbergzame Living Lands tegemoet gaat. Jammer genoeg is de game soms te sturend: er liggen teveel barrières op de weg voor wie te snel probeert het centrale mysterie te ontrafelen. Maar wie zoekt naar een rollenspel dat intelligent en genuanceerd met zijn materie omgaat, kan zijn hart ophalen bij Avowed.

Len Maessen

Van pop tot klassiek

Cream is een nieuw radiostation, opgezet door het Amsterdamse echtpaar Leon en Renny Ramakers. Het noemt zichzelf „zeer eclectisch”. Cream draait non-stop pop, jazz, muziek uit verre windstreken en klassiek, dwars door elkaar heen. Zo kun je van Pianoconcert nr. 23 van Mozart via Grace Jones, Warhaus, Joshua Redman & Brad Mehldau en Mongo Santamaría bij Nena terechtkomen. Je maakt een muzikale tijd- en wereldreis tegelijk, niet gehinderd door het hokjesdenken dat de Nederlandse radio zo kenmerkt. Je bent weer terug bij de oerfunctie van radio: je wordt verrast, je muzikale horizon wordt verbreed. Cream belooft nog eclectischer te zijn dan het Franse Fip, dat een soortgelijke formule heeft. Bachs Vioolconcert No 2 en dan The Weeknd? Ja, ze zijn goed op weg.

Vincent Bijlo