Wie op 21 augustus een blik wierp op de statistieken van één van de belangrijkste gameplatformen ter wereld, pc-webwinkel Steam, wist bijna niet wat die zag: 2,4 miljoen gamers die tegelijkertijd dezelfde game speelden, Black Myth: Wukong. Zelden was een spel op Steam zó populair. Nooit was een Chinese game op Steam zo groot.
De internationale game-industrie is altijd het speelveld geweest van Japan en het Westen, vooral de Verenigde Staten. Maar China telt 685 miljoen gamers, en een groeiende interne gamemarkt ter waarde van 43 miljard euro in 2023. Wordt Wukong het spel dat China internationaal op de kaart zet?
Het is niet de eerste internationaal succesvolle titel uit China – gratis games als Genshin Impact gingen het spel voor. Maar Wukong, van studio Game Science, is in twee opzichten uniek. Ten eerste is het een uitdrukkelijk Chinese game, gebaseerd op het in China nog altijd immens populaire 16de eeuwse boek De reis naar het westen. In Nederland kennen veel millennials de mythe vermoedelijk van de Japanse animatieserie Dragon Ball.
De game zoomt in op Sun Wukong, de koning der apen, die aan het einde van het boek de verlichting bereikt. In Black Myth: Wukong roept hij de toorn van de goden over zich heen wanneer hij dit Boeddhaschap weigert. Als jonge aapmens strijdt de speler tegen monsters, op zoek naar de overblijfselen van Wukongs magische krachten. Onderweg kom je personages uit De reis naar het westen tegen.
Prestige
Ten tweede is Black Myth: Wukong een blockbustergame in de premiumklasse – een spel met hoge productiewaarden en een budget van vele miljoenen euro’s (in dit geval, meer dan 45 miljoen euro, aldus The New York Times) waar je vooraf een bedrag voor betaalt. De Chinese gamegigant Mihoyo produceerde de afgelopen jaren weliswaar een aantal van de meest winstgevende spellen ter wereld (zoals Genshin Impact), maar dat zijn gratis games met interne winkels waar je voor echt geld voorwerpen kan kopen.
In de mondiale game-industrie wordt dat als een andere klasse gezien – een hypercommercieel verdienmodel, met minder prestige. Blockbusters zijn de Hollywoodfilms van de game-industrie: zeer risicovol vanwege de hoge budgetten, maar een succes geeft financieel en cultureel gezag aan de maker. Game Science wilde een Chinese game dezelfde allure geven.
„Dit is de eerste Chinese blockbustergame die ook in de internationale markt is gezet”, zegt Chenyu Cui, gamemarktanalist verbonden aan de Chinese firma Omdia. „Financieel is het nu al een groot succes; we verwachten dat Black Myth: Wukong uiteindelijk tien miljoen keer verkocht wordt.” De game verdiende zichzelf vrijwel onmiddellijk terug, met name door de populariteit onder Chinese gamers.
De Chinese game-industrie wordt getekend door overheidsbemoeienis. Zo maakte de regering zich zorgen over de impact van games op de jeugd. Die zouden te veel tijd achter de computer doorbrengen. Daarom mogen jongeren onder de achttien slechts beperkte tijd gamen en mogen gamebedrijven spelers niet opzichtig aanmoedigen om regelmatig terug te komen, bijvoorbeeld door beloningen aan te bieden als je regelmatig inlogt.
Voor Wukong-maker Game Science heeft deze strenge aandacht weinig problemen opgeleverd, zegt Chenyu Cui. „De regering moedigt makers juist aan om de Chinese cultuur op deze manier te exporteren naar het buitenland. De overheid zegt feitelijk: als alle games zo waren als Wukong, hadden we er geen probleem mee.”
Er was wel enige ophef toen uitlekte dat game-influencers in het buitenland moesten beloven het niet over politieke onderwerpen te hebben als ze een gratis editie van de game wilden ontvangen. Schrijvende gamerecensenten kregen daarentegen ‘gewoon’ carte blanche. Black Myth: Wukong wordt goed ontvangen door die westerse gamepers. Op de toonaangevende recensiesite Metacritic krijgt de game gemiddeld een 8,2 van gamejournalisten.
Concurrentiestrijd
Niko Partners, een Amerikaanse marktanalist die gespecialiseerd is in Aziatische gamemarkten, schat dat zo’n 25 procent van de 4 miljoen verkochte exemplaren tot nog toe buiten China over de toonbank zijn gegaan. „Dat toont dat Chinese gamebedrijven klaar zijn om de concurrentiestrijd aan te gaan”, schrijft Niko Partners in een email aan NRC. „We zien dat het boek De reis naar het westen ook populairder wordt, wat de nieuwsgierigheid naar de Chinese cultuur zou kunnen aanwakkeren.” De marktanalist wijst er wel op dat veel andere Chinese gamesuccessen „hun games aanpassen voor andere markten door inspiratie te zoeken in andere culturen”. Genshin Impact houdt bijvoorbeeld een Japanse visuele stijl aan.
„Het helpt dat het een game in een populair genre is, de ‘Soulslike’”, zegt Chenyu Cui. „De populariteit van dit soort ontwerpen zie je ook bijvoorbeeld in het Zuid-Koreaanse Lies of P.” ‘Soulslikes’ zijn games die inspiratie halen uit de Dark Souls-games van het Japanse FromSoftware, die opzettelijk wat lastiger zijn dan normale actiespellen door nadruk te leggen op timing, planning en verkenning.
Lees ook
‘De moeilijkste game ooit’ – waarom zou je dat jezelf aan doen?
Maar is de Chinese game-industrie nu ook meteen een grote speler op de mondiale gamemarkt? Dat ligt ingewikkelder. De Chinese gamecultuur is ontstaan in internetcafés in de jaren nul, toen spelcomputers door de Chinese overheid verboden waren. Omdat in die tijd games vaak illegaal werden verspreid, gaven lokale gamemakers hun spellen gratis weg en vroegen ze spelers om te betalen voor voorwerpen ín het spel.
„Sinds de jaren tien van deze eeuw zien we dat er in China meer premium games met hogere productiewaardes gemaakt worden”, schrijft Niko Partners. „Dat heeft er mee te maken dat er sinds 2014 spelcomputers in China mogen worden verkocht, maar ook dat Chinese gamers nu toegang hebben tot [gameplatform] Steam, een hogere kwaliteit gewend zijn, en een grotere bereidheid tonen om voor games te betalen.”
Veel concurrenten van Game Science schieten bij Omdia-analist Chenyu Cui overigens niet te binnen. „Een blockbuster vereist een enorme investering”, zegt zij. „Het is een enorme uitdaging voor de meeste makers om zo’n spel te maken, en ze weten niet of ze die investering ooit terugverdienen. Gratis mobiele games [als Genshin Impact] leveren op kortere termijn geld op. Dus hoewel ik denk dat het succes van Wukong wel meer zelfvertrouwen opwekt in China, vermoed ik dat hier op de korte termijn niet veel van dit soort games gemaakt worden. We staan nog aan het begin.”
Eva Jinek moeten we in de gaten blijven houden – die had op de tweede dag van haar nieuwe talkshow de boel alweer compleet omgegooid. Een vage rubriek bleek na één dag in de wieg gesmoord, en ze had de volgorde omgegooid: eerst politiek, dan de zanger, dan de massazaaddonor, en op het eind pas het liedje. Om die donor ging het natuurlijk: Jonathan Meijer, de goudgelokte vader van minstens 550 kinderen. Tussendoor verscheen hij steeds alvast in beeld (blijf kijken!). Daar schrok ik dan van. Ik begon op te zien tegen het interview.
Jinek had deze man een jaar geleden ook al in haar show, maar nu is er een Netflix-documentaire, The Man with a 1000 Kids, dus wilde zij hem nog een keer onder handen nemen. Meijer probeert die documentaire via de rechter te verbieden want volgens hem is het een „sensationeel filmpje” dat de waarheid geweld aandoet. Zo berekenden de makers dat Meijer minstens drieduizend kinderen moet hebben, wat volgens hem niet klopt. Jinek wilde van hem weten waarom hij aanstaande moeders niet heeft verteld over zijn omvangrijke nageslacht. Vorig jaar verbood de rechter Meijer om zaad te doneren wegens het gevaar op incest tussen de nakomelingen.
Je vraagt je af wat zo’n man bezielt om toch weer naar de studio te komen; Jinek liet geen spaan van hem heel. Scherp, vasthoudend en net genoeg geëmotioneerd ondervroeg ze de serial donor. Vuurwerk! Jinek op haar best. Veel leverde het verder niet op: zijn mogelijke zaak tegen Netflix is volgens de juristen kansloos, en Meijer blijft gewoon doorgaan met kinderen verwekken, zij het op een lager pitje.
Een Ruysdael!
Mensen met een hobby. Snel naar een héél beschaafde documentaire. Oeke Hoogendijk, bekend van Het Nieuwe Rijks en andere documentaires over de kunstwereld, portretteert in Made in Holland – De Grote Gift (Het Uur van de Wolf, NPO 2) twee Amerikaanse echtparen die 17de-eeuwse Nederlandse schilderijen verzamelen. De film begint sterk: gewoon twee oudere mensen die scharrelen in hun grote huis, maar de camera laat en passant zien wat er aan de muren hangt. Hé, is dat geen Ravesteyn in de hal? Is dat stilleven in de keuken soms van Pieter Claesz.? Hé, een Ruysdael! Blijkt dat het Nederlands-Amerikaanse echtpaar De Mol van Otterloo voor miljoenen aan Hollandse meesters aan de muur heeft hangen – de grootste particuliere verzameling ter wereld.
De schilderijen zijn hun kinderen, zeggen ze. Ze praten erover als dierbare familieleden. Zo ziet de man de oude Aeltje (Rembrandt, 1632) als de moeder is die hij nooit had. De vrouw van het andere verzamelaarspaar zegt over de stoere Cunera (Frans Hals, 1625) die boven de bank hangt: „Ze heeft een geweldige karakter, ik vraag haar elke avond om advies.” Schuin tegenover Cunera hangt een gezicht op Haarlem van Ruysdael, zodat de zeventiende-eeuwse bruid naar de schoorsteen van haar eigen huis kan kijken.
De camera gaat ook mee als de Otterlootjes gaan shoppen in Engeland. In een landhuis van een kunsthandelaar hangt een Netscher die ze begeren. Als het schilderij in een museum zou hangen, zou je eerbiedig afstand houden, anders gaat het alarm af. Maar hier tillen ze het gewoon van de muur, halen het uit de lijst, zetten het in de zon op een tuinbankje. O, krasje erbij in het vernis – geeft niets.
De twist die in de titel is aangekondigd komt na 38 minuten: de echtparen zijn op leeftijd dus ze denken eraan de collectie aan een museum te schenken. Het Rijksmuseum komt even hoopvol in beeld, maar nee, die hebben al zo veel. Dus wordt Boston de gelukkige. In één klap wordt het museum daar het toonaangevende Amerikaanse instituut van Nederlandse 17de-eeuwse schilderkunst. En de verzamelaars zitten thuis tegen lege muren aan te kijken, wachtend op een nieuwe hobby.
De redacties van De Telegraaf (Mediahuis) en Hart van Nederland (Talpa) werken samen aan de ontwikkeling van een nieuw actualiteitenprogramma. Het programma, dat opinies en achtergronden gaat brengen bij het nieuws, zal volgend jaar elke werkdag te zien zijn op SBS6. De redacties kondigden hun journalistieke samenwerking vorige week aan, maar veel details zijn op dit moment nog onduidelijk. De redacties zijn wel al in gesprek met mogelijke presentatoren. „Er ligt nu een basisformat, en dat zal de komende maanden in samenspraak met de presentatoren en de redacties verder vorm moeten krijgen”, zegt Kamran Ullah, hoofdredacteur van De Telegraaf.
Journalisten van De Telegraaf schuiven al geregeld aan bij allerhande actualiteitenprogramma’s, ook Hart van Nederland. Maar in de gesprekken die de twee bedrijven de afgelopen maanden voerden, ontstond het idee voor een stevigere samenwerking, zegt Ullah. „Dat we ook meedenken over een format waarin onze verslaggevers en commentatoren goed tot hun recht komen. Het programma had hoe dan ook een eigen redactie gekregen met een eindredacteur, die in dienst komen bij Talpa. Maar de aansturing zal zowel door de hoofdredactie van De Telegraaf als Hart van Nederland gebeuren. En niet op dagelijkse basis, maar meer om de journalistieke koers te bewaken, zeker in het begin.”
Daarnaast biedt de samenwerking ook andere voordelen voor de Telegraaf, zoals een nieuw podium voor hun journalistiek. „Het programma is een mooie kans om de nieuwe Saskia Bellemannen en Wierd Duks in een live programma te zien”, zegt Ullah. „We maken natuurlijk zelf ook video’s, waarmee onze journalisten tv-ervaring opdoen. Maar een dagelijks live-programma is natuurlijk wel wat anders. We zullen fragmenten uit het programma ook op onze website zetten. We hebben een grote video sectie met eigen video’s en fragmenten van allerlei tv-programma’s. Met het dagelijkse live-programma krijgen we er een hoop nieuwe content bij.”
Het is niet de eerste keer dat De Telegraaf initiatieven ontplooit op televisiegebied. De krant begon in 2009 de ‘liberaal-conservatieve’ omroep WNL, die een rechts tegenwicht moes bieden tegen de vermeend ‘linkse’ publieke omroep. Maar in 2013 werd WNL op de vingers getikt door het Commissariaat voor de Media omdat de omroep te nauwe banden had met de krant en mogelijk zou bijdragen aan de winst van de Telegraaf Media Groep. Zo zou de omroep alleen gebruikmaken van een externe producent die verbonden is aan de krant. Sindsdien is de samenwerking losser en schuiven Telegraaf-journalisten minder vaak aan bij Goedemorgen Nederland en WNL op Zondag.
Dit soort bezwaren zijn er niet met een commerciële partner als Talpa. Volgens Ullah hebben zakelijke overwegingen ook een rol gespeeld bij de samenwerking, zoals de mogelijkheid advertentie-inkomsten te delen. „Er staat geen Chinese muur tussen de advertentieafdeling en de raad van bestuur. Maar daar hou ik me verre van omdat het ons kan belemmeren in onze journalistieke keuzes. Het uitgangspunt is dat we de samenwerking journalistiek interessant vinden.”
„Met opgewekt gemoed” begon vorige week de talkshow Bar Laat – een week eerder dan gepland want presentatoren Jeroen Pauw en Sophie Hilbrand vonden dat het wereldnieuws niet langer kon wachten op duiding van de publieke omroep. Meest besproken moment was het treffen tussen journalist Thomas Erdbrink met minister Brekelmans (Defensie, VVD). Erdbrink waste hem de oren over het Midden-Oostenbeleid.
De publieke omroep kan voorzichtig optimistisch zijn: de eerste week scoorde Bar Laat gemiddeld een mooie 634.000 kijkers, zonder uitgesteld kijken. Volgens kijkcijfer-expert Tina Nijkamp trok het programma daarmee meer en vooral jongere kijkers dan voorganger Op1. Met als bijzonderheid dat de uitzendingen met Pauw steevast 100.000 kijkers meer trekken dan die van Hilbrand. De ontvangst was voorzichtig positief. Dagblad AD was blij dat het „minder grachtengordel, minder activistisch” was dan voorganger Sophie & Jeroen. Tevreden stelde de AD-recensent vast dat het zelfs een „tikkeltje saai” was. RTL-concurrent Vandaag inside verwoordde het minder tevreden: „Je sterft van saaiheid.” Dagblad Trouw juichte de terugkeer toe van „een vast platform voor de grote thema’s in onze maatschappij.”
De publieke omroep kan voorzichtig optimistisch zijn: de eerste week scoorde Bar Laat gemiddeld een mooie 634.000 kijkers, zonder uitgesteld kijken
Toen het nog zomer was, klaagde men dat er geen talkshows op tv waren om de tsunami aan wereldnieuws het hoofd te bieden. Maar ziet, de publieke omroep start deze week het nieuwe seizoen met maar liefs vijf nieuwe talkshows. Naast Bar Laat in de late avond begint deze maandag Eva Jinek in de vooravond. Op vrijdag maken die twee programma’s plaats voor de talkshow Carrie op vrijdag. Vanuit de kantine van de IJsselmeervogels praat Carrie ten Napel met haar gasten over mens en gevoelens. Op NPO 2 heeft Sven Kockelmann dan een politieke talkshow, Café Kockelmann. Zondag sluit Tijs van de Brink de week af met Dit is Tijs.
Nieuwe talkshows maar met oude gezichten. Zoveel zal er dus niet veranderen. Oplettende lezers herkennen de restanten van Op1, de talkshow die voor de zomer roemloos ten onder ging. Pauw en Jinek presenteerden eerder de voorlopers van Op1, en voormalige Op1-presetatoren krijgen nu een eigen talkshow.
Lees ook
Vrouwen bij Op1: minder vaak uitgenodigd, vaker onderbroken en jonger dan de mannen
Dalende kijkcijfers
Waarom legt de publiek omroep zo’n nadruk op talkshows? De kijkcijfers kunnen het niet zijn, die dalen al jaren. Op1 raakte in vier jaar bijna de helft van zijn kijkers kwijt. Jinek verloor bij RTL gaandeweg een kwart van de kijkers. De grote talkshows, ook die van RTL, trekken nu rond de half miljoen kijkers – lang niet genoeg om in de kijcijfertop-10 te komen. Vroeger was een miljoen kijkers gebruikelijk. De enige talkshow die dat nu nog haalt is Vandaag Inside (SBS6) met Johan Derksen.
Voor de publieke omroep zijn talkshows belangrijk, stelt de NPO-woordvoerder desgevraagd: „Ze dragen bij aan meningsvorming, bevorderen het gesprek en onderwerpen worden van verschillende kanten belicht.” Toch is het ritueel van de natie die één keer per dag samen aan de tafel gaat om „het gesprek van de dag” te voeren, inmiddels achterhaald, zegt Mark Deuze, hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam: „Daarvoor is het tv-publiek te zeer versnipperd en gekrompen. Het talkshowpubliek wordt steeds kleiner, ouder en specifieker”. Waarom worden er dan nog steeds zoveel talkshows gemaakt en krijgen ze zo’n prominente plek? Deuze: „Tja, traditie, het hoort er nu eenmaal bij. Hilversum heeft een misplaatste loyaliteit aan klassieke vormen: That’s the way we do things around here. Omroepen spelen graag op zeker. Voor kijkers is het format onmiddellijk herkenbaar – dat is een groot voordeel.” Verder zijn talkshows goedkoop om te maken, stelt Deuze: „Je huurt een café af, de gasten zijn gratis. De presentator krijgt weliswaar een smak geld, maar in de redactie zitten allemaal stagiaires en mensen op tijdelijke contracten. Spotgoedkoop.”
Hilversum heeft een misplaatste loyaliteit aan klassieke vormen: That’s the way we do things around here. Omroepen spelen graag op zeker
Terwijl de kijkcijfers daalden, groeide de laatste jaren de kritiek. Bij de publieke omroep behoren talkshows tot het genre journalistiek, subgenre ‘opinie/ gesprek’. Of in NPO-jargon: „geprofileerde betekenisgeving”. Maar vaker lijken talkshow meer op amusement. Een werkelijke gedachtewisseling is niet de bedoeling, zo mopperen tv-recensenten regelmatig. Wanneer een serieus onderwerp ter tafel komt, is het bijvoorbeeld gebruikelijk dat de aanwezige artiest of tv-persoonlijkheid daar ook zijn persoonlijke mening over geeft. Kritische ondervraging en confronterende onderwerpen worden gemeden. Een goed publiek debat komt zo lastig van de grond. Volgens Deuze werken de talkshowredacties wel degelijk keihard en lang aan lijvige dossiers over de gasten, waarop je een goed, inhoudelijk gesprek zou kunnen baseren, maar is er in de uitzending vervolgen nauwelijks ruimte voor.
Talkshowtraditie
De Nederlandse talkshowtraditie wijkt af van die van andere landen. Bijzonder is bijvoorbeeld de bonte mix van gasten: politici en opiniemakers zitten gebroederlijk naast sporters, artiesten en bekende tv-makers. Andere tv-programma’s zijn het meest besproken onderwerp. Deuze: „In Duitsland heb je behoorlijk heftige gesprekken die wat langer mogen duren. In het Verenigd Koninkrijk draaien talkshows om de bekende gastheer. In de VS heb je meerdere vaste, opiniërende presentatoren die met elkaar in gesprek zijn, zoals bij ons in Vandaag Inside of RTL Boulevard. In Nederland houden we van het café en de kantine.”
Zijn talkshows journalistieke programma’s of amusement? Deuze: „Allebei. In de jaren zestig en zeventig kreeg je twee innovatieve genres op de Nederlandse tv: Achter het Nieuws, een actualiteitenrubriek naar BBC-voorbeeld waarin het nieuws nader werd geduid en gasten uit het nieuws werden geïnterviewd – net als nu Nieuwsuur. En je had de amusementsshows van Mies Bouwman en Willem Duys die vooral artiesten ontvingen. De huidige talkshow is een amalgaam van beide.” Volgens Deuze sluit dit ook aan bij het Hilversumse geloof in de sandwichformule: „Je krijgt broccoli naar binnen als je er patat bij serveert.”
Avocadotafel
Voor een tv-genre dat zijn relevantie zou verliezen, zijn talkshows best een veelbesproken onderwerp. Ogenschijnlijk onbeduidende zaken worden daarbij niet vermeden. Zo werd er voordat Eva goed en wel is begonnen al veel gesproken en geschreven over de vorm van haar tafel: avocado-vormig met Jinek erin als pit, zodat ze letterlijk omringd wordt door haar gasten. In een promofilmpje reageerde Jinek op de ophef door zich te laten bekogelen met avocado’s. Deuze: „Iedereen vindt van alles over talkshows en dat is een op zich een goed ding: het gesprek erover vergroot uiteindelijk de relevantie.”
Politiek gezien zijn de talkshows ook zeker relevant. Politici zitten er graag, zeker in campagnetijd, omdat ze zichzelf in zo’n gezellige omgeving goed kunnen verkopen, met een verminderde kans op beschadiging. Ook hier duikt echter de omroeppolitiek op, zo blijkt uit een onderzoek uit 2023 dat de universiteiten van Leiden en Rotterdam uitvoerden in samenwerking met NRC. Omdat publieke omroepen geacht worden zich te profileren, kiezen ze in hun talkshows voor politici die bij hun politieke kleur passen. Het progressieve BNNVARA nodigt het liefst mensen van PvdA-GroenLinks uit, het conservatieve WNL kiest voor VVD’ers, en het christelijke EO kiest voor CDA en Christenunie. Bovenal blijken talkshows een voorkeur te hebben voor populisten als BBB-leider Caroline van der Plas omdat die een hoge amusementswaarde hebben.
Voordat Eva goed en wel is begonnen wordt er al veel gesproken en geschreven over de vorm van haar tafel: avocado-vormig met Jinek erin als pit
Dit soort keuzes om redenen van overtuiging of vermaak zijn niet journalistiek en leiden tot vertekening. Bij Op1 hadden conservatieve omroepen de overhand, waardoor rechtse politici onevenredig veel aandacht kregen. Opvolger Bar Laat is van BNNVARA dus nu zullen waarschijnlijk progressieve politici de overhand krijgen. Overigens kun je ook weer niet zeggen dat de gastenkeuzes van talkshows een doorslaggevende rol spelen in de verkiezingen. PVV-leider Geert Wilders weigert al jaren aan te schuiven bij talkshows, toch won PVV de verkiezingen.
Van de nieuwe realityserie van Gordon tot een serie over de Toeslagenaffaire: bij de start van het nieuwe tv-seizoen selecteerde NRC de programma’s die het kijken waard zijn.
Talkshows
Ma-do, 22.45 of 23.00, NPO 1
Bar Laat
Nóg een talkshow op NPO1. Maar dan niet in de vooravond, zoals Eva, maar op de late avond in een bruine kroeg, afwisselend gepresenteerd door Jeroen Pauw en Sophie Hilbrand.
Ma-do, vanaf 19.05, NPO 1
Eva
Na ruim vier jaar bij RTL keert talkshowhost Eva Jinek terug bij de publieke omroep. Haar nieuwe programma is niet in de late avond maar in de steeds populairder wordende vooravond.
Vr, 19.00, NPO 1
Carrie op Vrijdag
Op vrijdag, zo leeft althans in Hilversum het idee, wil de mens wat luchtigers, dus geen Bar Laat, maar Carrie ten Napel die in de kantine van de IJsselmeervogels te Spakenburg praat over mens en gevoelens.
Vr, 22.00, NPO 2
Café Kockelmann
Wie toch naar wat substantiëlers snakt, kan terecht bij Sven Kockelmann die op NPO2 over politiek praat met Thomas van Groningen.
Zo, 11.15, NPO 2
Dit is Tijs
Tijs van de Brink interviewt mensen uit het nieuws. De talkshow wordt eerst op zondagochtend uitgezonden, maar verplaatst vanaf januari naar de late zaterdagavond.
Vanaf januari op elke werkdag, 18.00, SBS6
Nieuws van de dag
Hart van Nederland en De Telegraaf werken samen in dit actualiteitenprogramma waarin opiniemakers van de krant zullen aanschuiven.
Series
Za, 21.55, NPO 1
Laura H.
Jonge moslimvrouw (Zoë Love Smith) neemt haar gezin mee naar het Kalifaat van IS. Haar vader haalt haar terug naar Nederland. Gebaseerd op de bestseller van Thomas Rueb.
Do, 20.35, NPO 1
De Ring
Thriller met Hannah Hoekstra die seksueel wordt gechanteerd door haar opdrachtgever nadat ze een ring van hem heeft gestolen.
Vanaf 21 nov, 20.30, NPO1
De Toeslagenaffaire
Dramaserie toont hoe het gezin van Kysia en Ryan wordt ontwricht door vervolging door de Belastingdienst. Niet te verwarren met de film De jacht op Meral Ö.
Begin 2025
Ik val niet, ik dans
Feelgoodserie. Emma (Hanna van Vliet) wil na ernstige ziekte alles uit het leven halen. Gebaseerd op boek van Margot van Schayk.
Vanaf december, NPO 1
Woeste grond
Twentse boerensoap van Johan Nijenhuis.
Vanaf 10 nov, 21.30, SBS6
Medisch Centrum West
Talpa reanimeert de ziekenhuissoap uit de jaren negentig. Op de spoedeisende hulp flirt de knappe dokter Milo met alle vrouwen, wil arts-assistente Luna bewijzen dat ze een goede dokter is, en lapt de eigengereide psychiater Casper de protocollen aan zijn laars.
Vanaf 10 nov, 20.30, SBS 6
Gooische Vrouwen
Ook de populaire serie Gooische Vrouwen keert terug, tien jaar na de laatste film. In het zesde seizoen van de soapy comedy staan de vier rijke vriendinnen voor een nieuwe fase in hun leven, maar ongetwijfeld gaat het ook gewoon weer over overspel, huwelijk, drank en ruzie.
Kinderen
Vanaf 15 sep, 18.35, NPO 3
Escape from Albatros
Dystopische scifi-serie waarin tieners hun grootouders trachten te bevrijden van een eng bejaardeneiland.
Vanaf 10 nov, 18.35, NPO 3
Hein
Kerstserie. Jongen ontdekt op kerkhof van opa dat hij met de doden kan praten. Die vragen hem om zaken recht te zetten die ze bij leven hebben laten liggen.
Docuseries
Vanaf 11 sep, 20.25, NPO 2
Wapenroute
Sinan Can onderzoekt de herkomst van de vuurwapens waarmee drie ontwrichtende moorden werden gepleegd, die op Pim Fortuyn, Peter R. de Vries en Theo van Gogh
SexVanaf 6 nov, NPO 3otisch
Sexotisch
Kelly-Qian van Binsbergen, bekend van De Afhaalchinees, buigt zich over raciaal fetisjisme: de witte voorkeur in porno, seks en relaties voor partners van Aziatische, Arabische of Afrikaanse afkomst.
Vanaf 31 aug, 22.09. NPO 2
Ondergrondse sporen
Reisserie van Martijn Blekendaal en Finbarr Wilbrink. Ze volgen in de VS de routes van de Underground Railway – het 19de-eeuwse illegale netwerk waarmee uit slavernij ontsnapte mensen naar het vrije Noorden ontkwamen.
Vanaf 16 okt, NPO 2
De Afro-Europeaan
Ikenna Azuike bezoekt zwarte gemeenschappen in Europa. Geïnspireerd door het boek Afropean van Johny Pitts.
Vanaf 8 sept, 20.20, NPO 2
De Grooten
Tour van de Gebroeders De Witt Als jongelingen maakten de 17de-eeuwse politici Johan en Cornelis de Witt een Europese reis die invloed zou hebben op hun latere beleid. Huub Stapel reist ze na.
Cultuur
Vanaf 11 oktober, 21.30, NPO 1
Dolly for President
Frank Evenblij en Ilse DeLange onderzoeken waarom countryzangeres Dolly Parton de enige lijkt die Amerikanen nog verenigt, van feministen tot fascisten. Geïnspireerd door de podcast Dolly’s America.
14 okt, NPO2
Theo van Gogh, de Hunkering
De moeder van de omstreden columnist en cineast onderzoekt de erfenis van haar zoon die twintig jaar geleden werd vermoord.
15 okt, 22.40, NPO 2
Like Tears in Rain – Rutger Hauer
Portret van de in 2019 overleden filmheld door peetdochter Sanna Fabery de Jonge.
15 nov, NPO3
Toen werd nu – 50 jaar Simplisties Verbond
Terugblik op leven en werk van het populaire satirische duo Van Kooten en De Bie.
13 dec, NPO 3
Frenna – All Inn
Portret van de succesrijke Haagse rapper Frenna – veroordeeld wegens seks met een 15-jarig meisje en het verspreiden van beelden daarvan.
Reality
Ma-vr, 20.30, Net 5
Een eigen huis
René en Natasja Froger begeleiden zes stellen die samen een klushuis op de Veluwe moeten verbouwen. Ieder week wordt een stel weggestemd tot er één winnend paar overblijft. Dat mag vijf jaar gratis in de villa wonen.
Vanaf 16 sept, 20.45, RTL4
Wonen onder zon voor minder dan een ton
Ook RTL gaat de woningnood te lijf en combineert twee populaire subgenres: programma’s over wonen én over Nederlanders in den vreemde. Leonie ter Braak begeleidt zes families bij het zoeken van een huis in het buitenland.
Vanaf 6 sept, 20.30, SBS6
Dit Ben Ik: Gordon
Serie over het dagelijkse leven van oud-volkszanger en koffiehuisbaas Gordon. We krijgen de opening van zijn nieuwe filiaal in Blaricum te zien, zijn leven in Dubai, zijn worsteling met verslaving, liefdesverdriet en eenzaamheid.
Niet alleen voor Pavel Doerov, de topman van Telegram, staat er veel op het spel nu de Franse justitie hem in voorlopige staat van beschuldiging heeft gesteld. De kwestie maakt deel uit van een bredere strijd: de machtsstrijd tussen grote technologiebedrijven en hun eigenaren aan de ene kant, en nationale staten en supranationale samenwerkingsverbanden als de Europese Unie aan de andere kant.
Daarbij gaat het om grote en lastige vragen. Vragen waarop meestal geen eenvoudige antwoorden te geven zijn. Waar liggen de grenzen van de vrijheid voor sociale media en hun gebruikers? Kunnen de eigenaren van sociale media als Facebook, X of Telegram verantwoordelijk worden gehouden voor wat er op hun platformen gebeurt? In hoeverre mag, of moet, de staat zich bemoeien met wat daar wordt gezegd en gedeeld? En zijn staten eigenlijk nog wel in staat om effectief op te treden tegen de machtige en rijke techconcerns?
900 miljoen gebruikers
Doerov, die op 25 augustus op de luchthaven Le Bourget bij Parijs was gearresteerd, werd vier dagen verhoord en woensdag op borgtocht vrijgelaten.
Maar hangende het onderzoek mag de 39-jarige multimiljardair Frankrijk niet verlaten en moet hij zich twee keer per week melden bij de politie. Hij wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de verspreiding van kinderporno, het verlenen van hulp aan georganiseerde criminaliteit en het weigeren om informatie over gebruikers te verstrekken aan opsporingsinstanties.
De ernst van de eerste twee aanklachten is moeilijk te betwisten. Maar de weigering om gegevens over gebruikers te delen met autoriteiten is door Telegram altijd gezien als een erekwestie. Dat veelvuldig uitgedragen beginsel heeft de populariteit van Doerov en Telegram duidelijk goed gedaan – bij politieke activisten, maar ook bij criminelen en anderen die iets te verbergen hebben.
Het platform is een sociaal medium, waar mensen in heel grote groepen (tot 200.000 leden) en kanalen informatie kunnen delen, en tegelijkertijd een berichtendienst als WhatsApp waarin ze één-op-één kunnen chatten. Verspreid over de wereld heeft Telegram meer dan 900 miljoen actieve gebruikers.
In Rusland, zijn geboorteland, werd Doerov rijk als mede-oprichter en -eigenaar van VKontakte, een soort Russische versie van Facebook. Toen hij weigerde informatie over oppositiepolitici die VKontakte gebruikten aan de Russische overheid door te geven, werd hij daarvoor in het Westen geprezen. Maar bij het Kremlin viel het slecht en de kwestie zou hebben geleid tot een breuk met het regime en zijn vertrek uit Rusland in 2014.
Met de zware aanklacht wordt de discussie weggeleid van gecompliceerde vragen rond vrije meningsuiting en censuur
Niet boven de wet
Met het kort daarvoor opgerichte Telegram vestigde hij zich na enige omzwervingen in Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten. Telegram groeide snel en werd behalve een populaire chat- en informatie-app al snel dé digitale vrijplaats voor misdadigers en terroristen. De weigering om gehoor te geven aan informatieverzoeken van opsporingsinstanties, onder de banier van bescherming van de privacy van de gebruiker, werd autoriteiten in verschillende landen steeds meer een doorn in het oog.
Na de arrestatie van Doerov in Parijs noemde Telegram het in een verklaring „absurd dat een platform of zijn eigenaar verantwoordelijk worden gehouden voor misbruik van dat platform”.
Daarmee wees het haarfijn de kwestie aan waar het om gaat: is dat inderdaad absurd, of mag juist verwacht worden dat een platform doet wat het kan om crimineel en gevaarlijk gedrag tegen te gaan? Zoals het ook racisme en andere vormen van haatzaaierij zou moeten bestrijden?
Zelfregulering
De Franse justitie heeft nu een duidelijk gebaar gemaakt: geen platform, hoe hoog het de vrijheid van meningsuiting ook in het vaandel zegt te hebben, staat boven de wet. Telegram mag zijn hoofdkantoor in Dubai hebben, zijn werking strekt zich uit over de hele wereld, dus ook tot Frankrijk, waar Franse wetten moeten worden nageleefd. Een platform kan lang volhouden dat het geen staatsgezag erkent, maar nu laat de Franse staat zich gelden.
Lees ook
Alles mag op deze app, ook in de oorlog. Maar van wie is Telegram?
Ook andere overheden beginnen de laatste tijd meer tegengas te geven tegen de snel gegroeide digitale supermachten. In Brazilië dreigde deze week een lid van het hooggerechtshof, in een slepend conflict met Elon Musk over de verspreiding van desinformatie en vrijheid van meningsuiting, om X in het hele land af te sluiten.
In het Verenigd Koninkrijk sprak premier Keith Starmer na de rellen deze zomer een harde waarschuwing uit „aan grote socialemediabedrijven en degenen die er de leiding hebben: als online wordt opgezweept tot gewelddadig oproer, is dat een misdaad. Het gebeurt op jullie terrein en de wet moet overal gehandhaafd worden.”
Vrije meningsuiting
In de Europese Unie is de afgelopen jaren een aantal wetten van kracht geworden die de grote technologiebedrijven strenge verplichtingen opleggen op het gebied van transparantie, bestrijding van desinformatie, bescherming van persoonsgegevens en mededinging – met hoge boetes als stok achter de deur.
In de Verenigde Staten loopt de strijd over de verhouding tussen politiek en platformen hoog op – waarbij een deel van de politiek inmenging van de staat net zo hard afwijst als zelfregulering door de sociale media. Steeds meer Republikeinen verwijten sociale media dat hun ‘moderatie’ – het reguleren van wat wel en niet gezegd kan worden – vaak neerkomt op censuur. In die geest heeft Elon Musk bij X de moderatie sterk afgeschaald. Onder druk van de Republikeinen zijn ook andere platforms minder prioriteit gaan geven aan moderatie.
Meta-topman Mark Zuckerberg toonde zich deze week gevoelig voor de Republikeinse kritiek op de sociale media. Nederig betuigde hij, in een brief aan de Republikeinse voorzitter van de commissie voor Justitie van het Huis van Afgevaardigden, zijn spijt dat hij niet meer tegengas had gegeven toen de regering-Biden er in 2021 op aandrong om bepaalde berichten over Covid-19 te ‘censureren’.
De Franse justitie heeft ervoor gekozen Doerov aan te klagen voor onder meer verspreiding van kinderporno. Met die zware aanklacht leidt ze de discussie weg van de gecompliceerde vragen rond vrije meningsuiting en censuur waar lang over te twisten valt, naar een misdrijf dat overal, ongeacht politieke kleur, op brede veroordeling stuit.
Lees ook
Voor Telegram-topman Doerov staat niet alleen zijn vrijheid, maar ook zijn geloofwaardigheid op het spel
Wordt Doerov uiteindelijk veroordeeld, dan zal dat een opsteker zijn voor alle overheden die hun gezag tegenover de grote digitale platformen willen herstellen. En een bres in de verdedigingswal van de technologiebedrijven die door overheid met rust gelaten willen worden.
De keerzijde kan zijn dat het vonnis door autoritaire regimes als precedent wordt opgevat dat zij in eigen land zullen aangrijpen om hun politieke tegenstanders monddood te maken.
De schorsing van oprichter Arnold Karskens als bestuurder van omroep Ongehoord Nederland is donderdag formeel gemaakt door de Raad van Toezicht, nadat hij eerder al op non-actief was gesteld. In het persbericht wordt hij beschuldigd van seksuele intimidatie en „ernstig” grensoverschrijdend gedrag waar hij zich „met regelmaat” aan schuldig zou hebben gemaakt, zo zou blijken uit voorlopige conclusies uit een intern onderzoek naar Karskens gedrag als omroepbaas. Ook zou hij verantwoordelijk zijn voor een angstcultuur.
Lees ook
Nieuwe machthebbers van Ongehoord Nederland delen afkeer van de multiculturele samenleving en het ‘gajes’ van de publieke omroep
Karskens reageert niet op een verzoek tot een reactie. Hij is ziek teruggekeerd van een reis, liet hij eerder deze maand weten. Op X noemt hij de nieuwe aantijgingen in het persbericht van de omroep een „(anoniem) leugenexcuus” waarmee hij aan de kant wordt gezet door „coupplegers”. Deze coup zou volgens hem zijn begonnen toen hij zich van enkele medewerkers wilde ontdoen die zich in zijn optiek onder meer antisemitisch uitten op de redactie of hier niet tegen optraden.
Een brandbrief van medewerkers, volgens het bestuur afkomstig van het „overgrote deel” van het personeel, over het gedrag van Karskens kwam eerder deze maand in de publiciteit. De Raad van Toezicht heeft in juli een intern onderzoek ingesteld. Een extern bureau doet momenteel onafhankelijk onderzoek en komt op 15 oktober met zijn conclusies, aldus het bestuur. Karskens kan de schorsing nog aanvechten. Tegen de Volkskrant uit waarnemend bestuurder Harm Beertema (oud-PVV-Kamerlid) de wens dat hij „waardig afscheid neemt”.
Het rechts-radicale opinieprogramma Ongehoord Nieuws, twee keer per week op NPO1 na het NOS Journaal van 12 uur, begint dinsdag weer na de zomerstop. Raisa Blommestijn, die afgelopen januari na een conflict met Karskens over haar sociale media-uitingen vertrok als ON-boegbeeld, zal op donderdagen weer presenteren. Zij gaat niet in op de vraag of de beweerde seksuele intimidatie van Karskens gaat over zijn omgang met haar. In de brandbrief was sprake van een verbod van Karskens aan haar om een bril te dragen. Ook spoorde hij haar aan meer te lachen. Karskens bevestigde dit in een eerdere reactie op X.
‘Prettig en professioneel’
De harde, zij het voorlopige, conclusies van het interne onderzoek roepen de vraag op wat huidig minister Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) hiervan wist toen zij 1 juli vertrok als bestuurslid naast Karskens. „Vanuit mijn rol als zakelijk directeur en collega herken ik deze aantijgingen niet en heb ik ook geen signalen hierover ontvangen. Ik heb de samenwerking met Arnold Karskens als prettig en professioneel ervaren”, zo laat zij weten. Karskens vergezelde Klever nog bij haar hoorzitting in de Tweede Kamer in juni. Sinds haar vertrek openbaarde zich de verstoorde relatie met personeelsleden en medewerkers en Karskens.
Met Klever en mediadirecteur Peter Vlemmix vormde Karskens vier jaar lang het bestuur van de omroep. Alleen Vlemmix is nog over. Voormalig PVV-Kamerlid Beertema neemt Karksens rol voorlopig waar. Nienke van Herksen, voormalig toezichthouder van ON, heeft deze zomer Klevers portefeuille overgenomen. Voor het jaar 2023 werd nog een salarisverhoging voor Karskens, Klever en Vlemmix goedgekeurd door de Raad van Toezicht en de ledenraad, die zelfs boven het zelfopgelegde salarisplafond van ON uitkwam. De statuten werden hiervoor aangepast.
Het Commissariaat voor de Media onderzoekt nog in hoeverre de overdracht van enkele taken van Klever aan haar dochter, die ook bij ON werkt, in lijn zijn met governance-regels van de NPO. Weblog Geenstijl concludeerde, op basis van een out-of-office bericht op het emailadres van Klever, dat haar dochter zich na haar vertrek met financiële zaken van de omroep bezig hield.
Wist je dat bloemen bijen kunnen horen? Of in ieder geval: dat ze zich van hun nabijheid ‘bewust’ zijn? Dat weten we, omdat ze meer nectar aanmaken wanneer er een bij langs vliegt. Verder weten we bijzonder weinig van de belevingswereld van planten, constateert podcastmaker Mandula van den Berg in Het lied van de bomen. En dat terwijl het zomaar zou kunnen dat planten communiceren. Tenminste, dat vermoed kunstenaar Bert Barten, die op een dag door het bos wandelt en met een bijzonder opnameapparaatje per ongeluk een mysterieus tikken opvangt uit een boomstam. Het blijken de geluiden van fotosynthese, van de sappen die door de takken stromen. Maar wat hebben ze te vertellen? Aan Van den Berg laat Barten horen hoe hij de boomgeluiden omzet in muziek, opdat hun boodschap dan misschien beter bij ons aankomt.
Toen podcastmaker Kaitlin Prest jong was luisterde ze veel naar de heavy metalband System of a Down. Volume op z’n allerhardst, scheurend over kronkelwegen van de Canadese outback, de politiek beladen woorden meeblèrend. De wereld was een gemene plek vol onderdrukte volkeren, en als ze later groot was, zou ze vechten voor de liefde. Voor mensenrechten. Voor een betere toekomst. In de herfst van 2023 is van die strijdbare Kaitlin weinig over. Ze zit depressief thuis, tobbend over het escalerend conflict in Gaza, niet in staat om ook maar iets te doen. Totdat ze een oproep ziet van het Palestijnse Ashtar Theatre, dat theatermakers over de wereld oproept te helpen bij een project: The Gaza Monologues. In 2010 schreven 33 jonge Gazanen een monoloog over hun leven in – toen ook al – oorlogstijd. De monologen werden vertaald en in 36 landen vertolkt, opdat hun verhalen wereldwijd gehoord zouden worden.
Nu, schrijft het theater, is het delen van die verhalen opnieuw relevant. Zijn er theatermakers die willen helpen? Prest leeft op. Neemt contact op met Palestijnse kunstenaars in haar netwerk, en vraagt ieder van hen één van de monologen te vertolken in haar podcast The Heart, en daarnaast hun eigen verhaal te delen. Zo hoor je veelstemmig verwoord, uit eerste hand, hoe het is om nu Gazaan te zijn en te zien hoe je geboorteland wordt verwoest door het Israëlische leger. Prest noemt de serie ‘Great Love’, zich haar jonge zelf herinnerend, vechtend voor de liefde.
Hij noemt zijn boek een ‘manifest van verzet’. Martin Andree, hoogleraar mediawetenschappen aan de Universiteit van Keulen, wil een dringende boodschap overbrengen. De titel laat er geen misverstand over bestaan: Big Tech muss weg! staat op het omslag, Weg met Big Tech! Met als ondertitel: De digitale concerns vernietigen democratie en economie. En daar weer onder: Wij zullen ze stoppen.
Het boek is een zorgvuldig opgebouwde noodkreet. Een waarschuwing aan de media dat ze nog maar een jaar of vijf hebben voor de grote Amerikaanse technologiebedrijven als Google en Meta hun plaats volledig hebben ingenomen. Een ontwikkeling, bezweert Andree, die fataal is voor onze democratische samenlevingen.
We spreken elkaar – op voorstel van de verslaggever – via een videoverbinding van Teams, een programma van Microsoft, een van de technologie-reuzen waarop Andree zijn pijlen richt. De keuze voor Teams illustreert – onbedoeld – de afhankelijkheid van Big Tech in het dagelijks werk van de media.
U vraagt uw lezers zich voor te stellen, bij wijze van gedachtenexperiment, dat de traditionele media, die door redacties worden gemaakt, helemaal niet meer bestaan. Waarom vindt u dat belangrijk?
„Omdat we moeten beseffen dat de digitale transformatie die we meemaken leidt tot een vervanging: de digitale media nemen de plaats in van de redactionele media. Dat is al aan de gang. Het zou ideaal zijn als de krant van vroeger vervangen werd door hetzelfde aanbod, maar dan digitaal. Maar dat gebeurt niet.
„Door de reusachtige dominantie van de grote platforms verdringen zij traditionele media, ook als die al aan het digitaliseren zijn. En daarmee verschuift ook het geld dat ermee verdiend wordt naar die platforms. Want het geld wordt verdiend waar de traffic is, waar de gebruikers zijn. En als zij bij Facebook, Instagram of TikTok zijn, dan wordt dáár het geld verdiend – en dan stromen er veel minder inkomsten uit reclame naar de traditionele media.”
In zijn boek schrijft Andree dat er per land weliswaar verschillen zijn, maar dat Alphabet (moederbedrijf van Google), Meta (Facebook, Instagram, WhatsApp) en Amazon in de westerse wereld gemiddeld zo’n 85 procent van de digitale reclame-inkomsten binnenhalen. Voor de overige honderdduizenden spelers op de mediamarkt resteert een magere 15 procent. In Nederland, waar Google en Meta dominant zijn, komt nog zo’n 20 procent van de digitale reclame-omzet terecht bij op Nederland gerichte mediabedrijven. Van de hele advertentiemarkt in Nederland is zo’n 65 procent inmiddels digitaal.
„De redactionele media worden wel steeds digitaler, maar ze weten dat veel van hun bezoekers via Google en andere platforms bij hen terecht komen. Dat maakt ze afhankelijk. Journalisten praten er niet graag over, want dat raakt de kern van hun journalistieke missie: hun onafhankelijkheid. Maar ze weten heel goed welke thema’s, welke genres en welke koppen het goed doen in de digitale aandachtseconomie, en hoe ze kunnen inspelen op de algoritmes van de platforms.
„Het is volledig rationeel dat ze daarin meegaan. Je kan het journalisten niet verwijten. Maar het betekent wel dat de platforms met hun algoritmes mede de inhoud van journalistieke media bepalen.”
U noemt het een vijandige overname van ons mediasysteem door Big Tech. Maar kan je niet ook zeggen: deze ontwikkeling wordt gedreven door de gebruikers, die willen dit?
„Dat is wat de tech-reuzen zélf zeggen. Het zou naïef zijn daarin mee te gaan. Ze streven er heel bewust naar om monopolist te worden. Dat is waar ze op uit zijn. Ze geloven niet in de waarde van concurrentie. Zoals tech-investeerder Peter Thiel [Facebook, OpenAI, PayPal, red.] met zoveel woorden heeft gezegd: Competition is for losers. Zo blijft er van pluriforme pers weinig over.
„Het proces van verdringing voltrekt zich stapsgewijs. De eerste slachtoffers zijn de gedrukte lokale en regionale media, die nu al steeds meer verdwijnen. Daarna komen de andere media aan de beurt. Wie met Big Tech samenwerkt kan daar op korte termijn voordeel uit halen, door bijvoorbeeld overeenkomsten met de technologiebedrijven te sluiten dat zij betalen voor nieuws, of voor het gebruik van artikelen om kunstmatige intelligentie te trainen. Meestal zijn het de marktleiders die van zulke afspraken kunnen profiteren. Maar op den duur zullen ook zij worden verdrongen.”
Daar moeten de managers van mediabedrijven zich toch van bewust zijn?
„Van hen wordt verwacht dat ze oplossingen voor actuele problemen vinden. Het is begrijpelijk dat ze zich over de ernst van de structurele problemen liever niet uiten. Te meer daar hun bedrijven in een onderlinge concurrentiestrijd zijn verwikkeld.
„Eén van de grootste raadsels is voor mij dat de redacties niet de noodklok luiden. Ze zouden samen met het management van hun bedrijven hun stem moeten verheffen, het gaat immers om het voortbestaan van de onafhankelijke journalistiek. Maar ze zijn journalistiek meer bezig met zaken als de bedreigingen voor de privacy en de gevaren van fake news. En ze gaan de straat op als er banen verdwijnen bij reorganisaties.”
U houdt overal in Duitsland voordrachten. Hoe valt uw boodschap?
„Ik heb grote affiniteit met de digitale wereld en de digitale economie, maar ik had me er desondanks op voorbereid uit die hoek veel kritiek op mijn boek te krijgen. Toen ik onlangs in Berlijn voor een groep technologie-investeerders sprak over het gevaar van Big Tech, rekende ik er bij wijze van spreken op met rotte eieren te worden bekogeld. Maar het tegendeel gebeurde. Men zei, en dat hoor ik vaker: wij weten dit eigenlijk allemaal, het wordt alleen nooit zo uitgesproken.
„Vanuit de journalistiek is de steun voor wat ik betoog voorzichtig. Er wordt over deze kwestie niet het soort serieuze debat gevoerd dat je gezien de ernst van de situatie zou mogen verwachten. Dat komt denk ik omdat de journalistiek altijd het meest te vrezen had van bedreigingen door de staat, als die bijvoorbeeld probeert journalisten onder controle te krijgen of te manipuleren. Dat leidt dan tot heel harde reacties van de journalistiek.
„Maar de huidige bedreiging door technologiebedrijven is zó nieuw, dat ze niet in het denkpatroon past. Want het gaat nu om een bedreiging die uit de sfeer van de media zélf komt. En dan ook nog onder de vlag van vrije meningsuiting, waar bijvoorbeeld Elon Musk tot in het absurde mee schermt.”
Journalisten hebben ook veel baat bij de instrumenten van Big Tech: bij het benaderen van bronnen, het vinden van informatie, het verspreiden van hun werk.
„Als liefhebber van journalistiek zeg ik: wanneer het niet over henzelf gaat zijn journalisten ook heel goed in staat om kritiek te leveren op zaken die daarnaast ook positieve kanten hebben. Over een auto die drie ton weegt kunnen ze prima schrijven dat de rij-ervaring geweldig is, maar dat het uit oogpunt van de klimaatverandering een minder optimale aankoop is.”
Waarom zet de verdringing van de bestaande media door grote digitale mediabedrijven volgens u de bijl aan de wortel van de democratie?
„Stel je een toekomst voor waarin het publieke debat volledig plaatsvindt op die grote platformen. Waar dat toe leidt zie je al in de Verenigde Staten: de ontwrichting van een gemeenschappelijk beleefde waarheid, waardoor de samenhang in de maatschappij verloren gaat.
„Dat ligt niet aan de digitale media, maar aan het feit dat de digitale media vrijwel helemaal in de greep zijn van een handvol grote platformen. Het is een probleem van machtsconcentratie bij monopolisten. Ik ben niet tegen digitale vooruitgang en ik wil de tijd zeker niet terugdraaien. Dat zou ook niet kunnen: nieuwe media blijven zich ontwikkelen en dat is goed. Het probleem is alleen dat de nieuwe media niet meer worden vormgegeven door ons als samenleving, maar door een handjevol eigenaren van die platforms in de Verenigde Staten.
„Als samenleving hebben we niets meer te zeggen over de manier waarop de mediawerkelijkheid tot stand komt. Terwijl die bepalend is voor het openbare leven en het publieke debat. Op zeker moment zijn we – zonder enige noodzaak – gaan accepteren dat het internet en Big Tech synoniemen zijn, dat Big Tech kan bepalen wat er op het internet gebeurt. Terwijl dat onzin is. Het internet is van alle mensen.
„Hoe je daar tegenover staat heeft niets te maken met of je links of rechts bent. Geen liberale of conservatieve partij die in de vrije markt gelooft kan accepteren dat concurrentie onmogelijk wordt gemaakt door monopolies. En linkse partijen zouden grote problemen moeten hebben met het ondermijnen van het politieke debat, en met de sociale onrechtvaardigheid die het gevolg van deze ontwikkeling is. Of je nu een start-up bent of een groot bedrijf, een krantenuitgever, een publieke omroep of een journalist, we worden allemaal door de heerschappij van de digitale concerns in de tang genomen.”
Toch zijn er mediabedrijven die nog groeien, digitaliseren en ook mooie winsten maken.
„Je moet kijken naar de hele branche. Met de marktleiders gaat het meestal nog goed. In de Verenigde Staten is dat The New York Times. Het ergste is als mensen die daar werken zeggen: ‘Alles gaat goed, wat is het probleem? Jullie moeten gewoon net zulke coole dingen doen als wij.’ Maar dat is totale onzin. Je kan het complete management van The New York Times aanstellen bij een kleine lokale krant, maar dan nóg zal die ten onder gaan in de strijd met Big Tech.”
Op zoek naar kijkers zijn publieke omroepen ook programma’s gaan maken voor YouTube, Instagram en TikTok. Is dat verstandig?
„Ze hebben net als andere media, als ik het een beetje zwart-wit mag uitdrukken, op den duur twee mogelijkheden: of ze gaan naar het grote kerkhof waar vrijwel niemand ze nog bezoekt, of ze werken min of meer gratis voor de grote platformen. Want dat laatste doe je, als je je programma’s op sociale media als YouTube zet. Programma’s die ook nog door de burgers zijn gefinancierd.
„Natuurlijk willen publieke omroepen daar zijn waar de kijkers zijn, ook de jonge kijkers. Maar dat gaat wel ten koste van hun vrijheid. Want het zijn de platformen met hun algoritmes die bepalen wie wat te zien krijgt.”
Een Amerikaanse rechter oordeelde onlangs dat Google zich in strijd met de wet gedraagt als monopolist. Big Tech is dus niet onaantastbaar.
„Dat oordeel van de rechter was goed nieuws. Maar we moeten onze toekomst in Europa niet afhankelijk maken van wat de Verenigde Staten doen. Meer dan twintig jaar geleden werd ook over Microsoft een hard vonnis uitgesproken, wat later weer deels werd teruggedraaid. We moeten onze digitale toekomst in Europa zélf bepalen.”
„Daar ben ik sceptisch over. Want onder die wetten blijven de monopolies in stand. Het wordt in de toekomst alleen minder makkelijk voor de digitale concerns om hun monopolies nog verder over steeds nieuwe marktcategorieën uit te breiden.”
U gelooft dat het nog niet te laat is om Big Tech te stoppen. Maar hoe?
„In mijn boek stel ik vijftien concrete maatregelen voor, waarmee we het internet van de heerschappij van de tech-reuzen kunnen bevrijden. Grote digitale bedrijven zouden bijvoorbeeld verplicht moeten worden om hun diensten alleen nog aan te bieden via zogeheten ‘open standaarden’, zodat berichten en beelden zonder probleem over de grenzen van platformen heen gedeeld kunnen worden. Gebruikers moeten de mogelijkheid krijgen hun volgers mee te nemen van het ene platform naar het andere.
„Platforms vanaf een bepaalde omvang zouden gedwongen moeten worden om outlinks, links naar websites buiten het platform, op alle niveaus mogelijk te maken – dus in tekst, koppen, foto’s en video’s. Zo help je de makers van die teksten en beelden aan bezoek aan hun websites. Bovendien zouden de platforms de zichtbaarheid van bijdragen met outlinks niet meer mogen beperken.
„Om eerlijker belasting te kunnen heffen, zouden de grote platforms verplicht moeten worden opening van zaken te geven over hun omzet en winst per land, en ook wat de bezoekcijfers precies zijn. Mediasoorten die relevant zijn voor het functioneren van de democratie, zoals zoekmachines, sociale media of gratis video-on-demand, zouden een marktaandeel van hoogstens dertig procent mogen hebben – zoals dat in Duitsland bijvoorbeeld ook geldt voor lineaire televisie.
„Door dit soort maatregelen zou het Europese digitale landschap meteen veranderen. Er zou meer ruimte zijn voor alternatieve digitale media, en investeerders zouden kapitaal beschikbaar stellen voor nieuwe initiatieven.”
‘Sophie was helemaal van het padje.” Albert Verlinde wist het bij Vandaag Inside zeker. Ze had „die etterbuil van een Thomas Erdbrink” maar vragen laten stellen aan de minister van Defensie zonder in te grijpen. De tafelheren waren het met elkaar eens en Johan Derksen wist aan te vullen dat de hele NPO van het padje was als je naar de plannen voor komend seizoen keek. „Matthijs [van Nieuwkerk] en Tom [Egbers] moesten van de buis omdat ze ondeugend waren geweest” terwijl ze wel een serie gingen maken over het ‘kalifaatmeisje’ Laura H. en een serie over rapper Frenna. Derksen snapte er niets van, waar waren ze mee bezig bij de NPO: „Wat Matthijs en Tom hebben gedaan vergeleken met hen is peanuts.” Het was een opmerkelijke gedachte, wat Vandaag Inside betreft moeten series of documentaires bij voorkeur gaan over mensen die niet „ondeugend” zijn geweest.
Wat dat betreft was het voor Derksen een goed idee geweest om naar Close Up te kijken, waar de documentaire Kate Winslet – A quest for Authenticity werd uitgezonden. Over de actrice die op haar 22ste wereldberoemd werd door haar rol in de film Titanic. Bij Vandaag Inside ging het namelijk ook over de vraag wat grensoverschrijdend eigenlijk was. „Een appje aan Lieke sturen met: ‘ik wil je beffen’” was dat grensoverschrijdend? Nee, vonden ze niet, bovendien stonden de vrouwen elke avond buiten in de rij om gebeft te worden door Johan Derksen, gierden ze het uit.
In de documentaire over Kate Winslet hadden ze kunnen zien wat er gebeurt wanneer een vrouw een ‘object’ wordt. Na haar rol in de Titanic werd de actrice aangesproken op haar gewicht, beschimpt om een vermeend jojo-effect en gefotoshopt waarin haar taille opeens was versmald en haar benen langer gemaakt. „Het is niet eerlijk om te suggereren dat iemand er anders uitziet”, reageerde ze toen in een interview.
De documentaire toonde mooi hoe deze actrice streefde naar vrouwelijke authenticiteit, en dat na haar Oscar voor de hoofdrol in The reader ook steeds meer voor elkaar kreeg. De bevestiging dat je meetelt in de vorm van een gouden beeldje, maakte de ruimte vrij voor een interessantere persoonlijkheid, en Winslet kreeg steeds meer een voorbeeldfunctie. Ze ageerde tegen botox voor actrices en tegen het seksisme van Trump, nam vroeg stelling in #MeToo en in rollen wordt ze steeds onafhankelijker, ook van de filmindustrie. Ze streefde naar een vrouwelijker blik in de filmwereld en die kwam er ook. En de befscène in de film Ammonite, over een vrouwelijk paleontoloog die voor een andere vrouw moet zorgen, was de mannen van Vandaag Inside vast bevallen.
Wijnvlek
Dat het besef dat je er mag zijn, en niet een object bent dat te bespotten valt, enorm belangrijk is, kwam ook mooi tot uiting in Vier Handen op eén Buik. Hierin vertelde Larissa hoe ze al vroeg gepest werd omdat ze met een wijnvlek op haar gezicht was geboren. Als tiener deed ze een zelfmoordpoging en ze sneed zichzelf. Ze werd na school trucker, werd door haar vriendje in de steek gelaten toen ze zwanger werd en het kind wilde houden. Veel onzekerder dan Larissa die 38 weken zwanger was, zie je niet vaak op tv.
In het programma zag je hoe ze veranderde nadat haar dochter was geboren, hoe haar opvallend liefdevolle en trotse ouders haar hielpen met het verzorgen van de baby, hoe ze in de vrachtauto nu naar trips naar Denemarken en Zweden maakte, en weer in de spiegel durfde te kijken. „Door het gepest kijk je toch anders naar jezelf”, had ze nog gezegd tijdens haar zwangerschap. De tienerjaren waren diepe fases geweest waar ze doorheen moest om zichzelf te vinden. De NPO had een documentaire en reality-tv over vrouwen die zichzelf zochten en vonden, en die uitstekend zonder ‘ondeugende mannen’ bleken te kunnen.