The Residence gaat over een moord in het Witte Huis – maar niet op de manier waarop we dat gewend zijn geraakt. Vergeet de bombast waarmee in traditionele series en films elke bedreiging van de orde in de presidentiële ambtswoning als een ramp van wereldformaat wordt gepresenteerd; in deze nieuwe, door Shonda Rhimes (Bridgerton) mede-geproduceerde krimi is het gewoon een groot, ingewikkeld huis, met 132 kamers, een enorm personeelsbestand en een uitgebreid veiligheidsprotocol. De exentrieke detective Cordelia Cupp (Uzo Aduba) moet de moordzaak oplossen. Vanaf het moment dat zij op verzoek van de politie het huis en de tuin begint te onderzoeken staat niemand meer buiten verdenking. Het is goed toeven in dit chaotische Witte Huis, ondanks die steeds ingewikkelder wordende zaak.
Sandra Heerma van Voss
Persoonlijk trauma en politie
De Marokkaanse filmmaker Asmae El Moudir reconstrueert met maquettes en kleipoppetjes de Marokkaanse broodrellen van 1981, de opstand tegen het harde bewind van koning Hassan II en de buitensporige voedselprijzen. Hierbij werden mensen gemarteld en overleden tientallen Marokkanen. Haar vader, die al tijdens haar kindertijd een grootleverancier van kartonnen speel- en poppenhuizen voor zijn dochter was, stelde voor de locaties na te bouwen en ze met herinneringen te vullen. Op deze speelse manier kreeg El Moudir haar familieleden en hun buurtgenoten aan het praten. Door een mix van persoonlijk trauma en politieke paranoia hadden ze afgeleerd elkaar te vertrouwen. Met name de onverzettelijke grootmoeder hield als een kleine despoot de familie onder de duim. De microkosmos in huis weerspiegelde de dictatuur buiten.
André Waardenburg
Assassins in Japan
Feudaal Japan is een populaire bestemming in games. Ook in het westen. Het Franse Ubisoft verhuist zijn populaire Assassin’s Creed-serie in zijn nieuwste grote aflevering naar Kyoto en omstreken in de 16e eeuw. Oda Nobunaga, historisch de ‘grote vereniger’ van Japan, wil het Iga-volk op de knieën krijgen. De jonge Iga-ninja Naoe weet ternauwernood te ontsnappen. Tegelijkertijd worstelt Nobunagas van origine Afrikaanse samurai Yasuke met zijn plek in de Japanse samenleving. De twee treffen elkaar in hun zoektocht naar de figuren achter een geheimzinnig complot. Ubisoft kiest anders dan veel andere ‘Japan-games’ voor een ongestileerde, naturalistische wereld die de fysieke realiteit van Japan fraai nabootst. Ook de verschillende speelstijlen van Yasuke en Naoe geven diepgang.
Len Maessen
Alsof je in een kroeg staat
Radio-dj Frank van der Lende ontvangt in een nieuw programma wekelijks een artiest in de studio om over muziek te praten. Luisteraars kunnen inbellen met vragen en verhalen over de leukste concert-ervaringen. Het is de bedoeling dat het programma een toon krijgt die doet denken aan een kroeg op zaterdagavond. Later in het jaar zal Van der Ende de studio, die nu nog uitzendplaats is, verruilen voor een echte kroeg, waar ook muziek gemaakt kan worden. Hij is nu een aantal locaties aan het testen. Bij het soort artiesten dat te gast zal zijn moeten we denken aan Kensington, Wild Romance (de band van wijlen Herman Brood), Rondé of Loïs Lane, dat dit jaar veertig jaar bestaat. Wie deze zaterdag de eerste gast is in Veronica’s Live Club wil Van der Lende nog niet prijsgeven.
Kun je misschien met één oog naar slecht nieuws kijken, om je geestelijke welzijn anno 2025 ten minste niet onherstelbaar te beschadigen? Of is het met tv-nieuws alles of niets en dus kiezen tussen óf kopje onder in het dagelijkse wisselbad van horror en human interest óf de tv de deur uit doen en dan maar elke avond zonder ‘de beelden’ je afschuw in een kussen uitgillen?
Aanleiding genoeg: hernieuwde gruwelen in Gaza, de bittere kneveling van Oekraïne, sloopwoede van Trump.
Uit onderzoek van EenVandaag bleek eind vorig jaar al dat ruim een kwart van 24.000 ondervraagden nieuws „vaak” vermijden. En dan ging het nota bene om kijkers die zich meer dan gemiddeld geïnteresseerd in nieuws noemden. Vooral oorlog maakte hen somber of angstig, maar ook klimaatnieuws. Net als – hoe is het mogelijk – berichten over de Nederlandse politiek en het kabinet-Schoof.
Dus dan maar niet meer kijken, of met één oog? Of zou er – heel cynisch idee – in de omroepbladen als trigger warning een Nutri-score moeten komen voor slecht tv-nieuws, van A (onvermijdelijk) via B, C en D naar E (absoluut vermijden).
Je kunt natuurlijk ook weigeren te mijden en het monster recht in de smoel kijken. Niet als ramptoerist, maar als een overtuigde vermijdings-weigeraar – something to be.
Wie er de moed voor heeft zou dan, na weer een week vol geopolitieke turbulentie, heel goed de drie afleveringen kunnen terugkijken van The Zelensky Story, de verbijsterende documentaire over de Oekraïense president die al eens door de VPRO werd uitgezonden en waarvan het laatste deel donderdag te zien was bij de zuiderburen, met wie we toch al gezellig herenigd zijn onder de ‘Denker der Nederlanden’.
De documentaire (2024) van regisseur Michael Waldman, een biografisch portret van Zelenksy aan de hand van gesprekken met de man zelf, zijn vrouw en vrienden, is verplichte kost voor iedere kijker die zijn geest wil slijpen, nuance zoekt of durft te denken maar vooral moraal nog wil waarderen boven macht of murw gebeukt ‘realisme’.
Nog even huiveringwekkend
Nu zijn de moed, volharding en het pr-talent van Zelensky sinds het begin van de Russische oorlog tegen zijn land al ontelbare malen en in vele toonaarden bezongen, met bijpassende verklaringen van bewondering en solidariteit. Maar inmiddels zijn we drie jaar verder, dreigt Oekraïne speelbal te worden van een miljardair-makelaar in Washington en een oorlogsmisdadiger in Moskou, en begint ook hier de vermoeidheid toe te slaan, de neiging om nu maar de tering naar de tering te zetten.
Maar kijk dan nog eens goed naar deze documentaire (ook op NPO Start). De trage, sinistere opmaat naar de Russische inval, het eerste nachtelijke bombardement op Kyiv, de vastberadenheid van de met moord bedreigde Zelensky en zijn vertrouwelingen, het taaie verzet en de Russische tegenslagen, het bloedbad in Boetsja – het is nog even huiveringwekkend als de eerste keer dat het werd getoond.
Sterker, het krijgt extra lading door de recente, weerzinwekkende behandeling van Zelensky, met levensgevaar op zijn post gebleven, door twee verwende corpsballen.
Psychologen van de meer populaire soort waarschuwen al jaren voor afstomping door slecht nieuws waar je „toch niks aan kunt doen”. Het maakt gestresst en somber, verslapt je brein en is ook nog eens tijdverspilling, somde Psychologie Magazine vijf jaar geleden de nadelige effecten al eens op. Matigen of afzweren dus, net als vlees en vliegen.
Ja, maar wat dan? Leven als de hollow men van T.S. Eliot, die alleen nog maar fluisteren en niets zien?
Slecht nieuws is deprimerend, het zal waar zijn, maar het is ook een boodschap, een oproep. Je kunt vluchten, maar je kunt je niet verstoppen.
Op 28 februari had minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) de voorzitter van de raad van toezicht van de NPO ontboden op het ministerie. „Als zoiets in de krant staat”, zei de minister over de aantijgingen tegen NPO-topvrouw Frederieke Leeflang, die een angstcultuur zou creëren binnen het centrale bestuursorgaan van de publieke omroep, „dan is het goed om onder vier ogen te spreken”.
Het werd een „indringend gesprek”, zei de minister naderhand. Toezichthouder Tjibbe Joustra zou hem „gepaste actie” hebben beloofd. Joustra staat niet bekend als een bestuurder die snel en publiekelijk ingrijpt. Leunend op een lange staat van dienst in het openbaar bestuur doet hij zijn werk als toezichthouder op de achtergrond en in stilte. Nu beloofde hij opeens „gepaste actie”. En wel „op korte termijn”, aldus Bruins.
Was dit een toneelstukje? Leeflang had een dag voor het gesprek tussen Bruins en Joustra immers zelf al besloten te stoppen. Dat had ze Joustra de dag ervoor laten weten. Onduidelijk is of hij dit met Bruins heeft gedeeld; beiden doen er desgevraagd het zwijgen toe. Vier dagen later was Leeflang vertrokken. De „discussie over mij” mag het belang van de publieke omroep niet in de weg staan, liet ze optekenen in een persbericht. Daarmee is de crisis bij de publieke omroep compleet.
Wat dreef Leeflang tot haar besluit? De raad van toezicht nam het naar buiten toe niet voor haar op en in Hilversum had ze onvoldoende steun, blijkt uit gesprekken die NRC de afgelopen weken voerde met bronnen. Die willen anoniem blijven vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Een aantal maakten haar aftocht van nabij mee.
‘Angstcultuur’ bij de NPO
Als advocaat die haar carrière begon op de Zuidas, is Leeflang altijd een buitenstaander gebleven op het Mediapark. Ze werd begin 2022 benoemd met de opdracht het complexe omroepbestel te vereenvoudigen en te professionaliseren. Maar ze kreeg al snel te maken met schandalen over grensoverschrijdend gedrag. En met het aantreden van het kabinet-Schoof eind 2023 kwamen daar nog eens 110 miljoen euro aan bezuinigingen bovenop, evenals een structurele hervorming om het omroepbestel bestuurbaar te houden.
Leeflang wierp zich op als een bestuurder die de bezem zou halen door de organisatie. Maar de manier waarop ze dit deed, heeft volgens bronnen in Hilversum kwaad bloed gezet. Want ze raakte aan gevestigde belangen op het Mediapark, dat in feite een verzameling koninkrijkjes van verschillende omroepverenigingen is. Als NPO-voorzitter moest ze op verschillende borden tegelijk schaken. Ze gaf niet alleen leiding aan de NPO, een organisatie met 660 medewerkers die geld en zendtijd verdeelt onder de omroepen, technische ondersteuning biedt, en over de streamingsdienst NPO Start gaat. Ze had ook regulier overleg met de omroepen, én sprak met politieke partijen en ambtenaren in Den Haag.
In de loop der jaren is Leeflang op verschillende belangrijke plekken steun kwijtgeraakt. Om te beginnen binnen de top van de NPO. Sinds haar aantreden zijn verschillende directieleden vervangen en zijn ook diverse andere leidinggevenden vertrokken bij de NPO. Volgens een artikel van het Algemeen Dagblad en journalistiek platform Investico op 21 februari, dat de val van Leeflang inluidde, zijn sommigen van hen „weggestuurd” door haar. Maar de details bleven schaars en NRC heeft deze aantijging niet kunnen verifiëren.
Eén van de vertrokken mensen is Paul Doop, die sinds 2019 lid was van de raad van bestuur. Hij had volgens bronnen in Hilversum een moeizame werkrelatie met Leeflang, die hem zag als een bestuurder van de oude stempel. Al bij hun kennismaking zou hij haar hebben gevraagd: „Wat kom je hier doen?” Dit wil hij bevestigen noch ontkennen. Toen hij in aanloop naar zijn pensionering aangaf nog een termijn door te willen gaan, zouden Leeflang en de raad van toezicht daar een stokje voor hebben gestoken. Inmiddels is hij adviseur van NSC-leider Pieter Omtzigt. Hij zegt niet te willen terugblikken op zijn tijd bij de NPO.
Opmerkelijk genoeg werd de val van Leeflang veroorzaakt door een uitgelekte brief van twee A4-tjes die Doop in maart 2024, drie maanden voor zijn pensionering, aan de raad van toezicht overhandigde. Deze brief, waarin hij schreef dat Leeflangs solistische optreden en harde bestuursstijl hadden geresulteerd in een „angstcultuur”, vormde de kern van het artikel van AD en Investico. De inhoud van de brief werd volgens de journalisten geschraagd door gesprekken die ze voerden met tientallen (oud-)medewerkers van de NPO, die ze niet bij naam noemen.
NRC hoorde de afgelopen weken alleen indirecte getuigenissen van bronnen die Leeflangs ferme leiderschapsstijl afkeurden; het is niet gelukt direct getroffenen te spreken. Volgens het AD-artikel zou ze mensen hebben gekleineerd, geïsoleerd, en in een enkel geval de organisatie uit hebben gewerkt.
Feit is dat de raad van toezicht ook via de ondernemingsraad en de vertrouwenspersoon meldingen heeft ontvangen over Leeflang. De hoeveelheid en de ernst zijn niet duidelijk, Joustra zei tegen AD en Investico dat ze op „één of twee handen te tellen” waren. Zulke klachten horen in zijn ogen nu eenmaal bij een organisatie die verandert. Duidelijk is dat er in Joustra’s optiek geen grondslag was voor actie tegen zijn belangrijkste werknemer, de bestuursvoorzitter, zo zei hij tegen AD en Investico.
Wantrouwen bij de omroepen
Als NPO-voorzitter stond Leeflang al bij voorbaat op achterstand bij de omroepdirecteuren. Zij vonden dat de NPO onder haar voorgangers veel te groot en te machtig was geworden. De NPO werd in 2008 aangewezen als het centrale bestuursorgaan van het publieke omroepbestel, en kreeg een steeds grotere rol bij de programmering, ten koste van de omroepen. Die klagen al jaren over een gebrek aan transparantie bij de toewijzing van zendtijd voor programma’s.
Leeflangs relatie met de omroepen werd in februari 2024 op scherp gezet door de publicatie van het rapport-Van Rijn over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep. Na een melding over Remco van Leen, directeur video van de NPO, werd hij meteen op non-actief gesteld om ruimte te maken voor een extern onderzoek. Maar hoewel de uitkomst daarvan zijn terugkeer niet in de weg stond, verliet Van Leen de publieke omroep. Collega’s die het voor hem opnamen, zoals Jan Slagter van Omroep Max, vonden dat hij weg moest op basis van vage geruchten en anonieme beschuldigingen. Daarin zagen ze de hand van Leeflang.
In de nasleep van het rapport-Van Rijn raakten ook diverse omroepdirecteuren in opspraak. Onder wie Bert Huisjes van WNL, die inmiddels vertrokken is bij die omroep. In het AD werd hij door 25 medewerkers, onder wie enkele presentatrices, beschuldigd van het creëren van een angstcultuur en onder meer zwangerschapsdiscriminatie. In een interview met het programma Buitenhof schaarde Leeflang dit onder seksueel grensoverschrijdend gedrag. Huisjes, maar ook Slagter, vonden dat ze hiermee haar boekje te buiten ging.
De onderlinge frictie nam verder toe als gevolg van de bezuinigingen door het kabinet. Sommige omroepdirecteuren vonden dat Leeflang niet genoeg deed om de Haagse bezuinigingsdrang te temperen. Eerst wilde het kabinet vanaf 2027 110 miljoen euro bezuinigen, maar daar dreigt nog eens 50 miljoen bovenop te komen. Sommige omroepdirecteuren vonden dat Leeflang hier te makkelijk in mee ging, dat ze te veel op de lijn zat van de VVD, die de publieke omroep grondig wil hervormen.
Het wantrouwen werd gevoed door het feit dat Leeflang VVD-lid was en een ‘landelijke topkadertraining’ van de partij doorlopen heeft, voor VVD’ers die in aanmerking komen voor een plek op een kandidatenlijst. Ze heeft haar VVD-lidmaatschap weliswaar opgezegd voordat ze NPO-voorzitter werd, maar behield warme banden met de partij. Leeflang zegt tegen NRC dat ze met alle partijen goede relaties onderhield. Maar het waren juist haar goede contacten met politici en ambtenaren in Den Haag waardoor de omroepdirecteuren het gevoel kregen bij de herziening van het bestel buiten spel te staan, zeggen bronnen in Hilversum.
Dit gevoel werd versterkt toen het VVD-Kamerlid Claire Martens-America op 18 november 2024 in NRCeen plan presenteerde voor een ingrijpende hervorming van het publieke bestel. De kern daarvan is een nieuwe organisatiestructuur om het bestel efficiënter, transparanter, digitaler en goedkoper te maken. De huidige dertien (aspirant-)omroepen moeten worden samengevoegd tot vijf zogeheten ‘omroephuizen’. Het meest explosieve voorstel is af te stappen van het idee dat omroepen verenigingen moeten zijn. Ze blijven in naam bestaan, maar hun organisatiestructuur moet op de schop.
Het plan leidde tot grote ontsteltenis op het Mediapark. Want de VVD legde in feite een bom onder het oude bestel, waarin de externe pluriformiteit is gewaarborgd door de omroepen. Het bevatte wel elementen waar de omroepen zich in konden vinden, zoals een gezamenlijk bestuur van de omroephuizen en de NPO. Maar de meesten wilden vasthouden aan hun verenigingstructuur en zendmachtiging op basis van ledental. EO-directeur Arjan Lock constateerde in NRC: „Bij de VVD is weinig liefde voor de breedte van het bestel”. Slagter beweert zelfs dat Leeflang meeschreef aan het VVD-plan, maar dit wordt door Leeflang ontkend.
Feit blijft dat Leeflang wat betreft de bezuinigingen en hervormingen vaak op dezelfde lijn zat als de VVD. Dit leidde ook geregeld tot discussies met de omroepdirecteuren. Zo pleitte ze, in navolging van adviezen zoals in het rapport-Van Rijn, voor een maximaal aantal bestuurstermijnen voor omroepdirecteuren. Daar waren sommigen van hen, zoals Slagter en Lock, helemaal niet blij mee. Slagter richtte Omroep Max in 2002 op en is sindsdien directeur. En Lock, sinds 2001 EO-bestuurder, liet onlangs de omroepstatuten aanpassen zodat hij onbeperkt kan aanblijven.
Dit drukte de verhoudingen tussen Leeflang en sommige omroepdirecteuren in de maanden voor haar vertrek. Haar medestanders vermoeden een opzetje om haar te beschadigen. Het is volgens hen geen toeval dat de brief van Doop is uitgelekt, vlak voor het kabinet zijn plannen voor de toekomst van de publieke omroep uiteenzet. Begin april stuurt minister Bruins een brief aan de Tweede Kamer waarin de geplande bezuinigingen en hervormingen verder worden ingevuld. En die brief zou veel weg hebben van het VVD-plan.
Lees ook
Waarom laat de cultuuromslag in Hilversum, een jaar na het rapport van de commissie-Van Rijn, zo lang op zich wachten?
De rol van de toezichthouder
In die wirwar van tegenstrijdige belangen op het Mediapark moet de toezichthouder zich laten leiden door de feiten. De brief van Doop bood wat dat betreft het meeste houvast. Maar Joustra heeft diens verwijt van een angstcultuur onder Leeflang niet met haar besproken omdat hij die niet genoeg onderbouwd vond, zei hij tegen AD en Investico. Hij zag de brief meer als een notitie voor Doop zelf. Meerdere betrokkenen vinden echter dat je als toezichthouder zo’n zware aantijging niet mag onthouden aan een bestuurder. „Je moet een bestuurder wel de kans geven om te zeggen: hij eruit of ik eruit”, zegt één van hen.
Bovendien was het voor Doop wel degelijk een formele brief. Hij heeft die ook ter archivering ingediend bij de secretaris van de raad van toezicht. Dat is opvallend, aangezien Joustra tegen het AD verklaarde dat hij niet meer wist of de brief door Doop overhandigd was aan de raad van toezicht. Joustra zei zelf „niet zo ‘bewaarderig’ met stukken” te zijn.
Dat de brief in het archief is opgeslagen, „is mij twee weken geleden duidelijk geworden”, liet hij op 7 maart weten aan NRC. Te laat, kortom, voor het artikel in het AD.
De laconieke wijze waarop Joustra met de signalen over Leeflang omging, heeft volgens vriend en vijand bijgedragen aan haar val. Werd er met twee maten gemeten nu de topvrouw van de NPO zelf onder vuur lag? Het wantrouwen werd versterkt door het feit dat Joustra in de benoemingscommissie van Leeflang zat en andersom. Naar buiten toe hulde hij zich in stilte, terwijl Leeflang bungelde. Bruins laat aan NRC weten alle vertrouwen hebben in de raad van toezicht. „Ik heb geconcludeerd dat ze het juist een gevoel van urgentie hebben en dat ze leren van wat er gebeurt.”
Aan de publieke omroep kon Leeflang inmiddels niet meer leidinggeven, laat ze weten in een reactie aan NRC. „Ik was disfunctioneel.” Directieleden die onder haar werkten, van wie Leeflang er vijf aanstelde in de afgelopen drie jaar, willen niet ingaan op de vraag of zij van hun nog voldoende steun had om verder te kunnen.
De NPO-woordvoerder laat namens het directieteam weten „niet te reageren op interne aangelegenheden”.
We weten allemaal dat er vandaag de dag mensen bedreigd en geïntimideerd worden, zowel op sociale media als fysiek. We zijn het bijna normaal gaan vinden, terwijl het verschrikkelijk is. Journalist Max Vessies spreekt in Wat is het Waard met zeven BN’ers die de impact van bedreigingen en intimidaties aan den lijve ondervonden hebben of nog steeds ondervinden. In de eerste aflevering komt Hugo de Jonge aan het woord. Hij vertelt over de tijd dat hij het gezicht was van het coronabeleid.. Het dieptepunt was de avond dat hij met zijn gezin moesten onderduiken. Lale Gül, in aflevering 2, kan zich nog goed de verlamming herinneren die haar trof nadat ze een foto van een hand met een pistool kreeg toegestuurd met de tekst: „Wij gaan elkaar binnenkort ontmoeten.” Ze is, net als alle andere geïnterviewden, niet onder een steen gaan leven. Wat drijft ze om toch te blijven doen wat ze doen?
Beginpunt van deze podcast is een koffer die in Sittard werd gevonden. Er zaten honderden liefdesbrieven in, gericht aan één vrouw, Lies. Ze werden in de jaren veertig en vijftig geschreven, door tientallen mannen, onder wie cabaretier Toon Hermans, en een enkele vrouw. Lies houdt ze aan het lijntje, soms meerdere tegelijk. Ze stuurt ze nooit een foto, beantwoordt hun aanzoeken niet en wijst ze op den duur allemaal af. Lies moet onweerstaanbaar geweest zijn, maar wie was ze? Podcastmakers Heleen Hummelen en Wieky de Boer laten in deze podcast de brieven aan Lies voorlezen door mensen die nu jong zijn. Zij proberen al lezend en pratend de puzzel van Lies’ leven te leggen. Zo ontstaat niet alleen een beeld van Lies, maar we horen ook hoe jongeren van nu denken over liefde, vrijheid en het verlangen om iets te worden.
In het huidige politieke klimaat zou je het makkelijk uit het oog kunnen verliezen, maar Europa en de Verenigde Staten erkennen van oudsher allebei het grote belang van vrijheid van meningsuiting. Voor de zekerheid zegt David Kaye het zelfs twee keer. „Het is een gedeelde waarde.”
Maar Kaye, hoogleraar internationaal publiek recht aan de Universiteit van Californië (Irvine) en voormalig VN-rapporteur voor de vrijheid van meningsuiting, ziet ook dat er aan beide zijden van de Atlantische Oceaan verschillend over deze kernwaarde wordt gedacht. En de verschillen springen nu in het oog.
Volgens de Amerikaanse vicepresident JD Vance is de vrije meningsuiting in Europa op zijn retour, omdat de Europese Unie regels heeft waaraan sociale media zich moeten houden. Maar zijn eigen president noemt media die kritisch over hem berichten „corrupt en illegaal”. En Trump heeft het grootste persbureau van de Verenigde Staten, Associated Press (AP), buitengesloten van persconferenties in het Witte Huis, omdat het zijn oekaze niet opvolgt om de Golf van Mexico voortaan de Golf van Amerika te noemen.
Hebben Europa en de Verenigde Staten het wel over hetzelfde, als ze spreken over de vrijheid van meningsuiting? In het Engels worden de termen freedom of speech (vrijheid van meningsuiting) en freedom of expression (uitdrukkingsvrijheid) vaak door elkaar gebruikt. Maar ze hebben een verschillende lading, zegt Kaye.
„Toen JD Vance in februari op de Veiligheidsconferentie in München sprak over vrijheid van meningsuiting, gebruikte hij freedom of speech, zoals vastgelegd in het Eerste Amendement bij de Amerikaanse Grondwet. Daarbij gaat het over het recht van een spreker, dat die alles kan zeggen wat hij of zij wil. Dat is de benadering van vrije meningsuiting waarmee Elon Musk Twitter (nu X) heeft overgenomen.
„Maar als je het hebt over freedom of expression, dan kom je bij de manier waarop Europa er in het algemeen over denkt. Ook daarbij gaat het om het recht van een spreker om iets te zeggen, maar daarnaast ook om het recht informatie te krijgen, er kennis van te nemen. Toegang tot informatie is in de internationale wetgeving rond mensenrechten onderdeel van de uitdrukkingsvrijheid. In Europa bestaat daar meer begrip voor dan in de Verenigde Staten.
„Toen JD Vance zei dat Europa het laat afweten op het gebied van vrije meningsuiting, doelde hij alleen op de vrijheid van de AfD [de Duitse, radicaal rechtse partij, red.] om alles te kunnen zeggen wat ze wil. Maar haat en intimidatie zijn manieren om anderen het zwijgen op te leggen, en dat liet Vance buiten beschouwing. Terwijl je dat er juist bij zou moeten betrekken, als je het echt over uitingsvrijheid wil hebben. Want door mensen tot zwijgen te brengen, beperk je het ecosysteem van informatie waarvan mensen kennis kunnen nemen.”
David Kaye, VN-rapporteur voor de vrijheid van meningsuitingBeeld Ronaldo Schemidt
Holocaust
Kaye, die drie jaar als juridisch adviseur bij de Amerikaanse ambassade in Den Haag werkte, kent Europa goed. „Dat Europa andere opvattingen en andere wetgeving dan de Verenigde Staten heeft over uitingsvrijheid, heeft te maken met de Europese geschiedenis, vooral met de Holocaust. De Europeanen hebben ondervonden dat hatelijke woorden kunnen leiden tot hatelijk gedrag. Dat diepgevoelde besef heeft in Europese landen zijn sporen nagelaten in de wetgeving.
„Ik zeg niet dat de Europese wetgeving op dit vlak altijd beter is, maar vanuit een Europees perspectief begrijp ik het wel. Een Amerikaanse politicus die even langs komt en zegt: jullie zijn onderdrukkers omdat jullie wetten tegen hate speech hebben, toont een volstrekt onbegrip over de herkomst van die wetten.”
Sociale media begonnen zo’n tien jaar geleden berichten op hun platforms uitgebreid te modereren: sommige discriminerende en opzettelijke misleidende posts werden verwijderd. De Republikeinen noemden het censuur.
„Tot een paar jaar geleden dacht ik dat de manier waarop de sociale media hun platformen reguleerden steeds meer aansloot bij het Europese denken. YouTube, Facebook en Twitter (voordat het werd overgenomen door Musk) begrepen dat hatelijke uitingen en desinformatie mensen verhinderen om informatie te krijgen. Ze zagen dat online pesten mensen de mond snoert en verdrijft van hun platforms – en dat dat ook de bedoeling ervan is. Maar je kunt regels opstellen om dat te voorkomen , om zo méér vrijheid van meningsuiting te bereiken.
„Het is ook belangrijk om de context te begrijpen van wat Vance zei. In de VS heeft rechts het idee van vrije meningsuiting op sociale media tot wapen gemaakt. Zonder bewijs te leveren beweren rechtse politici en hun medestanders dat sociale media rechtse stemmen onderdrukken, en hen verhinderen hun boodschap uit te dragen.”
En nu de Trump weer terug is als president schalen sociale media hun moderatie af.
„Dat is een gevolg van de politieke lafheid van Mark Zuckerberg [topman van Meta, moederbedrijf van Facebook en Instagram] en anderen die voor de platforms verantwoordelijk zijn. Je moet altijd beseffen: ze hebben zó veel belangen, dat ze in de gunst willen komen en blijven van de regering van Trump. En dat gaat ten koste van hun eigen beginselen.”
Maar hebben ze met hun kritiek op Europa niet ook een punt? Vorig jaar waarschuwde u in het blad Foreign Affairs zélf dat goed bedoelde Europese regels voor sociale media de vrije meningsuiting in gevaar kunnen brengen.
„Ik was bezorgd, dat klopt. Ik steun Europese wetten als de Digitale dienstenwet (DSA), die platforms verplichten om risico’s in te schatten en transparant te zijn. Maar ik was geschrokken dat de toenmalige eurocommissaris Thierry Breton verder ging en in de zomer van 2023 sociale media per brief dreigde met boetes en „verbanning van ons grondgebied” als ze hatelijke berichten bleven plaatsen over rellen die toen in Frankrijk woedden.
„Als het die kant op zou gaan, en de Europese Commissie bedrijven kan voorschrijven welke content wel en niet acceptabel is, dan is dat een heel riskante vorm van overheidsinterventie. Maar die kant is het in Europa niet opgegaan, de DSA vraagt transparantie van de platforms, en dat vind ik goed.”
Waarom is er in de VS niet meer ophef ontstaan over Trumps besluit het belangrijkste persbureau, AP, niet meer toe te laten tot de persconferenties in het Witte Huis?
„Deze regering valt de democratische waarden op zó veel niveaus aan, dat veel mensen nog steeds overrompeld zijn. Ze weten niet waar ze hun woede op moeten richten. Maar het verzet begint wel te komen. Niemand had ooit reden om te geloven dat Trump écht geeft om de vrijheid van meningsuiting. Zijn aanvallen op de media zijn niet nieuw. In 2017 noemde hij ze al de vijand van het volk – nu verbindt hij daaraan ook concrete maatregelen.
„Je moet kijken wat rechts Amerika de afgelopen jaren heeft gedaan. Ze hebben boeken uit bibliotheken verbannen, ze hebben vreedzame protesten op de campussen van universiteiten verdacht gemaakt en geprobeerd ze te verbieden als de opvattingen hen niet bevallen. Ik noem ze meningsvrijheidhuichelaars. Ze hebben hun mond vol over free speech, maar het enige wat en interesseert is macht.
„Voor onze democratie is het meest urgente gevaar nu de vernietiging van het federale regeringsapparaat die aan de gang is. Hoewel het voor veel mensen moeilijk is om in te zien, is dát waar Musk en Trump werkelijk op uit zijn. Maar ik ben met je eens: in Frankrijk zouden de mensen allang massaal de straat op zijn gegaan.”
De media die zien dat hun collega’s van AP niet meer worden toegelaten in de perszaal van het Witte Huis komen niet in opstand. Ze gaan braaf door met hun werk.
„Er is weinig journalistieke solidariteit. Het is heel frustrerend om dat te zien. Een werkelijk onafhankelijke pers zou gezegd hebben: we blijven wel schrijven over het Witte Huis en de president, maar over die persconferenties schrijven we niet meer. Dat had effect gehad, want Trump wil vooral aandacht, en het meest wil hij aandacht van The New YorkTimes.
„De politieke berichtgeving van de The New York Times laat vaak enigszins te wensen over, maar over het geheel genomen, in elk geval sinds de inauguratie, presteert de krant goed. Ze berichten zorgvuldig en uitgebreid over de schade die Trump aanricht. Terwijl The Washington Post en de Los Angeles Times hun koers hebben aangepast, gedeeltelijk omdat hun eigenaren belang hebben bij een goede relatie met Trump. Verbijsterend. The New York Times heeft dat niet gedaan, want die heeft een onafhankelijke uitgever die niet actief is in een andere economische sector dan de media.”
De regering heeft 400 miljoen dollar aan contracten met Columbia University in New York opgezegd – ziet u dat ook als aanval op de uitingsvrijheid?
„Absoluut. Academische vrijheid is een essentieel onderdeel van uitdrukkingsvrijheid. En de regering heeft al laten weten dat dit pas het begin is en dat er nog andere universiteiten op haar bezuinigingslijstje staan. Ze gebruiken het voorwendsel dat er antisemitisme op de campus is, maar rechtse politici zien de universiteiten al lang als motoren van progressief denken. En daar hebben ze de pest aan.”
„Ze hebben trouwens gelijk: historisch gezien zijn universiteiten altijd drijvende kracht van vooruitstrevend denken geweest, omdat mensen er in aanraking komen met nieuwe informatie. Daarom wil deze regering de liberale universiteiten beschadigen. Terwijl de universiteiten de parel aan de kroon van de Amerikaanse samenleving zijn.”
Big Tech en president Trump eisen dat Europa zijn regels voor sociale media en tech-bedrijven opgeeft. Kan Europa die eis negeren?
„Het is belangrijker dan ooit dat Europa vasthoudt aan zijn eigen regels. Om twee redenen. Ten eerste: Als de EU zwicht voor de druk van Trump, zal dat ook op andere gebieden het vermogen van Europa om zelfstandig regels op te stellen ondergraven. Dus Europa moet staan voor het eigen democratische proces dat deze regels heeft voortgebracht.
Lees ook
Vrijheid van meningsuiting? Alleen als je het eens bent met de regering-Trump
„De tweede reden om dat te doen is dat het gewoon goede regels zijn, die platforms dwingen opener te zijn over wat ze doen. Europeanen moeten nu juist extra inzetten op regulering. De beste reactie op Trumps intimidatie zou zijn: meer geld vrijmaken voor de handhaving van de privacyregels en de Digitale Dienstenwet voor de platforms. Dat zou een concrete, en niet alleen maar politieke reactie zijn – want handhaving is altijd de achilleshiel van de Europese regels geweest.”
Strenger handhaven zal niet goed vallen bij Trumps rechterhand Elon Musk, en hem waarschijnlijk in woede doen ontsteken.
„Dat hoeft niet slecht te zijn. In Duitsland heeft de aankomende bondskanselier Merz meteen na de verkiezingsuitslag gezegd dat Europa op eigen benen moet staan. Nieuwe intimidatiepogingen van Musk zullen alleen maar nóg duidelijker maken hoe hard het nodig is om de eigen democratische instituties en processen te versterken. Ik ben geen Europese politicus, maar als Amerikaanse observator zou ik zeggen: Als Europa nu inbindt, zou dat echt een fout zijn.”
Om te kunnen inspelen op twee grote trends in het tijdperk van kunstmatige intelligentie (AI), legt Alphabet, moederbedrijf van Google, het enorme bedrag van 32 miljard dollar (ruim 29 miljard euro) op tafel voor de overname van de cybersecuritystart-up Wiz.
De ene trend waarop Google met de overname reageert, is de groeiende vraag naar beveiliging van gegevens in de cloud. De andere trend is de toenemende behoefte van klanten om hun data onder te brengen in meerdere clouds tegelijk, schrijft Google in een persverklaring.
Wiz moet de clouddienst van Google gaan helpen de achterstand in te lopen op de concurrerende clouddiensten van Microsoft en Amazon. Die hebben marktaandelen van 21 respectievelijk ruim 30 procent. Die van Google bedraagt zo’n 12 procent.
Wiz is vijf jaar geleden opgericht door vier veteranen van een inlichtingeneenheid van het Israëlische leger. Afgelopen jaren hebben ook andere ex-leden van deze Eenheid 8200 – gespecialiseerd in cyberveiligheid, hacking en surveillance – met succes cybersecuritybedrijven opgezet. Vaak kregen ze daarbij steun van durfinvesteerders uit Silicon Valley, waar ook veel klanten zitten. De oprichters van Wiz kenden de weg. Hun eerste onderneming, ook actief in cyberveiligheid, heette Adallom. In 2015 verkochten ze haar aan Microsoft.
Wiz konden ze daarna ontwikkelen met hulp van vooraanstaande durffinanciers als Andreessen Horowitz en Sequoia Capital. Inmiddels heeft Wiz zijn hoofdkwartier in New York, naast een vestiging in Tel Aviv.
Raket
„Door onderdeel te worden van Google Cloud”, schrijft Wiz nu in een verklaring bij de overname, „krijgen we een raket op onze rug gebonden. We kunnen sneller innoveren dan zelfstandig mogelijk zou zijn.”
De opkomst van AI leidt tot een sterk groeiende vraag naar opslag van data. Beveiliging daarvan wordt tegelijk belangrijker; bedrijven en instellingen moeten permanent rekening houden met hacks en andere aanvallen op hun bestanden. Door AI kunnen die aanvallen doelgerichter en gevaarlijker worden – wat de vraag naar betrouwbare beveiliging verder doet toenemen.
Niet eerder heeft Google zo’n grote overname gedaan als deze. Afgelopen zomer wilde de Amerikaanse techreus Wiz al kopen, maar toen liep het stuk op de prijs die Alphabet bood: 23 miljard dollar. Wiz zei daarna zich te richten op een beursgang, maar deze dinsdag bleek het alsnog akkoord met Alphabet.
Niet alleen krijgt Wiz nu een bijna 40 procent hogere prijs dan waarvan vorig jaar sprake was. Opmerkelijk is ook de afspraak dat Alphabet liefst 10 procent van de koopsom aan Wiz betaalt als afronding van de overname alsnog stukloopt: 3,2 miljard dollar. Dat is een uitzonderlijk hoog percentage voor een zogeheten break fee, schrijft de Britse zakenkrant Financial Times. Waar 2 tot 3 procent normaal is, zou het bij omstreden overnames zelden meer zijn dan 7 procent.
Hoe graag Google de kennis en vaardigheden van Wiz ook wil toevoegen aan Google Cloud – of de deal echt doorgaat, heeft het Amerikaanse bedrijf niet volledig in eigen hand. De Federal Trade Commission (FTC) kan nog dwarsliggen.
Onder de vorige Amerikaanse president, Joe Biden, stond dat orgaan bijzonder kritisch tegenover de economische machtsconcentratie in de technologiesector; bij grote techbedrijven in het algemeen, en Google in het bijzonder.
Toen Donald Trump opnieuw werd verkozen tot president, verwachtten veel techbedrijven een mildere benadering door de overheid. Maar inmiddels is daarover twijfel gerezen. Toezichthouders zeggen geen radicale breuk met het tijdperk-Biden na te streven, en fusies en overnames kritisch onder de loep te blijven nemen.
Google is verwikkeld in twee rechtszaken over zijn veronderstelde dominantie – op de markt voor zoekmachines en op die van advertentietechnologie. In de eerste zaak heeft een rechter al bepaald dat Google een monopolist is, en zich in strijd met de wet als monopolist heeft gedragen. Mogelijk moet Google daarom zijn populaire browser Chrome verkopen.
Bij de overnameafspraak hebben Alphabet en Wiz afgesproken – wellicht om bezwaren van de toezichthouder vóór te zijn – dat Wiz binnen het Amerikaanse concern een zelfstandige positie behoudt. Wiz zal daardoor ook data kunnen blijven beveiligen bij concurrenten van Google Cloud, zoals Amazon Web Services, Microsoft Azure en Oracle Cloud.
Lees ook
Surveillance-industrie Israël in schijnwerpers door Pegasus-schandaal
‘Hannah is een beetje een ontspoord corpsmeisje, dat komt wel weer goed”, dacht Jort Kelder toen hij Hannah Prins, klimaatactiviste en juriste van Extinction Rebellion, voor het eerst zag en sprak. De twee vertelden bij de talkshow Eva over hun podcast Bubbels! waarin de klimaatactivist tegenover de kapitalist staat. De kijker kreeg beelden te zien van Hannah Prins die Kelder belachelijk maakte met zijn enorme hoeveelheid auto’s. Jort Kelder maakte haar belachelijk omdat ze van hem in vieze derdehands kleren moest lopen. „Je mag toch vragen of die dingen dan minder kunnen ruiken”, vroeg Kelder zich af terwijl hij een zakje met kapotte sokken van kasjmierwol omhooghield. Dat Hannah een ontspoord corpsmeisje was, bleek trouwens een aanbeveling. Wanneer ze een schreeuwlelijk met paars haar was geweest, had Kelder geen interesse gehad. Kelder poseerde weer eens als poenerige bal, maar hij was volgens Prins wel „de armste onder zijn vrienden”.
Het was de avond van de karikatuur waarop de ondergang van de wereld centraal stond. Bij Eva kwamen in filmpjes mensen aan het woord die vonden dat de wereld naar de „klote ging”, dat demonstranten op de A12 „zo hard geslagen moesten worden dat ze nooit meer konden lopen”. Bij een slager ontspon zich een dialoog die zo ging: „Ik eet heel veel vlees en ik stop er niet mee.” „Maar dat is slecht voor het milieu.” „Ja, jammer dan.”
Ja, jammer dan, dat was ook het gevoel dat me bekroop bij het zien van het De boer op, bij SBS6. Hierin vertelde een voice-over dat het niet meer te doen was in Nederland met al die regels uit Den Haag en Brussel. Reden om voor verschillende boeren om dan maar in het buitenland een bedrijf te beginnen, waar boeren nog wel welkom waren. José en Michiel Rijfkogel gingen naar Zweden – een land dat volgens SBS6 kennelijk buiten de Europese Unie valt – om in het noorden van dat land opnieuw te beginnen. Dat het daar geen vrolijke boel was, was wel een beetje zorgelijk, vond Michiel. Met bussen vol bier – 110 liter per bus – zou hij Zweden wel even uit de veilige bubbel trekken. Of Zweden op Michiel zat te wachten, vertelt het verhaal niet.
Poppenkast
Bij het afscheid kregen José en Michiel de wens mee dat ze in Zweden „hopelijk een betere regering hadden dan hier”. „Minder kan toch niet?”, antwoordde José. Zij en haar man stonden samen achter het vertrek naar Zweden, want de regering „hier was één grote poppenkast wat de boer alleen maar geld kost”, vond Michiel. Hij was blij dat zijn vrouw ook naar Zweden wilde: „In Zweden wonen een boel mooie vrouwen, maar ik denk niet dat ik daar heel gelukkig van word.” De voice-over had even daarvoor de boerenlunch van José geprezen, „want op een boerderij kon je niet werken op een cracker en een quinoa-salade”.
Treuriger was de familie Wieggers die als vierde generatie de boerderij verliet en naar Canada zou gaan, De familieboerderij moest plaatsmaken „voor rijtjeshuizen”, aldus de voice-over. Het was allemaal de schuld van de regering, en in 2019 had Thijs Wieggers nog wel meegedaan aan de boerenprotesten om het tij te keren, maar het was hopeloos gebleken.
De staat van Nederland: het probleem bleek niet de polarisatie, maar de karikatuur die gemaakt wordt van mensen die wel een beetje om stikstof-problemen geven. De trumpiaanse voice-over van SBS6 zette de ander weg als quinoa-etende luizakken. En de politiek zat vol poppenkastspelers, die samen de slechtst denkbare regering vormden. Dat ze zelf aan de basis hadden gestaan van dit kabinet, leek niemand te deren. Zij hadden nu eenmaal het recht om kwaad te zijn op iedereen. Toet-toet, zei de tractor van Michiel.
Bennie wordt vandaag achttien jaar. Eindelijk volwassen. Dus stapt hij bij het krieken van de dag in de auto van zijn ouders, rijdt ermee weg en ramt vijftig meter verder die van de buurman. Oei. Bennie heeft het syndroom van Down. Hij is dus weliswaar volwassen – hij wil werk, een vriendin, op kamers – maar hij kan niet alles. En zijn gezin is nogal beschermend over hem, dus die zitten er niet echt op te wachten dat hij zijn vleugels uitslaat. Dus wordt Bennie somber en boos: „Ik ben volwassen maar ik word behandeld als een kleuter.”
De achtdelige serie Bennie wil eens wat verder gaan dan de gebruikelijke realityprogramma’s over mensen met Down. Dus krijgen we niet alleen te zien hoe Bennie emancipeert, hoe liefdevol en verfrissend ontregelend hij is, en hoe het gezin rondom zijn grote aanwezigheid is gebouwd. Maar ook dat het niet zo makkelijk is om Down te hebben, of een broer of zoon te hebben die zo veel zorg vraagt dat de rest van het leven erbij inschiet.
Wesley van Klink als Bennie. Foto Videoland / RTL
Samen met Karen van Holst Pellekaan ontwikkelde Atsma de serie. Hij had zelf een oudere broer met Down, Rimmert, die in 2022 overleed. In de serie zitten scènes waarin Bennie het gezin in crisis stort met zijn drieste acties. Had Atsma’s broer ook dat soort problemen? „Ik herinner me dat Rimmert op een ochtend de hele kamer groen had geverfd. Mijn vader was woest. Rimmert was grenzeloos, je moest hem goed in de gaten houden. Er ging veel kapot bij ons thuis. Hij ging verkleed als de Hulk de straat op om keihard tegen tegen voorbijgangers te brullen. Ik liep daar dan achteraan in mijn Supermanpak. Vond ik eigenlijk te spannend. Zo ging hij naar het treinspoor waar we absoluut niet mochten komen.”
Atsma vormde een hechte broederbond met Rimmert: „Mijn broer was een soort engel van energie en liefde en verbinding. Als ik hem bij me had, had ik met iedereen een praatje. Dankzij hem had ik het gevoel dat ik gezien werd. Hij had zo’n open houding dat ieder het contact ook meteen naar een hoger niveau tilde. Ik kon met hem fantaseren, spelen, risico’s nemen, het avontuur opzoeken, groots en meeslepend leven. Hij heeft me tot acteur gemaakt.”
Ongefilterd, ongeremd
In 2005 maakte Atsma bij Toneelgroep Amsterdam al een solovoorstelling over zijn broer. Die monoloog was belangrijk voor Atsma: „Tot dan speelde ik vooral voor de adrenaline-kick, door een solo over Rimmert te maken, vond ik de humor en spelplezier terug. Iedere creatieveling komt vroeg of laat zijn eigen bron tegen en voor mij is opgroeien met Rimmert doorslaggevend geweest.” Wat hij van zijn broer leerde was de schaamteloosheid om „het luikje van ongefilterde emoties” wijd open te zetten – precies wat je als acteur zo goed kunt gebruiken: „Minder in je hoofd zitten, minder geremd worden door hoe het eigenlijk hoort. Dat geeft meer kleur aan je palet. Angst, seksueel verlangen, verbinding zoeken, je buitengesloten voelen – sindsdien ben ik voor een rol altijd de ongefilterde onderstromen aan het analyseren, en de sociale conventies die deze bedekken.”
Hoewel Bennie in de serie voornamelijk als ontregelende engel wordt neergezet, zie je ook het diepere verdriet van de ouders, een verdriet dat zelfs onder elkaar een taboe is: „De schok als je hoort dat je kindje anders is dan de anderen, de teleurstelling. En daarna staat je hele leven in dienst van dat kind.” Toen mijn moeder zwanger was van mij kon ze voor het eerst de vlokkentest doen, waarmee je een of een foetus een aandoening heeft. Eigenlijk wilde ze niet voor de keuze staan – weghalen of niet – maar ze heeft de test toch gedaan. Twéé neurodiverse kinderen in het gezin was te veel geweest.”
De ouders van Bennie zijn zo met hem bezig dat ze minder aandacht hebben voor hun andere kinderen. Herkent Atsma dat? „Ik denk wel dat ik minder aandacht kreeg omdat ik ‘normaal’ was, zelfstandig. Dat probeerde ik ook uit te stralen naar mijn ouders: maak je over mij maar geen zorgen.”
Foto Videoland / RTL
De diepte in
Barrie Atsma presenteerde eerder Down voor Dummies, een realityserie over mensen met Down. Uit de Down-gemeenschap is er wel kritiek op dit soort programma’s omdat ze een te eenzijdig, positief beeld zouden schetsen. Is Bennie daar een reactie op? „Ja, we proberen met Bennie meer de diepte in te gaan. Het blijft natuurlijk een sprankelende, toegankelijke serie met veel humor, maar we tippen ook thema’s aan als seksuele gevoelens van mensen met een beperking. Dat moet je goed begeleiden. Hoofdrolspeler Wesley van Klink, die Bennie speelt, moest als acteur echt aan de bak. Hij moest het hele bereik spelen, van boos, gefrustreerd en eenzaam naar verliefd, enthousiast, opgewonden.”
Hecht gezin kan ook verstikken
Een van de klachten tegen programma’s over Down is dat er vooral zeer goed functionerende mensen in beeld komen. Is dat nu ook weer het geval? „Dat durf ik te betwisten. Ik zie Bennie meer in het middengebied zitten. Verder wilden we laten zien dat er een breed palet aan neurodiversiteit is. In de scènes in de woongroep en in het zwembad zie je van alles. Ook bijvoorbeeld de jongen in de rolstoel van wie niet duidelijk is of hij überhaupt verstandelijk beperkt is.”
In de serie heeft vooral de moeder, gespeeld door Hadwych Minis, moeite met Bennie’s drang naar zelfstandigheid. Ze wil hem liever klein houden, en veilig thuis. Atsma: „Ze heeft met grote liefde achttien jaar lang gezorgd voor dat bijzondere kind. Ze weet niet meer wie zij zou zijn zonder Bennie. Dus wil ze graag alles houden zoals het is.” Een ‘hecht gezin’ heeft een positieve klank, zegt Atsma, maar hecht kan ook verstikkend zijn. Bennie en de andere kinderen willen hun eigen weg gaan, waardoor het gezin in crisis belandt, maar er uiteindelijk losser en beter uitkomt.
Atsma over zijn broer: „Pas na het overlijden van Rimmert dacht ik: hadden we meer naar hem moeten luisteren? Hebben we hem te veel geremd? Hadden we hem meer moeten stimuleren in zijn creativiteit? In de serie is het Bennie die de problemen van het gezin het meest helder aanvoelt, maar het niet goed kan uiten. Dankzij hem gaan de anderen ook nadenken over hun rol in het gezin, en wie ze nu eigenlijk zelf zijn, los van het gezin.”
Bennie, 8 afleveringen. Vanaf vrijdag 21 maart op Videoland.
‘Wij waren de luipaarden, de leeuwen’, zegt de prins van Salina, „Onze plaats wordt ingenomen door de hyena’s, de jakhalzen.’ De serie Il Gattopardo volgt de Siciliaanse prins en zijn familie ten tijde van de revolutie van Garibaldi (1960-1861) die Italië verenigde. De prins van Salina ziet zijn macht, bezit en de feodale manier van leven vergaan, en probeert mee te bewegen met de nieuwe tijd.
Zijn lievelingsneefje Tancredi (Saul Nanni) heeft geen geld en kiest dus opportunistischer dan zijn oom: hij neemt dienst in leger van Garibaldi, laat de dochter van de prins (Benedetta Porcaroli) schieten, en trouwt met de burgemeestersdochter (Deva Cassel). Die is van zeer nederige komaf maar bloedmooi en ze bulkt van het geld – dankzij haar vader, die staat voor de nieuwe corrupte handelselite. Trancedi’s credo is: „Als je wil dat iets hetzelfde blijft, moet je alles veranderen.”
Dit verval van de adel in de nieuwe tijd brengt regisseur Tom Shankland wonderschoon, gedetailleerd en op klassieke wijze in beeld. Verpakt in zwierige jurken zwiert het oude en nieuwe geld door weelderige paleizen tussen de prachtige Siciliaanse heuvels. De serie is gemaakt door Britten, maar gefilmd op Sicilië met een volledig Italiaanse cast.
Roman
Il Gattopardo is gebaseerd op de roman uit 1958 van Giuseppe Tomasi di Lampedusa – zijn enige boek dat pas na zijn dood uitkwam. De adellijke schrijver baseerde zich op de zijn eigen familie. De Netflix-serie voelt wat overbodig want in 1963 maakte Luchino Visconti al een verfilming, met Burt Lancaster, Alain Delon, en Claudia Cardinale. Die film geldt als onbetwist meesterwerk.
Maar we zijn al weer twee generaties verder dus er is weer ruimte voor een nieuwe versie. Die pakt het niet wezenlijk anders aan dan Visconti – al steekt ze ondanks de vorstelijke vormgeving wat bleekjes af bij die film. De roomse, zwart-romantische sfeer van ondergang is minder aanwezig.
De serie is twee keer zo lang als de film dus kunnen de scenaristen, Richard Worlow en Benji Walters, meer lijnen uit het boek kwijt. De serie, en ook de hoofdpersoon, zijn lichter dan de film. Ook kiezen de makers meer voor het liefdesverhaal – Trancedi die moet kiezen tussen twee vrouwen – dan voor de sociaal-politieke schets van 19de-eeuws Italië in overgang. Vermoedelijk hoopt Netflix dat de serie meelift op het succes van Bridgerton.
De serie wordt gedragen door Kim Rossi Stuart als de prins. Hij speelt de hoofdrol lichter en met meer humor dan de filmprins Burt Lancaster. Zijn machtige daadkracht maakt langzaam plaats voor enigszins onzekere passiviteit. De horreur om de vulgariteit en de graaizucht van de nieuwe heersende klasse verandert in ironische, vermoeide berusting.