De televisie liet zich dezer dagen weer van zijn slechtste kant zien door het uitgebreid over twee eigen, interne conflicten te hebben. De eerste loopt al een tijdje: werknemers van omroep WNL willen hun baas Bert Huisjes weg hebben wegens „intimidatie, manipulatief gedrag en zwangerschapsdiscriminatie”. Maar de raad van toezicht stopte een KPMG-onderzoek hierover fluks in een la en bleef vierkant achter Huisjes staan.
De talkshows Eva (NPO1) en Renze (RTL4) besteedden er maandag aandacht aan; items waarin de raad van toezicht er bijzonder slecht op stond. Dinsdag gingen de bestuurders alsnog door de knieën door te melden dat Huisjes voorlopig toch niet terugkeert. Maar de schade is inmiddels zo groot dat de raad van toezicht vermoedelijk zelf ook moet opstappen.
De schade voor de publieke omroepen in den brede is ook groot. Niet alleen staan die erop als geobsedeerd met zichzelf, maar ook als harteloze, onverbeterlijke werkgevers die hun personeel als oud vuil behandelen. Na het vernietigende rapport-Van Rijn over grensoverschrijdend gedrag in Hilversum, beloofde de publieke omroep beterschap. Vrome woorden, maar de giftige cultuur zit diep. En de NPO-leiding is goeddeels machteloos omdat de losse omroepen zichzelf besturen. En zolang de beschuldigde bestuurders en hun vrienden daar de baas zijn, verandert er niets.
Ramptoerisme
Het tweede conflict is eigenlijk een storm in een glas water. Maar het gaat over Vandaag Inside (SBS6) dus dan is het toch interessant. Met één miljoen kijkers is dat de grootste talkshow van Nederland, en met PVV-sympathisant Johan Derksen aan boord een belangrijke graadmeter voor wat er leeft in radicaal-rechts Nederland.
Maandag brak er plots ruzie uit aan tafel. Derksen zei dat hij het „een kutprogramma” vond. René van der Gijp vond dat niet kunnen: „Dan zeg je ook tegen die miljoen kijkers dat het sukkels zijn.” Even leek het de allerlaatste uitzending te worden, reden waarom er dinsdag drie cameraploegen van andere programma’s voor de deur stonden, die ook graag een graantje mee wilden pikken.
De drie mannen namen dinsdag niets terug, diepten hun conflict verder uit, maar deden net alsof er geen ruzie was. Derksen zei: „Het enige wat niet kut is aan dit programma zijn de kijkcijfers.” Tegen Shownieuws zei hij aansluitend: „Ik vind het al allang niet leuk meer.” De reden is een inhoudelijk meningsverschil. Derksen zou meer verdieping en serieuze onderwerpen willen. Van der Gijp is alleen geïnteresseerd in voetbal. Presentator Wilfred Genee zou te veel licht shownieuws inbrengen.
Dersken geeft voor de uitzending altijd een lijst te behandelen onderwerpen aan Genee, en als die er één overslaat, wordt hij boos. Reden voor Genee om dinsdag Derksen de hele tijd met die lijst te treiteren. Derksen sloeg terug door Genee’s kledingkeuze te kritiseren: „Met je kutcoltrui.”
Bijzonder aan het programma is dat de vaste mannen hun conflicten openlijk aan tafel uitvechten. Ze dreigen al jaren om ermee te stoppen wegens ruzie, maar ze komen daar altijd weer op terug. De reden: het programma is het anker van zender SBS6 dus betaalt omroep Talpa de ruziemakers veel geld om te blijven zitten. En hoe meer ze aan tafel ruziën, des te meer ramptoeristen zullen gaan kijken, en des te hoger zijn de gages die ze kunnen vragen. Zo komt Derksen nooit weg uit zijn eigen „kutprogramma”.
Ze hadden het ook over de val van Bert Huisjes. Derksen had het eerder al voor de WNL-baas opgenomen. Hij herkende zich in de man die zijn „mevrouwen” eronder hield. En dat ze steeds zwanger werden, dat wàs toch ook heel lastig voor een baas? Nog steeds steunde hij Huisjes, maar hij klonk deze keer toch minder zeker.
Het zit de inwoners van Gotham City nooit mee. De criminaliteit blijft maar stijgen, ondanks verwoede pogingen van de getormenteerde superheld Batman om de schurken die de stad teisteren aan te pakken.
Ook in The Penguin, een spin-off van de speelfilm The Batmanuit 2022, krijgt de stad het weer zwaar te verduren als er een bendeoorlog losbarst. De caped crusader is echter in geen velden of wegen te bekennen: in deze rauwe misdaadserie gaat alle aandacht naar een van zijn beroemdste vijanden.
In The Batman speelde Robert Pattinson de hoofdrol en was Colin Farrell te zien in een vermakelijk bijrol als Oswald ‘Oz’ Cobb, ook wel The Penguin genoemd. In die film was hij een nachtclubeigenaar en luitenant van maffiabaas Carmine Falcone.
Machtsvacuüm
Aan het begin van de serie is er een machtsvacuüm ontstaan in de onderwereld van Gotham: Falcone is dood en meerdere partijen proberen de drugshandel over te nemen. Ook Oswald ziet mogelijkheden: zijn geheime wapen is een nieuwe drug, genaamd Bliss. Hij moet het onder meer opnemen tegen Sofia Falcone (Cristin Milioti), de dochter van de overleden baas. Zij komt net uit de gevangenis en kiest niet voor de meest subtiele methodes om de oorlog te winnen. Oswald neemt tegelijk een jongeman onder zijn hoede: Victor, een soms stotterende jongeman uit een achterstandswijk van Gotham.
Net als de film kiest The Penguin voor een rauwe en uiterst serieuze aanpak: niemand heeft superkrachten, voor humor is amper ruimte, het geweld is bruut – een martelscène in de eerste aflevering zoekt de randjes al op. De serie heeft dan ook meer weg van een maffiadrama dan van een superheldenverhaal.
Showrunner Lauren LeFranc leent daarbij elementen uit allerlei klassiekers uit dat genre. The Godfather en Goodfellas lijken inspiratiebronnen, maar vooral de vergelijking met de serie The Sopranos (ook van kwaliteitsplatform HBO) valt niet te vermijden. Oswald ziet eruit als een verknipte versie van Tony Soprano. De menselijkheid en de gelaagdheid van The Sopranos ontbreken evenwel in The Penguin.
Farrell is wederom onherkenbaar: het gezicht van de Ierse acteur zit verstopt onder lagen make-up en protheses. Hij doet zijn best om een gedenkwaardig figuur neer te zetten met een typisch New Yorks maffia-accent. Het is een rol waarin hij niet kan terugvallen op zijn filmsterren-charme, en dat vond Farrell ongetwijfeld een leuke uitdaging. Als bijrol in de film werkte zijn personage ook prima, maar voor een serie blijft zijn Penguin te oppervlakkig. Pogingen om hem diepgang te geven slagen niet echt. Hij werd door zijn klompvoet vroeger al gepest en ‘pinguïn’ genoemd, heeft ingewikkelde band met zijn dementerende moeder en schreeuwt om erkenning.
De serie begint meer te leven als Cristin Milioti tegenover Farrell staat als grootste rivaal in de onderwereld. Ook zij zoekt erkenning en pakt en jaagt zonder wroeging kogels door de hoofden van machtige mannen. Sofia lijkt het ene moment zelfverzekerd en snoeihard, het andere moment staat ze op het randje van een zenuwinzinking. Milioti geeft de serie een speelse energie die de serie verder node mist. Toch is ook haar personage ook niet interessant genoeg voor de acht afleveringen die vaak een uur of meer duren. Het tempo ligt te laag, de verwikkelingen zagen we al veel vaker in andere, en betere, maffiadrama’s.
Duisternis en lol
Hoewel de serie de sfeer van The Batman leent, missen de afleveringen de visuele flair van de regisseur van die film, Matt Reeves – hij is alleen als producent bij The Penguin betrokken. Iets meer lol en verwijzingen naar de geschiedenis van de Batman-verhalen zou de serie verder goed gedaan hebben. Nu lijken de makers zich bijna te schamen voor connectie met kleurrijke over the top-elementen. Een recente animatieserie, Batman: Caped Crusader, wist de balans tussen duisternis en lol beter te vinden.
De grootste handicap van The Penguin is het ontbreken van Batman. De afwezigheid van Gothams misdaadbestrijder wordt niet benoemd – voor hem zijn de ontwikkelingen in deze serie blijkbaar niet belangrijk genoeg. Waarom kijkers er dan wél tijd in moeten steken wordt niet geheel duidelijk.
‘Ik weet dat het niet makkelijk is om van [de Britse inlichtingendienst] MI5 naar mijn afdeling verbannen te worden”, zegt de glorieus vulgaire en misantropische meesterspion Jackson Lamb (een heerlijke rol van Gary Oldman) tegen zijn team van mislukte geheim agenten. „Maar daar hebben jullie het zelf naar gemaakt. Alleen prutsers worden naar Slough House gestuurd. En ik moet eerlijk zijn: samenwerken met jullie is het dieptepunt geweest van een teleurstellende carrière.”
Met zijn combinatie van sardonische komedie en meeslepende spionagethriller is de serie Slow Horses (Apple TV+) na vier seizoenen uitgegroeid een grote hit bij publiek en critici. De Slow Horses uit de titel zijn mislukte MI5-agenten die worden verbannen naar het ‘administratieve kerkhof’ genaamd Slough House (hun naam is een woordspeling op het gebouw waar ze werken) omdat ze een missie hebben verprutst, aan lagerwal zijn geraakt, of simpelweg onuitstaanbaar zijn. Daar doet deze groep buitenbeentjes saaie administratieve taken, terwijl ze afgeblaft worden door hun baas Lamb.
Het hart van de serie vormt de fantastische vertolking van Lamb door Oldman. Het is niet de eerste keer dat hij in de huid kruipt van een spion. Zo speelde hij in 2011 de zwijgzame superspion George Smiley in een stijlvolle adaptatie van John Le Carré’s Tinker Tailor Soldier Spy. Maar Lamb lijkt in veel opzichten de tegenpool van Smiley. Zijn lange, ongewassen haar hangt in slierten langs zijn gezicht. Er zitten gaten in zijn sokken. Hij rookt, drinkt, en leeft op Chinese en Indiase afhaalmaaltijden, die hij op groteske wijze naar binnen werkt. Hij laat geregeld harde scheten, waarvan hij soms wakker schiet.
In tegenstelling tot wat het lijkt, is Lamb een uiterst capabele spion die de indruk wekt dat hij alles al eens heeft gemaakt. Zijn grofheid maskeert een getroebleerd verleden dat nooit wordt uitgediept in de serie – hij blijft een enigma.
Slow Horses is gebaseerd op de Slough House-spionagereeks van schrijver Mick Herron. Hij zei dat Lamb „een Smiley, een soort held moet zijn geweest op een bepaald punt in zijn leven, maar dat hij dat allemaal doorzien heeft en ertegen gereageerd heeft om te worden wie hij is. Hij is niet echt een tegenpool. Hij is gewoon via de andere kant gekomen”.
Afdankertjes
Lamb vindt zijn team van buitenbeentjes maar een stelletje idioten, en dat laat hij ook voortdurend merken door ze ‘afdankertjes’ te noemen. Maar de Slow Horses bleken vanaf seizoen één tot veel meer in staat dan de denigrerende opmerkingen van hun baas doen vermoeden. In de afgelopen drie seizoenen hebben ze het met succes opgenomen tegen extreem-rechtse terroristen, zwaar bewapende privémilities, Russische slapende cellen, en zelfs enkele malafide tegenhangers bij MI5. Hoewel er enkele spectaculaire scènes in voorkomen, draait de serie meer om interessante personages en plot.
In het nieuwe, vierde seizoen worden de Slow Horses wakker geschud door een autobom in een winkelcentrum die tot ontploffing wordt gebracht door een terrorist wiens paspoort suggereert dat hij een oude MI5-identiteit gebruikt. Tegelijkertijd lijkt Slow Horse River Cartwright met een jachtgeweer te worden doodgeschoten door zijn dementerende grootvader, de voormalige leider van MI5, David Cartwright (Jonathan Pryce). Die losstaande incidenten blijken uiteraard nauw met elkaar verbonden te zijn. De verhaallijn bevat ontroerende scènes tussen kleinzoon Cartwright en zijn dementerende grootvader, en een intrigerende trip naar het Franse platteland op zoek naar een huurmoordenaar.
Gelaagd
Wat Slow Horses zo goed maakt is dat de serie de juiste balans weet te vinden tussen de komische interacties tussen Lamb en zijn afdankertjes in Slough House, de verbluffende plotwendingen, en een gelaagd drama met complexe personages. Voor Mick Herron, de schrijver van de Slough House-reeks, is spionage slechts de katalysator voor karakterontwikkeling en plot. Hij heeft een scherp oog voor de karakters en de zwakheden van mensen. Zijn personages zijn allemaal beschadigd door hun leven als spion. En de vraag of ze ooit kunnen terugkeren in de maatschappij hangt boven de serie. Daarmee blaast Slow Horses nieuw leven in het enigszins sleets geraakte spionagegenre.
Toch werd de serie eerst over het hoofd gezien omdat hij op een minder populaire streamingdienst (Apple TV+) te zien was. Maar dankzij het uitstekende schrijfwerk, de uitmuntende cast van Britse topacteurs, en het onverminderd hoge niveau van elk seizoen, groeide de populariteit. Zonder veel media-aandacht, en vooral dankzij mond-tot-mondreclame van een groeiende schare fans. Maar na een stortvloed aan Emmy-nominaties, waarvan er één werd verzilverd (voor beste schrijfwerk), is er geen ontkomen meer aan: Slow Horses is een van de beste series van dit moment.
Daar zijn ze ook van doordrongen bij het Royal United Services Institute, een denktank op het gebied van defensie en veiligheid met een sjiek hoofdkantoor in Londen. In een commentaar op de website vraagt senior fellow Philip Shetler-Jones zich af wat Slow Horses kan vertellen over het moderne Verenigd Koninkrijk. „John Le Carré schreef dat de geheime dienst de uitdrukking is van de psyche van een land”, schrijft hij. „Het thema van verraad dat het grootste deel van Le Carré’s werk bezielde, weerspiegelde de zelftwijfel van een natie die zich [tijdens de Koude Oorlog] had neergelegd bij haar neergang. Slow Horses weerspiegelt de hedendaagse Britse psyche via zijn gebrekkige maar onversaagde spionnen en hun strijd tegen cynisme, bureaucratie en verval.”
Slow Horses is te zien op Apple TV+. Seizoen 4: elke woensdag een nieuwe aflevering.
Woningnood in Nederland, dus wordt er stevig geklust en naar huizen gezocht op televisie. Iedere zender heeft wel een woonprogramma. Maandag waren er vier. De rusteloze Meilandjes, die al heel wat verhuisd en verbouwd hebben, hebben het dit keer makkelijk: ze hoeven er in Chateau Meiland En Route (SBS6) alleen een vakantiehuis voor Martien bij. Met een camper rijden de reality-veteranen door België en Frankrijk om huizen te bezichtigen.
Vader Martien blijft de grote attractie – een wonderlijke man die onderworpen is aan allerlei angsten en stemmingswisselingen. Zo kan hij plots gaan gillen. Voor reizen en kamperen lijkt hij eigenlijk te gevoelig, dus dat is leuk om te zien.
De dagelijkse realitysoap Een Eigen Huis (Net5) vermengt een woonprogramma met een afvalwedstrijd als Utopia. Zes stellen verbouwen samen een vervallen villa op de Veluwe. Iedere week stemmen ze één deelnemer weg, tot er eentje overblijft. Die mag vijf jaar gratis in het huis wonen. Het programma is gebouwd rond zanger René Froger en zijn vrouw Natasja, maar die laten zich niet veel zien.
De wedstrijd overschaduwt het samen bouwen: Een Eigen Huis gaat vooral over ruzies, roddelen, het slechtste in elkaar naar boven halen – wat tegenwoordig weinig kijkers nog leuk vinden om te zien. Centraal in de slangenkuil staat het vrouwenverbond K3 (Kaylee, Kisha en Kelly). Kaylee voert helemaal niets uit, ze haalt steeds haar man erbij om haar klussen te doen. Toch lijkt haar positie niet ter discussie te staan. Ze droomt er openlijk van om straks als K1 over te blijven.
Experimenteel dorpje
Zelfs de VPRO heeft een woonprogramma. Regisseur Martijn Kieft en researcher Hellen van Schelven volgden voor Droomdorp vier jaar lang het ontstaan van de woongemeenschap ’t Eemgoed in Almere. Daar hebben 82 gezinnen samen een experimenteel dorpje neergezet, met moestuinen eromheen, in de hoop duurzaam en in harmonie te kunnen leven.
De bewoners zijn goeddeels hoogopgeleide stedelingen die een droom van een dorpsgemeenschap willen verwezenlijken zonder eigenlijk te weten wat een dorp is, of wat buiten wonen betekent. Als de bewonersraad praat over de structurele onderbezetting van de tuinploeg, zie je op de achtergrond een bezorgwagentje van PicNic langs rijden.
Wonen in ’t Eemgoed kost veel moeite, zo stelt de optimistische verbinder Yenni. Niets is vanzelfsprekend. Maar dat is niet per se slecht, vindt ze. Je woont intensiever, bewuster. Net als K3 in Een Eigen Huis beseft ze dat het project op een sterke buurvrouwenband moet drijven. Alleen kun je uit Droomdorp niet worden weggestemd. Yenni houdt met de buurvrouwen ter verbinding een cacao-ritueel in een indianentent.
Geestig aan Droomdorp is dat de bewoners vergelijkbare problemen hebben als andere deelnemers van woonprogramma’s, maar dat de VPRO-types toch net even anders reageren. Ook hier is overal onenigheid over. Maar het bespiegelend vermogen is groot dus wordt er ein-de-loos vergaderd en tegen de camera gekletst, waarna de commentaarstem nog eens ten overvloede navertelt wat allang duidelijk was.
Ondanks alle tegenslagen en gefnuikte verwachtingen blijkt in de slotaflevering dat de meeste ondervraagden wel degelijk gelukkig zijn over hun nieuwe bestaan in de polder. Alleen Marianne gaat toch liever naar de Albert Heijn dan dat ze iets uit de tuin haalt. Op het laatst zien we haar een te-koop-bord voor haar huis zetten: „Ja het is hier prachtig hoor, ik zie die roofvogels ook op het hekje zitten, ik weet het allemaal. Maar ik word gelukkig van een Hema.”
Een zwart t-shirt met drie witte strepen en een naam: Atari. Dat was zowat alles dat er tien jaar geleden nog over was van een legendarische gamebedrijf dat eind jaren zeventig en begin jaren tachtig de wereld veroverde. Ooit was Atari synoniem voor videogames als industrie en als kunstvorm. „Maar na 2014, toen er zoveel onderdelen van het bedrijf verkocht waren, denk ik dat Atari op zoek was naar een doel”, zegt topman Wade Rosen (36) bedachtzaam in een provisorisch kantoortje op gamebeurs Gamescom. „En het lukte maar niet om dat te vinden.”
Hoe duid je de lange geschiedenis van Atari? Rosen worstelt er zelf ook mee. Er was de tijd van oprichter Nolan Bushnell , waarin klassieke games als Pong en Breakout van de arcadehallen naar de huiskamer trokken, toen „Atari het snelstgroeiende bedrijf van Amerika was”. Maar ja: toen kwam die crash. Atari wilde te veel, maakte lopende bandwerk. Toen de bubbel in 1983 knapte, sleurde het bedrijf bijna de hele game-industrie met zich mee.
Maar Atari overleefde. Werd verkocht, werd onderdeel van de Franse game-uitgeverij Infogrames („daar kun je óók nog een hele documentaire over maken”, zegt Rosen), ging failliet, zette zoveel in de verkoop dat bijna alleen de naam overbleef, kwam terug. En dan vanaf 2014 die kwakkelperiode: veel Atari-t-shirtjes en grootse plannen voor gamehotels en casino’s, nauwelijks games.
Nostalgische games
In 2021 kwam het roer in handen van Rosen, een kind van het Amerikaanse platteland. „Mijn vader wist nauwelijks hoe hij een computer moest aanzetten”, zegt Rosen nu. „Games waren mijn ontsnapping aan die wereld.” Hoewel hij als dertiger te jong is om de hoogtijdagen van Atari zelf te hebben meegemaakt, werd hij verliefd op oude, nostalgische games. „Die oude games waren niet gemaakt om je tientallen uren af te leiden , zoals de spellen van nu. Je hoefde geen uitleg over waarom je ergens op schoot. Je pakte gewoon die controller op en begon, en kon die op elk moment wegleggen. Iets aan de puurheid daarvan fascineert me.”
Tech-ondernemer Rosen begon enkele jaren geleden een eigen bedrijf, Ziggurat, gericht op het heruitgeven van games van vroeger. Toen bleek dat Atari openstond voor een overname, twijfelde hij niet. Hij wist dat hij „iets” wilde met de omvangrijke geschiedenis van Atari, nu oudere gamers nostalgisch worden. “Zogeheten ‘retrogames’, nostalgische spellen, waren onze enige echte kans om ergens de beste in te worden.” Om dat te doen, moest Atari wél weer gamemakers in huis hebben. Daarin voorzag Rosen met de samenwerking met en latere aankoop van Night Dive en Digital Eclipse, twee gamebedrijven die zich specialiseren in retro-spellen. Het leverde in 2022 al Atari 50 op, een bundeling van oude spellen om de verjaardag van het bedrijf te vieren. Opgepoetst en klaargemaakt voor de moderne markt.
De gok van Rosen en zijn team bleek een succes. Atari 50 werd enthousiast ontvangen door critici en retrogameliefhebbers. De daaropvolgende remakes van iets jongere nostalgische spellen, zoals System Shock (1994), zorgden al het jaar erop voor een verdubbeling van de game-inkomsten. Na de forse investeringen van de afgelopen jaren, begint ook de volle omzet van Atari weer toe te nemen – die verdubbelde dit jaar naar 20 miljoen dollar. „Ik denk dat Atari lang rondliep met het idee dat elke zet onmiddellijk een home run moest zijn”, zegt Rosen. „Het was tijd om een stap terug te doen en alles baksteen voor baksteen opnieuw op te bouwen. De trend lijkt nu goed, maar we zijn er nog niet.”
Jeugdherinneringen
Onder Rosen kocht het bedrijf veel rechten van oude games met de hoop daar op verder te bouwen; onder andere de cartoonachtige Nederlandse actiegamehit Awesomenauts (2012) ligt inmiddels op de plank van Atari. Met de merkenstal wil Atari niet alleen oude games opnieuw uitbrengen, maar ook nieuw werk maken met Atari-dna.
„Dit is een droom”, glimlacht WayForward-ontwikkelaar James Montagna, in een kantoortje verderop op gamebeurs Gamescom. „Ik heb hele sterke jeugdherinneringen aan Atari-games.” Rosen benaderde de oude gamestudio WayForward enkele jaren geleden met een simpel aanbod: kies iets uit de Atari-bibliotheek en doe er wat mee. Het werd ruimtespel Yars’ Revenge (1982). „Dat was een voor de tijd unieke game, met een uitgesproken neonkleurenpalet.”
Daaromheen bouwden ze een spel dat beter aansluit op de gamemarkt van nu, in de ‘Metroidvania’-stijl: je verplaatst je door een doolhof, waarbij je onderweg krachten verdient. Met die krachten kun je in oude gebieden nieuwe doorgangen vinden. In de aankomende game Yars Rising wissel je tussen deze heerlijk uitgesproken neongekleurde gebieden en hackspelletjes in de stijl van de oorspronkelijke game uit 1982. Dat betekent dus: ouderwets een pixelscheepje links, die een pixelkanon rechts op het beeld met een goedgetimed laserschot onklaar moet maken. Het is bij lange na niet de enige nostalgische kwinkslag in de vloeiend wegspelende game.
Het is een voorbeeld van hoe Atari modern en vroeger weer met elkaar wil koppelen, zegt Atari-topman Wade Rosen. Maar dat blijft een „delicate operatie”. „We leggen toch feitelijk beslag op jeugdherinneringen.”
Die jeugdherinneringen zijn ook tastbaar, zegt Atari-vicepresident Matthew Burnett op Gamescom. Ze liggen niet alleen in de audiovisuele poespas van de games, maar ook in de ouderwetse spelcomputers, in de joysticks en de knoppen. Veel van die oude apparatuur werkt niet meer; doen ze het wel, dan heb je een ouderwetse kist van een televisie nodig om ze te gebruiken. Vorig jaar bracht Atari daarom de 2600+ op de markt, een moderne versie van haar belangrijkste spelcomputer uit 1977 die wél op moderne schermen werkt. Dit jaar volgt een update van de Atari 7800 uit 1986.
Vakkundig nagemaakt
„En omdat die herinnering zo tastbaar is, moet het plastic ook hetzelfde voelen”, zegt Burnett. Knobbeltjes en imperfecties in de buitenkant zijn vakkundig nagemaakt. De joystick moest extra knoppen krijgen zodat die ook bruikbaar zou zijn met andere gemoderniseerde Atari-hardware, vertelt Burnett, maar om de illusie niet te verstoren heeft hij de knoppen zoveel mogelijk laten verstoppen. En het belangrijkste: oude game-cartridges passen erop. De liefhebber die boven nog een doos met oude spellen heeft staan, kan ze nu ineens weer gemakkelijk spelen.
Maar hoe zorg je ervoor dat het authentiek aanvoelt? Atari kocht afgelopen jaar AtariAge aan, een site voor Atari-liefhebbers, om een gemakkelijke plek te hebben om het oor te luisteren te leggen. „De fans hebben wel overal commentaar op”, lacht Burnett. „Maar het fijne is: als ze een probleem zien, komen ze ook meteen met de oplossing.”
„En sommige fans maken zelf nieuwe games”, zegt Rosen later. Het bedrijf werkt soms met deze amateurgamemakers samen: die spellen kunnen óók op de gemoderniseerde Atari’s gespeeld worden. „Bedrijven laten gamesystemen na verloop van tijd in de steek, maar die systemen sterven niet echt. Mensen blijven er games voor maken. Soms komen de beste spellen uit voor een apparaat dat door de maker al lang is begraven. Ik wil dat Atari een levend ecosysteem blijft.”
Vijf grote Atari-hits
Pong, Breakout en Yars’ Revenge
1972Pong
Met dit tennisspel, bestaande uit slechts twee lijntjes en een puntje, wist Atari voor het eerst door te breken. Oorspronkelijk stond Pong in de arcadehallen, de thuisversie was dé speelgoedhit van kerst 1975.
1976Breakout
In deze game moet je een muur van blokjes kapotmaken door er een bal tegen te laten stuiteren. Atari wilde met Breakout een versie van Pong maken zonder tegenspeler.
1979Asteroids
Met een klein scheepje moet je aanvliegende asteroïden kapotschieten. Deze arcadehit was één van de eerste games waarin spelers hun initialen konden invoeren als ze een hoge score hadden behaald.
1981Centipede
Een insect neemt het al schietend op tegen een duizendpoot. De makers hoopten dat dit spel vrouwelijke gamers zou aantrekken: het bevatte immers geen (vecht)sportverwijzingen.
1982Yars’ Revenge
Als alien-ruimteschip moet je door een kleurrijke muur zien te breken om vijanden aan de andere kant van het scherm te doden. Het spel werd verpakt met een stripboek dat uitleg gaf over het verhaal – destijds een unicum.
Lees ook
50 jaar Pong: tafeltennisgame stond aan de wieg van een miljardenindustrie
Driedelige serie over het systematische racisme waarmee zwarte artiesten in de muziekindustrie te maken hebben, van de jaren twintig tot in het digitale streamingtijdperk. Ondanks succesverhalen blijven er schadelijke praktijken bestaan: uitbuitende contracten en gewiekste auteursrechtelijke regelingen belemmeren vaak de autonomie en financiële beloning van zwarte musici. Paid In Full: The Battle for Black Music documenteert de omvang van het historische onrecht dat zwarte artiesten is aangedaan, ondanks het feit dat ze baanbrekende platen maakten – van jazz en rock and roll tot soul en rap. De eerste aflevering gaat over de racistische behandeling van activistische artiesten als Nina Simone en jazz-zangeres Billie Holiday, die hun muziek gebruikten om maatschappelijke normen uit te dagen.
André Waardenburg
Heksen met humor
WandaVision van superheldenproducent Marvel wist in 2021 te verrassen met een originele en frisse aanpak. De serie ging over het leven van een getraumatiseerde held (Wanda Maximoff) die gevangen zat in een schijnwereld. Haar bemoeizuchtige buurvrouw, met veel plezier gespeeld door actrice Kathryn Hahn, bleek ook nog eens een heks te zijn. Deze Agatha Harkness was het leukste en grappigste personage uit die serie. Niet gek dus dat Agatha nu een eigen serie heeft. In Agatha All Along probeert ze de krachten die ze verloor weer terug te krijgen. Samen met een groep andere heksen moet ze allerlei beproevingen aangaan. Onvoorspelbaarheid is een belangrijke kwaliteit van deze serie vol humor, horror en muziek. Ook met musicallegende Patti LuPone en Aubrey Plaza (The White Lotus).
Wilfred Takken
Pixels van Midden-Amerika
Uitgestrekte vlakten, markante rotsformaties en kleurrijke dorpen: alleen al op het oog ademt de pixelpracht van Arco de sfeer van historisch Midden-Amerika. In deze unieke game speel je inheemse, rondzwervende helden in een fictieve versie van het gebied tussen Mexico en Nicaragua op een moment dat de Westerse wereld steeds meer vat krijgt op het leven. In gevechten doe je om de beurt zetten, waarbij je positie op het slagveld en de timing van je pijlen leidend is voor je tactiek. Deze nieuwe twist op een vechtsysteem, de melancholische sfeer en het gevoel dat je beslissingen voelbaar impact hebben op je personage maken Arco een bijzondere, meeslepende, soms droeve Western.
Len Maessen
In het holst van de nacht
Voor de zogenaamde graveyard shift, in het holst van de nacht, van NPO Radio 1 slaan vijf omroepen de handen ineen. NTR Wetenschap, het Caribisch Netwerk, EO, KRO-NCRV en BNNVARA nemen elk één nacht voor hun rekening. Jonge makers creëren nachtradio waar je wakker van ligt, met onderwerpen waar je wakker voor wilt blijven. Studiogasten krijgen nog écht de ruimte voor hun verhaal en als luisteraar kan je elke uitzending meepraten. Onderwerpen die behandeld worden lopen uiteen van: „Moeten we plastic verbannen om onze gezondheid te redden” tot „hoe zit het met jouw schaduw, iedereen heeft een donkere kant” en “waarom doen goede doelen soms slechte dingen. Van alle uitzendingen worden ook podcasts gemaakt, voor iedereen die De Nacht Van… liever overdag luistert.
Helen Molesworth, voormalig hoofdconservator van het contemporaine kunstmuseum MOCA in Los Angeles, is groot liefhebber van het minimalistische werk van de Amerikaan Carl Andre. Ze houdt eveneens van de kunst van zijn vrouw, de van oorsprong Cubaanse Ana Mendieta. Zij overlijdt in 1985. Ze valt uit het raam van een torenhoge flat op Manhattan, het appartement van Carl Andre. Of is ze geduwd door Andre, die een kwade dronk heeft?
Dat is de hoofdvraag van deze podcast die iets te lang duurt, helaas, maar die wel interessante vragen opwerpt over de kunstwereld waarin slachtoffer, verdachte én de podcastmaker leven. Hoe machtig zijn bewonderde kunstenaars? Welke rol speelde genderongelijkheid in de toch voor progressief doorgaande kunstwereld van New York? En, belangrijkste vraag wellicht en één die de laatste tien jaar steeds nadrukkelijker wordt gesteld: mogen we genieten van kunst gemaakt door vreselijke mensen? In dit geval: een vreselijke man. Wat dat is wel een beetje een bezwaar van deze podcast: de maker is wel erg overtuigd van diens schuld. Dit terwijl Andre – even for the record – door de rechtbank is vrijgesproken. Toegegeven, niet door het bewijs van zijn onschuld, maar door het gebrek aan bewijs dat hij zijn vrouw uit het raam heeft geduwd, of gegooid. Hij overleed in januari van dit jaar.
De journalist Joe Nocera, bekend geworden bij The New York Times, ontmoet zijn buurman en diens klusjesman. Pas veel later ontdekt hij dat het anders zit. De klusjesman is eigenaar van het huis, hij is de buurman en tevens een vermogende zakenman. Maar hij heeft zich volledig overgeleverd aan zijn psychiater, die hij in zijn huis laat wonen. Hij tikt zijn matige thrillers uit en geeft hem zelfs de leiding over zijn bedrijf.
Wie hulp zoekt, is kwetsbaar. In deze krankzinnige vertelling laat een patiënt zich 27 jaar lang betoveren door een charismatische ‘shrink’. De patiënt verbreekt in opdracht van de psychiater ieder contact met familieleden en de paar vrienden die hij heeft. Zo zou hij zich beter kunnen wapenen tegen zijn eigen ondeugden, als wilszwakte en de neiging over zich heen te laten lopen – oh ironie.
Deze zesdelige podcast toont behalve diepe afgronden van de menselijke natuur ook hoe scrupuleus psychiaters zich kunnen gedragen. En dat zonder op de vingers te worden getikt door tuchtcommissies of andere overkoepelende organisaties, zo blijkt in deze must-listen, door maker Nocera bondig samengevat als „een verhaal over macht, controle en hulp vragen bij de verkeerde persoon”.
‘Ik hoorde van een collega dat er op Instagram een nepaccounts met foto’s van mij ronding. Op het account stonden mijn eigen posts, met mijn foto’s, maar er stonden ook foto’s van vreemde naakte bovenlijven tussen. Het account was privé, maar als mensen een volgverzoek deden kregen ze een bericht of ze naaktfoto’s van mij wilden kopen, terwijl ik het niet eens ben op die naaktfoto’s.”
Vincent de Paauw werkt als purser bij Transavia en maakt voor het YouTube-kanaal van de vliegmaatschappij vlogs. Op zijn eigen Instagram plaatst hij voor zijn drieduizend volgers vrolijke foto’s van zijn werkdagen op Schiphol en in de lucht. „Gelukkig sturen mijn volgers mij een bericht als ze nepaccounts met mijn foto’s tegenkomen. Ik rapporteer die accounts meteen. Je weet dat dit soort dingen gebeuren dus ik ben dan ook niet echt in shock, maar het is echt heel gek om er achter te komen dat ik op andere accounts blijkbaar naaktfoto’s van mezelf verkoop.”
Eind augustus sprak NRC met influencer Demi Maric wier foto’s zonder haar weten werden gebruikt op een profiel dat Donald Trump promootte. Van datingapps tot een Turkse online-campagne – haar foto’s zijn zonder haar toestemming al op de gekste plekken terechtgekomen. Telkens wanneer zij bij Meta, het bedrijf achter Instagram en Facebook, een nepaccount rapporteert krijgt ze te horen dat er niets aan de hand lijkt te zijn en het waarschijnlijk niet om een nepaccount gaat.
Het is echt heel gek om er achter te komen dat ik blijkbaar naaktfoto’s van mezelf verkoop
Maric en De Paauw zijn geen uitzonderingen. Dat je foto’s op internet zonder toestemming worden gebruikt, lijkt voor veel internetgebruikers de normaalste zaak van de wereld. Vervelend, maar het hoort erbij. Op Instagram, bijvoorbeeld, waarschuwen gebruikers regelmatig hun volgers over nepaccounts: ‘pas op, dit ben ik niet!’ NRC sprak een tiental mensen, die niet met hun naam in de krant willen, van wie aan de lopende band foto’s worden gebruikt zonder hun toestemming. De één kreeg meerdere Tinderprofielen doorgestuurd met zijn eigen foto’s, een ander kreeg te horen dat haar hond op Facebook te koop werd aangeboden. Iemand kwam er zelfs achter dat er in zijn naam professionele opdrachten door iemand anders werden uitgevoerd. Vaak zijn de mensen achter de nepaccounts uit op geld, maar gestolen foto’s worden ook gebruikt voor het verkrijgen van naaktbeelden, in advertenties, of omdat gebruikers simpelweg hun eigen identiteit willen maskeren.
Iedereen die NRC sprak reageert op dezelfde manier; ze rapporteren het nepaccount bij het sociale netwerk waarop het account actief is en vullen daar ook het online klachtenformulier. Van X (voorheen Twitter) en Meta zeggen gebruikers niet eens meer te verwachten dat er iets met die meldingen wordt gedaan. Het werkt beter om je volgers te waarschuwen op je eigen account. „Ja, en dan moet je maar hopen dat er voor die tijd niemand is in getrapt”, zegt De Paauw. „Als de maker van het nepaccount doorheeft dat jij hem op het spoor bent, verwijderen ze het account soms zelf.”
Doordat weinig mensen buiten de platforms om nepaccounts met gestolen foto’s melden, is er geen zicht op de werkelijke schaal van het probleem, zegt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De toezichthouder adviseert gedupeerden niet alleen melding te doen bij het platform zelf, maar ook bij het AP óf het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude. „Het lijkt alsof veel mensen niet weten dat het illegaal is om een foto van iemand anders zomaar te gebruiken. Als ik mijn auto parkeer, is het strafbaar als jij die ongevraagd meeneemt voor een ritje. Dit geldt ook voor andermans foto’s online”, zegt AP-woordvoerder Caspar Itz.
Deepfake-pornografie
Nepaccounts hoeven niet eens het doel te hebben om iemand voor geld op te lichten, het stelen van iemands identiteit op zich is al strafbaar. Dit lijkt voor veel mensen toch onbekend te zijn, zegt Itz. „Toen in maart bleek dat er beelden van Kamerleden en BN’ers werden misbruikt voor deepfake-pornografie, hebben we een oproep gedaan om hier melding van te maken als je dit tegenkwam. Het aantal meldingen was echter schrikbarend laag, alsof mensen zich er niet van bewust zijn dat deze vorm van identiteitsfraude strafbaar is.”
Waarom worden de accounts bij Meta en X niet offline gehaald? Zij zijn volgens Nederlandse, Europese én Amerikaanse wetgeving verplicht illegale inhoud van hun sites te halen als zij daarvan op de hoogte worden gesteld. Hoewel beide platforms niet bereikbaar waren voor vragen van NRC, verdedigde Facebook zich in het verleden tegenover de rechter door te zeggen dat het platform al veel doet tegen nepaccounts, maar dat álle beeltenissen van een persoon weghalen „technisch onmogelijk” zou zijn en bovendien het gevaar van „overblokkering” met zich meebrengt. Tijdens een vergelijkbare zaak in het Verenigd Koninkrijk stelde Steve Hatch, Facebooks regionale directeur voor Noord-Europa, dat „we een zero tolerance beleid hebben, maar dat betekent geen zero occurrence.”
Opmerkelijk is dat Elon Musk zich in 2022 aanvankelijk terugtrok uit de overname van Twitter, omdat hij vond dat het bedrijf, waarmee hij op dat moment verwikkeld was in een juridische strijd, hem verkeerd had voorgelicht over het aantal nepaccounts op het platform. Kort na de uiteindelijke overname kondigde Musk grootschalige ontslagen aan, wat leidde tot een forse afname van het aantal medewerkers dat verantwoordelijk was voor het modereren van misinformatie en nepaccounts. Toezichthouders en ngo’s klagen nu dat X te weinig doet tegen nepaccounts op het platform
Lees ook
Voormalig hoofd veiligheid Twitter: cyberbeveiliging ligt een decennium achter
TikTok is wel bereikbaar voor vragen van journalisten. Communicatiemanager Alexander Jansen laat weten dat het bedrijf „proactief zoekt naar imitatie-accounts met een team van moderators en AI. Deze worden verwijderd, en verdachte accounts worden tijdelijk geschorst of we vragen de gebruiker zijn of haar identiteit te verifiëren.” Aan dit verificatieproces zit onder andere de eis verbonden dat je moet worden genoemd in meerdere nieuwsbronnen, iets dat dus alleen voor bekendere mensen mogelijk is.
Rechtszaken en boetes
Nepaccounts met gestolen foto’s kunnen de platforms nog wel eens grote problemen gaan bezorgen, denkt Caspar Itz van de Autoriteit Persoonsgegevens. „Wanneer online platforms hun gebruikers en hun data niet goed beschermen, kunnen ze boetes krijgen.” Zo kreeg begin deze maand het omstreden gezichtsherkenningsbedrijf Clearview AI een boete van 30,5 miljoen euro van de AP. Clearview heeft een illegale database opgebouwd met meer dan vijftig miljard foto’s van gezichten, inclusief die van Nederlanders. „Maar het opleggen van boetes wordt al snel heel erg lastig wanneer een bedrijf geen Nederlands of Europees aanspreekpunt heeft”, zegt Itz.
Wie een stap naar de rechter overweegt heeft sowieso een lange adem nodig. In maart dit jaar kreeg Jort Kelder in hoger beroep gelijk in een al vier jaar slepende zaak tegen Google over nepadvertenties met zijn beeltenis. Google had te weinig gedaan om de nepadvertenties te weren, oordeelde de rechter, en legde een in een aparte procedure te bepalen schadevergoeding op.
Ook van toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) hoeven mensen wier foto’s zijn gestolen voorlopig niet veel te verwachten. De Europese Commissie heeft in 2023 de Digital Services Act (DSA) ingevoerd die burgers beter wil beschermen tegen illegale activiteiten op het internet. Voor bedrijven die gevestigd zijn in Nederland, zoals AliExpress, Booking.com en Snapchat, is de ACM aangewezen als toezichthouder van de DSA. Problematisch hier is dat de ACM nog helemaal niet bevoegd is om deze platforms boetes op te leggen. Zodra die bevoegdheid geregeld is kan de ACM „handhavend optreden”, zo meldt de toezichthouder. „Dat is naar verwachting begin volgend jaar.”
Gelukkig sturen mijn volgers mij een bericht als ze nepaccounts met mijn foto’s tegenkomen
Voor de grote bedrijven als TikTok, X en Meta houdt de Europese Commissie (EC) zelf toezicht. Maar Thomas Regnier, woordvoerder van de EC, laat weten dat de Commissie andere prioriteiten heeft dan het aanpakken van nepaccounts en gestolen foto’s. „De focus voor de regulering van de grote platforms ligt op dit moment bij onderzoeken naar desinformatie omtrent verkiezingen en het verslavende design van de platforms voor kinderen.”
Gebruikers zullen dus de komende tijd ongetwijfeld nepaccounts van zichzelf blijven tegenkomen. De vraag rijst of deze privacyschending überhaupt te stoppen is, of dat mensen het maar moeten accepteren als onderdeel van hun online bestaan. Voor mensen die bereid zijn de portemonnee te trekken zijn er wel online reputatiemanagers, zoals het Nederlandse bedrijf White Canvas, die namens hun cliënten zaken als online indentiteitsfraude aanpakken. Zij claimen dat dankzij hun expertise en goede contacten zij het vaak wél voor elkaar krijgen dat platforms nepaccounts van hun klanten verwijderen.
Transavia-purser De Paauw heeft allang geaccepteerd dat hij af en toe zijn eigen foto’s op discutabele accounts tegenkomt. „Het is natuurlijk heel erg raar en het voelt gek, maar ik vind het geen reden om te stoppen met het plaatsen van leuke content.”
Daar zit hij dan, op een hip terras in Berlijn, met een koffie en een gezonde salade. De Nederlandse David (28) voelt zichzelf even heel bijzonder en schrijft zijn gedachten op in een schriftje. Maar dan ziet hij naast hem een andere jongen, zelfde type, ook met een schriftje. Die ook denk dat hij speciaal is. En dan blijkt er nog zo’n type op het terras zitten. En nóg een. Allemaal met vergelijkbare gedachten, blijkt uit voice-overs. „Eigenlijk ben ik ook maar een cliché”, denk David daarna. Om uiteindelijk toch tot een ‘fantastisch inzicht’ over kapitalisme te komen. Yes, hij is toch bijzonder! Het is een leuk (visueel) grapje, ongeveer halverwege het seizoen van de comedyserie Beter wordt het niet. Tegelijk brengt het een minpunt van de serie onder de aandacht: het hoofdpersonage, gespeeld door Rein Mulder, is niet zo bijzonder. De millennial-uitdagingen in zijn leven zijn dat ook niet echt. Net als veel generatiegenoten voelt hij de druk om het allerbeste uit het leven te halen en te laten zien hoe leuk hij het heeft op Instagram. Maar hey, het leven is best zwaar.
David heeft aan het begin van de serie besloten om naar de Duitse hoofdstad te verhuizen om bij zijn vriendin te zijn die daar al woont. Zij maakt het echter meteen uit. David, die van acteren zijn werk wil maken, besluit in Berlijn te blijven en daar een leven op de bouwen. Maar dat valt dus nog niet mee. „Onderschat niet hoe zwaar het is om in Berlijn te wonen”, waarschuwt iemand op een gegeven moment. De situatie wordt echter niet hopeloos en David krijgt al snel vrienden om zich heen. Dat is een internationaal groepje: beste vriendin Aisha komt uit België, huisgenoot Rob uit Noorwegen en potentiële nieuwe liefde Hanna uit Duitsland. Door deze samenstelling wordt er amper Duits gesproken, ze praten allemaal Engels. De blik op Berlijn is dus vooral een expatblik, echt inzichten en nieuwe observaties over de cultuur en de lokale inwoners van de stad krijg je daarom niet.
Sterke cast
De serie is bedacht en geschreven door Mulder zelf, samen met schrijver Rutger Lemm. Met de grapdichtheid zit het goed: hun scherpe gevoel voor humor komt elke aflevering naar voren. Zo zorgt de clash tussen David en de soms kille en wantrouwende Berlijners voor een aantal humoristische momenten (een vrouw in een supermarkt rent meteen weg als ze merkt dat David een ‘toerist’ is).
Ondanks het kleurloze acteerwerk van Mulder, tillen de andere acteurs de serie naar een hoger niveau. De superserieuze en wereldvreemde Rob (gespeeld door Jonas Strand Gravli) zorgt voor lekker veel droogkomisch ongemak („Je moet huur betalen. Dit is niet Friends.”). Zijn ontwikkeling in de serie is eigenlijk interessanter en leuker dan die van het hoofdpersonage.
Verder geeft de altijd drukke Aisha (Abigail Abraham) de serie broodnodige vrolijke energie. Ze is meer dan alleen ‘de beste vriendin’ die alle problemen moet aanhoren. Dat ze structureel op het randje van een burnout lijkt te staan omdat ze alles wil aanpakken, geeft haar een extra laag. Ook de Duitse actrice Mona Vojacek Koper, die op papier niet zo’n spannende rol heeft als mogelijke nieuwe liefde, weet met haar sterke spel te overtuigen. De serie begint in de latere afleveringen, als de personages meer vorm krijgen, meer te bruisen.
Af en toe komt er een meer absurdistische en experimentele toon bovendrijven. Zo is de vijfde aflevering, geregisseerd door Valerie Bisscheroux, een hoogtepunt. De serie laat hier de lopende verhaallijnen los en toont een raar uitstapje naar het huis van een iets ouder echtpaar buiten Berlijn. Er hangt een onheilspellende en bijna horror-achtige sfeer over de aflevering, iets wat goed uitpakt en naar meer smaakt. Ook een aflevering met een bezoekje aan een BDSM-meesteres zorgt voor de nodige afwisseling in het geheel.
Je zou willen dat de serie het experiment iets vaker opzoekt, want het overkoepelende liefdesverhaal is, net als David zelf, iets te gemiddeld.