Hoe groter de angst van rechtse moeders, hoe beter voor Trump

De tafels in de balzaal in de kelder van het Marriott-hotel zijn gedekt met witte, damasten tafellakens en rode boeketjes. De conferentie van Moms for Liberty, aan het einde van de zomer vlak bij het Witte Huis, serveert cupcakes, gebed, witte wijn en rode Make America Great Again-petjes. De schijn dat deze club van rechtse moederactivisten niet aan de Republikeinse Partij is vastgeklonken is allang verdwenen.

’s Avonds spreekt Donald Trump de zaal met honderden moeders en enkele vaders toe. Hij richt zich vooral op „het transgender-ding”. De presidentskandidaat schetst een bizar scenario, dat hij later in de campagne in verschillende versies zal herhalen. „Je kind gaat naar school en komt een paar dagen later thuis met een operatie. De school besluit wat er met je kind gebeurt. En weet je, veel van deze kinderen zeggen vijftien jaar later: wat is er in hemelsnaam gebeurd? Wie heeft mij dit aangedaan?”

De ouders – bijna allemaal wit en uit de hogere middenklasse – horen het aan alsof het de normaalste uitspraak van de wereld is. Zijn aanhangers nemen Trump, zoals vaak beschreven, niet letterlijk (‘je kind verdwijnt dagenlang en wordt fysiek gemolesteerd’), maar wel serieus (‘je kind loopt op school gevaar en wordt gehersenspoeld’). Voor dit gezelschap heeft de strijd tegen transgenderzorg voor jongeren en de toegang van niet als meisje geboren kinderen tot meisjes-wc’s, -kleedkamers en -sportactiviteiten de absolute prioriteit.

De ouderrechtenclub en de presidentskandidaat hebben dit onderwerp tot politiek speerpunt geslepen. De kleine groep trans kinderen blijkt ideaal om angsten op te projecteren: over veiligheid, seksualiteit, ideologie, oneerlijkheid en indoctrinatie. Angsten die altijd bestaan hebben, maar toenamen in reactie op – volgens velen doorgeschoten – Democratische pogingen tot meer diversiteit, gelijkheid en inclusie. Het wantrouwen tegen het onderwijs, de medische wetenschap en de overheid wordt ingezet om ouders volledige zeggenschap te geven over waar hun kinderen op school mee in aanraking komen. Wat deze activisten betreft wordt het onderwijs religieuzer van aard en grotendeels geprivatiseerd.

Onderwijs is van oudsher een Democratisch politiek thema, met de nadruk op verheffing en gelijke kansen. Maar de partij van Kamala Harris zit op dit onderwerp in de verdediging. Het zijn Republikeinse schoolbestuurders en gouverneurs die de laatste paar jaar scoren in de strijd om het welzijn van de jeugd en hun onderwijs. Nu hoopt ook Trump daar moeders mee te mobiliseren richting verkiezingsdag. Een cruciale groep die hij in 2020 verloor.

Ouders ‘wakker schudden’

Moms for Liberty begon in 2021 als een organisatie tegen straffe coronamaatregelen als schoolsluitingen, verplichte mondkapjes en vaccinatiedwang. Maar de agenda was vanaf het begin breder. „De pandemie was hét moment om ouders wakker te schudden over ons falende onderwijs”, zegt Tina Descovich (50), een van de Moms-oprichters, in de wandelgangen van de conferentie. „Nu strijden moeders in het hele land tegen boeken, leraren en bemoeienis van de overheid. Die mag geen wetten en beleid maken die indruisen tegen het door God gegeven recht om onze kinderen volgens onze eigen waarden en principes op te voeden”, zegt de moeder van vijf kinderen uit Florida. „Het belangrijkste doel is om de federale overheid uit het onderwijs te verbannen. Maar het nationale gesprek gaat vooral over gender, omdat de Biden/Harris-regering meisjes niet meer beschermt.”

Leraren worden sinds de pandemie vaker gezien als vijanden in plaats van medestanders

De club heeft inmiddels 130.000 leden, honderden afdelingen in bijna alle Amerikaanse staten en vertegenwoordigers in diverse schoolbesturen. Ze spannen – met succes – rechtszaken aan tegen schooldistricten en de landelijke overheid, en Moms for Liberty werkte samen met de rechtse denktank Heritage Foundation aan het beruchte ‘Project 2025’: een radicale blauwdruk voor een nieuwe Trump-regering waar Trump met wisselend succes afstand van neemt.

In Washington is Moms for Liberty dé lobbygroep voor ouderrechten geworden, zoals de NRA dat is voor vuurwapens. Je kunt het als politicus niet een beetje met hen eens zijn. Wie het bezit van de zwaarste automatische wapens niet steunt, vindt de volle wapenlobby tegenover zich. Met de activistische moeders is dat niet anders.

Lees ook

Met het vergaande ‘Project 2025’ willen Republikeinen onder Trump de tijd terugdraaien

Op de Democratische Conventie in Chicago was vorige week veel aandacht voor Project 2025, een conservatief beleidsdocument opgesteld door Trump-vertrouwelingen.

Bezorgde ouders hebben altijd een politieke rol van betekenis gespeeld – het is een gigantische, maar verdeelde kiezersgroep. Moederactivisme kent geen rechts patent. Met Moms Demand Action, tegen wapengeweld op scholen, en Moms Clean Air Force, voor een beter milieu en klimaat, heeft ook de Democratische Partij vooruitgeschoven moederposten. Moeders zijn drijvende krachten geweest in de burgerrechtenbeweging en Mothers of the Movement geeft een stem aan de moeders van zwarte jongens die zijn omgekomen door politiegeweld.

De Nederlandse variant Moederhart – meer spiritueel dan religieus – verloor invloed na hun felle verzet tegen de strenge pandemiemaatregelen, en hun vervlechting met Forum voor Democratie. De Amerikaanse Moms – allang geen one issue-club meer – blijven viraal gaan. Nu er, door hun toedoen, een verbod is op leesboeken en op lesmateriaal dat racisme of seksualiteit onder de aandacht brengt, richten ze hun pijlen nu vooral op trans kinderen.

Er was in de VS al een groot wantrouwen tegen de overheid, en bezorgdheid over vermeende indoctrinatie in het onderwijs. De Moms bouwen daar op voort. Sinds de pandemie worden leraren in toenemende mate gezien als vijanden in plaats van medestanders in het grootbrengen van kinderen. En de medische stand is na de discussie over vaccinaties verdacht als het aankomt op seksualiteit en gender. Zo bezien kon Trump de draai naar ‘het transgender-ding’ soepel maken.

Moms for Liberty verzet zich tegen overheidsbemoeienis met opvoeding en onderwijs.
Foto Mark Peterson/ANP

Niet zoals God het bedoelde

Genderidentiteit is voor veel ouders een relatief nieuw en beangstigend fenomeen: wat als je kind niet is wie je denkt, niet wie je hebt opgevoed en niet wie God bedoeld heeft? Op de conferentie in Washington spreken verschillende moeders over hoe hun dochters in een moeilijke periode in hun puberteit „geïndoctrineerd” werden om te denken dat ze jongens waren. Bij een stalletje van haar eigen stichting, Do No Harm, die zich verzet tegen „een politieke agenda in de medische wetenschap”, vertelt January Littlejohn over de „sociale transitie” van haar dochter. Die werd, zegt zij, op haar school in Florida „als dertienjarige slachtoffer van de genderideologie” en haar werd „zonder mijn toestemming verteld dat ze trans was”.

Littlejohn heeft de school aangeklaagd. Vergelijkbare rechtszaken hebben ertoe geleid dat 25 van de 50 staten transgenderzorg voor minderjarigen verboden hebben, zoals het voorschrijven hormonen die de puberteit uitstellen. Binnenkort buigt het conservatieve Hooggerechtshof zich daarover. Evenveel staten hebben trans meisjes verboden te sporten met andere meisjes. In vijftien staten mogen scholen niet achter de rug van ouders meegaan in de wens van een kind om een zelfgekozen naam of voornaamwoorden te gebruiken.

Wat als je kind niet is wie je denkt, niet wie je hebt opgevoed en niet wie God bedoeld heeft?

Meer nog dan aan de onzekerheid van ouders dat hun kinderen meer naar schoolbegeleiders zouden luisteren dan naar hen, appelleert de anti-transbeweging aan een gevoel dat scholen onveilig zijn. Niet alleen voorstedelijke helikopterouders met controledwang vrezen dat een man in een jurk de privéruimtes van hun dochters betreedt. Of dat zij oneerlijke concurrentie krijgen in de strijd om felbegeerde sportstudiebeurzen van als jongens geboren leeftijdsgenoten. Ook zelfbenoemde feministen zijn daartegen.

De relatief gematigde Republikein Glenn Youngkin won de gouverneursverkiezing van Virginia in 2021 mede omdat hij in zijn campagne een schooldistrict berucht maakte waar twee meisje waren aangerand, van wie één in de schooltoiletten. De dader was niet trans, en schoolbeleid om jongeren de wc’s van hun „consequent aangegeven genderidentiteit” te laten gebruiken dateerde van ná die aanranding. Maar Youngkin wist met het door hem geschetste verband vooral in welvarende buitenwijken ouders te mobiliseren die de Republikeinen een jaar eerder waren kwijtgeraakt.

Lees ook

Een verwijzing naar discriminatie of racisme? Weg met dat lesboek

Een verwijzing naar discriminatie of racisme? Weg met dat lesboek

‘Don’t Say Gay’

De staat die dient als experiment voor alles waar Moms for Liberty voor staat, is Florida. Daar komen de oprichters vandaan en daar zwaait gouverneur Ron DeSantis de scepter. Nergens hebben – een bepaald soort – ouders meer te zeggen over waar hun kinderen naar school gaan, wat ze lezen en wat ze (niet) leren. In het geschiedeniscurriculum daar staat nu dat „slaven vaardigheden ontwikkelden die ze in sommige gevallen in hun eigen voordeel konden gebruiken”. De, inmiddels wat afgezwakte, ‘Don’t Say Gay’-wet verbiedt alle verwijzingen naar seksuele voorkeur en genderidentiteit in het onderwijs van jonge kinderen.

Al die ouderbemoeienis met de kleine en kwetsbare groep trans kinderen richt schade aan. Lhbti-belangengroepen zeggen dat kinderen door de discussie en de wetgeving onder extra druk staan. Het ontzeggen van medische zorg zou het aantal zelfdodingen onder trans kinderen doen oplopen. Activisten als January Littlejohn stellen daartegenover dat kinderen door „sociale transitie en medische interventies permanente schade” oplopen aan de hand van ideologische dokters met commerciële belangen. „Wie een kind in transitie brengt, heeft een patiënt voor het leven.”

In een grote studie van het Pew Research Center geeft 41 procent van de Amerikaanse leraren aan hun werk minder goed te kunnen doen door de ideologische schoolstrijd over boeken, ‘ras’, seksualiteit en gender. Een tegenreactie op de moederactivisten is ook op gang gekomen. Bij schoolbestuurverkiezingen vorig jaar wonnen gematigde kandidaten vaak van de voorkeurskandidaten van Moms for Liberty. Terwijl de club in de landelijke Republikeinse Partij steeds belangrijker wordt, lijkt ze lokaal aan relevantie te verliezen. De reputatie van de Moms liep ook schade op toen bleek dat één van de drie – niet meer betrokken – oprichters en haar man vorig jaar verwikkeld bleken in een seksschandaal.

Tina Desvovich en Tiffany Justice, twee van de oprichters van Moms for Liberty, op hun conferentie. Foto Michael Brochstein/ZUMA Press Wire/Shutterstock
Foto Michael Brochstein/ZUMA Press Wire/Shutterstock

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="

De ouders die zich hebben aangesloten zijn veelal wit en uit de hogere middenklasse.

” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid” readability=”1″><img alt data-description="

De ouders die zich hebben aangesloten zijn veelal wit en uit de hogere middenklasse.

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/16133717/data123067693-e0c59f.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-19.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-17.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-18.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-19.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/hoe-groter-de-angst-van-rechtse-moeders-hoe-beter-voor-trump-20.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/XzjZ81TOYTBnjwE-AhMF5-K2ILU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/16133717/data123067693-e0c59f.jpg 1920w”>

De ouders die zich hebben aangesloten zijn veelal wit en uit de hogere middenklasse.

Foto Nina Berman/ANP

Ideologie in de klas

Voor Trump, die het beduidend beter doet onder mannen dan vrouwen, is onderwijs een belangrijk thema om die laatste groep aan te trekken. Hij heeft geen coherent onderwijsbeleid: hij wil het ministerie van Onderwijs afschaffen en alle verantwoordelijkheid bij de staten leggen, maar ook op federaal niveau voorschrijven wat kinderen wel en niet onder ogen mogen krijgen. Aan de ene kant moet onderwijs zich volgens veel Republikeinen beperken tot taal en rekenen, anderzijds brengen ze er steeds meer christelijke ideologie en patriottisme in.

Er zijn genoeg fundamentele problemen: de financiering van het onderwijs, laaggeletterdheid, ongelijkheid, geweld op scholen en chronische afwezigheid van leerlingen sinds de schoolsluitingen in de pandemie. Het Democratische verkiezingsprogramma spreekt alleen vaag over „het versterken van het openbare onderwijs als pad naar de middenklasse”. Kamala Harris praat in de campagne vooral over het terugdringen van de kosten voor voorschoolse kinderzorg. Het voornaamste beleid waar Harris en Biden zich de afgelopen vier jaar voor hebben ingezet betreft het hoger onderwijs en is grotendeels mislukt. Het indammen en kwijtschelden van de gigantische studieschulden in de VS is door het Hooggerechtshof ingeperkt. Democraten kunnen de Republikeinen daar de schuld van geven, maar voor veel kiezers toont het hun eigen onkunde. Ook running mate Tim Walz, oud-aardrijkskundeleraar, speelt geen duidelijke rol in het overbrengen van een Democratisch onderwijsstandpunt.

De Democraten, die onderwijs zien als instrument voor verheffing, laten het onderwerp links liggen

De Republikeinen hebben 65 miljoen dollar gestoken in campagnespotjes die specifiek inspelen op transgenderangst, becijferde The New York Times. The Wall Street Journal – conservatief, maar anti-Trump in zijn commentaren – noemt „progressieve transgenderdwang” hét onderhuidse thema van deze hele verkiezingscampagne dat ook de Senaatsraces in Wisconsin, Ohio en Montana kan beslissen.

Ook progressievere moeders die voor abortus en het homohuwelijk zijn, willen geen genderneutrale kleedkamers of concurrentie in sport. De angst om de veiligheid van hun kinderen kan ervoor zorgen dat zij toch conservatief stemmen. Als het de Republikeinse partij lukt ook de niet-activistische moeders voor zich te winnen, is het een gelopen race. En krijgt Moms for Liberty de vrije hand om haar ideologie aan het onderwijs op te leggen.


‘Are the kids alright?’, vragen veel Amerikanen zich af

Het was een berichtje in de rechtse tabloid The New York Post dat duidelijk geschreven leek om clicks te oogsten. Een matrassenbedrijf had onderzoek laten doen naar uit eten gaan, en wat bleek? Voor veel Amerikanen is dat helemaal geen ontspannende aangelegenheid. Een bestelling plaatsen levert hen juist stress op: niet alleen of de maaltijd wel zal smaken, maar ook over de prijs en de milieu-impact. Ruim 40 procent van de volwassen Generatie-Z’ers (1997-2012) en millennials (1981-1996) heeft last van zogenoemde ‘menu anxiety’, ontdekte onderzoeksbureau OnePoll vorig jaar in een enquête. Voor de ondervraagde Gen-X’ers en babyboomers was dit slechts 15 procent.

Het artikel maakte precies de reacties los waarvoor het geschreven leek. „Mentaal, emotioneel en intellectueel zijn deze twee generaties de slapste uit de geschiedenis”, reageerde ene Truthteller1. „Is er ook maar iets wat deze softe watjes geen stress of angst oplevert?” vroeg iemand zich af.

Dat oudere generaties afgeven op de jongeren (‘allemaal snowflakes’) en vice versa (‘okay, boomer’) is van alle tijden. Over het mentale welzijn van Gen-Z’ers (en jongere millennials) leven in de VS echter veel breder en ernstiger zorgen dan onder een paar tabloidlezers. In 2021 waarschuwde de hoogste gezondheidsautoriteit van het land, Vivek Murthy, voor „een geestelijke gezondheidscrisis” onder de jeugd. „Jonge mensen worden via de media en de popcultuur gebombardeerd met boodschappen die hun gevoel van eigenwaarde ondergraven – dat ze er niet goed genoeg uit zien, niet populair of rijk genoeg zijn”, stelde hij.

Sindsdien, en ook daarvoor al, vragen veel Amerikanen zich af: ‘Are the kids all right?

Sociale media dé boosdoener?

Murthy’s vermaning dat techbedrijven jongeren met hun verslavende mobieltjes en sociale media tot „onwetende deelnemers in een decennialang experiment” maken, kreeg brede instemming van politici. Onder Republikein en Democraten bestaat (in Washington zeldzame) consensus over de veronderstelde gezondheidsschade van sociale media. Vooral de immens populaire app TikTok trekt daarbij als Chinees en ‘dus’ verdacht bedrijf veel vuur.

Een belangrijke stem in dit maatschappelijke debat is sociaal psycholoog Jonathan Haidt, wiens boek The Anxious Generation in maart verscheen. De belangrijkste grafiek uit zijn bestseller toont hoe het mentale welzijn van jonge mensen achteruit holt – hij heeft het over een ‘epidemie’. Vooral vanaf 2010, als smartphones en sociale media beginnen op te komen, keldert de mentale gezondheid. Onder bachelorstudenten is onder meer het aantal diagnoses van angststoornissen, depressies en anorexia sinds 2010 (meer dan) verdubbeld.

chart visualization

Op basis van de uitkomsten van een nationale overheidsenquête naar gezondheid en drugsgebruik laat Haidt vervolgens zien dat vooral Gen Z hard geraakt wordt. Deze toename kan vele andere oorzaken hebben. Dankzij laagdrempeligere gezondheidszorg (door de invoering van Obamacare in 2010) en het afnemende taboe op praten over mentale problemen, worden deze diagnoses vaker gesteld.

chart visualization

Maar Haidt schrijft de alarmerende trend bovenal toe aan de sterk toegenomen schermtijd, met name het gebruik van sociale media. Omdat kinderen de wereld niet langer ontdekken via (buiten) spelen, maar (binnen) op schermpjes zitten, wordt de ‘bedrading’ van hun hersenen overhoop gehaald, stelt hij.

Doomscrollen

Het is een analyse die politiek en maatschappelijk brede weerklank vindt, maar ook wetenschappelijke scepsis oogst. Haidts onderzoek zou wel een correlatie blootleggen tussen socialemediagebruik en angststoornissen en depressie, maar niet bewijzen dat socialemediagebruik er de oorzaak van is. Anders gezegd: worden jongeren depressief van de hele dag Snapchat en TikTok, of grijpen toch al neerslachtige jongeren sneller naar hun mobiel om te doomscrollen?

En: wegen voor sommigen de positieve kanten van sociale media niet zwaarder dan de negatieve? Sociale media waren bijvoorbeeld een uitkomst toen jongeren elkaar tijdens de coronalockdowns en schoolsluitingen niet fysiek konden opzoeken.

Een juistere vraag lijkt daarom niet óf maar in welke mate sociale media de mentale gezondheid van jongeren beïnvloeden, zeker nu sommige jongeren zelf al genoeg krijgen van (bepaalde) platformen.

Verder schakelen ze over op andere apps, laat marktonderzoek zien. Platforms die minder draaien om het scoren van zoveel mogelijk likes (ook van wildvreemden) en meer op het delen van berichten met een select aantal (bekende) contacten. Ook zijn Gen-Z’ers veel visueler ingesteld: ze bekijken liever een video. Ofwel: minder Facebook en Twitter, met zijn ideologische echokamers en konijnenholen, en meer stories op TikTok, Instagram of SnapChat.

Pandemie

Surgeon General Murthy wees op de gevolgen van de pandemie toen hij drie jaar terug alarm sloeg over de geestelijke gezondheid van de Amerikaanse jeugd. Vergeleken met andere rijke industrielanden waren scholen in de VS relatief lang in lockdown, leert een internationale vergelijking door VN-organisatie Unesco.

visualization

Maatschappelijke problemen

Zelfs nu de effecten van de coronatijd langzaam wegebben, „zou het een tragedie zijn als we de ene gezondheidscrisis inruilen voor een andere”, waarschuwde Murthy in 2021. Jongeren hebben vele redenen om somber te zijn, zei hij. „Ze ervaren met recht dat op verontrustende kwesties als klimaatverandering, inkomensongelijkheid, raciale onrechtvaardigheid, de opioïdenepidemie en vuurwapengeweld te langzaam vooruitgang wordt geboekt.”

Op die twee laatste punten scoren Amerikanen jongeren internationaal gezien zeker beroerd. Qua vuurwapengeweld nemen de VS in de westerse wereld een unieke positie in: het is sinds 2020 zelfs uitgegroeid tot de belangrijkste doodsoorzaak van kinderen.

chart visualization
visualization

Ook qua overdoses scoren de VS door de wijdverspreide verslaving aan pijnstillers en synthetische opiaten slecht. Door de opkomst van het zeer dodelijke fentanyl loopt het aantal drugsdoden per 100.000 inwoners sinds de jaren tien snel op. Deze epidemie raakt alle bevolkingsgroepen en bijna elk Amerikaanse familie heeft inmiddels wel iemand verloren aan deze middelen.

chart visualization

Mijlpalen later bereikt

Een andere manier om naar Gen Z te kijken, is hun jeugd vergelijken met die van hun ouders. En uit één zo’n vergelijking blijkt dat Amerikaanse jongvolwassen veel later bepaalde mijlpalen bereiken dan dertig jaar geleden, toen hun ouders ongeveer hun huidige leeftijd hadden. Jongvolwassenen gaan vaker naar het hoger onderwijs en halen daar ook vaker een bachelor- of masterdiploma dan dertig jaar geleden en ze hebben ook vaker een voltijdbaan. Maar ook al vaker de schulden, in de vorm van een studieschuld of hypotheek. Veruit het grootste verschil zit hem in de leeftijd waarop ze een zelfstandig leven kunnen leiden: trouwen, een gezin, het huis uit.

visualization

Jongens eenzaam, meisjes angstig

In zijn boek schrijft Haidt dat sociale media op jongens en meisjes een zeer verschillende impact hebben. Jongens zouden zich vaker verliezen in overmatig porno kijken of videogames spelen, terwijl meisjes zichzelf én hun uiterlijk eindeloos zouden vergelijken met andere meisjes op Instagram of TikTok. Terwijl jongens zo vereenzamen, worden meisjes onzekerder en angstiger, signaleert Haidt.

Een groeiende berg aan data en opinieonderzoek laat zien dat jonge Amerikaanse mannen en vrouwen op meer vlakken een andere richting inslaan. Zo zitten er inmiddels 2,4 miljoen meer vrouwelijke studenten op Amerikaanse universiteiten dan mannelijke. Zij zullen vaker een hoogopgeleide baan vinden in de grote stad. Dit leidt er toe dat mannen en vrouwen op een ander punt juist meer naar elkaar toegroeien: salarissen. In 22 van de 250 grootste Amerikanen steden hebben vrouwen de traditionele loonkloof, waardoor zij minder verdienen voor hetzelfde werk, al dichtgelopen. In de metropolen New York en Washington verdienen ze zelfs gemiddeld meer dan mannen.

Mannen die niet theoretisch zijn opgeleid zien hun sociaal-economische positie stagneren. Hun lonen en deelname aan de arbeidsmarkt blijven de afgelopen vier decennia achter, wijst recent onderzoek van het onpartijdige onderzoeksbureau American Institute for Boys and Men uit. Voor vrouwen is dat anders: onder hen zijn zowel hoger- als lagergeschoolden in dezelfde periode meer gaan werken en meer gaan verdienen.

Zoals in veel meer landen krijgen jonge mensen veel minder kinderen dan voorheen: het Amerikaanse geboortecijfer is gedaald tot het historische dieptepunt van gemiddeld 1,6 kind per vrouw. Deels komt dit doordat er minder ongeplande zwangerschappen zijn. Maar ook omdat vrouwen tussen de 18 en 34 minder vaak dan mannelijke leeftijdsgenoten willen trouwen en een gezin stichten. En zij die het niet uitsluiten, twijfelen nog vaker.

chart visualization

Een politieke genderkloof

Nog een punt waarop mannen en vrouwen een andere weg inslaan: jonge vrouwen keren het geloof vaker de rug toe, wees een grote enquête van het Survey Center for American Life vorig jaar uit. Ze beklagen zich dat kerken en andere religieuze congregaties „vrouwen niet gelijk behandelen”, en uiten ook onvrede over het anti-abortusstandpunt of de behandeling van lhbti’ers.

visualization

Ook politiek gezien slaan jonge mannen en vrouwen (18-29 jaar) toenemend een andere richting op. Die trend zette begin deze eeuw in, na de verrassende verkiezing van Donald Trump (in 2016) en die de daaropvolgende feministische Pussy Hat-protesten versnelde, en zet sindsdien door.

Volgens een enquête van de gerenommeerde peiler Gallup delen jonge mannen en vrouwen zichzelf politiek steeds uiteenlopender in. Het percentage jongemannen dat zich ‘liberal’ (links-progressief) noemt, schommelt al jaren rond de 25 procent, terwijl dit onder vrouwen juist groeit.

visualization

Bij de presidents- en Congresverkiezingen moet blijken hoezeer deze politieke scheefgroei onder Gen Z tussen jongen mannen en vrouwen electorale gevolgen krijgt. Nu ook dit jaar weer miljoenen leden van Gen Z (geboren tussen 1997 en 2013) de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, groeit hun electorale invloed. Gen Z’ers vertegenwoordigen in november 17 procent van alle stemgerechtigden. Bij de presidentsverkiezingen van 2028 zal dit al 23 procent zijn, een even groot deel als babyboomers (1946-1964) en Gen X (1965-1980) dat jaar nog leveren.

chart visualization

Amerikaanse politiek deskundigen zien de stembusgang als een belangrijke enquête om te zien of de scheefgroei tussen jonge mannen en vrouwen doorzet. Stemmen progressievere, minder gelovige en almaar hoger opgeleide en economisch succesvolle vrouwen uit onvrede over onder andere de afschaffing van het federale abortusrecht Kamala Harris het Witte Huis in? Of helpen conservatievere jonge mannen – bijbelvaster maar onzekerder over hun toekomst als vader, echtgenoot of kostwinner – Donald Trump het presidentschap heroveren?


Deze Amerikanen mogen voor het eerst stemmen. ‘Je moet iemand nooit 100 procent uitsluiten.’

Jordan Wood (19) ‘Ik weet dat ik spotjes niet zomaar kan vertrouwen’

‘Nu de verkiezingen dichterbij komen, zie je hier in Georgia overal politieke reclamefilmpjes voorbijkomen. Ik zat zondag een footballwedstrijd te kijken met vrienden en toen was er in de rust een campagnespotje met een zwarte man erin die zei dat Kamala Harris de belastingen voor de middenklasse wil verlagen. En dat Trump dat alleen voor de allerrijksten wil doen.

„Ik behoor zelf tot de middenklasse, maar weet dat ik die spotjes niet zomaar kan vertrouwen. Dus ik zoek altijd meer informatie. Dat kan met een simpele Google-opdracht, maar ik ben zelf nogal visueel ingesteld, dus ik zoek ook vaak op YouTube. Op het kanaal Jubilee bijvoorbeeld laten ze vaak voor- en tegenstanders aan het woord over een bepaald onderwerp. Dat deden ze laatst ook met Trump- en Harris-stemmers en die konden het over sommige zaken prima eens worden.

„Ik denk ook dat gewone mensen best bereid zijn tot compromissen. Politici zitten vaak al jaren bij hun partij en zitten er te diep in. Anderzijds, gewone mensen denken misschien te makkelijk over het bereiken van consensus.

„Ik studeer zelf dierwetenschappen aan een college vlak over de grens in Alabama en daar gaan vooral zwarte studenten en studenten van kleur heen. Ik heb het idee dat Harris daar de meesten meer aanspreekt, omdat zij ook zwart is en een vrouw is: dat is wel echt iets waarmee zich kan verkopen. Maar ik weet ook wel dat er jongemannen zijn die juist niet op haar stemmen, omdat ze een vrouw niet geschikt vinden om het land te leiden.

„Zelf sta ik open voor beiden, al neig ik naar een stem op Harris. Maar als er bijvoorbeeld nog een tweede tv-debat volgt of er een schandaal naar buiten komt, kan dat nog veranderen. Ik vind Trump nu niet oprecht overkomen, maar je moet iemand nooit 100 procent uitsluiten.”

Amelia Spiegelman (21) ‘Keuze is een no-brainer’

‘Ik was extatisch toen Kamala Harris kandidaat werd. Ik voelde enorme opluchting. En hoop. Want Biden kón niet nog vier jaar en zou sowieso van Trump hebben verloren, die ook aftakelt. Nu is het in ieder geval weer spannend. Nu heb ik zin om te gaan stemmen, net als veel mensen van mijn generatie.

„Het is 2024 en we hebben nog nooit een vrouwelijke president gehad. Dat is niet de voornaamste reden dat ik op Harris stem, maar het is wel tof dat het kan gebeuren tijdens mijn eerste presidentsverkiezingen. Al is het ook een risico. Er zijn vast mannen die daarom niet op de Democraten stemmen.

„Deze verkiezing is een no-brainer. Harris is zoveel competenter dan Trump. Ze heeft concrete plannen om het land vooruit te helpen en kan er coherent over vertellen. Haar economisch beleid is beter. Gelijke rechten voor iedereen vind ik het belangrijkst en die staan op het spel. Ik vrees dat Trump het Hooggerechtshof nog conservatiever zal maken en abortus en voorbehoedsmiddelen helemaal zal verbieden. Dat homoseksuele vrienden niet meer mogen trouwen.

„Die onderwerpen wegen zwaarder dan buitenlands beleid. Ik ben Joods en bekend en betrokken met de vreselijke situatie van de Palestijnen. Wat dat betreft zijn er helaas geen goede opties deze verkiezingen.

„Ik ben net afgestudeerd aan New York University, in de natuurkunde. In deze heel blauwe bubbel voel ik optimisme over Harris. Maar als ik TikTok open, zie ik telkens video’s waar willekeurige mensen in een supermarkt gevraagd wordt op wie ze gaan stemmen en stuk voor stuk antwoorden ze Trump.

„Ik kom uit swing state Pennsylvania, uit een plaatsje net boven Philadelphia. Het is daar politiek gemengd. Het is best vreemd dat het kan, maar ik heb me toen ik 18 was daar als kiezer geregistreerd en ben dat nog steeds. Net als al mijn vrienden die elders studeren. Dus ik stem, per post, op een plek waar mijn stem er vanwege ons kiescollege wél toe doet.”

Adam Manka (19) ‘We zijn traditionele familiewaarden kwijtgeraakt’

‘Toen ik tien was en op het platteland van Wisconsin woonde, speelden we in de klas dat we mochten stemmen voor de presidentsverkiezingen van 2016. Ik koos voor Jill Stein! (De kandidaat van de Groene Partij die ook dit jaar meedoet.) Bizar. Ik was toen totaal niet met politiek bezig.

„Dat veranderde toen ik een paar jaar geleden naar de stad verhuisde. Ik kwam op de middelbare school in een totaal andere wereld terecht: met hele linkse leraren die ons hun ideologie door de strot duwden en met telkens dreigementen van beschietingen. In één jaar gingen we wel tien keer in lockdown.

„Toen kwamen de rellen na George Floyd [wiens dood de Black Lives Matter beweging aanzwengelde] en raakte ons land echt de weg kwijt. Door defund the police wilden ze op mijn school de politiebeveiligers weghalen. Toen ben ik een petitie begonnen om ze te houden. Zo ben ik in contact gekomen met de Republikeinse Partij en een beetje de politiek ingerold. Ik zit nu in het bestuur van mijn oude schooldistrict. Daarnaast werk ik bij Walmart. Ik zou wel willen studeren, maar ik weet niet of dat financieel realistisch is.

„Voor mij gaan deze verkiezingen echt om zekerheid en veiligheid. Mijn belangrijkste zorg is hoe ik volwassen ga worden, een gezin kan stichten en daar ook echt voor kan zorgen. Geloof en traditionele familiewaarden zijn heel belangrijk voor mij. Die zijn we echt kwijtgeraakt in Amerika.

„Heel eerlijk: ik ben geen groot fan van Donald Trump, vanwege zijn persoonlijkheid en zijn levensstijl. Ik had in de voorverkiezingen op [gouverneur van Florida] Ron DeSantis gestemd. Maar Trump doet niet alleen beloftes, hij heeft een staat van dienst als president. Die toont aan dat onze economie destijds beter was voor gewone mensen dan nu met de hoge huren en de inflatie van Kamala Harris.”


De cultuurstrijd wordt op TikTok met humor gestreden: ‘make pets safe again’

Een verschrikt kijkende labrador speelt de hoofdrol in een 40 miljoen keer bekeken TikTok-filmpje van 15 seconden. Op de achtergrond horen we Donald Trump tijdens het verkiezingsdebat met Kamala Harris beweren dat Haïtiaanse immigranten in Ohio gestolen huisdieren op het menu hebben staan. Het was onzin, maar werd wel dankbaar materiaal voor TikTok-gebruikers. Aanhangers van zowel Trump als Harris kostte het weinig inspanning om de uitspraak om te zetten in TikTok-‘taal’.

Huisdierenfoto’s en -filmpjes werden razendsnel bewerkt tot politieke pamfletten. Harris-aanhangers plaatsten geschrokken huisdieren: heeft Trump het nou ook al op óns gemunt? Trump-aanhangers omarmden de uitspraak van de Republikeinse presidentskandidaat ook. Met behulp van AI kregen katten Trump-petjes op, voorzien van teksten als: ‘Make pets safe again’. In andere filmpjes hielden huisdieren bordjes vast waarop stond ‘Kamala hates me’ of ‘Don’t let them eat us, vote for Trump!’.

@19krarick

Absoultey rocked by that infomation. Better take cover. #donaldtrump #presidentialelection #presidentialdebate #dog #hotdogeatingcontest #dogsoftiktok #tik #fyp #foryoupage #foryou #moose #chocolatelab

♬ original sound – Independent

Met 170 miljoen Amerikaanse gebruikers, van wie meer dan de helft tot Generatie Z (geboren na 1996) behoort, speelt TikTok een belangrijke rol bij de komende presidentsverkiezingen. Volgens onderzoek van het Pew Research Center gebruikt een groot deel van de Amerikaanse jongeren TikTok om nieuws en politiek te volgen. En The New York Times schreef onlangs: „Ook als je nog nooit TikTok hebt geopend, leef je in een cultuur die sterk wordt beïnvloed door wat daar gebeurt.”

Op TikTok wordt alles, van nieuws over Taylor Swift tot de Amerikaanse politiek, gegoten in de herkenbare taal van dansjes, korte sketches, liedjes en verwijzingen naar populaire cultuur. De focus op entertainment maakt het voor jongeren een aantrekkelijke plek om mee te doen aan maatschappelijk discussies.

TikTok is een recyclemachine, wat het vruchtbare grond maakt in de zogenaamde culture wars. Discussies over gender, seksualiteit, abortus, wapenwetgeving, gezinswaarden, multiculturalisme en cancel culture passen goed bij TikTok, waar engagement in de vorm van entertainment komt.

Het zijn grotendeels zulke culturele thema’s die de verschillen duidelijk maken tussen de Democraten en Republikeinen. Bovendien mogen veel Gen Z’ers voor het eerst stemmen tijdens deze presidentsverkiezingen. Wat krijgen deze jongeren via TikTok mee over de politiek, waar kunnen ze door beïnvloed worden? Wat kenmerkt enkele van populaire TikTok-accounts die zich mengen in de Amerikaanse cultuuroorlog?

Hypocrisie

Een van deze accounts is van een duo genaamd The Good Liars, bestaande uit Jason Selvig en Davram Stiefler. Het Amerikaanse tijdschrift The New Republic schaart het tweetal onder de belangrijkste politieke influencers van 2024. Met een totaal aantal van 150 miljoen likes op hun posts overtreffen ze popsterren als Justin Bieber en Lady Gaga.

@thegoodliars

These women at the March For Life had a “Choose Adoption” sign but they did not choose to adopt. #fyp #funny #dc #womenshealth #womensrights #comedy

♬ original sound – The Good Liars

Selvig en Stiefler infiltreren conservatieve bijeenkomsten, waar ze hun uiterste best doen om de bezoekers verkeerd te begrijpen. Zo lokken ze op pro-life-bijeenkomsten mensen uit de hypocrisie of onhoudbaarheid van hun conservatieve standpunten zélf aan te tonen. Deel van hun succes schuilt erin dat ze op een originele manier gebruikmaken van het genre van de prank, waarbij mensen onwetend deelnemer worden gemaakt aan een soort sketch. Al in 2011, tijdens de Occupy Wall Street-protesten, kregen ze daar bekendheid mee.

https://www.youtube.com/watch?v=DwNNNKeAeYM

Aan conservatieve zijde trekt John McEntee veel aandacht. Hij was een naaste vertrouweling van Donald Trump tijdens zijn presidentschap en is bijzonder controversieel: hij zou onder meer minderjarige meisjes seksueel getinte berichten hebben gestuurd en een grote rol hebben gespeeld bij de bestorming van het Capitool. Hij verspreidt bovendien bewezen onwaarheden. Dit heeft hem niet belet met bijna tweehonderd miljoen likes een grote TikTok-ster te worden.

In 2022 begon hij The Right Stuff, een datingapp voor rechtse mensen. Zijn TikTok-video’s onder de noemer Date Right Stuff hebben een eenvoudig concept: hij zit in een restaurant achter een bord eten en uit vervolgens zo sarcastisch mogelijk een mening die hij ‘woke’ vindt. Bij voorkeur iets over genderidentiteit. Zo zegt hij in een video: „Ik mag dus geen mening hebben over abortus omdat ik geen baarmoeder heb. Maar ik kan wel een vrouw zijn zonder een baarmoeder? Got it.”

@daterightstuff

Got it #fyp

♬ original sound – Date Right Stuff

Ook maakt McEntee ‘POV’-filmpjes (point of view), filmpjes vanuit het perspectief van de gebruiker, een populaire stijlvorm op TikTok. „POV: Ik ben een zwevende kiezer”, staat in beeld in een van zijn video’s, vanuit het perspectief van een zwevende kiezer. „Ik was van plan te stemmen op Trump, tót ik Harris hoorde over met belastinggeld betaalde geslachtsveranderende operaties voor gedetineerde migranten.”

@daterightstuff

credit: artur.sol on X #fyp

♬ original sound – Date Right Stuff

Zijn video’s zijn een populair doelwit voor imitaties. Het populairst zijn die van Walter Masterson, die McEntee’s stijl kopieert, maar dan met een progressieve boodschap. Ook Masterson bespreekt hoofdzakelijk kwesties als gender, wapens, abortus en racisme. Na de mislukte aanslag op Trump verscheen Masterson bij een bord eten met de boodschap: „Dus een Republikein wordt neergeschoten door een Republikein met een geweer dat Democraten proberen te verbieden en tóch is het de schuld van de Democraten? Got it.”

@waltermasterson

Replying to @Righteous Rants #datewrongstuff

♬ original sound – Walter Masterson

Mastersons imitaties brengen beide kampen tot een ironische dialoog. Miljoenen TikTok-gebruikers doen mee, via geschreven reacties of met persiflages. The Washington Post beschreef het onlangs als een duel tussen „twee reusachtige TikTok-accounts die allebei de meme-achtige taal van het platform gebruiken om de andere zijde van het politieke spectrum te bespotten”. Het is een vorm van online polemiek die geknipt is voor TikTok, waar het om humor en ironie draait. Dit wordt versterkt door de mogelijkheid om video’s van anderen te ‘stitchen’ – een veelgebruikte functie waarbij wordt gereageerd op een video door eerst een fragment eruit te tonen, gevolgd door je eigen video. Dit leidt regelmatig tot een kettingreactie.

Black redneck

Ook Joel Patrick, die zichzelf ‘the legendary black redneck’ noemt, gebruikt humor en overdrijving voor zijn maatschappijkritiek. Hij behoort met zijn aanhang van ruim 4,5 miljoen mensen – verdeeld over twee accounts – tot de populairste conservatieve tiktokkers. Patrick wil „mensen aanmoedigen om zich te richten op conservatieve waarden”, zo legt hij in 2021 uit in een Vicedocumentaire over zijn leven.

Het liefst bespot hij de in zijn ogen doorgeslagen focus in de VS op discriminatie en racisme. Een beproefd middel van hem is omstanders verbazen door uit zijn opvallende oranje, opgehoogde truck te stappen, waarvan de bumper is bedrukt met de tekst ‘white privilege’.

In een veelbekeken video reageert Patrick op iemand die hem op een gehandicaptenparkeerplek zag parkeren: „Oh my god, altijd die witte mensen…”, zo horen we de omstander eerst zeggen. Patrick wijst de omstander vervolgens in een nogal jolige reactie op wat hij als een van de dogma’s van de Democraten beschouwt: dat het alleen witte mannen zijn die fouten maken. Met overdrijvingen, omkeringen en sarcasme probeert hij duidelijk te maken dat het volgens hem vooral Democraten zijn die uitblinken in hokjesdenken.

@joelpatrck ♬ original sound – JoelPatrick

De diep-ironische uitingen van The Good Liars, McEntee, Masterson en Patrick zijn exemplarisch voor de toon waarop de cultuurstrijd op TikTok wordt gevoerd. Ook de indirecte manier van communiceren valt op: de makers noemen nooit hun eigen standpunten direct, ze bespotten enkel de denkbeelden van de andere kant.

Miljoenen Amerikaanse jongeren krijgen deze video’s te zien, wat zijn de consequenties daarvan? Hoewel er weinig met zekerheid valt te zeggen over de invloed op het stemgedrag, is er veel geschreven over de ‘echokamer’ van TikTok. Dat wil zeggen: als je eenmaal naar video’s van Joel Patrick hebt gezocht en gekeken, zal het algoritme je voornamelijk video’s opdienen die zijn conservatieve boodschap delen. De kans dat je na een van zijn video’s The Good Liars of Walter Masterson te zien krijgt, is klein. Op deze manier zorgt het algoritme ervoor dat gebruikers eenzijdig – en in het slechtste geval ook nog eens onjuist – geïnformeerd kunnen worden.

@joelpatrick_

I’m a black conservative…y’all check out my version of BOOT SCOOTIN’ BOOGIE by JOELPATRICK. #countrymusic

♬ Boot Scootin’ Boogie – Joelpatrick

Het is aannemelijk dat deze accounts invloed hebben op de opkomst onder jongeren. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat TikTok-gebruik resulteert in een verhoogde maatschappelijke betrokkenheid. Het verpakken van maatschappelijke discussies in vormen die aansluiten bij de belevingswereld van jongeren zorgt voor meer politieke bewustwording, concludeerden onderzoekers in 2023 in Social Media + Society. Onderzoekers aan Loyola Marymount University kwamen in The Journal of Media and Society in 2023 tot een vergelijkbare conclusie toen ze de invloed van TikTok op de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 bekeken. Gebruikers van het platform gingen vaker naar de stembus dan leeftijdsgenoten die niet op TikTok zaten.

Van deze mobiliserende kracht van TikTok lijkt de progressieve zijde meer te profiteren dan de conservatieve, blijkt uit hetzelfde onderzoek. Volgens een representatieve enquête identificeren twee keer zoveel TikTok-gebruikers zich als Democraat dan als Republikein.


Veel Amerikaanse ouders denken dat openbare scholen te ‘woke’ zijn. ‘Een school kiezen is net zoiets als een wapen dragen: een recht’

Het huis op de heuvel in het bos dat de familie Stevenson zelf gebouwd heeft, lijkt een kruising tussen een Zwitsers chalet en een boomhut. Emily Stevenson (44) doet open met haar ene hand op de deur en de andere in haar onderrug. Ze is zeven maanden zwanger, van haar negende kind. Ze draagt haar lange zwarte haren in een staart en heeft een hanger van Maria aan een leren koord om haar hals hangen.

Toen zij hier opgroeide, in de buurt van Viroqua, op het zuidwestelijke platteland van Wisconsin, wist ze twee dingen zeker: ze wilde een groot gezin en ze wilde haar kinderen nooit dwingen om naar school te gaan. „Het is niet zo dat ik vroeger gepest werd op de openbare school, maar het sociale aspect, de worsteling om ergens bij te horen, vond ik vreselijk”, vertelt ze op de bank, terwijl Verbana (6) bij haar op schoot kruipt.

Daarom besloot ze al haar kinderen thuisonderwijs te geven. Totdat ze drie jaar geleden ontdekte dat zij gratis naar een antroposofische privéschool in het dorp konden gaan. Normaal gesproken kost die 10.000 dollar (ruim 9.100 euro) per leerling per jaar. „Voor ons een onvoorstelbaar bedrag”, zegt Stevenson. Het gezin, met nu zes thuiswonende kinderen, leeft van het salaris dat haar man verdient als ICT-consultant.

De school waar haar jongste vier sindsdien naartoe gaan heeft kleine klassen, in plaats van taal en rekenen staan natuur en creativiteit er centraal. „Als ik ze op een katholieke school had kunnen doen, had ik dat denk ik geprobeerd”, zegt Stevenson. Zolang het maar niet het standaard openbaar onderwijs is waar bij haar, en veel Amerikanen, onvrede over bestaat. Openbare scholen zouden ondermaats onderwijs geven, te grote klassen hebben en onveilig zijn. Volgens conservatieve ouders leren hun kinderen er ‘woke’ dingen over racisme, gender en seksualiteit. „Op deze school houden we schermen, media en de politiek zo ver mogelijk bij ze vandaan.”

De familie Stevenson woont in een zelfgebouwd huis op een heuvel in een bos in Wisconsin. Moeder Emily Stevenson groeide zelf op in de omgeving en wist twee dingen zeker: ze wilde een groot gezin en ze wilde haar kinderen nooit dwingen om naar school te gaan.
De jongste vier kinderen van de familie Stevenson gaan al een paar jaar naar een antroposofische, particuliere school. Voorheen gaf hun moeder thuis les.
Foto’s Tim Gruber
Basil Stevenson (9) speelt thuis gitaar.

Wat er op het spel staat

Het is niet dankzij de gulheid van de plaatselijke privéschool of een speciale studiebeurs, maar een regeling van de staat Wisconsin waardoor haar kinderen privé-onderwijs kunnen volgen. In 1990 bedachten Democraten in Milwaukee, de grootste stad van Wisconsin, schoolvouchers waarmee enkele honderden, arme, zwarte kinderen met belastinggeld aan gesegregeerde, slecht gefinancierde openbare scholen konden ontsnappen.

Sindsdien hebben Republikeinen onder het mom van school choice, schoolkeuze, in 29 staten programma’s opgetuigd die ouders in staat stellen hun kinderen van belastinggeld naar, vooral religieuze, privéscholen te sturen. Op campagne in Milwaukee noemde presidentskandidaat Donald Trump ‘schoolkeuze’ begin deze maand „de mensenrechtenkwestie van onze tijd”. Hij zegt ook het ministerie van Onderwijs op te willen doeken, zodat elke staat zelf kan uitmaken wat kinderen leren. De seculiere traditie van het openbaar onderwijs in de VS staat daarmee op het spel.

Democraten houden zich stil. Voor zover er betrouwbare peilingen zijn, laten die zien dat de voucherprogramma’s populair zijn. Keuze klinkt de meeste mensen goed in de oren.

Een bord voor ‘Project 2025’, een blauwdruk van Republikeinen voor het nieuwe presidentschap. Trump heeft er meermaals (met wisselend succes) afstand van genomen.
Verkiezingsbord in de buurt van Viroqua, Wisconsin. Trump heeft gezegd ‘schoolkeuze’ „de mensenrechtenkwestie van onze tijd” te vinden.
Foto’s Tim Gruber

Volgens de belangenorganisatie EdChoice gaan inmiddels een miljoen Amerikaanse scholieren via deze route naar particuliere scholen, ongeveer 2 procent van het landelijk totaal. Alleen al in het Florida van gouverneur Ron DeSantis gaat er drie miljard dollar aan belastinggeld in om en dreigen openbare scholen te sluiten. Arizona, waar het programma werd ingevoerd met de belofte dat het belastinggeld zou besparen, kampt door de populariteit ervan met een flink gat in de begroting. Er was onderschat hoeveel ouders die hun kinderen al op eigen kosten naar particuliere scholen stuurden dat nu doen op kosten van de staat. Op het platteland van Tennessee zijn lokale Republikeinen in opstand gekomen tegen hun eigen partij die het openbaar onderwijs uitkleedt.

In bakermat Wisconsin verdwijnen geleidelijk allerlei begrenzingen aan het voucherprogramma. Vanaf eind jaren negentig mogen de vouchers ook op religieuze scholen worden gebruikt – met dank aan het Hooggerechtshof. De inkomenslimiet voor ouders werd versoepeld (nu zo’n 73.000 dollar, wat ruim hoger is dan het gemiddelde inkomen in Viroqua). Vervolgens werd het vanuit Milwaukee over de hele staat uitgerold. Over twee jaar vervalt de regel dat maximaal 8 procent van de leerplichtigen, tussen de kleuterschool en het einde ven de middelbare school, in aanmerking komt voor een voucher. In heel Wisconsin gingen het afgelopen schooljaar 92.000 scholieren, op een totaal van bijna 800.000, van belastinggeld naar privéscholen. Daarvoor werd ruim 570.000 dollar aan het onderwijsbudget onttrokken. Dit jaar ligt dat bedrag zeker hoger.

Referendum

„Dat kan het einde betekenen van het openbaar onderwijs zoals we het kennen”, zegt Kristina Reser-Jaynes (56). „Scholen zijn het belangrijkste dat plattelandsgemeenschappen als deze bindt. Toegankelijk en gelijkwaardig onderwijs voor iedereen is de grootste verworvenheid van dit land.” Deze stay-at-home mom van drie dochters zit aan haar eettafel, een halfuur rijden bij de Stevensons vandaan, in het naburige schooldistrict Kickapoo. Ze is omringd door boeken, overheidsdocumenten, krantenartikelen en aantekeningen. Haar belangrijkste zorgen: dat het vouchersysteem kerken spekt die privéscholen runnen, dat het onderwijs door de vouchers te commercieel wordt, en dat openbare scholen op het platteland versneld zullen verdwijnen. „Dat kunnen we niet laten gebeuren.”

Kristina Reser-Jaynes, moeder van drie dochters, voert juist actie om het openbaar onderwijs te behouden.
Foto Tim Gruber

Waar anderen rode Trump-borden in hun tuin of koeienwei hebben staan, prijkt bij haar een bordje met ‘public schools unite us’ voor de deur. „Tot schaamte van mijn dochters” is Jaynes sinds een paar jaar de dorpsactivist die opkomt voor het openbaar onderwijs. „We hebben hier op het platteland al te maken met bevolkingskrimp en dalende geboortecijfers, daarmee loopt ook het aantal scholieren en de bekostiging van het onderwijs terug.”

Particuliere scholen ontvangen van de staat 9.000 tot 12.000 dollar per voucherleerling. Dat geld komt in Wisconsin rechtstreeks uit de begroting van de openbare scholen in het district waar de scholieren wonen. In het district Viroqua slaat ‘schoolkeuze’ een steeds groter gat in de gezamenlijke begroting van de vijf openbare scholen. Om dat tekort aan te vullen heeft het gekozen schoolbestuur een referendum moeten uitschrijven. Ze kan het budget alleen verhogen als de gemeenschap daar direct democratisch mee instemt. Tegelijkertijd met de presidentsverkiezingen op 5 november bepalen de 9.000 inwoners of ze jaarlijks 1,3 miljoen extra kunnen ophoesten voor hun openbare scholen.

De grote misvatting

In zijn kantoor in de middelbare school van Viroqua benadrukt schooldirecteur Tom Burkhalter (35), dat hij „absoluut niet tegen het bestaan van particulier onderwijs” is. Voordat hij de baas werd over de vijf scholen van Viroqua met in totaal 1.100 leerlingen, leidde hij zelf een particuliere katholieke school. „Ik ben tegen de publieke financiering ervan”, zegt hij. „Vergelijk het openbaar onderwijs met de politie. Als jij vindt dat de lokale politie je onvoldoende beschermt, kun je besluiten om camera’s rond je huis te hangen of een bodyguard in dienst te nemen. Maar je kunt niet verwachten dat de rest van de gemeenschap daaraan meebetaalt. Of dat je jouw belastinggeld ervoor terugkrijgt. De politie moet nog steeds bekostigd worden”, zegt hij.

Bovendien hoeven de voucherscholen niet aan dezelfde eisen te voldoen als zijn openbare school. Ze moeten zich wel aan meer regels houden dan particuliere scholen die zich aan het programma onttrekken en volledig hun eigen gang kunnen gaan. Hun leraren moeten gekwalificeerd zijn en hun financiën kunnen gecontroleerd worden, maar er zijn weinig inhoudelijke eisen aan hun onderwijs en zij mogen leerlingen weigeren die extra begeleiding nodig hebben. „Het is een grote misvatting dat privéscholen beter zijn dan openbare scholen. Voor zover leerlingen daar getest worden scoren ze lager dan bij ons. Ouders houden hun kinderen niet bij ons weg omdat het onderwijs slecht is, maar om ideologische redenen.”

De antroposofische privéschool in het dorp van de familie Stevenson.
Viroqua High School, een openbare middelbare school.
Foto’s Tim Gruber

Burkhalter, schoolbestuurders en leraren in dit hele witte deel van Wisconsin gniffelen wanneer ze gevraagd wordt naar de aanklacht dat juist openbare scholen te ideologisch links zijn geworden. „We bestrijden discriminatie, respecteren de vrijheid van meningsuiting en staan open voor iedereen, maar het is echt onzin dat wij onderdeel van één of andere ‘woke’ indoctrinatie zouden zijn.” Net als andere schoolbestuurders in de regio doet hij zijn best om het onderwijs en de discussie over vouchers praktisch en apolitiek te houden.

Burkhalter beschrijft hoe er op het platteland van Wisconsin armoede heerst. Veel van zijn leerlingen komen in aanmerking voor gratis lunch op school en hebben speciale begeleiding nodig. En als er uit elke klas één of twee leerlingen verdwijnen naar een privéschool, kan hij niet een leraar, een schoolbus of de verwarming van een klaslokaal wegbezuinigen – de kosten nemen niet af. Hij heeft al een paar personeelsleden die met pensioen gingen niet vervangen en het onderhoud aan de tribune van het sportveld is uitgesteld. Als het referendum faalt, zullen vooral kinderen die extra aandacht nodig hebben dat gaan merken, vreest hij.

Het goede nieuws van Jezus

Hoe religieus, particulier onderwijs profiteert van het vouchersysteem, blijkt op het schooltje van de Lutherse kerk St. Matthews in Stoppard. Dit dorpje aan de Mississippi ligt op een half uur rijden van Burkhalters middelbare school, in het schooldistrict De Soto. Predikant Silas Schmitzer (41) zwaait er de scepter over veertig leerlingen, tot en met 14 jaar. „Het goede nieuws van Jezus” staat hier centraal. „In de wetenschapsles leren we ze hoe prachtig God de wereld geschapen heeft. En dat seksualiteit, overspel en abortus zondig zijn.”

Voordat St. Matthews toetrad tot het voucherprogramma, rekende de school 1.500 dollar per leerling. „De rest financierden we uit donaties van onze gemeenschap.” Nu krijgt deze school, voor de drie op de vijf leerlingen die voor een voucher in aanmerking komen, bijna 10.000 dollar van de staat. Daarnaast verzorgt het schooldistrict het busvervoer en de lunch van alle leerlingen.

Schmitzer heeft een kleuterklas kunnen toevoegen, laptops voor alle leerlingen kunnen kopen en binnenkort worden de speeltoestellen buiten vervangen. Ook heeft hij zijn personeel op cursussen gestuurd en hun zorgverzekering verbeterd. Aan deze kant van het parallelle systeem gaat het gezegend.

Foto’s: Tim Gruber

Zelfs online privéscholen profiteren van het systeem. Anne Sawvell (57) zorgt voor vier pleeg- en adoptiezonen in Viroqua, die allemaal problemen hadden op de openbare school. Nu krijgen haar zonen les van een christelijke school in Milwaukee, aan de andere kant van de staat, waar ze nooit binnen zijn geweest, maar die wel hun vouchergeld opstrijkt. Deze Academy of Excellence is de grootste ontvanger van subsidie voor religieus privéonderwijs: afgelopen jaar ontving het bijna 28 miljoen dollar.

Sawvell is groot voorstander van ‘schoolkeuze’: „Net als het recht om een wapen te dragen moeten we ook het recht hebben onze eigen scholen te kiezen. Ik ben tegen abortus en dat wordt ook betaald met belastinggeld.”

Eigen belang

Emily Stevenson snapt de bezwaren tegen het vouchersysteem en de problemen die dat voor het openbaar onderwijs creëert. „Maar ons gezin heeft verschillende fases overleefd dankzij steun van de overheid. Er was een tijd dat dit huis half af was en we geen water en elektriciteit hadden.” Ook toen ontving ze belastinggeld dat dus niet voor iets anders gebruikt kon worden. Voor haar is het belangrijkste dat ze haar kinderen „kan beschermen in deze kwetsbare fase van hun leven”.

Haar man Raven valt haar bij. „Het gaat om mijn kínderen. Moet ik nadenken over het grote goed, of maak ik gebruik van een systeem dat mijn kinderen enorm profijt biedt? Het lijkt me totaal onverantwoord om niet voor ons eigen belang te kiezen”, zegt hij.

Als ‘schoolkeuze’ in Wisconsin niet zou bestaan, zouden hun jongste kinderen thuis in plaats van op de antroposofische school les krijgen. Emily Stevenson: „Het zou toch niet eerlijker of beter zijn als alleen rijke kinderen naar een privéschool kunnen?”

Verbena Stevenson (6) met hond Addicus.
Foto Tim Gruber


De kids gaan mee op campagne: jong geleerd, of was er geen oppas?

Veel ouder dan vier, vijf jaar kan ze niet zijn en ze houdt al een rood bordje omhoog met de tekst ‘Fight! Fight! Fight!’. Dat zijn de instant-fameuze woorden waarmee Donald Trump opkrabbelde na de aanslag op zijn leven, half juli dit jaar. Een 20-jarige man vuurde op een campagnebijeenkomst in Pennsylvania meerdere kogels af richting de ex-president, waarvan eentje diens oor raakte. Eén toeschouwer werd dodelijk getroffen, twee anderen raakten gewond.

Hij is al iets ouder, maar ook nog in de basisschoolleeftijd, en heeft een blauw bordje vast met de tekst ‘When we fight, we win’. Dat is dan weer een bekend motto dat progressieve betogers sinds jaren aanheffen tijdens onder meer betogingen tegen racistisch politiegeweld en voor het homohuwelijk. Vicepresident Kamala Harris heeft de leus deze zomer omarmd als campagneslogan, toen ze de Democratische kandidaat voor het Witte Huis werd.

Een campagnebijeenkomst van Kamala Harris in Las Vegas, Nevada, 29 september.
Foto Kevin Lamarque/Reuters
Een rally van Donald Trump in Johnstown, Pennsylvania, 30 augustus.
Foto Justin Merriman/Getty Images

To fight, dat zowel vechten als strijden betekent, is een doodnormale term in de Amerikaanse politiek. Voordat hij deze zomer terugtrad als kandidaat schilderde president Joe Biden zijn strijd met Trump de afgelopen jaren onophoudelijk af als een „slag om de ziel van Amerika”. En toen Trump op 6 januari 2021 zijn aanhangers oppookte om door te marcheren richting het Capitool, gebruikt hij het werkwoord zeker twintig keer.

Waarom zou je kinderen meenemen naar een campagnerally, als ze daar blootgesteld worden aan strijdlustige retoriek en er het gevaar bestaat dat iemand zomaar het vuur opent? Het zijn bovendien urenlange evenementen. Bezoekers moeten geduldig in de rij staan voor de beveiliging, om vervolgens soms nog uren te wachten voordat de hoofdact daadwerkelijk opkomt.

Een rally van Donald Trump in Uniondale, New York, 18 september.
Een rally van Kamala Harris in Savannah, Georgia, 29 augustus.
Een campagnebijeenkomst van Kamala Harris in Chandler, Arizona, 10 oktober.
Een campagnebijeenkomst van Donald Trump in Aurora, Colorado, 11 oktober.

Foto’s: Andrew Lichtenstein/Getty Images, Elizabeth Frantz/Reuters, Rebecca Noble/AFP, Isaiah J. Downing/Reuters

En toch nemen Amerikanen regelmatig hun kroost mee. Al dan niet uitgedost als mini-Trump of in Harris-merchandise gestoken. Waarom? Om politieke betrokkenheid bij hun nageslacht aan te wakkeren? Om ze een handtekening of handdruk te laten scoren? Omdat je geen oppas geregeld kreeg? Of, gewoon, omdat de Amerikaanse presidentsrace de ‘biggest show on earth’ blijft?

De foto’s geven geen eenduidig antwoord. Sommige kinderen lijken oprecht uitgelaten en blij bij het zien van hun politieke held (of die van hun ouders). Anderen zitten er verveeld en vermoeid bij. Eén ouder was zo slim om van huis de tablet mee te nemen.

Een rally van Kamala Harris in Wilkes-Barre, Pennsylvania, 13 september.
Foto Chip Somodevilla/Getty Images
Een campagnebijeenkomst voor Donald Trump in Walker, Michigan, 27 september.
Foto Scott Olson/Getty Images


Op deze Amerikaanse topuniversiteit regeert de zelfcensuur

‘Er is eigenlijk niets gebeurd’, zegt een blonde jongen in een wit T-shirt en een blauwe korte broek in zijn iPhone. „Eén iemand riep ‘Allahu akbar’ [God is groot], dat was alles.” Zojuist is een kleine bijeenkomst voor de slachtoffers van Israëlisch geweld in Gaza en Libanon afgelopen. Een verboden protest, want studenten op de campus van Penn mogen, sinds hier eind mei een pro-Palestina-kampement werd opgebroken, niet meer zonder toestemming zoiets organiseren.

Ongeveer veertig studenten, docenten en demonstranten van buiten de University of Pennsylvania, zoals de universiteit voluit heet, hebben zich deze vrijdagochtend in Philadelphia in de miezerregen verzameld. Ze dragen gedichten voor en delen witte rozen en anjers uit. Onmiddellijk snellen potige beveiligers toe om hun te vertellen dat ze in overtreding zijn en moeten vertrekken. Ze maken foto’s van de betogers. Vervolgens arriveert de politie, met kluwens tie-wraps.

De situatie dreigt grimmig te worden, maar de mannen in uniform grijpen niet fysiek in. Binnen een uur waaieren de demonstranten weer uit tussen de gebouwen en de kenmerkende iepen op de campus.

Tienduizenden dollars collegegeld

Na een verhit collegejaar 2023-2024, met kampementen, confrontaties en arrestaties, lijkt de rust dit najaar teruggekeerd op Penn (28.000 studenten) en andere Amerikaanse universiteiten. Alle tenten, vlaggen en spandoeken zijn verwijderd. Het veldje rond een standbeeld van Founding Father Benjamin Franklin is nog altijd met dranghekken afgezet. Universiteitsvoorzitters, onder wie die van Penn, die het veld moesten ruimen in de landelijke discussie over antisemitisme, veiligheid en de academische vrijheid van meningsuiting, zijn vervangen door weinig uitgesproken managers. Maar onderlinge spanningen tussen studenten en woede richting autoriteiten blijven borrelen. Wantrouwen overheerst.

Geen van de demonstranten, die vrijwel allemaal hun gezicht verbergen achter mondmaskers, wil met naam en toenaam iets zeggen over hun aanwezigheid of hun demonstratierecht. De jongen die telefonisch verslag doet, wil niet zeggen wie hij is. Ook vertelt hij niet aan wie en waarom hij doorgeeft dat op dit protest geen pleidooi klonk voor een wereldwijde intifada, verheerlijking van Hamas of een vrij Palestina „from the river to the sea”. Iedereen houdt elkaar in de gaten.

„Het is tragisch hoe het debat volledig is gesmoord”, zegt hoogleraar Jonathan Zimmerman. Hij is historicus aan Penn en gespecialiseerd in vrijheid van meningsuiting. „Een universiteit moet een plek zijn voor open dialoog waar soms dingen gezegd worden die schuren en kwetsen. Maar angst regeert.”

Wij voelen ons aangeschoten wild

Hij verwijt de universiteit dat die te veel restricties oplegt – al dan niet onder druk van geldschieters van wie ze afhankelijk is. Studenten mogen niet eens meer kreten op de stoepen van de campus krijten. „Maar er is eveneens sprake van zelfcensuur. Conservatieve studenten durven zich niet uit te spreken in een overwegend linkse omgeving als een universiteitscampus. Progressieve studenten zijn bang dat ze als antisemitisch gebrandmerkt worden als ze opkomen voor de Palestijnse zaak. Dat is een heel ongezonde situatie voor een instituut waar mensen komen om te leren.”

Ook studenten die niets met de onrust te maken hebben gehad praten liever niet over de sfeer op hun campus of de aanhoudende strijd tussen voor- en tegenstanders van Israël. Kwame Ocran (32), masterstudent muziekgeschiedenis, heeft daar een verklaring voor. „De meesten betalen tienduizenden dollars om aan een topuniversiteit te studeren. Als ze niet heel persoonlijk betrokken zijn, gaan ze de waarde daarvan niet op het spel zetten door te praten over wat er mis is in het Midden-Oosten of op de universiteit zelf.”

‘Radicaal inconsistent’

Bij de universiteitskrant, The Daily Pennsylvanian, hebben ze zich erbij neergelegd dat studenten zich steeds minder durven uitspreken. „Mensen zijn bang voor de consequenties van hun woorden en hun herkenbaarheid”, zegt Molly Cohen (21), voorzitter van de krant. Sommigen vrezen online en offline aangevallen te worden. „Maar de meesten denken aan wat een potentiële werkgever online over hen vindt.”

Cohen, student politicologie, is zelf onder druk komen te staan omdat ze zowel betrokken is bij de universiteitskrant als de organisatie van Joodse studenten op Penn. „Maar daar zeg ik liever niet te veel over.”

Penn is recentelijk van plek 6 naar plek 10 gezakt op een belangrijke ranglijst van de beste universiteiten. Niemand weet waarom deze topuniversiteit slechter beoordeeld is, maar er wordt gespeculeerd dat het zou komen door de dramatische getuigenis van toenmalig universiteitspreses Liz Magill in het Congres, haar aftreden onder druk van donateurs kort daarna en de chaos op de campus afgelopen jaar. (Al gebeurde op Harvard ongeveer hetzelfde en behield het plek drie.)

De oorlog tussen Israël en Hamas leidt op veel universiteiten tot protesten, ook op ‘Penn’.
Foto Abhiram Juvvadi/The Daily Pennsylvanian

Minder zorgen klinken over een andere ranglijst: Penn staat op plek 248 van de 251 universiteiten die gerangschikt werden naar de mate van bescherming van de vrijheid van meningsuiting. Volgens de Foundation for Individual Rights and Expression durft driekwart van de studenten het niet publiekelijk oneens te zijn met een docent. Bijna 60 procent vermijdt om buiten de klas een politiek controversieel standpunt in te nemen in gesprek met medestudenten.

Zowel joodse als islamitische studenten klagen dat de universiteit niet genoeg doet om hen te beschermen. „Wij voelen ons aangeschoten wild”, zegt een tengere studente van Bengaalse afkomst met een keffiyeh (Palestijnse sjaal) onderweg naar het protest.

Noah Rubin (21) een student bedrijfskunde en techniek, spreekt zich juist wel uit. „Ik zet mijn reputatie op het spel, maar ik weet dat ik aan de goede kant van de geschiedenis sta”, zegt hij. Rubin heeft de universiteit aangeklaagd omdat hij zich onveilig voelt. „Studenten die aanwezig zijn bij bijeenkomsten waar Hamas wordt geroemd, of die op sociale media iets antisemitisch zeggen, moeten gestraft worden”, vindt hij. „Docenten die dat doen moeten ontslagen worden.”

Het is tragisch hoe het debat volledig is gesmoord

Penn schorste onlangs een hoogleraar rechten die zich jarenlang racistisch uitliet over zwarte Amerikanen en migranten uit Azië. Er zijn geen sancties bekend tegen medewerkers wegens vermeend antisemitisme.

Jonathan Zimmerman ziet de roep om veiligheid en bescherming tegen woorden als „radicaal inconsistent – dat klinkt iets vriendelijker dan hypocriet – aan beide kanten van het politieke spectrum”. Iedereen meet met twee maten. „Op rechts is jarenlang geklaagd dat er een cancel culture zou heersen op campussen waardoor conservatieven niet zouden kunnen zeggen wat ze denken.”

Op links werd gepleit voor bescherming van mensen tegen alle uitspraken die ze als racistisch konden ervaren. En dat overal ‘veilige ruimtes’ voor minderheden gecreëerd moesten worden. „Mensen die daar eerder de mond vol van hadden, houden er weinig rekening mee dat dingen die zij nu zeggen door anderen als gewelddadig en gevaarlijk worden ervaren.”

De meeste studenten beperken zichzelf al meer dan genoeg in wat ze durven zeggen, constateert Zimmerman, en dat zuigt het debat uit het studentenleven. „Natuurlijk moet de universiteit ervoor zorgen dat studenten hier fysiek veilig zijn. Maar blijf alsjeblieft weg bij het idee dat die hen moet beschermen tegen kwetsende woorden of het ongemak van een tentenkamp.”

Donald Trump zat op Penn, was veel in New York

Donald Trump vertelt vaak en graag dat hij aan een Ivy League-universiteit studeerde: de Wharton School, van de University of Pennsylvania. Op die bedrijfskundefaculteit „lijken ze hem liever uit de geschiedenis te willen wissen”, zegt Taina Santana (20), die er nu tweedejaars is. Ze vertelt het voor de oranje, bakstenen gevel van een pand dat nog niet bestond toen Trump hier in 1968 afstudeerde. „De enige keer dat hij in de klas ter sprake kwam, was toen we grappen maakten over zijn veroordeling. Penn vindt Trumps persoonlijkheid en gebrek aan intelligentie slecht voor haar reputatie.”

Donald Trump werd in 1946 in Queens, New York geboren en ging naar de particuliere Kew-Forest School. Toen hij daar lastig was, stuurde zijn vader hem op zijn dertiende naar de New York Military Academy, een gesegregeerde kostschool voor alleen (rijke) jongens, waar hij zowel discipline als pestgedrag ontwikkelde.

Trump ging in 1964 studeren aan Fordham, een katholieke universiteit in de Bronx. Maar na twee jaar wilde hij daar weg en kon hij overstappen naar Penn. Jaargenoten hebben verteld dat hij weinig met het campusleven in Philadelphia had. Hij droeg altijd een pak, ging nooit naar feestjes en zat elk weekend in New York, waar hij vervolgens het vastgoedbedrijf van zijn vader overnam. „Slim maar ongeïnteresseerd”, noemde een studiegenoot hem.

Tijdens Trumps eerste campagne en regeertermijn ontdekten journalisten dat de president loog dat hij als beste van zijn klas zou zijn afgestudeerd. En dat hij zijn toelating waarschijnlijk te danken had aan de beste vriend van zijn oudere broer.

In het debat met Kamala Harris vorige maand schepte Trump weer op over zijn opleiding. Maar ook Harris haalde Wharton aan. Zij confronteerde hem met de doorrekening die de school van zijn campagnebeloftes heeft gemaakt en concludeert dat zijn plannen de Amerikaanse staatsschuld met 5,8 biljoen dollar kunnen doen oplopen (tegenover 1,2 biljoen als zij haar plannen uitvoert). De universiteit is nu ook slecht voor zíjn reputatie.

Kamala Harris beleefde vormende jaren op Howard

Toen Kamala Harris zich moest voorbereiden op het verkiezingsdebat met Donald Trump deed ze dat deels op de universiteit waar zij in 1986 afstudeerde als politicoloog: Howard University. „Iedereen hier is ontzettend trots op haar”, zegt Dylan West (21) die nu studeert op de campus in Washington DC. „Ze is zonder twijfel onze belangrijkste alumna.”

Howard, de oudste overwegend zwarte universiteit in de VS, wordt ook wel ‘Black Harvard’ genoemd. „Dit is waar Harris haar zwarte identiteit heeft ontwikkeld”, zegt West. „Ik weet niet of zij die daarvoor echt had. Dat zij ervoor koos om hier te studeren, stuwt de opkomst van jonge zwarte kiezers zoals ik.”

Kamala Harris werd in 1964 geboren in Oakland. Haar Indiase moeder en Jamaicaanse vader waren academici in Californië. Daar maakte Harris als kind onderdeel uit van een experiment om het onderwijs te desegregeren. Elke dag werd zij voor school met een bus naar een witte wijk gebracht. Die Thousand Oaks Elementary basisschool zou zich willen omdopen tot Kamala Harris Elementary.

Vanwege een baan van haar moeder in Montréal ging Harris in Canada naar de middelbare school. Haar ouders waren gescheiden en ze groeide grotendeels op zonder haar vader. Aan Howard omringde ze zich bewust met zwarte intelligentsia en kinderen van de burgerrechtenbeweging. Ze was betrokken bij protesten tegen de apartheid in Zuid-Afrika en werd lid van Alpha Kappa Alpha, een prominent zwarte-vrouwendispuut dat nu een actieve rol speelt in haar verkiezingscampagne – maar op de campus van Howard alleen zichtbaar op een groen en roze geschilderde boom.

Over Harris’ cijfers is weinig bekend, maar ze hielpen haar niet aan een beurs voor een topuniversiteit. Aan de Californische Hastings-universiteit, waar ze haar rechtenmaster haalde, was ze volgens studiegenoten niet meer dan gemiddeld. Maar het was voldoende om aanklager, senator, vicepresident en presidentskandidaat te worden.


Jonge Amerikaanse vrouwen stemmen anders dan jonge mannen. Politicoloog Melissa Deckman onderzocht waarom

De Amerikaanse presidentsverkiezingen lijken dit jaar meer dan ooit een strijd tussen de seksen: vrouwen voor Kamala Harris, mannen voor Donald Trump. Trump appelleert aan een agressief manbeeld dat niet alleen witte kerels zonder hoge opleiding trekt, maar in toenemende mate ook zwarte en latino mannen die niet traditioneel op de Republikeinen stemden. De kandidatuur van Harris versterkt de trend dat de Democratische Partij ‘feminiseert’: ze legt veel nadruk op gelijkwaardigheid, abortus en ivf en de betaalbaarheid van kinderopvang.

Elk kiezersonderzoek bevestigt de groeiende genderkloof. En nergens is die zo gapend als onder de allerjongste kiezers. Sommigen zijn het schoolplein pas net ontgroeid, maar onder Gen Z/Zoomers (1997-2012) is het politiek de jongens tegen de meisjes.

„We zien een hele duidelijke, ideologische gendertegenstelling tussen Gen-Z-vrouwen en Gen-Z-mannen”, zegt politicoloog Melissa Deckman (53). En daar heeft zij één hele duidelijke verklaring voor. „Hoeveel er ook gezegd wordt over Trumps aantrekkingskracht op jonge mannen, de verwijdering zit ’m vooral in de ruk naar links die jonge vrouwen hebben gemaakt. Er is geen bewijs dat Gen-Z-mannen plots reactionair en aartsconservatief zijn geworden. Wel dat vrouwen in deze generatie progressiever zijn dan in eerdere generaties. En zij zijn politiek actiever.”

Deckman leidt het Public Religion Research Institute, een niet-partijgebonden onderzoeksinstituut in Washington DC dat vooral kwantitatief onderzoek doet naar religie, cultuur en politieke voorkeur. Zelf schreef ze verschillende boeken over rechtse vrouwen in de Amerikaanse politiek, zoals evangelische moeders in schoolbesturen en de populistische Tea Party-beweging.

In september verscheen The Politics of Gen Z, over hoe de jongste generatie kiezers de democratie vormgeeft. Deckman interviewde ruim tweehonderd jongeren, individueel of in focusgroepen op universiteiten, en peilde er nog vele malen meer. Vrouwen in deze generatie zijn meer politiek uitgesproken – en afgetekend links.

Haar onderzoek naar politieke voorkeuren en drijfveren is niet alleen waardevol voor deze presidentsverkiezingen, waarin de volwassen Gen Z’ers mogen stemmen. Hun generatiegenoten die nu nog te jong zijn, zullen pas bij de volgende twee presidentsverkiezingen meedoen. Dan krijgt deze generatie echt politiek gewicht.

De vraag is waarom de politieke voorkeuren van jonge mannen en jonge vrouwen in de VS steeds verder uiteenlopen. Jonge mannen zijn met 13 procentpunt voorsprong voor Trump en jonge vrouwen nog veel ruimer (+38 punten) voor Harris, wees een recente peiling van The New York Times uit. Wat dat voor de twee grote partijen en de samenleving betekent. En of linkse voorkeur blijvend is, of dat de vrouwen als ze wat ouder zijn alsnog naar rechts kunnen afslaan.

Wat maakt deze generatie vrouwen zo progressief en waarom gaan hun mannelijke leeftijdsgenoten daar niet in mee?

„Om te begrijpen waarom Gen-Z-vrouwen niet alleen links, maar ook sterk politiek betrokken zijn, is het belangrijk om te begrijpen hoe zij politiek volwassen zijn geworden. Wat er allemaal gebeurde in hun jongvolwassenheid, wat wij hun ‘beïnvloedbare jaren’ noemen, waarin ze begonnen na te denken over hun politieke waarden. Existentiële zorgen staan daarin centraal.

„Een belangrijk gegeven is dat veel Amerikaanse Gen Z’ers als tieners gevormd zijn door wat er gebeurde op een middelbare school in Parkland, Florida [waar een oud-leerling in 2018 zeventien mensen doodschoot]. Dat bracht echt een jongerenbeweging tegen wapengeweld op gang.

„Daarnaast leeft deze generatie met de vrees dat zij, disproportioneel veel meer dan eerdere generaties, geraakt zullen worden door de gevolgen van klimaatverandering. Plus de Black Lives Matter-beweging die in 2020 veel jongeren op de been bracht. Dat is hun context.”

De angst en woede over vuurwapens, racisme en de leefbaarheid van de aarde gelden niet exclusief voor meisjes. Waarom zijn juist zij links en betrokken?

„Heel veel Gen-Z-vrouwen waren verbijsterd toen Trump in 2016 verkozen werd. Niet dat ze groot fan waren van Hillary Clinton, maar zij konden toen nog niet stemmen en begrepen niet dat Amerika koos voor een man die niet alleen seksistische en vrouwenhatende dingen zei, maar zelfs opschepte over aanranding. De vrouwenmarsen die georganiseerd werden als reactie op Trumps overwinning inspireerden veel meisjes.

„De #MeToo-beweging [voor bewustzijn over seksuele intimidatie en geweld] volgde kort daarop. Deze deed jonge vrouwen beseffen dat seksisme niet iets uit het verleden is. En al voordat, dankzij het Hooggerechtshof, het nationale recht op abortus in 2022 verdween, maakten vrouwen in overwegend Republikeinse staten zich daar zorgen over. Dat zijn de genderspecifieke kwesties waardoor Gen-Z-vrouwen linkser zijn dan hun mannelijke generatiegenoten.”

Tim Walz is te oud om Gen Z in vervoering te brengen

En dat maakt ze meer politiek betrokken dan eerdere generaties toen die jong waren?

„Om echt te begrijpen hoe deze incidenten en ontwikkelingen binnenkwamen bij Gen-Z-vrouwen, moet je twee culturele ontwikkelingen in ogenschouw nemen. De laatste decennia is een hele industrie ontstaan van organisaties en programma’s die de ontwikkeling, het zelfvertrouwen en de maatschappelijke betrokkenheid van meisjes centraal stellen. Wetgeving die gelijkwaardigheid tussen mannen- en vrouwensport [meestal uitgeoefend op scholen en universiteiten] bewerkstelligt, is cruciaal geweest voor de ontwikkeling van teamgeest en competitiviteit onder jonge vrouwen. Er is onderzoek dat een verband schetst tussen sportparticipatie op hoog niveau en politieke betrokkenheid. Het versterkt het gevoel dat je belang hebt bij de winst van de ene of de andere politieke partij.

„En uiteindelijk kun je Gen Z niet doorzien zonder sociale media te bevatten. Dit is de eerste generatie die volledig digitaal en met smartphones is opgegroeid. De eerste generatie die grotendeels haar eigen nieuws consumeert en produceert. Zoomers vinden hun politieke informatie ten eerste bij gelijkgestemde generatiegenoten. Algoritmes drijven hun vervolgens verder uit elkaar. We zien dat álle Amerikanen hardnekkige bubbels worden ingezogen en vooral informatie zien die hun vooroordelen bevestigen, maar nergens gebeurt dit zo sterk als in Gen Z.

„Een jonge vrouw die na de terugtrekking van Joe Biden iets wilde weten over Harris leerde al snel dat ze brat is – ik weet nog steeds niet wat dat betekent. Maar binnen een paar vegen over haar scherm wist ze ook hoe ze zich kon registreren om de stemmen, waar in de buurt een campagne-evenement zou zijn en wat de mogelijkheden waren om vrijwilliger te worden of zelf iets te organiseren. Sociale media maken het jonge vrouwen mogelijk om politiek geëngageerd te raken op manieren die voor hun moeders onvoorstelbaar waren.”

In haar boek spreekt Deckman van een „aanstaande revolutie” geleid door jonge vrouwen, en lhbti’ers, die nog nauwelijks mogen stemmen, maar zich niet stilhouden. Zeker zo opmerkelijk als de politieke voorkeur van jonge vrouwen is hun participatie. In de tussentijdse verkiezingen van 2018 en 2022 en in de presidentsverkiezing van 2020 was hun opkomst exceptioneel hoog in vergelijking met eerdere generaties op zulke jonge leeftijd. Het vooruitzicht van een reprise van de presidentsrace tussen Trump en Biden drukte hun enthousiasme. Nu Harris de Democratische kandidaat is, kunnen nieuwe records gebroken worden.

Lees ook

Ik denk dat jongeren nu juist sterker zijn

Eveline Crone en Renske van der Cruijsen over Gen Z: ‘Ik denk dat jongeren nu juist sterker zijn’

In Deckmans boek is weinig plek voor gesomber over Gen Z. Niet over de crisis in de geestelijke gezondheid van, vooral, meisjes door het gebruik van sociale media, zoals sociaal-psycholoog Jonathan Haidt die schetst in Generatie Angststoornis (2024). Noch voor de toenemende worsteling en eenzaamheid van jonge mannen die achterblijven in het onderwijs en op de arbeidsmarkt sinds ze hun traditionele rol als kostwinner verloren, zoals filosoof Richard Reeves beschrijft in Of Boys And Men (2022). Zij gelooft ook niet, zoals The Financial Times begin dit jaar op basis van peilingen wereldwijd schetste, dat het aantal huwelijken en het geboortecijfer een duikvlucht zouden nemen omdat een hele generatie niet naar bed zou willen met mensen met wie ze het politiek oneens zijn.

Waar zijn de jonge mannen gebleven? Rennen zij massaal in de armen van Trump en zijn running mate J.D. Vance, uit onvrede met de toegenomen assertiviteit van hun vrouwelijke leeftijdgenoten en nostalgie naar traditionele genderrollen?

„Jonge mannen zijn ideologisch veel diverser dan jonge vrouwen. Uit ons meest recente jongerenonderzoek, van januari, blijkt dat maar 19 procent van de kiesgerechtigde Gen-Z-vrouwen zichzelf als Republikein ziet, 41 procent als Democraat en 29 procent ongebonden. Onder mannen is dat 24 procent Republikein, 30 procent Democraat en 36 procent ongebonden.

„Gen-Z-mannen wijken hierin veel minder af van oudere generaties dan vrouwen. Toen Biden nog in de race was, stroomden jonge, mannelijk kiezers, ook van kleur, in behoorlijke aantallen richting Trump. Maar recent zien we dat Harris en [haar vicepresidentskandidaat Tim] Walz jonge zwarte en latino mannen weet terug te winnen.

„De groep die overblijft zijn de witte mannen. Ook in Gen Z kunnen we veilig voorspellen dat die categorie op Trump zal stemmen. Maar vergeet niet hoe raciaal divers Gen Z is. Nog maar grofweg de helft van de generatie identificeert zich als wit. De relevantie van witte mannen neemt af.”

Foto Stephen Voss

Het verlies van betekenis is wat sommige jonge mannen conservatiever lijkt te maken en Trump populair.

„In alle aandacht voor vrouwenrechten is links wel heel goed geworden in het benoemen van giftige mannelijkheid. Maar ze zijn er niet in geslaagd een alternatief verhaal te bieden, over hoe gezonde mannelijkheid er dan uitziet. Maar overdrijf hun conservatisme niet. In de tussentijdse verkiezing van 2022, waarin het toen net afgeschafte abortusrecht de opkomst onder jonge vrouwen stuwde, stemde 72 procent van de Gen-Z-vrouwen op een Democraat. Onder mannen was dat 54 procent. Zo gek veel ontliep dat elkaar niet.”

De onzekere factor in de aanstaande presidentsverkiezingen, is dat Trump de opkomst verhoogt onder kiezers die alle andere verkiezingen aan zich voorbij laten gaan. Peilingen hebben hem altijd onderschat.

„Rechts heeft een heldere boodschap van terugkeer naar een Amerika waarin mannelijkheid centraal staat. Een boodschap tegen de vooruitgang die vrouwen geboekt hebben. Ook daarvoor bestaat een hele eigen online bubbel vol podcasts en influencers. Met Walz proberen de Democraten een andere versie van mannelijkheid neer te zetten, maar hij [en zijn imago als de plattelandsvader, leraar en lekkebandenwisselaar] is te oud om Gen-Z-mannen in vervoering te brengen.

„Trump is natuurlijk nog ouder, maar hij heeft de reputatie van een ordeverstoorder, een systeemvernietiger. De dramatische manier waarop hij een aanslag overleefde, helpt zijn imago als een krachtige man. Dat spreekt een beperkte, maar toch flinke, groep jonge mannen aan. Vaak mannen die wat onzekerder en sociaal geïsoleerder zijn.

„Wat daarbij meespeelt is dat Gen Z een extreem laag vertrouwen heeft in instituten en de gevestigde orde. Ze zijn veel minder gelovig en kerkgaand. Ze wantrouwen de media, de overheid, politieke partijen. Trump plaatst zich buiten die orde. En de economie is voor veel jonge kiezers het allerbelangrijkst. Of het nu hoogopgeleiden zijn met enorme studieschulden of jongeren die al werken, maar nog bij hun ouders in de kelder wonen omdat woningen onbetaalbaar zijn. Economische zorgen leven onder Gen Z bij iedereen. Bij vrouwen bepalen vaker immateriële thema’s, zoals abortus, hun stem dan bij mannen.

„We zien dat de meeste jonge mannen zichzelf eerder links dan rechts van het midden plaatsen, ze vinden het klimaat bijvoorbeeld belangrijk en zijn voorstander zijn van het homohuwelijk. Maar als het op stemmen aankomt blijft de economie hun eerste prioriteit. Ook als ze vier jaar geleden nog niet hun eigen boodschappen deden, weten ze dat die goedkoper waren onder Trump.”

In deze loeispannende verkiezing kan een fractie van de stemmen in maar een paar staten doorslaggevend zijn. Gaat Gen Z deze verkiezingen bepalen?

„Deze generatie speelt een cruciale rol in beide campagnes omdat mensen die voor het eerst stemmen relatief vaker kort voor de verkiezingen nog onbeslist zijn. Maar vergis je niet, de opkomst onder jongeren is altijd lager dan onder ouderen, hoe maatschappelijk betrokken deze generatie ook is. Jongeren verhuizen vaker en hebben hun zaakjes niet altijd op orde – weet ik als moeder van een tiener die voor het eerst mag stemmen. In veel staten moet je je weken of zelfs maanden van te voren registreren om op verkiezingsdag te kunnen stemmen. Bovendien is een groot deel van Gen Z pas bij volgende verkiezingen oud genoeg om te stemmen.”

Bestaat de kans dat deze generatie dan conservatiever wordt?

„De jonge vrouwen die nu vooroplopen en gevormd zijn door de maatschappelijke ontwikkelingen van hun jeugd zullen zich niet massaal ontpoppen tot tradwives. Er is overdreven veel aandacht voor dat marginale verschijnsel [van antifeministische influencers die filmpjes plaatsen van hoe ze brood bakken en ander huishoudelijk werk doen], juist omdat het de uitzondering vormt. Over hoe jonge mannen zich verder politiek ontwikkelen, durf ik minder voorspellingen te doen.”