Franse studenten zijn bezorgd over racisme, toegenomen geweld en hun lege portemonnee

De Franse masterstudent Hadil Boussoufa (22) heeft een white passing, vindt ze. „Als je mij ziet – ik draag geen hoofddoek, mijn huid is redelijk licht – dan denk je niet meteen: dat is een Arabisch meisje, een moslima.” Dat is soms ingewikkeld: „Ik worstel ermee of ik thuishoor in de groep ‘immigranten’ of de groep ‘Fransen’.” Maar het is ook een voordeel, zegt ze enigszins beschaamd. „Mijn witte voorkomen beschermt me tegen de politie.”

NRC spreekt Boussoufa in een stoffig zaaltje van de Universiteit Aix-Marseille in het Zuid-Franse Aix-en-Provence in het kader van onderzoek naar gevoelens van (on)veiligheid bij studenten. In Frankrijk is vanwege het verhitte politieke debat over vooral Noord-Afrikaanse immigratie gekozen te praten met studenten van de master genaamd ‘Talen en samenlevingen – traject Arabische, Islamitische en Hamito-Semitische werelden’ (afgekort: MAHMS). Zeventien masterstudenten van 21 tot 33 jaar oud vulden de vragenlijst in die NRC bij studenten in vijf landen uitzette, met vijf studenten werd een diepte-interview afgenomen.

Veel studenten tonen zich wantrouwig naar agenten, valt op. Een meerderheid van de respondenten, van wie zeker de helft tot een ‘etnische of religieuze minderheidsgroep’ behoort, zegt geen vertrouwen in de politie te hebben. Boussoufa verklaart: „Ik woon in een cité [een in Frankrijk veelgebruikt eufemisme voor een achterstandswijk met veel flats] en ik zie dagelijks hoe inwoners van deze wijken worden mishandeld door de politie.”

Als voorbeeld noemt ze wat haar vader overkwam toen zij een jaar of vijf was. Boussoufa senior, die na zijn emigratie van Algerije naar Frankrijk handelde in tweedehands elektronica, bleek een telefoon met daarin een gestolen simkaart te hebben gekocht. „De politie had die gelokaliseerd in ons appartement en in plaats van in gesprek te gaan met mijn vader, pakten ze hem meteen op.” Ze herinnert zich dat ze thuis kwam van school en hij met zijn armen op de rug gebonden een politieauto in werd geduwd. „Dat zou denk ik nooit zo gebeuren bij een witte Fransman in een rijke wijk.”

Een meerderheid van de respondenten, van wie zeker de helft tot een ‘etnische of religieuze minderheidsgroep’ behoort, zegt geen vertrouwen in de politie te hebben

Haar klasgenoten schetsen een vergelijkbaar beeld. „De politie beschermt ons niet per se, het hangt af van je profiel en van waar ze zin in hebben”, schrijft een 23-jarige studente. „Ze hebben geen oog voor de omstandigheden waarmee minderheden te maken hebben”, vindt een klasgenoot. Een ander merkt op dat de meeste agenten witte mannen zijn, wat hem als queer man naar eigen zeggen angst inboezemt. „Op papier hebben we in Frankrijk vrijheid, gelijkheid, broederschap”, verzucht Moufida Ben Salah (23) . „Maar in de praktijk worden minderheden anders behandeld.”

“Mijn witte voorkomen beschermt me tegen de politie” denkt student Hadil Boussoufa (22).
Foto Nicolas Serve

Lees ook
Rechtszaken in Frankrijk tonen hoe hoog de spanningen zijn opgelopen tussen Franse jongeren van kleur en de politie

<img alt="Sinds de rellen in Frankrijk in de afgelopen weken zijn honderden jongeren tijdens snelrechtzittingen veroordeeld, vaak tot zware straffen. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/franse-studenten-zijn-bezorgd-over-racisme-toegenomen-geweld-en-hun-lege-portemonnee-1.jpg”>

Opkomst radicaal-rechts

De groep studenten is te klein om de enquête representatief te noemen, maar in hun woorden klinken zorgen die vaker te horen zijn in Frankrijk. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat een meerderheid van de Fransen ziet dat de politie niet alle Fransen gelijk behandelt. Uit een vijftiental studies is bovendien gebleken dat bij fouilleren en controles etnisch wordt geprofileerd. Het is ook bekend dat een groeiend aantal agenten radicaal-rechts stemt.

De politie beschermt ons niet per se, het hangt af van je profiel en van waar ze zin in hebbenAnonieme studente (23) in een NRC-enquête over onveiligheidsgevoel

Één student heeft een opvallend ander beeld van de politie: de Senegalese student Madior Sarr (27). „Ik werk een paar dagen per week tot drie uur ’s ochtends in een restaurant in het centrum van Aix, en als ik naar huis ga kom ik altijd meerdere politieauto’s tegen”, vertelt hij. „Dat geeft me een ontzettend veilig gevoel. Meestal rijden ze gewoon langs, soms komen ze een praatje maken – altijd zijn ze aardig en kalm. Daardoor voel ik me veilig om ’s nachts over straat te gaan.”

Door de aanwezigheid van politie voelt student Madior Sarr (27) zich “veilig om ’s nachts over straat te gaan.”
Foto Nicolas Serve

Hij wijt het verschil aan zijn Senegalese achtergrond. „Ik heb een andere context: in Senegal respecteren agenten de bevolking niet”, vindt Sarr – zeker nu niet, met de politieke spanningen sinds het onverwachte uitstel van de presidentsverkiezingen. „Bij ons praten agenten op een ruwe manier tegen je, soms slaan ze je zonder reden. Ze verzinnen dingen die je helemaal niet hebt gedaan en zijn corrupt. Dat heb ik hier in Frankrijk nog nooit meegemaakt.”

De opkomst van radicaal-rechts – de radicaal-rechtse partij Rassemblement National is groter dan ooit en lijkt af te stevenen op een monsterzege bij de Europese verkiezingen van juni – is eveneens een punt van zorg voor de MAHMS-studenten. Vijf van de studenten noemen dit expliciet in de vragenlijst als een van de zaken die ze ongerust maakt. „Ik zie het niet per se, maar ik hóór hoe radicaal-rechts aan terrein wint”, zegt Ben Salah. „Er is iets veranderd in de manier waarop mensen praten. Bepaalde vooroordelen worden tegenwoordig zonder schaamte uitgesproken, alsof er een soort racisme is dat we oké of zelfs cool vinden.”

Als voorbeeld noemt ze een gesprek met een leeftijdsgenoot die haar onlangs ontzet vroeg „waarom Algerijnen hun vlaggen altijd overal ophangen”. Ben Salah heeft een Tunesische achtergrond. „Toen heb ik rustig uitgelegd wat de koloniale geschiedenis van Algerije is, dat Frankrijk de Algerijnse identiteit heeft willen wegvagen en de vlag tonen voor Algerijnen misschien een manier is om te laten zien dat ze trots zijn op hun achtergrond” – kennis die ze opdeed tijdens haar studie. Het gesprek bleef vriendelijk, maar Ben Salah vreest dat dit soort uitspraken kunnen leiden tot confrontaties.

“Ik zie het niet per se, maar ik hóór hoe radicaal-rechts aan terrein wint”, zegt Moufida Ben Salah (23).
Foto Nicolas Serve

Ben Salah spreekt hier over een witte kennis die zich uitlaat over Algerijnen, maar ze ziet ook andersom vooroordelen onbeschaamd uitgesproken worden. „De manier waarop sommige Arabische mensen praten over zwarte of Aziatische mensen is ook catastrofaal. Niemand lijkt meer moeite te willen doen om de ander te begrijpen.”

Ook Boussoufa heeft de indruk dat mensen zich vrijer voelen om racistische dingen te zeggen. „Ik reed laatst met mijn gesluierde moeder over de snelweg. Ze heeft pas net haar rijbewijs dus ze rijdt nog wat onhandig. En toen begon een man mijn moeder uit zijn raampje uit te schelden voor ‘vuile Arabier’ die moet leren rijden”. Boussoufa voelt zich ook hierbij niet beschermd door de autoriteiten. „Iedereen weet dat als je hiervan aangifte zou doen, het nooit tot een zaak zou komen.”

Lees ook
Islamitische scholieren in Frankrijk passen zich schoorvoetend aan op nieuw kledingverbod: ‘Ik ben hier om lessen te volgen’

Coumba Moussa, in de felblauwe abaya, brengt haar zoon Souleymane af bij school in Creil. Leerlingen mogen het soepelvallende gewaad niet meer aan op school.

Toegenomen geweld

De 27-jarige Sarane Gerigk – groene ogen, roze sjaaltje – noemt radicaal-rechts niet als een punt van zorg en zegt wel vertrouwen te hebben in de politie. Hij heeft juist het idee dat sommige jonge Fransen „gek zijn geworden”. Gerigk doelt op het toegenomen geweld in het criminele (drugs)circuit: het aantal moorden en pogingen tot moord gelieerd aan drugscriminaliteit neemt toe in Frankrijk (tussen 2022 en 2023 met 56 procent tot 315 moorden en pogingen daartoe).

Sarane Gerigk (27) heeft meegemaakt dat schoolgenoten („geen directe vrienden”) in het criminele circuit belandden en vermoord werden.
Foto Nicolas Serve

„Ik zat op een middelbare school in Avignon en was bevriend met jongens uit de cités, ik identificeerde me met hen. Maar ik zie hoe de mentaliteit is veranderd: sommigen denken niet meer na, die zijn echt heel gevaarlijk geworden.” Hij heeft meegemaakt dat schoolgenoten („geen directe vrienden”) in het criminele circuit belandden en vermoord werden. „En een paar dagen geleden is vijfhonderd meter bij mij vandaan nog iemand geliquideerd”, zegt Gerigk. Hijzelf heeft niets met dit milieu – Gerigk ging studeren en geeft koranles bij jongerenorganisaties.

Gerigks zorgen maken niet dat hij het gevoel heeft dat hij zelf gevaar loopt – hij voelt zich ’s nachts, in het ov en als hij alleen op straat is nooit onveilig. „Misschien vanwege mijn geslacht.” Voor een deel van zijn vrouwelijke klasgenoten is dat anders, blijkt uit de enquête: zeven van de twaalf vrouwen geeft aan zich niet altijd veilig te voelen als ze alleen, in de nacht en/of in het openbaar vervoer reizen.

Zoals de 21-jarige Elsa Brière, die het idee heeft dat haar omgeving onveiliger is geworden. „Toen ik vijftien, zestien jaar was kon ik prima om twaalf uur ’s nachts alleen thuiskomen in het dorp naast Montpellier waar ik ben opgegroeid”, vertelt ze – haar grote bril vergroot haar bruine ogen. „Maar de laatste jaren ben ik achtervolgd, gooiden mensen dingen op me, werd ik uitgescholden, zaten mensen aan me in de tram.” Daarom neemt ze nu voorzorgsmaatregelen: „ik ga vaker met de auto en als ik uitga, zorg ik dat ik altijd met drie of vier vriendinnen ben.”

Koopkracht loopt terug

Angst voor een (burger)oorlog hebben de ondervraagde studenten niet. En hoewel vier van de studenten een klimaatramp het ‘meest waarschijnlijk’ vinden, vreest veruit de meerderheid (twaalf van de zestien studenten) een ‘economische crisis’ in Frankrijk.

Een keuze die een reflectie is van de fors gestegen prijzen van vooral eten en elektriciteit in Frankrijk.

Elsa Brière: „Bepaalde producten kan ik niet meer betalen: ik koop bijvoorbeeld geen vlees en melk meer.” Ze probeert sinds september een bijbaan te vinden, maar het lukt niet iets te vinden met voldoende salaris. Het maakt haar bezorgd over de toekomst, ook omdat ze niet kan terugvallen op haar ouders. Ook haar klasgenoten zagen hun koopkracht teruglopen. Zo vertelt Ben Salah dat ze iedere week 25 euro apart legt voor boodschappen: „Eerder kocht ik daar een tas vol eten voor, nu nog maar een paar producten.”

Elsa Brière (21) kan niet alle productie meer betalen. “Ik koop bijvoorbeeld geen vlees en melk meer.”
Foto Nicolas Serve

Boussoufa redt het nog net om rond te komen. „Maar ik weet nog niet wat ik wil doen na mijn studie en hoeveel ik daarmee ga verdienen.” Het geeft haar stress: „Mijn ouders zouden me wel willen helpen, maar zij moeten ook hun eigen huur en boodschappen betalen.” Meerdere studenten zeggen te beseffen dat de economische situatie in andere landen schrijnender is en Frankrijk een sterk sociaal vangnet heeft – ook voor studenten. „Ik heb een studiebeurs en ik kan bij [universiteitsrestaurant] Crous eten voor 1 euro”, zegt Brière bijvoorbeeld. Het is vooral de periode na de studietijd die tot zorgen leidt.

Naar Dubai bijvoorbeeld, daar zijn overal camera’s en de wet is zo streng dat er je superveilig bent. En je verdient er een stuk meerElsa Brière (21), overweegt na haar studie Frankrijk te verlaten

De toegenomen onveiligheid en economische instabiliteit die Brière ervaart in Frankrijk maken dat ze overweegt na haar studie het land te verlaten. „Naar Dubai bijvoorbeeld, daar zijn overal camera’s en de wet is zo streng dat er je superveilig bent. En je verdient er een stuk meer.” Ook Ben Salah, die als dochter van een diplomaat sowieso niet erg gebonden is aan Frankrijk, wil vanwege de maatschappelijke spanningen en de slechte economische situatie misschien weg. „Frankrijk tuimelt in de afgrond”, vindt ze. „In mijn omgeving hebben nog maar weinig mensen nog vertrouwen in dit land.”

Ook Sarr (27) wil uiteindelijk weg uit Frankrijk – maar om een heel andere reden: hij mist zijn familie in Dakar. De komende jaren blijft hij echter in Aix-en-Provence. „Hier verdien je veel geld”, vindt hij anders dan zijn klasgenoten. „Dus ik ga een paar jaar sparen voor ik weer naar huis ga. Met 10 euro kun je hier misschien niet veel, maar met dat bedrag omgerekend in [de Senegalese valuta] CFA kan ik mijn familie echt helpen.”


Corruptie bij de politie? Daar hebben cadetten in Guatemala nog nooit van gehoord

In Guatemala is de politie niet je beste vriend. Eerder is ze een steekmug. Una mordida (letterlijk ‘een beet’) heet de steekpenning die agenten op elke straathoek aan burgers kunnen vragen. Dienders bijten al bij de kleinste overtredingen – of je die nu daadwerkelijk hebt begaan, of niet. Van een genegeerd stopbord tot een blaastest: wie gestoken wordt, moet met wat briefgeld een echte bekeuring of aanhouding afkopen.

Sommige agenten worden tot deze clandestiene belastingheffing gedwongen door corrupte superieuren. In het beste geval gebruiken die het smeergeld nog nuttig, om de benzinetank van de patrouillewagens te vullen, bijvoorbeeld. Andere agenten houden het zelf en spekken er hun (vaak karige) salaris mee. Eindresultaat is dat de gemiddelde Guatemalteek de politie bekijkt met een mengeling van vrees en walging.

Ondanks dat slechte imago melden zich bij de nationale politieacademie elk jaar veel meer geïnteresseerden dan dat er opleidingsplaatsen zijn. Vorig jaar waren er ruim 11.000 aanmeldingen voor 1.290 plekken, vertelt adjunct-chef Leydi Bautista op de groene en uitgestrekte academie in het noorden van Guatemala-Stad. Een streng lichamelijk, psychologisch en theoretisch staatsexamen bepaalt elk jaar wie er cadet mag worden.

Tientallen van deze gelukkigen marcheren deze ochtend in vier strakke rijen over de kazerneachtige campus. In gesteven donkerblauw uniform en op opgepoetste kistjes gaan ze van klaslokaal naar kantine naar barak. Aan hun riem een replica van hun toekomstige dienstwapen, om alvast aan het gewicht te wennen.

In elf maanden wordt deze lichting klaargestoomd tot junior agent. Wie in die tijd fysiek uit vorm raakt, niet tijdig terugkeert van weekendverlof of zwanger raakt, moet meteen weg. De baan is echter zo begeerd dat zulke uitval zeldzaam is, zegt officier Bautista. „Het jaar is al bijna over en er zijn pas dertig studenten gestopt.” (van de bijna 1.300 eerstejaars).

Studenten van de nationale politie academie in Guatemala-Stad tijdens een training.
Foto Luis Echeverria

Kladderadatsch

Wie wil er nu agent worden in een land als Guatemala? Straatbendes zijn de baas in sommige stadswijken en drugscriminelen heersen over delen van het platteland. Dat geldt voor veel meer landen in Latijns-Amerika – een regio waar slechts 8 procent van de wereldbevolking woont, maar 40 procent van alle mondiale moorden worden gepleegd. In Guatemala maakten vredesakkoorden in 1996 op papier een einde aan 36 jaar burgeroorlog, maar de strijdende partijen maakten deels een doorstart als delinquenten.

De 25 studenten van de politieacademie die de enquête van NRC invullen, voelen zich echter relatief veilig. De politiestudenten zijn allemaal geboren in de jaren na de vredesakkoorden en tonen zich niet erg bevreesd voor nieuwe oorlog of intern conflict. Veel vaker kruisen ze aan ‘ongeregeldheden’ te vrezen. Vorig jaar was een zeer bewogen verkiezingsjaar en burgers gingen wekenlang de straat op om de verkiezingsuitslag (een links anti-corruptiekandidaat won verrassend) te verdedigen tegen sabotage door de zittende machthebbers.

Onveiligheid ervaren de cadetten zelf niet zozeer op straat, in het openbaar vervoer of ’s nachts, maar in de economie, en dan vooral op de arbeidsmarkt. Banen zijn schaars en bijna altijd tijdelijk. „Zelfs een gemiddeld diploma volstaat niet meer om werk te vinden”, klaagt een ondervraagde 24-jarige student.

Studenten van de nationale politie-academie in Guatemala-Stad bij de lunch.
Foto Luis Echeverria

Ook de inflatie van de laatste jaren baart velen zorgen. Zo worden „alle boodschappen duurder”, schrijft een jongeman van 22. Een klasgenoot ziet dat „sommige mensen moeten stelen omdat ze door gebrek aan werk hun gezin niet kunnen voeden zoals het hoort”. Dat leidt tot meer criminaliteit, ziet een ander: „Ik maak me zorgen dat door de prijsstijgingen het geweld toeneemt, omdat mensen zonder werk thuis toch eten op tafel willen kunnen zetten.”

Onveiligheid ervaren de cadetten zelf niet zozeer op straat of ’s nachts, maar in de economie, en dan vooral op de arbeidsmarkt

Guatemala wordt regelmatig getroffen door aardbevingen, droogtes, orkanen en ook de coronapandemie sloeg er hard toe. Maar gevraagd naar negatieve toekomstscenario’s is de economie de grotere zorg. Gevraagd wat ze het meest waarschijnlijk achten voor hun land, vinken de studenten ‘economische ineenstorting’ veel vaker aan dan natuurramp, klimaatrampen of een nieuwe pandemie. Ook in hun eigen leven vrezen ze sterker de gevolgen van zo’n economische kladderadatsch meer dan andere tegenslagen.

Private beveiligers

Het verklaart waarom een baan als agent zo geliefd is. Vanwege het uniform, maar vooral het vaste contract: bij de overheid, voor het leven en met een prima pensioen na dertig dienstjaren. Te midden van alle geweld en economische onzekerheid is juist dat veiligheid. Een lot uit de loterij. „Mijn plek bij de Nationale Politie zal iets goeds zijn voor ons economische leven”, schrijft een 21-jarige studente.

Die zekerheid is een groot contrast met de precaire situatie van, bijvoorbeeld, de private beveiligers die overal banken, benzinestations, bedrijven en de betere buurten bewaken. Voor elke agent telt Guatemala drie particuliere beveiligers. Zij dragen doorgaans geen blauwe maar meestal zandgele of beige uniforms. Ze draaien lange diensten, verveeld leunend tegen de deurpost of gevel die ze beveiligen, met hun dubbelloopsgeweer diagonaal over de borst.

Een neef van politieacademiestudent Esther Alvaradón heeft zo’n beveiligingsbaantje, vertelt ze. Niet alleen verdient hij minder dan zij straks als agent, hij moet daar ook nog eens veel langer voor werken. „Hij moet tot wel vijftien dagen op rij werken en heeft dan maar twee dagen vrij, voordat hij weer opnieuw verwacht wordt. Ik moet straks soms ook acht dagen op rij werken, maar mag er dan ook acht compenseren.”

Voor Esther Alvaradón is de zekerheid van een politiebaan erg aantrekkelijk.
„Nu ik hier zelf een vuurwapen leer dragen, begrijp ik veel beter dat het geen speelgoed is”, zegt politieacademiestudent Roxana Álvarado.

Foto’s Luis Echeverria

Ook haar klasgenoot Roxana Álvarado ziet dat deze wachters het een stuk slechter hebben, vertelt ze. ,,Nu ik hier zelf een vuurwapen leer dragen, begrijp ik veel beter dat het geen speelgoed is. Je moet er in opgeleid worden, want als je niet weet hoe je het juist gebruikt, wil je niet weten wat er allemaal kan gebeuren.”

Corruptie

De politiecadetten noemen de wijdverspreide corruptie in hun land zelfs ook regelmatig in de enquêtes. Maar dan niet die binnen het korps waar ze over een aantal maanden deel van zullen uitmaken, maar de corruptie binnen de politieke klasse. Vraag ze specifiek naar de praktijk van de ‘mordidas’ en ze kijken je – met de instructeur binnen gehoorafstand – zo glazig mogelijk aan.

De politieke corruptie is ook een groeiend probleem in het land. Volgens het jaarlijkse onderzoek van Transparency International is ze in – in de ogen van Guatemalteken zelf – onder de vorige drie regeringen toegenomen. „De staat heeft geen institutionele middelen om hier tegen te vechten, omdat ook het Openbaar Ministerie en de magistratuur gecorrumpeerd zijn en de corrupte elites beschermen en degenen die zich er tegen uitspreken vervolgen”, aldus de gezaghebbende ngo in haar laatste jaarverslag over 2023.

De welhaast onuitroeibare corruptie, schrijft één student, „is een kwaad dat alle burgers raakt”. Een ander spreekt op zijn enquêteformulier liever over „enkele corruptiegevallen, zoals in elk land”. Weer een ander is juist bezorgd dat de ‘betogingen’, die vorig jaar gericht waren tegen de electorale inmenging door het corrupte OM en de oude politieke klasse, „het land in een economische crisis kunnen storten”.

Student Orlando Achila ziet een ander verband: „De laatste paar jaar zijn democratische processen een paar keer in gevaar geweest”, schrijft hij eufemistisch. „Maar het volk is hier tegen in opstand gekomen bij vreedzame betogingen”. Natuurlijk, vervolgt hij, „is het zorgelijk dat corruptie de instituties besmet, maar ik houd hoop en we blijven onze strijd voeren door ons professioneel en ethisch te scholen.”

Natuurlijk, zegt Orlando Archila, „is het zorgelijk dat corruptie de instituties besmet, maar ik houd hoop en we blijven onze strijd voeren door ons professioneel en ethisch te scholen.”
Foto Luis Echeverria

In een interview erkent Achila later wel voorzichtig dat corruptie ook de politie aanvreet en dat „de georganiseerde misdaad soms zakendoet met autoriteiten”. Maar, zegt hij: „Ik beschouw het persoonlijk niet als optie dat te tolereren. En natuurlijk heb ik er wel eens over nagedacht dat dit ook mij kan overkomen. Dat ik in die situatie beland.”

Maar Achila is overtuigd dat hij zijn rug recht zal kunnen houden als zijn commissaris hem mocht opdragen ook mordidas te gaan heffen. „De waarden die we hier ingeprent krijgen en die ik ook vanuit thuis meekreeg, maken dat ik daar niet in mee zal gaan” en somt die waarden dan op: „Loyaliteit, discipline, eer”.


Economische tegenslag is een kopzorg voor Chinese jongeren

Officieel voelen Chinezen zich erg veilig. In 2022 rapporteerde het Nationaal Bureau voor Statistiek dat 98,6 procent van de bevolking een veilig gevoel had, 11 procent meer dan in 2012. In die tien jaar daalden de criminaliteitscijfers in het land behoorlijk. De kans om beroofd te worden nam af met 96,1 procent en ook het risico op een ernstig verkeersongeluk werd kleiner (met 59,3 procent).

Toch zijn de jongeren die NRC sprak over hun zorgen op het gebied van veiligheid kritisch. NRC deed grensoverschrijdend onderzoek naar het gevoel van (on)veiligheid onder studenten. In China sprak NRC met drie studenten journalistiek en informatica. Toegang krijgen tot een klas studenten om ze te enquêteren bleek onmogelijk in verband met strenge Chinese regels over contact met buitenlandse media.

Vooral een economisch rampscenario voelt dichtbij, nu de jeugdwerkloosheid tot recordhoogtes stijgt. Vorig jaar stopte de overheid een half jaar met het publiceren van de maandelijkse cijfers over jeugdwerkloosheid, nadat die in juni met 21,3 procent een nieuwe piek bereikten. In december was het getal, berekend volgens een nieuwe rekenmethode, gedaald tot 14,9 procent.

De jongeren weten dat hun leeftijdsgenoten in Europa zich zorgen maken over het klimaat, maar onder hun vrienden leeft het niet. Volgens Lena (23), een masterstudent journalistiek, is er weinig bewustzijn over de gevaren daarvan. Ze ziet dat er in Chinese media geen verband gelegd wordt tussen de extreme weersituaties in het land van de afgelopen jaren en klimaatverandering. „Het voelt niet als iets dat over onszelf gaat.”

De drie studenten waren studiegenoten aan een relatief onbekende universiteit in Hangzhou, een welvarende stad in het oosten van China, waar ze hun bachelors in journalistiek en informatica behaalden. Nu zitten ze in een masterprogramma, of bereiden ze zich daarop voor. De afgelopen jaren steeg het aantal masterstudenten in Chinese universiteiten sterk, ook als methode om de onzekere arbeidsmarkt nog een paar jaar te vermijden. Vorig jaar deden 4,5 miljoen studenten mee aan de toelatingsexamens voor masterprogramma’s. In 2020 waren dat er 3,4 miljoen.

Lees ook
Zonder uitzicht op werk gaan Chinese jongeren liever ‘platliggen’

Wang Zubei (24) brandt wierookstokjes in een Lamatempel in Beijing. Ze hoopt op meer geld, een goede gezondheid en „een mooi liefdesleven”.

De studenten vinden af en toe hun weg naar het „externe internet”, het ongecensureerde internet waar alleen met VPN-technologie toegang tot is. Daar kijken ze naar Chineestalig nieuws op YouTube of op X, en zien ze berichten over China waardoor het land minder veilig lijkt dan de beelden op de staatsmedia doet overkomen.

Studenten zoeken werk op een banenmarkt in Wuhan.
Foto AFP

Op de Global Peace Index, een internationale ranglijst voor veiligheid, stond China vorig jaar op plaats 80 – precies halverwege de lijst, maar ver boven de Verenigde Staten (plaats 129). De veiligheidsproblemen in de VS worden breed uitgemeten in de Chinese pers en zijn ook bij de jongeren bekend.

Gevraagd naar zijn mening over de Verenigde Staten maakt de 24-jarige Xu Jianing een geweer van zijn linkerhand. „Daar houd ik niet van.” Maar over een conflict tussen China en de VS of Taiwan maken ze zich niet druk. Ze voelen de emoties de laatste jaren oplopen, maar zijn ook gewend aan overspannen overheidsretoriek. Volgens de 24-jarige Ciri Cui, die zich voorbereidt op een studie in Japan, voelt oorlog „ver weg”.

Een banenmarkt in Zhengzhou. Hoewel betrouwbare cijfers ontbreken, lijkt de werkloosheid in China flink te zijn opgelopen.
Foto Future Publishing

Lena Sun (masterstudent journalistiek, 23): „Chinese media verspreiden propaganda”

„Ik studeer journalistiek. Ik weet dat de voornaamste functie van Chinese media het verspreiden van propaganda is, niet van nieuws. Dus wat je ziet is vooral positief. En dat werkt best goed – het creëert een relatief harmonieuze samenleving waarin mensen denken dat ze op een veilige plek wonen. Maar er is veel wat je niet weet.

„Daarvoor moet je naar het externe web, zonder censuur. Ik doe dat zelf ook niet zo vaak. Deels is dat vanwege het gedoe met een VPN. Maar het is ook omdat veel van dat nieuws niet direct met mij te maken heeft. Ik ga pas naar Twitter [nu bekend als X] als er iets is gebeurd is waar ik echt meer over wil weten. Laatst was er bijvoorbeeld een gewelddadig incident in Rizhao, in de provincie Shandong, waar ik vandaan kom. Dan ga ik kijken.

„Economisch voelen mensen zich nu niet zo veilig. Bijna iedereen die werkt heeft bijvoorbeeld wel wat aandelen of andere financiële producten. Die worden allemaal minder waard als het slecht gaat op de beurs. Een economische recessie lijkt me het meest waarschijnlijke rampscenario.

„Daarnaast maak ik me ook wel zorgen over het klimaat. Er is hier weinig bewustzijn op dat vlak, ook bij jongeren. Je ziet wel al die nieuwsberichten over extreem weer, maar het wordt niet gelinkt aan een veranderend klimaat. Ik weet dat er internationaal ook nog niet echt goede oplossingen voor zijn gevonden. Dus dat wordt wel een probleem.

„Als je China internationaal wilt vergelijken, zitten we denk ik ongeveer in het midden. Er zijn bijvoorbeeld landen waar ze meer vrijheden hebben, maar waar het ook minder veilig is. Neem een land als Myanmar. Daar is veel criminaliteit en mensensmokkel en dergelijke. Maar ik hoor dat het in veel Europese landen, waaronder Nederland, ook vrij veilig is.”


Xu Jianing (masterstudent informatica, 24): „We hebben geen privacy meer”

„In China voelen de meeste mensen zich veilig. In een stad als Hangzhou hangen er op elke hoek van de straat camera’s. De overheid kan iemand heel makkelijk traceren. Dat zag je ook tijdens de pandemie. Maar dat geldt ook voor als iemand iets fout doet. De politie heeft je zo. Eigenlijk hebben we geen privacy meer. Iedereen is transparant. Ik laat even in het midden of dat goed of slecht is. We zijn eraan gewend. In China gaat het volgens de Chinese regels.

„Daarnaast is China natuurlijk sterker geworden in de laatste decennia. Dat maakt het land ook veiliger. Economisch zijn er nu wel schommelingen. Ik heb daar ook wel stress van. Ik wil graag gaan verdienen, ook om mijn vader te ontlasten, maar ben nog steeds aan het studeren. En wat voor werk is er straks? Zelfs een studiegenoot die nu bij een bank werkt, verdient nauwelijks.

„Het wordt niet makkelijk. Aan de andere kant: onze generatie heeft de wind toch redelijk mee gehad. Kijk naar het goede onderwijs dat we hebben genoten. We blijven gewoon ons best doen.

„Iedereen die ik ken is met zijn eigen leven bezig – aan het klimaat denken we niet. Ik maak me daar ook niet zo’n zorgen over. Als het erop aankomt, bij een aardbeving of andere ramp, zijn Chinese mensen goed in mobiliseren. We kunnen die situaties aan.

„Ik loop relaxed over straat. Ik ben ook extrovert, dus ik vind het geen probleem om met vreemden contact aan te gaan. Maar goed, ik ben wel een man. Voor een vrouw is het misschien weer anders. Maar China is zeker veiliger dan de VS. Hoewel, ik ben er niet geweest. Eigenlijk weet ik het ook niet [lacht].”


Ciri Cui (aankomend masterstudent journalistiek, 24): „Heeft iemand connecties, dan beschermt de politie je niet”

„Ik voel me wel veilig, behalve soms ‘s avonds of als er recent een moord is gepleegd of iets dergelijks. Het punt is dat de politie je wel kan beschermen, maar alleen als de crimineel een onbelangrijk iemand is, iemand zonder macht. Als de persoon die jou iets aandoet of lastigvalt connecties heeft, dan kun je wel aangifte doen maar kom je niet ver.

„Ons land is instabiel. In de media lijkt het goed met ons te gaan. Daardoor voelen mensen zich misschien ook veiliger. Maar als je op het ongecensureerde internet kijkt, zie je veel nieuws over sociale onrust. Vooral vanwege de economie. Werkloze mensen die wanhopig worden en geweld plegen. Dat soort dingen.

„Op andere onderwerpen wakkeren Chinese media juist de emoties aan. Als ik nieuws zie over geweld in de VS wil ik de statistieken weten, en hoe het verschilt van de situatie in China. Maar dat staat er nooit bij. Ook als het over Taiwan gaat wordt alles breed uitgemeten, recent nog over de twee Chinese dode vissers bij Kinmen. De situatie is daardoor meer gespannen maar oorlog voelt wel ver weg.

„Ik ben vorig jaar juni afgestudeerd en leer nu voor examens om in Japan een master te doen. Ik sta ook niet in de statistieken voor jeugdwerkloosheid. Maar dat is echt een probleem. Vier, vijf jaar geleden hadden mensen meer idealen op het vlak van werk. Nu is het allemaal veel urgenter. Kan je een baan vinden? Word je niet binnen korte tijd weer ontslagen?

„Ik ben vrij uitgesproken. Veel van mijn klasgenoten spreken meer in de taal van de Partij. Dat komt ook door verschillen in onze levens. Ik ga naar Japan, en wil dat al vanaf mijn vroege tienerjaren. Anderen denken aan hun toekomstige baan binnen het systeem en spreken zich daarom minder uit.”

Studenten zoeken werk op een banenmarkt in Wuhan.
Foto AFP


Australische studenten zien klimaatverandering als reële bedreiging voor hun toekomst

‘Dit is geen vrolijk verhaal’, waarschuwt hoogleraar Sharon Friel aan het begin van haar college over de gevolgen van klimaatverandering voor de volksgezondheid. Ze wijst naar een grafiek die aantoont dat hoe groter de inkomensongelijkheid is, hoe slechter het gesteld is met de volksgezondheid. Het fenomeen dat deze verschillen uitvergroot: klimaatverandering.

Het is een zonnige maandag in februari, de tweede les van het nieuwe schooljaar. Zo’n dertig eerstejaars studenten zitten in een collegezaal van de Australian National University aan de rand van de Australische hoofdstad Canberra voor het vak ‘Klimaat en Maatschappij’. Ze kijken beduusd naar de powerpointpresentatie.

Friel probeert een positieve draai te geven aan haar verhaal. „Als we klimaatverandering aanpakken, neemt ook de ongelijkheid af”, zegt ze opgewekt. „Dat geeft hoop. Iedereen in deze zaal kan bijdragen aan verandering.”

De studenten zijn minder optimistisch. Zij zien klimaatverandering als een reële bedreiging voor hun toekomst, waar ze weinig aan kunnen doen. Dat blijkt uit een peiling over hoe veilig zij zich voelen, een initiatief van NRC. In Australië is de enquête afgenomen bij negentien eerstejaars studenten (zes mannen, dertien vrouwen) aan de Australian National University in Canberra.

In het tweede uur is hoogleraar Mark Howden, klimaatwetenschapper en lid van het VN-klimaatpanel IPCC uitgenodigd als gastspreker. Hij begint zijn college met een aantal verontrustende statistieken. „Het jaar 2023 was met afstand het warmste jaar ooit gemeten sinds de moderne metingen begonnen”, zegt hij. De wereld was vorig jaar gemiddeld 1,48 graden warmer dan voor het pre-industriële tijdperk.

Lees ook
Dit zijn de extremen van 2023, het warmste jaar sinds mensenheugenis

Dit zijn de extremen van 2023, het warmste jaar sinds mensenheugenis

„Denkt u dat we nog binnen de anderhalve graad opwarming kunnen blijven?”, vraagt een student voorzichtig. Howden aarzelt. „Dat is onwaarschijnlijk”, zegt hij uiteindelijk.

Als we klimaatverandering aanpakken, neemt ook de ongelijkheid afHoogleraar Sharon Friel

Verloren strijd

„Ik schrok van zijn antwoord”, zegt student Lucy Piva (18) een dag later aan de telefoon. „Ik wil graag zeggen dat ik positief en hoopvol ben over de toekomst. Maar eerlijk gezegd voelt het als een verloren strijd. Ik ben net achttien, mag pas net stemmen. Ik heb niet de politieke macht om klimaatbeleid te veranderen.”

Van de negentien studenten die de enquête hebben ingevuld geven dertien van hen aan dat een klimaatramp het meest waarschijnlijke rampscenario is voor Australië. Zestien van de negentien studenten geloven dat ze tijdens hun leven te maken krijgen met de gevolgen van een klimaatramp.

Dat is niet slechts een doemscenario. Volgens het Bureau of Meteorology, het Australische meteorologisch instituut, is Australië al 1,5 graden opgewarmd sinds 1910. Van alle G20-landen had Australië in 2021 de hoogste uitstoot per hoofd van de bevolking. Sinds het aantreden van de Labor-regering van premier Anthony Albanese in mei 2022 is het klimaatbeleid aangescherpt, van 26 tot 28 procent CO2-reductie in 2030 naar 43 procent. Maar dat is niet genoeg om binnen de afgesproken 1,5 graad opwarming te blijven.

Ik wil graag zeggen dat ik positief en hoopvol ben over de toekomst. Maar eerlijk gezegd voelt het als een verloren strijdLucy Piva (18), eerstejaarsstudent klimaat en maatschappij

Ook blijft het Australische klimaatbeleid nog steeds achter in vergelijking met landen in Europa en de Verenigde Staten. De zorgen van de studenten weerspiegelen die van de Australische bevolking. Uit een landelijke peiling blijkt dat meer dan 70 procent zich zorgen maakt over de gevolgen van klimaatverandering op hun leven.

Ook de 18-jarige Riley Coleman kwam gedesillusioneerd uit het college. Vooral de grafiek waarop te zien is hoe de CO2-uitstoot de laatste jaren zo hard stijgt dat de lijn bijna verticaal is, maakte indruk. „Ik wist niet dat het zo erg was, daar schrok ik van”, zegt hij.

Riley Coleman, Daisy Millpark en Hunter Swirepik

De les gaf de 18-jarige Daisy Millpark juist vertrouwen in de wetenschap. „Het is goed om te weten dat er mensen zijn die begrijpen hoe het zit en weten wat we moeten doen om het te voorkomen”, zegt ze aan de telefoon.

Zwarte Zomer

Als tieners maakten de Australische studenten de bosbranden mee die eind 2019, begin 2020 over de oostkust van Australië raasden. Tijdens de zogeheten Zwarte Zomer werd 24 miljoen hectare land verwoest, bijna zes keer het oppervlak van Nederland.

Lucy Piva was veertien toen de bosbranden wereldnieuws waren. De branden kwamen tot aan de rand van de Australische hoofdstad. „Een paar dagen lang had Canberra de slechtste luchtkwaliteit van de hele wereld”, zegt ze. Piva, inmiddels 18 jaar oud, kon dagenlang haar huis niet uit. „De rook drong overal doorheen. Dagenlang opgesloten zitten naast een luchtreinigingsmachine zorgde ervoor dat ik heel bewust werd van het probleem”, zegt ze.

Ook de 19-jarige Hunter Swirepik heeft levendige herinneringen aan die zomer. Zijn vader woont aan de kust waar eind 2019 duizenden mensen naar het strand vluchtten vanwege de oprukkende branden. Swirepiks huis bleef gespaard, maar dat gold niet voor iedereen. „In de dagen erna reden we door het dorp langs heel veel huizen die waren afgebrand. Mensen stonden bij hun huis waar niets meer van over was”, zegt hij.

Lucy Piva was veertien toen de bosbranden wereldnieuws waren. De branden kwamen tot aan de rand van de Australische hoofdstad

Nu woont hij in Canberra, maar daar voelt hij zich niet veel veiliger. „We wonen aan de rand van de stad, vlakbij de bush. Bij een volgende bosbrand is ons huis misschien wel aan de beurt.” Verhuizen heeft weinig zin, denkt hij. „Waar ik ook woon in Australië, ik geloof dat het onvermijdelijk is dat ik met bosbranden te maken krijg.”

Levensonderhoud

Onder de geënquêteerde studenten zijn dertien vrouwen en zes mannen. In totaal zeggen zestien studenten bij de etnische meerderheid te horen in Australië. De helft van de studenten woont nog thuis, de andere helft woont in studentenaccommodatie. Ruim de helft van de respondenten studeert in dezelfde stad als waar ze zijn opgegroeid.

Dat heeft te maken met de kosten van het levensonderhoud. Hoewel ruim 73 procent aangeeft geen financiële zorgen te hebben, is dat voornamelijk omdat ze gesteund worden door hun ouders. Veel studenten wonen nog thuis. „Ik had graag in Sydney of Melbourne willen studeren, maar het is onbetaalbaar om daar te wonen. Als ik daar op de universiteitscampus zou willen wonen, kost dat ongeveer 40.000 dollar per jaar [omgerekend ruim 24.000 euro]. Daarom besloot ik thuis te blijven wonen en naar de universiteit in Canberra te gaan”, zegt Piva.

Een overstroomde straat in Rochester, Australië in januari 2024.
Foto Diego Fedele

Veel Australiërs zuchten onder hoge kosten van het levensonderhoud. Vorig jaar stegen de prijzen voor levensmiddelen gemiddeld 8 procent, blijkt uit cijfers van het Australische bureau voor de statistiek. Ook de huizenprijzen stegen met ruim 8 procent in 2023, ondanks dat de Australische Centrale Bank de rente meerdere keren verhoogde waardoor hypotheeklasten zwaarder werden. De rente staat nu op 4,35 procent, het hoogste niveau in twaalf jaar. Het heeft nog relatief weinig bijgedragen aan lagere inflatie; eind december nog 7,8 procent.

Het kopen van een huis is voor veel mensen onhaalbaar geworden. Swirepik ziet binnen zijn eigen familie hoe dat in de loop der jaren is veranderd. „Mijn grootouders waren allebei docent en kochten een mooi huis toen ze net begonnen met werken. Mijn neven werken ook in het onderwijs, maar zij kunnen zich geen koophuis veroorloven en zijn bang dat ze voor altijd moeten blijven huren.” Ook dat is steeds duurder; de huurprijzen stegen vorig jaar met gemiddeld 8,3 procent.

‘Het is hier veilig’

De ervaring van fysieke veiligheid – de gevolgen van klimaatverandering daar gelaten – is groot onder de respondenten. Ze voelen zich veilig als ze alleen en met het openbaar vervoer reizen. Alleen de vrouwelijke respondenten reizen liever niet alleen in het donker.

Vijftien van de negentien studenten zegt dat Australië veiliger is dan andere landen in de wereld. Veel studenten zijn zich bewust van hun geprivilegieerde positie. „We zijn heel welvarend hier, er is weinig geweld, we hebben een stabiele overheid en een sterke democratie”, zegt Daisy Millpark (18). Dat beaamt Seth East (21). „We leven in een Goudlokje-zone, het is hier precies goed. Het is hier veilig en we hebben een sterke economie.”

Foto Brook Mitchell

Het laatste uur neemt hoogleraar Jamie Pittock de studenten mee naar buiten. „Ik wil dat jullie nadenken over de keuzes die je maakt, en in hoeverre je invloed hebt op je eigen ecologische voetafdruk”, zegt hij terwijl hij de studenten over het grasveld richting de bushalte leidt.

Het is een stralende dag, de zon brandt fel. Pittock draagt een overhemd met korte mouwen met een print van de kookaburra, de Australische vogel die bekend staat om het merkwaardige geluid dat klinkt als een menselijke schaterlach. Op zijn hoofd heeft hij een legergroene vissershoed. „Kom je met de auto, de fiets of de bus naar de universiteit?”, vraagt hij. De meeste studenten hebben een auto, omdat ze ver weg wonen. Zelfs al zouden ze liever met het openbaar vervoer komen, de bussen rijden slechts een of twee keer per uur. „Canberra is erg uitgestrekt en ingericht voor auto’s, niet voor het openbaar vervoer of de fiets”, zegt Pittock.

Als individu kun je slechts beperkte keuzes maken om je uitstoot te verminderen. Onze belangrijkste uitdaging is daarom systeemveranderingJamie Pittock hoogleraar klimaatwetenschap

Studenten die op de campus wonen hebben met andere factoren te maken die hun keuzevrijheid om hun voetafdruk te verkleinen beïnvloeden. De campusgebouwen zijn niet energie-efficiënt, hebben geen zonnepanelen en de studenten kunnen vaak niet eens de temperatuur op hun kamer zelf afstellen. „Als individu kun je slechts beperkte keuzes maken om je uitstoot te verminderen. Onze belangrijkste uitdaging is daarom systeemverandering”, besluit Pittock.

De meeste studenten zijn leergierig en willen bijdragen aan oplossingen voor het klimaatprobleem. „Kennis is macht”, zegt Daisy Millpark. Toch ligt machteloosheid op de loer. „De regering doet niet genoeg om klimaatverandering te beperken. Als wij ouder zijn en meer invloed hebben, is het misschien al te laat. Het gaat om onze toekomst. Ik ken niemand van mijn leeftijd die daar niet bezorgd over is.”