Wat is stress en wat doe je eraan?

Stressgids Stress raakt iedereen. Kortdurende spanning is gezond, maar chronische stress kan volledig ontregelend zijn. Wat gebeurt er eigenlijk bij stress? Waardoor ontspoort het soms? En werkt mediteren écht tegen stress?


Illustratie Leonieke Fontijn

Stel, je hebt twee deadlines, een zieke partner en een veeleisende familie. Al dagen voel je je gejaagd, moe, je slaapt slecht. En dan begint óók ineens het dak te lekken. Stress treft ons allemaal in mindere of meerdere mate op verschillende momenten in ons leven. Soms is het ‘gezonde’ stress: het duwtje in de rug dat je nodig hebt om te doen wat je moet doen. Maar soms wordt het ‘giftige’ stress – stress die je langere tijd in zijn greep houdt.

Maar hoe werkt stress eigenlijk? Wat is precies het verschil tussen ‘gezond’ en ‘giftig’? Wat doet stress met je lijf, en hoe kan je stress weer verminderen? In deze gids zetten we de belangrijkste vragen over stress op een rij.

1Wat is stress?

Waarom voelen we stress?

Een stressreactie is heel normaal, en wordt door de meeste diersoorten ervaren. Kortgezegd: stress helpt ons om bedreigende situaties snel het hoofd te bieden. Het is een manier om je lijf klaar te maken om snel te handelen. 

De stressrespons is daarmee onderdeel van een complex biologisch systeem dat erop is gericht om dieren aan te sporen dingen die schadelijk of dodelijk zijn te bestrijden of vermijden en om fijne dingen die helpen te overleven en voort te planten juist op te zoeken.

Wat is een gezonde stressrespons?

Komen we in een acute stressvolle situatie terecht, dan maken de bijnieren direct het stresshormoon adrenaline aan, en niet lang daarna ook een tweede stresshormoon, cortisol. Deze stofjes zorgen ervoor dat je snel in staat van paraatheid raakt: je hart pompt sneller, je spieren krijgen meer energie, je longen nemen meer zuurstof op, je pupillen verwijden en je alertheid, focus en reactievermogen nemen toe. Bovendien slaat je brein deze reactie als herinnering goed op – zo weet je een volgende keer snel wat je moet doen. Cortisol heeft verder ook invloed op de bloedsuikerspiegel en de bloeddruk: die gaan allebei omhoog.

Is de dreiging voorbij? Dan zakken bij een gezonde stressrespons adrenaline en de cortisol weer naar hun basisniveau. Bij adrenaline gebeurt dat binnen een paar minuten, bij cortisol duurt dat langer. Uiteindelijk komt je lichaam weer in de ruststand; je kan weer bijkomen.

Een langdurig hoge cortisolspiegel is niet gezond. Het lichaam kent daarom mechanismen om dat niet te lang te laten duren. Een hersengebied, de hippocampus, registreert de hoge cortisolniveaus en regelt dat de omhooggeschoten stresshormoonniveaus worden teruggeschroefd.

Wat is het verschil tussen acute en chronische stress?

Acute stress is, zoals hierboven beschreven, een gezonde respons. Is de spannende situatie weer onder controle, dan dalen de niveaus van stresshormonen weer tot hun rustniveau en kalmeert je lijf.

Maar wat als een spannende of stressvolle situatie voortduurt, of er steeds opnieuw stress is? Dan krijgt je lichaam niet genoeg tijd om alle stresshormonen weer te laten zakken. Als dat lang genoeg duurt raakt je lijf het vermogen kwijt om überhaupt weer helemaal terug naar de ruststand te gaan. Dat kan gebeuren in extreme situaties als in een oorlogsgebied, maar óók als je bijvoorbeeld langdurig te weinig slaapt, aanhoudende werkdruk ervaart, of in armoede leeft.

Op dat moment spreken we van chronische stress. Je lijf staat als het ware blijvend in de alarmfase, en dat kan een flinke impact hebben op je gezondheid. Althans, dat is de meest simpele uitleg. Wat er in het lichaam gebeurt bij stress is complex en draait niet alleen om cortisol, maar ook om andere hormonen, neurotransmitters en hersennetwerken. Wetenschappers hebben nog lang niet alle vragen over de werking van stress beantwoord.

Burn-out lijkt veel voor te komen, maar wat is het nu eigenlijk?

Burn-out lijkt veel voor te komen, maar wat is het nu eigenlijk?

Voelen dieren ook stress?

Absoluut. Ook chronische stress. Bij een aantal chimpansees in Rijswijk werd ooit zelfs een post-traumatische stressstoornis gediagnosticeerd. Daarom wordt er bij stressonderzoek ook vaak met proefdieren gewerkt: ratten en muizen hebben er net zozeer last van als wij.

Sterker, stress kan een impact hebben op vogelembryo’s in het ei, bleek uit onderzoek van Australische en Spaanse biologen. Eieren op lawaaiige locaties komen vaker niet uit. Jongen die wel uit het ei komen, groeien minder goed. 

Ervaren Nederlanders meer stress dan vroeger?

De werk- en studeerdruk lijkt flink toegenomen ten opzichte van vroeger, en wordt steeds groter, volgens wetenschappers. Tussen 2001 en 2021 steeg het percentage jongeren in Nederland dat druk en stress door school ervaart van 16 naar 45 procent, blijkt uit een vierjaarlijks onderzoek van het Trimbos-instituut, de Universiteit Utrecht en SCP. Ook het aantal burn-out gerelateerde klachten blijft stijgen: van zo’n 14,4 procent van alle werknemers in 2014 tot 20 procent in 2022, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het hoogste percentage ligt in de groep 25- tot 34-jarigen: 26,6 procent.

Volgens TNO heeft deze trend onder andere te maken met de vergrijzing en de daaruit voortvloeiende arbeidskrapte. Van werknemers wordt steeds meer verwacht. Maar ook privé zijn dingen veranderd: de hoeveelheid mantelzorg is bijvoorbeeld toegenomen. Onderzoekers vermoeden dat de werkstress bij flexibele krachten nog meer zal toenemen, omdat die niet de zekerheid van een goed maandelijks salaris hebben en vaak contact met collega’s missen.

Wat is een paniekaanval?

Een paniekaanval is alsof je 130 rijdt op de snelweg en ineens de macht over het stuur verliest”, zei cabaretier Marjolijn van Kooten in 2016. Een paniekaanval is een golf van extreme angst. Het komt vaak door vermoeidheid, ingrijpende gebeurtenissen, pijn, stress of middelengebruik. Je kunt er aanleg voor hebben.

Tijdens een aanval kun je het gevoel krijgen dat je gek wordt of doodgaat. Je hartslag gaat omhoog, je wordt duizelig of misselijk, je gaat zweten of trillen. Soms voel je tintelingen, druk op de borst of krijg je het gevoel dat je stikt. Vaak raak je de controle kwijt over je gedachten: je kan alleen nog maar denken over wat er allemaal mis kan gaan. De onderliggende angst hoeft niet reëel te zijn, en wordt vervolgens ook door je systeem uitvergroot.

Mindfulnesstechnieken kunnen op zo’n moment helpen. Je kan door rustig adem te halen en de paniek te accepteren de aanval doorstaan. Een aanval duurt meestal een paar minuten tot een half uur. Soms is een paniekaanval eenmalig, maar hij kan ook vaker terugkomen. Dan kan er sprake zijn van een angststoornis. Dan kan een behandeling bij een psycholoog of psychiater nodig zijn. Je leert dan bijvoorbeeld om je angsten en je gedachten daarover te bevragen. Soms krijg je medicatie die kan helpen om een paniekaanval te bedwingen, zoals bepaalde antidepressiva.

2Wat doet langdurige stress met je?

Wat gebeurt er in je lijf als je langere tijd stress voelt?

Acute stress is dus een natuurlijk fenomeen. Maar wanneer de stress langdurig aanhoudt, krijgen de stresshormonen geen kans om weg te ebben.

Drie hersengebieden hebben met name te lijden van langdurige hoge stresshormonen: de prefrontale hersenschors (plannen, prioriteiten stellen, en emotieregulering), de hippocampus (geheugen) en de amygdala (agressie en angst). In de eerste twee gebieden worden de vertakkingen van sommige hersencellen korter en verliezen ze contact met elkaar. Daardoor functioneren ze minder goed.

Het derde hersengebied, de amygdala, reageert juist andersom op chronische stress: er komen meer uitlopers en vertakkingen aan hersencellen, hij wordt overactief. De amygdala is ook vaak overactief bij mensen met een zware depressie of angststoornis.

Bij chronische stress hoeft het overigens niet per se te gaan om oorlogstrauma’s of andere heftige zaken. Ook langdurige armoede, slaaptekort, familiezorgen, verwaarlozing, eenzaamheid en andere omgevingsfactoren kunnen chronische stress veroorzaken.

Wat zijn de gevolgen van langdurige stress?

Vanwege de impact op deze drie hersengebieden, neemt je vermogen om te organiseren af, je geheugen werkt niet meer zo goed, en ook je vermogen om je emoties onder controle te houden hapert. Meestal is het eerste signaal een verstoring in de executieve functies: die delen van je brein die ervoor zorgen dat je je dag kan indelen en taken kan uitvoeren, zoals bijvoorbeeld boodschappen doen.

Ben je blootgesteld aan chronische stress als je nog jong bent, dan gaan de effecten nog verder. Dat kan de architectuur van een kinderbrein in ontwikkeling veranderen. Het maakt je kwetsbaar voor depressies op latere leeftijd en kan de kans op dementie vergroten. Ook op allerlei andere niveaus kan stress enorme gevolgen hebben voor de gezondheid – zo hebben je cortisolniveaus invloed op hoe goed immuuntherapie werkt bij kanker, omdat cortisol het immuunsysteem remt. (Dat betekent óók dat je gemakkelijker verkouden kan raken als je gestresst bent.)

Maar wat voor impact stress precies op iemand zal hebben op de lange termijn, dát is voor iedereen anders en hangt af van veel factoren: de genetische aanleg, ervaringen in de jeugd, de duur en de intensiteit van de stress, hoe gevoelig iemand ervoor is, en hoeveel controle iemand over de situatie heeft.

Ieder mens is anders. Ieders stress ook

Christiaan Vinkers: „Onze reactie op stress is superdynamisch.”

Wat is de relatie tussen slaap en stress?

Ons lijf heeft slaap nodig om te herstellen en naar een rustniveau terug te keren. Een chronisch tekort aan slaap ondermijnt dit herstel. Slaap je langere tijd steevast te weinig, dan is ook dat een vorm van langdurige stress, met dezelfde gevolgen: je concentratie, je geheugen en je vermogen om emoties te reguleren wordt minder, je wordt prikkelbaar en angstiger.

Vaak ontstaat een vicieuze cirkel: door stress slaap je slecht, door slaaptekort neemt de stress toe. En het wordt steeds duidelijker dat chronisch slaapgebrek depressie, een angststoornis en andere psychiatrische stoornissen kan uitlokken of verergeren.

Hoe slaapgebrek effect heeft op je brein

Hoe slaapgebrek effect heeft op je brein

Wat is een burn-out?

 ‘Burn-out’ is geen officiële diagnose. Er zijn verschillende definities in gebruik, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de medische praktijk. Sommige onderzoekers spreken van een aandoening waarbij drie clusters symptomen merkbaar zijn: uitputting, cynisme en verminderde bekwaamheid. Nederlandse bedrijfsartsen hanteren een andere definitie, namelijk een overspannenheid die langer dan een half jaar duurt, vermoeidheid met zich meebrengt, en in sommige gevallen tot prikkelbaarheid en concentratieproblemen kan leiden.

Depressie kan een symptoom zijn van een burn-out – sommige wetenschappers vragen zich zelfs af of een burn-out niet een afwijkende vorm van depressie is. Wel is er een klein verschil: depressieve patiënten zijn meestal lusteloos en hebben nergens zin in; bij een burn-out kun je nog wel ergens zin in hebben. Je voelt je alleen continu uitgeput, op manieren die zowel lichamelijk als psychologisch geuit kunnen worden – van hartkloppingen tot piekeren.

Wat er precíés gebeurt waardoor je een burn-out krijgt, is nog niet duidelijk. Wetenschappers wijzen vaak op een verstoring van de balans tussen de werkdruk en de positieve prikkels die je terugkrijgt uit het werk (denk aan salaris, maar ook fijne collega’s, of zelfs gewoon een fijn privéleven) – maar een burn-out kun je net zo goed ook krijgen door zware omstandigheden in je privéleven. Alleen is daar nog weinig onderzoek naar gedaan. Waar het altijd op neer komt: je bent minder belastbaar dan de wereld om je heen van je vraagt (of dan wat je denkt dat de wereld om je heen van je vraagt, of dan wat jij van jezelf vraagt).

En dat is ontstaan doordat er lange tijd te weinig tijd voor herstel/ontspanning/slaap/terugkeer naar het rustniveau is geweest en om opgewassen te blijven tegen de stressoren (oorzaken van stress) in en om je heen.

Verdwaald in een burn-out – soms helpt een boek

Verdwaald in een burn-out – soms helpt een boek

3Hoe kun je stress aanpakken?

Wat doe ik als ik denk dat ik een burn-out krijg?

Er is dus geen officiële definitie van een burn-out. Maar emotionele uitputting is een belangrijk signaal: bijvoorbeeld als je je leeg voelt aan het einde van de dag, of juist continu moe wanneer je net bent opgestaan. Voel je de eerste signalen, probeer dan rust te pakken. En kijk kritisch naar hoe je je werk en vrije tijd invult. Is het te veel? Moet je het misschien anders aanpakken?

Doorgaans wordt een burn-out gezien als een werkgerelateerde aandoening. Loopt het echt fout, ga dan het gesprek aan met de bedrijfarts. Die kan een plan van aanpak opstellen – dat moet zelfs, als je al zes weken ziek bent. Wil je zelf psychologische hulp regelen, dan wordt het iets lastiger. De behandeling van een burn-out wordt namelijk niet automatisch vergoed door de verzekeraar, omdat dat geen officiële DSM-stoornis is. Je kan wel naar de huisarts om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Die kan je eventueel toch doorverwijzen naar de GGZ. Maar weet: er is niet één simpele oplossing voor iedereen met een burn-out. Het hangt af van de persoon, en kan lang duren.

Merk je dat iemand in je omgeving in een burn-out terecht komt? Geef ze ruimte, en stel jezelf constructief op. Leg die persoon geen oplossingen op maar ga samen op zoek naar wat je kan doen om te helpen. Én: probeer het contact warm te houden. Iemand met een burn-out heeft vaak weinig energie om dat zelf te doen.

Een burn-out en de lastige zoektocht naar de juiste hulp

Een burn-out en de lastige zoektocht naar de juiste hulp

Kun je stress verminderen door meer te bewegen en beter te eten?

Bewegen is goed voor het brein, blijkt keer op keer uit onderzoek.  Met bewegen verbeter je het geheugen, je werkgeheugencapaciteit, je reactievermogen, je vermogen impulsen te onderdrukken en de aandacht erbij te houden.

Ook bij stress kan regelmatig bewegen zeker helpen. Denk aan die hippocampus, die bij te veel stress krimpt en contacten met andere hersencellen verliest. Tijdens het sporten maken mensen groei stimulerende stoffen zoals brain derived neutrophic factor (BDNF) aan, die de hippocampus helpt om verbindingen te versterken en cellen te herstellen.

Daarnaast heeft goede voeding een positieve invloed op je hersenen. De richtlijnen zijn simpel en algemeen bekend: eet veel groenten, granen, fruit en peulvruchten, en eventueel zuivel, vlees, vis (denk bijvoorbeeld aan het mediterrane eetpatroon). Ben je vegetariër of veganist? Zorg er dan wel voor dat je op een of andere wijze vitamine B12 binnenkrijgt, bijvoorbeeld door supplementen te slikken. In sommige gevallen kun je ook extra vitamine D of calcium nodig hebben.

Waarom werken deze eetpatronen? Daar zijn veel redenen voor. Vis is bijvoorbeeld goed voor je hersenen omdat het veel omega 3-vetzuren bevat, die helpen bij het onderhoud van je hersenen. En eiwitbronnen als zuivel, vlees of peulvruchten helpen bij het aanmaken van stofjes die ons helpen slapen.

Helpt mediteren of ‘mindfulness’ tegen stress?

Vroeger zag men mediteren misschien als iets zweverigs, maar inmiddels zijn ook wetenschappers overstag. Uit onderzoek blijkt namelijk dat ‘mindfulness’ en meditatie kunnen helpen bij klachten als angst, depressie en stress. 

In principe zijn meditatievormen op basis van mindfulness simpel: je gaat zitten, doet je ogen dicht, en richt je aandacht op hoe je adem je longen in- en uitstroomt. Er zullen gedachten opkomen, je zult afdwalen, maar dat is niet erg; steeds als je je dat realiseert, richt je je aandacht weer op je ademhaling.

De Amerikaanse neurobioloog Jon Kabat Zinn ontwikkelde het Mindfulness-based Stress Reduction (MBSR) programma, een combinatie van meditatie en yoga waarmee mensen beter leren omgaan met chronische pijn en stress. Onderzoekers aan Oxford University hebben meditatie ook omgevormd tot een therapie, Mindfulness-based cognitive therapy (MBCT) die goed kan helpen bij langdurige depressies. In aangepaste vorm kan het ook bij ADHD of stress helpen, afhankelijk van de klacht.

Hoe kan dat? Mediteren blijkt je aandacht te helpen trainen. Ook raak je je meer bewust van je lichaam en je gevoelens. Tegelijkertijd wordt de nadruk gelegd op voelen en niet vinden: je hóéft geen mening te hebben over wat je voelt. Dat laatste helpt onder andere als je veel piekert.

Wel varieert het effect van mens tot mens. Sommige mensen zullen meer meditatiesessies nodig hebben, sommigen minder, en bij anderen helpt het helemaal niet. Naar de fijne details wordt nog onderzoek gedaan.

Kan yoga bijdragen aan stressvermindering?

Yoga combineert het op het lichaam of de adem gericht zijn van meditatie met de fysieke stimulans van bewegingen. Je neemt houdingen aan en richt je aandacht bijvoorbeeld op de fysieke grens die jouw lijf daarbij heeft, zonder daar iets van te vinden. In een gestrest lijf zijn sommige spieren erg aangespannen, in yogahoudingen kunnen die soms ontspannen. 

Ook hier komen gedachten en gevoelens op die je alleen observeert. Zo werkt yoga lichamelijk en mentaal. Het kan net als meditatie of mindfulness helpen bij het leren omgaan met stress. Maar ook voor yoga geldt dat het afhankelijk is van de persoon. 

Hoe belangrijk is je sociale vangnet bij stress?

Zeer belangrijk. Zelfs heftige gebeurtenissen in je kindertijd hoeven niet per se tot een permanent ontregelde stressreactie te leiden, blijkt uit onderzoek onder weeskinderen: kinderen die later geadopteerd werden in een fijn gezin, zagen in hun puberteit een herstel in hun stressreactie. Ook kan een goed sociaal vangnet werken als compensatie voor de negatieve prikkels in je leven. 

Zijn er medicijnen tegen stress?

Voor sommige vormen van stress, zoals acute examenstress, schrijven artsen weleens een bètablokker voor, propranolol, die bloeddruk en hartritme verlaagt. Dat werkt alleen bij kortdurende stressvolle situaties.

Ritalin helpt bij de gejaagdheid van ADHD: het maakt je rustiger. In mensen zónder ADHD roept het echter een staat van hyperfocus op. Dat zorgt er juist voor dat je hart harder gaat kloppen. Niet behulpzaam bij stress, dus.

Stress tijdens de examens: meer leerlingen gebruiken dan bètablokker

Eindexamen doen gaat sommige leerlingen beter af met een bètablokker.

Bij langdurige stress of paniekaanvallen wordt vaak gebruikgemaakt van benzodiazepines, zoals oxazepam en Valium (diazepam). Ze zetten receptoren voor de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur aan. Dat is een signaalstof die verschillende activiteiten in het brein ‘uitzet’. Deze middelen worden ook ingezet tegen slaaptekort. 

Benzodiazepines hebben wel veel nadelen: ze werken verslavend en hebben fysieke bijwerkingen zoals sufheid, misselijkheid en hoofdpijn. Ook kun je er paranoïde, impulsief of depressief van worden. Ze worden dan ook afgeraden voor langetermijngebruik.

Hoe richt je je werk of studie zo in dat het minder stressvol is?

Stress hebben is an sich niet slecht, vindt de Amerikaanse psycholoog David Yeager. Een beetje druk kan wenselijk zijn. Uit zijn onderzoek onder studenten blijkt dat het helpt als je reflecteert op je stressreacties, en weet dat moedwillig stressvolle situaties aangaan én overwinnen je weerbaarder kan maken. Kortom: als je een positieve houding hebt tegenover stress en je vermogen om situaties aan te gaan.

Voor wie dat wat zweverig vindt, zijn er echter ook praktische ingrepen die je kan doen. Uit onderzoek van kinderpsychiater Hilgo Bruining blijkt dat je leefomgeving een belangrijke rol speelt in je vatbaarheid voor stress en depressie.

Mensen die wonen in wijken met veel bomen of een park hebben een significant lager risico op dat soort problematiek. Ongezonde lucht en veel verkeer en geluidsoverlast kan dan juist weer stressvol werken. Zorg dus voor een groene en gezonde omgeving – al bepaalt dat ook niet alles.

Wat verder? Onderzoeker Cal Newport pleit in ieder geval voor digitaal minimalisme. Je moet tijd in je werkdag inplannen voor ‘diep werk’, waarin je je afsluit van stoorzenders (e-mail, WhatsApp, andere digitale afleiding) en je puur focust op je werk. Dat sluit aan op een andere bekende methode, ‘pomodoro’, waarbij je telkens 25 minuten lang diep werkt en daarna pauze neemt.

Verder zegt Newport: doe minder op een dag (liefst werk je maar aan één project), doe het niet gehaast, en richt je op kwaliteit, niet kwantiteit. Oh, en heel specifiek: plan minstens één dag per week helemaal geen afspraken. Kortom, erken dat er grenzen zijn, en stel binnen die grenzen scherpe prioriteiten. Dat helpt je ook om rust te vinden.

Werken genotsmiddelen écht tegen stress?

Veel Nederlanders kennen het wel: je komt thuis na een lange dag en schenkt een wijntje in, om te ontspannen en de stress te verwerken. Maar werkt dat ook écht, of onderdruk je het alleen maar? Alcohol is een anxioliticum, een stof die angstgevoelens onderdrukt. Je wordt er dus op het moment dat je drinkt fysiek wat rustiger van.

Maar volgens het Trimbos Instituut zijn er ook keerzijden. Alcohol activeert namelijk een onderdeel van de hersenen dat betrokken is bij de productie van stresshormoon cortisol. Drink je te lang te veel alcohol, dan kan dat de stresssystemen in je lichaam aantasten. Het wordt dan juist structureel moeilijker om tot rust te komen. Ook veroorzaakt alcohol bij kleinere hoeveelheden al slaapproblemen.

Cannabis en cannabisolie zijn ook vaak gebruikte middelen om stress te verminderen. Ze bestaan uit verschillende stofjes, waaronder tetrahydrocannabinol (THC), dat het ‘high’-gevoel veroorzaakt, en cannabidiol (CBD). Er is slechts zwak bewijs dat cannabisolie (dat voornamelijk uit CBD bestaat) zou kunnen helpen bij angstklachten.

En andere drugs dan? Daar is niet altijd evenveel over bekend. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar mdma, dat lijkt te kunnen helpen in de behandeling van een post-traumatisch stress syndroom (PTSS). De Staatscommissie mdma pleitte er eerder dit jaar voor om het gebruik van mdma op medisch niveau verder te onderzoeken. Het gaat dan echter wel om een behandeling in een gecontroleerde omgeving, onder begeleiding van artsen en therapeuten. Het verhandelen van mdma is op dit moment strafbaar. Drugs zoals mdma recreatief gebruiken wanneer je psychische klachten hebt is niet verstandig.

Kunnen huisdieren ook helpen als je je gestresst voelt?

Dierentherapie is inmiddels helemaal ingeburgerd. Aaien van een lieve kat of hond heeft een bewezen goed effect op onze bloeddruk, hartslag en stressniveaus: het menselijk lichaam reageert op dit soort liefde door het hormoon oxytocine aan te maken, dat gevoelens van verbondenheid stimuleert. (Overigens doet het lichaam hetzelfde tijdens seks of een bevalling.) Dat lijkt wederzijds; ook dieren maken dit stofje aan als ze geaaid worden.

Of dieren ook op andere manieren kunnen helpen, is niet duidelijk. Uit wetenschappelijk onderzoek komen wisselende conclusies naar voren. Wel kan het helpen om een dier mee te nemen als je bepaalde stressvolle activiteiten uitvoert, zoals fysiotherapie. Een hond kan ook helpen om kinderen weerbaarder te maken, omdat honden beter reageren op zelfverzekerd gedrag zoals hardop spreken en rechtop zitten. Kinderen kunnen hun zelfvertrouwen in feite dus ’trainen’ met hun hond.

Allemaal positieve zaken, dus. Er zijn alleen twee kanttekeningen te maken: sommige huisdieren vinden het niet leuk om aangehaald te worden, en raken er zelf gestresst door. Én: als ze ziek worden en baasjes mantelzorger moeten worden, kunnen mensen daar ook danig door gestresst raken.

Wat is stress en wat doe je eraan?

Stel, je hebt twee deadlines, een zieke partner en een veeleisende familie. Al dagen voel je je gejaagd, moe, je slaapt slecht. En dan begint óók ineens het dak te lekken. Stress treft ons allemaal in mindere of meerdere mate op verschillende momenten in ons leven. Soms is het ‘gezonde’ stress: het duwtje in de rug dat je nodig hebt om te doen wat je moet doen. Maar soms wordt het ‘giftige’ stress – stress die je langere tijd in zijn greep houdt.

Maar hoe werkt stress eigenlijk? Wat is precies het verschil tussen ‘gezond’ en ‘giftig’? Wat doet stress met je lijf, en hoe kan je stress weer verminderen? In deze gids zetten we de belangrijkste vragen over stress op een rij.

1Wat is stress?

Waarom voelen we stress?

Een stressreactie is heel normaal, en wordt door de meeste diersoorten ervaren. Kortgezegd: stress helpt ons om bedreigende situaties snel het hoofd te bieden. Het is een manier om je lijf klaar te maken om snel te handelen. 

De stressrespons is daarmee onderdeel van een complex biologisch systeem dat erop is gericht om dieren aan te sporen dingen die schadelijk of dodelijk zijn te bestrijden of vermijden en om fijne dingen die helpen te overleven en voort te planten juist op te zoeken.

Wat is een gezonde stressrespons?

Komen we in een acute stressvolle situatie terecht, dan maken de bijnieren direct het stresshormoon adrenaline aan, en niet lang daarna ook een tweede stresshormoon, cortisol. Deze stofjes zorgen ervoor dat je snel in staat van paraatheid raakt: je hart pompt sneller, je spieren krijgen meer energie, je longen nemen meer zuurstof op, je pupillen verwijden en je alertheid, focus en reactievermogen nemen toe. Bovendien slaat je brein deze reactie als herinnering goed op – zo weet je een volgende keer snel wat je moet doen. Cortisol heeft verder ook invloed op de bloedsuikerspiegel en de bloeddruk: die gaan allebei omhoog.

Is de dreiging voorbij? Dan zakken bij een gezonde stressrespons adrenaline en de cortisol weer naar hun basisniveau. Bij adrenaline gebeurt dat binnen een paar minuten, bij cortisol duurt dat langer. Uiteindelijk komt je lichaam weer in de ruststand; je kan weer bijkomen.

Een langdurig hoge cortisolspiegel is niet gezond. Het lichaam kent daarom mechanismen om dat niet te lang te laten duren. Een hersengebied, de hippocampus, registreert de hoge cortisolniveaus en regelt dat de omhooggeschoten stresshormoonniveaus worden teruggeschroefd.

Wat is het verschil tussen acute en chronische stress?

Acute stress is, zoals hierboven beschreven, een gezonde respons. Is de spannende situatie weer onder controle, dan dalen de niveaus van stresshormonen weer tot hun rustniveau en kalmeert je lijf.

Maar wat als een spannende of stressvolle situatie voortduurt, of er steeds opnieuw stress is? Dan krijgt je lichaam niet genoeg tijd om alle stresshormonen weer te laten zakken. Als dat lang genoeg duurt raakt je lijf het vermogen kwijt om überhaupt weer helemaal terug naar de ruststand te gaan. Dat kan gebeuren in extreme situaties als in een oorlogsgebied, maar óók als je bijvoorbeeld langdurig te weinig slaapt, aanhoudende werkdruk ervaart, of in armoede leeft.

Op dat moment spreken we van chronische stress. Je lijf staat als het ware blijvend in de alarmfase, en dat kan een flinke impact hebben op je gezondheid. Althans, dat is de meest simpele uitleg. Wat er in het lichaam gebeurt bij stress is complex en draait niet alleen om cortisol, maar ook om andere hormonen, neurotransmitters en hersennetwerken. Wetenschappers hebben nog lang niet alle vragen over de werking van stress beantwoord.

Lees ook

Burn-out lijkt veel voor te komen, maar wat is het nu eigenlijk?

Burn-out lijkt veel voor te komen, maar wat is het nu eigenlijk?

Voelen dieren ook stress?

Absoluut. Ook chronische stress. Bij een aantal chimpansees in Rijswijk werd ooit zelfs een post-traumatische stressstoornis gediagnosticeerd. Daarom wordt er bij stressonderzoek ook vaak met proefdieren gewerkt: ratten en muizen hebben er net zozeer last van als wij.

Sterker, stress kan een impact hebben op vogelembryo’s in het ei, bleek uit onderzoek van Australische en Spaanse biologen. Eieren op lawaaiige locaties komen vaker niet uit. Jongen die wel uit het ei komen, groeien minder goed. 

Ervaren Nederlanders meer stress dan vroeger?

De werk- en studeerdruk lijkt flink toegenomen ten opzichte van vroeger, en wordt steeds groter, volgens wetenschappers. Tussen 2001 en 2021 steeg het percentage jongeren in Nederland dat druk en stress door school ervaart van 16 naar 45 procent, blijkt uit een vierjaarlijks onderzoek van het Trimbos-instituut, de Universiteit Utrecht en SCP. Ook het aantal burn-out gerelateerde klachten blijft stijgen: van zo’n 14,4 procent van alle werknemers in 2014 tot 20 procent in 2022, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het hoogste percentage ligt in de groep 25- tot 34-jarigen: 26,6 procent.

Volgens TNO heeft deze trend onder andere te maken met de vergrijzing en de daaruit voortvloeiende arbeidskrapte. Van werknemers wordt steeds meer verwacht. Maar ook privé zijn dingen veranderd: de hoeveelheid mantelzorg is bijvoorbeeld toegenomen. Onderzoekers vermoeden dat de werkstress bij flexibele krachten nog meer zal toenemen, omdat die niet de zekerheid van een goed maandelijks salaris hebben en vaak contact met collega’s missen.

Wat is een paniekaanval?

Een paniekaanval is alsof je 130 rijdt op de snelweg en ineens de macht over het stuur verliest”, zei cabaretier Marjolijn van Kooten in 2016. Een paniekaanval is een golf van extreme angst. Het komt vaak door vermoeidheid, ingrijpende gebeurtenissen, pijn, stress of middelengebruik. Je kunt er aanleg voor hebben.

Tijdens een aanval kun je het gevoel krijgen dat je gek wordt of doodgaat. Je hartslag gaat omhoog, je wordt duizelig of misselijk, je gaat zweten of trillen. Soms voel je tintelingen, druk op de borst of krijg je het gevoel dat je stikt. Vaak raak je de controle kwijt over je gedachten: je kan alleen nog maar denken over wat er allemaal mis kan gaan. De onderliggende angst hoeft niet reëel te zijn, en wordt vervolgens ook door je systeem uitvergroot.

Mindfulnesstechnieken kunnen op zo’n moment helpen. Je kan door rustig adem te halen en de paniek te accepteren de aanval doorstaan. Een aanval duurt meestal een paar minuten tot een half uur. Soms is een paniekaanval eenmalig, maar hij kan ook vaker terugkomen. Dan kan er sprake zijn van een angststoornis. Dan kan een behandeling bij een psycholoog of psychiater nodig zijn. Je leert dan bijvoorbeeld om je angsten en je gedachten daarover te bevragen. Soms krijg je medicatie die kan helpen om een paniekaanval te bedwingen, zoals bepaalde antidepressiva.

2Wat doet langdurige stress met je?

Wat gebeurt er in je lijf als je langere tijd stress voelt?

Acute stress is dus een natuurlijk fenomeen. Maar wanneer de stress langdurig aanhoudt, krijgen de stresshormonen geen kans om weg te ebben.

Drie hersengebieden hebben met name te lijden van langdurige hoge stresshormonen: de prefrontale hersenschors (plannen, prioriteiten stellen, en emotieregulering), de hippocampus (geheugen) en de amygdala (agressie en angst). In de eerste twee gebieden worden de vertakkingen van sommige hersencellen korter en verliezen ze contact met elkaar. Daardoor functioneren ze minder goed.

Het derde hersengebied, de amygdala, reageert juist andersom op chronische stress: er komen meer uitlopers en vertakkingen aan hersencellen, hij wordt overactief. De amygdala is ook vaak overactief bij mensen met een zware depressie of angststoornis.

Bij chronische stress hoeft het overigens niet per se te gaan om oorlogstrauma’s of andere heftige zaken. Ook langdurige armoede, slaaptekort, familiezorgen, verwaarlozing, eenzaamheid en andere omgevingsfactoren kunnen chronische stress veroorzaken.

Wat zijn de gevolgen van langdurige stress?

Vanwege de impact op deze drie hersengebieden, neemt je vermogen om te organiseren af, je geheugen werkt niet meer zo goed, en ook je vermogen om je emoties onder controle te houden hapert. Meestal is het eerste signaal een verstoring in de executieve functies: die delen van je brein die ervoor zorgen dat je je dag kan indelen en taken kan uitvoeren, zoals bijvoorbeeld boodschappen doen.

Ben je blootgesteld aan chronische stress als je nog jong bent, dan gaan de effecten nog verder. Dat kan de architectuur van een kinderbrein in ontwikkeling veranderen. Het maakt je kwetsbaar voor depressies op latere leeftijd en kan de kans op dementie vergroten. Ook op allerlei andere niveaus kan stress enorme gevolgen hebben voor de gezondheid – zo hebben je cortisolniveaus invloed op hoe goed immuuntherapie werkt bij kanker, omdat cortisol het immuunsysteem remt. (Dat betekent óók dat je gemakkelijker verkouden kan raken als je gestresst bent.)

Maar wat voor impact stress precies op iemand zal hebben op de lange termijn, dát is voor iedereen anders en hangt af van veel factoren: de genetische aanleg, ervaringen in de jeugd, de duur en de intensiteit van de stress, hoe gevoelig iemand ervoor is, en hoeveel controle iemand over de situatie heeft.

Lees ook

Ieder mens is anders. Ieders stress ook

Christiaan Vinkers: „Onze reactie op stress is superdynamisch.”

Wat is de relatie tussen slaap en stress?

Ons lijf heeft slaap nodig om te herstellen en naar een rustniveau terug te keren. Een chronisch tekort aan slaap ondermijnt dit herstel. Slaap je langere tijd steevast te weinig, dan is ook dat een vorm van langdurige stress, met dezelfde gevolgen: je concentratie, je geheugen en je vermogen om emoties te reguleren wordt minder, je wordt prikkelbaar en angstiger.

Vaak ontstaat een vicieuze cirkel: door stress slaap je slecht, door slaaptekort neemt de stress toe. En het wordt steeds duidelijker dat chronisch slaapgebrek depressie, een angststoornis en andere psychiatrische stoornissen kan uitlokken of verergeren.

Lees ook

Hoe slaapgebrek effect heeft op je brein

Hoe slaapgebrek effect heeft op je brein

Wat is een burn-out?

 ‘Burn-out’ is geen officiële diagnose. Er zijn verschillende definities in gebruik, zowel in wetenschappelijk onderzoek als in de medische praktijk. Sommige onderzoekers spreken van een aandoening waarbij drie clusters symptomen merkbaar zijn: uitputting, cynisme en verminderde bekwaamheid. Nederlandse bedrijfsartsen hanteren een andere definitie, namelijk een overspannenheid die langer dan een half jaar duurt, vermoeidheid met zich meebrengt, en in sommige gevallen tot prikkelbaarheid en concentratieproblemen kan leiden.

Depressie kan een symptoom zijn van een burn-out – sommige wetenschappers vragen zich zelfs af of een burn-out niet een afwijkende vorm van depressie is. Wel is er een klein verschil: depressieve patiënten zijn meestal lusteloos en hebben nergens zin in; bij een burn-out kun je nog wel ergens zin in hebben. Je voelt je alleen continu uitgeput, op manieren die zowel lichamelijk als psychologisch geuit kunnen worden – van hartkloppingen tot piekeren.

Wat er precíés gebeurt waardoor je een burn-out krijgt, is nog niet duidelijk. Wetenschappers wijzen vaak op een verstoring van de balans tussen de werkdruk en de positieve prikkels die je terugkrijgt uit het werk (denk aan salaris, maar ook fijne collega’s, of zelfs gewoon een fijn privéleven) – maar een burn-out kun je net zo goed ook krijgen door zware omstandigheden in je privéleven. Alleen is daar nog weinig onderzoek naar gedaan. Waar het altijd op neer komt: je bent minder belastbaar dan de wereld om je heen van je vraagt (of dan wat je denkt dat de wereld om je heen van je vraagt, of dan wat jij van jezelf vraagt).

En dat is ontstaan doordat er lange tijd te weinig tijd voor herstel/ontspanning/slaap/terugkeer naar het rustniveau is geweest en om opgewassen te blijven tegen de stressoren (oorzaken van stress) in en om je heen.

Lees ook

Verdwaald in een burn-out – soms helpt een boek

Verdwaald in een burn-out – soms helpt een boek

3Hoe kun je stress aanpakken?

Wat doe ik als ik denk dat ik een burn-out krijg?

Er is dus geen officiële definitie van een burn-out. Maar emotionele uitputting is een belangrijk signaal: bijvoorbeeld als je je leeg voelt aan het einde van de dag, of juist continu moe wanneer je net bent opgestaan. Voel je de eerste signalen, probeer dan rust te pakken. En kijk kritisch naar hoe je je werk en vrije tijd invult. Is het te veel? Moet je het misschien anders aanpakken?

Doorgaans wordt een burn-out gezien als een werkgerelateerde aandoening. Loopt het echt fout, ga dan het gesprek aan met de bedrijfarts. Die kan een plan van aanpak opstellen – dat moet zelfs, als je al zes weken ziek bent. Wil je zelf psychologische hulp regelen, dan wordt het iets lastiger. De behandeling van een burn-out wordt namelijk niet automatisch vergoed door de verzekeraar, omdat dat geen officiële DSM-stoornis is. Je kan wel naar de huisarts om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Die kan je eventueel toch doorverwijzen naar de GGZ. Maar weet: er is niet één simpele oplossing voor iedereen met een burn-out. Het hangt af van de persoon, en kan lang duren.

Merk je dat iemand in je omgeving in een burn-out terecht komt? Geef ze ruimte, en stel jezelf constructief op. Leg die persoon geen oplossingen op maar ga samen op zoek naar wat je kan doen om te helpen. Én: probeer het contact warm te houden. Iemand met een burn-out heeft vaak weinig energie om dat zelf te doen.

Lees ook

Een burn-out en de lastige zoektocht naar de juiste hulp

Een burn-out en de lastige zoektocht naar de juiste hulp

Kun je stress verminderen door meer te bewegen en beter te eten?

Bewegen is goed voor het brein, blijkt keer op keer uit onderzoek.  Met bewegen verbeter je het geheugen, je werkgeheugencapaciteit, je reactievermogen, je vermogen impulsen te onderdrukken en de aandacht erbij te houden.

Ook bij stress kan regelmatig bewegen zeker helpen. Denk aan die hippocampus, die bij te veel stress krimpt en contacten met andere hersencellen verliest. Tijdens het sporten maken mensen groei stimulerende stoffen zoals brain derived neutrophic factor (BDNF) aan, die de hippocampus helpt om verbindingen te versterken en cellen te herstellen.

Daarnaast heeft goede voeding een positieve invloed op je hersenen. De richtlijnen zijn simpel en algemeen bekend: eet veel groenten, granen, fruit en peulvruchten, en eventueel zuivel, vlees, vis (denk bijvoorbeeld aan het mediterrane eetpatroon). Ben je vegetariër of veganist? Zorg er dan wel voor dat je op een of andere wijze vitamine B12 binnenkrijgt, bijvoorbeeld door supplementen te slikken. In sommige gevallen kun je ook extra vitamine D of calcium nodig hebben.

Waarom werken deze eetpatronen? Daar zijn veel redenen voor. Vis is bijvoorbeeld goed voor je hersenen omdat het veel omega 3-vetzuren bevat, die helpen bij het onderhoud van je hersenen. En eiwitbronnen als zuivel, vlees of peulvruchten helpen bij het aanmaken van stofjes die ons helpen slapen.

Helpt mediteren of ‘mindfulness’ tegen stress?

Vroeger zag men mediteren misschien als iets zweverigs, maar inmiddels zijn ook wetenschappers overstag. Uit onderzoek blijkt namelijk dat ‘mindfulness’ en meditatie kunnen helpen bij klachten als angst, depressie en stress. 

In principe zijn meditatievormen op basis van mindfulness simpel: je gaat zitten, doet je ogen dicht, en richt je aandacht op hoe je adem je longen in- en uitstroomt. Er zullen gedachten opkomen, je zult afdwalen, maar dat is niet erg; steeds als je je dat realiseert, richt je je aandacht weer op je ademhaling.

De Amerikaanse neurobioloog Jon Kabat Zinn ontwikkelde het Mindfulness-based Stress Reduction (MBSR) programma, een combinatie van meditatie en yoga waarmee mensen beter leren omgaan met chronische pijn en stress. Onderzoekers aan Oxford University hebben meditatie ook omgevormd tot een therapie, Mindfulness-based cognitive therapy (MBCT) die goed kan helpen bij langdurige depressies. In aangepaste vorm kan het ook bij ADHD of stress helpen, afhankelijk van de klacht.

Hoe kan dat? Mediteren blijkt je aandacht te helpen trainen. Ook raak je je meer bewust van je lichaam en je gevoelens. Tegelijkertijd wordt de nadruk gelegd op voelen en niet vinden: je hóéft geen mening te hebben over wat je voelt. Dat laatste helpt onder andere als je veel piekert.

Wel varieert het effect van mens tot mens. Sommige mensen zullen meer meditatiesessies nodig hebben, sommigen minder, en bij anderen helpt het helemaal niet. Naar de fijne details wordt nog onderzoek gedaan.

Kan yoga bijdragen aan stressvermindering?

Yoga combineert het op het lichaam of de adem gericht zijn van meditatie met de fysieke stimulans van bewegingen. Je neemt houdingen aan en richt je aandacht bijvoorbeeld op de fysieke grens die jouw lijf daarbij heeft, zonder daar iets van te vinden. In een gestrest lijf zijn sommige spieren erg aangespannen, in yogahoudingen kunnen die soms ontspannen. 

Ook hier komen gedachten en gevoelens op die je alleen observeert. Zo werkt yoga lichamelijk en mentaal. Het kan net als meditatie of mindfulness helpen bij het leren omgaan met stress. Maar ook voor yoga geldt dat het afhankelijk is van de persoon. 

Hoe belangrijk is je sociale vangnet bij stress?

Zeer belangrijk. Zelfs heftige gebeurtenissen in je kindertijd hoeven niet per se tot een permanent ontregelde stressreactie te leiden, blijkt uit onderzoek onder weeskinderen: kinderen die later geadopteerd werden in een fijn gezin, zagen in hun puberteit een herstel in hun stressreactie. Ook kan een goed sociaal vangnet werken als compensatie voor de negatieve prikkels in je leven. 

Zijn er medicijnen tegen stress?

Voor sommige vormen van stress, zoals acute examenstress, schrijven artsen weleens een bètablokker voor, propranolol, die bloeddruk en hartritme verlaagt. Dat werkt alleen bij kortdurende stressvolle situaties.

Ritalin helpt bij de gejaagdheid van ADHD: het maakt je rustiger. In mensen zónder ADHD roept het echter een staat van hyperfocus op. Dat zorgt er juist voor dat je hart harder gaat kloppen. Niet behulpzaam bij stress, dus.

Lees ook

Stress tijdens de examens: meer leerlingen gebruiken dan bètablokker

Eindexamen doen gaat sommige leerlingen beter af met een bètablokker.

Bij langdurige stress of paniekaanvallen wordt vaak gebruikgemaakt van benzodiazepines, zoals oxazepam en Valium (diazepam). Ze zetten receptoren voor de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur aan. Dat is een signaalstof die verschillende activiteiten in het brein ‘uitzet’. Deze middelen worden ook ingezet tegen slaaptekort. 

Benzodiazepines hebben wel veel nadelen: ze werken verslavend en hebben fysieke bijwerkingen zoals sufheid, misselijkheid en hoofdpijn. Ook kun je er paranoïde, impulsief of depressief van worden. Ze worden dan ook afgeraden voor langetermijngebruik.

Hoe richt je je werk of studie zo in dat het minder stressvol is?

Stress hebben is an sich niet slecht, vindt de Amerikaanse psycholoog David Yeager. Een beetje druk kan wenselijk zijn. Uit zijn onderzoek onder studenten blijkt dat het helpt als je reflecteert op je stressreacties, en weet dat moedwillig stressvolle situaties aangaan én overwinnen je weerbaarder kan maken. Kortom: als je een positieve houding hebt tegenover stress en je vermogen om situaties aan te gaan.

Voor wie dat wat zweverig vindt, zijn er echter ook praktische ingrepen die je kan doen. Uit onderzoek van kinderpsychiater Hilgo Bruining blijkt dat je leefomgeving een belangrijke rol speelt in je vatbaarheid voor stress en depressie.

Mensen die wonen in wijken met veel bomen of een park hebben een significant lager risico op dat soort problematiek. Ongezonde lucht en veel verkeer en geluidsoverlast kan dan juist weer stressvol werken. Zorg dus voor een groene en gezonde omgeving – al bepaalt dat ook niet alles.

Wat verder? Onderzoeker Cal Newport pleit in ieder geval voor digitaal minimalisme. Je moet tijd in je werkdag inplannen voor ‘diep werk’, waarin je je afsluit van stoorzenders (e-mail, WhatsApp, andere digitale afleiding) en je puur focust op je werk. Dat sluit aan op een andere bekende methode, ‘pomodoro’, waarbij je telkens 25 minuten lang diep werkt en daarna pauze neemt.

Verder zegt Newport: doe minder op een dag (liefst werk je maar aan één project), doe het niet gehaast, en richt je op kwaliteit, niet kwantiteit. Oh, en heel specifiek: plan minstens één dag per week helemaal geen afspraken. Kortom, erken dat er grenzen zijn, en stel binnen die grenzen scherpe prioriteiten. Dat helpt je ook om rust te vinden.

Werken genotsmiddelen écht tegen stress?

Veel Nederlanders kennen het wel: je komt thuis na een lange dag en schenkt een wijntje in, om te ontspannen en de stress te verwerken. Maar werkt dat ook écht, of onderdruk je het alleen maar? Alcohol is een anxioliticum, een stof die angstgevoelens onderdrukt. Je wordt er dus op het moment dat je drinkt fysiek wat rustiger van.

Maar volgens het Trimbos Instituut zijn er ook keerzijden. Alcohol activeert namelijk een onderdeel van de hersenen dat betrokken is bij de productie van stresshormoon cortisol. Drink je te lang te veel alcohol, dan kan dat de stresssystemen in je lichaam aantasten. Het wordt dan juist structureel moeilijker om tot rust te komen. Ook veroorzaakt alcohol bij kleinere hoeveelheden al slaapproblemen.

Cannabis en cannabisolie zijn ook vaak gebruikte middelen om stress te verminderen. Ze bestaan uit verschillende stofjes, waaronder tetrahydrocannabinol (THC), dat het ‘high’-gevoel veroorzaakt, en cannabidiol (CBD). Er is slechts zwak bewijs dat cannabisolie (dat voornamelijk uit CBD bestaat) zou kunnen helpen bij angstklachten.

En andere drugs dan? Daar is niet altijd evenveel over bekend. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar mdma, dat lijkt te kunnen helpen in de behandeling van een post-traumatisch stress syndroom (PTSS). De Staatscommissie mdma pleitte er eerder dit jaar voor om het gebruik van mdma op medisch niveau verder te onderzoeken. Het gaat dan echter wel om een behandeling in een gecontroleerde omgeving, onder begeleiding van artsen en therapeuten. Het verhandelen van mdma is op dit moment strafbaar. Drugs zoals mdma recreatief gebruiken wanneer je psychische klachten hebt is niet verstandig.

Kunnen huisdieren ook helpen als je je gestresst voelt?

Dierentherapie is inmiddels helemaal ingeburgerd. Aaien van een lieve kat of hond heeft een bewezen goed effect op onze bloeddruk, hartslag en stressniveaus: het menselijk lichaam reageert op dit soort liefde door het hormoon oxytocine aan te maken, dat gevoelens van verbondenheid stimuleert. (Overigens doet het lichaam hetzelfde tijdens seks of een bevalling.) Dat lijkt wederzijds; ook dieren maken dit stofje aan als ze geaaid worden.

Of dieren ook op andere manieren kunnen helpen, is niet duidelijk. Uit wetenschappelijk onderzoek komen wisselende conclusies naar voren. Wel kan het helpen om een dier mee te nemen als je bepaalde stressvolle activiteiten uitvoert, zoals fysiotherapie. Een hond kan ook helpen om kinderen weerbaarder te maken, omdat honden beter reageren op zelfverzekerd gedrag zoals hardop spreken en rechtop zitten. Kinderen kunnen hun zelfvertrouwen in feite dus ’trainen’ met hun hond.

Allemaal positieve zaken, dus. Er zijn alleen twee kanttekeningen te maken: sommige huisdieren vinden het niet leuk om aangehaald te worden, en raken er zelf gestresst door. Én: als ze ziek worden en baasjes mantelzorger moeten worden, kunnen mensen daar ook danig door gestresst raken.

<dmt-util-bar article="4860838" headline="Wat is stress en
wat doe je eraan?” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/08/12/wat-is-stress-en-wat-doe-je-er-aan-a4860838″>

De zomerhit van oud-wielrenner John den Braber: ‘Het olympisch dorp was heel modern, er stonden computers en MTV stond aan’

‘Het olympisch dorp was heel modern, er stonden computers waarmee je berichtjes kon sturen naar andere atleten. Overal hingen beeldschermen waarop je de wedstrijden kon zien, in wachtruimtes, in de eetzaal. Maar ook MTV met steeds dezelfde nummers. ‘Rhythm is a Dancer’ van Snap! was toen een grote hit. Het had zo’n gekke, futuristische clip. Dat ze op een podium staan met allemaal raketten eromheen. Als ik dat nummer hoor, denk ik weer aan die zomer.

„Het was een spannende tijd, we hadden ons een jaar lang steeds opnieuw moeten bewijzen. Bij de wereldkampioenschappen hadden we goed gepresteerd en daardoor waren we medaillekandidaat. Een cameraploeg volgde de aanloop naar onze wedstrijd. Die was er al meteen op de eerste dag. Ik was 21 jaar oud en hartstikke nerveus – het was m’n olympische debuut.

„We reden met zijn vieren de ploegentijdrit van 100 kilometer. De start was op een autoracebaan, het Circuit de Catalunya. Eerst gingen we een rondje over dat parcours en daarna richting Barcelona over de autopista. Het stuk op het circuit was meteen pittig, je moest echt flink op de pedalen staan in zo’n kombocht. In de stad keerden we dan om een pilon heen, en weer terug naar het begin. En daarna nóg een keer die 50 kilometer.

„Na anderhalf uur in de wedstrijd scheurde het bracket van mijn fiets en kon ik geen kracht meer op het pedaal zetten”

„Pas een paar weken voor de Spelen kregen we onze speciale tijdritfietsen. Die waren van carbon, dat was nieuw materiaal. Na anderhalf uur in de wedstrijd scheurde het bracket van mijn fiets en kon ik geen kracht meer op het pedaal zetten. Daardoor moest ik afstappen, ineens was het over. Wat een domper. Al was ik ergens ook wel blij dat de spanning voorbij was.

„In het atletendorp maakte ik nieuwe vrienden, ’s avonds gingen we wel eens uit. In Club 54 hoorde ik Snap! vaak. Een heerlijk zomerse floorfiller met die rap in het midden. Ik heb geprobeerd contact te houden met andere sporters uit de Nederlandse equipe. Dat was lastiger dan nu, je stuurde af en toe een kaartje.

„De weg naar de Olympische Spelen heeft me gevormd. Toen het op de fiets heel goed ging ben ik gestopt met school – ik zette alles op het wielrennen. Door topsport leer je misschien nog wel beter dan in het ‘normale’ leven keuzes maken. Op wie kun je vertrouwen? Hoe moet je voor jezelf opkomen? En ik werd snel zelfstandig: op je zestiende met een koffertje van huis om overal in de wereld te gaan fietsen. Wen er maar aan!”

https://www.youtube.com/watch?v=JYIaWeVL1JM


De ijsvogel is makkelijk te fotograferen, zegt deze natuurfotograaf

dolk op wieken in een jasje van kobalt, buik oranje… maar de oogwenk ziet even maar een blauwe vlam

De dichter (Arie van den Berg) heeft een ijsvogel gevangen, zij het alleen in woorden. Want Alcedo atthis, zoals hij officieel heet, moet tot de ongrijpbaarste vogeltjes behoren. Als je hem ziet is hij alweer verdwenen in die blauwe flits.

Niet waar, weet natuurfilmer en -fotograaf Ruurd Jelle van der Leij. „De ijsvogel is een van de makkelijkst te fotograferen vogels. Zet een tak neer en hij zit erop.”

Ja, als je weet waar hij woont, in een holletje in een steile oeverwand naast visrijk water. En als je maar vaak en lang genoeg met een telelens geduldig gaat zitten wachten in een camouflagetentje, zoals Van der Leij heeft gedaan. En al helemaal als je die oeverwal zelf hebt aangelegd als onderdeel van een stuk nieuwe natuur van drie hectare in wat eerst een gewone paardenwei was, in het Friese dorp Oldeholtpade, tussen bomensingels en een veldje dat in de winter een ijsbaan hoopt te zijn.

En als je dat kronkelende watertje zelf hebt laten graven uit wat eerst een rechte sloot was en waar intussen ook 38 van de 70 Nederlandse soorten libellen zijn komen wonen. En als je die ijsvogels een opkontje hebt gegeven door hun holletje met de Makita even voor te boren in het harde zand van de oeverwal, zodat ze de rest van dat tunnelnest verder zelf kunnen uitgraven.

En als die ijsvogels, en dat is het wonder dat hij nog steeds nauwelijks kan geloven, meteen dat gespreide bed hebben gevonden en er nu al een paar jaar hun jongen grootbrengen. IJsvogels hebben wel drie of vier nesten achter elkaar, in totaal wel achttien kuikens per jaar, zodat de populatie zich na een strenge winter – wie kent niet de foto van een ijsvogel die tijdens een snoekduik in een split second lijkt ingevroren – zich snel kan herstellen.

„Dit is de tak”, zegt Ruurd Jelle van der Leij. Op die tak heeft hij ‘zijn’ ijsvogels gefotografeerd, het mannetje en het vrouwtje, afzonderlijk en samen, terwijl ze paren, elkaar een kleine modderkruiper voeren, landen en opstijgen. In het donkerste zwart-wit in tegenlicht, zodat je eerst alleen een doorschijnend visje ziet en pas daarna de twee lichte lijnen van die dolkbek waarmee het is gevangen. En in kleur, het oranje van blank koperdraad en het elektrische blauw van kortsluiting.

Maar met ‘makkelijk’ doet Van der Leij zichzelf toch tekort. Want zijn allerbeste ijsvogelfoto, vindt hij ook, is die van die kobaltblauwe schicht, haarscherp, gevangen in duikvlucht, in dat ene beslissende moment, vlak voordat hij de waterspiegel splijt en een jonge snoek pakt, een foto die zindert van leven.

Die kleuren, moet je weten, die zijn een illusie. Want de veren van een ijsvogel zijn van een dof soort bruin. Dat geweldige blauw is niet het blauw van pigment, maar wordt veroorzaakt door de nano-structuur van de veren, die de blauwe component van het zonlicht beter reflecteert dan de andere kleuren. ‘Tyndall-verstrooiing’, genoemd naar de Britse natuurkundige die er in de negentiende eeuw uitgebreid onderzoek naar deed, is ook verantwoordelijk voor het blauw in je iris. En ook het blauw van de hemel wordt veroorzaakt doordat stof of waterdamp in de lucht het blauwe licht beter verstrooien, dacht John Tyndall aanvankelijk, maar dat bleek net iets anders te liggen. Toch voelt het alsof de hemel deze vogeltjes over de veren heeft gestreken.


Op leesfeestjes worden sommige mensen emotioneel. ‘Eíndelijk lukte het een boek te lezen’

Wat heb ik gemist, lijkt ze te denken. De vrouw op de bank in de Haagse boekwinkel scrolde wat op haar telefoon, tot het wel erg stil werd om haar heen, ze opkeek en iedereen ineens verzonken bleek in een boek. Een medewerker van de boekhandel zet een kaarsje op haar tafeltje. Overál staan kaarsjes, ziet ze nu. En hoelang staat die pianomuziek eigenlijk al op? Moet ze weg? „We close at seven”, fluistert de medewerker. „For reading night.

Elke dinsdagavond rond de klok van zeven verandert de sfeer in de Haagse boekhandel annex koffiezaak Bookstor. In het tijdsbestek van een kwartier verstommen de gesprekken, worden de laatste appjes verstuurd en boeken uit tassen of kasten gehaald. Medewerkers dimmen de lichten en dirigeren bezoekers die niet komen lezen langzaam naar de uitgang.

Na nog een kwartier hebben de overgebleven bezoekers hun leeshouding gevonden, en de pagina waar ze waren gebleven. Ontspannen gezichten verraden dat het hoofd ergens anders is. Twee medewerkers voorzien iedereen zo goed als geruisloos van een drankje met een stukje goede chocola – koffie kan niet omdat de koffiemachine te veel lawaai maakt. De wereld lijkt de komende twee uur langzamer te draaien.

Samen lezen is natuurlijk niet nieuw, maar wat anders is aan de avond in Bookstor, en aan andere leesbijeenkomsten die de afgelopen jaren her en der oppoppen, is dat de aanwezigen grotendeels onbekenden van elkaar zijn. Ze spreken af in hotellobby’s, cafés, boekhandels, bibliotheken en met mooi weer in parken, met als doel om te lezen. Ze komen wekelijks bijeen, of maandelijks of vooralsnog eenmalig. De bijeenkomsten worden ‘leesfeestje’ genoemd of ‘leesavond’ of ‘stille boekenclub’.

Het zijn uitdrukkelijk géén doorsnee boekenclubs. Mensen lezen er niet hetzelfde boek: ze nemen mee wat ze willen lezen, al is het een studieboek of een krant. Tijdens het lezen klinkt hooguit wat instrumentale muziek. Napraten mag, maar hoeft niet.

„Die twee uur lezen voelen als een enorme luxe”, zegt Wapke Monasch (21) vlak voor zeven uur in Bookstor. Al een jaar komt ze met huisgenoten naar de leesavond. „We wonen met best veel”, zegt Eline Lieftink (22), tegenover haar. „Dan is het lastig een rustig moment te vinden. Dit is onze alternatieve woonkamer.” Een boekenclub geeft maar stress, zegt Maud Bouter (22), naast Eline op de bank: „Dan moet je allemaal intelligente dingen zeggen. Daar heb ik niet altijd zin in.” Al lijkt het Lieftink wel leuk „om over hetzelfde boek te praten”, maar zij studeert dan ook Engelse literatuur. Monasch: „Jouw opleiding is één grote boekenclub.”

Monasch heeft voor één keer tentamenstof bij zich, ze studeert net als Bouter International Studies. Bouter leest de autobiografische roman Love the World or Get Killed Trying van Alvina Chamberland en Lieftink Bewilderment van Richard Powers. Eén keer nam een vriendin de sexy roman Fifty Shades of Grey van E. L. James mee. „Dat zou ik niet zo snel doen”, zegt Lieftink. Monasch: „Maar daar heb ik wel respect voor.”

Voordracht

„Ik merk om me heen dat mensen moeite hebben om in hun eentje aan een boek te beginnen”, zegt Yuki Kho (33), cultuurjournalist en eindredacteur bij het Radio 1-programma Nooit Meer Slapen. „Dat komt natuurlijk door de afleiding van je beste vriend slash grootste vijand: je telefoon.” In maart, tijdens de Boekenweek, organiseerde ze met schrijver Iris Cuppen een leesfeestje in een zaaltje van het Volkshotel in Amsterdam. „We wilden het eerst in een café doen, maar we kregen zoveel reacties dat we zijn opgeschaald.” Er kwamen uiteindelijk veertig mensen op af. Cuppen trapte de leesmiddag af met een voordracht van haar essay over lezen.

Kho had zo’n evenement al langer in haar hoofd, maar zette het nooit door. „En toen was er in december dat artikel van The New York Times en dacht ik: als het nu is gecoind moet ik snel zijn.” Het stuk was een verslag van een bezoek aan Reading Rhythms in New York, een reading party („not a bookclub”) in een café in Brooklyn. Honderden mensen stonden voor die avond op de wachtlijst. „Ik kreeg het van meerdere mensen doorgestuurd”, zegt Kho. „Het appelleert denk ik aan dat verlangen om je even helemaal af te sluiten. Mensen zeggen dan: ik zou nu naar een hutje op de hei willen gaan zonder internet. Je zou kunnen zeggen dat zo’n leesfeest een mini-vakantie is.”

Medewerker van Bookstor Femke Geertsema leest mee.
Mensen nemen mee wat ze willen lezen, al is het een studieboek of een krant.

Foto’s: Lin Woldendorp

„Concentratie is een luxeproduct geworden”, zegt Stefanie Liebreks (33), die in 2022 zes leesmiddagen organiseerde in Carmen, een klein guesthouse aan de Keizersgracht in Amsterdam. „Omdat we zo overprikkeld zijn.” Liebreks had het concept weleens in Amerikaanse kroegen gezien en merkte dat ze thuis makkelijker een boek las als haar vriend ook zat te lezen. De freelance literair redacteur mocht een ruimte van Carmen lenen op de zondagmiddag – ze had hun boekenkast gecureerd. Sommige mensen werden emotioneel tijdens de middagen, zegt Liebreks. „Eíndelijk lukte het ze om te lezen.”

Het artikel in The New York Times inspireerde meer jonge Amsterdammers. Zoals de initiatiefnemers van One For the Books, dat elke maand neerstrijkt in een café in Amsterdam-West – ze lezen een half uur, praten er dan een half uur over met de persoon naast ze, en lezen dan verder. Of twee vriendinnen die in maart in de lobby van hotel The Hoxton aan de Herengracht, net als Carmen en het Volkshotel een hotspot voor de trendgevoelige Randstedeling, met zo’n dertig mensen een paar uur lazen. „Dit is wat Amsterdam mist, dacht ik bij dat artikel”, zegt een van hen, Nienke Wolfhagen, een 32-jarige arts in opleiding uit Amsterdam. „Ik kon er in ieder geval geen vinden.” Samen met boekenvriendin Tessa Duste (35, duurzaamheidsondernemer), begon ze de Instagrampagina The Prose Posse, bij de eerste editie lieten ze al professionele foto’s maken. Daarop baden de goedgeklede aanwezigen in goudgeel licht, weggezakt in comfortabele leren banken met boeken als Klont van Maxim Februari en De Camino van Anya Niewierra.

Beschermde naam

In werkelijkheid is er al sinds 2020 een Silent Book Club in Amsterdam. Die komt wekelijks samen in het Goethe-Institut aan de Herengracht, omdat een van deelnemers er vrijwilligerswerk doet. Ook Tilburg, Breda, Groningen, Leeuwarden en Den Haag kennen een Silent Book Club, een beschermde naam die in 2012 is bedacht door twee vrouwen in San Francisco. Op hun website kun je een eigen ‘chapter’ registreren, met als voorwaarde dat je minstens één editie online hebt aangekondigd. Inmiddels zijn er duizend chapters in vijftig landen, waarvan dus zes in Nederland. Meer dan vijfhonderd hebben zich pas dit jaar geregistreerd.

De Haagse Silent Book Club was in 2019 de eerste in Nederland. Die groep was weer de inspiratie voor de oprichter van de Silent Book Club in Amsterdam. De deelnemers komen vaak samen in een cultureel centrum, zoals de Nieuwe Veste in Breda, de LocHal in Tilburg of Tresoar in Leeuwarden. Tilburg organiseert ook een online editie.

Iedereen bestelde rode wijn. Je hebt toch een beeld van hoe lezen eruitziet

Yuki Kho
cultuurjournalist

Onder andere namen is er nog meer te vinden. Bibliotheek De Doelen in Rotterdam reserveert al sinds 2018 af en aan wekelijks een ruimte voor de Stille Boekenclub om een paar uur te lezen „zonder herrie en gedoe”. Kunstboekenhandel Limestone Books in Maastricht houdt sinds maart elke donderdagmiddag een Silent Reading Club. Boekhandel Daan Nijman in Roden heeft sinds kort een maandelijkse De Stiltelezers op maandagochtend van tien tot elf, „als goede start van de week”. Ook boekhandel Athenaeum Haarlem heeft elke maand een uurtje Stiltelezen voor openingstijd.

Er bestaat zelfs een heel Leesweekend, waarop mensen „geforceerd pauzeren op een mooie locatie in de natuur”.

De rust niet vinden

Bookstor in Den Haag, op een steenworp afstand van Paleis Noordeinde, begon najaar 2021 met leesfeestjes. „Na sluit, als iedereen weg was, pakte ik een drankje en ging ik een boekje lezen”, zegt eigenaar Arthur Wieffering (48). „Ik merkte dat Bookstor dan echt perfect was.” „Mensen hebben behoefte aan rust”, merkt Femke Geertsema (24), die de reading nights organiseert voor de boekhandel. „Ik heb dat ook, ik kan thuis de rust niet echt vinden.” Als ze vanavond tijd over heeft tussen het bedienen door, leest ze de roman Immortality van Milan Kundera.

Wat helpt, is het knusse interieur, zegt ze. Bookstor bestaat nog geen tien jaar, maar zit in hetzelfde pand als waar boekhandel Boucher meer dan honderd jaar geleden zijn deuren opende. Later zat daar de juridische boekhandel Jongbloed. Het interieur is grotendeels behouden: planken van boekenkasten zakken door, er zijn glas-in-lood-schuifdeuren en een krakende houten vloer. Met mooi weer kan je op de bistro-stoelen en -banken in de weelderige tuin plaatsnemen. Reserveren hoeft niet. Er is ruimte voor dertig tot veertig lezers, en Geertsema heeft bijna altijd nog wel een plekje.

Christian Ravesloot (29) komt al zeker een half jaar regelmatig lezen, en dat werkt „omdat anderen ook aan het lezen zijn”. De afgebakende tijd van twee uur helpt ook, zegt hij. De action learning coach heeft een managementboek meegenomen, maar ook De steppewolf van Hermann Hesse, „als ik geen zin meer heb in al die managementtermen”.

Foto Lin Woldendorp

Om kwart voor acht hangt er zo’n concentratie dat het bijna pijn doet om mensen te storen voor een gesprekje. Voor Robert Parkins (39) is het zijn eerste leesavond. „Ik zag het krijtbord buiten toen ik terugliep van m’n werk”, fluistert hij, voorovergebogen over zijn boek, aan een tafeltje. Er wordt een muntthee naast hem neergezet. „Het leek me een ontspannen plek om een boek te lezen: mijn appartement ligt aan een drukke straat en in hetzelfde complex wordt muziekles gegeven.”

Een boekenclub had Nienke Wolfhagen, die de leesavond in The Hoxton organiseerde weleens geprobeerd. Maar allemaal hetzelfde boek lezen vindt ze „geforceerd”, vergt bovendien veel voorbereiding, en de mensen in de boekenclub ken je vaak al. „Wat me hierin aantrok was dat je op een laagdrempelige manier nieuwe mensen kan ontmoeten.” Daar had ze wel behoefte aan, nu steeds meer vrienden om haar heen zijn gesetteld.

De dertig aanwezigen in The Hoxton zouden uiteindelijk anderhalf uur lezen, waarna je iemand kon aanspreken. Met een groene sticker op je boek gaf je aan dat je daarvoor openstond. Wolfhagen las een roman over een wetenschappelijk experiment waarmee je je IQ kon verhogen. „Daaronder ligt natuurlijk de vraag of dat je gelukkiger maakt. Daarover raakte ik in discussie met een jongen, een ambitieuze ondernemer. Ook hoorde ik mannen discussiëren over nieuwe definities van mannelijkheid.”

De wat introvertere mens

Vera Post van Walter’s Bookshop in Groningen, die daar sinds een jaar ongeveer elke twee maanden een Silent Book Club organiseert, wijst erop dat leesfeestje geschikte evenementen zijn voor „de wat introvertere mens: je doet iets gezamenlijks, maar hoeft niet te praten. En mocht je toch willen praten, dan kun je het over je boek hebben.”

Cultuurjournalist Yuki Kho denkt juist dat het leesfeestje past in dit tijdsgewricht van „zien en gezien worden”. „Iemand die een goed boek leest, wordt gezien als intellectueel, als iemand met smaak.” Ze wijst op de Instagrampagina Hot Dudes Reading, dat 1,2 miljoen volgers heeft, waarop louter foto’s gedeeld worden van knappe mannen die in het openbaar lezen. „Het is sexy als iemand leest.”

Met een boek kun je laten zien wie je bent, zegt Kho. „Bij iemand thuis kijk je toch even in de boekenkast.” Bij haar vooralsnog eenmalige leesfeestje in het Volkshotel „zat iedereen door z’n wimpers te gluren van: wat lees jij? Ik denk dat mensen stiekem hun betere boek uit de kast hadden gehaald, en de thriller thuis hadden gelaten. Zelf kwam ze niet helemaal lekker in Moderne Natuur van Derek Jarman, die middag. „Ik was toch bezig met: verzit ik te vaak, hebben mensen er last van als ik ritsel, gaan mensen nu kijken hoe ik lees?”

Waar moet je op letten, als je zelf een leesfeestje wil organiseren? „Ik heb erg veel tijd gestoken in de muziek”, zegt Liebreks, die in Carmen een aantal leesmiddagen hield. „Ambient, instrumentaal. Eén keer zei iemand: kan het wat zachter? Toen hebben we een middag in stilte gelezen, dat werkte ook.”

Daarnaast werkt een „inspirerende omgeving”, zegt Liebreks, zoals tussen de boeken. Ze wijst op het Instagram-account Where I Would Like To Read, waarop allemaal plekken te zien zijn waar je je wilt „opkrullen”. „Nu besteedt Carmen sowieso al veel aandacht aan esthetiek. Het staat er vol Italiaanse designbanken en handgemaakt keramiek.”

Nienke Wolfhagen en Tessa Duste vonden in The Hoxton een plek die niet „te suf” is. „Het is niet dat we lezen sexy willen maken, maar we wilden ver weg blijven van het vrouwenclubje dat heel lang over een boek gaat praten.” De locatie moest „esthetisch mooi” zijn en rustig. Hotellobby’s liggen dan voor de hand, maar veel hotels zagen het niet zitten, waren te luidruchtig of wilden dat ze voor een minimumbedrag aan drank zouden afnemen. The Hoxton bleek een vide met leesstoelen te hebben en zelfs een boekenkast. In juli volgt een tweede editie.

In het Volkshotel was de middag gratis. Het hotel had de zaal voor niets ter beschikking gesteld, drankjes konden mensen kopen in het café. Iedereen bestelde rode wijn, zag Kho. „Je hebt toch een beeld van hoe lezen eruitziet.” In Carmen kregen deelnemers voor 7 euro thee en koekjes. „Volgens mij dekte dat de kosten en tijdsinvestering niet, maar 10 euro voelde te hoog”, zegt Liebreks. „Alsof je naar een voorstelling gaat.” Wolfhagen vroeg 15 euro, inclusief drankje, voor hun evenement in The Hoxton. Daarmee betaalden ze ook een fotograaf.

Stille magie

In Bookstor in Den Haag rekenen mensen 6,50 af als ze vertrekken – er is geen georganiseerd moment om na te praten, mensen gaan weer weg als ze dat willen. Als de eerste persoon rond half negen zijn spullen pakt, wordt de stille magie langzaam verbroken. De grote deur naar de straat zwaait open, verkeersgeluiden stromen binnen. Bij de volgende persoon nog een keer. Om negen uur beginnen de medewerkers de glazen op te halen, en de vaatwasser in te ruimen.


Dit zijn de strips die je gelezen moet hebben voor de Stripdagen Haarlem

Stripgids In het weekend van 1 en 2 juni vinden in de Haarlemse binnenstad voor de zestiende keer de Stripdagen Haarlem plaats, met ditmaal een focus op de getekende journalistiek en queer stripmakers. Wil je je nog snel inlezen in de beste strips van het moment? NRC praat je bij.


Beeld Dupuis

1Julia Wertz – Onmogelijke mensen

In deze bij vlagen hilarische autobiografische graphic memoir vertelt Wertz over haar drankverslaving. Als ze 26 is, drinkt ze twee flessen wijn per dag. Haar dokter zegt dat ze de dertig niet haalt als ze zo doorgaat, pas dan denkt ze erover om te stoppen. Wat Onmogelijke mensen zo sterk maakt is niet de overwinning op de drankzucht, maar de zelfanalyse van Wertz. Ze heeft zichzelf herontdekt met zelfspot en mildheid.

Scratch Books. 320 pagina’s. € 29,95.

2 Craig Thompson – Ginseng Roots (12 delen)

Craig Thompson (bekend van de stripklassieker Een deken van sneeuw) reisde ruim vier jaar de wereld over voor een journalistiek stripverslag over de ginsengwortel. Wisconsin, waar hij opgroeide, was indertijd de grootste leverancier van ginseng in de wereld. Daar zorgde de medicinale stronk voor veel welvaart. Tegenwoordig is het zware werk niet in trek en houden steeds meer ginsengfarms op te bestaan. Het resultaat Ginseng Roots is een vitale observatie vol melancholie en berusting.

Uncivilized Comics. 384 pagina’s (in 12 losse delen). Complete set € 66,85. Ook los verkrijgbaar.

3 Olivier Schrauwen – Zondag

Een tour de force van precies 24 uur: Zondag is een even fascinerende als vervreemdende innerlijke monoloog van Thibault, de neef van stripmaker Olivier Schrauwen. In zijn kenmerkende riso-stijl, met veel roze en blauw, vertelt Schrauwen per seconde een dag uit het leven van een onsympathieke, egocentrische figuur die studie-uitstelgedrag tot kunst verheven heeft. Soms ronduit prachtig, dan weer hemeltergend.

Bries. 472 pagina’s. € 59,95.

4 Ingrid Chabbert & Carole Maurel –
Onderstroom

Onderstroom is een aangrijpend verhaal over de onuitsprekelijke pijn van het verlies van een kind en de moeilijkheid om je leven erna weer op te pakken. Het is het autobiografische verhaal van scenarist Ingrid Chabbert, die ervoor kiest om veel onuitgesproken te laten. De lezer mag de verbindingen zelf leggen. Zo wordt het een intuïtief verhaal met handvatten en dat is precies wat nodig is om het particuliere van de vertelling te overstijgen. Daarmee geven de auteurs Onderstroom genoeg licht en lucht om het een verhaal van hoop en liefde te maken.

Uitgeverij Daedalus. 96 pagina’s hardcover. € 30,95.

5 Jean-Marc Rochette – De laatste koningin

De laatste koningin is een gelaagde natuurvertelling over de laatste beer uit de zuidelijke Alpen, die is te lezen als een pleidooi om beter voor de aarde te zorgen. Het verhaal speelt net na de Eerste Wereldoorlog en geeft een fraai beeld van het Alpengebied én het artistieke milieu van Parijs. De Franse stripmaker Jean-Marc Rochette raakt met zijn treffende, ruige penseeltekeningen een gevoelige snaar: de mens is de strijd met de natuur aangegaan en heeft onterecht het gevoel dat ze gewonnen heeft.

Concerto Books. 240 pagina’s hardcover. € 28,99.

6 Paco Roca – Terug naar Eden

Ontroerend eerbetoon van de Spaanse stripmaker Paco Roca aan zijn moeder. Aan de hand van echte foto’s vertelt Roca het verhaal van zijn familie in de naoorlogse Franco-jaren. De foto’s tonen het harde bestaan, de honger, onderdrukking en zorgen, en tegelijk toont het kleine momentjes van vreugde, liefde en zorgeloosheid. Roca’s vertelstem is innemend en teder: zeker een aanrader voor mensen die niet vaak een strip lezen.

Concerto Books. 184 pagina’s hardcover. € 29,99.

7 B. Carrot – Uitweg

In de ontroerende en activistische graphic novel Uitweg van de sociaal betrokken stripmaker B. Carrot kiest een jonge Poolse vrouw voor abortus. De Poolse abortuswetten zijn de strengste in Europa waardoor veel vrouwen uitwijken, bijvoorbeeld naar Collectief Abortus Netwerk Amsterdam (ANA). De pagina’s zijn opgezet in schitterende kleuren, die veel meer bijdragen aan de emotionele laag van het verhaal dan je in eerste instantie vermoedt. Dat maakt van Uitweg een graphic novel die beslist een plek verdient in de canon van écht relevante strips.

Oogachtend. 288 pagina’s. € 28,50.

8 Grégory Panaccione (naar de roman van Cyril Massarotto) – Iemand om mee te praten

Welk telefoonnummer ken je nog uit je hoofd tegenwoordig? De 35-jarige Samuel Verdi weet alleen nog het nummer van thuis, van vroeger. Op een aangeschoten avond draait hij het en krijgt hij een tienjarig jongetje aan de lijn. Die heet ook Samuel Verdi. Wat volgt is een herkenbaar verhaal over richting kiezen, ambities waarmaken of juist laten varen en een beetje geluk hebben in het leven. Een prachtig verhaal over dromen en levenslessen.

Lauwert Uitgeverij. 256 pagina’s hardcover. € 38,95.

9 Anne-Caroline Pandolfo & Terkel Risbjerg
(naar de roman van Ron Rash) – Serena

Serena is een zinderende strip met elementen van Griekse tragedie, met een meedogenloze antagonist als belichaming van het kapitalistische kwaad. Het verhaal van de ijskoude Serena speelt in de jaren dertig van de vorige eeuw, tijdens de Grote Depressie. Gedreven door winstzucht verandert ze complete bosgebieden in asgrauwe en kille leegte. Een ijzersterke, fatale geschiedenis, die nazindert.

Lauwert Uitgeverij. 208 pagina’s hardcover. € 36,95

10 Jeroen Janssen & Arezoo Moradi – Landloos als de wind

Jeroen Janssen is een stripmaker met een journalistieke inborst. Zijn strips lezen als getekende documentaires met een menselijke maat. In Landloos als de wind wandelt hij door Ledeberg, een dorp aan Gent vast zit, en verbaast hij zich over alle dingen die hij nooit zag, terwijl hij er zelf al jaren woont. Dat deed hij met Arezoo Moradi, een uit Iran afkomstige journaliste. Samen geven ze kleur aan de buurten en de mensen, op een poëtische manier. Het resultaat is een betoverend verslag.

Oogachtend. 180 pagina’s hardcover. € 30,00.

11 Frank Pé & Zidrou – Het beest (twee delen)

Het beest is een adembenemend tweeluik over nota bene de Marsupilami, maar dan als realistisch en emotioneel figuur, dus zonder hoeba-hop. Het verhaal, in twee joekels van boeken, is een cadeau voor tekenaar én lezer: de Belgische stripmaker Frank mag eindeloos schitterende dieren tekenen en zich verliezen in architectonische hoogstandjes. Het scenario van Zidrou (Bloesems in de herfst, Shi) heeft een goede balans: een kinderstrip met heel veel ruimte en tijd om alles rustig te ontwikkelen. Oogstrelend.

Dupuis. 156 en 208 pagina’s hardcover. € 30,99 en € 36,00.

12 Jan Vriends – De kosmonaut

Totaal vertederend ruimtesprookje over een kosmonaut die uit de baan vliegt. Deze Vladimir Vasiljevitsj wordt verliefd, belandt pardoes in een wereld die de zijne niet is en neemt het leven zoals het is. Poëtisch verhaal in heerlijk tempo van Stripmaker des Vaderlands, Jan Vriends. Even leuk voor volwassenen als voor kinderen. Absolute aanrader.

Scratch Books. 144 pagina’s hardcover. € 24,95.

Wat doe je met collega’s die de zaak structureel ondermijnen?

Belediging, discriminatie, intimidatie… Het is een veelgestelde vraag van managers: wat doe je als een collega zich structureel misdraagt?

Tips

Iedereen heeft recht op een slechte dag. Na oprechte excuses en goede afspraken kun je vaak samen verder. Maar wat als iemand grenzen blijft overschrijden? Zes tips.

– Onderzoeken. Praat met verschillende medewerkers, luister goed, noteer de feiten.

– Samenwerken. Neem contact op met je eigen HR-afdeling of een externe specialist. Spreek af wat je gaat doen.

– Aanspreken. Vertel de probleemcollega zo feitelijk mogelijk wat je hebt waargenomen. Zeg ook wat jij gaat doen en wat je van hem verwacht.

– Documenteren. Maak gespreksverslagen. Noteer wat de medewerker deed, welke maatregelen jij nam en wat er daarna gebeurde. Met data en tijden. Verzamel ook formele stukken, zoals jaarlijkse beoordelingen en klachten. Meld de medewerker dat je alles bijhoudt.

– Consequent zijn. Houd je strikt aan wat je hebt afgesproken.

– Maatregelen nemen. Beëindig zo nodig de samenwerking. Bijvoorbeeld met een vaststellingsovereenkomst en eventueel een afkoopsom. Doe dit samen met een specialist.

Wees voorbereid

Dat managers tegenzin voelen als ze in actie moeten komen tegen schadelijk gedrag is niet zo gek. Voor je het weet richt de probleemcollega zijn pijlen op jou.

In het boek Code Rood beschrijft schooldirecteur Eric van ’t Zelfde allerlei praktijksituaties. Wie problemen aanpakt, kan te maken krijgen met juridische procedures, roddelcampagnes en oneerlijke beschuldigingen. Saillant: medewerkers die je als manager aanspreekt op grensoverschrijdend gedrag, beschuldigen jou er vervolgens soms van een onveilige werksfeer te creëren.

Een paar lessen. (1) Je bent geen therapeut. Ga niet proberen je collega te ‘genezen’. Geef gewoon aan wat je van hem verwacht. (2) Laat je niet provoceren. Voor je het weet vertoon je zelf het gedrag dat je wilt bestrijden. (3) Voorzie je problemen, nodig dan een HR-specialist of jurist uit bij de gesprekken met de collega.

Structurele problemen

Gaat het om één slechte collega of is de organisatie zelf het probleem? Dat is een belangrijk thema in het boek Giftig gedoe op de werkplek van auteurs Caroline Koetsenruijter en Hans van der Loo.

Een paar adviezen voor managers uit hun boek:

– Onderzoek hoe en waar schadelijk gedrag ontstaat in de organisatie. Is er bijvoorbeeld sprake van grote machtsverschillen of een te hoge werkdruk? Betrek medewerkers bij je research.

– Zorg voor heldere regels. Voor iedereen moet duidelijk zijn waar de grenzen liggen en hoe je omgaat met misstappen.

– Maak het makkelijk om overtredingen te melden. Dan kun je ingrijpen voor iets ontspoort. Bescherm en help mensen die de moed hebben om een melding te doen.

– Grijp direct in bij giftig gedrag. Laat zien dat overtredingen niet kunnen.

– Blijf alert. Behandel bijvoorbeeld maandelijks een fictieve casus in het directieoverleg en bespreek wat je zou kunnen doen.



Correcte, foutloze taal boeit echt helemaal niemand meer

M’n hele leven heb ik gestreden tegen taalverloedering – rond m’n twaalfde was ik al een boomer. Taalfouten verbeteren, grammatica mansplainen, mensen wijzen op de juiste spelling. Uiteindelijk maakte ik er zelfs m’n werk van en werd ik eindredacteur bij NRC. Maar de laatste tijd denk ik steeds vaker: waar doe ik het nog voor?

Misschien komt dat door de volksstammen die op LinkedIn niet meer weten waar je een d, dt of t schrijft. Misschien was het de vacature laatst, voor een ‘prodcut owner’ bij DPG. Misschien was het de advertentie voor een koophuis in Holysloot dat jarenlang ‘bewoont en verhuurt was geweest’. De uitnodiging voor de boekpresentatie (!) van Alma Mathijsen waarin het werk ‘een meespelende vertelling’ werd genoemd. Het bordje op het terras vorige week, waarop stond: ‘Besteld u liever bij ons?’ Of de zakelijke mail die deze maand begon met ‘goedeomorgen’.

Wát ook de druppel was, ergens deze lente dacht ik ineens: waarom zou ik me hier nog druk om maken? Correcte, foutloze taal boeit echt helemaal niemand meer.

Ja, een klein clubje taalpuristen. Die sputteren hun schermen vol bij elke gevonden fout en zetten rode strepen. De rest van de wereld zal het echt een hele grote worst wezen.

En dus leek het me verstandig om die kleine minderheid van Nederlandse taalliefhebbers in dit land eens wat te gaan voorbereiden op de fouten die we de komende jaren zullen moeten gaan accepteren. Omdat wij echt de enige mensen op aarde zijn die er zich nog aan ergeren – en überhaupt nog weten dat ze fout zijn. Scheelt een hoop frustratie en hartinfarcten. Zie de positieve kant jongens: we kunnen het eindelijk loslaten!

1 D, t of dt – wat maakt het uit. Hij bedoeld, ik wordt, zij hebben gehoort – schrijf gewoon lekker wat jij wil. Tuurlijk: ‘Geld op de rijbaan tussen 13.00 en 18.00’ is iets anders dan: ‘Geldt op de rijbaan tussen 13.00 en 18.00’. Maar het is ook wel weer spannend om met een grote plastic zak te gaan kijken welke van de twee bedoelt wert.

2 Hoofdletters – hahaha. lezers kunnen echt zelf wel bepalen wanneer een zin begind of eindigd. het is bovendien onrustig voor je ogen, ineens zo’n grote letter midden in een appje.

3 Komma’s? Hou eens op. Interpunctie in je broekje sowieso. In de zin: ‘Ik hou van huisdieren eten en barbecueën’ kán een komma handig zijn. Maar iedereen weet dat niemand z’n huisdieren gaat opeten – toch?

4 Jou fiets, jou vader – daar hoeft echt geen w bij. ‘Ik hou van jou ouwe fiets’ betekend iets anders dan: ‘Ik hou van jouw ouwe fiets’. Maar als je twijfelt welke van de twee het is, kun je altijd even dm’en.

5 Me moeder, me werk, me club – prima toch? ‘Mijn’ klinkt zo hard en ‘m’n’ heeft dat lastige komma-dingetje. ‘Muh fiets’ zou nog beter zijn, maar dat is weer een h extra, dus laten we ‘me moeder’ gewoon goed gaan rekenen.

6 ‘Ik besef me’. Zelfde. Dat gezeur over wederkerende werkwoorden. Ga lekker zelf wederkeren.

7 Hen, hun en zij. Te ingewikkeld om uit elkaar te houden. Hun hebben gelijk! Maak er anders ‘hullie’ van! Hullie hebben gelijk. Mooi!

8 Die meisje, die leven, die woord. Helemaal goed. Net als: ‘De meisje die’. Als iemand zich als non-binair identificeert moet je wel streng zijn. Dan is het ‘die’ en ‘hen’. Let daar op.

9 ‘Doe is normaal’, ‘doe is gek’. Het woord ‘eens’ klinkt als ‘is’, dus waarom zou je het dan niet zo mogen schrijven? Datzelfde geld voor ‘onmiddelijk’, ‘dislekties’, ‘bedrijging’, ‘in prinsiepe’, ‘kilometuh’, ‘appart’ en ‘prevensie’. Als je maar snap wat er staat.

10 Een punt aan het einde van een zin? Laat te weinig ruimte open dus ik zou ’m lekker weglaten de jongere generatie gebruikt sowieso liever geen punten meer omdat die agressief overkomen alle begrip voor

11 Money, mindset, sacrificen. Hoe jonger mensen zijn, hoe meer like je weet dat ze like veel anglicismen gebruiken. Is een kwestie van mindset. Ik had laatst iemand die haar vrijdag ging sacrificen om voor weinig money vintage knitwear te gaan shoppen. Bleek ze op zoek naar een goedkope 2dehants trui.

12 Letterlijk/figuurlijk. Het woord ‘letterlijk’ word tegenwoordig als een bekrachtiging gebruikt, niet als tegenhanger van ‘figuurlijk’. Dat is schrikken in: ‘Ik lach me dood. Letterlijk’. Maar als je eenmaal weet dat met letterlijk meestal figuurlijk bedoeldt wordt – behalve in: ‘Ik heb geen geld meer. Letterlijk’ – wat zou je daar dan letterlijk tegen kunnen hebben?

13 Fml, lol, hdp, w8 ff, isg, bopla, itakru, brb, idk, mss, vnv, kladiladi, lett. Afkortingen schelen tijd, en tijd is kostbaar in een wereld waarin je voortdurend moet switchen van TikTok naar WhatsApp, van Snapchat naar Instagram en van BeReal naar je mail. Zeker als je in 83 appgroepen zit, vijftig pakjes besteldt hept en duizenden berichten per dag moet tikken. Doe dus niet moeilijk als je een paar afko’s ziet, maar google even wat ze betekenen. Als je bovengenoemde afkortingen niet kent, ben je sowieso een boomer.

LTR!

Hoe was jouw week? Laat Japke-d. -Bouma via de soosjals weten waarover jij (in 20 minuten) wil worden bijgepraat. Of mail naar [email protected]


Zo word je (significant) charismatischer

Twaalf tactieken

Charismatisch spreken lijkt voor veel mensen een onhaalbaar ideaal. Maar volgens John Antonakis, hoogleraar aan de Universiteit van Lausanne, gaat het om concrete handelingen die iedereen kan leren.

Hij bracht in kaart welke gedragingen sprekers charismatisch maken in de ogen van hun publiek. In experimenten trainde hij managers en MBA-studenten in dit gedrag. Die werden daarna als significant charismatischer én als betere leiders gezien.

Volgens Antonakis draait het om negen verbale en drie nonverbale ‘charismatic leadership tactics’ (CLT’s). Tactieken die een groot effect op luisteraars hebben, die aan te leren zijn en bovendien in allerlei situaties werken. Politici die ze gebruiken, winnen verkiezingen. En managers scoren ermee op kantoor.

Verbaal

Dit zijn de negen inhoudelijke, verbale tactieken.

1. Metaforen, vergelijkingen en analogieën: „Dit nieuwe project is Star Trek in het echt.”

2. Verhalen en anekdotes: „Toen ik dit bedrijf begon, had ik alleen een studieschuld én een goed idee.”

3. Contrast: „Vraag niet wat je land voor jou kan doen, maar…”

4. Retorische vragen: „Hoe wil je groeien als je klanten niet enthousiast over je zijn?”

5. Drieslagen: „Het is een kwestie van dromen, durven en doen.”

6. Morele uitspraken: „Ik hou van bier én het eerlijk betalen van belasting.”

7. Gevoelens van het publiek vertolken: „Dit is geen fijne tijd. En ik verwacht ook niet dat het snel beter wordt.”

8. Hoge doelen stellen: „Over twee jaar rijden al onze vrachtwagens op waterstof.”

9. Het vertrouwen uitspreken dat deze doelen gehaald worden: „En niets gaat ons tegenhouden.”

Non-verbaal

Daarnaast zijn er drie CLT’s die niet gaan over de inhoud van je verhaal.

1. Stemgebruik: hoog en laag, zacht en hard, zorg voor levendigheid en laat je emoties horen.

2. Gezichtsuitdrukking: kijk je publiek aan, lach, frons, laat zien wat je voelt.

3. Gebaren: zwaaien, wijzen, gebruik je handen om je verhaal te onderstrepen.

Goed om te weten: meer dan bij de verbale CLT’s verschilt de toepassing van deze drie technieken per cultuur. Wat in het ene land als ingetogen wordt ervaren, is in het andere misschien juist te uitbundig.

Lees ook
deze eerdere column van Ben Tiggelaar: ‘Als de charismaknop omgaat’

Goochelen

Dat je charisma kunt leren, wil niet zeggen dat het makkelijk is. In de experimenten van Antonakis kregen deelnemers een intensieve training van vijf uur. Ze keken video’s met voorbeelden, moesten speeches voorbereiden, oefenden op andere deelnemers en kregen feedback. Na afloop kregen ze instructievideo’s mee en een opdracht. Vervolgens oefenden de managers drie maanden lang zo’n twee uur per week. De MBA-studenten oefenden tachtig tot negentig uur in een periode van zes weken.

Grappig. Charisma is een beetje als goochelen. Wie flink oefent, beschikt daarna in de ogen van zijn publiek over magische krachten. Daarin schuilt ook een risico. Want echte wonderen verrichten is meestal wat moeilijker.