Drie keer levenslang in Marengo-proces: ‘Taghi gaat door met angst zaaien als hij niet permanent wordt opgesloten’

Een proces met een „gitzwarte rand”. Zo refereerde de Amsterdamse rechtbank bij aanvang van het uitspreken van het vonnis inzake de strafzaak Marengo aan de drie moorden die tijdens de strafzaak zijn gepleegd op mensen uit de kring rond kroongetuige Nabil B.: zijn broer Reduan, zijn advocaat Derk Wiersum en zijn vertrouwenspersoon Peter R. de Vries.

De strafzaak gaat niet over hun dood, maar toch stond de rechtbank er nadrukkelijk bij stil. „Hun families moeten dierbaren missen. Derk Wiersum zal nooit plaatsnemen in de rechtszaal, Peter R. de Vries nooit meer op de perstribune. Dat geeft deze zaak een gitzwarte rand.”

Aan de nabestaanden van de zes slachtoffers waar Marengo in de kern om draait maakte de rechtbank een excuus omdat de strafzaak zo lang heeft geduurd. „Deze zaak was groot en complex en toch had het in vier jaar klaar moeten zijn.” Dat het er bijna zes zijn geworden door alle commotie om de zaak heen, doet daar volgens de rechtbank niet aan af. „Zes jaar wachten voor de nabestaanden is te lang gezien het grote verdriet dat hen is aangedaan.”

Effectieve terreur

Het leed van de slachtoffers komt volgens de rechtbank in hoge mate op het conto van hoofdverdachte Ridouan Taghi, de „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie waar alle andere verdachten lid van waren. Naast het leidinggeven aan die criminele organisatie is hij veroordeeld voor vijf moorden, twee pogingen tot moord en meerdere voorbereidingen tot het plegen van moord. Voor één moord, die op Abderrahim Belhadj in 2016 in Amsterdam Zuid-Oost, is Taghi vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.

Ondanks die vrijspraak is „de hoeveelheid leed die onder zijn leiding is aangericht nauwelijks voor te stellen”, aldus de rechtbank. „Geweld als middel om angst te jagen. Dergelijke terreur heeft een ontwrichtende werking op de samenleving en is heel effectief gebleken.”

Zelfs de nabestaanden van alle zes slachtoffers hebben uit angst geen gebruik gemaakt van hun spreekrecht tijdens de behandelingRechtbank Amsterdam

Die conclusie baseert de rechtbank op het feit dat bijna niemand tegen Taghi heeft durven te verklaren. „Zelfs de nabestaanden van alle zes slachtoffers hebben uit angst geen gebruik gemaakt van hun spreekrecht tijdens de behandeling.”

De rechtbank gaat er vanuit dat Taghi weer door zou gaan met angst zaaien als hij niet permanent wordt opgesloten. „Daarom is uit oogpunt van beveiliging van de maatschappij en vergelding voor het aangedane leed een levenslange gevangenisstraf gepast”, concludeert de Amsterdamse rechtbank.

Ook de stelling dat Taghi geen eerlijke proces heeft gehad omdat zijn advocaat Inez Weski vorig jaar april is aangehouden op verdenking van het lidmaatschap van de criminele organisatie van haar cliënt Taghi, heeft dat niet veranderd. „Weski heeft in pleidooi en in dupliek uitgebreid gereageerd op de beschuldigingen aan het adres van Taghi en daarnaast tal van verzoeken gedaan en verweren gevoerd. Dat was vrijwel klaar toen zij werd aangehouden.” Daarna hebben de nieuwe advocaten volgens de rechtbank voldoende tijd gehad om de laatste puntjes op de i te zetten.

Lees ook
Hoe een wapenvondst in een opslagloods tot een geweldsexplosie leidde die de rechtsstaat deed wankelen

In juli 2015 vond de politie  pistolen, revolvers, automatische wapens, munitie en handgranaten in een opslagruimte in Nieuwegein.

Kroongetuige Nabil B.

Volgens de rechtbank heeft Nabil B. een cruciale rol gehad in het onderzoek Marengo. „Dankzij zijn verklaringen zijn vijf moorden opgelost”, aldus de rechtbank. Ondanks zijn betrokkenheid bij twee liquidaties is de gevraagde strafvermindering voor hem gerechtvaardigd, concludeert de rechtbank die Nabil B. conform de eist van het OM 10 jaar celstraf heeft opgelegd. De rechtbank heeft ook meegewogen dat bij Nabil het vertrouwen is gewekt dat hij deze straf zou krijgen. Daartegen ingaan zou toekomstige kroongetuigen kunnen afschrikken en daar is geen maatschappelijk belang mee gediend, vindt de rechtbank.

Bovendien zal Nabil B. de rest van zijn leven over zijn schouder moeten kijkenRechtbank Amsterdam

Nabil B. is volgens de rechtbank betrouwbaar gebleken en zijn verklaringen worden op belangrijke onderdelen gedragen door ander bewijs, zoals ontsleutelde berichten van andere verdachten. Verder spelen persoonlijke omstandigheden een grote rol. Hij is niet alleen geconfronteerd met drie doden in zijn directe omgeving, door de dreiging heeft hij weinig contact met zijn familie hetgeen zijn detentie zwaar maakt. „Bovendien zal hij de rest van zijn leven over zijn schouder moeten kijken.”

Veel lagere straffen

Naast Taghi hebben ook zijn rechterhand Saïd Razzouki en Mario R. levenslang gehad. Bij de laatste speelt mee dat hij al veroordeeld is voor het lidmaatschap van een criminele organisatie in de zaak rond een grote wapenvondst in Nieuwegein in 2015. Ondanks de harde toon tegen alle andere verdachten die allemaal hun rol hadden in „goed georganiseerde organisatie” die afrekende met „vijanden of verraders die koste wat kost dood moesten”, zijn de straffen op de drie veroordelingen voor levenslang en die voor kroongetuige Nabil B. na allemaal lager uitgevallen. Drie andere verdachten tegen wie het Openbaar Ministerie ook levenslang heeft geëist, legt de rechtbank lagere straffen op. Mohammed Razzouki, de jongere broer van Saïd, krijgt 27 jaar opgelegd en uitvoerder Aschraf B. ruim 29 jaar.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Ridouan Taghi (46) kreeg als „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie levenslang opgelegd.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Ridouan Taghi (46) kreeg als „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie levenslang opgelegd.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27165117/data112257250-e3e0b9.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-7.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-5.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-6.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-7.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-8.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/fxd8-My4U3Fvc_8dEmhza-_jDlc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27165117/data112257250-e3e0b9.jpg 1920w”>

Ridouan Taghi (46) kreeg als „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie levenslang opgelegd.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Saïd Razzouki (51) wordt niet beschouwd als leider van de criminele organisatie en was volgens de rechtbank ook niet happig op escalerend geweld. Wel had hij een persoonlijk motief bij een liquidatie en was hij betrokken bij een poging tot en vier voorbereidingen op liquidaties. Gelet op die feiten acht de rechtbank levenslang passend.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Saïd Razzouki (51) wordt niet beschouwd als leider van de criminele organisatie en was volgens de rechtbank ook niet happig op escalerend geweld. Wel had hij een persoonlijk motief bij een liquidatie en was hij betrokken bij een poging tot en vier voorbereidingen op liquidaties. Gelet op die feiten acht de rechtbank levenslang passend.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27165117/data112257287-2c2e36.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-11.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-9.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-10.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-11.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-12.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/E0pIUzZn7eXw71t6PjjjRABcio8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27165117/data112257287-2c2e36.jpg 1920w”>

Saïd Razzouki (51) wordt niet beschouwd als leider van de criminele organisatie en was volgens de rechtbank ook niet happig op escalerend geweld. Wel had hij een persoonlijk motief bij een liquidatie en was hij betrokken bij een poging tot en vier voorbereidingen op liquidaties. Gelet op die feiten acht de rechtbank levenslang passend.

<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Mario R. krijgt levenslang voor betrokkenheid bij twee liquidaties, voorbereidingshandelingen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Meegewogen wordt dat hij al werd veroordeeld voor betrokkenheid bij een wapenvangst in 2015.” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Mario R. krijgt levenslang voor betrokkenheid bij twee liquidaties, voorbereidingshandelingen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Meegewogen wordt dat hij al werd veroordeeld voor betrokkenheid bij een wapenvangst in 2015.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27171149/2702BIN_rechtbanktekeninggroep_Mario_2WEB.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-15.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-13.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-14.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-15.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/drie-keer-levenslang-in-marengo-proces-taghi-gaat-door-met-angst-zaaien-als-hij-niet-permanent-wordt-opgesloten-16.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/O5FymPgf3Y2j-JJNBfNlR1mzSVo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/02/27171149/2702BIN_rechtbanktekeninggroep_Mario_2WEB.jpg 1920w”>

Mario R. krijgt levenslang voor betrokkenheid bij twee liquidaties, voorbereidingshandelingen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Meegewogen wordt dat hij al werd veroordeeld voor betrokkenheid bij een wapenvangst in 2015.

Tekeningen: Aloys Oosterwijk

De grootste verrassing is de straf voor Mao R., de broer van Mario en de naaste adviseur en vertrouweling van Taghi. In plaats van de geëiste straf van levenslang krijgt hij ruim 15 jaar opgelegd. Het verschil zit in het feit dat de rechtbank zijn betrokkenheid bij twee voltooide moorden niet bewezen acht.

Ook de andere verdachten krijgen allemaal lagere straffen dan geëist. Dat komt voor een deel omdat ze vanwege de lange duur een klein beetje strafkorting krijgen maar vooral omdat de rechtbank veel minder bewezen verklaart dan het OM bepleitte. Aan de 11 verdachten waartegen geen levenslang was geëist legde de rechtbank ruim 116 jaar straf op, aanzienlijk minder dan de eis van ruim 200 jaar celstraf. Toch is het OM volgens een woordvoerder tevreden omdat „alle verdachten” zijn veroordeeld. „Ondanks alles heeft het recht zijn loop gehad.”


Uitspraak strafzaak Marengo: levenslange celstraf voor Ridouan Taghi

Ridouan Taghi is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam dinsdag besloten. Het vonnis is nog bezig. Die straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie.

De uitspraak volgt bijna zes jaar na de eerste openbare zitting in maart 2018. In het Marengoproces staan in totaal zeventien verdachten terecht, voor zes moorden, vier pogingen tot moord en een aantal voorbereidingen. Naast Taghi is tegen vijf medeverdachten levenslang geëist. Een van hen stond terecht om onder meer zijn betrokkenheid bij de moord op misdaadjournalist Martin Kok in 2016. De eis tegen de andere vier was met name gebaseerd op de rol die zij speelden bij de voorbereidingen van de moorden.

Tegen de andere tien verdachten eiste het OM straffen van tussen de bijna zes en 26 jaar cel. Taghi zelf is overigens niet aanwezig in de rechtbank. Ook heeft hij geen advocaat.

Lees ook
Hoe een wapenvondst in een opslagloods tot een geweldsexplosie leidde die de rechtsstaat deed wankelen

In juli 2015 vond de politie  pistolen, revolvers, automatische wapens, munitie en handgranaten in een opslagruimte in Nieuwegein.


Hoe 50 jaar war on drugs de generatie-Taghi voortbracht

Een eerlijk proces? Nee, vertelt Ridouan Taghi bij zijn eerste verhoor op 26 januari 2020 tegen twee rechercheurs, daar gelooft hij niet in. „Zeg tegen de rechter gewoon: geef mij levenslang, dat scheelt jullie heel veel geld.” Hij suggereert dat de „belastingcentjes” die de maatschappij zo bespaart, „lekker” aan iets anders kunnen worden uitgegeven. „Zorg, scholing, justitie en politie: iedereen heeft geld nodig.”

Taghi vertelt ook tegen zijn verhoorders dat hij na zijn arrestatie in Dubai op 19 december 2019 niet naar Nederland wilde. Hij heeft het document voor zijn uitlevering getekend met „een zak half over zijn hoofd” maar wist niet wat er in stond. „Ik heb gezegd: stuur mij maar naar Marokko”, aldus Taghi. „Daar is geen mediacircus.”

De wens van Taghi mocht niet baten. Aanstaande maandag begint de inhoudelijke behandeling van de strafzaak Marengo, precies drie jaar na de eerste tussentijdse zitting waarbij kroongetuige Nabil B. werd gepresenteerd. Taghi staat terecht als voorman van een criminele organisatie met zestien medeverdachten. Het Openbaar Ministerie (OM) ziet hem als de opdrachtgever van zes voltooide liquidaties en een serie pogingen en voorbereidingen daartoe.

Tot dusver heeft Taghi de rechtszaal vermeden en zijn advocaat Inez Weski het woord laten voeren. Zij ontkent alle beschuldigingen aan zijn adres. Maar aan het ‘mediacircus’ zal Ridouan Taghi zich niet weten te onttrekken. Hij is maandag op verzoek van de rechtbank aanwezig. Dan krijgen de rechters voor het eerst een beeld van de persoon Taghi. Hoe kleedt en gedraagt hij zich? Hoe klinkt zijn stem? En wat vindt hij van de beschuldigingen tegen hem?

Lees ook
De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland

De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland

Sinds zijn arrestatie in Dubai eind 2019 heeft Taghi zich op zijn zwijgrecht beroepen, op enkele persoonlijke ontboezemingen in zijn eerste verhoor na waaruit Het Parool onlangs citeerde. Hij is, vertelde Taghi zijn verhoorders, minder gaan roken en heeft nog nooit cocaïne of ecstacy gebruikt. Hij rookte af en toe wel een joint of dronk een glas wijn: „Ik ben geen goede moslim als het om wijn gaat.” Taghi vertelt ook dat hij als kind uit een Marokkaans migrantengezin moeite zou hebben om bij voetbal partij te kiezen tussen Marokko en Nederland.

Hoewel Taghi voor het eerst voor de rechter staat in een grote strafzaak, is zijn publieke status inmiddels soortgelijk aan die van criminele kopstukken als hasjbaron Klaas Bruinsma en Heinekenontvoerder Willem Holleeder. De Kleine uit Vianen lijkt het gezicht te worden van een generatie misdaad-ondernemers.

Dat is opmerkelijk voor een verdachte die vijf jaar geleden bij de politie nog niet echt op de radar stond. Wie is Ridouan Taghi eigenlijk? Hoe kan het dat in Nederland gewortelde criminelen zoals hij zo’n grote rol wordt toebedeeld in de internationale drugshandel?

En wat zegt zijn opkomst over de Nederlandse war on drugs? Die vraag is volgens hoogleraar veiligheidsvraagstukken Hans Boutellier cruciaal voor het debat over het Nederlandse drugsbeleid maar zal in de rechtszaal buiten beschouwing blijven. „Is de strijd tegen drugscriminelen nog wel te winnen?”

Deel IDe vergismoord

2 Januari 2017

  • 14.34 Broertje, Imo kent u die? Een jongen, werkte bij Malabata vroeger.
  • 14.41 Die kk hond geeft wat die hoort en ziet aan die Moes en Piet. Hij zei dat die Moes op een lijst staat
  • 14.45 Ok, vieze hoerenkind even invalide maken. Komt hij vaak by u?

„Broertje, Imo kent u die? Zo een jongen die werkte bij Malabata.” Met die vraag meldt Ridouan Taghi zich volgens de politie op 2 januari 2017 per pgp-telefoon bij een handlanger. Taghi wil, zo blijkt uit een serie vervolgberichten, deze Imo „even invalide maken”. Hij zou namelijk informatie lekken aan onderwereldrivalen van Taghi. „Die kanker hond geeft wat hij hoort en ziet aan die Moes.”

Met ‘Moes’ leeft Taghi dan al ruim een jaar op voet van oorlog: Mustapha F., een beroepscrimineel uit Amersfoort die net als Taghi actief is in de cocaïnesmokkel. En kennelijk wil hij nu een signaal afgeven: op het doorgeven van informatie aan Moes staat straf.

In de dagen na dit bericht wordt de jacht op Imo ingezet. „Dank u broertje”, zegt Taghi op 9 januari als hij hoort dat Imo zich waarschijnlijk bevindt in een huis op de Amsterdamsestraatweg in Utrecht. „Dan laat ik heads erop afgaan.” ‘Heads’ is onderwereldlingo voor schutters, mannen die Taghi aan het werk wil zetten. Het is vergeefs, Imo laat zich niet zien die dag.

9 Januari 2017

  • 9.48 Oké perfect broertje. Geeft u exact num welke telefoonzaak. Dan doen we dat. Alleen Straatweg wegkomen is kut maar moet lukken.
  • 16.24 Komt hij dagelijks daar?
  • 19.58 Top, alles staat klaar
  • 20.04 Dank u broertje, dan laat ik heads erop afgaan.

Maar een handlanger van Taghi ziet Imo in de vroege ochtend van 12 januari 2017 als hij een café aan de Moezeldreef in Utrecht verlaat op weg naar zijn huis, een flat aan de Faustdreef in de wijk Overvecht. In het portiek van dat gebouw wordt om 01.45 uur een man met een kalasjnikov beschoten. Hij overlijdt ter plekke. Al snel blijkt dat er een tragische vergissing is begaan. Het slachtoffer is niet Imo maar Hakim Illi die ook aan de Faustdreef woont. Illi is de bijnaam van Hakim die, zo blijkt uit het dossierstukken, vermoedelijk rond dezelfde tijd het café aan de Moezeldreef verliet.

Taghi trekt zich weinig aan van de vergissing, zo concludeert de politie op basis van ontsleutelde pgp-berichten: „Spotters zeiden: Het [staat] daar vol petten. Vieze kankerhoeren zoon.” Vergissing of niet, een halve dag later gaat de jacht van Taghi op Imo gewoon verder: „Broertje, check of iemand vandaag die Imo ziet en wat hij aan heeft als het kan.”

12 Januari 2017

  • 2.19 Alikoem salm broertje, alles goed
  • 2.21 Spotters zeiden het (staat) vol petten daar. Vieze kankerhoeren zoon tffoeee

De moord op Hakim Illi heeft grote gevolgen. Hij is een telg uit een grote en bekende familie in de Utrechtse onderwereld. Sommige familieleden kennen Ridouan Taghi en zijn handlangers heel goed. Eén van Taghi’s handlangers, zo blijkt, is in de dagen voor de moord gezien met een gestolen Audi die later uitgebrand is teruggevonden. Hij heet Nabil B.

Nabil en Hakim kenden elkaar uit de buurt, kwamen bij elkaar over de vloer en gingen naar elkaars bruiloften. Vanwege het verhaal over de auto gaat de familie van Hakim Illi op zoek naar Nabil. „Stress bro, ze zoeken me”, appt Nabil aan een vriend, nog geen 24 uur na de moord. „Oude buurjongens, familie van die van gisteren.” Nabil krijgt te horen dat hij iemand anders de schuld moet geven, als hij wordt gevraagd naar die auto. En de naam van Taghi mag Nabil absoluut niet noemen tegen familieleden van Hakim.

Maar wat hij ook doet, Nabil heeft een probleem: met Taghi of met de familie van Hakim. Ruim 24 uur na de moord heeft Nabil een gesprek met een oom van Hakim Illi. Hij speelt open kaart en vertelt dat de aanslag is gepleegd in opdracht van Taghi. „Ok, ik heb ze net gesproken bro. Ik heb me verhaal verteld maar die geloven me niet meteen.” Als Taghi dit te horen krijgt, reageert hij blijkens onderschepte berichten furieus: „Grote heeft hem heel goed gesproken en nu stiekem mijn naam noemen.”

14 Januari 2017

  • 19.28 Hij weet, ga iedereen van hem laten slapen als die my naam heeft genoemd.
  • 19.31 Hun zeggen dat Nabil dit tegen hun heeft gezegd.
  • 22.38 Broertje waar is Nabil? Waarom reageert hij niet?

Een kroongetuigendeal

Nabil B. ziet nog maar één uitweg: praten met de politie. Maar wegens de risico’s die dat met zich meebrengt, moet dat niet meteen bekend worden in het criminele milieu. Daarom zorgt Nabil ervoor dat hij wordt aangehouden voor verboden wapenbezit. Maar meteen na zijn arrestatie maakt hij zijn ware intenties duidelijk: hij wil een kroongetuigendeal in ruil voor alles wat hij kan vertellen over de rol van Ridouan Taghi bij conflicten in de Utrechtse onderwereld.

Amper twee weken later begint Nabil B. met het afleggen van een serie van circa veertig zogeheten kluisverklaringen. Die worden pas openbaar als zijn deal daadwerkelijk rondkomt. Zo niet, dan blijven die verklaringen in de kluis liggen naast tal van andere geheime verklaringen. Een deal komt er namelijk vaker niet dan wel, vertelde Onno de Jong vorig jaar in de NRC-podcastserie Cocaïnekoorts. Hij is een van de advocaten van Nabil B. en heeft eerder kroongetuigen bijgestaan.

Nabil B. vertelt in detail over liquidaties in het Utrechtse criminele milieu die verband houden met cocaïnehandel. Naast de moord op Hakim Illi, was Nabil ook betrokken bij twee andere moorden. In juni 2016 stond hij op de uitkijk in Overvecht toen Ranko Skekic werd vermoord, een vriend van een rivaal van Taghi uit Utrecht. En een half jaar later leverde Nabil het kenteken van de Volkswagen Polo waarin misdaadblogger Martin Kok op 8 december 2016 naar seksclub Boccacio in Laren reed. Op de parkeerplaats van het bordeel werd Kok geliquideerd, volgens Nabil B. in opdracht van Taghi.

En Nabil weet nog meer, over een grote wapenvondst in Nieuwegein in de zomer van 2015 bijvoorbeeld. Deze zaak – codenaam 26Koper – leidt tot de arrestatie van een groep verdachten uit Utrecht en omgeving. Het vermoeden is dat de groep samenwerkt met Taghi, maar het harde bewijs ontbreekt totdat Nabil B. begint te praten. Volgens de kroongetuige is deze wapenzaak de directe aanleiding voor de moord op Ronald Bakker, een medewerker van een Spyshop uit Nieuwegein. Hij werd doodgeschoten in september 2015.

Die liquidatie, zo vertelt Nabil, heeft vermoedelijk te maken met problemen met het ‘sweapen’ van auto’s. Medewerkers van de „Spy” in „Geina” werden ingehuurd om te controleren of de politie afluisterapparatuur of bakens had geplaatst waarmee auto’s op afstand konden worden gevolgd. En dat zouden ze volgens Taghi niet goed hebben uitgevoerd. „Kanker spyshop-honden hebben dubbelspel gespeeld”, appt hij op de dag van de moord. „Sweapen en zenders plaatsen voor de politie, sir. Maar boodschap is aangekomen.”

Net als Ronald Bakker is ook Ranko Skekic door de politie benaderd tijdens het onderzoek 26Koper. Sterker nog, Skekic was als getuige opgeroepen door de onderzoeksrechter. Het vermoeden van opsporingsambtenaren dat de dood van Bakker en Skekic iets met dat onderzoek te maken heeft, wordt door Nabil bevestigd. Nabil B. levert cruciale informatie over een complexe en gewelddadige vete in de Utrechtse onderwereld en de vermeende rol daarbij van Taghi. Tot de wapenvondst in Nieuwegein kent vrijwel niemand Taghi, binnen de recherche. Als zijn naam in 2015 wordt genoemd door een getuige, spellen ze zijn voornaam als Redouan. Hoe kon een man die wordt beschuldigd van een serie levensdelicten zo lang onder de radar leven?

Illustratie Gijs Kast

Deel IIStrijd tegen maffia

Ridouan Taghi is geboren op 20 december 1977, volgens zijn paspoort in Beni Selman. Volgens Taghi is dat een foutje: hij is geboren in Tetouan maar aangegeven in Beni Selman. Hij is twee als zijn ouders met hun vier kinderen naar Nederland trekken. Ze gaan in Nieuwegein wonen, een in de jaren zeventig snel gegroeide gemeente vlakbij Utrecht. Omdat er relatief weinig Marokkanen wonen, leert Taghi naar eigen zeggen Algemeen Beschaafd Nederlands spreken.

De familie Taghi verhuist in de tweede helft van de jaren tachtig naar Vianen, op nog geen half uur fietsen van Nieuwegein. In dit oude vestingstadje wonen veel meer Marokkaanse migranten. Ze werken onder andere in de betonindustrie. Taghi’s ouders krijgen in Nederland nog zes kinderen.

Als tiener werpt Taghi zich op de straathandel in hasj, die meestal verkocht wordt in stukjes van een gram, verpakt in aluminiumfolie. Ondanks de aanwezigheid van een coffeeshop in Vianen wordt er begin jaren negentig ook volop op straat gehandeld door stukjesverkopers als Taghi. De jongens hangen rond op schoolpleinen en bij het Hertenkamp, een soort kinderboerderij aan de rand van het historische centrum van Vianen.

Taghi is in die tijd een iele, kwetsbare jongen. ‘Kleine’, noemen zijn vrienden hem. Hij is volgens bronnen in het criminele milieu meerdere keren bestolen en mishandeld door oudere of sterkere jongens, maar gaat zijn belagers niet uit de weg. Volgens zijn advocaat Inez Weski is hij twee keer van school gestuurd wegens betrokkenheid bij vechtpartijen.

Motor van de onderwereld

De tiener Ridouan Taghi is in het begin van de jaren negentig een onbekend lid van een snel groeiend leger aan mensen dat zijn geld verdient aan drugshandel. De opkomst van die handel is niet los te zien van het Nederlandse gedoogbeleid dat in de jaren zeventig is geïntroduceerd. De verkoop van kleine hoeveelheden hasj aan consumenten wordt niet gelegaliseerd, maar ook niet meer strafrechtelijk vervolgd. Vandaar ‘gedogen’.

Door dit beleid ontstaat de ‘coffeeshop’, een horecagelegenheid waar hasj wordt verkocht. In vijftien jaar tijd groeit het aantal coffeeshops van minder dan tien in 1975 naar een door de politie geschat aantal van circa vijftienhonderd in 1990. De bevoorrading van deze nieuwe en snel groeiende legale markt voor hasj komt in criminele handen. De coffeeshop mag namelijk wel wiet verkopen, maar de bevoorrading blijft illegaal.

Dankzij deze paradox wordt de groothandel in hasj en wiet de motor van de Nederlandse onderwereld. In de loop van de jaren tachtig komt daar de handel in synthetische drugs bij, met name door de opkomst van de partydrug ecstacy. In 1985 stelt de politie vast dat er sprake is van een nieuw fenomeen: georganiseerde drugscriminaliteit, een bijproduct van overheidsbeleid.

Voor mannen die zich al decennia bezighielden met prostitutie, illegaal gokken, overvallen en containerdiefstal zijn drugs het nieuwe verdienmodel. Ze sluiten niet zelden een bondje met migranten uit Marokko waar al eeuwen wiet wordt geteeld voor eigen gebruik. Door de opkomende vraag naar hasj en wiet in Europa professionaliseert in Marokko de teelt voor de export – er is veel geld mee te verdienen.

De opkomst van drugsbendes stelt de politie voor nieuwe, grote problemen, naast een enorme groei van kleine veelvoorkomende criminaliteit als fietsendiefstal, autokraken en woninginbraak. Het is de Rotterdamse politiecommisaris Jan Blaauw die in 1988 de noodklok luidt over het gebrek aan menskracht: „Rotterdamse recherche kan zware misdaad niet langer aan”, aldus Blaauw in Het Vrije Volk. Elders in het land is het niet veel beter.

De recherche kampt met capaciteitsproblemen vanwege de keuze voor wijkteams die de politie dichterbij de burger moeten brengen. Met die keuze wordt de politie voor de burger zichtbaarder, maar het leidt ook tot een structurele onderbezetting van de recherche. En de capaciteit die er is gaat op aan grote onderzoeken naar kopstukken, bijvoorbeeld naar de in 1991 doodgeschoten hasjbaron Klaas Bruinsma en zijn opvolgers.

Voor de aanpak van straatdealers als Ridouan Taghi zijn in die tijd nauwelijks agenten beschikbaar. In de vijfde klas van het vwo houdt Taghi de middelbare school voor gezien. Hij groeit door tot groothandelaar in hasj. Volgens een bron in het Amsterdamse criminele milieu begint Taghi in die tijd kilo’s hasj in te kopen in Amsterdam, om die in Nieuwegein en Vianen door te verkopen.

Het verhaal wil dat in die tijd de banden tussen Taghi en een aantal jeugdvrienden uit Nieuwegein weer nauwer worden. Een aantal van hen wordt in verband gebracht met de Bad Boys. Die naam gebruiken de leden van deze volgens de politie „overlastgevende jeugdgroep” als ‘tag’, de handtekening onder gespoten graffiti. Volgens sommige bronnen op straat is ‘bad’ de afkorting van black and dangerous, en er zijn ook bronnen die het hebben over black and deadly. Sommige leden van de groep komen later in aanraking met de politie voor winkeldiefstal, straatroof en openlijke geweldpleging.

Lees ook
Advocaten strijden tegen informatie uit ‘cryptophones’

Advocaten strijden tegen informatie uit ‘cryptophones’

Ondanks een serie reorganisaties, kampen rechercheteams in de jaren negentig nog altijd met een tekort aan gekwalificeerde mensen. En de oplossing – de introductie van Interregionale Recherche Teams (IRT’s) – loopt uit op een heuse crisis in de opsporing, de zogenoemde IRT-affaire. Die leidt tot een parlementaire enquête naar de inzet van ongeoorloofde onderzoeksmethoden om de voormannen van de drugshandel in beeld te krijgen.

In het rapport over de IRT-affaire worden de opkomst van de georganiseerde misdaad en de moeizame strijd van de politie daartegen, haarfijn beschreven. Maar de conclusies leiden niet tot meer capaciteit voor de recherche, integendeel. Volgens Cyrille Fijnaut, emeritus hoogleraar strafrecht leidt het IRT-rapport vooral tot „een institutionele strijd om de macht over de opsporing”. Aan het begin van de nieuwe eeuw constateert een werkgroep onder leiding van de Amsterdamse plaatsvervangend korpschef Joop van Riessen dat „de positie van het gezag in het geding komt” doordat de recherche nog altijd kampt met onderbemensing.

Wel maakt de Nederlandse recherche naam met de Unit Synthetische Drugs, eind jaren negentig opgericht als antwoord op de snelle groei van de pillenindustrie in Nederland. Het werk van deze eenheid leidt na enkele jaren tot een daling van de export van Nederlandse ecstacy. En in Amsterdam worden onderwereldkopstukken als Willem Holleeder en Dino Soerel met succes vervolgd en veroordeeld.

Doorzetter met ambitie

Successen als deze hebben echter nauwelijks impact op de drugseconomie, die zich mede dankzij jongemannen als Ridouan Taghi steeds verder ontwikkelt. Taghi is in de zomer van 1999 getrouwd met een in Den Haag geboren vrouw met Marokkaanse roots. Ze gaan in Vianen wonen en krijgen tussen 2000 en 2006 vier kinderen. Als hij zelf hasj gaat importeren uit Marokko, krijgt de twintiger Taghi de wind in de zeilen. De ooit zo fragiele stukjesverkoper groeit uit tot een serieuze speler in de hasjsmokkel.

De vraag is hoe Taghi dat voor elkaar heeft gekregen. Volgens sommige bronnen heeft hij via een familielid toegang tot een hasj-lijn gekregen, maar er zijn ook verhalen dat hij steun heeft gekregen van een aantal oudgedienden uit de Utrechtse onderwereld, die het wel zagen zitten met hem. Want daarover zijn bronnen in de onderwereld het eens: Ridouan Taghi is een doorzetter, iemand met ambitie.

Intussen is de overheid vooral bezig met institutionele oplossingen voor het probleem van de georganiseerde misdaad. Zo wordt in 2005 de Nationale Recherche gevormd, een overkoepelend rechercheteam dat wordt aangestuurd door het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie. De geschiedenis herhaalt zich: terwijl het aantal taken toeneemt wordt niet echt geïnvesteerd in de opsporing van misdaad.

Ondanks het succes wordt de Unit Synthetische Drugs geïntegreerd in de Nationale Recherche. De specialisten gaan op in het grotere geheel en daarmee wordt hun specifieke kennis zo dun uitgesmeerd dat veel rechercheurs gedesillusioneerd afhaken.

Intussen is er alweer een nieuwe prioriteit geformuleerd zonder extra budget. In 2004 krijgt de strijd tegen de wietindustrie voorrang, wat in 2008 uitmondt in een Landelijke Taskforce Aanpak Hennepteelt. Om hier capaciteit voor vrij te maken, sneuvelt ook het gespecialiseerde rechercheteam dat onderzoek doet naar wapenhandel.

De kennis van de rechercheurs verdwijnt niet, zo belooft het kabinet Balkenende IV in 2008, maar wordt integraal onderdeel van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het is beleidsproza waarvan iedereen binnen de politie de gevolgen inmiddels kan voorspellen. Het onderzoeksthema vuurwapencriminaliteit is op dat moment niet sexy en krijgt zonder eigenaar geen prioriteit. Het gaat om moeilijke, internationale opsporingstrajecten tegen veelal onbekende criminelen die weinig reuring veroorzaken. Een evaluatie leert een paar jaar later dat het onderzoek naar wapens is versloft. En omdat het vuurwapeninformatiesysteem slecht wordt bijgehouden is er binnen de organisatie geen overzicht meer van de omvang van het probleem. En vervolgens wordt het enige kenniscentrum over vuurwapens – het Landelijk Platform Vuurwapens – ook maar afgeschaft.

Liquidaties krijgen steevast voorrang boven structureel onderzoek naar het drugsmilieu waarin dit geweld plaatsvindt

Opnieuw worden de waarschuwingen van Jan Blaauw en Joop van Riessen in de wind geslagen, en krijgt recherchewerk te weinig prioriteit binnen de politie.

En dát biedt de georganiseerde misdaad vrij spel. „Het Openbaar Ministerie in Den Bosch kan jaarlijks maximaal drie onderzoeken doen naar grote criminele bendes die actief zijn in de wiet”, zegt hoofdofficier van justitie in Den Bosch Gerrit van den Burg in 2009 in NRC. En dat terwijl alleen al in zijn arrondissement zeker tien grote wietbendes actief zijn. En Van den Burg – inmiddels de baas van het OM – is op dat moment óók voorzitter van de Landelijke Taskforce Aanpak Hennepteelt.

Veel verder dan het ruimen van wietplantages komt die aanpak niet. Wie achter die plantages zitten, waar zij grondstoffen kopen, hoe ze wiet exporteren, hoe hun netwerk in elkaar zit – dat wordt wegens tijdgebrek niet goed uitgezocht. Wietzaken worden weggeprioriteerd, melden politieonderzoekers zelf. In de praktijk krijgen liquidaties vrijwel altijd voorrang boven structureel onderzoek naar het drugsmilieu waarin dit geweld plaatsvindt.

De gevolgen van deze noodgedwongen keuzes zijn paradoxaal: door het geweld blijft veel drugscriminaliteit ongemoeid en daardoor neemt het geweld toe. Het is een sluipend proces met grote gevolgen, zo blijkt. Een paar jaar na de introductie van de Taskforce tegen wietteelt staat Noord-Brabant bovenaan de lijst van provincies waar de meeste onderwereldmoorden worden gepleegd. En in buurten waar „veel gelegenheid is, weinig naleving en gemankeerde handhaving”, zo signaleert het Verwey-Jonker Instituut, raakt drugscriminaliteit steeds meer verbonden met het alledaagse leven.

De Brabantse commissaris van de koning Wim van de Donk vat het probleem in de Volkskrant krachtig samen: „We hebben van doen met een ongeorganiseerde overheid tegenover georganiseerde criminaliteit.

Illustratie Gijs Kast

Deel III Cocaïnekoorts

Terwijl de Nederlandse recherche worstelt met de aanpak van de pillenlaboratoria en wietplantages, dient een nieuwe kans zich aan voor hasjsmokkelaars in Marokko. Cocaïne. Colombiaanse kartels hebben in de nieuwe eeuw een deel van hun smokkelroutes verlegd naar West-Afrika. Van daaruit komt de in blokken van een kilo geperste cocaïne in Marokko terecht en gaat met bestaande hasj-lijnen via Spanje Europa in.

Met de smokkel van cocaïne is voor hasjsmokkelaars als Ridouan Taghi véél meer geld te verdienen. Hij laat zich in de zomer van 2009 uitschrijven uit de gemeentelijke basisadministratie, en verhuist met zijn gezin naar de Marokkaanse stad Casablanca. Ergens in die tijd raakt hij vermoedelijk betrokken bij de smokkel van cocaïne. Zo wordt zijn naam in 2012 genoemd in Spaans politieonderzoek naar een schietpartij. Het slachtoffer, een bekende in het Spaanse drugsmilieu, wijst met de vinger naar Taghi en een oom. Bij de Spaanse guardia civil is Taghi, aldus de stukken, „bekend als een grote drugshandelaar”.

De Europese cocaïnekoorts groeit als de Verenigde Staten in 2012 stoppen met het vernietigen van coca-plantages vanwege een staakt-het-vuren tussen de Colombiaanse regering en de verzetstrijders van de Farc. Het leidt tot een overvloed aan cocaïne die de Colombianen met graagte richting Europa zien gaan, de nieuwe groeimarkt. Voor smokkelaars is het dankzij de opkomst van de smartphone en moderne cryptocommunicatie bovendien makkelijker dan ooit om contacten te leggen en te onderhouden met drugsbaronnen in Zuid-Amerika en daar het logistieke netwerk voor de smokkel te organiseren.

De opkomst van de cocaïnesmokkel leidt tot nieuw geweld. Een wilde schietpartij in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt eind 2012 komt voort uit een ruzie over cocaïne, en vormt het begin van een van de meest gewelddadige episodes uit de Nederlandse onderwereldgeschiedenis. Na Klaas Bruinsma, Willem Holleeder en al hun criminele vrienden, neemt de generatie van Taghi het heft in handen. Zij investeren het geld, de kennis en het netwerk verworven met de handel in hasj, wiet en pillen, in het witte goud. Opgegroeid in de slechte buurten van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, gebruiken ze in de beste Nederlandse handelstraditie de uitstekende infrastructuur om van het land een draaischijf voor de cocaïnehandel te maken.

Ze verblijven vaak in het buitenland, maar hebben een leger van jonge, vaak kansarme jongens gerekruteerd die in Nederland het vuile werk doen: van drugs dealen per scooter tot het plegen van liquidaties. Het antwoord op de vraag van politici hoe het toch kan dat jonge jongens zo gemakkelijk aan een kalasjnikov kunnen komen, is ongemakkelijk voor diezelfde politici. Het gespecialiseerde rechercheteam dat deze vragen had kunnen beantwoorden, is immers opgeheven vanwege andere prioriteiten.

Nieuwe opsporingsstrategie

Het ontgaat ook justitie en politie niet dat in 2014 en 2015 een opvallend groot aantal vooraanstaande figuren uit de Nederlandse onderwereld om het leven komt. Om de geweldsspiraal te doorbreken, gaan een paar gespecialiseerde recherche-eenheden strategisch onderzoek doen naar de infrastructuur die nodig is voor het voorbereiden en uitvoeren van liquidaties: communicatie, vervoer en wapens. Wie stelen de auto’s en leveren de wapens die bij liquidaties worden gebruikt? En hoe worden de moordcommando’s aangestuurd?

Het onderzoek leidt de recherche, zij het bij toeval, indirect naar Ridouan Taghi. Zijn handlangers komen in 2015 in beeld dankzij een onderzoek naar een groep dieven die het soort snelle auto’s steelt dat vaak gebruikt wordt bij geweldsmisdrijven.

De groep is bezig met het voorbereiden van liquidaties. Zo blijkt tijdens het onderzoek dat ze niet alleen gestolen auto’s hebben, maar ook de gangen natrekken van een aantal rivalen van Taghi, en beschikken over een voorraad wapens waarmee ook wordt geoefend. De groep wordt opgepakt voordat ze kan toeslaan, en de recherche vindt dan ook een grote hoeveelheid wapens in Nieuwegein.

De zaak 26Koper gaat de boeken in als een succes omdat Taghi’s handlangers door het gerechtshof in Amsterdam worden veroordeeld voor het voorbereiden van liquidaties. Maar de omvang van de Nederlandse onderwereld is inmiddels zo groot, dat het geweld niet ophoudt met de ontmanteling van één „uitzendbureau voor de onderwereld”, zoals de groep door het OM werd getypeerd. Ridouan Taghi, zo valt af te leiden uit de woorden van Nabil B., schakelt in het najaar van 2015 moeiteloos over naar andere handlangers – zo valt af te leiden uit onderschept berichtenverkeer. Die handlangers zijn volgens justitie en politie bereid om tegen betaling te moorden. Een van hen is Nabil B.

Deel IVPretty Good Privacy

„Kijk, achteraf is het natuurlijk heel heftig”, vertelt kroongetuige in spe Nabil B. in maart 2017 aan zijn ondervragers over de moord op Ranko Skekic nog geen jaar eerder. „Maar ja goed, in de onderwereld is geen berouw.”

Nabil B. beschrijft de vele intriges in de Utrechtse onderwereld. Hoe kopstukken op het ene moment met elkaar samenwerken bij de smokkel van hasj en cocaïne en elkaar het volgende moment naar het leven staan. Het is een opportunistische wereld waarin allianties voortdurend wisselen en informatie over veranderde belangen soms letterlijk van levensbelang is.

Lees ook
Nabil B. – van gesjeesde student tot belangrijke troef van het OM

<img alt="In de Utrechtse wijk Overvecht werd in 2016 crimineel Ranko Scekic op straat doodgeschoten.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/02/hoe-50-jaar-war-on-drugs-de-generatie-taghi-voortbracht-2.jpg”>

De dan dertigjarige Nabil beschrijft ook zijn eigen werdegang in dat milieu. Hoe hij als het zwarte schaap van een succesvolle Marokkaanse migrantenfamilie stopte met zijn studie architectuur en koos voor een ander leven. Dat hij daarna veel geld verdiende met de teelt van wiet maar door pech met een grote schuld bleef zitten en dat gat vulde door in de cocaïnehandel te stappen.

Het is een keuze geweest waarvan Nabil B. de gevolgen niet overzag. „Met softdrugs heb je softe problemen, met harddrugs heb je harde problemen”, vertelt hij. „De klappen van softdrugs zijn toch anders dan de klappen van harddrugs. In plaats van tien stappen vooruit ga je er soms vijftien achteruit.”

Hij legt de rechercheurs ook uit hoe hij Taghi in 2010 heeft leren kennen en via zijn cocaïnehandel uiteindelijk betrokken is geraakt bij het plegen van liquidaties. „Ik was ergens in de buurt van Eindhoven waar ik een bericht te zien kreeg dat die Joego dood moest”, aldus Nabil B. over de moord op Skekic.

Taghi zelf ziet Nabil B. vanaf 2015 niet meer, hij is na de invallen in de 26Koperzaak reizend op een vals paspoort naar het buitenland vertrokken. Nabil staat niet in rechtstreeks contact met Taghi, maar krijgt wel vaak berichten van hem te lezen die via via zijn doorgestuurd. Dat gaat allemaal met PGP-telefoons, speciale toestellen waarmee vertrouwelijke berichten worden versleuteld zodat de politie ze niet kan lezen. De recherche heeft Nabil gevraagd hoe hij wist dat een bericht afkomstig was van Taghi. Volgens Nabil schreef Taghi heel specifiek en gebruikte het woord ‘sir’ vaak. En de lange ‘ij’ wisselde Taghi structureel in voor de ‘y’. Hij schreef bijvoorbeeld ‘bij’ als ‘by’. „Taghi was ook heel licht ontvlambaar”, aldus Nabil B. tegen zijn ondervragers. „En daardoor merkte je dat als er iemand schold, dat Ridouan Taghi was.”

Nabil B, kroongetuigeMet softdrugs heb je softe problemen, met harddrugs heb je harde problemen

Deze verklaring van Nabil B. past wonderwel bij de resultaten van een groot onderzoek naar het gebruik van crypto-telefoons in de onderwereld. Het meest populair zijn toestellen van Ennetcom en PGP Safe. De inbeslagname van de servers van deze twee bedrijven – door het OM bestempeld als telecomleveranciers voor de onderwereld – is de grote doorbraak in het onderzoek naar Ridouan Taghi en zijn handlangers.

De getuigenissen van Nabil B., in combinatie met de inhoud van miljoenen ontsleutelde PGP-berichten, is in de zomer van 2017 genoeg voor de start van een nieuw strafrechtelijke onderzoek: 26Marengo. De kroongetuigendeal met Nabil wordt op vrijdag 23 maart 2018 gepresenteerd tijdens de eerste openbare tussentijdse zitting in de Marengozaak. „Het is tijd dat de geweldsspiraal doorbroken wordt”, aldus de officier van justitie. Zonder kroongetuigen zoals Nabil B. lukt het volgens justitie niet om een eind te maken aan „de negatieve spiraal van excessief geweld”, uitgevoerd in opdracht van criminelen die zich „onaantastbaar wanen”.

Nabil B. geeft met zijn verklaringen „een ontluisterend beeld van de wrede manier waarop moord-opdrachten worden uitgezet”, aldus de officier. „Niet doen wat je gezegd wordt, of zelfs maar het vermoeden dat je zou kunnen gaan praten met de politie, is voldoende om direct een opdracht te geven om je te laten liquideren. Als je een risico kan zijn, word je direct uit de weg geruimd. ‘Eigen kamp’ of niet. Het doet er niet toe.”

Een week later blijkt dat het Openbaar Ministerie de genadeloosheid waarmee de georganiseerde misdaad in Nederland opereert, nog heeft onderschat.

Deel VOngekende escalatie

Het is iets voor negen als een reclamemaker Reduan, op donderdagochtend 29 maart 2018 in de receptie van zijn bedrijf in Amsterdam-Noord voor zichzelf een kop koffie inschenkt en de trap neemt naar de eerste verdieping. Reduan is directeur van reclamebedrijf Knibbe Lettering en heeft een afspraak voor een sollicitatiegesprek. Als hij bijna boven is, begint een man achter hem te schieten. Hij wordt vijf keer geraakt en valt zwaargewond bovenaan de trap op de grond. De schutter vuurt van dichtbij een zesde en laatste kogel af voordat hij vlucht naar de zwarte Seat waarin hij al zat te wachten toen Reduan naar binnen ging. De schutter had de afspraak voor de sollicitatie gemaakt.

Die donderdagochtend wordt bekend dat Reduan – een gescheiden vader van twee jonge kinderen die niets met de georganiseerde misdaad te maken heeft – de broer is van kroongetuige Nabil B. De moord op Reduan is moeilijk anders op te vatten dan als een signaal aan iedereen in de onderwereld: op praten met de politie staat de doodstraf, is het niet voor jou dan wel voor iemand die je lief is.

Nooit was in Nederland familie van een kroongetuige vermoord, waarom zou dat nu wel gebeuren?

Schutter Shurandy S., een 39-jarige man uit Hilversum, wordt twee dagen later opgepakt. Hij legt een volledige bekentenis af, waaruit blijkt dat hij al in het najaar van 2017 is geworven voor zijn dodelijk werk. Wie de opdracht heeft verstrekt, wil Shurandy niet zeggen, maar voor justitie en politie lijdt het geen twijfel: dat moet Ridouan Taghi zijn geweest, de man die na de vergismoord op Hakim Illi in januari 2017 over Nabil B. appte: „Hy weet, iedereen van hem gaat slapen als die mijn naam heeft genoemd.”

Smeekbede van Nabil B.

Ondanks dat gevonden PGP-bericht, dat aan Taghi wordt toegeschreven, hield niemand binnen de opsporing rekening met dit scenario. Nooit is in Nederland een familielid van een kroongetuige vermoord, waarom zou dat nu wel gebeuren? Vanwege die redenering is een smeekbede van Nabil B. genegeerd om zijn kroongetuigendeal pas bekend te maken nadat Ridouan Taghi is aangehouden. „Er gaan lijken vallen”, heeft Nabil naar eigen zeggen tegen het Openbaar Ministerie gezegd.

Maar naar Nabil B. wordt nu niet geluisterd. Justitie laat het opsporingsbelang prevaleren boven de veiligheid van Nabil B. en zijn familie. Eind 2017 is bij toeval een van de handlangers van Taghi aangehouden na een mislukte moordaanslag. Omdat het OM belastende verklaringen van Nabil B. over deze verdachte nu wil gebruiken, moet de kroongetuigendeal worden geopenbaard.

Ook de familie van Nabil heeft vaak en intensief met het OM gesproken over de risico’s die zij liepen. Zij zijn gewone burgers met een eigen leven, dat door een deal van de overheid met hun criminele broer ongevraagd op zijn kop wordt gezet. Maar op de dag dat Reduan wordt vermoord, is adequate beveiliging niet geregeld.

Anderhalf jaar later, op 18 september 2019, wordt een van de advocaten van Nabil B. vermoord. Derk Wiersum wordt vlakbij zijn huis doodgeschoten als hij op weg naar een zitting in zijn auto wil stappen. Werd er na de dood van Reduan gesproken over een laffe moord, nu spreekt de minister van Justitie van een aanslag op de rechtsstaat. Bij de strafzaak betrokken advocaten, rechters en officieren van justitie worden die dag allerijl in veiligheid gebracht. Waar na de moord op Reduan lang wordt gesproken over de beveiliging van de familie van de kroongetuige, wordt nu snel gehandeld. Het is een pijnlijke constatering voor de familie van Nabil B. Een broer van Nabil vertelt later in de Volkskrant dat hij en zijn familie nog altijd worstelen met hun beveiliging. Hij vindt dat zijn leven en dat van zijn familie is „opgeofferd” aan de belangen van het OM en wil persoonsbeveiliging. In een reactie op dat interview rekent het OM voor dat het niet mogelijk is om persoonbeveiliging te regelen voor alle leden van de familie van Nabil B. „Een persoon beveiligen kost 35 man van de politie per week. Doe je dat voor 30 familieleden, dan heb je minimaal 1.200 man extra politie nodig”, aldus het OM in de Volkskrant.

Hoewel Ridouan Taghi niet is aangeklaagd voor de moorden op de broer en de advocaat van de kroongetuige, bevestigen betrokkenen dat de impact op de strafzaak Marengo groot is. Door deze twee moorden zijn alle betrokkenen bij de rechtszaak heel hard geconfronteerd met de straatmores van de onderwereld. Sommigen krijgen nog steeds persoonsbeveiliging.

Daarmee is de strafzaak ook een test geworden voor het instrument ‘kroongetuige’. Is het na het leed voor Nabil B. en zijn familie nog mogelijk om neutraal en onbevangen naar zijn persoon te kijken en de betrouwbaarheid van zijn verklaringen zakelijk te beoordelen?

Deel VI Hoe de cocaïne verdween

„Ik beroep mij op mijn zwijgrecht”, zegt Nabil B. op 4 februari 2020 als een advocaat hem bevraagt tijdens een getuigenverhoor over drugshandel. Het gaat onder andere over plannen voor een zending van 2.500 kilo cocaïne vanuit Panama, maar namen om dat verhaal te verifiëren wil hij niet geven. Hij wil alleen nog maar praten over liquidaties, en niet de drugshandel waarbij hij betrokken is geweest.

Dat leidt tot een clash tussen de kroongetuige en de advocaten van de verdachten. In zijn kluisverklaringen in 2017 is Nabil namelijk wél ingegaan op de drugssmokkel. En om de betrouwbaarheid van zijn oorspronkelijke verklaringen te kunnen controleren, moet hij kunnen worden bevraagd over alle relevante details in die verklaringen.

De kroongetuige krijgt echter bijval van de officieren van justitie. Ze vinden dat de deal die Nabil B. heeft gesloten, inderdaad gaat over liquidaties en niet over cocaïnemokkel. In de juridische discussie die volgt, vinden de advocaten van de verdachten de rechtbank aan hun zijde. In de tenlastelegging, zo is de redenering, staat dat vrijwel alle verdachten lid zijn geweest van de criminele organisatie van Taghi die zich, naast liquidaties, bezighield met drugshandel.

Omdat de rechtbank deze redenering volgt, gooit het OM het over een andere boeg. In augustus 2020 schrapt het OM de handel in verdovende middelen uit de tenlastelegging van alle verdachten. Vanaf nu draait de strafzaak Marengo alleen nog om moord en strafbare gedragingen die daarbij horen, zoals autodiefstal en wapenbezit. Daarmee is volgens het OM de juridische grond voor allerlei vragen over de cocaïnehandel van de kroongetuige vervallen.

Drugs en moraal

Maar de moorden waar Taghi en zijn medeverdachten van worden beschuldigd, hadden plaats in de context van cocaïnehandel. Criminologen vinden de vraag gerechtvaardigd of je dat drugsmilieu in een strafzaak als Marengo niet moet schetsen. Zakelijke belangen, persoonlijk verraad en criminele intriges rond cocaïnehandel zijn immer vaak de aanleiding voor onderwereldgeweld.

Dat blijkt ook uit de verklaringen van Nabil B. Hij ziet zijn medewerking aan liquidaties als een logisch vervolg op de drugshandel voor Taghi: „een vriendendienst” waarvoor hij niet betaald werd. „Ik kreeg later misschien een paar blokken coke toegeschoven die ik mocht doorverkopen.” Werkt dat inderdaad zo? Zijn dit de mores in buurten waar jongens worstelen met hun lage positie op de sociaal-economische ladder en een gebrek aan perspectief?

„Geld en status zijn voor sommige jongeren onder dit soort omstandigheden een belangrijke drijfveer”, zegt criminoloog Marijke Drogt, docent toegepaste psychologie aan de Hogeschool van Leiden. Ze werkt tevens met ex-gedetineerden. „Zeker als er in de ogen van de jongeren weinig perspectief is op dat grote succes. Dan leiden straatmores over succes, masculiniteit en loyaliteit sneller tot een keuze voor criminaliteit.” Maar het is en blijft een keuze, stelt Drogt, „Iemand als Taghi is voor jongens een voorbeeld, niet vanwege het geweld maar vanwege zijn financiële onafhankelijkheid.” Die droom over succes en status leidt in de praktijk volgens Drogt meestal niet tot weloverwogen keuzes. „Kenmerkend voor veel criminelen is het impulsieve kortetermijndenken.

Nabil B, kroongetuigeIk kreeg later misschien een paar blokken coke toegeschoven die ik mocht doorverkopen

De optelsom van dit soort individuele ambitie ziet hoogleraar veiligheidsvraagstukken Hans Boutellier terug in de wijken waar ze opgroeien. „Criminele activiteiten rond drugs zijn verbonden geraakt met het alledaagse leven”, schrijft Boutellier in het rapport Weerbare wijken tegen ondermijning. „Medewerking aan drugscriminelen wordt niet als heel verwerpelijk gezien.” Dat past volgens Boutellier bij het gegeven dat drugsgebruik in veel delen van de maatschappij normaal is geworden. „De gelegenheid om illegaal bij te verdienen”, volgens Boutellier een klassieke verklarende factor voor crimineel gedrag, „wordt ‘gewoon’ benut, zonder al te veel scrupules.” Uit het strafdossier van Taghi blijkt dat hij direct of indirect tientallen mensen van werk en/of inkomsten voorzag. Sommige mensen in zijn netwerk kregen maandelijks een vast bedrag. Los van de geldelijke afhankelijkheid die zo kan ontstaan, laat het dossier van Taghi zien dat de financiële impact veel verder reikt dan tot zijn handlangers.

Zo vertelt Nabil B. hoe hij, op zoek naar een schuilplaats voor schutters na een te plannen liquidatie, terechtkomt bij een echtpaar met een jong kind in de Utrechtse wijk Overvecht. Hij biedt ze een weekje vakantie in Turkije aan als ze hun appartement ter beschikking stellen voor, zo laat hij doorschemeren, een drugsdeal. Het stel stemt toe, zonder kennis over de echte agenda van Nabil en zijn opdrachtgever.

Uiteindelijk is het appartement van het stel niet gebruikt, maar het voorval laat zien dat een paar onschuldige mensen door de opvattingen rond drugshandel in Nederland in een heel lelijk parket terecht hadden kunnen komen. In wezen is het verhaal van Nabil B. en een aantal andere verdachten in Marengo niet anders: hun keuze voor de cocaïnehandel leidt tot betrokkenheid bij nog zwaardere criminaliteit.

Dat soort details bespreken is volgens Marijke Drogt heel relevant. „Wat mij door mijn werk met ex-gedetineerden opvalt, is die beperkte rationaliteit in het denken van velen: de focus op het nu, het overschatten van het eigen kunnen en het neutraliseren van kwaad. Simpel gezegd willen ze de ‘bling’ zonder al die narigheid. De vraag of dat wel realistisch is, wordt zelden gesteld.”

Morele betekenis van misdaad

Uit het werk van Hans Boutellier kan worden afgeleid dat de maatschappelijke betekenis van hetgeen wat in strafzaken allemaal wel of niet wordt besproken, heel relevant is. Zijn boek Solidariteit en slachtofferschap (1993) is een standaardwerk over de morele betekenis van criminaliteit in onze cultuur.

Criminaliteit dwingt ons tot normering van gedrag. In het geval van moord en doodslag waarvan Taghi nu wordt beschuldigd, is dat evident vanwege het fatale lot van slachtoffers: het is moreel laakbaar. Maar als het om drugshandel gaat is dat veel ingewikkelder. Drugshandel maakt immers niet per se slachtoffers. Tenzij er een douanier of een transportbedrijf onder bedreiging wordt gedwongen om mee te helpen, maar dat is lang niet altijd het geval. En wat te denken als douanier en transporteur vrijwillig meewerken omdat ze er een centje aan verdienen?

Boutellier wijst op het feit dat dit soort strafbare feiten niet snel leiden tot grote morele ophef. „Nederland kent een lange geschiedenis van morele ambiguïteit rond drugs”, zegt hij. „Ons gedoogbeleid heeft niet geleid tot heldere normen. Hasj roken mag wel, maar hasj smokkelen niet. Leg dat maar eens uit.”

Dat heeft ook gevolgen voor de manier waarop in Nederland wordt gedacht over cocaïnesmokkel of pillenproductie. Hier wint de koopman het meestal van de dominee. Nederland is economisch aantrekkelijk vanwege de grote havens en de effectieve logistieke afhandeling van de vracht die daar wordt binnengebracht. Heel streng controleren op drugs brengt die efficiency in gevaar en dat doen we dus niet. Het is precies de reden waarom ons land een draaischijf is geworden voor de georganiseerde misdaad.

De manier waarop grote strafzaken als Marengo juridisch vorm krijgen, helpt zo bezien niet bij het scherp krijgen van onze moraal over drugs. Door de associatie met bruut geweld verworden ‘iconische’ onderwereldfiguren als Holleeder of Taghi tot de personificatie van het kwaad. „Dat is logisch”, aldus Boutellier. Maar kun je iemand als Taghi wel los zien van ons drugsbeleid en de losse moraal over drugsgebruik? Kun je zijn persoon los zien van het gedrag van mensen die graag financieel profiteren van drugshandel als het uitkomt?

Is het gezien deze functie van het strafrecht, anders gezegd, wel verstandig om cocaïnehandel te schrappen uit de tenlastelegging van de verdachten? Boutellier denkt van niet. Hij vindt ook dat Ridouan Taghi met zijn uitspraak over zijn strafzaak als „een mediacircus” wel een punt heeft. Door hem en zijn handelen centraal te stellen wordt een andere, veel complexere discussie vermeden. „Je ziet hier dat er in Nederland weerstand is om de drugsproblematiek in al zijn facetten aan de orde te stellen”, aldus Boutellier. „Dat helpt niet om onze moraal en normen hierover aan te scherpen. Daarom is het tijd voor een breed maatschappelijk debat over drugsbeleid.”

Illustraties Gijs Kast.

<dmt-util-bar article="4036297" headline="Hoe 50 jaar war on drugs de generatie-Taghi voortbracht” url=”6-moorden-1-kroongetuige16-verdachten-en-taghi”>

Cocaïnekoorts – Aflevering 1

In Cocaïnekoorts onderzoeken Jan Meeus, Elze van Driel en Gabriella Adèr hoe een Marokkaanse jongen uit het Utrechtse Vianen kon uitgroeien tot cocaïnebaron.

Onder welke omstandigheden lukte dat? Welke rol heeft onze samenleving daarin? En waarom wordt Ridouan Taghi gelinkt aan de moord op Derk Wiersum?

In deze eerste aflevering onderzoeken we de centrale rol die Nederland speelt in de internationale cocaïnehandel. Wat hebben een boodschappentas van de Lidl en de Amsterdamse Staatsliedenbuurt daarmee te maken? En wanneer wordt voor het eerst de naam van Ridouan Taghi genoemd?

Redactie: Jan Meeus, Elze van Driel & Gabriella Adèr
Productie: Gabriella Adèr & Elze van Driel
Eindredactie: Peter Zantingh
Mixage: Arno Peeters


Ridouan Taghi: ze gaan voelen wat woede is

Het is 27 juni 2015 als de politie in verband met onderwereldmoorden zijn naam voor het eerst hoort: Ridouan Taghi. In een verhoorkamer van de Landelijke Eenheid in Driebergen zit de 45-jarige Utrechtse hasjhandelaar Ebrahim B. tegenover twee rechercheurs van de Landelijke recherche. ‘De Slager’, zoals Ebrahim B. in het criminele milieu genoemd wordt, is geen kleine jongen. Hij heeft in de loop der jaren een serieus strafblad opgebouwd. Toch is hij bang, doodsbang. De reden: er wordt op hem gejaagd door Ridouan Taghi, vertelt hij.

Lees ook
OM optimistisch over uitlevering Taghi maar Marokko wil hem ook

Fred Westerbeke, Jannine van den Berg en Andy Kraag (vlnr) tijdens een persconferentie over de ontwikkelingen rond de aanhouding van Ridouan

Wie dat is? „Ridouan Taghi is een grote speler in de cokehandel hier in Nederland”, vertelt hij op die zaterdag in juni. Het lijkt erop dat de rechercheurs die het verhoor uitvoeren – ze zijn alleen bekend onder de codenamen T-062 en R-229 – geen idee hebben wie Taghi is. Ze spellen bijvoorbeeld zijn voornaam verkeerd. Later blijkt dat Taghi, die volgens zijn advocaat Inez Weski een blanco strafblad heeft, zich al in 2009 heeft laten uitschrijven uit de gemeentelijke basisadministratie. Hij is met zijn gezin verhuisd naar Dubai, in de Verenigde Arabische Emiraten.

Ebrahim B. is die zaterdag vanaf een Belgisch onderduikadres naar Nederland gereden. Hij heeft al tijden het idee dat hij gevolgd wordt. Drie à vier maanden geleden reden er drie Surinamers in een auto achter hem aan. Een van de mannen herkende hij uit Nieuwegein. Volgens B. is dat iemand die ‘werkt’ voor Ridouan Taghi. „Met werken bedoel ik mensen omleggen”, zo stelt B., die goed op de hoogte lijkt te zijn van de mensen die het op hem voorzien hebben. Daarom is hij ook naar Driebergen gekomen. Hij wil aangifte doen van „levensbedreiging”.

Wat Ebrahim B. vertelt, doet bij de recherche alle alarmbellen afgaan. Volgens Ebrahim zit Ridouan Taghi, samen met een aantal vertrouwelingen, achter een liquidatie in Spanje. Het gaat om een aangetrouwd familielid. Als de recherche zijn verhaal natrekt, blijkt dat Ridouan Taghi in Spanje inderdaad in beeld is gekomen naar aanleiding van een liquidatie in 2013. Bovendien staat Taghi in Spanje bekend als een grote handelaar in cocaïne.

P+R-terrein op station Breukelen. Bij een schietpartij werd hier op 7 juli 2017 crimineel Jaïr Wessels doodgeschoten.
Foto Michel van Bergen

De verklaring van Ebrahim B. kan worden gezien als het begin van de jacht op Ridouan Taghi, sinds begin 2018 de meest gezochte man van Nederland. Die jacht eindigde maandagmiddag in Dubai met de aanhouding van Taghi, die eerder via zijn advocaat liet weten dat hij geen bezwaar heeft tegen het gebruik van zijn volledige naam.

Wie is Ridouan Taghi? En waar komt de reputatie vandaan die hem heeft gemaakt tot de meest gevreesde man van Nederland?

Black and dangerous

Ridouan Taghi wordt op 20 december 1977 geboren in de Marokkaanse stad Beni Selman. Zijn ouders vertrekken niet lang daarna met hun kinderen naar Nederland om hier te werken. Ridouan heeft het in zijn nieuwe woonplaats Vianen niet makkelijk: als tiener wordt hij gepest en als hij op het schoolplein een hasjhandeltje begint, wordt hij regelmatig bestolen door sterkere jongens.

Hoewel drie bronnen uit het criminele milieu dit onafhankelijk van elkaar aan NRC hebben bevestigd, is er volgens zijn advocaat Inez Weski sprake van „valse beeldvorming”. Het klopt niet, vertelt Weski namens haar cliënt: „Hij is zowel op de lagere school als de middelbare school weggestuurd vanwege vechtpartijen.”

Dat die ogenschijnlijk kwetsbare jonge tiener Taghi tot een succesvolle drugshandelaar heeft kunnen uitgroeien, dankt hij aan twee dingen: het eerste is dat hij aansluiting vindt bij een groep jongens uit Nieuwegein die zich de ‘BAD-boys’ noemen. BAD is een acroniem voor black and dangerous. Taghi was een van de jongsten uit die groep en daaraan dankt hij ook zijn bijnaam: ‘Kleine’.

Het tweede is dat hij rond de eeuwwisseling de controle verwerft over een hasjlijn tussen Marokko en Nederland. En ergens in de loop van deze eeuw, zo wil het hardnekkige verhaal in de onderwereld, ondanks de ontkenningen van advocaat Weski, gaat Taghi cocaïne smokkelen via zijn oude hasjlijn. Het is een verhaal dat past bij een goed onderbouwde strategie van Colombiaanse drugskartels die in het begin van deze eeuw hun smokkelroutes deels verleggen naar West-Afrika. Uiteindelijk komt die cocaïne in Marokko terecht, waarvandaan die met snelle bootjes naar Spanje wordt gevaren. En dat past weer precies bij de bevindingen die de Spaanse politie aan de Nederlandse recherche doorgeeft naar aanleiding van de verklaringen van Ebrahim B.

Oorlog op twee fronten

Vlak nadat Ebrahim B. aangifte heeft gedaan, wordt er in Nieuwegein en omgeving een grote groep mannen aangehouden. Onder hen een aantal mannen die Ridouan Taghi al kent uit zijn jaren bij de BAD-boys. De aanhouding krijgt aandacht omdat er in twee opslagboxen in Nieuwegein automatische wapens worden gevonden. Het is de grootste wapenvondst uit deze eeuw, die inmiddels bekendstaat als 26Koper, de codenaam van het onderzoek.

De aanhouding van zijn oude vrienden betekent allerminst dat Taghi zich terugtrekt. Integendeel. Het leidt tot een uitbarsting van geweld. In het najaar van 2015 wordt spyshophouder Ronald Bakker vermoord voor zijn woning in Huizen. Bakker is door de politie gedwongen om informatie te verstrekken in het onderzoek 26Koper en is daarom geslachtofferd. In opdracht van Taghi, aldus het Openbaar Ministerie. Er zullen nog meer moorden volgen.

Kidnap

„Huh? Wat zeg je?” Ridouan Taghi kan niet geloven wat hij op zijn PGP-telefoon leest. „Wie wou jou meenemen?”, vraagt hij aan zijn vertrouweling Saïd R. op een vrijdagochtend in mei 2016. Saïd is ervan overtuigd dat een paar mannen hem die avond daarvoor stonden op te wachten bij Platinum Lounge, een waterpijpcafé in Utrecht dat op dat moment wordt gerund door een van de broers van Saïd.

Ridouan Taghi is woest als hij erachter komt wie zijn partner R. wil ontvoeren. „Ok broer”, appt hij aan Saïd. „Dan gaat hij slapen. (We) gaan vol op hem dan. Kijk jij welke info je kan krijgen? Ook in Spanje?” Taghi is tot alles bereid, zo lijkt het. „Maak je niet druk”, zegt hij tegen Saïd, die hij uitlegt wat dit gaat betekenen. „Je moet weten: als Slager gaat slapen moet ook die yoego en Chino en zijn broertje.”

In één bericht worden er vier liquidaties aangekondigd. Het gaat om zijn oude rivaal Ebrahim de Slager, en drie van zijn handlangers, onder wie Ranko Skekic, die in juni van 2016 wordt geliquideerd in de Utrechtse wijk Overvecht.

Het dossier van Taghi staat vol met dit soort moordopdrachten. „Haha, ben top”, zegt Taghi na een geslaagde liquidatie in 2016. „Ik heb myn nikes aan en ben aan het jagen. Hahaha ben al dronken broertje en heb bloed nodig, niks anders.”

Taghi wordt op dat moment gezien als een van de kopstukken van de Nederlandse onderwereld en werkt volgens justitie samen met een in Zuid-Amerika geboren Amsterdammer, ‘Rico de Chileen’. In het voorjaar van 2016 suggereert Taghi aan Rico om officier van justitie Koos Plooy te laten liquideren: „Die kk Plooy moet slapen.” Rico houdt dat af. Samen met Rico zou Taghi wel betrokken zijn bij een internationaal opererend smokkelsyndicaat dat honderden miljoenen euro’s verdient met cocaïnesmokkel. Justitie ziet daarvoor de bevestiging in een bericht dat Rico in mei 2016 aan Taghi stuurt: „ Hermao Sir, staan naassst U. Tot het einde en er na, Hermano Sir. Ze gaan allemaal gaan, er is geen andere weg of keuze!!!.”

Derk Wiersum, advocaat van een van de kroongetuigen, werd op 18 september 2019 in Amsterdam doodgeschoten.
Foto Michel van Bergen/ANP

Het moorden stopt niet. Begin 2017 wordt bij een aanslag op een rivaal per vergissing een telg uit een bekende Utrechtse criminele familie doodgeschoten. Het slachtoffer is Hakim Changachi, een goede vriend van Nabil B, die op dat moment voor de organisatie van Taghi werkt. Als de familie van Hakim hoort dat Nabil B. de vluchtauto voor de schutters heeft geregeld, komt hij klem te zitten. Hij stapt naar de politie en besluit een deal te sluiten als kroongetuige.

Ondertussen is Taghi met een ander doodseskader in zee gegaan, zo stelt justitie: de motorclub Caloh Wagoh. De oprichter van die club zou ten minste drie moordopdrachten van Taghi hebben aangenomen en uitgevoerd. Ook deze zaak is aan het licht gekomen dankzij een kroongetuige.

In zijn verklaringen omschrijft Nabil B. Taghi als een heethoofd. „Hij is altijd bewapend”, aldus Nabil. Hij vertelt ter illustratie over een incident waarbij een van de gasten van een Utrechts theehuis iets te bijdehand doet tegen Ridouan T. Die trekt daarop een vuurwapen. Doordat andere gasten tussenbeide springen, wordt erger voorkomen. Taghi heeft, bij monde van zijn advocaat Weski, verklaard dat de kroongetuige liegt over zijn betrokkenheid bij liquidaties.

Een week nadat het Openbaar Ministerie Nabil B. als kroongetuige presenteert, wordt zijn broer Reduan in diens kantoor in Amsterdam vermoord. Justitie is ervan overtuigd dat dit in opdracht van Taghi is gebeurd, al is daarvoor vooralsnog geen bewijs gevonden.

Het blijft niet bij de moord op de onschuldige broer van de kroongetuige.

Op 18 september van dit jaar wordt ook Nabils advocaat, Derk Wiersum, doodgeschoten. In het onderzoek naar deze moord is vorige maand een neef van Ridouan Taghi aangehouden. Dat is voor de opsporingsdiensten een belangrijke aanwijzing dat Ridouan Taghi ook achter deze moord zit. Vier jaar nadat ze voor het eerst van hem hoorden, hebben zij Taghi leren kennen als een man die absoluut niet overdrijft wanneer hij schrijft: „Ze gaan voelen wat woede is.”

Lees ook
De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland

De nieuwe cocaïnebaronnen van Nederland


Nabil B. – van gesjeesde student tot belangrijke troef van het OM

Het nieuws in het kort:

  • Nabil B. heeft verklaard dat hij het kenteken heeft nagetrokken van de auto waarin misdaadblogger Martin Kok reed toen hij werd vermoord op 8 december 2016. Dat blijkt uit dossierstukken die NRC heeft ingezien.
  • Volgens de verklaringen van Nabil B. hoorde hij pas achteraf dat het ging om de voorbereiding van de moordaanslag op Martin Kok. Ook de vriendin van zijn broer wist dat niet. Nabil B. is wel bewust betrokken geweest bij 2 liquidaties in de Utrechtse onderwereld. In de kroongetuigedeal is afgesproken dat het Openbaar Ministerie een celstraf eist van 12 jaar.
  • Volgens het Openbaar Ministerie is Ridouan T. de opdrachtgever van deze drie moorden. Inez Weski, de advocaat van Ridouan T., stelt dat haar cliënt iedere betrokkenheid ontkent.

Wie is deze man? Je hoort het de agenten denken bij het lezen van de verklaringen van Nabil B. Twee weken eerder is de man die nu voor hen zit, opgepakt wegens wapenbezit. Hij heeft amper een strafblad. En nu legt hij uiterst belastende verklaringen af over een serie afrekeningen in het criminele milieu.

Nabil B. is kroongetuige in de grootste strafzaak die op dit moment loopt tegen de criminele groep rond de voortvluchtige Ridouan T. en zijn rechterhand Saïd R., twee Marokkaanse Nederlanders uit Utrecht en omgeving. Deze week beoordeelt de rechtbank de voortgang van dit onderzoek en wordt Nabil B. mogelijk voor het eerst gehoord als getuige in een openbare zitting.

Lees ook
‘Bij coke horen harde problemen’

Bloemen bij het bedrijf van Reduan B., de doodgeschoten broer van de Utrechtse kroongetuige Nabil B.

Nabil is niet het klassieke voorbeeld van een jongen uit een achterstandsgezin die in het criminele milieu belandt. Integendeel. In Overvecht werd zijn familie alom gerespecteerd. Een modelgezin, voorbeeld voor de hele buurt. Het gezin emigreerde in de jaren 70 van Marokko naar Utrecht. Terwijl hun vader werkte in de Vrumona-fabriek maakte een aantal telgen uit het gastarbeidersgezin de droom van hun ouders waar. Zij bewezen dat je best doen en hard werken maatschappelijk succes oplevert. De oudste zoon Khalid klom op in de wereld van de haute finance en schopte het tot dealmaker bij KPMG. Broer Redouan werd een gerespecteerd ondernemer. Ook twee zussen hadden maatschappelijk succes. Ze zijn trots op hun netwerk en hun cv’s.

Nabil B. groeide in Overvecht op
in een modelgezin; zijn broer gingen werken bij KPMG, zijn andere broer begon een eigen bedrijf

Lag dergelijk maatschappelijk succes ook voor Nabil in het verschiet? Volgens Algemeen Dagblad bleef het nakomertje van het gezin op het gebied van schoolprestaties achter bij zijn broers en zussen. Hij deed vmbo in Zeist. Daar haalde hij in 2004 zijn diploma metaalbewerking. Daarna is hij begonnen met een opleiding tot architect, vertelt hij aan zijn verhoorders, maar die opleiding maakt hij niet af.

De gesjeesde student uit Overvecht is bijna twintig wanneer hij zijn heil op straat zoekt. Daar handelt hij in van alles en nog wat. Legaal of illegaal. Dat maakt niet uit. „Als je twaalfhonderd euro verdient en je werkt er keihard voor, dan neem je daar genoegen mee”, zal hij later zeggen. „Maar als je binnen twee dagen vijftien meier verdient met een half uurtje werk… Ja, dat kan wel nog een keertje.”

Een van de dingen die Nabil verhandelt is hennep. Hij kweekt zelf ook. Maar wiet is moeilijke handel. Niet voor niets luidt het adagium op straat: ‘wiet verdriet’. In 2009 wordt hij gepakt vanwege het runnen van een grote wietplantage. Daarna zit hij met een grote schuld, zo’n 80.000 euro. Via zijn contacten komt Nabil op een gegeven moment terecht in koffiehuis Sahara aan de Vleutenseweg in Utrecht. Daar, in een hoekje, zit steevast een man die door de rest van de bezoekers ‘Kleine’ wordt genoemd: Ridouan T.

Lees ook
Kroongetuige Nabil B. trok familie mee in georganiseerde misdaad

Misdaadblogger Martin Kok werd eind 2016 in de buurt een seksclub in Laren geliquideerd.

Wanneer Nabil een paar keer in Sahara geweest is, geeft hij Ridouan T. bij binnenkomst een hand. Daarmee is het eerste contact gelegd. Steeds vaker volgt op de begroeting een kort praatje. Ridouan staat bekend als een gangmaker in de tent. Je kan met hem lachen. Hij heeft steevast een fles Blue Label voor zich staan. Wanneer hij aangeschoten is, deelt hij soms briefjes van 500 euro uit aan de andere mensen in het koffiehuis. Nabil neemt het geld niet aan.

Schaken tot diep in de nacht

Ridouan T. is ook een heethoofd, vertelt Nabil zijn verhoorders. En altijd gewapend. Zo vertelt hij over een incident waarbij een van de gasten van Sahara iets te bijdehand doet tegen Ridouan T. Die trekt daarop een vuurwapen. Doordat andere gasten tussenbeide springen, wordt erger voorkomen. De stevige reputatie van Ridouan weerhoudt Nabil er niet van om toenadering te zoeken. De twee vinden elkaar met schaken.

Ridouan staat bekend als een goede schaker, en ook Nabil speelt niet onverdienstelijk. Uiteindelijk belanden de twee mannen een keer tegenover elkaar achter het schaakbord. De eerste drie potjes worden eenvoudig door Ridouan gewonnen. Die heeft er daarna geen lol meer in en wil eigenlijk stoppen. Daarop oppert Nabil om nog één potje te spelen. Hij heeft nu pas door hoe zijn tegenstander speelt. Als Ridouan ook dit potje wint, belooft Nabil de rekening te betalen. Dat gebeurt niet. De mannen spelen van zeven uur ’s avonds tot diep in de nacht door. Eindstand: 18-3 voor Nabil, zo vertelt hij aan zijn verhoorders. Of het grootspraak is die in het criminele milieu wel vaker voorkomt, valt niet te controleren.

Niet alleen schaken bindt de twee mannen. Ook hun afkomst. Waar koffiehuis Sahara voor het overgrote deel wordt bezocht door Marokkanen uit het Rif, zijn Ridouan en Nabil Arabieren. Hun families komen uit dezelfde stam; Jeblia in de omgeving van de Marokkaanse stad Chefchaouen. Uiteindelijk doet Ridouan een voorstel: Nabil kan een partij speed voor hem naar Madrid brengen. Een lucratief handeltje dat uiteindelijk niet doorgaat, maar de eerste stap is gezet.

Een tijd later dient een nieuwe klus zich aan. Daarmee zal Nabil zich, naar eigen zeggen, bewijzen bij de organisatie van Ridouan T. Het gaat om een zogenaamde kamikazemissie. Die term wordt door drugssmokkelaars gebruikt voor het uithalen van drugs uit containers die nog gecontroleerd moeten worden. Nabil moet met de uithaalploeg mee om er op toe te zien dat de handel niet gestolen wordt. De actie loopt voorspoedig. Nabil hoort erbij. Vanaf dat moment valt hij onder Saïd R., ook een Nederlandse Marokkaan uit Utrecht. Saïd geldt als een soort vaderfiguur in de groep. Als jongens alcohol drinken, houden ze hun glas onder de tafel wanneer hij binnen komt.

Meer en meer zit Nabil in de handel in blokken cocaïne. Bij de politie zal hij later vertellen dat hij de ernst van die handel heeft onderschat. „Met softdrugs heb je softe problemen, met harddrugs heb je harde problemen. De klappen van sofdrugs zijn toch anders dan de klappen van harddrugs. In plaats van tien stappen vooruit ga je er soms vijftien achteruit.”

Liquidatie met machinepistool

In de zomer van 2016 gaat Nabil nóg een grens over. Op woensdag 22 juni stuurt hij om kwart over tien ’s avonds met zijn versleutelde PGP-telefoon een bericht naar Saïd: „Ik zie die hond nu naar buiten komen met een man in een groen shirt.” Op dat moment zit Nabil te posten in de Utrechtse wijk Overvecht. Zijn doelwit is Ranko Scekic, een vijand van de groep waar hij nu toe behoort.

Scekic behoort tot de entourage van een criminele rivaal van Ridouan T. Nabil volgt hem al weken en kent de buurt op zijn duimpje. Hij heeft op enig moment zelfs een auto geposteerd met een camera die was gericht op de voordeur van Scekic. De camera werkte echter niet, vandaar dat hij zelf maar ging posten. Heel even verliest Nabil de twee mannen uit het oog en dan ziet hij Scekic plotseling richting zijn huis rennen. Hij ziet ook een vrouw die in paniek is en een man in een blauwe jas en een petje op.

De actie is ingezet, weet Nabil. In paniek start hij zijn auto en rijdt hij weg. Tegelijkertijd stuurt hij een bericht aan Saïd: „Wat doe je nou man. Die mensen zetten actie in waar ik bij ben.” Het is niet de bedoeling dat Nabil getuige is van wat er staat te gebeuren. Scekic wordt met een machinepistool neergeschoten. Als hij op de grond ligt schiet de schutter van dichtbij een kogel door zijn hoofd. Scekic sterft ter plekke. Hij is 45 jaar oud geworden.

Nabil is direct betrokken bij het plegen van deze liquidatie. Op verzoek van Saïd heeft hij meegeholpen met het observeren van Ranko Scekic en het leveren van een safehouse voor de schutters. Het is niet de laatste liquidatie waarbij hij betrokken raakt.

Nabil en een van zijn broers hebben namelijk al jaren een handeltje. De nieuwe vriendin van zijn broer is boa voor een bedrijf dat parkeercontroles uitvoert voor de gemeente Amsterdam. In die hoedanigheid kan zij kentekens natrekken. Het werkt als volgt: Nabil geeft aan zijn broer door welk kenteken moet worden nagetrokken. Daarop legt zijn broer contact met zijn vriendin en kijkt zij in de systemen. Per kenteken wordt 100 euro betaald.

Op 8 december 2016 krijgt Nabil te horen dat hij met spoed een kenteken na moet trekken. Via FaceTime voert hij vervolgens een gesprek met de vriendin van zijn broer. Tijdens dit gesprek houdt Nabil een briefje omhoog met daarop het kenteken. Later krijgt Nabil van de vrouw te horen dat de auto op naam staat van een wat oudere man uit Volendam.

Een dag later blijkt dat de bekende misdaadblogger Martin Kok is geliquideerd in Laren. Kok blijkt te zijn doodgeschoten in de auto van zijn vader. Nabil realiseert zich pas dan dat het kenteken van de auto dat hij heeft na laten trekken op naam van de vader van Kok staat. Het is de tweede keer dat Nabil betrokken is bij een levensdelict. Dit keer, zo vertelt hij de politie, zonder dat hij het wist.

Diezelfde maand krijgt Nabil een verzoek of hij auto’s kan regelen. Via Saïd R. krijgt Nabil te horen dat zijn opdrachtgever Ridouan T. een aantal auto’s nodig heeft waaronder een Audi Q5 en een Audi A5. Nabil zet de bestelling uit en begin 2017 wordt de Audi A5 gestolen en met valse nummerplaten ‘koud gezet’ in Utrecht. De auto is gecontroleerd en klaar voor gebruik, de sleutel ligt verstopt achter een band.

Bij een seksclub in Laren werd eind 2016 voormalig crimineel en bekende misdaadblogger Martin Kok doodgeschoten.
Foto’s ANP

Vlak na de jaarwisseling krijgt Nabil te horen dat een Marokkaanse jongen met de bijnaam Imo moet worden vermoord. De reden? Nabil vertelt dat deze Imo over Ridouan T. heeft lopen roddelen. Imo zou informatie hebben gegeven aan een rivaal van Ridouan T., daarom moet hij dood. Naast het regelen van de auto’s krijgt Nabil te horen dat ze een goede foto zoeken van Imo en zijn verblijfplaats willen weten. Imo moest volgens Nabil „naar de hel”.

Een paar dagen later krijgt Nabil een voor hem schokkend bericht. In de vroege ochtend van 12 januari 2017 is Hakim Illi vermoord, een goede bekende van Nabil. Illi is de bijnaam van Hakim, hij woonde in dezelfde flat als Imo aan de Faustdreef in Utrecht. Snel daarna gaat het verhaal dat de schutters die Imo moesten vermoorden de verkeerde persoon hebben gepakt. Zowel Imo als Hakim zijn die nacht rond hetzelfde tijdstip thuisgekomen en uiteindelijk hebben de schutters zich vergist.

Nabil kent Hakim heel goed, hij komt al zijn hele leven over de vloer bij zijn familie. Ze hebben samen bruiloften gevierd.

Snel daarna komt Nabil erachter dat na de moord op Hakim een Audi in brand is gestoken op een kilometer afstand van de flat waar Hakim woonde. Het is de Audi A5 die Nabil heeft geleverd. In het Utrechtse milieu gonst het van de geruchten. Hakim is namelijk een kind van een bekende onderwereldfamilie en al snel blijkt dat de familie van Hakim op zoek is naar „ene Nabil uit Overvecht”. Iemand zou Nabil de week daarvoor hebben gezien toen hij bezig was met de valse nummerplaten voor de gestolen Audi A5.

Nabil vervloekt zijn eigen hebzucht

Nabil voelt dat hij klem komt te zitten. Omdat hij de familie van Hakim goed kent, wil hij vertellen wat er is gebeurd. Maar als hij dat doet, brengt hij zijn opdrachtgever in de problemen. Ridouan T. is namelijk óók een goede bekende van de familie van Hakim. Wat Nabil ook zegt, dit kan niet goed aflopen. Uiteindelijk heeft hij op vrijdagavond een ontmoeting met een neef van Hakim. Nabil vertelt een verhaal over een Nederlander die de auto zou hebben geregeld. Dat heeft hij zo afgesproken met zijn opdrachtgevers Saïd R. en Ridouan T.

Die nacht kan Nabil niet slapen. Hij komt dan tot de conclusie dat het over is, vertelt hij aan zijn verhoorders. „Ik moest het aan iemand vertellen en daarna naar justitie stappen. Ook al ben ik heel goed met Ridouan T., die pakt mij gewoon. Dat wist ik ook. Ridouan T. is heel heftig. Kortom: ik was van twee kanten de klos.”

Na een vergismoord komt Nabil B. helemaal klem te zitten en besluit hij alles over zijn daden op te biechten bij politie en justitie

De dag daarna maakt Nabil een afspraak met een oom van Hakim. Aan hem vertelt hij het hele verhaal, inclusief de betrokkenheid van Ridouan T. Later die dag stapt Nabil naar de politie. Hij laat zich in bezit van een wapen arresteren. Het is zaterdag 14 januari 2017. Nabil is uitgeschaakt.

In de weken daarop vertelt Nabil zijn hele verhaal. Was hij maar kweker gebleven, laat Nabil zich na twee weken ontvallen. Het is wel hard werken maar het levert ook veel op, als je het goed doet bijna 4.000 euro per week. Nabil vervloekt zijn eigen hebzucht. Hij had net als zijn broer ook een eigen bedrijf kunnen hebben. Nabil doelt op zijn broer Reduan. Op dat moment kan Nabil nog niet vermoeden wat er gebeurt als een jaar later duidelijk wordt dat hij een kroongetuigendeal heeft gesloten met justitie. Een week nadat dit openbaar is gemaakt, komt de klap: een huurmoordenaar schiet zijn broer Reduan in het trappenhuis van zijn bedrijf in Amsterdam-Noord dood.

In 2018 wordt de broer van Nabil B. geliquideerd in zijn bedrijf.