Hoeveel eraf moet in de cultuursector is nog onduidelijk, talentontwikkeling klassieke muziek gered

Na Prinsjesdag is nog altijd onzeker wat de cultuursector kan verwachten aan bezuinigingen. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) moet structureel 361 miljoen euro bezuinigen op de subsidies die onder zijn ministerie vallen. In november maakt hij bekend hoe dat verdeeld wordt, en hoeveel daarvan bij cultuur terecht komt. Hij kan, zo legt hij dinsdagmiddag uit in de hal van zijn ministerie, nu nog niet zeggen hoe groot de bezuiniging is die bij de cultuursector terechtkomt. Voor 2025 is de geplande bezuiniging op cultuur nog laag: 2,15 miljoen euro.

De omstreden btw-verhoging op cultuur en sport blijft wel staan in de plannen van het kabinet, en moet nog steeds per 2026 ingaan. D66 en CDA hebben alvast duidelijk gemaakt de btw-verhoging op sport niet te willen steunen in de Eerste Kamer, en stellen in plaats daarvan een belasting op e-sigaretten voor. Zo’n voorstel willen de twee partijen ook indienen voor de btw-verhoging op cultuur, legt D66-partijleider en Tweede Kamerlid Rob Jetten dinsdagochtend uit. De inkomsten die met de btw-verhoging op cultuur worden opgehaald, kunnen ook gezocht worden door „een paar nieuwe fossiele subsidies niet in te voeren, maar er is ook extra geld te halen bij het tegengaan van belastingontwijking”. D66 en het CDA hebben samen elf zetels in de Eerste Kamer, de regeringscoalitie heeft er dertig en heeft dus steun nodig.

Talentontwikkeling

Minister Eppo Bruins neemt het advies dat de Raad voor Cultuur in juli presenteerde over. Hierin beoordeelt dit adviesorgaan welke culturele instellingen rechtstreeks rijkscultuursubsidie van het ministerie moeten krijgen. Bruins geeft twee regionale musea, het Groninger Museum en de Museumfabriek in Enschede, die volgens het advies geen geld kregen, de kans om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bruins vindt het belangrijk dat in elk van de twaalf provincies een regionaal museum wordt gefinancierd.

Ook is nu duidelijk hoeveel geld minister Bruins beschikbaar maakt voor de talentontwikkeling in de klassieke muziek. Bij het verdelen van de vierjarige subsidies van het Fonds voor Cultuurparticipatie vielen deze zomer vrijwel alle ontwikkelingsinstellingen voor klassiek talent buiten de boot. Dit noemt Bruins een „systeemfout”. Het Fonds voor Cultuurparticipatie zal op zijn verzoek een specifieke meerjarige regeling maken voor talentontwikkeling in de klassieke muziek, waarvoor jaarlijks 1,9 miljoen euro beschikbaar is. Dat geld komt uit de begroting van het Fonds voor Cultuurparticipatie, Fonds Podiumkunsten en de cultuurbegroting.

Een ander lichtpunt voor de cultuursector is het overeindblijven van het fiscale voordeel dat particulieren krijgen als ze schenken aan goede doelen – anders dan in het hoofdlijnenakkoord uit mei stond. Die zogeheten giftenaftrek zorgt voor een belangrijke bron van inkomsten voor culturele instellingen. Wel wordt het voor ondernemingen minder gunstig om zulke schenkingen te doen. Jaarlijks gaat er naar schatting 240 miljoen euro naar cultuur uit giften en nalatenschappen. Het grootste deel, 150 miljoen euro komt van bedrijven, huishoudens schenken 60 miljoen en uit nalatenschappen komt 30 miljoen. Volgens Bruins wordt deze stapeling van maatregelen waar de cultuursector tegenop kijkt „minder pijnlijk dan oorspronkelijk het plan was volgens het hoofdlijnenakkoord”.

In de hal van zijn ministerie hield minister Bruins dinsdag een pleidooi voor het belang van de cultuursector. Dat er niets over cultuur in het regeerakkoord staat, vindt hij geen slecht teken: „Er staan allerlei onderwerpen niet in, en dat is in moeilijke financiële tijden misschien ook helemaal niet erg.”


Wat zei de koning in de Troonrede, wat bedoelde hij daarmee en welke passages waren saillant?


Klik op één van de gemarkeerde passages om het commentaar te lezen.


Leden van de Staten-Generaal,

Het is verleidelijk om bij de start van dit parlementaire jaar terug te blikken op een sportzomer die nog eens heeft aangetoond waartoe ons land in staat is. Voor al die miljoenen sportliefhebbers in Nederland – waaronder ook mijn eigen familie – viel er veel te genieten. En er was veel om trots op te zijn.

Zoals vrijwel elk jaar plaatst de koning in de door het kabinet geschreven tekst een persoonlijke noot. Dit keer over de bewondering van de Oranjes voor de prestaties van de Nederlandse topsporters op de Olympische en Paralympische Spelen in Parijs. Hij maakt een creatieve koppeling met de ambities van het kabinet: wie doelgericht werkt, kan veel bereiken.

Gemeten naar inwoneraantal is Nederland ongeveer het zeventigste land ter wereld. Maar op de olympische en paralympische medaillespiegel bereikte ons land deze zomer een zesde en zelfs een vierde plaats. Dat is veelzeggend. De sporters van TeamNL hebben met hun geweldige prestaties laten zien wat bereikt kan worden met talent, hard werken en volhouden, ook als het een keer tegenzit. Aan dat voorbeeld mag de samenleving zich spiegelen. Wanneer we ons doelgericht ergens toe zetten, kunnen we veel bereiken en de hoge kwaliteit van leven in ons land vasthouden.

Vanuit die gedachte wil de regering de komende jaren, samen met u, de zorgen adresseren die zo duidelijk doorklonken in de verkiezingsuitslag van november, en die raken aan de bestaanszekerheid van mensen. Er leven acute zorgen over migratie, de overspannen woningmarkt en het gezinsinkomen. Er zijn zorgen over de toekomst: over de economie, over de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg en onderwijs, over energievoorziening en klimaat, en over onze nationale en internationale veiligheid in een wereld vol dreiging en onrust. Bovendien zijn er onderliggende zorgen, die raken aan de verbinding tussen mensen onderling en het vertrouwen in de overheid.

Opvallend: in zijn eerste Troonrede namens de radicaal-rechtse regering met de PVV als leidende partij, noemt de koning migratie als eerste van de vele „acute zorgen”, die in de samenleving leven. Hij komt er later nog uitgebreid op terug.

Veel van de acute problemen waar we voor staan, bijvoorbeeld met migratie, woningbouw, landbouw en natuur, zijn terug te voeren op een overweldigende, door de jaren heen gegroeide complexiteit van teveel regels, procedures en controledrang. Maar de beleidswerkelijkheid van de tekentafel past in veel gevallen niet bij de praktijk van alledag. Te vaak krijgen mensen de boodschap dat iets om formele redenen niet kan of mag, waardoor zij het gevoel krijgen de regie over het eigen leven te verliezen. Steeds vaker ook raken dingen die heel gewoon moeten zijn uit het zicht, zoals een dak boven je hoofd, een toereikend inkomen of een vertrouwde woonomgeving. Dat gebrek aan zekerheid knaagt aan de onafhankelijkheid van mensen. Het leidt bovendien tot onderlinge kribbigheid en verlies aan saamhorigheid.

Opvallend: in zijn eerste Troonrede namens de radicaal-rechtse regering met de PVV als leidende partij, noemt de koning migratie als eerste van de vele „acute zorgen”, die in de samenleving leven. Hij komt er later nog uitgebreid op terug.

Precies die ontwikkeling wil het kabinet de komende periode doorbreken. Stap voor stap, met energie en bevlogenheid, maar ook pragmatisch en met realiteitszin. Het wil problemen die al te lang vastzitten onder ogen zien en lostrekken, met begrijpelijk, uitlegbaar en vooral ook uitvoerbaar beleid. Uiteraard binnen de regels van de rechtsstaat en met de eerlijke boodschap dat de mogelijkheden altijd begrensd zijn, bijvoorbeeld ruimtelijk, ecologisch, financieel of vanwege personeelstekorten. Het uitgangspunt van het regeringsbeleid moet zijn: wat kan wél? Hoe kunnen we dingen vereenvoudigen en de basis op orde brengen? En hoe kan de regering mensen méér ruimte en zekerheid geven in plaats van minder, zodat zij gesterkt en vanuit vertrouwen vorm kunnen geven aan hun eigen toekomst?

Een belangrijke disclaimer van de vele ambitieuze plannen van het kabinet: niet alles lukt. Het lijkt op het motto uit het vorige week gepresenteerde regeerprogramma: bevlogen pragmatisme. De koning wijst op praktische beperkingen van onder meer de beschikbare ruimte, de arbeidsmarkt en de schatkist. Een toevoeging van regeringspartij NSC zal zijn geweest dat alles wat de regering wil „uiteraard binnen de regels van de rechtsstaat” moet zijn.

Deze andere manier van kijken vraagt ook om een andere, meer dienstbare overheid. Een overheid die ruimte en vertrouwen geeft aan burgers. Maar ook aan alle ambtenaren en andere medewerkers in de publieke dienstverlening, die ervoor zorgen dat ons land veilig, schoon, bereikbaar, slim en vitaal blijft. Het regeerprogramma dat vorige week is gepresenteerd, bevat een uitgebreide agenda over goed bestuur en een sterke rechtsstaat. Die begint niet toevallig met de dringende noodzaak om burgers beter te beschermen en te voorkomen dat zij in de toekomst door overheidshandelen in de knel komen. Een enkele fout mag mensen niet meer meteen in de problemen brengen. Het is belangrijk dat uitvoerders in de publieke dienstverlening, gemeenten en provincies, burgers en adviesraden in een vroeg stadium worden betrokken bij beleidsvorming. Dat moet ook leiden tot meer oog en meer ruimte voor regionale eigenheid en kwaliteiten. ‘Elke regio telt’ is in het regeerprogramma een belangrijk uitgangspunt. Andere voorstellen gaan over meer openbaarheid, vernieuwing van het kiesstelsel, betere wetten en een sterkere bescherming van grondrechten. Deze agenda van goed bestuur en rechtszekerheid strekt zich uiteraard uit tot in het Caribisch deel van het Koninkrijk, als basis voor het gezamenlijke werk aan toekomstige welvaart en welzijn.

Beleidsinhoudelijk omvat het regeerprogramma tal van onderwerpen en voorstellen die het komende jaar en daarna aan u worden voorgelegd. Dat is werk in uitvoering, met plannen die meer of minder concreet zijn uitgewerkt. Maar de balans tussen nú handelen en lijnen uitzetten voor de toekomst komt in elk hoofdstuk van het regeerprogramma terug.

Om te beginnen is dat heel duidelijk in de financiële voorstellen over inkomsten, uitgaven en koopkracht. De heldere afspraak voor de lange termijn is dat het huishoudboekje van de overheid door een streng begrotingsbeleid op orde blijft. Dat schept duidelijkheid, maar dwingt ook tot kiezen nu er meteen enkele tegenvallers zijn. Voor de korte termijn is het belangrijk dat iedereen zo snel mogelijk wat meer te besteden krijgt. Alle groepen kunnen volgend jaar een plusje in de koopkracht tegemoetzien, waaronder werkenden met een middeninkomen, maar ook mensen met lagere inkomens en gepensioneerden. Het kabinet zal samen met gemeenten en anderen blijven werken aan minder armoede en de aanpak van schulden, bijvoorbeeld door incassokosten minder snel te laten oplopen. Een grondige herziening en vereenvoudiging van het hele stelsel van inkomensondersteuning, inclusief de toeslagen, moet leiden tot meer inkomenszekerheid. Het moet ook voorkomen dat mensen door systeemfouten tussen wal en schip raken. De hersteloperatie in de toeslagenaffaire en het schadeherstel in Groningen worden met de allerhoogste prioriteit doorgezet.

Een onvermijdelijke opmerking ten aanzien van twee grote bestuurlijke drama’s die het vertrouwen van burgers in de overheid de afgelopen jaren hebben beschadigd. Met enig persoonlijk ongemak voor de bij de Troonrede aanwezige schoonzus van de koning, prinses Laurentien. Zij was met een alternatieve werkwijze betrokken bij de Hersteloperatie Toeslagen, maar de samenwerking met het minister van Financiën verliep verre van vlekkeloos. Onlangs trok de prinses zich terug.

Lees ook

Ruzies met Financiën, toch kreeg Laurentien een miljoenenklus

Prinses Laurentien bij de start van een campagne die aandacht vraagt voor de 80.000 kinderen in Nederland die zich fundamenteel alleen voelen in hun thuissituatie.

Een van de belangrijkste onderwerpen in het regeerprogramma is grip op migratie. Door asielmigratie, gezinshereniging, arbeidsmigratie en studiemigratie is de Nederlandse bevolking, veel sneller dan verwacht, gegroeid naar achttien miljoen inwoners. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze manier van samenleven. Vooral in de asielketen zijn de problemen urgent. Het kabinet zal op de kortst mogelijke termijn doen wat in zijn vermogen ligt om het aantal asielaanvragen terug te dringen en schrijnende situaties zoals in Ter Apel en Budel aan te pakken. Kernwoorden zijn sneller, strenger en soberder. Denk aan een versnelde procedure en een sobere opvang voor kansarme asielzoekers, en aan lik-op-stukbeleid voor mensen uit veilige landen die overlast veroorzaken. Het kabinet werkt aan een tijdelijke asielcrisiswet, waardoor de strenge en sobere aanpak een grotere kans van slagen krijgt. Afspraken met migratielanden, om mensenhandel, mensensmokkel en irreguliere migratieroutes een halt toe te roepen, krijgen hoge prioriteit. Nederland maakt zich daar ook in Europa sterk voor. Op weg naar de invoering van het Europese Asiel- en Migratiepact in 2026 zal Nederland een veel strenger toelatingsregime gaan hanteren. Niet meewerken aan terugkeer wordt strafbaar en de voorwaarden om een Nederlands paspoort te krijgen worden strenger.

Opvallend genoeg neemt de koning één scherpe slogan van het nieuwe kabinet niet over: ‘het strengste asielregime ooit’. Willem-Alexander legt wel gedurig uit hoe het kabinet tot een streng en sober „lik-op-stukbeleid” komt om meer „grip op migratie” te krijgen. Dat de voorgenomen asielcrisiswet niet alleen tijdelijk zal zijn, maar ook tijdelijk het parlement buitenspel zet, noemt de koning wijselijk niet. Immers, de verenigde vergadering van de Eerste en Tweede Kamer, bijeengekomen in de Koninklijke Schouwburg, zal dat plan zeker niet unaniem omarmen.

Een groot en groeiend maatschappelijk probleem is de krapte op de arbeidsmarkt. Van techniek tot openbaar vervoer, van onderwijs tot zorg, van horeca tot tuinbouw – het nijpende tekort aan personeel is overal voelbaar. Daarom is het belangrijk om mensen die nu nog aan de kant staan, te stimuleren aan het werk te gaan. Een andere manier om relatief snel resultaat te boeken, is dat parttimers langer gaan werken. Het kabinet werkt daar onder andere aan door te sturen op meer vaste banen, en te zorgen dat mensen die meer gaan werken, aan het einde van de maand ook echt meer geld overhouden. Voor de toekomst moeten we fundamenteler nadenken over welke soorten werk we in Nederland wel en liever niet willen hebben, en hoe zich dat verhoudt tot arbeidsmigratie. Voorop staat dat misstanden en uitbuiting van arbeidsmigranten altijd moeten worden bestreden. In het voorjaar zal het kabinet u een eerste inventarisatie van mogelijke verbeteringen toesturen voor de arbeidsmarkt van de toekomst.

Uiteraard is gebrek aan personeel ook een belangrijk onderwerp voor ondernemers. Het kabinet realiseert zich terdege dat het geld voor onze publieke voorzieningen wordt verdiend in het bedrijfsleven. Alleen daarom al verdienen ondernemers grote waardering en ruimte om hun vleugels uit te slaan. Het is belangrijk te blijven werken aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Enkele instrumenten die het kabinet daarvoor inzet, zijn minder regels, lagere lasten en extra geld voor innovatie via Invest-Nederland. In algemene zin moet het bedrijfslevenbeleid veel voorspelbaarder worden. Dit najaar vindt een grote ondernemingsklimaattop plaats om samen met bedrijven te bepalen wat nodig en mogelijk is. Een goede bereikbaarheid is voor bedrijven hoe dan ook belangrijk, zeker van en naar de mainports Rotterdam en Schiphol. Om de kwaliteit van de Nederlandse wegen, vaarwegen en spoorlijnen hoog te houden, vindt de komende jaren de grootste onderhoudsopgave ooit plaats. Voor de lange termijn zijn en worden plannen ontwikkeld voor nieuwe infrastructuur, ook buiten de Randstad, bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn tussen Groningen en Enschede.

Bij het bespreken van het investeringsbeleid raakt de koning nog een familielink die een beetje pijnlijk is. Ja, er komt extra geld voor investeringsfonds InvestNL (1 miljard), maar het nog maar kort bestaande Groeifonds met nog bijna 7 miljard in kas, wordt juist geliquideerd. Als investeringsadviseur is prins Constantijn daar nauw bij betrokken.

Lees ook

Een pot, een prins en een project: 20 miljard euro voor 5 jaar

Prins Constantijn spreekt over financiering van innovatieve projecten op de Global Entrepreneurship Summit (GES) in het World Forum.

Een van de grote problemen waar bedrijven met uitbreidingsplannen tegenaan lopen, is het gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnet. Het kabinet wil dit met voorrang aanpakken. Nederland weet zich gebonden aan het klimaatakkoord van Parijs en gaat door met de verduurzaming van woningen en gebouwen, met de ontwikkeling van kerncentrales en windparken als energiebron voor de toekomst, en met werken aan leveringszekerheid. Belangrijk is dat de energietransitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. In verduurzaming van de industrie en innovaties schuilen nieuwe kansen voor de toekomst. Groene groei begint bij de vraag: wat kunnen we vandaag doen om straks te oogsten?

Het probleem van stapeling van steeds weer nieuwe regelgeving is misschien wel het grootst in de landbouw en visserij. Dit kabinet wil af van het gepolariseerde beeld dat voedselproductie en biodiversiteit in alles tegenover elkaar staan. Juist de combinatie van landbouw en natuur maakt het Nederlandse landschap sinds jaar en dag zo mooi. De omslag in het denken en handelen die nodig is, begint bij de erkenning van het belang van voedselzekerheid in een onzekere wereld, en bij het inzicht dat Nederlandse boeren tot de meest efficiënte ter wereld behoren. Dat is iets om trots en zuinig op te zijn. Het meest urgente onderwerp voor de korte termijn is de mestcrisis, waarvoor u binnenkort een plan van aanpak ontvangt. Over de volle breedte is een realistisch en uitvoerbaar beleid nodig dat boeren en vissers langjarig duidelijkheid geeft en ruimte biedt voor agrarisch ondernemerschap, zonder nieuwe nationale koppen op internationale afspraken. Er vindt geen gedwongen bedrijfsbeëindiging plaats en de daadwerkelijke staat van de natuur en gemeten uitstootcijfers worden leidend in het beleid. Doelsturing is daarbij een kernbegrip. Dat betekent dat het aan boeren zelf is hoe zij gestelde doelen willen bereiken. Er is een stimuleringsbudget beschikbaar van vijf miljard euro om de omslag te maken die nodig is. En daarenboven is er per jaar een apart budget van een half miljard euro voor agrarisch natuurbeheer.

Net als alle andere jaren is de Troonrede niet veel meer dan het oplepelen van alle beleidsvoornemens van het kabinet, waarbij elk terrein even aandacht krijgt én elke partij die daarvoor geknokt heeft. Bij het bespreken van de noodzakelijke landbouwplannen kon BBB-leider Caroline van der Plas instemmend knikken. Er komt weliswaar veel op de agrarische sector af, maar de Nederlandse boeren krijgen van de koning wel de nodige complimenten en hij herhaalt: er komt geen gedwongen uitkoop van boerenbedrijven.

Ook voor klassieke overheidstaken als veiligheid, wonen, onderwijs en zorg redeneert het kabinet vanuit het brede begrip bestaanszekerheid. Het fundament moet op orde zijn. En als er één ding fundamenteel is, dan is dat een basisgevoel van veiligheid. Het is duidelijk dat nationale en internationale veiligheid steeds meer met elkaar verweven raken. In een wereld vol brandhaarden, cyberaanvallen, desinformatie en toenemende dreiging kan Nederland onmogelijk in isolement de eigen veiligheid garanderen. Ons land heeft altijd een open blik naar de buitenwereld gehad. Dat blijft zo, want samenwerking binnen de Europese Unie en de NAVO is onze belangrijkste garantie op welvaart, stabiliteit en veiligheid. Met het besluit Oekraïne te blijven steunen, is een rechtstreeks nationaal belang gediend, militair én economisch. Dat geldt ook voor de keuze om de hoogte van het defensiebudget wettelijk te verankeren. De Nederlandse rechtsstaat en de internationale rechtsorde moeten op alle mogelijke manieren worden beschermd en versterkt. Daarom investeert het kabinet de komende tijd onder andere in de politie, in de voortgaande strijd tegen ondermijnende criminaliteit en in defensie. De NAVO-top die komend jaar in Den Haag plaatsvindt, onderstreept nog eens de internationale betrokkenheid en inzet van Nederland.

De koning stipt een potentiële splijtzwam aan binnen de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. Hij voert de blijvende militaire en financiële steun aan Oekraïne op als voldongen feit en legt uit dat daar de Nederlandse veiligheid ook mee is gediend. PVV-leider Geert Wilders is altijd terughoudender geweest in het blijven steunen van het land aan de oostgrens van Europa dat door Rusland is aangevallen.

Voor de toekomst dringt de vraag zich op hoe Nederland weerbaar blijft tegen toenemende dreigingen. We moeten voorbereid zijn, bijvoorbeeld op aanvallen op onze digitale verbindingen, wegen, energienetten, havens en waterwerken. Maar ook thuis moeten mensen zich wapenen tegen een tijdelijke uitval van bijvoorbeeld stroom en water. Voor het kabinet is weerbaarheid een zeer belangrijk thema, ook in Europees verband, waar we samenwerken aan leveringszekerheid van energie en grondstoffen.

Fundamenteel voor de bestaanszekerheid van mensen is ook een fatsoenlijk dak boven je hoofd. De wooncrisis is een van de meest complexe opgaven waar het kabinet voor staat. Het gaat immers niet alleen om aantallen te bouwen woningen, maar ook om verdeling van schaarse ruimte. Tal van gerechtvaardigde belangen strijden met elkaar om voorrang: de bouw van huizen, scholen en bedrijven. Infrastructuur, energievoorziening en waterveiligheid. Landbouw, natuur en defensie. Overal is ruimte voor nodig. Bij elkaar opgeteld past dat niet in één Nederland. De Nota Ruimte die het kabinet vóór de volgende zomer presenteert, moet richtinggevend zijn voor het antwoord op de vraag hoe de schaarse ruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het staat buiten kijf dat meer en sneller bouwen nodig is. Het doel is honderdduizend woningen per jaar erbij. Daarvoor is de komende jaren vijf miljard euro extra beschikbaar, plus nog een keer tweeënhalf miljard euro voor de ontsluiting van nieuwe wijken. Nog dit jaar maakt het kabinet op een nationale woontop afdwingbare afspraken met medeoverheden, investeerders als pensioenfondsen, en woningcorporaties. Het is daarbij cruciaal dat procedures korter worden en dat lokaal overal dezelfde regels gelden.

In het onderwijs betekent het fundament op orde dat er veel aandacht moet zijn voor de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvang u de hoofdlijnen van het Herstelplan Kwaliteit Onderwijs, dat aansluit bij lopende initiatieven om de basisvaardigheden te verbeteren. Het onderwijs is gediend bij rust en continuïteit, niet bij grote nieuwe experimenten. In het vervolgonderwijs na de middelbare school wil het kabinet van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek gericht op wat Nederland nodig heeft. Daarin zijn scherpe keuzes nodig, zowel om inhoudelijke als financiële redenen. Een van die keuzes is om het aantal buitenlandse studenten te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs.

Onze gezondheid is het belangrijkste dat we hebben en daarmee is de zorg van onschatbare waarde. Het eigen risico wordt bevroren en vanaf 2027 ruim gehalveerd naar maximaal 165 euro per jaar. Het doel is dat de toegang tot zorg gelijkwaardiger wordt. Niet de portemonnee van mensen, maar de urgentie van hun zorgvraag moet centraal staan. De voorgenomen bezuiniging op de ouderenzorg is voor komend jaar van tafel. Om te vermijden dat het personeelstekort in de zorg onbeheersbaar wordt, is het urgent de administratietijd te halveren, zodat er meer tijd overblijft voor de patiënten. Dat vraagt om innovaties in de sfeer van digitalisering en slim gebruik van kunstmatige intelligentie. Daarnaast kan met technische hulpmiddelen nog veel zorgtijd worden gewonnen voor persoonlijke aandacht, zowel thuis als in het ziekenhuis. Het bestaande zorgakkoord krijgt de komende tijd concreet handen en voeten, bijvoorbeeld waar het gaat om het openhouden van de streekziekenhuizen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, blijft preventie hoog op de agenda staan.

Leden van de Staten-Generaal,

In onze complexe samenleving is het antwoord op de vraag wat wél kan vaak niet eenvoudig te geven. Toch ligt daarin een opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. Want als de regels van een land voor grote groepen mensen niet meer behapbaar zijn, schiet overheidsbeleid zijn doel voorbij. Vanuit die gedachte wil de regering stap voor stap werken aan concrete oplossingen, die bijdragen aan zekerheid, vertrouwen en verbinding. In deze opdracht kan zij alleen slagen in nauwe samenwerking met u. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.

De koning sluit al jaren af met deze standaardslotzin, die een compromis biedt tussen gelovigen en niet-gelovigen: er wordt niet alleen gebeden voor het parlement, maar het wordt ook wijsheid toegewenst.

Lees ook

Er was veel discussie over een modernere Prinsjesdag maar eigenlijk blijft alles hetzelfde

Prinsjesdag: Staphorsters in klederdracht naar Den Haag


Nederlanders hebben meer vertrouwen in politiek en zijn (iets) minder somber over de economie, blijkt uit peiling

Nederlanders zijn minder pessimistisch over de koers van het land dan een jaar geleden. Dat schrijft onderzoeksbureau Ipsos I&O op basis van zijn jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek in opdracht van de NOS. Ook is er meer vertrouwen in de politiek, met name onder lager en middelbaar opgeleiden, en zegt een groter gedeelte van de respondenten goed te kunnen rondkomen.

Ipsos ondervroeg afgelopen week ruim 2.200 volwassen Nederlanders voor de peiling. Daaruit blijkt dat Nederlanders gemiddeld minder pessimistisch zijn geworden over de algemene richting van het land. Waar vorig jaar nog bijna driekwart (72 procent) dacht dat het ,,de verkeerde kant” op ging, is dat nu iets meer dan de helft (57 procent).

Derde denkt dat de economie achteruit gaat

De onderzoekers zien evenwel niet meer optimisme ontstaan: slechts 19 procent van de respondenten denkt dat het de goede kant opgaat met Nederland (2023: 17 procent). Slechts één op de tien denkt dat de economische situatie het komende jaar beter zal worden. Dat is iets minder dan vorig jaar, toen was het 12 procent. Ruim een derde (37 procent) denkt dat de economie het komende jaar achteruit gaat.

Lees ook

Onder de oppervlakte blijkt: de inkomensverschillen groeien wél in Nederland, mannen met laagste inkomens gingen er zelfs op achteruit

NS-personeel aan het werk. Deze maand werd een cao-akkoord bereikt over gemiddeld 6,6 procent meer loon en daarmee een staking afgewend.

De economie groeit volgens het CBS dit jaar met 0,6 procent, maar de overgrote meerderheid (80 procent) zegt daar in de directe omgeving niets van te merken. Opvallend genoeg is het oordeel van Nederlanders over hun eigen financiële situatie het afgelopen jaar wel sterk verbeterd: 59 procent zegt goed rond te kunnen komen, het hoogste aantal sinds Ipsos de vraag in 2014 voor het eerst stelde.

Toch is er ook een groep die structureel niet rondkomt, schrijven de onderzoekers. Het aandeel ondervraagden dat zegt net niet of beslist niet rond te komen, schommelt sinds 2014 rond de 10 procent. „Deze groep lijkt ongevoelig voor economische voorspoed of crises”, aldus Ipsos, „en bestaat bovengemiddeld vaak uit jongeren (18-34 jaar).”

Vertrouwen in politiek sterk gestegen

Wat het vertrouwen in de politiek betreft meet Ipsos wel grote verschuivingen, vooral bij laag en middelbaar opgeleide Nederlanders. Onder die groepen is het vertrouwen in de politiek sterk gestegen: hadden laagopgeleide Nederlanders in 2023 slechts 21 procent vertrouwen in het destijds demissionaire kabinet, nu is dat 49 procent, aldus Ipsos. Van alle Nederlanders heeft 42 procent op dit moment vertrouwen in het kabinet, ten opzichte van 24 procent vorig jaar.

Ipsos vroeg de deelnemers aan de peiling naar hun huidige politieke voorkeur. Daar viel op dat alleen bij kiezers van de vier coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB een meerderheid vertrouwen heeft in het kabinet-Schoof. Bij de PVV’ers heeft het grootste deel (79 procent) vertrouwen in dit kabinet; een even zo groot deel is tevreden over de koers als het gaat om migratie en asiel.

Tot slot vroeg Ipsos deelnemers nog naar hun mening over een aantal actuele politieke kwesties. Daarin valt op dat een meerderheid (58 procent) wil dat Nederland Oekraïne blijft steunen in de oorlog tegen Rusland. Een nipte meerderheid (51 procent) steunt het uitroepen van de asielcrisis en evenzoveel mensen willen dat Nederland druk uitoefent op Israël om de oorlog in Gaza te stoppen.

Foto Ramon van Flymen/ANP
De eerste Oranjefans dinsdagochtend bij Paleis Noordeinde in Den Haag, voor Prinsjesdag.

Prinsjesdag betekent traditie én nieuwe politiek. NRC praat je bij in zes verhalen

De koning schraapt zijn keel voor de troonrede, de minister van Financiën showt vol trots het bekende koffertje en de hoedjesparade voltrekt zich in al zijn glorie. Los van de traditionele festiviteiten markeert Prinsjesdag het summum van de belangrijkste politieke week van het jaar: het is de vuurdoop voor de plannen van het nieuwe kabinet. Maar de aanloop is onstuimig geweest.

Pieter Omtzigt doet een stap terug wegens gezondheidsredenen, minister Faber wil een asielcrisis uitroepen zonder goedkeuring van de Tweede Kamer, en de uitgelekte mestmaatregelen van minister Wiersma zijn een splijtzwam voor de BBB.

Kabinet-Schoof wil, na de verkiezingsuitslag van afgelopen november, een andere politieke route inslaan dan zijn voorganger: maar hoe radicaal wil het kabinet breken met het beleid van Rutte IV? Hoeveel gaan de nieuwe plannen kosten? En welke risico’s kleven daaraan vast?

Deze zes verhalen brengen je op de hoogte van waar deze Prinsjesdag om draait. Van de Miljoenennota, waarin staat wat de kabinetsplannen zijn en hoeveel ze kosten, tot de humor van de nieuwe minister van Financiën. We blijven de selectie verversen met de meest actuele artikelen.

Foto Bart Maat


De plannen van kabinet-Schoof, en wat ze gaan kosten

Een controversieel asielpakket, 200.000 extra zorgwerknemers en versimpelde regelingen rond arbeidsongeschiktheid. Wat komt er in de praktijk van terecht? En hoe gaan ze het betalen?

Foto Bart Maat


De nieuwe minister van Financiën heeft humor

Minister Eelco Heinen biedt deze Prinsjesdag zijn eerste Miljoenennota aan. Wie is hij? Een terughoudende Vinex-man met zelfspot. „Als ie mee gaat borrelen, hooguit voor één biertje.”

Foto Nick den Engelsman


Prinsjesdag moet moderner, maar wie is verantwoordelijk?

Koetsen en hoeden, en een Koninklijke Schouwburg vol Kamerleden: Prinsjesdag blijft eigenlijk altijd hetzelfde. Maar de belangstelling neemt af. Hoe wordt Prinsjesdag „weer een publiekstrekker”?


Wat we nu weten over de plannen van kabinet-Schoof

Liever luisteren? Politiek redacteur Philip de Witt Wijnen worstelde zich door het regeerprogramma heen en ziet dat de plannen van het kabinet-Schoof voor de komende jaren nog maar weinig concreet zijn. In NRC Vandaag legt hij uit waarom.

Foto Bart Maat


Het politieke ongemak van Dick Schoof

Rutte was handig, deed altijd vrolijk en wist precies hoe hij moeilijke vragen moest ontwijken. Zijn opvolger is als topambtenaar gewend aan een leven achter de schermen. Nu wil Schoof meer van zichzelf te laten zien, maar wat zijn lievelingskleur is? „Ik heb wer-ke-lijk géén idee.” 

Foto Folkert Koelewijn


Schoof-onomics en waarom deze Prinsjesdag uniek is

In de gloednieuwe NRC-podcast Zo simpel is het niet praten Marike Stellinga en Maarten Schinkel over de economische monsters (lees: trage groei en hardnekkige inflatie) waarmee het nieuwe kabinet te maken krijgt.

<dmt-util-bar article="4865810" headline="Prinsjesdag betekent traditie én nieuwe politiek.
NRC praat je bij in zes verhalen” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/09/16/op-prinsjesdag-staat-veel-op-het-spel-deze-vijf-verhalen-praten-je-bij-a4865810″>