Vanaf de eerste minuut is Dick Schoof de controle kwijt. ‘Tjongejongejongejonge’, zegt hij

De eerste keer dat premier Dick Schoof in de Tweede Kamer stond, net voor de zomer, ontspoorde het debat voor zijn ogen, zonder dat hij er iets aan kon veranderen. Dus er hangt nogal wat vanaf voor hem, donderdag op de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen (APB): Schoof moet laten zien dat hij de baas is van dit kabinet, dat hij zich niet van zijn stuk laat brengen en niet wéér door hoepeltjes springt die politieke leiders voor hem omhoog houden.

Maar al vanaf de eerste minuut, hij heeft nog niets kunnen zeggen, is Schoof de controle kwijt. Voor zijn ogen ontstaat chaos.

Schoof, partijloos premier, zegt al wekenlang dat hij niets te maken heeft met de moeizame omgang van de partijleiders van PVV, VVD, NSC en BBB, híj gaat over het kabinet. En toch is gedoe tussen die vier in de Tweede Kamer opnieuw de reden dat hij erbij staat alsof alles hem overkomt.

De Tweede Kamerleden hebben net te horen gekregen dat Schoof niet de ambtelijke adviezen vrijgeeft over het staatsnoodrecht dat het kabinet wil gebruiken om een asielcrisis uit te roepen. Dat plan is al sinds de presentatie van het regeerprogramma omstreden, omdat het de Tweede en Eerste Kamer een tijdje buitenspel zet. De Kamerleden zijn boos, ze willen die adviezen lezen en dán pas een debat voeren over asiel en migratie. Maar Schoof vindt dat niet nodig, volgens hem moet het kabinet eerst een beslissing nemen over die noodwet, pas daarna heeft de Tweede Kamer recht op die stukken. Denkt hij.

Twee woorden

Het lijkt er ook even op dat er geen Kamermeerderheid is om hem te dwingen tot een ander inzicht, PVV, VVD, NSC en BBB houden zich stil. Maar dan stapt NSC’er Nicolien van Vroonhoven naar voren, die partijleider Pieter Omtzigt vervangt zo lang hij vermoeid thuis zit. „Twee woorden”, zegt ze. „Artikel 68 van de Grondwet.” Daar staat in dat de Tweede Kamer recht op informatie heeft.

Nicolien van Vroonhoven (NSC) reageert op Chris Stoffer (SGP) tijdens de tweede dag van de APB.
Foto Bart Maat

In de zaal zien Kamerleden dat VVD-fractievoorzitter Dilan Yesilgöz, coalitiegenoot van Van Vroonhoven, meteen woedend is. De leden van het kabinet lijken een paar seconden verstijfd, niemand beweegt. Ze lijken niet te hebben verwacht dat een eigen regeringspartij zo makkelijk mee zou doen met de oppositie die openheid eist.

NSC, opgericht omwille van ‘goed bestuur’, kan zo’n bewijs van transparantie goed gebruiken. De avond ervoor, op de eerste dag van het debat, kon Van Vroonhoven niet uitleggen waarom haar partij in leek te stemmen met zo’n noodwet.

De oppositie wil donderdagochtend meteen lang schorsen en de adviezen lezen, Yesilgöz komt bij de interruptiemicrofoon zeggen dat ze met het debat wil beginnen en met een ongeduldig, boos gebaar wijst ze naar de microfoon. „Ga dan”, zegt ze tegen Van Vroonhoven, alsof ze wil dat die hetzelfde gaat zeggen. Dat doet Van Vroonhoven, maar net niet helemaal: ze vraagt net als Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA om een half uurtje pauze.

Schoof zegt nog een paar keer tegen de Kamerleden dat hij écht dacht dat het niet hoefde. Het doet er niet meer toe. De pauze begint, hij pakt zijn spullen in en zegt tegen zichzelf: „Tjongejongejongejonge, wérkelijk niet te geloven dit.”

Ministeries zeggen nee

Bij de koffie, in de pauze, zeggen betrokkenen dat de premier al wél wist dat de oppositie niet zou gaan opgeven: zijn adviseurs waren er woensdagavond laat over gebeld. Zijn probleem, weten Kamerleden daarna, is dat Schoofs ministerie van Algemene Zaken de adviezen van de andere ministeries zelf niet heeft. Ze liggen bij Justitie en Veiligheid en bij Binnenlandse Zaken. Bij de oppositie is het idee: het is Schoof dus niet gelukt om zijn ministers zover te krijgen dat ze die stukken aan de Tweede Kamer willen geven.

Marjolein Faber, minister van Asiel en Migratie, bellend tijdens een schorsing.
Foto BART MAAT

Dat idee wordt nog sterker als ’s middags blijkt hoe die ambtelijke adviezen eruit zien. Die van Justitie en Veiligheid, met als minister David van Weel van de VVD, en van Asiel en Migratie van PVV’er Marjolein Faber: pagina na pagina zwartgelakt. In die van Binnenlandse Zaken, van NSC’er Judith Uitermark, is veel minder zwartgelakt. En wat daarin staat over de noodwet is vernietigend: volgens de ambtenaren van Uitermark is er geen sprake van een noodsituatie en is het gebruik van het staatsnoodrecht „democratisch en rechtsstatelijk niet aanvaardbaar”.

Onze stellige overtuiging is dat regelgeving hierover met succes zal worden aangevochten bij de rechter

Ambtenaren van Binnenlandse Zaken
in een brief aan de minister

Uitermark, die rechter was voordat ze de politiek in ging en in de NSC-fractie bekend stond als tegenstander van samenwerking met de PVV, wordt door haar ambtenaren direct aangesproken op „de bijzondere verantwoordelijkheid voor het hoeden van de Grondwet en het rechtsstatelijk handelen van bestuur”. Als het kabinet nu een asielcrisis zou uitroepen „achten wij dat in strijd met uw verantwoordelijkheid”. En: „Onze stellige overtuiging is dat regelgeving hierover met succes zal worden aangevochten bij de rechter.”

Tegensputteren

De adviezen worden om drie uur openbaar en in de Tweede Kamer heeft Schoof het net over armoede, met tegenover zich een boze SP-leider Jimmy Dijk die vindt dat Schoof zich de ellende van arme kinderen niet genoeg aantrekt. Achter hen klinkt heftig geroezemoes en iedereen begint de adviezen te lezen. Rob Jetten van D66 en Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA eisen bij de interruptiemicrofoon dat het kabinet óók de weggelakte stukken van Justitie en Asiel openbaar maakt.

Schoof sputtert nog even tegen, hij zegt dat de weggelakte delen niet gaan over de noodwet. Hij overlegt niet met zijn ministers en kijkt hen ook niet aan als hij zegt dat de Tweede Kamer toch alles krijgt. Justitieminister Van Weel kijkt verrast. Buiten de grote debatzaal zegt hij: „Je gaat wel een brug over als je die stukken niet gaat lakken, maar dat gaan we nu wel doen.” Ook volgens hem zijn de zwartgemaakte teksten „niet relevant”.

Frans Timmermans (Groenlinks/Pvda) met in zijn handen de zwartgelakte stukken die de Kamer in eerste instantie kreeg.
Foto Bart Maat

In het alsnog vrijgegeven advies staat dat Schoof zélf wilde dat de noodwet in het regeerprogramma kwam te staan. In het debat noemt hij dat „volstrekt logisch”, omdat het zo al was afgesproken in de kabinetsformatie. De oppositie dringt erop aan dat Schoof niet met noodwetgeving komt, maar met een ‘spoedwet’, die snel behandeld kan worden in het parlement. Maar Schoof houdt dat af.

‘Motie van wantrouwen’

In de zaal valt op dat PVV, VVD en BBB zich nog wel met elkaar bemoeien, maar NSC staat erbuiten. En het is daarna weer Van Vroonhoven die de drie andere partijen kwaad maakt. Ze vraagt Schoof naar de transgenderwet, die het makkelijker zou maken voor jonge transgenders om bij de gemeente een geslachtsverandering door te geven. NSC wil al veel langer dat dat wetsvoorstel wordt ingetrokken en kreeg daar een meerderheid voor in de Tweede Kamer.

Maar dat was onder het vorige kabinet. Schoof legt haar donderdagmiddag uit dat er niets over staat in het hoofdlijnenakkoord en dat het dus aan de Tweede Kamer is om er verder over te praten. Van Vroonhoven is geïrriteerd en zegt, met een serieus gezicht: „Dan vraagt u mij om in beraad te nemen dat ik dan een motie van wantrouwen ga indienen.”

Iemand achter haar roept iets, ze kijkt om en zegt: „Geintje.” Maar in de coalitiepartijen vindt helemaal niemand het grappig. Geert Wilders, Dilan Yesilgöz en Caroline van der Plas zijn verbijsterd. „Het gaat wel hard, mevrouw Vroonhoven”, zegt Schoof. Daar moet hij zelf om lachen. Maar achter hem is minister van Financiën Eelco Heinen van de VVD zichtbaar kwaad, net als BBB-minister van Landbouw Femke Wiersma.

In de dinerpauze is Wilders de enige die naar Van Vroonhoven toe gaat en met haar praat, hij is ook zichtbaar kwaad. Later zegt hij op de gang dat de noodwet over asiel er komt. „Ik heb niet de ruggengraat van een banaan.”

Lees ook

Oppositie behandelt Wilders als de échte coalitieleider, een nieuwe Mark Rutte

Nicolien van Vroonhoven (NSC), voorafgaand aan haar bijdrage tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen. Zij kreeg van de oppositie de zwaarste kritiek.


Column | Veroordeeld tot Wilders

Het was al voorbij middernacht tijdens de Algemene Beschouwingen toen Thierry Baudet weer even in beeld kwam. Hij bleek dik geworden, het politieke leven in de schaduw moet zijn eetlust hebben bevorderd. Zou iemand hem nog serieus nemen?

Geert Wilders had hem overdag nog even in bescherming genomen tegen de kritiek van collega’s, hij zei met een mild lachje dat hij Baudet toch niet zou willen missen. Het klonk als een vader die de schoolleiding vraagt zijn spijbelende zoontje nog één kans te geven.

Zelfs Caroline van der Plas deed meewarig toen Baudet om haar aandacht smeekte. Baudet vond dat ook de BBB toch nog te veel doet alsof er een stikstofprobleem is, als het aan hem lag zou er zelfs méér stikstofuitstoot mogen zijn dan nodig is. Dát werd ook Van der Plas te gortig. „Stikstof kán een probleem zijn voor planten”, zei ze met enige tegenzin, nadat ze Baudet eerder enigszins tegemoet was gekomen met haar uitspraak: „Er is geen stikstofprobleem, er is een stikstofwetprobleem.”

Daar stonden ze dan: de ene populist die de andere populist probeerde af te troeven. Wilders hield zich er wijselijk buiten. Hij kan zijn populistische collega’s missen als kiespijn, hij zal alleen een beroep op ze doen als hij ze getalsmatig nodig heeft, zolang hij geen 76 zetels haalt – een aantal dat hij herhaaldelijk als in een wensdroom noemt, net als zijn hoge cijfers in de laatste peilingen.

Voor Wilders verliep de eerste dag van de Algemene Beschouwingen naar wens. Op de felle aanval van Frans Timmermans die hem „een geradicaliseerde VVD’er” noemde, zal hij gerekend hebben. Evenals op het vuurspuwen van DENK-leider Stephan van Baarle en het altijd net iets te nadrukkelijke arbeiderisme van Jimmy Dijk van de SP. Van de rest van de oppositie had hij niet veel te duchten. Ze schijnen daar naar een vorm van samenwerking met hem te zoeken. Ze zullen lang moeten zoeken. Hij heeft hen niet nodig, hij zit stevig in het zadel.

Wie gerekend had op een kritischer houding van de NSC tegenover Wilders, moet na die eerste dag beter weten. Terwijl Pieter Omtzigt, de eeuwige aarzelaar, thuis het psychische ziekbed hield, trok zijn tijdelijke opvolger Nicolien van Vroonhoven de bedenkingen van NSC over de noodwetgeving in. „Ik zou er nog maar eens goed over nadenken, Nicolien van Vroonhoven”, had Wilders op X gedreigd.

Zou zij toen nog even Omtzigt hebben geraadpleegd? Ik hoor hem vanonder de dekens zuchten: „Nicolien, doe wat je goeddunkt, maar hou mij erbuiten.”

Het resultaat viel in de avonduren te bezichtigen: urenlang geschutter van een vriendelijke vrouw met een ijzeren glimlach die zenuwachtig de ene uit de rails lopende volzin op de andere stapelde. Voor alles geschikt, behalve voor de Haagse politiek. Wilders keek zwijgend toe, en zag dat het goed was.

Hij heeft ze waar hij ze hebben wilde: in zijn achterdochtige achterzak. Zijn coalitiegenoten eten braaf uit zijn hand die nog altijd gevuld is met dezelfde obsessies met asielzoekers en Marokkanen. Ze zullen elkaar niet meer afvallen, want ze zijn tot elkaar en vooral tot Geert Wilders veroordeeld. Er is geen uitweg. Nieuwe verkiezingen? ‘Ik zou er nog maar eens goed over nadenken.’


Tv-recensie | Aan de talkshowtafels genoten ze van het politieke debat alsof het een goede voetbalwedstrijd was

Jeroen Pauw had genoten. Net als in iedere talkshow werd woensdagavond in Bar laat (BNNVARA) uitgebreid stilgestaan bij de algemene politieke beschouwingen, die al met al zo’n vijftien uur duurden. „In vroeger tijden” was de eerste spreker van die beschouwingen „eigenlijk altijd Geert Wilders”, zei Pauw. „En dan wist je: dat wordt twee uur genieten. Althans, als je van politiek en van debat en van spanning houdt. Nu was het Frans Timmermans, en eigenlijk werd dat ook twee uur genieten.”

Timmermans was in vorm geweest, vond Pauw; veel meer dan voor de zomer. Nieuwe energie, nieuwe strategie. „Hij had zich voorgenomen: alles wat jullie beloofd hebben en niet kunnen nakomen, dat leg ik jullie spelenderwijs voor de voeten.” De kijker kreeg voorbeelden aangereikt in de vorm van korte fragmentjes; Pauw wreef zich telkens verheugd in de handen. „De scherpte, waar we als politieke liefhebbers van kunnen genieten, is natuurlijk héérlijk in een debat.”

Naar politiek kijken als naar een voetbalwedstrijd: nieuw is het niet, maar het trof deze (politiek-, debat- en spanninglievende) kijker woensdagavond als extra vervreemdend. In november vorig jaar heerste aan menige talkshowtafel nog ongeloof dat een partij die ooit pleitte voor een ‘kopvoddentaks’ tot winnaar van de verkiezingen was gekroond; in juni werd er schande gesproken van de omvolkingstheorie die een PVV-minister in spé (Marjolein Faber) toen nog openlijk aanhing. Nu leek wat tot voor kort niet normaal was ineens best gewoon, en scoorden Timmermans en Wilders even hoog op Pauws ‘genieten’-schaal.

Wilders had het ook „echt goed” gedaan, vond tafelgast en voormalig VVD-minister Halbe Zijlstra. Niet alleen was hij het hele debat rustig gebleven, hij was ook „scherp op de onderwerpen waarop dat moest. Weinig op aan te merken”. En dan had die sterspeler ook nog eens „zijn feiten en cijfers op orde”. Ja, en één cijfer in het bijzonder, benadrukte Pauw, die meteen aanleiding zag om een grapje te maken over het feit dat Wilders een oude strategie van Zijlstra leek te hebben gejat: zeggen dat je niet al je verkiezingsbeloftes waar kunt maken omdat je nou eenmaal geen 76 zetels hebt. Er werd geknikt en gegiebeld. Die gekke politici.

Het nieuwe normaal

Wie gedurende de dag (en avond, en begin van de nacht) af en toe overschakelde naar het live debat, kon zien hoe die gekke politici zich wentelden in het nieuwe normaal. Hoe plaatsvervangend NSC-leider Nicolien van Vroonhoven vooral ongeduldig zuchtte en sneerde in antwoord op kritische vragen over het voornemen van het kabinet om een asielcrisis uit te roepen, en hoe VVD-leider Dilan Yeşilgöz terloops een partij beschuldigde van Hamas-sympathieën. Ook riep ze migratieminister Faber op om er „een tandje bij te doen” op het gebied van asiel.

Faber die er nog een tandje bij doet – het idee boezemde me voldoende angst in om de rest van de avond rusteloos door te zappen naar een iets opbeurenders; iets om de boel wat aangenamer mee af te sluiten. Talkshows waren daar duidelijk niet de plek voor. De laatste aflevering van Tieners tegen kwalen (MAX) wel. Daarin werd zichtbaar wat het contact tussen een aantal tieners en ouderen, die geen van allen lekker in hun vel zaten, voor beide groepen na zes weken had veranderd aan hun welzijn. De verschillen met de eerste aflevering waren groot: er waren vriendschappen ontstaan en vooroordelen overwonnen. Vrijwel alle deelnemers voelden ze zich minder eenzaam.

Een kijkcijferkanon is het programma niet geweest, zoete feel good wel. Absoluut het terugkijken waard op moeizame dagen – na nog tien uur aan algemene politieke beschouwingen, bijvoorbeeld. Dan is Tieners tegen kwalen een remedie an sich.