Tom Cruise opende de eerste Oscars-ceremonie na de aanslagen van 11 september. In zijn eentje op het podium gaf hij een emotionele speech over de kracht van film. Afsluitend met de vraag: „Moeten we het genot en de magie van films nog wel vieren?” Hij schoot een bijna angstaanjagend intense blik de zaal in, alsof hij Amerika’s vijanden ter plekke uitdaagde. „Durf ik het te zeggen? Meer dan ooit.” Applaus golfde. Later presenteerde Woody Allen een compilatie van filmmomenten in New York. Missie geslaagd, de ceremonie werd door publiek critici goed ontvangen.
Ik dacht hieraan terug nu de The Academy of Motion Picture Arts and Sciences weer een manier moet vinden om zich te verhouden toe een (nationale) ramp. Natuurbranden doodden 28 mensen, verwoestten ruim 15.000 gebouwen en dwongen 300.000 mensen te evacueren in LA, het epicentrum van de Amerikaanse filmindustrie.
Midden januari riepen acteurs als Jean Smart (niet genomineerd) op de Oscars niet uit te zenden en de „opbrengsten die ze hadden opgehaald” te doneren. Dat gebeurde niet. Maar de bekendmaking van de nominaties werd wel een week uitgesteld, evenals de sluitdatum van de stembus: in alle chaos kregen leden van de Academy iets langer de tijd om genomineerde films te kijken. Andere activiteiten, zoals het traditionele diner voor genomineerden, werden wel afgelast. In totaal stopte de Academy voor de ceremonie een miljoen aan hulpfonds.
De Academy stond eerder voor een soortgelijk dilemma, schreef The New Yorker. In 1938 verwoestten enorme overstromingen duizenden huizen in Los Angeles. De Oscars werden een week uitgesteld. Daarna verliepen ze zoals gepland, niet bepaald ingetogen. Maar toen was het slechts een banket, niet op televisie te zien voor de hele wereld. In 1968 werden twee dagen uitgetrokken wegens de moord op Martin Luther King. Toen de ceremonie toch doorging, zei Gregory Peck dat men films moest maken die „de waardigheid van de mensheid, ongeacht ras” vierden. Tom Cruise had het niet beter kunnen zeggen. De moordpoging op Ronald Reagan leidde tot één dag vertraging. Covid zorgde in 2021 voor de langste vertraging: twee maanden. Daarna werd met behulp van regisseur/scenarist Steven Soderbergh een revolutionaire ceremonie opgetuigd. The show must go on wordt devoot nageleefd.
Dit jaar gaat de ceremonie dus door op 2 maart. De belangrijkste reden daarvoor is dat de branden zijn gedoofd. En dat de show werk verschaft aan genoeg mensen om een piramide te bouwen: publicisten, stylisten, technische crew, horecamedewerkers die getroffen zijn door de branden. Dat is een nieuw credo voor de Oscars. Niet meer: we doen het voor de kunst. Maar: we doen het voor de cateraar.
Beyonce kreeg haar Grammy voor album van het jaar van een brandweerkapitein
De organisatie heeft aangekondigd dat deze ceremonie een eerbetoon zal zijn aan de ‘schoonheid en weerbarstigheid’ van LA. Minder shownummers, minder gotische vrolijkheid, meer gepaste soberheid. Presentator Conan O’Brien zei de stemming van LA te peilen, om niet ‘lichtzinnig’ over te komen. „Dit is een moment om een stap achteruit te doen en om nederig te zijn.”
Hoe dat eruit gaat zien is nog niet duidelijk. Als andere prijzenshows een voorbeeld zijn, dan kunnen we benefietactiviteiten verwachten en brandweermannen op het podium. Zo schrapte de Critics Choice Awards-show de rode loper. En vervormden de muziekprijzen The Grammy’s het hele prijzengala tot een vier uur lange benefietshow, die 9 miljoen dollar ophaalde. Herhaaldelijk verscheen er een QR-code met donatielink in beeld. Ondertussen brachten artiesten odes aan de ‘geest’ van LA. En kreeg Beyoncé haar gouden grammofoon van een brandweerkapitein.
Als de Oscars het goed doen, is dit ook een kans. Niet alleen om geld op te halen, maar ook om zich te verenigen met Los Angeles, met het publiek. Om meer te zijn dan zelfverheerlijking voor de culturele elite.
