Netanyahu: Iran gaat hoge prijs betalen

De Iraanse raketaanval op Israël van dinsdagavond is afgerond. Dat heeft de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araqchi bevestigd op X. „We hebben onszelf verdedigd onder Artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties en hebben alleen maar militaire en beveiligingsfaciliteiten aangevallen die verantwoordelijk zijn voor de genocide in Gaza en Libanon.” Hij waarschuwt daarbij wel dat „het Israëlische regime niet om verdere vergeldingsmaatregelen moet gaan vragen”.

De Generale Staf van de Iraanse strijdkrachten komt met een nog steviger waarschuwing. „Als het agressieve regime [Israël, red.] wraak neemt, dan kan het rekenen op de vernietiging van zijn infrastructuur in de bezette Palestijnse gebieden op een enorme en allesomvattende schaal”.

Ook landen die Israël steunen, zoals de VS, worden gewaarschuwd. „Als ze direct ingrijpen om het islamitische Iran te schenden en aan te vallen, krijgen hun centra en belangen in de regio gelijktijdig te maken met een beslissende aanval van de strijdkrachten van de Islamitische Republiek Iran.”

De raketaanval van dinsdagavond op Israël was volgens Teheran een vergelding voor de moorden op verschillende leiders van aan Iran gelieerde gewapende groepen, onder wie Hezbollah-leider Hassan Nasrallah en Hamas-leider Ismail Haniyeh.

Iran bestookt Israël opnieuw met raketten in snelle escalatie van de oorlog in Midden-Oosten

De oorlog in het Midden-Oosten is dinsdag in een tijdsbestek van nog geen etmaal aanzienlijk geëscaleerd. Eerst vielen in de nacht van maandag op dinsdag Israëlische grondtroepen Zuid-Libanon binnen om Hezbollah uit de grenszone te verdrijven. Vervolgens lanceerde Iran dinsdagavond tientallen ballistische raketten op Israël. Hezbollah had Israël eerder op de dag ook al met raketten bestookt, terwijl Israël zijn luchtbombardementen in Libanon voortzette.

Overal in Israël klonk aan het begin van de avond het luchtalarm, miljoenen Israëliërs haastten zich naar schuilplaatsen. Veel mensen zagen de oranje flitsen van overvliegende Iraanse raketten in de lucht. Israël wist de meeste echter uit de lucht te schieten met de zogeheten ‘Iron Dome’, zijn luchtafweersysteem. Daarbij kreeg het militaire steun van de Verenigde Staten en Jordanië, die hielpen om de projectielen onschadelijk te maken.

Volgens de Israëlische legerradio ging het in totaal om 180 raketten. Na enige tijd kwam het sein veilig. Voor zover bekend vielen er slechts twee gewonden. Sommige raketten ontploften echter wel en zorgden voor verschillende diepe kraters.

Vergelding voor Haniyeh en Nasrallah

De Iraanse Revolutionaire Garde maakte in een verklaring , die door de staatstelevisie werd verspreid, bekend dat de raketbeschieting bedoeld was als vergelding voor de aan Israël toegeschreven liquidatie van Hamas-leider Ismail Haniyeh eind juli in Teheran en die van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah in Beiroet afgelopen vrijdag. Bovendien vormde het een wraakoefening voor de dood van veel Palestijnen en Libanezen als gevolg van Israëlisch geweld, aldus de verklaring.

Iran waarschuwde dat er meer beschietingen zullen volgen als Israël, al dan niet gesteund door de VS, zou besluiten tot een tegenaanval op Iran. Irans opperste leider, ayatollah Ali Khamenei, die naar wordt aangenomen het bevel tot de aanval had gegeven, is tot nader order ondergedoken op een veilige locatie, uit vrees voor aanslagen op hem.

Een Israëlische legerwoordvoerder kondigde aan dat de Iraanse aanval „gevolgen” zal hebben. Eerder had ook een hoge Amerikaanse functionaris Iran daarmee gedreigd. Het was de tweede keer sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog vorig najaar dat Iran een salvo raketten op Israël afvuurde. Op die aanval, in april van dit jaar na een dodelijke Israëlische luchtaanval op het Iraanse consulaat in Damascus, reageerde Israël met een tamelijk bescheiden tegenaanval in de buurt van een nucleaire faciliteit bij de stad Isfahan.

Die aanval werd uitgelegd als een waarschuwing aan het adres van Iran. Sommige analisten menen dat Israël nu Irans nucleaire faciliteiten onder vuur zal proberen te nemen. Israël verdenkt Iran er al langer van te azen op kernwapens, al heeft Iran altijd betoogd slechts uranium te verrijken voor vreedzame doeleinden.

Situation Room

Uit zorg om de snelle escalatie in het Midden-Oosten volgden de Amerikaanse president Joe Biden en vicepresident Kamala Harris de ontwikkelingen dinsdag vanuit de zogeheten Situation Room in het Witte Huis. „We bespraken hoe de Verenigde Staten bereid zijn Israël te helpen tegen deze aanvallen en hoe Amerikaanse personeel in de regio kan worden beschermd”, verklaarde Biden via X.

VN-secretaris-generaal Antonio Guterrres riep intussen dringend op tot een bestand. Hij veroordeelde wat hij aanduidde als „escalatie op escalatie”. „Dit moet ophouden”, stelde hij. „We hebben beslist een staakt-het-vuren nodig.”

In de zuidelijke buitenwijken van Beiroet, vanoudsher een bolwerk van Hezbollah, werd de Iraanse actie echter met vreugdeschoten begroet. Juist de afgelopen dagen had Israël zware bombardementen op die wijken uitgevoerd. Bij het zwaarste van afgelopen vrijdag kwam Nasrallah om het leven. Sindsdien had Israël de bombardementen op volle kracht voortgezet, waarbij in totaal meer dan duizend doden vielen, onder wie veel burgers. En dat was nog voor de volgens Israël „beperkte” grondoperatie in Zuid-Libanon begon.

Intussen werd Tel Aviv ook nog opgeschrikt door een terreuraanval, waarbij zes mensen om het leven kwamen. Twee met vuurwapens en messen bewapende mannen vielen passagiers aan in een treinstel en later ook op straat. De aanslag vond slechts korte tijd voor de Iraanse aanval plaats. Negen anderen raakten gewond. De beide daders werden door omstanders en toegeschoten politiemensen gedood. Het was niet direct duidelijk of het dodental de daders ook behelsde.


Nederland regelt militair luchttransport voor eigen burgers in Libanon: ‘Het is zwaar om te moeten beslissen of je vertrekt of blijft’, zegt Tara Kenkhuis in Beiroet

Aanvankelijk was Nederland terughoudend, maar nu is onder druk van oppositiepolitici toch besloten burgers terug te halen uit Libanon. Voor het Israëlisch grondoffensief in dat land sloegen volgens het Rode Kruis honderdduizenden op de vlucht. Nederland liet eerst weten dat burgers zelf moesten vertrekken „nu het nog kan”. Na kritiek van Kati Piri (GroenLinks-PvdA) en Jan Paternotte (D66) is alsnog tot evacueren besloten.

„Nederland zorgt in de komende dagen voor een militair luchttransport. Daarnaast blijven we ons inspannen om te helpen bij vertrek met commerciële luchtvaartmaatschappijen en staan we in contact met andere landen die vluchten organiseren”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Overigens spreekt het ministerie van „repatriëring”, niet van evacuatie, wat doorgaans betekent dat een beperkte groep in aanmerking komt voor het transport. Dit betreft dan gestrande reizigers, zoals toeristen, mensen op familiebezoek of op zakenreis. Een woordvoerder van het ministerie kon dat vooralsnog niet bevestigen. Het ministerie adviseerde Nederlanders eerder om vluchten te boeken bij Middle East Airlines, maar die waren dinsdagochtend allemaal vergeven.

Canada reserveerde deze week achthonderd vliegtickets voor staatsburgers die Libanon willen verlaten. De Bulgaarse en Britse regeringen regelden chartervluchten. Daarnaast hebben de Britten zevenhonderd militairen op Cyprus klaarstaan, die met twee oorlogsschepen, helikopters en vliegtuigen onder meer Britten kunnen ondersteunen „mocht de situatie verslechteren”, aldus minister van Defensie John Healey.

Onduidelijk is exact hoeveel Nederlanders in Libanon verblijven, omdat het geen registratieplicht heeft. Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) heeft het over honderden Nederlanders, een exact aantal kan hij niet geven.

De grootschalige evacuatie uit Afghanistan na de machtsovername van de Taliban in 2021, verliep chaotisch. Die „was te beperkt [voorbereid] en kwam te laat op gang”, concludeerde een onderzoekscommissie.

Lees ook

Zo verliep de chaotische evacuatie uit Kabul

Luchtfoto van het vliegveld van Kabul.

Vanuit Libanon naar Nederland

„Ik heb bijna een week niet geslapen”, zegt een Libanees-Nederlandse vrouw, die net in Nederland is aangekomen. Gezien ze niet legaal de grens overstak, wil ze anoniem blijven. Zes dagen geleden besloot ze met haar Libanese man, die in tegenstelling tot haar geen Nederlands paspoort heeft, te vertrekken.

Toen was vertrekken al moeilijk, vertelt ze. „We hebben explosies meegemaakt. De grond schudde. Vervelender nog vond ik de Israëlische vliegtuigen, die boven je hoofd zwermen.” Een betaalbare vlucht kon ze niet vinden, dus ze vertrok met de taxi naar Damascus, in Syrië, waar ze naar eigen zeggen twaalf uur in de file stond voordat ze de grens met Libanon kon oversteken. „Syrische vluchtelingen zonder papieren mochten het land niet uit. Honderden vrouwen en kinderen lagen op de grond”, vertelt ze aan de telefoon.

Syrische vluchtelingen zonder papieren mochten het land niet uit. Honderden vrouwen en kinderen lagen op de grond

Libanees-Nederlandse vrouw
die naar Nederland is gevlucht

Na de grens kwamen ze in een bergachtig „no mans land” terecht. Weer stonden ze vijf uur stil. „Het was superkoud, veel mensen hadden geen jas. Hulpverleners van de Syrische Rode Halve Maan deelden water en brood uit.”

Met haar man sliep ze vervolgens twee nachten in Damascus en wilde vanuit daar een vlucht boeken, maar veel websites werkten niet en haar creditcard werd niet geaccepteerd. Een bus bracht ze naar Jordanië, vanwege de „ongelooflijke files” duurde de reis zestien uur, in plaats van de normale drie uur. „Bij de grens werden alle koffers doorzocht.”

Eenmaal in Jordanië wachtten ze drie nachten totdat de vluchten goedkoper werden. De vrouw vloog naar Nederland, haar man naar Saoedi-Arabië, omdat hij geen kans zou maken op een Nederlands visum.

Kiezen om Beiroet niet te verlaten

De 33-jarige Tara Kenkhuis woont sinds negen jaar in Beiroet en zag het afgelopen jaar al veel mensen vertrekken. Met de Gaza-oorlog werd ook de dreiging voor Libanon groter, vanwege het conflict tussen Israël en Hezbollah. Zelf blijft ze voorlopig: ze acht de kans klein dat haar christelijke wijk Achrafieh wordt gebombardeerd. „Je moet niet te licht denken over vertrekken, want je weet niet wanneer je terug kan komen. Het is een zware beslissing.”

De Nederlandse houding ten opzichte van het terughalen van staatsburgers is anders dan in 2006, toen Israël ook Libanon binnenviel en de overheid wél overging tot een algehele evacuatie. De grootste groep Nederlanders werd toen met bussen naar Aleppo gebracht, in Syrië. Op de daken werden Nederlandse vlaggen gebonden, om duidelijk te maken aan Israëlische vliegtuigen dat het om een konvooi van Nederlandse burgers ging.

Lees ook

Israël maakt in Libanon optimaal gebruik van de Amerikaanse onmacht

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken (links),  tijdens een ontmoeting met de Israëlische premier Benjamin Netanyahu in Jeruzalem, in juni van dit jaar.